SOL14_v3 VELLEMAN
5. De laadregelaar - omschrijving
• Voor
1. digitale spanningsmeter
2. aan-uitschakelaar spanningsmeter
3. vrouwelijke uitgang 12 V-sigarettenplug
4. aanduiding lage spanning
5. usb-uitgang
6. aan-uitschakelaar
• Achter
7. aansluiting naar de batterij
8. 5 A-zekering
9. aansluiting naar het zonnepaneel
Uitgangen:
1 x vrouwelijke 12 V-sigarettenplug
1 x 5,5 V usb-uitgang (tolerantie ± 0,5 V)
3 V, 6 V, 9 V, 12 V DC-uitgang (tolerantie ± 0,5 V)
Digitale spanningsmeter:
De digitale spanningsmeter geeft de spanning van de batterij weer. Schakel de spanningsmeter in en uit via de aan-
uitschakelaar. Let op: laat de spanningsmeter niet ingeschakeld om energie te besparen – gebruik de meter enkel indien nodig.
Veiligheid:
De laadregelaar is uitgerust met volgende veiligheidssystemen:
Bescherming tegen ontlading: De controller schakelt automatisch de uitgang uit indien het batterijniveau onder 10,5 V
daalt om onderspanning te vermijden. De led knippert. Ontkoppel het toestel en herlaad de batterij volledig.
Bescherming tegen overlading: De controller schakelt automatisch de uitgang uit indien het batterijniveau boven 14,5 V
stijgt om overspanning te vermijden. Ontkoppel het zonnepaneel van de laadregelaar.
Bescherming tegen overbelasting: De zekering smelt door indien het uitgangsvermogen te hoog is. Vervang de zekering
door een identiek exemplaar.
6. Gebruik
• Het zonnepaneel plaatsen
o Assembleer het zonnepaneel volgens de figuur onder ‘4. Assemblage’. Span alle schroeven goed aan.
o Plaats het paneel tegenover de zon en richt zodat het panel maximaal zonlicht krijgt.
o Koppel een eind van de 4-pin aansluitingkabel (P6) aan het zonnepaneel en koppel het andere eind aan de terminals
gemarkeerd ‘SOLAR PANEL’ achteraan de regelaar. Gebruik een verlengkabel (P5) indien nodig. Respecteer de
polariteit en schakel de regelaar uit alvorens aan te sluiten.
• De laadregelaar plaatsen (zie laatste pagina’s)
o Koppel de adapterkabel (P7) aan de terminals gemarkeerd BATTERY’ achteraan de regelaar.
o Laden van een 12 V-batterij: Koppel eerst de accuadapterkabel (P9) aan de adapterkabel (P7). Koppel de klemmen aan
de terminals van de batterij. Respecteer de polariteit (rood = positief, zwart = negatief). Veroorzaak geen kortsluiting bij
het koppelen.
o Ander gebruik: Koppel eerst de mannelijke CLA-kabel (P8) aan de adapterkabel (P7). Steek de mannelijke plug in het
toestel of in de vrouwelijke aansluiting van het voertuig. Ontkoppel het zonnepaneel van de plug of van de batterij wanneer u
de motor van het voertuig start of tijdens het rijden. Elektrische pieken kunnen het paneel ernstig beschadigen.
o U kunt een voedingsinverter gebruiken voor het voeden van toestellen op gelijkstroom. Het totale vermogen van de
toestellen mag het vermogen van de inverter echter niet overschrijden. Koppel de inverter aan de batterij en niet
rechtstreeks aan de laadregelaar.