Whirlpool ARMXXF 1690 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
25
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasdroogmachine
en starten van een programma, 28-29
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 30
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 31
Instellen van de temperatuur
Instellen van het drogen
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
ARMXXF 1690
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te
lezen.
26
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere
raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhui-
st, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat de
nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen
kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is
moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de 4 schroeven
die het apparaat bescher-
men tijdens het vervoer en de
rubberen ring met bijbeho-
rende afstandsleider die zich
aan de achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of
dergelijke.
2. Als de vloer niet volle-
dig horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het wer-
kvlak, mag de niet over-
schrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de
automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking
of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan op
de koudwaterkraan met een
mondstuk met schroefdraad
van 3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasdroogma-
chine aansluit moet u het
water laten lopen totdat het
helder is.
2. Verbind de watertoe-
voerbuis aan de wasdroog-
machine door hem op de
betreffende watertoevoer
te schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden
van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde
hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
27
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen de
65 en 100 cm van de grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de bijge-
leverde steun aan de kraan
(zie afbeelding). Het uitein-
de van de afvoerslang mag
niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet de
stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en
droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade
door bevriezing of condensatie te voorkomen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in gebruik ne-
emt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar
zonder wasgoed, op het programma 1.
Technische gegevens
Model
ARMXXF 1690
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 7 kg voor het wassen
van 1 tot 4 kg voor het drogen
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid cen-
trifuge
tot 1600 toeren per minuut
Controle-pro-
gramma’s vol-
gens de norm
EN 50229
drogen: programma 6; temperatuur
60°C; uitgevoerd met 7 kg lading.
drogen: het drogen van de kleinste
lading moet worden uitgevoerd door
het selecteren van het droogniveau “
”. De lading moet bestaan uit 2 la-
kens, 1 kussensloop en 1 handdoek;
het drogen van het overgebleven wa-
sgoed moet worden uitgevoerd door
het droogniveau “
” te selecteren.
Deze apparatuur voldoet aan de vol-
gende EC voorschriften:
- 2004/108/EC (Elektromagnetische
compatiabiliteit)
- 2012/19/EU
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets met controlelampje ON/OFF: voor het in- en uitscha-
kelen van de wasdroogmachine. Het controlelampje geeft
aan dat de wasdroogmachine aanstaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
DROOGTOETS: voor het instellen van de gewenste dro-
ging (zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUURTOETS: voor het instellen van de tem-
peratuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
DISPLAY: om de resterende tijd van de geselecteerde wa-
scyclus te zien. Indien een uitgestelde start is geselecteerd,
de resterende tijd tot aan de start van het wasprogramma.
Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING:
voor het in- of uitschakelen van de blokkering van het
bedieningspaneel.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende contro-
lelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de
lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controle-
lampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje
openen (wacht circa 3 minuten).
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachi-
ne weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
Beschrijving van de wasdroogmachine
en starten van een programma
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Wasmiddelbakje
PROGRAMMAKNOP
DISPLAY
Toets met
controlelampje
ON/OFF
TEMPERATUURTOETS
DROOGTOETS
Toets met controlelampje
TOETSBLOKKERING
29
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u aan de PROGRAMMAKNOP draait gaan de controle-
lampjes aan van de fases die de wasdroogmachine uitvoert.
Deze hangen af van het gekozen programma.
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart
gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op
welk punt de cyclus is:
N.B.:
gedurende de fase van de “Waterafvoer” gaat het controle-
lampje aan dat bij de fase “Centrifuge” hoort.
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende contro-
lelampje aan.
Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma zal het betreffende controlelampje gaan knip-
peren, zal een geluidssignaal klinken en zal de functie niet
worden geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere,
eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze
actief.
Controlelampje temperatuur
Als u een temperatuur selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan.
Controlelampje drogen
Als u een drogensnelheid selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan.
Controlelampje toetsblokkering
Om de blokkering van het bedieningspaneel te “activeren
dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te
houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat het
bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier kunt u
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programma’s
worden aangebracht, bijvoorbeeld bij aanwezigheid van
kinderen.
Om de blokkering van het bedieningspaneel te deactiveren
dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden.
Controlelampje deur geblokkeerd
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geopend
wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het
controlelampje uitgaat voordat u de deur opent (wacht circa
3 minuten).
N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de deur
niet openen. Om hem toch te openen zet u het apparaat op
pauze door op de START/PAUSE toets te drukken.
! Als het controlelampje START/PAUSE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing (zie
“Storingen en oplossingen”).
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasdroogmachine op pauze door op de START/PAUSE toets te
drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit
om aan te geven dat de deur kan worden geopend (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een
kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Drogen
Einde hoofdwas
N.B.: Zodra u een droognive-
au en -tijd heeft ingesteld zal
dit controlelampje oplichten
om aan te geven dat de
geselecteerde wascyclus
gevolgd zal worden door een
droogfase.
30
NL
Speciale programma’s
Hygiëne cyclus (programma 6). Een ontsmettend programma op hoge temperaturen dat het gebruik van bleekmiddel voorziet,
op temperaturen van meer dan 60°C. Giet om te bleken het bleekmiddel, het wasmiddel en de wasversterkers in de betreffende
bakjes (zie paragraaf “Wasmiddelbakje”).
Goodnight cyclus (programma 7). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager is.
Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat met
het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUSE toets drukken.
Indien u dit niet doet, zal de wasdroogmachine zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren.
Baby cyclus (programma 8). Programma voor het wassen van typisch kindervuil, met een totale verwijdering van het wasmiddel
om allergie te voorkomen op de tere kinderhuid. Deze cyclus is speciaal ontwikkeld om de hoeveelheid bacteriën terug te dringen
door een vergroot waterverbruik en een optimale toepassing van hygiënische wasversterkers. Aan het einde van de wascyclus zal
de trommel langzaam ronddraaien om kreukvorming te voorkomen. Om de cyclus te beëindigen druk u op de START/PAUSE toets.
Mix 30’ (programma 4) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 30 minuten en bespaart
dus elektriciteit en tijd. Met het programma (4 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en
wol) met een lading van max. 3 kg.
Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart
dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en
wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Programma’s
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maxi-
male
Temp
(°C)
Maxi-
maal
toerental
(toeren
per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Bleek-
middel
Was-
sen
Wa-
sver-
zachter
Programma’s voor iedere dag
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
1
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1600
7
2
Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1600
7
3
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800
-
3
4
Mix 30': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt
voor wol, zijde en handwas).
30° 800
-
3
5
Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt
voor wol, zijde en handwas).
30° 800
-
1,5
Speciale Programma’s
6
Hygiëne cyclus: Zeer vuile witte was. 90° 1600
7
6
Hygiëne cyclus (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1600
-
7
6
Hygiëne cyclus (2): Niet zo vuile witte en kleurecht bont wasgoed. 40° 1600
-
7
7
Goodnight cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 - -
4
8
Baby cyclus: Zeer vuile fijne bonte was. 40° 800
-
3
9
Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -
1
10
Wol: Voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
-
1,5
Gedeeltelijke Programma’s
A Spoelen
- 1600
- -
7
B Centrifuge
- 1600
- - - 7
C Waterafvoer
- 0 - - - - 7
Programma’s Drogen
11
Katoen droog - -
- - - 4
12
Synthetisch droog - -
- - - 3
13
Wol droog - -
- - - 1,5
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren
aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de
geselecteerde aanvullende opties.
31
NL
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van het drogen
Door aan de DROOGTOETS te draaien stelt u het gewenste
soort drogen in. Er zijn twee mogelijkheden:
A - Op tijdsbasis: van 40 tot 180 minuten.
B - Op basis van de vochtigheidsgraad van het gedroogde
wasgoed:
Strijkdroog : enigszins vochtig wasgoed, makkelijk te strijken.
Kastdroog : zeer droog wasgoed, aangeraden voor handdo-
eken en badjassen.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en
drogen meer is dan het toegestane maximum (zie Tabel droog-
tijden), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan
verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg
nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Doe
hetzelfde met de rest van de lading.
N.B.: Aan het einde van de droogcuclus wordt een afkoeltijd ingevoerd, zelfs als de DROOGKNOP op stand “0” wordt gezet.
Alleen drogen
Draai de PROGRAMMAKNOP naar een van de droogstanden (11-12-13), aan de hand van het soort stof, en kies vervolgens
de gewenste droogcyclus met de DROOGKNOP.
Functies
De verschillende functies van de wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Uitgestelde Start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u een paar keer op de betreffende knop totdat
de gewenste vertraging verschijnt (van 1 tot 24 h). Om de functie te deactiveren drukt u op de knop totdat de tekst
verschijnt.
N.B.: Als de START/PAUSE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Super Wash
Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan,
garandeert deze functie een zeer effectief wasresultaat.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, B, C.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 4, 5, 11, 12, 13, B, C.
1600-800
Door het drukken op deze toets vermindert de snelheid van de centrifuge
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 9, C, 11, 12, 13.
Persoonlijke instellingen
Tabel droogtijden (indicatieve waarden)
Soort
stof
Soort lading
Max.
lading
(kg)
Kast-
droog
Strijk-
droog
Kato-
en
Wasgoed van
versch. grootte,
Handdoeken
4 120 100
Syn-
the-
tisch
Lakens,
overhemden,
Pyjama’s, sok-
ken enz.
3 140 100
Wol Truien enz. 1,5 150 120
32
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdro-
ogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
bakje 1: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 2: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 3: Bleekmiddel
Bleekcyclus
U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 1, 2, 6.
Giet het bleekmiddel in het extra bakje 3, het wasmiddel
en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel
vervolgens een van bovenstaande programma’s in.
Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
M
AX
1
3
2
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in
een kussensloop of net. Gebruik het programma 9.
Wol: het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston
wasmachine is door The Woolmark Company getest en
goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als
handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwij-
zingen worden opgevolgd die op het etiket van het kle-
dingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant
van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wa-
smachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik
van water en energie van The Woolmark Company de
certificering Woolmark Apparel Care – Platinum verkregen
heeft. (M1126)
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal
de wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans
is zal de wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats
van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de
waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u
aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
Kreukvrij
Deze functie onderbreekt het wasprogramma en houdt het
wasgoed in de week voordat het water wordt afgevoerd.
Deze functie is alleen actief bij het programma 9 (Zijde/
Gordijnen) en zorgt ervoor dat er geen kreuken worden
gevormd.
Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/
PAUSE.
33
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kin-
deren inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of
mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis,
tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de
instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden
om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton,
alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpenti-
ne, was en stoffen om was te verwijderen moet met een
grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen
worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen,
waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en
kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber
bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten
overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt
worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artike-
len niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogpro-
gramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit
de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel
te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe
dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met een
kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met
de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
34
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u
slijtage van de waterinstallatie van de wasdroogmachine
en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasdroog-
machine gaat schoonmaken en gedurende onderhoud-
swerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachine
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door het
op te lichten en naar voren
te trekken (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te
vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan
echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen)
in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpa-
neel aan de voorkant van
de wasdroogmachine met
behulp van een schroeven-
draaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
1
2
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u con-
troleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (het controlelampje
van de eerste wasfase knippert
snel).
De wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
Het controlelampje START/PAUSE
(oranje) en de controlelampjes van
de functies knipperen snel.
Er ontstaat teveel schuim.
De wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen.
Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich
een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend
water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale
beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart.
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In-
stallatie”).
De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact
te maken.
Er is geen stroom.
De deur is niet goed dicht.
Uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
de DROOGTOETS staat op stand 0.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASDROOGMACHINE ! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen. NL Nederlands Inhoud Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasdroogmachine en starten van een programma, 28-29 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten ARMXXF 1690 Programma’s, 30 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 31 Instellen van de temperatuur Instellen van het drogen Functies Wasmiddelen en wasgoed, 32 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 33 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 34 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasdroogmachine Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 NL Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasdroogmachine uitpakken. 2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasdroogmachine aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasdroogmachine door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. Waterpas zetten ! Gebruik nooit tweedehands buizen. 1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. 26 Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 1. Technische gegevens Model ARMXXF 1690 Afmetingen te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5 Vermogen van 1 tot 7 kg voor het wassen van 1 tot 4 kg voor het drogen Elektrische aansluiting Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters Snelheid centrifuge tot 1600 toeren per minuut Controle-programma’s volgens de norm EN 50229 drogen: programma 6; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 7 kg lading. drogen: het drogen van de kleinste lading moet worden uitgevoerd door het selecteren van het droogniveau “ ”. De lading moet bestaan uit 2 lakens, 1 kussensloop en 1 handdoek; het drogen van het overgebleven wasgoed moet worden uitgevoerd door het droogniveau “ ” te selecteren. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EC voorschriften: - 2004/108/EC (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2012/19/EU - 2006/95/CE (Laagspanning) 27 Beschrijving van de wasdroogmachine en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS DISPLAY Toets met controlelampje Controlelampje DEUR TEMPERATUURTOETS GEBLOKKEERD ON/OFF Wasmiddelbakje DROOGTOETS Toetsen met controlelampjes FUNCTIE PROGRAMMAKNOP Toets met controlelampje START/PAUSE Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Toets met controlelampje ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wasdroogmachine. Het controlelampje geeft aan dat de wasdroogmachine aanstaat. Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. DROOGTOETS: voor het instellen van de gewenste droging (zie “Persoonlijke Instellingen”). TEMPERATUURTOETS: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). DISPLAY: om de resterende tijd van de geselecteerde wascyclus te zien. Indien een uitgestelde start is geselecteerd, de resterende tijd tot aan de start van het wasprogramma. Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING: voor het in- of uitschakelen van de blokkering van het bedieningspaneel. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. 28 Stand- by modus Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 8 W Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Controlelampjes lopende fase Als u aan de PROGRAMMAKNOP draait gaan de controlelampjes aan van de fases die de wasdroogmachine uitvoert. Deze hangen af van het gekozen programma. Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Controlelampje temperatuur Als u een temperatuur selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Controlelampje drogen Als u een drogensnelheid selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Hoofdwas Spoelen Centrifuge Drogen Einde hoofdwas N.B.: Zodra u een droogniveau en -tijd heeft ingesteld zal dit controlelampje oplichten om aan te geven dat de geselecteerde wascyclus gevolgd zal worden door een droogfase. N.B.: gedurende de fase van de “Waterafvoer” gaat het controlelampje aan dat bij de fase “Centrifuge” hoort. Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma zal het betreffende controlelampje gaan knipperen, zal een geluidssignaal klinken en zal de functie niet worden geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere, eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief. Controlelampje toetsblokkering Om de blokkering van het bedieningspaneel te “activeren” dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat het bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier kunt u voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programma’s worden aangebracht, bijvoorbeeld bij aanwezigheid van kinderen. Om de blokkering van het bedieningspaneel te “deactiveren” dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Controlelampje deur geblokkeerd Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geopend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent (wacht circa 3 minuten). N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het apparaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken. ! Als het controlelampje START/PAUSE (oranje) snel knippert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing (zie “Storingen en oplossingen”). Een programma starten 1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasdroogmachine op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit om aan te geven dat de deur kan worden geopend (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets. 29 NL Programma’s Programmatabel Programma’s NL Beschrijving van het Programma MaxiWasmiddel Maxi- maal Maximale toerental Drogen male WaTemp (toeren lading Bleek- Was- sver(°C) per middel sen zachter (kg) minuut) Duur cyclus Programma’s voor iedere dag 60° 1600     7 40° 1600     7 3 Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800  -   3 4 Mix 30': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). 30° 800  -   3 5 Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Speciale Programma’s 30° 800  -   1,5 6 Hygiëne cyclus: Zeer vuile witte was. 90° 1600     7 6 Hygiëne cyclus (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1600  -   7 6 Hygiëne cyclus (2): Niet zo vuile witte en kleurecht bont wasgoed. 40° 1600  -   7 7 Goodnight cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 - -   4 8 Baby cyclus: Zeer vuile fijne bonte was. 40° 800  -   3 9 Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -   1 10 Wol: Voor wol, kasjmier, etc. 40° 800  -   1,5 - 1600  - -  7 B Centrifuge - 1600  - - - 7 C Waterafvoer - 0 - - - - 7 11 Katoen droog - -  - - - 4 12 Synthetisch droog - -  - - - 3 13 Wol droog - -  - - - 1,5 Gedeeltelijke Programma’s A Spoelen Programma’s Drogen U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 1 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 2 Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. Speciale programma’s Hygiëne cyclus (programma 6). Een ontsmettend programma op hoge temperaturen dat het gebruik van bleekmiddel voorziet, op temperaturen van meer dan 60°C. Giet om te bleken het bleekmiddel, het wasmiddel en de wasversterkers in de betreffende bakjes (zie paragraaf “Wasmiddelbakje”). Goodnight cyclus (programma 7). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUSE toets drukken. Indien u dit niet doet, zal de wasdroogmachine zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren. Baby cyclus (programma 8). Programma voor het wassen van typisch kindervuil, met een totale verwijdering van het wasmiddel om allergie te voorkomen op de tere kinderhuid. Deze cyclus is speciaal ontwikkeld om de hoeveelheid bacteriën terug te dringen door een vergroot waterverbruik en een optimale toepassing van hygiënische wasversterkers. Aan het einde van de wascyclus zal de trommel langzaam ronddraaien om kreukvorming te voorkomen. Om de cyclus te beëindigen druk u op de START/PAUSE toets. Mix 30’ (programma 4) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (4 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg. Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. 30 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur NL De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van het drogen Tabel droogtijden (indicatieve waarden) Door aan de DROOGTOETS te draaien stelt u het gewenste soort drogen in. Er zijn twee mogelijkheden: Max. KastStrijkSoort Soort lading A - Op tijdsbasis: van 40 tot 180 minuten. lading droog droog stof B - Op basis van de vochtigheidsgraad van het gedroogde (kg) wasgoed: van Kato- Wasgoed Strijkdroog : enigszins vochtig wasgoed, makkelijk te strijken. versch. grootte, 4 120 100 en Handdoeken Kastdroog : zeer droog wasgoed, aangeraden voor handdoeken en badjassen. Lakens, Synoverhemden, Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en the3 140 100 Pyjama’s, sokdrogen meer is dan het toegestane maximum (zie Tabel droogtisch ken enz. tijden), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan Wol Truien enz. 1,5 150 120 verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Doe hetzelfde met de rest van de lading. N.B.: Aan het einde van de droogcuclus wordt een afkoeltijd ingevoerd, zelfs als de DROOGKNOP op stand “0” wordt gezet. Alleen drogen Draai de PROGRAMMAKNOP naar een van de droogstanden (11-12-13), aan de hand van het soort stof, en kies vervolgens de gewenste droogcyclus met de DROOGKNOP. Functies De verschillende functies van de wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Uitgestelde Start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u een paar keer op de betreffende knop totdat de gewenste vertraging verschijnt (van 1 tot 24 h). Om de functie te deactiveren drukt u op de knop totdat de tekst verschijnt. N.B.: Als de START/PAUSE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden. ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. Super Wash Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garandeert deze functie een zeer effectief wasresultaat. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, B, C. Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 4, 5, 11, 12, 13, B, C. 1600-800 Door het drukken op deze toets vermindert de snelheid van de centrifuge ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 9, C, 11, 12, 13. 31 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Hoeveel weegt wasgoed? Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. MAX 2 Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: 3 1 bakje 1: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 2: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 3: Bleekmiddel 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Bijzondere kledingstukken Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Gebruik het programma 9. Wol: het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wasmachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik van water en energie van The Woolmark Company de certificering Woolmark Apparel Care – Platinum verkregen heeft. (M1126) Bleekcyclus Balanceersysteem van de lading U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 1, 2, 6. Giet het bleekmiddel in het extra bakje 3, het wasmiddel en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel vervolgens een van bovenstaande programma’s in. Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed. Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. 32 Kreukvrij Deze functie onderbreekt het wasprogramma en houdt het wasgoed in de week voordat het water wordt afgevoerd. Deze functie is alleen actief bij het programma 9 (Zijde/ Gordijnen) en zorgt ervoor dat er geen kreuken worden gevormd. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/ PAUSE. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. - Geen ongewassen kledingstukken drogen. - Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen. - Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen, waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden. - Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt worden. - Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden. LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel te laten drogen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasdroogmachine te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. 33 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasdroogmachine en voorkomt u lekkage. De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasdroogmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Reinigen van de wasdroogmachine Toegang tot het voorvakje: De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. 1 2 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasdroogmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. 34 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasdroogmachine gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • De deur zit niet goed dicht. • De ON/OFF toets is niet ingedrukt. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De waterkraan is niet open. • De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). De wasdroogmachine heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. • De buis is gebogen. • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasdroogmachine blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasdroogmachine voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart. • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasdroogmachine lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). Het controlelampje START/PAUSE (oranje) en de controlelampjes van de functies knipperen snel. • Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. De wasdroogmachine droogt niet. • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. • Er is geen stroom. • De deur is niet goed dicht. • Uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). • de DROOGTOETS staat op stand 0. 35 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Whirlpool ARMXXF 1690 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding