-- 5 7 --bt08d12h
5 INGEBRUIKNAME
Netschakelaar QO1: voor in-- en uitschakelen van de n etspanning. Waarschuwings-
lampje (HL1) gaat branden en de ventilator start bij stand “I“.
Potentiometer RPO4: voor het instellen van de lasstroom 4--250 resp. 5--400 A.
Potentiometer RPO2: voor het instellen van de slope--up--tijd 0,1--15 sec., wat in-
houdt dat de stroom langzaam opkomt van min.--stroom tot de ingestelde waarde.
Geldt niet in de LiftArc--stand
Potentiometer RPO3: voor het instellen van de slope--down--tijd 0,1--15 sec., wat
inhoudt dat de stroom langzaam wegvloeit van de ingestelde waarde tot min.--
stroom.
Potentiometer RPO1: voor het instellen van de nastroomtijd van het gas van 1--25
sec., d.w.z. de tijd waarin het gas nog stroomt als de lichtboog is gedoofd.
Schakelaar SA1: om te wisselen tussen de verschillende startmethoden voor TIG.
Stand LiftArc: Houdt in dat men de elektrode van de brander op de plaats zet, waar
de lasstart wordt gewenst, de branderknop indrukt en de brander omhoog brengt.
Daardoor ontstaat er een lichtboog.
Stand HF: Zodra de branderknop wordt ingedrukt sroomt het gas. De HF--eenheid
slaat aan en maakt een vonk tussen de elektrode en het lasmateriaal, het gas wordt
geïoniseerd en er ontstaat een lichtboog. Zodra de lichtboog is gestabiliseerd wordt
de HF--eenheid automatisch uitgeschakeld.
Schakelaar SA7: voor het inschakelen van een aangesloten koelwateraggregaat.
Het waarschuwingslampje HL2 gaat branden bij inschakeling.
Schakelaar SA2: voor 2--takt/4--takt.
2--takt houdt in dat de lichtboog gaat branden wanneer de branderknop wordt inge -
drukt en dooft als het contact wordt losgelaten.
4--takt houdt in dat het brandercontact tijdens het lassen niet ingedrukt hoeft te blij-
ven. Men drukt het contact in en laat het los om de lichtboog te starten. De boog
wordt gedoofd door het contact opnieuw in te drukken en weer los te laten.
Schakelaar SA5: voor interne of afstandsbediening.
De stand intern betekent dat de op de machine ingestelde waarde geldt.
De stand extern betekent dat de op het pulsinstrument en/of de afstandsbediening
ingestelde waarde geldt.
Afstandscontact XS1 en XS2: voor de aansluiting van de afstandsbediening en/of
het pulsinstrument.
TIG--aansluiting XS3: snelkoppeling voor TIG--brander, gas-- en bedieningsregule-
ring.
OKC --koppeling XS4: voor retourkabel en elektrodengeleider bij MMA--lassen.
Waarschuwingslampje HL3: Als de thermische beveiliging is gebroken gaat het ge-
le waarschuwingslampje branden. Als d e lasgelijkrichter is afgekoeld wordt de ther -
mische beveiliging automatisch hersteld.
NL