Indesit XWDA 751480X WWWG EU Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit XWDA 751480X WWWG EU Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
25
Nederlands
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebrui-
kshandleiding te lezen.
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 28
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de Wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 29
Algemene veiligheid
Balanceersysteem van de lading
Afvalverwijdering
Beschrijving van de Wasdroogmachine en
starten van een programma, 30-31
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 32
Push&Wash+Dry
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 33
Instellen van de temperatuur
Instellen van het drogen
Wassen opties
Wasmiddelen en wasgoed, 34
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
XWDA 751480
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
26
NL
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische aan-
sluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mon-
dstuk met schroefdra-
ad van 3/4 gas (zie
afbeelding). Voordat u
de Wasdroogmachine
aansluit moet u het
water laten lopen totdat
het helder is.
2. Verbind de water-
toevoerbuis aan de
Wasdroogmachine
door hem op de betref-
fende watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gege-
vens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat wor-
den geleverd.
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewa-
ren voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de Wasdroogmachine blijven zodat
de nieuwe gebruiker de functies en betreffen-
de raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De Wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de Wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan
de achterkant bevin-
den (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de Wasdro-
ogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de Wasdroogmachine op een rechte
en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen
een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de onregelma-
tigheid opheffen door
de stelvoetjes aan
de voorkant losser of
vaster te schroeven
(zie afbeelding); de
inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van
het werkvlak, mag de
2° niet overschrijden.
NL
27
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde steun
aan de kraan (zie
afbeelding). Het ui-
teinde van de afvoer-
slang mag niet onder
water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelij-
ke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
• hetstopcontactgeaardisenvoldoetaande
geldende normen;
• hetstopcontacthetmaximumvermogen
van de Wasdroogmachine kan dragen, zoals
aangegeven in de tabel Technische Gege-
vens (zie hiernaast);
• despanningzichbevindttussendewaar-
den die zijn aangegeven in de tabel Techni-
sche Gegevens (zie hiernaast);
• decontactdoosgeschiktisvoordestekker
van de Wasdroogmachine. Indien dit niet zo
is moet de stekker of het stopcontact ver-
vangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de Wasdroogmachine is gnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedru-
kt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde installateur worden vervangen.
65 - 100 cm
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de Wasdroogmachine
in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te
voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed,
op het programma “WASMACHINE REINIGEN
(zie “Reinigen van de Wasdroogmachine”).
Technische gegevens
Model
XWDA 751480
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 54
Vermogen
van 1 tot 7 kg voor het wassen;
van 1 tot 5 kg voor het drogen;
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max.druk1MPa(10bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuu
Controle-
program-
ma’s vol-
gens de
reglement
EN 50229
wassen: programma 8 ;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 7 kg lading.
drogen: het drogen van de
kleinste lading (2kg) moet
worden uitgevoerd door het
selecteren van het droogni-
veau ”. De lading moet
bestaan uit 2 lakens, 1 kus-
sensloop en 2 handdoeken;
het drogen van het over-
gebleven wasgoed moet
worden uitgevoerd door het
droogniveau “ ” te selec-
teren.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende CE voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2012/19/EU - WEEE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Onderhoud en verzorging
Onderhoud van deur en trommel
•Laatdedeuraltijdopeenkierstaanomnare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De Wasdroogmachine is voorzien van een
zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te wor-
den onderhouden. Het kan echter gebeuren
dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan
de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd
is en haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorzijde van de
Wasdroogmachine
door er op het mid-
den op te drukken.
Duw beide zijkanten
naar beneden toe en
verwijder het paneel
(zie afbeeldingen).
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voor-
dat u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
• Sluitnaiederewasbeurtdekraanaf.Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstal-
latie van de wasmachine en voorkomt u
lekkage.
• Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatude
Wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de Wasdroogmachi-
ne
•Debuitenkantenderubberenonderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
•DeWasdroogmachinebeschiktovereen
programma “WASMACHINE REINIGEN” voor
het reinigen van de binnenkant van de au-
tomaat. Dit moet worden uitgevoerd als de
automaat volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid
die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile
was) of de speciale reinigingsmiddelen voor
wasautomaten kunnen worden gebruikt als
hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40
wascycli uit te voeren.
Om dit programma te activeren drukt u tegelij-
kertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.).
Het programma start automatisch en heeft een
duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje
door op het hendeltje
(1) te drukken en het
naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet u
regelmatig doen.
2
1
1
2
3
A
B
NL
29
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
• Voordatuhetwasgoedindeautomaatlaadt,moetu
controleren of hij leeg is.
•Deglazenruitwordtwarmgedurendehetdrogen.
• Drooggeen wasgoed dat metontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
• Drooggeenschuimrubberofelastomerenof
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
• Controleerdatgedurendehetdrogendewaterkraanopenis.
Kinderenvan3jaarofmindermogennietdichtbij
de droger komen, tenzij onder constant toezicht.
•Verwijderallevoorwerpen,zoalsaanstekersen
lucifers, uit de zakken.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal
de Wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans
is zal de Wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats
van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de
waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u
aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
Afvalverwijdering
• Hetverwijderenvanhetverpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
• De Europese richtlijn 2012/19/EU (WEEE), betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, vo-
orziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale
afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur
moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van
materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en
om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu
te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart
moet worden weggegooid.
Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijde-
ren van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers
zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
• Ditapparaatisuitsluitendontworpenvoorhuishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
•Ditapparaatmagalleendoorkinderenvan8
jaar en ouder, door personen met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen,
of met onvoldoende ervaring of kennis worden
gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer
zij toereikende instructies hebben gekregen
betreffende het veilige gebruik van het apparaat
en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende
gevaren.Kinderenmogennietmethetappa-
raat spelen. Onderhoud en reiniging mogen
niet door kinderen zonder supervisie worden
uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
-Kledingdiebevuildismetstoffenzoalskookolie,
aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijdera-
ar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen
moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in
warm water gewassen worden alvorens de kleding
in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douche-
mutsen, waterdichte stoffen, artikelen met
een rubberen kant en kleding of kussens die
onderdelen van schuimrubber bevatten mogen
niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten
moeten overeenkmostig de instructies van de
fabrikant gebruikt worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt ui-
tgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zor-
gen dat de artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel
al het wasgoed uit de droger halen en het wa-
sgoed ophangen om het snel te laten drogen.
• Raakdemachinenietaanalsublootsvoetsbentofmet
natte of vochtige handen of voeten.
• Trekdestekkernooituithetstopcontactdooraanhet
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
• Openhetwasmiddelbakjenietterwijldemachinein
werking is.
• Raakhetafvoerwaternietaanaangezienhetbehoorlijk
warm kan zijn.
• Forceerdedeurnooit:hetveiligheidsmechanismedat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
• Probeeringevalvanstoringennooitzelfdeinterne
mechanismen van de Wasdroogmachine te repareren.
• Zorgervoordatkleinekinderenniettedichtbijdema-
chine komen als deze in werking is.
• Dedeurkantijdenshetwassenzeerheetworden.
• Alsdemachineverplaatstmoetworden,doeditdan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
30
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de Wa-
sdroogmachine.
Toets PUSH&WASH+DRY: (zie “Programma’s).
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje OPTIE: voor het selecteren
van de beschikbare functies. Het controlelampje van de
gekozen functie zal aanblijven.
TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de tempe-
ratuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
Toets DROGEN OP BASIS VAN TIJD: druk hierop om
de gewenste droogtijd te selecteren. De gekozen droogtijd
wordt door de controlelampjes aan de zijkant aangegeven.
Toets DROGEN OP BASIS VAN DROOGTEGRAAD:
druk hierop om de gewenste droogtegraad te selecteren.
De gekozen droogtegraad wordt door de controlelampjes
aan de zijkant aangegeven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of
de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje
DEURGEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen
(wacht circa 3 minuten).
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze Wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kortopdeON-OFFtoetsenwachttotdeWasdroogma-
chine weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
Beschrijving van de Wasdroogmachine
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
ON/OFF toets
PROGRAM-
MAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
OPTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKE-
ERD
PUSH&WASH+DRy
toets
Toets
DROGEN OP
BASIS VAN TIJD
Toets
DROGEN OP
BASIS VAN
DROOGTEGRAAD
NL
31
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Zegeveninformatieover:
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd.
Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen
ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knip-
peren van het betreffende controlelampje en een geluids-
signaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden
geactiveerd en het lampje van de geactiveerde optie zal
aangaan
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens
de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het
controlelampjeDEURGEBLOKKEERDuitis,kuntuhet
deurtje openen (wacht circa 3 minuten).
Een programma starten
Snelle programmering
1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aan-
gegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
3. SLUIT DE DEUR.
4. Druk op de toets “Push&Wash+Dry” om het programma
te starten.
Traditionele programmering
1. SchakeldemachineinmetdeON/OFFknop.Alle
controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna
blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het
geselecteerde programma aan, en knippert het controle-
lampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/ Afpompen
Drogen
Einde hoofdwas
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAM-
MAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instel-
lingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmidde-
len en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te
drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen
licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u
de Wasdroogmachine op pauze door op de START/PAU-
SE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelam-
pje aan.AlshetcontrolelampjeDEURGEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minu-
ten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier
staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de Wasdro-
ogmachineuitinmetdeON/OFFtoets.
END
32
NL
Programma’s
Programmatabel
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan varren aan de hand van
talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Push&Wash+Dry
Met deze functie kunt u een automatische was- of droogcyclus starten terwijl de automaat uit is, zonder dat u daarvóór op
detoetsON/OFFhoefttedrukkenof,nadien,alsudeautomaataanzet,zonderdatuanderetoetsenen/ofknoppeninhoeft
te drukken (als u dit niet doet zal het programma Push&Wash+Dry worden uitgeschakeld). Om de Push&Wash+Dry cyclus te
starten houdt u de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze
was- en droogcyclus is ideaal voor het wassen van katoenen en synthetisch wasgoed en werkt op een wastemperatuur van
30°meteenmaximalecentrifugesnelheidvan1000toerenperminuut.Tijdenshetdrogenisdemaximaalbereikbaretempe-
ratuur 60°C. Aan het einde van het programma is de overgebleven vochtigheidsgraad van het wasgoed “ ”.Max.aangera-
den lading 2,5 kg. (Duur cyclus 210’).
Hoe werkt dit?
1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetisch wasgoed) en sluit de deur.
2. Wasmiddel en/of wasversterkers toevoegen.
3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push&Wash+Dry te drukken. Het betreffende controlelampje zal groen
worden en de deur zal worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan).
N.B.: Als u het programma start met de Push&Wash+Dry toets wordt een automatische was- en droogcyclus geactiveerd,
aangeraden voor katoen en synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden gepersonaliseerd.
4. Het is mogelijk het automatische programma alleen voor het wassen te gebruiken en niet voor het drogen. Nadat u op de
toets Push&Wash+Dry heeft gedrukt, drukt u op e toets drogen . Het symbool van het niveau “ ”gaatuit.Demaximale
lading voor alleen wassen is 3,5 kg (Duur cyclus 50’). Het is niet mogelijk het programma verder aan te passen.
Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur
geblokkeerd uit is kunt u de deur, alleen tijdens de wasfase, openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het
programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken.
5. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje END aan.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de reglement EN 50229: selecteer het programma 8 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 8 met een temperatuur van 40°C.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maxi.
Temp
(°C)
Maximaal
toerental (toeren
per minuut)
Drogen
Maximale lading
voor het drogen
(Kg)
Wasmiddel
Maximale lading
voor het wassen
(Kg)
Duur wascyclus
Voorwas
Wassen
Wasver-
zachter
Bleken
Speciaal
1
Sport kleding
30° 600
3
-
-
3,5 55’
2
Donkere kleding
30° 800
2,5
-
-
4 70’
3
Anti-Geur cyclus (Katoen) 60° 1000
3,5
-
-
3,5 110’
3
Anti-Geur cyclus (Synthetisch) 40° 1000
3
-
-
3,5 100’
4
DeliIcaat
30° 0
1
-
-
1 80’
5
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
1,5
-
-
1,5 70’
6
Snel 30’
30° 800
3
-
-
3 30’
Standaard
7
Katoen Wit 90° + P: Zeervuilewittewas. 90° 1400
5
-
7 170’
8
Katoen 60° (1-2): Zeervuilwitenkleurechtbontwasgoed.
60°
(Max.90°)
1400
5
-
-
7 170’
9
Synthetisch: Zeervuilekleurvastebontewas. 60° 800
3
-
-
3,5 110’
10
Gekleurd
40° 1400
5
-
-
7 100’
11
Eco Katoen 20°: Niet zo vuile witte en bonte was. 20° 1400
5
-
-
7 170’
12
Eco Synthetisch
20° 800
5
-
-
7 120’
Automatisch
13
Was&Droog 45’
30° 1400
1
-
-
1 45’
14
AirFresh
- -
1,5
- - - -
- 30’
Delprogramma’s
Spoelen/Bleken - 1400
5
- -
7 50’
Centrifugeren + Afpompen - 1400
5
- - - -
7 10’
NL
33
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger
isdanhetmaximumvoorzienvoordatprogramma.
! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen.
Instellen van het drogen
U kunt kiezen tussen twee soorten droogniveaus, op basis van
tijd of op basis van droogtegraad.
Als u op de toets DROGEN OP TIJD drukt kiest u de ge-
wenste droogtijd: 40’- 90’- 120’ - 150’- 180’.
De eerste keer dat u op de toets drukt verschijnt de minimum
tijd die kan worden toegepast op het ingestelde programma.
Wanneer de automaat de droogfase is begonnen kunt u, door
meerdere malen op de toets DROGEN OP TIJD te drukken, de
droogduur die u voorheen had ingesteld inkorten. De contro-
lelampjes zullen de nieuw geselecteerde droogduur aangeven
en de overgebleven droogtijd zal rekening houden met de tijd
die reeds is verstreken.
Als u op de toets DROGEN OP NIVEAU drukt kiest u de
gewenste droogtegraad:
Kast : geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan worden gelegd, zonder te worden gestreken.
Hanger : ideaal voor die kledingstukken die geen volledige droging nodig hebben.
Strijk : geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen verzachten en
het verwijderen ervan vergemakkelijken.
Alsineenuitzonderlijkgevaldeladingwasgoedvoorwassenendrogenmeerisdanhettoegestanemaximum(zie Programmatabel),
dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwij-
zingen voor het uitvoeren van Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus
wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
N.B.: als alle controlelampjes voor het drogen uit zijn, voert de machine geen droogfase uit.
Alleen drogen
Druk op de toets als u het wasgoed alleen wilt drogen.
Nadat u het gewenste programma heeft geselecteerd, dat compatibel is met het te behandelen wasgoed, kunt u op de toets
drukken.Hiermeesluitudewasfaseuitenwordtdedroogcyclusgestartmetdemaximaalvoorzienedroogtegraaddiebijhetgeko-
zen programma kan worden uitgevoerd. Het is mogelijk het niveau of de duur van het drogen te wijzigen of in te stellen door op de
droogtoetsen , te drukken. (Deze optie is niet compatibel met de programma’s 13 en 14).
Wassen opties
De verschillende functies van de Wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.:
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en
zal de functie niet worden geactiveerd.
- Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knipperen
van het betreffende controlelampje en een geluidssignaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden geactiveerd en
het lampje van de geactiveerde optie zal aangaan
Antivlek
Met deze optie kunt u het type vuil selecteren zodat u de cyclus zo goed mogelijk kunt instellen om de vlekken te verwijderen.
De type’s vuil zijn:
- Voedsel, voor bv. vlekken van voeding of drank.
- Werk, voor bv. vlekken van vet of inkt.
- Outdoor, voor bv. vlekken van modder of gras.
! De duur van de wascyclus varieert aan de hand van het soort gekozen vuil.
Door het drukken op deze toets vermindert de snelheid van de centrifuge.
Extra Spoelen
Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie
is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Persoonlijke instellingen
Soort
stof
Soort lading
Max.
lading
(kg)
Kast
Hanger Strijk
Katon
Wasgoed van
versch. grootte,
Handdoeken.
5 250 210 190
Synthe-
tisch
Lakens, overhem-
den, Pyiama’s,
sokken enz.
3 180 130 115
Wol
Truien, pullovers,
enz.
1,5 155 135 115
Tabel droogtijden (indicatieve waarden)
34
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wa-
smiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het
wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de Wasdroogmachine
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas
en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin strooit
moet u controleren of het aan-
vullende bakje 4 er niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor
hoofdwas (poeder of vloei-
baar)
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan
het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte
dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het
schotje terug in de opening B.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
Dewasverzachtermagnooithetniveau“max”overschri-
jden dat staat aangegeven op de centrale pin.
Extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
Plaats het bijgeleverde bakje 4 in het vak 1. Schenk het
bleekmiddelenzorgervoornooithet“max”niveau,dat
staat aangegeven op de centrale spil, te overschrijden.
Om te bleken giet u het bleekwater in het aanvullende
bakje 4 en stelt u het programma in .
! Het traditionele bleekmiddel kan voor stevig wit wasgoed
gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt
is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol.
Voorbereiden van het wasgoed
• Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
•Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Sport kleding (programma 1) is ontwikkeld voor het wa-
ssen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sport-
broeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij
uaannooitdemaximaalaangegevenhoeveelheidteover-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We
raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een
hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading.
Donkere kleding: gebruik de programma 2 voor het
wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor
het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een
beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een
vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Als u de functie drogen selecteert dan zal, aan het einde van
de wascyclus, automatisch een fijne droogcyclus worden
uitgevoerd die de kleuren van de kleding beschermt. Het
display toont het niveau . Max.Lading:2,5 kg.
Anti-Geur cyclus: gebruik het programma
3
voor het
wassen van wasgoed waar nare luchtjes aan zitten (bv.
rook, zweet, frituur). Het programma is speciaal ontwikkeld
voor het verwijderen van nare luchtjes en het behouden
van de vezels van de kleding. We raden u aan synthetisch
wasgoed of gemengd wasgoed op 40° te wassen en
kleurbestendig katoen op 60°.
Delicaat: gebruik het programma
4
voor het wassen van
zeer fijne was. We raden u aan de kleding binnenstebuiten
te keren voor u hem wast. Voor een beter resultaat raden
we u voor de fijne was aan een vloeibaar wasmiddel te
gebruiken.
Als u de droogfunctie uitsluitend op een tijdsbasis selecte-
ert, zal aan het einde van de wascyclus een bijzonder fijne
droogcyclus van start gaan, gekenmerkt door lichte bewe-
gingen en door een qua temperatuur bijzonder gecontrole-
erde luchtstroom.
De aanbevolen tijden zijn:
1 kg synthetische was --> 150 min.
1 kg synthetische en katoenen was --> 180 min.
1 kg katoenen was --> 180 min.
De droogtegraad zal afhangen van de lading wasgoed en
de samenstelling van het materiaal.
Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is
door The Woolmark Company getest en goedgekeurd
voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die
als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de
aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het
kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabri-
kant van de wasmachine. (M1126)
Snel 30’ (programma 6) deze cyclus 30’ is ontwikkeld
om een licht vuile was te wassen op 30° (wol en zijde
uitgezonderd),meteenmaximaleladingvan3kg,ineen
zeer korte tijd: de cyclus duurt slechts 30 minuten en
bespaart dus elektriciteit en tijd.
Gekleurd: gebruik de programma 10 voor het wassen van
licht gekleurde was. Het programma is ontwikkeld voor het
langdurige behoud van de mooie kleuren van uw wasgoed.
Eco Katoen 20° (programma 11) Katoenideaalvooreen
lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud
water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus
op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer
dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Eco Synthetisch (programma 12) ideaal voor gemengd
wasgoed (katoen en synthetisch) dat middelmatig vuil is.
De optimale prestaties, zelf met koud water, worden gega-
randeerd door een mechanische werking die de snelheid
varieert met middelmatige en van te voren vastgestelde
intervallen.
Was&Droog 45’ (programma
13
) gebruik het programma
voor het snel wassen en drogen van kledingstukken
(KatoenenSynthetisch)dienietzovuilzijn.Alsudeze
cyclus selecteert kunt u tot aan 1 kg wasgoed wassen
en drogen, in slechts 45 minuten. Gebruik voor de beste
resultaten een vloeibaar wasmiddel. Behandel manchetten,
kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product..
AirFresh (programma
14
) ideale cyclus om in 30’ nare
luchtjesvankatoenenensynthetischwasgoed(max
1,5 kg) te verwijderen en om kleren op te frissen, in het
bijzonder als deze zijn doordrongen van rooklucht, zonder
de wasfase te gebruiken.
NL
35
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de Wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De Wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De Wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (het controlelampje
van de eerste wasfase knippert
snel).
De Wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De Wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De Wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de Opties en
het controlelampje START/PAUSE gaan
knipperen, en een van de controlelamp-
jes van de lopende fase en van deur
geblokkeerd blijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Push&Wash+Dry wordt niet geacti-
veerd.
De Wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
•Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
•Hethelehuiszitzonderstroom.
•Dedeurzitnietgoeddicht.
•DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
•Debuisisgebogen.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Hethelehuiszitzonderwater.
•Erisonvoldoendedruk.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd
(zie “Installatie”).
•Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
•Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraa-
ien, de Wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem
voordoen, waarbij de Wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze
storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
•Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:bijenkeleprogramma’smoetditmetde
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
•Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
•Deafvoerleidingisverstopt.
Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie Installatie).
•DeWasdroogmachinestaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
•DeWasdroogmachinestaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
•Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
•Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
•Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
•DoedeWasdroogmachineuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
•Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voorWasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
•Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
NadatdeWasdroogmachinewordtingeschakeldheeftueenandereopdrachtin-
gevoerd i.p.v. Push&Wash+Dry. Schakel de Wasdroogmachine uit en druk op de knop
Push&Wash+Dry.
Destekkerisnietinhetstopcontactofnietvergenoegingestokenomcontacttemaken.
•Erisgeenstroom.
•Dedeurisnietgoeddicht.
•Allecontrolelampjesvoorhetdrogenzijnuit.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
•Controleereerstofuhetprobleemzelfkuntoplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
•Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
•AlsditniethetgevalismoetucontactopnemenmetdeerkendeTechnischeServicedienstviahettelefoonnummerdatop
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
•hettypestoring;
•hetmodelvandemachine(Mod.);
•hetserienummer(S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de Wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
1/60