APRILIA MXV 450 - Handleiding

Categorie
Motorfietsen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Congratulations for choosing the new MXV.
This motorbike has come to completely change the concept of a motocross bike; it is innovative, able to ensure high performance and fun under any
condition of use. aprilia's main purpose is, in fact, to manufacture bikes featuring advanced technology, absolutely safe and capable of keeping its
value along time.
IMPORTANT RECOMMENDATIONS ON HOW TO USE THE VEHICLE
aprilia MXV motorbikes have been conceived and manufactured to be used at professional racing. Therefore, they comply with the regulations and
categories currently being used by the most important international motorcycle federations.
The MXV model is specially suitable for motocross racing mainly.
In order to prevent early wear and breaking, it is essential to respect the scheduled maintenance operations foreseen in the maintenance tables contained
in this booklet. Observing maintenance operations and their frequency and carrying them out at an aprilia dealer or authorised workshop, or by a skilled
mechanic at competition rings, will keep vehicle performance constant and prevent any serious damage.
For your safety, use original aprilia spare parts and accessories only. aprilia shall not be responsible for the use of non-original parts or any damage
deriving from them.
APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed
over to the new owner in the event of sale.
Gefeliciteerd met de aankoop van de nieuwe MXV.
Het is een motor die de manier van opvatten van cross motoren radicaal wil veranderen. Het is een innovatief voertuig, en het is in staat hoge prestaties
en plezier in alle gebruiksomstandigheden te garanderen. De primaire doelstelling van aprilia is dan ook het realiseren van motoren met een hoge
technologische inhoud, die buitengewoon veilig zijn en in staat zijn om mettertijd hun waarde te behouden.
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN HET VOERTUIG
De aprilia MXV motoren werden geproduceerd, ontworpen en ontwikkeld voor wedstrijdgebruik. Daarom moeten ze voldoen aan reglementen en de
categorieën die actueel in gebruik zijn door de belangrijkste internationale motorbonden.
Het model MXV, in het bijzonder, is geschikt om voornamelijk gebruikt te worden om te crossen.
Om een voortijdige slijtage en het eventueel stukgaan te vermijden, moeten de vooraf bepaalde handelingen die aangeduid worden in de tabel van het
onderhoud, in deze handleiding, absoluut noodzakelijk gerespecteerd worden. Door het respecteren van de intervals en de handelingen van het
Ed. 01 2009
onderhoud, uitgevoerd bij een dealer of erkende garage van aprilia of bij de wedstrijd door een gekwalificeerd mechanicus, zullen de prestaties van
het voertuig behouden blijven en zal ernstige schade vermeden worden.
Voor uw veiligheid mogen enkele originele aprilia reserveonderdelen en accessoires gebruikt worden. Aprilia kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor beschadigingen als gevolg van het gebruik van niet-originele onderdelen.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
MXV 450
Ed. 01 2009
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance
procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains
instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De
handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven,
vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan
om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
3
Personal safety
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Persoonlijke veiligheid
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehi-
cle.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig.
The sings above are very important. They are used to
highlight those parts of the booklet that should be read
with particular care. As you can see, each sign con-
sists of a different graphic symbol, making it quick and
easy to locate the various topics. Read this manual
carefully before starting the engine. Your safety as
well as other's does not only depend on the quickness
of your reflexes and agility, but also on how well you
know your vehicle and the state of maintenance/effi-
ciency of the vehicle itself. For your safety, get to know
your vehicle well so as to safely ride and master it
given any riding condition. IMPORTANT This booklet
is an integral part of the vehicle, and must be handed
to the new owner in the event of sale.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb-
ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym-
bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen-
de delen. Voordat de motor wordt gestart, moet deze
handleiding aandachtig doorgelezen worden. Uw vei-
ligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw
reactiesnelheid en vlugheid, maar eveneens van de
kennis van het voertuig en van de staat van efficiëntie
van het voertuig. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich in alle situaties
veilig en beheersd kan bewegen. BELANGRIJK Deze
handleiding moet beschouwd worden als integrerend
deel van het voertuig, en moet worden overhandigd
bij de verkoop ervan.
4
INDEX
INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 7
Carbon monoxide..................................................................... 8
Fuel.......................................................................................... 8
Hot components....................................................................... 9
Coolant..................................................................................... 9
Used engine oil and gearbox oil............................................... 11
Brake and clutch fluid............................................................... 12
Reporting of defects that affect safety...................................... 12
VEHICLE......................................................................................... 19
Arrangement of the main components......................................... 21
Dashboard................................................................................... 22
Mapping selection.................................................................... 0
Engine stop switch....................................................................... 24
Opening the saddle.................................................................. 25
Identification................................................................................. 25
USE................................................................................................. 27
Checks......................................................................................... 28
Refuelling..................................................................................... 30
Rear shock absorbers adjustment............................................... 33
Rear shock absorbers setting.................................................. 36
Front fork adjustment................................................................... 37
Running in.................................................................................... 40
Starting up the engine.................................................................. 41
Stopping the engine..................................................................... 43
Load............................................................................................. 44
MAINTENANCE.............................................................................. 45
Engine oil level............................................................................. 46
Engine oil level check............................................................... 46
Engine oil top-up...................................................................... 48
Engine oil change..................................................................... 49
Engine oil filter replacement..................................................... 50
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 7
Koolmonoxide............................................................................. 8
Brandstof.................................................................................... 8
Warme onderdelen..................................................................... 9
Koelvloeistof............................................................................... 9
Gebruikte motorolie en koppelingsolie....................................... 11
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 12
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de vei-
ligheid......................................................................................... 12
VOERTUING..................................................................................... 19
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 21
Legenda......................................................................................... 22
Selectie lokalisaties.................................................................... 0
Stopschakelaar motor.................................................................... 24
Zadel openen............................................................................. 25
Identificatie..................................................................................... 25
GEBRUIK.......................................................................................... 27
Controles........................................................................................ 28
Tanken........................................................................................... 30
Regulering achterdempers............................................................. 33
Instelling achterste schokdempers............................................. 36
Regulering voorvorken................................................................... 37
Inrijden........................................................................................... 40
Starten des motors......................................................................... 41
Stoppen van de motor.................................................................... 43
Lading............................................................................................ 44
ONDERHOUD................................................................................... 45
Peil motorolie................................................................................. 46
Controle van het peil van de motorolie....................................... 46
Het bijvullen van motorolie......................................................... 48
Vervanging van de motorolie...................................................... 49
5
By-pass valve clearing............................................................. 51
Gearbox oil level.......................................................................... 53
Spark plug dismantlement........................................................... 56
Removing the air filter.................................................................. 60
Cooling fluid level......................................................................... 61
Coolant check.......................................................................... 63
Coolant top-up.......................................................................... 64
Checking the brake oil level......................................................... 66
Braking system fluid top up...................................................... 72
Fuses........................................................................................... 76
Front and rear disc brake............................................................. 79
Periods of inactivity...................................................................... 82
Cleaning the vehicle.................................................................... 84
Transport..................................................................................... 86
Transmission chain...................................................................... 87
Chain backlash check.............................................................. 88
Chain backlash adjustment...................................................... 89
Checking wear of chain, front and rear sprockets.................... 90
Chain lubrication and cleaning................................................. 91
TECHNICAL DATA......................................................................... 93
Kit equipment............................................................................... 99
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 101
Scheduled maintenance table..................................................... 102
Vervanging van de oliefilter van de motor.................................. 50
Reiniging klep by-pass............................................................... 51
Versnellingsbak oliepeil................................................................. 53
Demonteren van de bougie............................................................ 56
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 60
Peil koelvloeistof............................................................................ 61
Controle van de koelvloeistof..................................................... 63
Bijvulling van de koelvloeistof..................................................... 64
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 66
Bijvullen van de remvloeistof...................................................... 72
Zekeringen..................................................................................... 76
Schijfrem voor en achter................................................................ 79
Stilstand van het voertuig............................................................... 82
Reinigen van het voertuig.............................................................. 84
Vervoer.......................................................................................... 86
Transmissieketting......................................................................... 87
Controle van de speling van de ketting...................................... 88
Regeling van de speling van de ketting...................................... 89
Controle van het gebruik van de ketting, het tandrad en kroon
................................................................................................... 90
Smering en reiniging van de ketting........................................... 91
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 93
Bijgeleverd gereedschap............................................................... 99
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 101
Tabel gepland onderhoud.............................................................. 102
6
MXV 450
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene
normen
7
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in
order to perform a procedure, please en-
sure that you do so in an open or very well
ventilated area. Never let the engine run
in an enclosed area. If you do work in an
enclosed area, make sure to use a
smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN
CARBON MONOXIDE, A POISONOUS
GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF
CONSCIOUSNESS AND EVEN
DEATH.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te
doen werken om een handeling uit te
voeren, controleert men of dit in een open
ruimte of in een goed geventileerd lokaal
gebeurt. Laat de motor nooit werken in
een gesloten ruimte. Wanneer men in
een gesloten ruimte werkt, gebruikt men
een evacuatiesysteem voor de uitlaat-
gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN
KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS
DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK
DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
Fuel
CAUTION
FUEL USED TO POWER INTERNAL
COMBUSTION ENGINES IS HIGHLY
FLAMMABLE AND CAN BECOME EX-
PLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDI-
TIONS. IT IS THEREFORE RECOM-
MENDED TO CARRY OUT REFUEL-
LING AND MAINTENANCE PROCE-
Brandstof
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE-
BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI-
TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO-
SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM-
STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN
EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN
8
1 General rules / 1 Algemene normen
DURES IN A VENTILATED AREA WITH
THE ENGINE SHUT OFF. DO NOT
SMOKE DURING REFUELLING AND
NEAR FUEL VAPOURS, AVOID ANY
CONTACT WITH NAKED FLAMES,
SPARKS OR OTHER SOURCES
WHICH MAY CAUSE THEM TO IGNITE
OR EXPLODE.
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE
ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE
EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET
TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA-
BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN,
EN VERMIJD ABSOLUUT CONTACT
MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN
ELKE ANDERE BRON DIE HET VLAM
VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN
KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Hot components
The engine and the exhaust system com-
ponents get very hot and remain in this
condition for a certain time interval after
the engine has been shut off. Before han-
dling these components, make sure that
you are wearing insulating gloves or wait
until the engine and the exhaust system
have cooled down.
Warme onderdelen
De motor en de onderdelen van de uit-
laatinstallatie worden zeer warm en blij-
ven lang warm, ook nadat de motor wordt
uitgezet. Vooraleer men deze onderde-
len hanteert, draagt men isolerende
handschoenen, of wacht men tot de mo-
tor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Coolant
The coolant contains ethylene glycol
which, under certain conditions, can be-
come flammable. When ethylene glycol
burns, it produces an invisible flame
which can nevertheless cause burns.
Koelvloeistof
De koelvloeistof bevat ethyleenglycol,
wat in sommige omstandigheden ont-
vlambaar is. Wanneer het brandt, produ-
ceert ethylglycol onzichtbare vlammen,
die toch brandwonden veroorzaken.
9
1 General rules / 1 Algemene normen
CAUTION
PAY ATTENTION NOT TO POUR
COOLANT ON HOT ENGINE OR EX-
HAUST SYSTEM COMPONENTS; IT
MAY CATCH FIRE PRODUCING INVIS-
IBLE FLAMES. IT IS ADVISABLE TO
WEAR LATEX GLOVES WHEN SERV-
ICING THE VEHICLE. EVEN IF IT IS
TOXIC, THE COOLANT HAS A SWEET
FLAVOUR WHICH MAKES IT VERY
ATTRACTIVE TO ANIMALS. NEVER
LEAVE THE COOLANT IN OPEN CON-
TAINERS IN AREAS ACCESSIBLE TO
ANIMALS AS THEY MAY DRINK IT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
DO NOT REMOVE THE RADIATOR
CAP WHEN THE ENGINE IS STILL
HOT. THE COOLANT IS UNDER PRES-
SURE AND MAY CAUSE BURNS.
LET OP
LET OP OM GEEN KOELVLOEISTOF
TE MORSEN OP DE HETE DELEN VAN
DE MOTOR EN DE UITLAATINSTAL-
LATIE; DEZE ZOU BRAND KUNNEN
VATTEN MET ONZICHTBARE VLAM-
MEN. BIJ ONDERHOUDSHANDELIN-
GEN RAADT MEN AAN OM LATEX
HANDSCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE KOELVLOEISTOF IS GIFTIG,
MAAR HEEFT TOCH EEN ZOETE
SMAAK, WAT HEM UITERST AAN-
TREKKELIJK MAAKT VOOR DIEREN.
LAAT DE KOELVLOEISTOF NOOIT IN
GEOPENDE VERPAKKINGEN OF IN
POSITIES DIE BEREIKBAAR ZIJN
VOOR DIEREN, DIE ER ZOUDEN VAN
KUNNEN DRINKEN.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
VERWIJDER DE RADIATORDOP NIET
WANNEER DE MOTOR NOG WARM
STAAT. DE KOELVLOEISTOF STAAT
ONDER DRUK, EN ZOU BRANDWON-
DEN KUNNEN VEROORZAKEN.
10
1 General rules / 1 Algemene normen
Used engine oil and gearbox
oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX
GLOVES WHEN SERVICING THE VE-
HICLE.
ENGINE OR TRANSMISSION OIL MAY
CAUSE SERIOUS INJURIES TO THE
SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED
PERIODS OF TIME AND ON A REGU-
LAR BASIS.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY
AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT
COLLECTED BY THE NEAREST USED
OIL RECYCLING COMPANY OR THE
SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL INTO THE
ENVIRONMENT
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
Gebruikte motorolie en
koppelingsolie
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN
RAADT MEN AAN OM LATEX HAND-
SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER-
SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE
SCHADE VEROORZAKEN AAN DE
HUID, WANNEER HIJET LANG EN DA-
GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN
ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET
HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP-
HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN-
DE RECYCLEBEDRIJF VAN GE-
BRUIKTE OLIES OF DOOR DE
LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
11
1 General rules / 1 Algemene normen
Brake and clutch fluid
THE BRAKE FLUID MAY DAMAGE
PAINTED, PVC OR RUBBER SURFA-
CES. WHEN SERVICING THE BRAK-
ING SYSTEM PROTECT THESE COM-
PONENTS WITH A CLEAN CLOTH.
ALWAYS WEAR PROTECTIVE GOG-
GLES WHEN SERVICING THE BRAK-
ING SYSTEM. THE BRAKE FLUID IS
EXTREMELY DANGEROUS TO THE
EYES. IN THE EVENT OF ACCIDEN-
TAL CONTACT WITH THE EYES,
RINSE THEM IMMEDIATELY WITH
ABUNDANT COLD, CLEAN WATER
AND SEEK MEDICAL ADVICE.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
Rem- en koppelingsvloeistof
DE REMVLOEISTOF KAN GELAKTE,
PLASTIC OF RUBBEREN OPPER-
VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN-
NEER MEN HET ONDERHOUD VAN
DE REMINSTALLATIE UITVOERT, BE-
SCHERMT MEN DEZE ONDERDELEN
MET EEN REIN DOEK. DRAAG
STEEDS EEN BESCHERMENDE BRIL
WANNEER MEN ONDERHOUD UIT-
VOERT OP DE REMINSTALLATIE. DE
REMVLOEISTOF IS UITERST SCHA-
DELIJK VOOR DE OGEN. IN GEVAL
VAN TOEVALLIG CONTACT MET DE
OGEN, SPOELT MEN ONMIDDELLIJK
MET OVERVLOEDIG KOUD EN REIN
WATER, EN RAADPLEEGT MEN ON-
MIDDELLIJK EEN ARTS.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Reporting of defects that
affect safety
GENERAL PRECAUTIONS AND IN-
FORMATION
When repairing, disassembling and reas-
sembling the vehicle, strictly follow the
recommendations reported below.
Communicatie van de
defecten die invloed hebben
op de veiligheid
ALGEMENE VOORZORGSMAATRE-
GELEN EN INFORMATIE
Wanneer men de herstelling, de demon-
tage en hermontage van het voertuig uit-
12
1 General rules / 1 Algemene normen
voert, moet men zich nauwgezet aan het
volgende advies houden.
BEFORE DISASSEMBLING COMPO-
NENTS
Before disassembling compo-
nents, remove dirt, mud, dust
and foreign bodies from the ve-
hicle. Use the special tools de-
signed for this vehicle, as re-
quired.
COMPONENTS REMOVAL
Do not loosen and/or tighten
screws and nuts using pliers or
other tools other than the espe-
cially designed wrench.
Mark positions on all connection
joints (pipes, cables etc.) before
separating them, and identify
them with distinctive symbols.
Each component needs to be
clearly marked in order to be
identified during assembly.
Clean and wash the dismantled
components carefully using a
low-flammability detergent.
Keep coupled parts together
since they have "adjusted" to
each other due to normal wear
and tear.
Some components must be
used together or replaced alto-
gether.
Keep away from heat sources.
VÓÓR DE DEMONTAGE VAN DE ON-
DERDELEN
Verwijder vuil, modder, stof en
vreemde voorwerpen van het
voertuig, voordat men de de-
montage van de onderdelen uit-
voert. Gebruik, waar voorzien,
de speciale gereedschappen
die voor dit voertuig ontworpen
werden.
DEMONTAGE VAN DE ONDERDELEN
Los en/of sluit de bouten en de
moeren niet met tangen of an-
dere gereedschappen, maar ge-
bruik steeds de speciale sleutel.
Merk de posities op alle verbin-
dingskoppelingen (buizen, ka-
bels, enz.) vooraleer men ze
scheidt, en identificeer ze met
verschillende onderscheidende
tekens.
Elk stuk moet duidelijk gemerkt
worden, zodat het tijdens de fa-
se van de installatie geïdentifi-
ceerd kan worden.
Reinig en was de gedemonteer-
de onderdelen zorgvuldig met
een reinigingsmiddel met lage
ontvlambaarheidsgraad.
Houd de onderling gekoppelde
delen bij elkaar, omdat het ene
bij het andere "past" als gevolg
van de normale slijtage.
13
1 General rules / 1 Algemene normen
Sommige onderdelen moeten
samen gebruikt worden of volle-
dig vervangen worden.
Houd ze ver van warmtebron-
nen.
REASSEMBLING COMPONENTS
CAUTION
BEARINGS MUST BE ABLE TO RO-
TATE FREELY, WITHOUT JAMMING
AND/OR NOISE, OTHERWISE THEY
NEED REPLACING.
HERMONTAGE VAN DE ONDERDE-
LEN
LET OP
DE KUSSENTJES MOETEN VRIJ
DRAAIEN, ZONDER WRIJVINGEN EN/
OF LAWAAI, ANDERS MOETEN ZE
VERVANGEN WORDEN.
Only use ORIGINAL aprilia
SPARE PARTS.
Comply with lubricant and con-
sumables use guidelines.
Lubricate parts (whenever pos-
sible) before reassembling
them.
When tightening nuts and
screws, start from the ones with
the largest section or from the
internal ones, moving diagonal-
ly. Tighten nuts and screws in
successive steps before apply-
ing the tightening torque.
Always replace self-locking
nuts, washers, sealing rings, cir-
clips, O-rings (OR), split pins
and screws with new ones if
their tread is damaged.
Gebruik enkel ORIGINELE RE-
SERVEONDERDELEN van
aprilia.
Gebruik de aanbevolen smeer-
middelen en verbruiksmateria-
len.
Smeer de delen (wanneer mo-
gelijk) vooraleer men ze mon-
teert.
Bij het sluiten van de bouten en
de moeren, begint men met die-
gene met de grootste diameter
of met de interne, en men werkt
diagonaal. Voer het sluiten uit
met opeenvolgende passages,
vooraleer men het sluitingskop-
pel toepast.
Vervang steeds de zelfborgen-
de moeren, de pakkingen, de
dichtingsringen, de elastische
14
1 General rules / 1 Algemene normen
When assembling the bearings,
make sure to lubricate them
well.
Check that each component is
assembled correctly.
After a repair or routine mainte-
nance procedure, carry out pre-
ride checks and test the vehicle
on private grounds or in an area
with low traffic density.
Clean all coupling surfaces, oil
guard rims and gaskets before
refitting them. Smear a light lay-
er of lithium-based grease on
the oil guard rims. Reassemble
bearings with the brand or lot
number facing outward (visible
side).
ringen, de O-ringen (OR), de
splitpennen en de bouten door
nieuwe, wanneer ze schade aan
de schroefdraad vertonen.
Wanneer men de kussentjes
monteert, smeert men ze over-
vloedig.
Controleer of elk onderdeel cor-
rect gemonteerd is.
Na een herstellingshandeling of
periodiek onderhoud, voert men
de voorafgaande controles uit
en test men het voertuig in een
privé-zone of in een zone met
weinig verkeer.
Reinig alle koppelingsvlakken,
de randen van de oliekeerringen
en de pakkingen vóór de her-
montage. Breng een laagje vet
op basis van lithium aan op de
randen van de oliekeerringen.
Hermonteer de kussentjes met
het merk of het fabricatienum-
mer naar de buitenkant gericht
(zichtbare kant).
ELECTRIC CONNECTORS
Electric connectors must be disconnec-
ted as described below as non-compli-
ance with the procedure so described
causes irreparable damage to both the
connector and the cable harness:
Press the relevant safety hooks, if any.
ELEKTRISCHE CONNECTORS
De elektrische connectors moeten als
volgt worden losgemaakt, het niet res-
pecteren van deze procedure leidt tot on-
herstelbare schade aan de connector en
aan de bekabeling:
Indien aanwezig, drukt men op de speci-
ale veiligheidskoppelingen.
15
1 General rules / 1 Algemene normen
Grip and disconnect the two
connectors by pulling them in
opposite directions.
If there are signs of dirt, rust, hu-
midity, etc., clean the connector
internal parts carefully using a
pressurised air jet.
Make sure that the cables are
correctly linked to the connector
internal terminal ends.
Then insert the two connectors
making sure that they couple
correctly (if the relevant hooks
are provided, you will hear them
"click" into place).
CAUTION
TO DISCONNECT THE TWO CONNEC-
TORS, DO NOT PULL THE CABLES.
NOTE
THE TWO CONNECTORS CONNECT
ONLY FROM ONE SIDE: CONNECT
THEM THE RIGHT WAY ROUND.
Grijp de twee connectors vast
en verwijder ze, door ze in de
tegenovergestelde richting uit
elkaar te trekken.
In aanwezigheid van vuil, roest,
vochtigheid, enz., reinigt men
zorgvuldig de binnenkant van de
connector met gebruik van een
persluchtstraal.
Controleer of de kabels correct
vastgeklemd zijn aan de interne
terminals van de connectors.
Plaats vervolgens de twee con-
nectors, en controleer de cor-
recte koppeling (wanneer te-
genovergestelde koppelingen
aanwezig zijn, hoort men een ty-
pische "klik").
LET OP
TREK NIET AAN DE KABELS OM DE
TWEE CONNECTORS LOS TE MA-
KEN.
N.B.
DE TWEE CONNECTORS KUNNEN
MAAR OP EEN WIJZE INGEBRACHT
WORDEN, PLAATS ZE IN DE JUISTE
RICHTING OP DE KOPPELING.
TIGHTENING TORQUE
SLUITINGSKOPPELS
16
1 General rules / 1 Algemene normen
CAUTION
DO NOT FORGET THAT TIGHTENING
TORQUES FOR ALL FASTENING EL-
EMENTS ON WHEELS, BRAKES,
WHEEL PINS AND ANY OTHER SUS-
PENSION COMPONENTS PLAY A KEY
ROLE IN ENSURING THE VEHICLE'S
SAFETY AND MUST COMPLY WITH
SPECIFIED VALUES. CHECK THE
TIGHTENING TORQUES OF FASTEN-
ING PARTS ON A REGULAR BASIS
AND ALWAYS USE A TORQUE
WRENCH TO REASSEMBLE THESE
COMPONENTS. FAILURE TO OB-
SERVE THESE INSTRUCTIONS MAY
CAUSE ONE OF THESE COMPO-
NENTS TO BECOME LOOSE AND
EVEN DETACHED, THUS BLOCKING
A WHEEL, OR OTHERWISE COMPRO-
MISING YOUR PROPERLY HANDLING
THE VEHICLE. THIS CAN LEAD TO
FALLS, WITH THE RISK OF SERIOUS
PERSONAL INJURIES OR EVEN
DEATH.
LET OP
VERGEET NIET DAT DE SLUITINGS-
KOPPELS VAN ALLE BEVESTIGINGS-
ELEMENTEN OP WIELEN, REMMEN,
WIELPINNEN EN ANDERE ONDERDE-
LEN VAN DE OPHANGINGEN EEN
FUNDAMENTELE ROL SPELEN VOOR
HET GARANDEREN VAN DE VEILIG-
HEID VAN HET VOERTUIG, EN DAT ZE
AAN DE VOORGESCHREVEN WAAR-
DEN MOETEN GEHOUDEN WORDEN.
CONTROLEER REGELMATIG DE
SLUITINGSKOPPELS VAN DE BEVES-
TIGINGSELEMENTEN, EN GEBRUIK
STEEDS EEN DYNAMOMETRISCHE
SLEUTEL WANNEER MEN ZE HER-
MONTEERT. WANNEER MEN DEZE
WAARSCHUWINGEN NIET RESPEC-
TEERT, ZOU ÉÉN VAN DEZE ELEMEN-
TEN KUNNEN LOSSEN EN LOSKO-
MEN EN EEN WIEL BLOKKEREN OF
ANDERE PROBLEMEN VEROORZA-
KEN DIE DE MANOEUVREERBAAR-
HEID NEGATIEF KUNNEN BEÏNVLOE-
DEN ZODAT MEN KAN VALLEN MET
HET RISICO OP ERNSTIGE LETSELS
OF DE DOOD.
17
1 General rules / 1 Algemene normen
18
1 General rules / 1 Algemene normen
MXV 450
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuing
19
02_01
20
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_02
Arrangement of the main
components (02_02)
KEY
1. Coolant left side radiator
2. Left rider footrest
3. Fuel tank cap
4. Fuel tank
5. Gear shift lever
6. Saddle
7. Fuse holder
8. Rear fork
9. Drive chain
10. Rear left side fairing
Plaats van de
hoofdcomponenten (02_02)
Legende
1. Linker radiator koelvloeistof
2. Linker voetensteun van de be-
stuurder
3. Dop van de brandstoftank
4. Brandstoftank
5. Commandohendel voor het
schakelen
6. Zadel
7. Zekeringenhouder
8. Achtervork
21
2 Vehicle / 2 Voertuing
11. Air filter
12. Front left side fairing
13. Rear right side fairing
14. Pump with rear brake fluid res-
ervoir
15. Right rider footrest
16. Front right side fairing
17. Coolant right side radiator
18. Kick-start pedal
19. Rear brake control lever
20. Air filter housing
9. Transmissieketting
10. Linker zijplaatje achteraan
11. Luchtfilter
12. Linker zijplaatje vooraan
13. Rechter zijplaatje achteraan
14. Pomp met vloeistoftank achter-
rem
15. Rechter voetensteun van de be-
stuurder
16. Rechter zijplaatje vooraan
17. Rechter radiator koelvloeistof
18. Start met pedaal
19. Commandohendel van de ach-
terrem
20. Doos luchtfilter
Dashboard (02_03) Legenda (02_03)
22
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_03
KEY
1. Throttle grip
2. Clutch control lever
3. Mapping selection
4. Engine stop switch
5. Front brake lever
Legende
1. Gashandvat
2. Commandohendel van de kop-
peling
3. Selectie van de lokalisatie
4. SCHAKELAAR VOOR HET
STILLEGGEN VAN DE MOTOR
5. Hendel van de voorrem
23
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_04
Mapping selection procedure
(02_04)
Selects between the two ECU mappings.
If the key is pressed, the vehicle is used
with the SOFT mapping; with the key held
down, the vehicle is used with the
HARD mapping.
Procedure van de selectie van
de lokalisatie (02_04)
Dient voor de selectie tussen twee loka-
lisaties van de centrale.
Met de toets ingedrukt, wordt het voertuig
met de lokalisatie SOFT gebruikt; met de
toets niet ingedrukt, wordt het voertuig
met de lokalisatie HARD gebruikt.
02_05
Engine stop switch (02_05)
It acts as an engine cut-off or emergency
stop switch.
Press the button (1) and the engine
stops.
CAUTION
DO NOT ACTIVATE THE ENGINE
STOP SWITCH WHILE RIDING THE
VEHICLE.
Stopschakelaar motor (02_05)
Dit is een veiligheidsschakelaar of een
noodstopschakelaar.
Wanneer op de knop (1) wordt gedrukt,
wordt de motor stilgelegd.
LET OP
RAAK DE STOPSCHAKELAAR VAN
DE MOTOR NIET AAN TIJDENS HET
RIJDEN.
24
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_06
Opening the saddle (02_06,
02_07)
Turn the fastening clip.
Slide off the saddle backwards.
Zadel openen (02_06, 02_07)
Draai de bevestigingsclip.
Verwijder het zadel langs ach-
ter.
02_07
Remove the saddle.
Verwijder het zadel.
Identification (02_08, 02_09)
Write down the chassis and engine num-
ber in the specific space of this booklet.
The chassis number can be used to order
spare parts.
Identificatie (02_08, 02_09)
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven. Het framenummer
kan gebruikt worden voor de aankoop
van reserveonderdelen.
25
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_08
ENGINE NUMBER
The engine number is stamped on the
base of the left side engine crankcase.
Engine No ....................
MOTORNUMMER
Het motornummer is gedrukt op het on-
derstel van de motorcarter, op de linker
kant.
Motor nr....................
02_09
CHASSIS NUMBER
The chassis number is stamped on the
right side of the headstock.
Chassis No....................
FRAMENUMMER
Het framenummer is gedrukt op de kop
van het stuur, rechter kant.
Frame nr....................
26
2 Vehicle / 2 Voertuing
MXV 450
Chap. 03
Use
Hst. 03
Gebruik
27
Checks
CAUTION
BEFORE SETTING-OFF, ALWAYS
CARRY OUT A PRELIMINARY CHECK
OF THE VEHICLE, FOR CORRECT
AND SAFE OPERATION. FAILURE TO
DO SO MAY LEAD TO SEVERE PER-
SONAL INJURY OR VEHICLE DAM-
AGE. DO NOT HESITATE TO CON-
TACT AN OFFICIAL aprilia DEALER IF
YOU DO NOT UNDERSTAND HOW
SOME CONTROLS WORK OR IF A
MALFUNCTION IS DETECTED OR
SUSPECTED. CHECKS DO NOT TAKE
LONG AND RESULT IN SIGNIFICANT-
LY ENHANCED SAFETY.
Controles
LET OP
VOER VOOR HET WEGRIJDEN AL-
TIJD EEN CONTROLE VAN HET
VOERTUIG UIT OM EEN CORRECTE
EN VEILIGE WERKZAAMHEID TE GA-
RANDEREN. HET NIET UITVOEREN
VAN DEZE HANDELINGEN KAN ERN-
STIGE LETSELS AAN UZELF OF
SCHADE AAN HET VOERTUIG VER-
OORZAKEN. AARZEL NIET OM ZICH
TE WENDEN TOT EEN Officiële aprilia
Dealer, WANNEER MEN DE WERKING
VAN BEPAALDE COMMANDO'S NIET
BEGRIJPT OF WANNEER MEN ONRE-
GELMATIGHEDEN IN DE WERKING
MERKT OF VERMOEDT. DE NODIGE
TIJD VOOR EEN CONTROLE IS UI-
TERST BEPERKT, EN DE VEILIGHEID
KOMT OP DE EERSTE PLAATS.
PRE-RIDE CHECKS
Front and rear disc brake Check operation. Check brake
lever travel when stationary and
brake fluid level. Check for leaks.
Check brake pads for wear. If
necessary top-up with brake fluid.
VOORAFGAANDE CONTROLES
Voorste en achterste schijfrem Controleer de werking, de loze slag
van de commandohendels, het peil
van de vloeistof en eventuele
lekken. Controleer de slijtage van
de pastilles. Indien nodig vult men
remvloeistof bij.
28
3 Use / 3 Gebruik
Throttle grip Check that the throttle functions
smoothly and can be fully opened
and closed in all steering positions.
Adjust and/or lubricate if
necessary.
Engine oil Check and/or top-up as required.
Gearbox oil Check and/or top-up as required.
Wheels/ tyres Check that tyres are in good
condition. Check inflation pressure
and check for tyre wear and
damage.
Remove any foreign objects stuck
in the tread.
Brake levers Check they function smoothly.
Lubricate joints and adjust travel if
necessary.
Clutch Check the gear lever and the
empty travel for correct operation.
The clutch must work without
gripping and/or slipping.
Steering Check that the rotation is uniform,
smooth and there are no signs of
clearance or slackness.
Fastener elements Check that the fastener elements
are not loose.
Adjust or tighten if necessary.
Drive chain Check it for backlash.
Gashendel Controleer of hij zacht werkt en of
men hem volledig kan openen en
sluiten, in alle posities van het
stuur. Registreer en/of smeer
indien nodig.
Motorolie Controleer en/of vul bij indien
nodig.
Olie van de versnellingsbak Controleer en/of vul bij indien
nodig.
Wielen/banden Controleer de conditie van de
rijvlakken van de banden, de
spanning, de slijtage en eventuele
schade.
Verwijder eventueel aanwezige
vreemde voorwerpen uit het profiel
van het rijvlak.
Remhendels Controleer of ze zacht werken.
Smeer de bewegingsplaatsen en
regel de slag indien nodig.
Koppeling Controleer de werking en de lege
loop van de commandohendel. De
koppeling moet zonder rukken en/
of slippen werken.
Stuur Controleer of het draaien
homogeen en vloeiend, en zonder
speling of het lossen ervan
gebeurt.
29
3 Use / 3 Gebruik
Fuel tank Check the level and refill if
necessary.
Check the circuit for leaks or
obstructions.
Check that the tank cover closes
correctly.
Coolant The coolant level in the radiator
must be such as to cover the grids.
ENGINE STOP SWITCH Check function.
Bevestigingselementen Controleer of de
bevestigingselementen niet gelost
zijn.
Stel ze af of sluit ze eventueel.
Transmissieketting Controleer de speling.
Brandstoftank Controleer het peil, en tank indien
nodig.
Controleer eventuele lekken of
afsluitingen van het circuit.
Controleer de correcte sluiting van
de brandstofdop.
Koelvloeistof Het peil in de radiator moet zodanig
zijn dat de platen van de radiator
bedekt zijn.
Schakelaar voor het stilleggen van
de motor (ENGINE STOP)
Controleer de correcte werking.
03_01
Refuelling (03_01)
Use premium unleaded petrol as per DIN
51 607, minimum octane rating of 95
(NORM) and 85 (NOMM).
To refuel:
Unscrew and remove the fuel
tank cap (1).
Refuel.
Tanken (03_01)
Gebruik loodvrije superbenzine volgens
DIN 51 607, met een minimum octaan-
gehalte van 95 (N.O.R.M.) en 85
(N.O.M.M.).
Voor het tanken, handelt men als
volgt:
Draai de dop van de brandstof-
tank (1) los, en verwijder hem.
Voer het tanken van brandstof
uit.
30
3 Use / 3 Gebruik
CAUTION
FUEL USED TO POWER INTERNAL
COMBUSTION ENGINES IS HIGHLY
FLAMMABLE AND CAN BECOME EX-
PLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDI-
TIONS. IT IS THEREFORE RECOM-
MENDED TO CARRY OUT REFUEL-
LING AND MAINTENANCE PROCE-
DURES IN A VENTILATED AREA WITH
THE ENGINE SHUT OFF. DO NOT
SMOKE DURING REFUELLING AND
NEAR FUEL VAPOURS, AVOID ANY
CONTACT WITH NAKED FLAMES,
SPARKS OR OTHER SOURCES
WHICH MAY CAUSE THEM TO IGNITE
OR EXPLODE.
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE
ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
CAUTION
AVOID SPILLING FUEL FROM THE
FILLER OR IT MAY IGNITE IF IT
COMES INTO CONTACT WITH HOT
ENGINE PARTS. IN THE EVENT OF
ACCIDENTAL FUEL SPILLAGE, MAKE
SURE THAT THE AFFECTED AREA IS
FULLY DRY BEFORE STARTING THE
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE-
BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI-
TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO-
SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM-
STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN
EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN
UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE
EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET
TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA-
BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN,
EN VERMIJD ABSOLUUT CONTACT
MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN
ELKE ANDERE BRON DIE HET VLAM
VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN
KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
LET OP
VERMIJDT HET UITSTROMEN VAN
BRANDSTOF UIT DE KLEP, OMDAT
HIJ KAN VLAM VATTEN IN CONTACT
MET DE GLOEIEND HETE OPPER-
VLAKKEN VAN DE MOTOR. WAN-
NEER ER ONVRIJWILLIG BRAND-
31
3 Use / 3 Gebruik
ENGINE. FUEL EXPANDS WITH HEAT
AND DIRECT SUNLIGHT. THERE-
FORE, NEVER FILL THE FUEL TANK
UP TO THE RIM. CLOSE THE CAP AD-
EQUATELY AFTER REFUELLING. BE
CAREFUL FUEL DOES NOT GET INTO
CONTACT WITH THE SKIN, DO NOT
INHALE VAPOURS OR SWALLOW
FUEL. DO NOT TRANSFER FUEL
FROM ONE CONTAINER TO ANOTH-
ER USING A HOSE.
STOF WORDT GEMORST, CONTRO-
LEERT MEN OF DE ZONE COMPLEET
DROOG IS, VOORDAT MEN HET
VOERTUIG START. BRANDSTOF ZET
UIT DOOR DE WARMTE EN ONDER
ACTIE VAN ZONNESTRALEN. VUL DE
TANK DUS NOOIT TOT AAN DE RAND.
SLUIT ZORGVULDIG DE DOP NA HET
TANKEN. VERMIJDT DAT DE BRAND-
STOF IN CONTACT KOMT MET DE
HUID, VERMIJDT HET INADEMEN
VAN DE DAMPEN, HET INSLIKKEN,
EN HET OVERGIETEN VAN EEN TANK
NAAR EEN ANDERE MET BEHULP
VAN EEN BUIS.
Characteristic
Fuel tank capacity (including reserve)
7.4 l (1.63 UKgal)
Technische kenmerken
Capaciteit van de brandstoftank (in-
clusief de reserve)
7,4 l (1.63 UK gal)
32
3 Use / 3 Gebruik
03_02
03_03
Rear shock absorbers
adjustment (03_02, 03_03,
03_04)
The rear suspension consists of a spring-
shock absorber unit linked to the frame
via uniball joints and to the rear swingarm
via a linkage system. To adjust the set-
ting, the shock absorber is fitted with a set
screw that adjusts hydraulic rebound
damping (1), with a set screw (2) that ad-
justs hydraulic compression damping
(low speed), with a knob (6) that adjusts
hydraulic compression damping (high
speed) and a ring nut that adjusts spring
preloading (3) and a locking ring nut (4).
Regulering achterdempers
(03_02, 03_03, 03_04)
De achterste ophanging bestaat uit een
groep veerschokdemper, die verbonden
is door middel van een uniball aan het
frame en door middel van hefsystemen
op de achtervork. Om de instelling te re-
gelen, is de schokdemper voorzien van
een regelaar met bout voor de regeling
van de hydraulische remming in extensie
(1), van een regelaar met bout (2) voor de
regeling van de hydraulische remming in
compressie (lage snelheid), van een
draaiknop (6) voor de regeling van de hy-
draulische remming in compressie (hoge
snelheid), van een moer voor de regeling
van de voorbelasting van de veer (3) en
van een blokkeermoer (4).
REAR SHOCK ABSORBER ADJUST-
MENT
The standard setting of the rear shock
absorber is adjusted so as to satisfy all
main high and low speed riding condi-
tions, both with reduced and full vehicle
load. It is at any rate possible to insert
personal settings, depending on vehicle
utilisation.
REGELING VAN DE ACHTERSTE
SCHOKDEMPER
De standaardinstelling van de achterste
schokdemper is zodanig geregeld om te
voldoen aan de meeste rijcondities aan
lage en hoge snelheid, en met weinig en
volle lading van het voertuig. Het is alles-
zins mogelijk om een aangepaste rege-
ling uit te voeren volgens het gebruik van
het voertuig.
33
3 Use / 3 Gebruik
CAUTION
TO COUNT THE NUMBER OF RELEA-
SES AND/OR REVOLUTIONS OF AD-
JUSTMENT SETTINGS (1 - 2) ALWAYS
START FROM THE MOST RIGID SET-
TING (WHOLE CLOCKWISE ROTA-
TION OF THE SETTING). DO NOT
FORCE THE SET SCREWS (1 - 2) TO
TURN BEYOND THE END OF THE
STROKE ON BOTH SIDES SO AS NOT
DAMAGE THEM.
LET OP
VOOR HET TELLEN VAN HET AAN-
TAL KLIKKEN EN/OF DRAAIEN VAN
HET REGELREGISTER (1 - 2), VER-
TREKT MEN STEEDS VAN DE HARD-
STE INSTELLING (VOLLEDIGE ROTA-
TIE VAN HET REGISTER IN WIJZER-
ZIN). FORCEER DE ROTATIE VAN HET
REGELREGISTER NIET (1 - 2), NAAST
DE EINDELOOP IN TWEE RICHTIN-
GEN, VOOR HET VERMIJDEN VAN
MOGELIJKE BESCHADIGINGEN.
03_04
Using the specific spanner,
slightly loosen the locking ring
nut (4).
Operate on the adjusting ring
nut (3) to adjust the spring pre-
loading (B).
When the optimal adjustment
level has been obtained, screw
the locking nut ring (4) com-
pletely.
Operate on screw (2) to adjust
hydraulic compression damping
at low speeds (see chart).
Operate on knob (6) to adjust
hydraulic compression damping
at high speeds (see chart).
Gebruik de speciale sleutel, en
draai gematigd de blokkeer-
moer (4) los.
Handel op de regelmoer (3) om
de voorbelasting van de veer (B)
te regelen.
Wanneer men de optimale in-
richtingscondities heeft bereikt,
sluit men de blokkeermoer (4)
volledig.
Handel op de bout (2) voor de
regeling van de hydraulische
remming in compressie aan la-
ge snelheden (raadpleeg de ta-
bel).
Handel op de draaiknop (6) voor
de regeling van de hydraulische
remming in compressie aan ho-
ge snelheden (raadpleeg de ta-
bel).
34
3 Use / 3 Gebruik
CAUTION
SET SPRING PRELOADING AND RE-
BOUND DAMPING BASED ON THE
VEHICLE'S USAGE CONDITIONS. IF
SPRING PRELOADING IS IN-
CREASED, THE HYDRAULIC RE-
BOUND DAMPING (1) SHOULD BE
INCREASED ACCORDINGLY TO
AVOID SUDDEN JERKS WHEN RID-
ING. SHOULD YOU NEED ANY ASSIS-
TANCE, CONTACT AN Official aprilia
Dealer.
TO AVOID COMPROMISING THE
SHOCK ABSORBER'S OPERATION,
DO NOT LOOSEN SCREW «5» AND
DO NOT TAMPER WITH THE SEAL
UNDERNEATH IT, AS NITROGEN MAY
COME OUT, WITH RESULTING RISK
OF AN ACCIDENT.
CAUTION
SPORT SETTINGS MAY BE USED ON-
LY FOR OFFICIAL COMPETITIONS TO
BE CARRIED OUT ON TRACKS,
AWAY FROM NORMAL ROAD TRAF-
FIC AND WITH THE AUTHORISATION
OF THE RELEVANT AUTHORITIES.
LET OP
REGISTREER DE VOORBELASTING
VAN DE VEER EN DE HYDRAULISCHE
REMMING IN extensie VAN DE
SCHOKDEMPER, OP BASIS VAN DE
GEBRUIKSCONDITIES VAN HET
VOERTUIG. WANNEER DE VOORBE-
LASTING VAN DE VEER WORDT VER-
GROOT, MOETEN OOK DE HYDRAU-
LISCHE REMMING IN EXTENSIE (1)
VAN DE SCHOKDEMPER VERGROOT
WORDEN ZODAT PLOTSELINGE
STUITERINGEN TIJDENS HET RIJDEN
WORDEN VERMEDEN. INDIEN NODIG
WENDT MEN ZICH TOT EEN Officiële
aprilia Dealer.
OM DE WERKING VAN DE SCHOK-
DEMPER NIET TE SCHADEN, MAG DE
BOUT «5» NIET GELOST WORDEN EN
MAG MEN NIET HANDELEN OP HET
ONDERSTAANDE MEMBRAAN, AN-
DERS ZAL ER STIKSTOF UITSTRO-
MEN, EN IS ER GEVAAR OP ONGE-
VALLEN.
35
3 Use / 3 Gebruik
USING SPORT SETTINGS AND RID-
ING THE VEHICLE ON ROADS AND
MOTORWAYS WITH THESE SET-
TINGS IS STRICTLY FORBIDDEN.
LET OP
DE REGELINGEN VOOR SPORTIEF
GEBRUIK MOGEN UITSLUITEND UIT-
GEVOERD WORDEN VOOR GEORGA-
NISEERDE WEDSTRIJDEN OF SPOR-
TIEVE EVENEMENTEN, DIE ALLES-
ZINS IN EEN GESLOTEN CIRCUIT
MOETEN GEREDEN WORDEN, NIET
IN HET VERKEER, EN MET TOESTEM-
MING VAN DE RECHTSBEVOEGDE
AUTORITEITEN. HET IS TEN STRENG-
STE VERBODEN OM REGELINGEN
VOOR SPORTIEF GEBRUIK UIT TE
VOEREN, EN OM MET HET VOERTUIG
VOORZIEN VAN DEZE INRICHTING TE
RIJDEN OP WEGEN EN AUTOSTRA-
DES.
03_05
Rear shock absorbers setting
(03_05)
Instelling achterste
schokdempers (03_05)
36
3 Use / 3 Gebruik
REAR SUSPENSION STANDARD ADJUSTMENT
Shock absorber axial distance (A) 474 ± 1.5 mm (18.7 ± 0.06 in)
Length of (pre-loaded) spring (B) 249 ± 1 mm (9.8 ± 0.04 in)
Rebound adjustment, screw (1) 16 clicks from fully closed
Compression damping
adjustment, (low speeds), screw
(2)
12 clicks from fully closed
Compression damping
adjustment, (high speeds), knob
(6)
10 clicks from fully closed
STANDAARD REGELING VAN DE ACHTERSTE
OPHANGING
Asafstand van de schokdemper
(A)
474 ± 1,5 mm (18.7 ± 0.06 in)
Lengte van de veer (voorbelast)
(B)
249 ± 1 mm (9.8 ± 0.04 in)
Regeling in extensie, bout (1) 16 klikken vanaf helemaal gesloten
Regeling in compressie (lage
snelheid), bout (2)
12 klikken vanaf helemaal gesloten
Regeling in compressie (hoge
snelheid), knop (6)
10 klikken vanaf helemaal gesloten
03_06
Front fork adjustment (03_06,
03_07, 03_08)
FRONT SUSPENSION
The front suspension consists of a hy-
draulic fork connected to the headstock
by means of two plates. To adjust the ve-
hicle setting, each fork stem is equipped
with an upper screw «1» to adjust re-
bound damping and with a lower screw
«2» to adjust compression damping.
FRONT FORK ADJUSTMENT
Regulering voorvorken
(03_06, 03_07, 03_08)
VOORSTE OPHANGING
De voorste ophanging bestaat uit een hy-
draulische vork, verbonden door middel
van twee platen aan de stuurinrichtings-
kop Voor de instelling van de inrichting
van het voertuig, is elke stang van de vork
voorzien van een bovenste bout «1» voor
de regeling van de hydraulische regeling
in extensie, en een onderste bout «2»
voor de regeling van de hydraulische
remming in compressie.
REGELING VAN DE VOORVORK
37
3 Use / 3 Gebruik
CAUTION
DO NOT FORCE THE SET SCREWS (1
- 2) TO TURN BEYOND THE END OF
THE STROKE ON BOTH SIDES SO AS
NOT DAMAGE THEM. SET BOTH
STEMS WITH THE SAME SPRING
PRELOAD AND DAMPING TOLERAN-
CES: RIDING THE VEHICLE WITH A
DIFFERENT ADJUSTMENT FOR THE
TWO STEMS REDUCES ITS STABILI-
TY. IF YOU INCREASE SPRING PRE-
LOAD, YOU ALSO NEED TO IN-
CREASE REBOUND DAMPING TO
PREVENT SUDDEN JERKS WHILE
RIDING.
LET OP
FORCEER DE ROTATIE VAN HET RE-
GELREGISTER NIET (1 - 2), NAAST DE
EINDELOOP IN TWEE RICHTINGEN,
VOOR HET VERMIJDEN VAN MOGE-
LIJKE BESCHADIGINGEN. STEL BEI-
DE STANGEN IN MET DEZELFDE IJ-
KING VAN DE VOORBELASTING VAN
DE VEER EN DE HYDRAULISCHE
REMMING: WANNEER MEN MET HET
VOERTUIG RIJDT MET EEN VER-
SCHILLENDE INSTELLING VAN DE
STANGEN, VERMINDERT DIT DE STA-
BILITEIT VAN HET VOERTUIG. WAN-
NEER MEN DE VOORBELASTING
VAN DE VEER VERHOOGT, MOET
MEN OOK DE HYDRAULISCHE REM-
MING IN EXTENSIE VERHOGEN, OM
PLOTSELINGE STUITERINGEN TIJ-
DENS HET RIJDEN TE VERMIJDEN.
03_07
The standard setting of the front fork is
adjusted so as to satisfy all main high and
low speed riding conditions, both with re-
duced and full vehicle load. It is at any
rate possible to insert personal settings,
depending on vehicle usage.
Front suspension standard adjustment:
Rebound damping adjustment,
screw (1): open (**) 18 clicks
from fully closed (*);
De standaardinstelling van de voorste
schokdemper is zodanig geregeld om te
voldoen aan de meeste rijcondities aan
lage snelheid, en met weinig en met volle
lading van het voertuig. Het is alleszins
mogelijk om een aangepaste regeling uit
te voeren, volgens het gebruik van het
voertuig.
Standaard regeling van de voorste op-
hanging:
38
3 Use / 3 Gebruik
Compression damping adjust-
ment, screw (2): open (**) 18
clicks from fully closed (*);
Stems (***) protrusion from top
plate (excluding cover): 1 notch.
(*)= Clockwise
(**)= Anticlockwise
(***)= Only use an Official aprilia Dealer
for this type of adjustment
CAUTION
TO COUNT THE NUMBER OF CLICKS
AND/OR TURNS FOR SET SCREWS (1
-2) ALWAYS START FROM THE MOST
RIGID SETTING (FULLY CLOCKWISE
SCREW SETTING).
Hydraulische regeling in exten-
sie, bout (1) vanaf alles gesloten
(*), openen (**) voor 18 klikken;
Hydraulische regeling in com-
pressie, bout (2) vanaf alles ge-
sloten (*), openen (**) voor 18
klikken;
Uitsteking van de stangen (***)
vanaf de bovenste plaat (exclu-
sief de dop): 1 streep.
(*)= Wijzerszin
(**)= Tegenwijzerszin
(***)= Voor dit type van regeling wendt
men zich uitsluitend tot een Officiële apri-
lia Dealer
LET OP
VOOR HET TELLEN VAN HET AAN-
TAL KLIKKEN EN/OF DRAAIEN VAN
HET REGELREGISTER (1-2), VER-
TREKT MEN STEEDS VAN DE HARD-
STE INSTELLING (VOLLEDIGE ROTA-
TIE VAN HET REGISTER IN WIJZERS-
ZIN).
03_08
FORK BLEEDING
The front fork must be fully extended to
bleed air:
loosen screw (3) locate on the
stem cover;
wait until all air is purged;
tighten screw (3);
ONTLUCHTING VAN DE VORK
Voer de handelingen van de ontluchting
uit wanneer de voorvork helemaal uitge-
strekt is:
los de bout (3) op de dop van de
stang;
wacht tot de lucht helemaal ver-
wijderd is;
sluit de bout (3);
39
3 Use / 3 Gebruik
repeat the operation for both
stems.
herhaal de handeling voor beide
stangen.
Running in
In order to ensure enhanced reliability
and performance along time, special at-
tention should be given to the first riding
day or during the first 2 hours the vehicle
is used.
During this time, avoid setting off at too
high a speed or sudden accelerations.
These procedures have to be carried out
each time:
pistons are replaced
piston rings are replaced
cylinder liners are replaced
crankshaft, main bearings and
connecting rod bushings are re-
placed.
NOTE
EVEN AFTER THE RUNNING-IN PERI-
OD, AVOID RUNNING THE ENGINE AT
TOP SPEED, WHEN THE LIMITER
CUTS IN:
MXV 450 12500 rpm
Inrijden
Om voor lange tijd optimale prestaties en
een optimale betrouwbaarheid te verze-
keren, moet vooral opgelet worden tij-
dens de eerste dag van gebruik of tijdens
de eerste twee gebruiksuren van het
voertuig.
Tijdens deze periode moet vermeden
worden om de gashendel helemaal te
openen of om snel te versnellen.
Deze procedure moet herhaald worden
elke keer het volgende uitgevoerd wordt:
de vervanging van de zuigers
de vervanging van de elastische
klemmen
de vervanging van de cilinder-
pijpen
de vervanging van de drijfas of
de bankkussentjes en de kus-
senblokken van de drijfstang.
N.B.
OOK NA DE PROEFPERIODE MOET
MEN VERMIJDEN OM DE MOTOR TE
LATEN DRAAIEN AAN HET TOEREN-
AANTAL VAN DE INGREEP VAN DE
BEGRENZER:
40
3 Use / 3 Gebruik
MXV 450 12500 rpm (toeren/
min)
03_09
Starting up the engine (03_09)
The starter and idle speed adjustment
functions are electronically managed by
the stepper motor. Therefore, the start-up
procedure is the same for cases when the
engine is cold or warm.
The engine must be started with the throt-
tle control fully untwisted.
Take the gear to the neutral po-
sition.
Unfold the kick start pedal on the
right side of the vehicle.
Kick the start pedal; start from
the upper section of the pedal
travel and push it as far as it will
go, firmly but not violently (do
not exert excessive force when
kicking)
NOTE
IF THE ENGINE FAILS TO START AF-
TER 10 TIMES THE PEDAL IS KICKED,
DO NOT ATTEMP TO START THE EN-
GINE AGAIN OR THE ENGINE WILL
GET FLOODED. SHOULD THIS OC-
CUR, DISCONNECT THE KEY CON-
NECTOR ON THE LEFT SIDE OF THE
VEHICLE AND KICK THE PEDAL 5
TIMES WITH A QUICK AND CON-
STANT MOVEMENT. NOW, THE KEY
Starten des motors (03_09)
De functies van de starter en de regeling
van het minimum toerental worden elek-
tronisch bestuurd door de stepper motor.
Daarom is de procedure van de start de-
zelfde zowel bij koude als bij warme mo-
tor.
De procedure van de start moet uitge-
voerd worden wanneer het gascomman-
do helemaal wordt losgelaten.
Plaats de versnellingsbak in zijn
vrij.
Trek het startpedaal (kick start)
uit dat aanwezig is op de rechter
kant van het voertuig.
Activeer het pedaal vanaf de bo-
venste slag van het pedaal, en
door het helemaal naar onder te
duwen met een snelle en conti-
nue (maar niet te energetische)
beweging.
N.B.
ALS HET VOERTUING NA 10 POGIN-
GEN NIET WORDT GESTART, MAG
DIT NIET LANGER GEPROBEERD
WORDEN OM TE VERMIJDEN DAT DE
MOTOR ZOU VERZUIPEN. IN DIT GE-
VAL MOET DE SLEUTELCONNECTOR
LOSGEKOPPELD WORDEN DIE AAN-
41
3 Use / 3 Gebruik
CONNECTOR CAN BE CONNECTED
AGAIN AND THE ENGINE CAN BE
STARTED.
WEZIG IS OP DE LINKER KANT VAN
HET VOERTUIG, EN MOET DE PE-
DAALSTART 5 KEER MET EEN SNEL-
LE EN CONTINUE BEWEGING UITGE-
VOERD WORDEN. NU KAN DE
SLEUTELCONNECTOR WEER AAN-
GESLOTEN WORDEN EN KAN DE MO-
TOR GESTART WORDEN.
CAUTION
DUE TO THE ENGINE'S TIGHT MANU-
FACTURING TOLERANCES AND THE
FACT THAT OIL DUCTS ARE SIZED
FOR SPORTS APPLICATIONS, THE
ENGINE MAY NOT START AT TEM-
PERATURES LOWER THAN 0 °C (32 °
F). DO NOT ATTEMPT TO START THE
ENGINE REPEATEDLY SO AS NOT TO
DAMAGE THE START-UP COMPO-
NENTS. IT IS THEREFORE ADVISA-
BLE TO PARK THE VEHICLE IN-
DOORS, PARTICULARLY DURING
WINTER.
LET OP
ALS GEVOLG VAN DE BEPERKTE
BOUWTOLERANTIES VAN DE MO-
TOR EN DE DIMENSIONERING VOOR
SPORTIEF GEBRUIK VAN DE SLIPKA-
NALEN VAN DE OLIE, ZOU HET KUN-
NEN DAT DE MOTOR NIET START BIJ
TEMPERATUREN DIE LAGER ZIJN
DAN 0 °C (32 °F). VERMIJDT OM DOOR
TE GAAN MET POGINGEN OM TE
STARTEN ZODAT DE ONDERDELEN
VOOR DE START NIET BESCHADIGD
WORDEN. ER WORDT AANGERADEN
OM HET VOERTUIG TE STALLEN IN
GESLOTEN RUIMTES, VOORAL TIJ-
DENS DE WINTER.
42
3 Use / 3 Gebruik
03_10
Stopping the engine (03_10)
Select an appropriate parking
spot.
Pull the clutch and engage neu-
tral.
Stop the engine by holding
down button (1) for one second.
As soon as button (1) is pressed, the en-
gine increases revs before it comes to a
complete stop. This behaviour is to be
considered normal and is used so that the
stepper motor can follow the alignment
procedure for the next start-up.
Stoppen van de motor (03_10)
De parkeerzone kiezen.
Trek aan de koppeling en plaats
de motor in zijn vrij.
Leg de motor stil door voor on-
geveer een seconde op de knop
(1) te drukken.
Wanneer op de knop (1) wordt gedrukt,
verhoogt het toerental voordat de motor
volledig stilgelegd wordt. Dit is absoluut
normaal, zodat de stepper motor de pro-
cedure van de uitlijning voor de volgende
start kan uitvoeren.
RANDOM ENGINE STOP
In case of random engine stop (clutch
suddenly released, fall, etc.) the injection
system cannot follow the correct stepper
alignment. Upon the next start-up, the en-
gine will increase revs for about one sec-
ond. This behaviour is to be considered
normal and is used so that the stepper
motor can follow the alignment proce-
dure.
TOEVALLIGE STILLEGGING VAN DE
MOTOR
Als de motor toevallig stilgelegd wordt
(bijv. bij het bruusk lossen van de koppe-
ling, als u valt, enz.), kan het systeem de
correcte uitlijning van de stepper niet uit-
voeren. Bij de volgende start van de mo-
tor zal het toerental enkele seconden
verhogen. Dit is absoluut normaal, zodat
de stepper motor de procedure van de
uitlijning voor de volgende start kan uit-
voeren.
43
3 Use / 3 Gebruik
Load
NOTE
THE VEHICLE IS NOT SUITABLE FOR
TRANSPORTING LOADS OR LUG-
GAGE.
Lading
N.B.
HET VOERTUIG IS NIET GESCHIKT
OM LASTEN OF BAGAGE TE VER-
VOEREN.
44
3 Use / 3 Gebruik
MXV 450
Chap. 04
Maintenance
Hst. 04
Onderhoud
45
Engine oil level
CAUTION
DO NOT SPILL OIL!
AVOID SPILLING OIL OVER COMPO-
NENTS, THE AREA YOUR ARE WORK-
ING IN AND ITS SURROUNDS. RE-
MOVE ANY TRACE OF OIL CAREFUL-
LY.
IN THE EVENT OF LEAKS OR MAL-
FUNCTION, CONTACT AN Official
aprilia Dealer.
Peil motorolie
LET OP
MORS DE OLIE NIET!
DRAAG ZORG OM GEEN ENKEL ON-
DERDEEL, OM DE ZONE WAARIN
MEN WERKT, EN OM OMLIGGENDE
ZONES NIET TE BESMEUREN. REINIG
ZORGVULDIG ELK EVENTUEEL OLIE-
SPOOR.
BIJ OLIELEKKEN OF EEN SLECHTE
WERKING WENDT MEN ZICH TOT
EEN Officiële aprilia Dealer.
Engine oil level check (04_01)
To check:
CAUTION
THIS TYPE OF VEHICLE HAS SEPA-
RATE LUBRICATION CIRCUITS FOR
ENGINE AND TRANSMISSION/
CLUTCH. OIL LEVEL CHECK AND RE-
PLACEMENT MUST BE CARRIED OUT
FOR BOTH CIRCUITS.
CAUTION
ENGINE OIL LEVEL MUST BE
CHECKED WHEN THE ENGINE IS
WARM, A COUPLE OF MINUTES AF-
Controle van het peil van de
motorolie (04_01)
Voor de controle:
LET OP
DEZE VOERTUIGEN ZIJN UITGERUST
MET EEN GESCHEIDEN SMEERCIR-
CUIT VOOR VERSNELLINGSBAK/
KOPPELING EN MOTOR. DE CON-
TROLE VAN DE PEILEN EN DE VER-
VANGING VAN DE OLIE MOET UITGE-
VOERD WORDEN OP BEIDE CIR-
CUITS.
46
4 Maintenance / 4 Onderhoud
TER THE ENGINE HAS BEEN SHUT
OFF.
IF ENGINE OIL LEVEL IS CHECKED
WHEN THE ENGINE IS COLD, OIL
MAY DROP TEMPORARILY BELOW
THE MINIMUM LEVEL. THIS SHOULD
NOT BE CONSIDERED A PROBLEM.
LET OP
DE CONTROLE VAN DE MOTOROLIE
MOET UITGEVOERD WORDEN WAN-
NEER DE MOTOR WARM STAAT, EN-
KELE MINUTEN NA DE UITSCHAKE-
LING.
WANNEER DE CONTROLE VAN HET
PEIL VAN DE MOTOROLIE UITGE-
VOERD WORDT WANNEER DE MO-
TOR KOUD STAAT, KAN DE OLIE
TIJDELIJK ONDER HET MIN. PEIL DA-
LEN. DIT IS GEEN PROBLEEM.
NOTE
IN ORDER TO WARM-UP THE ENGINE
AND BRING THE OIL TO THE RIGHT
TEMPERATURE, RIDE THE VEHICLE
FOR A SHORT PERIOD OF TIME (10 -
15 MIN), KEEP THE ENGINE RUNNING
AT IDLE FOR AT LEAST 30 SECONDS
AFTER YOU HAVE COME TO A HALT,
THEN CUT OFF THE ENGINE.
N.B.
OM DE MOTOR OP TE WARMEN EN
DE OLIE OP TEMPERATUUR TE
BRENGEN, GEBRUIKT MEN HET
VOERTUIG VOOR EEN KORTE PERIO-
DE (10 - 15 MIN), LAAT MEN DE MO-
TOR AAN HET MINIMUM TOERENTAL
WERKEN MET HET VOERTUIG STIL
VOOR MINSTENS 30 SECONDEN, EN
LEGT MEN DAARNA DE MOTOR STIL.
47
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_01
Keep the vehicle upright with the
two wheels on the ground.
Check oil level through the ap-
propriate sight glass (1).
MAX = maximum level
MIN = minimum level
The correct oil level is near the
MAX mark.
Hou het voertuig in verticale po-
sitie met de twee wielen op de
grond.
Controleer het oliepeil langs de
daarvoor bestemde opening (1).
MAX = maximum peil
MIN = minimum peil.
Het peil is correct wanneer het
ongeveer het MAX peil bereikt.
Engine oil top-up (04_02)
Top up as required:
CAUTION
IF YOU RIDE THE VEHICLE IN A
SPORTY FASHION, SOME OIL SPLAT-
TER MAY GET TO THE AIR FILTER
HOUSING THROUGH THE ENGINE
VENT. IN THIS CASE EXCESS OIL
GETS DEPOSITED INSIDE THE
TRANSPARENT PIPE (2).
CAUTION
DO NOT GO BEYOND THE MAX OR
BELOW THE MIN LEVEL MARKS TO
AVOID SEVERE ENGINE DAMAGE.
Het bijvullen van motorolie
(04_02)
Indien nodig herstelt men het peil van de
motorolie:
LET OP
WANNEER MEN HET VOERTUIG
SPORTIEF GEBRUIKT MET EEN TE
HOOG OLIEPEIL, IS HET MOGELIJK
DAT ENKELE OLIESPATTEN DE FIL-
TERKIST BEREIKEN LANGS DE ONT-
LUCHTING VAN DE MOTOR. IN DIT
GEVAL ZET HET TEVEEL AAN OLIE
ZICH NEER IN DE TRANSPARANTE
BUIS (2).
LET OP
OVERSCHRIJDT DE MARKERING
«MAX» NIET EN LAAT HET NIET ON-
DER DE MARKERING «MIN» KOMEN,
48
4 Maintenance / 4 Onderhoud
OM GEEN ERNSTIGE SCHADE AAN
DE MOTOR TE VEROORZAKEN.
04_02
Unscrew and remove the filler
plug (1).
Top-up to the right engine oil
level.
CAUTION
DO NOT ADD ADDITIVES OR ANY
OTHER SUBSTANCES TO THE OIL.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
NOTE
USE OIL RECOMMENDED IN THE
PRODUCTS TABLE.
Draai de toevoerdop los en ver-
wijder hem (1).
Voer motorolie in zodat het juis-
te peil wordt bereikt.
LET OP
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN TOE AAN DE OLIE.
WANNEER MEN EEN TRECHTER OF
IETS ANDERS GEBRUIKT, MOET DE-
ZE PERFECT REIN ZIJN.
N.B.
GEBRUIK DE OLIE DIE WORDT AAN-
BEVOLEN IN DE TABEL VAN DE PRO-
DUCTEN
04_03
Engine oil change (04_03,
04_04)
Keep the vehicle upright with the
two wheels on the ground.
Stop the engine and let it cool off
so that the oil in the crankcase
flows down and cools as well.
Undo the screws and lower the
oil sump guard.
Unscrew and take out the oil fill-
er plug (1).
Place a container to collect the
oil underneath the engine oil
Vervanging van de motorolie
(04_03, 04_04)
Hou het voertuig in verticale po-
sitie met de twee wielen op de
grond.
Leg de motor stil en laat hem af-
koelen, om de drainage van de
olie in de carter en de afkoeling
van de olie zelf toe te staan.
Draai de bouten los, en plaats
de carterbescherming omlaag.
Draai de vuldop van de olie (1)
los, en verwijder hem.
49
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_04
drainage plug on the flywheel
side.
Unscrew and remove the oil
drainage plug (2) and then drain
all the engine oil.
Unscrew and remove the oil
drainage plug (3) and then drain
all the engine oil.
Replace the engine oil filter.
Screw and tighten both oil drain-
age plugs (2 - 3).
Characteristic
Engine oil capacity, replacing the oil
filter
1200 cm³ (73.23 cu.in)
Plaats een recipiënt onder de af-
voerdop van de motorolie aan
de kant van het vliegwiel.
Draai de afvoerdop van de olie
(2) los, verwijder hem, en laat
alle motorolie volledig uitstro-
men.
Draai de afvoerdop van de olie
(3) los, verwijder hem, en laat
alle motorolie volledig uitstro-
men.
Vervang de filter van de motor-
olie.
Draai de twee doppen (2 - 3)
voor de invoer van olie vast, en
sluit ze.
Technische kenmerken
Inhoud motorolie, met vervanging van
de filter
1200 cc (73.23 cu in)
04_05
Engine oil filter replacement
(04_05, 04_06)
Drain off the engine oil com-
pletely.
Unscrew the engine oil filter cov-
er (2).
Remove the engine oil filter cov-
er (2) and collect the O-ring.
Remove the engine oil filter.
Fit a new engine oil filter and be
specially careful with the posi-
tion of the filter spring.
Vervanging van de oliefilter
van de motor (04_05, 04_06)
Verwijder de motorolie compleet
uit de motor.
Draai het deksel van de motoro-
liefilter (2) los.
Verwijder de bedekking van de
filter van de motorolie (2), en re-
cupereer de O-ring.
Verwijder de filter van de motor-
olie.
Installeer een nieuwe filter van
de motorolie, en let op voor de
50
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_06
Screw the engine oil filter cover
(2) with O-rings.
Add engine oil through the fill
opening (1).
Screw and tighten the oil filling /
drainage plugs.
Start the engine and let it run for
several minutes.
Stop the engine.
Unscrew and take out the oil fill-
er plug (1).
Check engine oil level and top
up, if required.
Refit the oil sump guard.
plaatsing van de veer van de fil-
ter.
Draai het deksel van de motoro-
liefilter (2) met OR vast.
Vul bij langs de vulopening voor
de motorolie (1).
Draai de invoer/afvoerdoppen
voor de olie vast, en sluit ze.
Start de motor, en laat hem voor
enkele minuten opwarmen.
Leg de motor stil.
Draai de vuldop van de olie (1)
los, en verwijder hem.
Voer de controle van het peil
van de motorolie uit, en vul
eventueel bij.
Plaats de carterbescherming
weer.
04_07
By-pass valve clearing (04_07,
04_08, 04_09, 04_10)
Drain off the engine oil com-
pletely.
Working from the right side, un-
screw and remove the oil pres-
sure regulating valve (2).
Remove the spring (3).
Remove valve (4) from its seat
using a M10x1.25 screw, if re-
quired.
Clean valve (4) with a jet of com-
pressed air.
Let oil flow out of the seat, refit
valve (4) and check smooth-
ness.
Fit the spring (3).
Reiniging klep by-pass (04_07,
04_08, 04_09, 04_10)
Verwijder compleet de motorolie
uit de motor.
Door te handelen vanaf de rech-
ter kant: draai de dop van de
overdrukklep van de olie (2) los,
en verwijder hem.
Verwijder de veer (3).
Verwijder de klep (4) uit de zit
met, indien noodzakelijk, behulp
van een bout M10x1,25.
Reinig de klep (4) met een straal
perslucht.
Laat de olie uit de zit stromen,
monteer de klep (4) weer, en
probeer of ze goed schuift.
51
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_08
04_09
04_10
Tighten the oil pressure regulat-
ing valve cap (2).
Add engine oil through the fill
opening (1).
Screw and tighten the oil filling /
drainage plugs.
Start the engine and let it run for
several minutes.
Stop the engine.
Unscrew and take out the oil fill-
er plug (1).
Check engine oil level and top
up, if required.
Refit the oil sump guard.
Locking torques (N*m)
Oil pressure regulating valve cap (2)
20 Nm (14.75 lbf ft).
Plaats de veer (3).
Sluit de dop van de overdruk-
klep van de olie (2).
Vul bij langs de vulopening voor
de motorolie (1).
Draai de invoer/afvoerdoppen
voor de olie vast, en sluit ze.
Start de motor, en laat hem voor
enkele minuten opwarmen.
Leg de motor stil.
Draai de vuldop van de olie (1)
los, en verwijder hem.
Voer de controle van het peil
van de motorolie uit, en vul
eventueel bij.
Plaats de carterbescherming
weer.
Aandraaikoppels (N*m)
Dop van de overdrukklep van de olie
(2)
20 Nm (14.75 lbf ft).
52
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Gearbox oil level (04_11,
04_12, 04_13, 04_14)
CAUTION
GEAR OIL LEVEL MUST BE CHECKED
WHEN THE ENGINE IS WARM.
Versnellingsbak oliepeil
(04_11, 04_12, 04_13, 04_14)
LET OP
DE CONTROLE VAN HET OLIEPEIL
VAN DE VERSNELLINGSBAK MOET
UITGEVOERD WORDEN BIJ WARME
MOTOR.
04_11
Stop the engine.
Wait some minutes for the oil to
flow from the transmission to the
clutch.
Keep the vehicle upright with the
two wheels on the ground.
Remove the rear brake lever by
undoing the screw (1).
Leg de motor stil.
Wacht enkele minuten zodat de
olie van de versnellingsbak naar
de koppeling kan lopen.
Houd het voertuig in verticale
positie met de twee wielen op de
grond.
Verwijder de hendel van de ach-
terrem door de bout (1) los te
draaien.
04_12
Unscrew and remove the cap/
dipstick (2).
The oil level is correct when it is
close to the cap/dipstick (2)
opening.
Draai de inspectiedop (2) los, en
verwijder hem.
Het peil is correct wanneer de
olie de opening van de inspec-
tiedop (2) bijna bereikt.
53
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_13
If necessary:
Remove the filler cap (3).
Top-up with oil up to the cap/
dipstick (2) opening.
CAUTION
DO NOT ADD ADDITIVES OR OTHER
SUBSTANCES TO THE FLUID.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
Indien nodig:
Verwijder de vuldop (3).
Vul olie bij tot de opening van de
inspectiedop (2) bereikt wordt.
LET OP
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN TOE AAN DE VLOEI-
STOF.
WANNEER MEN EEN TRECHTER OF
IETS ANDERS GEBRUIKT, MOET DE-
ZE PERFECT SCHOON ZIJN.
Wait some minutes to allow the
oil to flow from the clutch to the
transmission. Then check the oil
level again.
Refit the rear brake lever by
tightening the screw (1).
GEARBOX OIL CHANGE
NOTE
TO ENSURE EASIER AND FULL OIL
DRAINAGE THE OIL MUST BE HOT
AND THEREFORE MORE FLUID.
Wacht enkele minuten zodat de
olie van de koppeling naar de
versnellingsbak kan lopen. Con-
troleer daarna opnieuw het olie-
peil.
Monteer de hendel van de ach-
terrem weer door de bout (1)
vast te draaien.
VERVANGING VAN DE OLIE VAN DE
VERSNELLINGSBAK
N.B.
VOOR EEN BETERE EN VOLLEDIGE
UITSTROMING, MOET DE OLIE WARM
ZIJN, EN DUS VLOEIBAARDER
54
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_14
Lower the oil sump guard.
Place on the left side of the ve-
hicle a container of adequate
capacity under the drainage
plugs (4).
Unscrew and remove the drain-
age plug (4).
Unscrew and remove the filler
plug (3).
Drain the oil into the container;
allow several minutes for oil to
drain out completely.
Check and if necessary, replace
the drainage plug (4) sealing
washers.
Screw and tighten the drainage
plug (4).
Remove the rear brake lever by
undoing the screw (1).
Unscrew and remove the cap/
dipstick (2).
Pour in new oil until it reaches
the cap/dipstick opening (2).
Wait some minutes to allow the
oil to flow from the clutch to the
transmission.
Then check the oil level again.
Tighten the filler cap (3).
Refit the rear brake lever by
tightening the screw (1).
Refit the oil sump guard.
CAUTION
OIL FLOWING FROM THE CLUTCH TO
THE TRANSMISSION AND FROM THE
TRANSMISSION TO THE CLUTCH
CAN BE PARTICULARLY SLOW
Verlaag de carterbuffer.
Door te handelen vanaf de linker
kant: plaats een recipiënt met
geschikte capaciteit onder de af-
voerdop (4).
Draai de afvoerdop (4) los en
verwijder hem.
Draai de vuldop (3) los en ver-
wijder hem.
Voer de olie af, en laat ze enkele
minuten uitdruipen in het recipi-
ënt.
Controleer en vervang eventu-
eel de dichtingsrondellen van de
afvoerdop (4).
Draai de afvoerdop (4) vast en
sluit hem.
Verwijder de hendel van de ach-
terrem door de bout (1) los te
draaien.
Draai de inspectiedop (2) los, en
verwijder hem.
Vul nieuwe olie bij tot de ope-
ning van de inspectiedop (2) be-
reikt wordt.
Wacht enkele minuten zodat de
olie van de koppeling naar de
versnellingsbak kan lopen.
Controleer daarna opnieuw het
oliepeil.
Sluit de vuldop (3).
Monteer de hendel van de ach-
terrem weer door de bout (1)
vast te draaien.
Plaats de carterbescherming
weer.
55
4 Maintenance / 4 Onderhoud
WHEN THE OIL OR ENGINE TEMPER-
ATURE IS LOW.
Characteristic
Gearbox oil
650 cm³ (39.66 cu.in)
LET OP
DE PASSAGE VAN DE OLIE VANAF
DE KOPPELING NAAR DE VERSNEL-
LINGSBAK EN VICEVERSA, KAN BIJ-
ZONDER TRAAG VERLOPEN WAN-
NEER DE OMGEVINGS-, OLIE- OF
MOTORTEMPERATUUR LAAG IS.
Technische kenmerken
Olie van de versnellingsbak
650 cc (39.66 cu in)
NOTE
USE OIL RECOMMENDED IN THE
PRODUCTS TABLE.
N.B.
GEBRUIK DE OLIE DIE WORDT AAN-
BEVOLEN IN DE TABEL VAN DE PRO-
DUCTEN
Spark plug dismantlement
(04_15, 04_16, 04_17)
At regular intervals, remove the spark
plug and clean off any carbon deposits or
replace as required.
Demonteren van de bougie
(04_15, 04_16, 04_17)
Demonteer periodiek de bougie, reinig ze
van koolstofafzettingen, en vervang ze
indien nodig.
LET OP
OOK WANNEER SLECHTS ÉÉN VAN
DE BOUGIES MOET VERVANGEN
56
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
ALWAYS REPLACE BOTH SPARK
PLUGS, EVEN IF ONLY ONE NEEDS
REPLACING.
WORDEN, VERVANGT MEN STEEDS
BEIDE BOUGIES.
In order to reach the spark plugs:
CAUTION
BEFORE CARRYING OUT THE FOL-
LOWING OPERATIONS AND IN OR-
DER TO AVOID BURNS, LEAVE EN-
GINE AND MUFFLER TO COOL OFF
TO AMBIENT TEMPERATURE.
Om de bougies te bereiken:
LET OP
VOORALEER MEN DE VOLGENDE
HANDELINGEN UITVOERT, LAAT
MEN DE MOTOR EN DE UITLAAT AF-
KOELEN TOT DEZE DE OMGEVINGS-
TEMPERATUUR HEBBEN BEREIKT,
OM MOGELIJKE BRANDWONDEN TE
VERMIJDEN.
04_15
Remove the tube (1) of spark
plug (2).
Clean off any trace of dirt from
the spark plug (2) base.
Insert the spanner supplied in
the tool kit into the hexagonal
head of spark plug (2).
Unscrew spark plug (2) and re-
move it from its seat, making
sure no dust or dirt gets into the
cylinder.
Verwijder de pipet (1) van de
bougie (2).
Verwijder elk vuilspoor van de
basis van de bougie (2).
Plaats de sleutel die wordt bij-
geleverd bij de gereedschapskit
op de zeskantige zit van de bou-
gie (2).
Draai de bougie (2) los en ver-
wijder ze uit de zit, en laat geen
stof of andere stoffen in de cilin-
der terechtkomen.
Voor de controle en de reiniging:
57
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Checking and cleaning:
CAUTION
DO NOT USE METAL BRUSHES AND/
OR ABRASIVE PRODUCTS TO CLEAN
SPARK PLUGS; USE ONLY A SHORT
BLAST OF COMPRESSED AIR.
LET OP
VOOR DE REINIGING MAG MEN GEEN
METALEN BORSTELS EN/OF ABRA-
SIEVE PRODUCTEN GEBRUIKEN,
MAAR UITSLUITEND EEN PERS-
LUCHTSTRAAL.
04_16
Check that the electrodes and
the insulator of the spark plug
(2) do not show signs of carbon
deposits or corrosion. If neces-
sary, clean them using a short
blast of compressed air.
Replace spark plug (2) if its insulator is
cracked, the electrodes show signs of
corrosion or excessive deposits or the top
of the central electrode gets rounded.
CAUTION
USE RECOMMENDED SPARK PLUGS
ONLY. USING A SPARK PLUG OTHER
THAN THE TYPE SPECIFIED MIGHT
COMPROMISE ENGINE PERFORM-
ANCE AND LIFE. CHECK THE GAP
BETWEEN ELECTRODES WITH A
FEELER THICKNESS GAUGE
Controleer of de elektroden en
de isolering van de bougie (2)
geen koolstofresten of corrosie-
tekens vertonen, reinig ze even-
tueel met een persluchtstraal.
Wanneer de bougie (2) scheurtjes op de
isolering, corrosie op de elektroden, ex-
cessieve afzettingen vertoont, of de cen-
trale elektrode vertoont een afgerond
toppunt, moet ze vervangen worden.
LET OP
GEBRUIK ENKEL BOUGIES VAN HET
AANBEVOLEN TYPE, ANDERS ZOU-
DEN DE PRESTATIES EN DE DUUR
VAN DE MOTOR GESCHAAD KUN-
NEN WORDEN. VOOR DE CONTROLE
VAN DE AFSTAND TUSSEN DE ELEK-
TRODE MOET EEN DIKTEMETER VAN
HET RANDTYPE GEBRUIKT WOR-
DEN.
58
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_17
Check electrode gap using with
a feeler thickness gauge.
CAUTION
DO NOT ATTEMPT TO READJUST
THE ELECTRODE GAP.
Characteristic
Spark plug electrode gap
0.7 ± 0.8 mm (0.028 in ± 0.031 in)
Controleer de afstand tussen de
elektroden met een diktemeter
van het randtype.
LET OP
PROBEER OP GEEN ENKELE MA-
NIER OM DE AFSTAND TUSSEN DE
ELEKTRODEN WEER OP MAAT TE
BRENGEN.
Technische kenmerken
Elektrodenafstand van de bougies
0,7 - 0,8 mm (0.028 in - 0.031 in)
If the electrode gap is different from the
prescribed gap, replace the spark plug
(2).
Make sure the washer is in good
conditions; replace the spark
plug when damaged.
Installation:
Once the washer is fitted, screw
the spark plug (2) manually to
avoid damaging the thread.
Tighten using the spanner sup-
plied in the tool kit. Make each
spark plug (2) complete 1/2 of a
turn to compress the washer.
Als de afstand tussen de elektroden ver-
schilt van wat beschreven wordt, moet de
bougie (2) vervangen worden.
Controleer of de rondel zich in
goede condities bevindt; als ze
beschadigd is, moet de bougie
vervangen worden.
Voor de installatie:
Met gemonteerde rondel draait
men de bougie (2) manueel vast
om te vermijden dat de schroef-
draad wordt beschadigd.
Sluit de bougies met behulp van
de bij de gereedschapskit bijge-
voegde sleutel, door elke bougie
(2) een 1/2 draai vast te draaien
om de rondel vast te drukken.
59
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
IT IS ESSENTIAL TO TIGHTEN THE
SPARK PLUG (2) PROPERLY. A
LOOSE SPARK PLUG MAY CAUSE
ENGINE OVERHEATING AND RESULT
IN SEVERE DAMAGE.
Locking torques (N*m)
Spark plug
12 Nm (8.85 lbf ft)
LET OP
DE BOUGIE (2) MOET GOED WORDEN
VASTGEDRAAID, OMDAT ANDERS
DE MOTOR KAN OVERVERHITTEN,
EN DUS ERNSTIG WORDT BESCHA-
DIGD.
Aandraaikoppels (N*m)
Bougie
12 Nm (8.85 lbf ft)
Position the spark plug tube (1)
correctly so that it does not get
detached due to engine vibra-
tions.
Plaats de pipet van de bougie
(1) correct, zodat deze niet los-
komt door de vibraties van de
motor.
04_18
Removing the air filter (04_18,
04_19)
Undo and remove the two
screws (1).
Remove the filter casing cover
(2).
Remove the air filter (3).
CAUTION
OIL THE SPONGE FILTER AS IN-
STRUCTED IN THE SCHEDULED
MAINTENANCE CHART.
Demonteren van het luchtfilter
(04_18, 04_19)
Draai de twee bouten (1) los en
verwijder ze.
Verwijder het deksel van de fil-
terkist (2).
Verwijder de luchtfilter (3).
LET OP
VOORZIE DE SPONS VAN DE FILTER
VAN OLIE, ZOALS AANGEDUID WOR-
DEN IN DE TABEL VAN HET GEPRO-
GRAMMEERD ONDERHOUD.
60
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_19
CAUTION
WHEN REFITTING THE AIR FILTER,
ENSURE THAT ITS HOUSING IS PER-
FECTLY CLEAN.
REMOVE ANY TRACE OF DIRT THAT
MAY HAVE ENTERED DURING RE-
MOVAL.
CAUTION
REMOVE THE AIR FILTER COVER ON-
LY WHEN THE VEHICLE IS PERFECT-
LY CLEAN SO AS TO PREVENT ANY
TRACE OF DIRT FROM GETTING INTO
THE HOUSING.
LET OP
BIJ DE HERMONTAGE LET MEN OP
DAT DE FILTERKIST PERFECT REIN
IS.
VERWIJDER ELK SPOOR VAN VUIL
ZODAT DIT ER NIET KAN INVALLEN
TIJDENS DE VERWIJDERING.
LET OP
VOER DE HANDELING VAN HET VER-
WIJDEREN VAN HET LUCHTFILTER-
DEKSEL ENKEL UIT WANNEER DE
MOTOR PERFECT REIN IS, OM TE
VERMIJDEN DAT HET VUIL IN DE FIL-
TERKIST KOMT.
Cooling fluid level
Do not use the vehicle if the coolant is
below the minimum level.
CAUTION
COOLANT IS TOXIC IF INGESTED;
CONTACT WITH YOUR EYES OR SKIN
MAY CAUSE IRRITATION. IF THE FLU-
ID GETS IN CONTACT WITH THE
EYES OR SKIN, RINSE REPEATEDLY
WITH PLENTY OF WATER AND SEEK
Peil koelvloeistof
Gebruik het voertuig niet wanneer het
peil van de koelvloeistof zich onder het
minimum peil bevindt.
LET OP
DE KOELVLOEISTOF IS SCHADELIJK
WANNEER HIJ WORDT INGESLIKT;
HET CONTACT MET DE HUID EN DE
OGEN KAN IRRITATIES VEROORZA-
KEN. WANNEER DE VLOEISTOF IN
61
4 Maintenance / 4 Onderhoud
MEDICAL ADVICE. IF SWALLOWED,
INDUCE VOMITING, RINSE MOUTH
AND THROAT WITH PLENTY OF WA-
TER AND SEEK MEDICAL ADVICE IM-
MEDIATELY.
CONTACT ZOU KOMEN MET DE HUID
EN DE OGEN, SPOELT MEN LANG
MET VEEL WATER, EN RAADPLEEGT
MEN EEN ARTS. WANNEER HET
WORDT INGESLIKT, MOET MEN
OVERGEVEN, DE MOND EN DE KEEL
SPOELEN MET VEEL WATER, EN ON-
MIDDELLIJK EEN ARTS RAADPLE-
GEN.
Coolant solution is 50% water and 50%
antifreeze fluid.
This is the ideal mixture for most operat-
ing temperatures and provides good cor-
rosion protection.
It is advisable to use the same mixture
even in hot weather as this minimises
loss due to evaporation and the need of
frequent top-ups.
Less water evaporation means fewer
mineral salts depositing in the radiators,
which helps preserve the efficiency of the
cooling system.
De oplossing van de koelvloeistof be-
staat uit 50% water en 50% antivries.
Dit mengsel is ideaal voor de meeste
werkingstemperaturen, en garandeert
een goede bescherming tegen corrosie.
Het is een goede gewoonte om hetzelfde
mengsel ook tijdens het warme seizoen
te gebruiken, omdat op deze manier ver-
lies door verdamping en het frequent bij-
vullen wordt vermeden.
Op deze manier verminderen de bezink-
sels van mineraalzouten, die in de radia-
tor door het verdampte water werden
gelaten, en verandert de efficiëntie van
de koelinstallatie niet.
When the external temperature drops be-
low zero degrees centigrade, check the
cooling system frequently and add more
antifreeze solution if needed (up to 60%
max.).
Wanneer de buitentemperatuur zich on-
der het vriespunt bevindt, moet men het
koelcircuit frequent controleren, en voegt
men indien nodig een hogere concentra-
tie antivries toe (tot een maximum van
60%).
62
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Use distilled water in the coolant mixture
to avoid damaging the engine.
Voor de koeloplossing gebruikt men ge-
destilleerd water, om de motor niet te
beschadigen.
Coolant check (04_20, 04_21)
CAUTION
WAIT FOR THE ENGINE TO COOL
DOWN BEFORE CHECKING OR TOP-
PING-UP THE COOLANT LEVEL.
Controle van de koelvloeistof
(04_20, 04_21)
LET OP
VOER DE HANDELINGEN VAN DE
CONTROLE EN HET BIJVULLEN VAN
DE KOELVLOEISTOF UIT WANNEER
DE MOTOR KOUD STAAT.
04_20
Shut off the engine and wait until
it cools off.
Park the vehicle on firm and lev-
el ground.
Keep the vehicle upright with the
two wheels on the ground.
Turn the radiator cap (1) anti-
clockwise just one click.
Wait a few seconds so that pos-
sible pressure in the circuit may
be purged.
Turn the radiator cap (1) anti-
clockwise again and remove it.
Leg de motor stil en wacht tot hij
afgekoeld is.
Plaats het voertuig op een vaste
en vlakke ondergrond.
Houd het voertuig in verticale
positie met de twee wielen op de
grond.
Draai de radiatordop (1) voor
één klik in tegenwijzerzin.
Wacht enkele seconden lang
zodat de eventuele druk in de
inrichting afgelaten wordt.
Draai de radiatordop (1) op-
nieuw in tegenwijzerzin, en ver-
wijder hem.
Controleer of de vloeistof de ra-
diatorplaten helemaal bedekt.
63
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_21
Check that the liquid covers the
radiator plates completely. Oth-
erwise, top-up.
Als dit zo niet is, moet bijgevuld
worden.
Coolant top-up (04_22, 04_23,
04_24)
CAUTION
WAIT FOR THE ENGINE TO COOL
DOWN BEFORE CHECKING OR TOP-
PING-UP THE COOLANT LEVEL.
Bijvulling van de koelvloeistof
(04_22, 04_23, 04_24)
LET OP
VOER DE HANDELINGEN VAN DE
CONTROLE EN HET BIJVULLEN VAN
DE KOELVLOEISTOF UIT WANNEER
DE MOTOR KOUD STAAT.
64
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_22
04_23
04_24
If topping-up is necessary after the
check, do as follows:
Remove the radiator cap (1).
Loosen the bleed valve (2) loca-
ted on the left radiator.
Tilt the vehicle to the left.
Top-up with coolant through the
radiator cap (1) until fluid comes
out through the bleed valve (2).
Close the bleed valve (2).
Place the vehicle upright with
the two wheels on the ground.
Top-up through the radiator cap
(1) until the radiator plates are
fully covered. Do not exceed this
level; otherwise, coolant will spill
out during engine operation.
Refit the radiator cap (1).
CAUTION
DO NOT ADD ADDITIVES OR OTHER
SUBSTANCES TO THE FLUID.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
CAUTION
IN THE EVENT OF EXCESSIVE COOL-
ANT CONSUMPTION, CHECK COOL-
ING SYSTEM FOR LEAKS.
HAVE ANY MALFUNCTION RE-
PAIRED BY AN Official aprilia Dealer.
Als na de controle moet bijgevuld wor-
den, moet als volgt gehandeld worden:
Verwijder de dop van de radiator
(1).
Los de ontluchtingsklep (2) die
zich op de linker radiator be-
vindt.
Hel het voertuig naar links.
Vul koelvloeistof bij langs de
opening van de radiatordop (1)
tot vloeistof uit de ontluchtings-
klep (2) stroomt.
Sluit de ontluchtingsklep (2).
Plaats het voertuig in de vertica-
le positie met de twee wielen op
de grond.
Vul bij langs de opening van de
radiatordop (1) tot de vloeistof
de platen van de radiator hele-
maal bedekt. Overschrijdt dit
peil niet, anders zal de vloeistof
tijdens de werking van de motor
uitstromen.
Plaats de radiatordop (1) weer.
LET OP
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN TOE AAN DE VLOEI-
STOF.
WANNEER MEN EEN TRECHTER OF
IETS ANDERS GEBRUIKT, MOET DE-
ZE PERFECT SCHOON ZIJN.
65
4 Maintenance / 4 Onderhoud
LET OP
IN GEVAL VAN EXCESSIEF KOEL-
VLOEISTOFVERBRUIK, CONTRO-
LEERT MEN OF ER GEEN LEKKEN IN
HET CIRCUIT ZIJN.
VOOR DE HERSTELLING MOET MEN
ZICH TOT EEN Officiële aprilia Dealer
WENDEN.
Checking the brake oil level
(04_25, 04_26)
Check the brake fluid level following the
instructions on the scheduled mainte-
nance table.
The information provided below relates to
an individual braking system but is appli-
cable to both.
NOTE
THIS VEHICLE IS EQUIPPED WITH
FRONT AND REAR DISC BRAKES,
EACH OPERATED BY AN INDEPEND-
ENT HYDRAULIC CIRCUIT.
CAUTION
UNEXPECTED CLEARANCE VARIA-
TIONS OR ELASTIC RESISTANCE IN
THE BRAKE LEVER ARE DUE TO
FAILURE IN THE HYDRAULIC CIR-
Controle van het oliepeil van
de remmen (04_25, 04_26)
Controleer het peil van de remvloeitof
volgens de aanduidingen in de tabel van
het geprogrammeerd onderhoud
De volgende informatie is in verband met
slechts één reminstallatie, maar geldt
voor beide.
N.B.
DIT VOERTUIG IS UITGERUST MET
SCHIJFREMMEN VOORAAN EN ACH-
TERAAN, MET GESCHEIDEN HY-
DRAULISCHE CIRCUITS.
LET OP
HET PLOTSELING WIJZIGEN VAN DE
SPELING OF EEN ELASTISCHE
WEERSTAND VAN DE REM, ZIJN TE
WIJTEN AAN PROBLEMEN MET DE
66
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CUIT. CONTACT AN Official aprilia
Dealer IN CASE OF DOUBTS ON THE
CORRECT OPERATION OF THE
BRAKING SYSTEM OR WHEN UN-
ABLE TO CARRY OUT ROUTINE
CHECK PROCEDURES.
CAUTION
MAKE ESPECIALLY SURE THAT
BRAKE DISCS ARE NOT SMEARED
OR LUBRICATED, PARTICULARLY
AFTER MAINTENANCE AND CHECK
PROCEDURES HAVE BEEN CARRIED
OUT.
CHECK THAT BRAKE WIRES ARE
NOT TWISTED OR WORN.
PAY UTMOST ATTENTION THAT NO
WATER OR DUST INADVERTENTLY
GETS INTO THE CIRCUIT.
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX
GLOVES WHEN SERVICING THE HY-
DRAULIC CIRCUIT.
THE BRAKE FLUID MAY CAUSE IRRI-
TATION IF IN CONTACT WITH SKIN
OR EYES.
HYDRAULISCHE INSTALLATIE. IN
GEVAL VAN TWIJFELS IN VERBAND
MET DE PERFECTE WERKING VAN
DE REMINSTALLATIE EN IN GEVAL
MEN NIET IN STAAT IS OM DE NOR-
MALE CONTROLEHANDELINGEN UIT
TE VOEREN, WENDT MEN ZICH TOT
EEN Officiële aprilia Dealer.
LET OP
LET VOORAL OP DAT DE REMSCHIJ-
VEN NIET VETTIG OF INGEVET ZIJN,
VOORAL NA HET UITVOEREN VAN
DE ONDERHOUDSHANDELINGEN OF
DE CONTROLE.
CONTROLEER OF DE REMBUIZEN
NIET IN ELKAAR GEDRAAID OF VER-
SLETEN ZIJN.
LET OP DAT ER GEEN WATER OF
STOF TOEVALLIG IN HET CIRCUIT
KOMT.
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN
AAN HET HYDRAULISCH CIRCUIT,
RAADT MEN AAN OM LATEX HAND-
SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE REMVLOEISTOF ZOU IRRITATIE
KUNNEN VEROORZAKEN WANNEER
HET IN CONTACT KOMT MET DE HUID
OF DE OGEN.
67
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
RINSE CAREFULLY ALL BODY
PARTS WHICH HAVE COME INTO
CONTACT WITH THE FLUID AND,
SHOULD THE FLUID COME INTO
CONTACT WITH THE EYES, SEEK
MEDICAL ADVICE OR CONTACT AN
OPHTHALMOLOGIST.
CAUTION
DO NOT DISPOSE OF THE FLUID INTO
THE ENVIRONMENT.
CAUTION
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
CAUTION
WHEN YOU USE THE BRAKE FLUID,
MAKE SURE NOT TO SPILL IT ONTO
PLASTIC OR PAINTED COMPONENTS
AS IT WILL DAMAGE THEM BEYOND
REPAIR.
LET OP
WAS ZORGVULDIG DE DELEN VAN
HET LICHAAM DIE IN CONTACT ZIJN
GEKOMEN MET DE VLOEISTOF,
WENDT ZICH BOVENDIEN TOT EEN
OOGARTS OF EEN ARTS WANNEER
DE VLOEISTOF IN CONTACT KOMT
MET DE OGEN.
LET OP
LOOS DE VLOEISTOF NIET IN HET MI-
LIEU.
LET OP
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
LET OP
WANNEER MEN REMVLOEISTOF GE-
BRUIKT MOET MEN OPLETTEN OM
HET NIET TE MORSEN OP DE PLAS-
TIC OF GELAKTE DELEN, OMDAT
HET ONHERSTELBARE SCHADE ZAL
AANRICHTEN.
68
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Disc brake
CAUTION
BRAKES ARE THE MOST IMPORTANT
COMPONENTS TO ENSURE SAFETY
AND THEREFORE THEY HAVE TO BE
ALWAYS IN PERFECT CONDITIONS;
CHECK THEM BEFORE EVERY RIDE.
REPLACE THE BRAKE FLUID AC-
CORDING TO THE SCHEDULED
MAINTENANCE TABLE.
USE THE BRAKE FLUID SPECIFIED IN
THE RECOMMENDED PRODUCT TA-
BLE.
Schijfremmen
LET OP
DE REMMEN ZIJN DE ONDERDELEN
DIE HET MEEST DE VEILIGHEID GA-
RANDEREN, EN MOETEN DUS
STEEDS PERFECT EFFICIËNT WOR-
DEN GEHOUDEN; CONTROLEER ZE
VÓÓR ELKE REIS.
VOER DE VERVANGING VAN DE REM-
VLOEISTOF UIT OP BASIS VAN DE
TABEL VAN HET GEPROGRAM-
MEERD ONDERHOUD.
GEBRUIK DE SPECIFIEKE REM-
VLOEISTOF DIE WORDT AANGEDUID
IN DE TABEL VAN DE AANBEVOLEN
PRODUCTEN.
04_25
Brake fluid decreases gradually in the
reservoir as the brake pads wear down,
to compensate the wear automatically.
The front brake fluid reservoir (1) is
placed near the front brake lever connec-
tion.
The rear brake fluid reservoir (2) is inte-
grated in the brake pump fastened to the
frame, on the right side, near the fork.
Met het verbruik van de wrijvingspastilles
vermindert het peil van de remvloeistof in
de tank, om automatisch de slijtage te
compenseren.
De vloeistoftank van de voorrem (1) be-
vindt zich nabij de koppeling van de hen-
del van de voorrem.
De vloestoftank van de achterrem (2) is
geïntegreerd in de rempomp die op het
frame bevestigd is, op de rechter kant,
naast de vork.
69
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_26
Check the brake fluid level in the reser-
voirs before setting off.
CAUTION
DO NOT USE YOUR VEHICLE IF A
FLUID LEAK IN THE BRAKING CIR-
CUIT IS DETECTED.
Controleer vóór het vertrek het peil van
de remvloeistof in de tanks.
LET OP
GEBRUIK HET VOERTUIG NOOIT
WANNEER MEN EEN LEK OPMERKT
VAN DE REMINSTALLATIE.
Front brake
Checking
Place the vehicle upright and
keep the handlebar right.
Make sure the fluid level in the
reservoir (1) is above the MIN
level reference mark.
MIN = minimum level
MAX = maximum level
Voorrem
Controle
Plaats het voertuig verticaal en
hou het stuur recht.
Controleer of de vloeistof in de
tank (1) de MIN referentie over-
schrijdt.
MIN = minimum peil.
MAX = maximum peil
70
4 Maintenance / 4 Onderhoud
If the fluid does not reach at least the MIN
mark:
check brake pads and discs for
wear.
If pads and/or discs do not need replac-
ing, top-up the fluid.
CAUTION
BRAKE LEVEL DECREASES GRADU-
ALLY AS BRAKE PADS WEAR DOWN.
Wanneer de vloeistof niet minstens het
MIN bereikt:
controleer de slijtage van de
rempastilles en van de schijven.
Wanneer de pastilles en/of de schijven
niet moeten vervangen worden, voert
men het bijvullen uit.
LET OP
HET PEIL VAN DE VLOEISTOF VER-
MINDERT PROGRESSIEF MET DE
SLIJTAGE VAN DE PASTILLES.
Rear brake
Checking
Place the vehicle in upright po-
sition.
Make sure the fluid level in the
reservoir (2) is above the MIN
level reference mark.
MIN = minimum level
MAX = maximum level
If the fluid does not reach at least the MIN
mark:
check brake pads and disc for
wear.
If pads and/or the disc do not need re-
placing, top-up the fluid.
Achterrem
Controle
Plaats het voertuig verticaal.
Controleer of de vloeistof in de
tank (2) de MIN referentie over-
schrijdt.
MIN = minimum peil.
MAX = maximum peil
Wanneer de vloeistof niet minstens het
MIN bereikt:
controleer de slijtage van de
rempastilles en van de schijf.
Wanneer de pastilles en/of de schijf niet
moeten vervangen worden, voert men
het bijvullen uit.
71
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
BRAKE LEVEL DECREASES GRADU-
ALLY AS BRAKE PADS WEAR DOWN.
LET OP
HET PEIL VAN DE VLOEISTOF VER-
MINDERT PROGRESSIEF MET DE
SLIJTAGE VAN DE PASTILLES.
Braking system fluid top up
(04_27, 04_28)
CAUTION
RISK OF BRAKE FLUID SPILLING. DO
NOT PULL THE BRAKE LEVER WHEN
THE SCREWS ARE LOOSE OR, MAIN-
LY WHEN THE BRAKE FLUID RESER-
VOIR COVER HAS BEEN REMOVED.
PLACE A CLOTH UNDER THE BRAKE
FLUID RESERVOIR TO PROTECT IT
AGAINST ANY FLUID SPLASHES.
Bijvullen van de remvloeistof
(04_27, 04_28)
LET OP
GEVAAR OP HET UITSTROMEN VAN
REMVLOEISTOF. ACTIVEER DE HEN-
DEL VAN DE VOORREM NIET WAN-
NEER DE BOUTEN GELOST ZIJN, OF
VOORAL NIET WANNEER HET DEK-
SEL VAN DE TANK VAN DE REM-
VLOEISTOF VERWIJDERD IS.
PLAATS EEN DOEK ONDER DE
VLOEISTOFTANK VAN DE REMMEN,
TER BESCHERMING TEGEN EVENTU-
ELE UITSTROMINGEN VAN VLOEI-
STOF.
FRONT BRAKE
Undo the screws (1) of the brake
fluid reservoir using a short Phil-
lips screwdriver.
CAUTION
AVOID PROLONGED AIR EXPOSURE
OF THE BRAKE FLUID. BRAKE FLUID
IS HYGROSCOPIC AND ABSORBS
MOISTURE WHEN IN CONTACT WITH
VOORREM
Gebruik een korte kruisschroe-
vendraaier voor het losdraaien
van de bouten (1) van de tank
van de remvloeistof.
LET OP
VERMIJDT DAT DE REMVLOEISTOF
LANG WORDT BLOOTGESTELD AAN
DE LUCHT. DE REMVLOEISTOF IS HY-
72
4 Maintenance / 4 Onderhoud
AIR. LEAVE THE BRAKE FLUID RES-
ERVOIR OPEN ONLY FOR THE TIME
NEEDED TO COMPLETE THE TOP-
PING UP PROCEDURE.
GROSCOPISCH, EN ABSORBEERT
VOCHTIGHEID WANNEER HET IN
CONTACT KOMT MET DE LUCHT.
LAAT DE TANK VAN DE REMVLOEI-
STOF ENKEL OPEN VOOR DE TIJD
DIE NODIG IS VOOR HET BIJVULLEN.
04_27
Lift and remove the cover (2) to-
gether with the screws (1) and
the gasket.
CAUTION
TO AVOID SPILLING BRAKE FLUID
DURING TOP-UP, DO NOT SHAKE
THE VEHICLE. DO NOT ADD ADDI-
TIVES OR OTHER SUBSTANCES TO
THE FLUID. WHEN USING A FUNNEL
OR ANY OTHER ELEMENT, MAKE
SURE IT IS PERFECTLY CLEAN.
Hef het deksel (2) op, compleet
met bouten (1) en pakking, en
verwijder het.
LET OP
OM TIJDENS HET BIJVULLEN DE
REMVLOEISTOF NIET TE MORSEN,
RAADT MEN AAN OM NIET TE
SCHUDDEN MET HET VOERTUIG.
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN TOE AAN DE VLOEI-
STOF. WANNEER MEN EEN TRECH-
TER OF IETS ANDERS GEBRUIKT,
MOET DEZE PERFECT REIN ZIJN.
Top-up the front reservoir with
brake fluid until the level is over
the MIN level reference mark.
Vul de voorste tank bij met rem-
vloeistof, tot het aangeduide
MIN peil wordt overschreden.
73
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
TOP-UP TO MAX LEVEL MARK ONLY
WHEN THE BRAKE PADS ARE NEW.
IT IS ADVISABLE NOT TO TOP-UP TO
THE MAX LEVEL MARK WHEN THE
BRAKE PADS ARE WORN BECAUSE
YOUR RISK SPILLING FLUID WHEN
CHANGING THE BRAKE PADS.
CHECK BRAKING EFFICIENCY.
WHEN THE BRAKE LEVER HAS EX-
CEEDING TRAVEL OR IF YOU NOTICE
A LOSS OF BREAKING, CONTACT AN
APRILIA OFFICIAL DEALER. THE
BRAKING SYSTEM MAY NEED
BLEEDING.
LET OP
MEN MAG ENKEL BIJVULLEN TOT
AAN HET MAX PEIL WANNEER ER
NIEUWE PASTILLES AANWEZIG
ZIJN. MEN RAADT AAN OM NIET BIJ
TE VULLEN TOT AAN HET MAX PEIL
WANNEER DE PASTILLES VERSLE-
TEN ZIJN, OMDAT DE VLOEISTOF
ZAL UITSTROMEN WANNEER DE
REMPASTILLES ZULLEN VERVAN-
GEN WORDEN.
CONTROLEER DE REMEFFICIËNTIE.
IN GEVAL VAN EEN EXCESSIEVE
LOOP VAN DE REMHENDEL OF VAN
VERLIES VAN EFFICIËNTIE VAN DE
REMINSTALLATIE, WENDT MEN ZICH
TOT EEN OFFICIËLE APRILIA DEA-
LER, OMDAT HET NODIG KAN ZIJN
OM EEN ONTLUCHTING UIT TE VOE-
REN VAN DE INSTALLATIE.
REAR BRAKE
Undo the screws (3) of the brake
fluid reservoir using a short Phil-
lips screwdriver.
CAUTION
AVOID PROLONGED AIR EXPOSURE
OF THE BRAKE FLUID. BRAKE FLUID
IS HYGROSCOPIC AND ABSORBS
MOISTURE WHEN IN CONTACT WITH
ACHTERREM
Gebruik een korte kruisschroe-
vendraaier voor het losdraaien
van de bouten (3) van de tank
van de remvloeistof.
LET OP
VERMIJDT DAT DE REMVLOEISTOF
LANG WORDT BLOOTGESTELD AAN
DE LUCHT. DE REMVLOEISTOF IS HY-
74
4 Maintenance / 4 Onderhoud
AIR. LEAVE THE BRAKE FLUID RES-
ERVOIR OPEN ONLY FOR THE TIME
NEEDED TO COMPLETE THE TOP-
PING UP PROCEDURE.
GROSCOPISCH, EN ABSORBEERT
VOCHTIGHEID WANNEER HET IN
CONTACT KOMT MET DE LUCHT.
LAAT DE TANK VAN DE REMVLOEI-
STOF ENKEL OPEN VOOR DE TIJD
DIE NODIG IS VOOR HET BIJVULLEN.
04_28
Lift and remove the cover (4) to-
gether with the screws (3) and
the gasket.
CAUTION
TO AVOID SPILLING BRAKE FLUID
DURING TOP-UP, DO NOT SHAKE
THE VEHICLE. DO NOT ADD ADDI-
TIVES OR OTHER SUBSTANCES TO
THE FLUID. WHEN USING A FUNNEL
OR ANY OTHER ELEMENT, MAKE
SURE IT IS PERFECTLY CLEAN.
Hef het deksel (4) op, compleet
met bouten (3) en pakking, en
verwijder het.
LET OP
OM TIJDENS HET BIJVULLEN DE
REMVLOEISTOF NIET TE MORSEN,
RAADT MEN AAN OM NIET TE
SCHUDDEN MET HET VOERTUIG.
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN TOE AAN DE VLOEI-
STOF. WANNEER MEN EEN TRECH-
TER OF IETS ANDERS GEBRUIKT,
MOET DEZE PERFECT REIN ZIJN.
Top-up the rear reservoir with
brake fluid until the level is over
the MIN level reference mark.
Vul de achterste tank bij met
remvloeistof, tot het aangeduide
MIN peil wordt overschreden.
75
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
TOP-UP TO MAX LEVEL MARK ONLY
WHEN THE BRAKE PADS ARE NEW.
IT IS ADVISABLE NOT TO TOP-UP TO
THE MAX LEVEL MARK WHEN THE
BRAKE PADS ARE WORN BECAUSE
YOUR RISK SPILLING FLUID WHEN
CHANGING THE BRAKE PADS.
CHECK BRAKING EFFICIENCY.
WHEN THE BRAKE LEVER HAS EX-
CEEDING TRAVEL OR IF YOU NOTICE
A LOSS OF BREAKING, CONTACT AN
APRILIA OFFICIAL DEALER. THE
BRAKING SYSTEM MAY NEED
BLEEDING.
LET OP
MEN MAG ENKEL BIJVULLEN TOT
AAN HET MAX PEIL WANNEER ER
NIEUWE PASTILLES AANWEZIG
ZIJN. MEN RAADT AAN OM NIET BIJ
TE VULLEN TOT AAN HET MAX PEIL
WANNEER DE PASTILLES VERSLE-
TEN ZIJN, OMDAT DE VLOEISTOF
ZAL UITSTROMEN WANNEER DE
REMPASTILLES ZULLEN VERVAN-
GEN WORDEN.
CONTROLEER DE REMEFFICIËNTIE.
IN GEVAL VAN EEN EXCESSIEVE
LOOP VAN DE REMHENDEL OF VAN
VERLIES VAN EFFICIËNTIE VAN DE
REMINSTALLATIE, WENDT MEN ZICH
TOT EEN OFFICIËLE APRILIA DEA-
LER, OMDAT HET NODIG KAN ZIJN
OM EEN ONTLUCHTING UIT TE VOE-
REN VAN DE INSTALLATIE.
Fuses (04_29)
CAUTION
NEVER ATTEMPT TO REPAIR FAUL-
TY FUSES. NEVER USE A FUSE OF A
RATING OTHER THAN SPECIFIED.
Zekeringen (04_29)
LET OP
HERSTEL GEEN DEFECTE ZEKERIN-
GEN. GEBRUIK NOOIT ANDERE ZE-
KERINGEN DAN GESPECIFICEERD.
76
4 Maintenance / 4 Onderhoud
THIS COULD DAMAGE THE ELECTRI-
CAL SYSTEM OR CAUSE A SHORT
CIRCUIT, WITH THE RISK OF FIRE.
CAUTION
IF A FUSE BLOWS OUT FREQUENT-
LY, THAT MAY BE DUE TO A SHORT
CIRCUIT OR OVERLOAD. IF THIS OC-
CURS, CONTACT AN Official aprilia
Dealer.
MEN ZOU SCHADE KUNNEN VER-
OORZAKEN AAN HET ELEKTRISCH
SYSTEEM, OF ZELFS BRAND IN GE-
VAL VAN KORSTSLUITING.
LET OP
WANNEER EEN ZEKERING FRE-
QUENT WORDT BESCHADIGD, IS ER
WAARSCHIJNLIJK EEN KORTSLUI-
TING OF EEN OVERBELASTING. IN
DIT GEVAL RAADPLEEGT MEN EEN
Officiële aprilia Dealer.
Checking the fuse is necessary whenev-
er an electrical component fails to oper-
ate or is malfunctioning or when the
engine does not start.
To check:
Remove the air filter.
Wanneer het niet of onregelmatig werken
van een elektrisch onderdeel of het niet
starten van de motor wordt opmerkt,
moeten de zekeringen gecontroleerd
worden.
Voor de controle:
Verwijder de luchtfilter.
77
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_29
Remove the fuse and check if
the filament is broken.
Before replacing the fuse, find
and solve, if possible, the rea-
son that caused the problem.
If the fuse is damaged, replace
it with one of the same amper-
age.
Refit the air filter.
NOTE
IF THE SPARE FUSE IS USED, RE-
PLACE IT WITH ANOTHER OF THE
SAME TYPE IN THE CORRESPOND-
ING FITTING.
Verwijder de zekering, en con-
troleer of de draad onderbroken
is
Vooraleer men de zekering ver-
vangt, zoekt men indien moge-
lijk de oorzaak van het pro-
bleem.
Vervang de zekering indien be-
schadigd, met een andere met
dezelfde elektrische stroom-
sterkte.
Monteer de luchtfilter weer.
N.B.
WANNEER DE RESERVEZEKERING
WORDT GEBRUIKT, MOET EEN GE-
LIJKE RESERVEZEKERING IN DE
SPECIALE ZITTING GEPLAATST
WORDEN.
FUSE DISTRIBUTION
30A fuse Recharges the battery, if
connected, and protects electrical
system against potential
overcharges (there is only one
fuse; the second is a spare one).
PLAATS VAN DE ZEKERINGEN
Zekering van 30A Laadt de accu op, als ze
aangesloten is, en beschermt de
elektrische installatie tegen
eventuele overbelastingen (er is
slechts één zekering, de tweede is
de reservezekering).
78
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Front and rear disc brake
(04_30, 04_31, 04_32, 04_33,
04_34)
CAUTION
BRAKES ARE THE MOST IMPORTANT
COMPONENTS TO ENSURE SAFETY
AND THEREFORE THEY HAVE TO BE
ALWAYS IN PERFECT CONDITIONS;
CHECK THE BRAKES BEFORE EACH
RIDE. A DIRTY DISC SOILS THE
PADS, LEADING TO LOSS OF BRAK-
ING. DIRTY PADS MUST BE RE-
PLACED, WHEREAS A DIRTY BRAKE
DISC MAY BE CLEANED WITH A
HIGH-QUALITY DEGREASING PROD-
UCT. HAVE THE BRAKE FLUID
CHANGED AT AN Official aprilia Deal-
er ONCE A YEAR. USE THE BRAKE
FLUID SPECIFIED IN THE RECOM-
MENDED PRODUCT TABLE.
NOTE
THIS VEHICLE IS EQUIPPED WITH
FRONT AND REAR DISC BRAKES,
EACH OPERATED BY AN INDEPEND-
ENT HYDRAULIC CIRCUIT.
Schijfrem voor en achter
(04_30, 04_31, 04_32, 04_33,
04_34)
LET OP
DE REMMEN ZIJN DE ONDERDELEN
DIE HET MEEST DE VEILIGHEID GA-
RANDEREN, EN MOETEN DUS
STEEDS PERFECT EFFICIËNT WOR-
DEN GEHOUDEN; CONTROLEER ZE
VÓÓR ELKE REIS. EEN VUILE SCHIJF
BESMEURT DE PASTILLES, EN VER-
MINDERT DUS DE DOELTREFFEND-
HEID VAN HET REMMEN. VUILE PAS-
TILLES MOETEN WORDEN VERVAN-
GEN, TERWIJL DE VUILE SCHIJF
WEER GEREINIGD MOET WORDEN
MET EEN ONTVETTEND PRODUCT
VAN HOGE KWALITEIT. DE REM-
VLOEISTOF MOET EENS PER JAAR
VERVANGEN WORDEN DOOR EEN
Officiële aprilia Dealer. GEBRUIK DE
SPECIFIEKE REMVLOEISTOF DIE
WORDT AANGEDUID IN DE TABEL
VAN DE AANBEVOLEN PRODUCTEN.
N.B.
DIT VOERTUIG IS UITGERUST MET
SCHIJFREMMEN VOORAAN EN ACH-
TERAAN, MET GESCHEIDEN HY-
DRAULISCHE CIRCUITS.
79
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_30
04_31
The front braking system has single disc
(left side).
The rear braking system has single disc
(right side).
The information provided below relates to
an individual braking system but is appli-
cable to both.
Brake fluid decreases gradually in the
reservoir (1-2) as the brake pads wear
down, to compensate the wear automat-
ically.
The front brake reservoir «1» is placed
near the front brake lever connection.
The rear brake fluid reservoir «2» is inte-
grated in the brake pump fastened to the
frame near the fork.
Het voorste remsysteem is met een en-
kele schijf (linker kant).
Het achterste remsysteem is met een en-
kele schijf (rechter kant).
De volgende informatie is in verband met
slechts één reminstallatie, maar geldt
voor beide.
Met het verbruik van de wrijvingspastilles
vermindert het peil van de remvloeistof in
de tank (1-2), om automatisch de slijtage
te compenseren.
De vloeistoftank van de voorrem «1» be-
vindt zich nabij de koppeling van de hen-
del van de voorrem. De vloestoftank van
de achterrem «2» is geïntegreerd in de
rempomp die aan het frame is bevestigd,
op de rechter kant, naast de vork.
Check the brake fluid level in the reser-
voirs «1» «2» and check brake pads for
wear before setting off.
Checking brake pads for wear
Controleer vóór het vertrek het peil van
de remvloeistof in de tanks «1» en «2»,
en de slijtage van de pastilles.
Controle van de slijtage van de pastil-
les
80
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_32
04_33
To carry out a quick brake pad wear
check, visually inspect the area between
brake disc and brake pads:
front brake disc, working from
the front top side;
rear brake disc, working from
the rear top side;
NOTE
EXCESSIVE WEAR OF THE FRICTION
MATERIAL MAKES THE PAD METAL
SUPPORT GET INTO CONTACT WITH
THE DISC, WHICH RESULTS IN A
METALLIC NOISE AND SPARKS IN
THE CALLIPER; THEREFORE, BRAK-
ING EFFICIENCY AND DISC SAFETY
AND INTEGRITY ARE AT RISK.
Om een snelle controle van de slijtage
van de pastilles uit te voeren, moet een
visieve controle tussen de remtang en de
pastilles uitgevoerd worden:
tang voorrem, door boven voor-
aan te handelen;
tang achterrem, door boven
achteraan te handelen;
N.B.
EEN VERDER VERBRUIK VAN HET
WRIJVINGSMATERIAAL KAN HET
CONTACT VEROORZAKEN MET DE
METALEN STEUN VAN DE PASTIL-
LES MET DE SCHIJF, MET ALS GE-
VOLG LAWAAI VAN METAAL EN DE
TANG DIE VONKEN MAAKT; DE
DOELTREFFENDHEID VAN HET REM-
MEN, DE VEILIGHEID EN DE INTEGRI-
TEIT VAN DE SCHIJF WORDEN OP
DEZE MANIER GESCHAAD.
Disc brake pad wear depend on the use,
the riding style and the roads.
CAUTION
THERE IS GREATER WEAR WHEN VE-
HICLE IS USED IN DIFFICULT AMBI-
ENT CONDITIONS.
De slijtage van de pastilles van de rem-
schijf hangt af van het gebruik, van het
rijgedrag en van het wegtype.
LET OP
DE SLIJTAGE IS GROTER WANNEER
HET VOERTUIG BIJ SLECHTEE
WEERSOMSTANDIGHEDEN GE-
BRUIKT WORDT.
81
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_34
When the lining material of even just one
of the brake pads is worn down to nearly
1.5 mm (0.06 in) (or even if one of the
wear indicators is no longer visible), re-
place both brake pads.
CAUTION
TAKE YOUR SCOOTER TO AN Official
aprilia Dealer TO HAVE DISCS RE-
PLACED.
Wanneer de dikte van het wrijvingsmate-
riaal (ook van slechts één pastille) ver-
minderd is tot ongeveer 1,5 mm (0.06 in)
(of ook wanneer slechts één van de slij-
tage-indicators niet meer zichtbaar is),
vervangt men beide pastilles.
LET OP
VOOR DE VERVANGING MOET MEN
ZICH TOT EEN Officiële aprilia Dealer
WENDEN.
Periods of inactivity
Take some measures to avoid the side
effects of not using the vehicle. Also, car-
ry out general maintenance and checks
before garaging the vehicle as one can
forget to do so afterwards.
Proceed as follows:
Wash and dry the vehicle.
Inflate the tyres.
Store the vehicle in cool, dry
place, with minimum tempera-
ture variations and not exposed
to sun rays.
Wrap and tie a plastic bag
around the exhaust pipe open-
ing to keep moisture out.
Make sure that the fuel tank con-
tains at least 1.5 l (0.33 UKgal)
of fuel.
Stilstand van het voertuig
Ee moeten enkele voorzorgsmaatrege-
len getroffen worden om de effecten van
het niet gebruiken van het voertuig tegen
te gaan. Bovendien moet men de her-
stellingen en de algemene controle vóór
het opbergen uitvoeren, anders kan men
vergeten om dit vervolgens uit te voeren.
Handel als volgt:
Was en droog het voertuig.
Blaas de banden op.
Plaats het voertuig in een niet
verwarmd lokaal, zonder voch-
tigheid, beschermd tegen zon-
nestralen, en waar temperatuur-
verschillen miniem zijn.
Plaats een plastic zakje op de
uitlaat, en bindt dit vast op de
uitlaatterminals van de uitlaat
zodat er geen vochtigheid kan
inkomen.
82
4 Maintenance / 4 Onderhoud
NOTE
PLACE A SUITABLE SUPPORT UN-
DER THE VEHICLE TO KEEP BOTH
WHEELS OFF THE GROUND.
Controleer of in de brandstof-
tank minstens 1,5 l (0.33 UK gal)
brandstof aanwezig is.
N.B.
PLAATS HET VOERTUIG ZODANIG
DAT BEIDE BANDEN VAN DE GROND
ZIJN, DOOR GEBRUIK TE MAKEN
VAN EEN DAARVOOR BESTEMDE
STEUN.
Cover the vehicle. Avoid using
plastic or waterproof materials.
Bedek het voertuig, maar met
geen plastic of ondoordringbaar
materiaal.
After storage
Uncover and clean the vehicle.
NOTE
TAKE THE PLASTIC BAGS OFF THE
EXHAUST PIPE OPENING.
NA HET OPBERGEN
Verwijder de bedekking en reinig het
voertuig.
N.B.
VERWIJDER DE PLASTIC ZAKJES
VAN DE UITEINDEN VAN DE UITLAAT.
Refill the fuel tank.
Carry out the pre-ride checks.
CAUTION
TEST RIDE A FEW LAPS AT MODER-
ATE SPEED CHECKING WHETHER
Tank brandstof.
Voer de voorbereidende contro-
les uit.
LET OP
RIJ ENKELE RONDES OP DE BAAN
AAN EEN GEMATIGDE SNELHEID, EN
83
4 Maintenance / 4 Onderhoud
THE ENTIRE VEHICLE WORKS PROP-
ERLY.
CONTROLEER DE COMPLETE EFFI-
CIËNTIE VAN HET VOERTUIG.
Cleaning the vehicle
Clean the scooter frequently if ex-
posed to adverse conditions, such as:
Air pollution (cities and industrial
areas).
Salinity and humidity in the at-
mosphere (seashore areas, hot
and wet weather).
Always clean off any smog and
pollution residue, tar stains, in-
sects, bird droppings, etc. from
the bodywork.
Avoid parking the vehicle under
trees. During some seasons,
resins, fruits or leaves contain-
ing aggressive chemical sub-
stances that may damage the
paintwork may fall from trees.
CAUTION
BEFORE WASHING THE VEHICLE,
COVER THE ENGINE AIR INTAKES
AND THE EXHAUST PIPES.
Reinigen van het voertuig
Reinig het voertuig regelmatig wan-
neer het wordt gebruikt in de volgende
zones of condities:
Atmosferische vervuiling (stad
en industriële zones).
Zoutgehalte en vochtigheid uit
de atmosfeer (zeegebieden,
warm en vochtig klimaat).
Vermijd vooral dat er op de car-
rosserie afzettingen achterblij-
ven, resten van industriële en
vervuilende stoffen, teervlek-
ken, dode insecten, uitwerpse-
len van vogels, enz.
Parkeer het voertuig niet onder
bomen. In sommige seizoenen
kan er uit de bomen hars, fruit of
bladeren vallen die chemische
stoffen bevatten die schadelijk
zijn voor de lak.
LET OP
VOORALEER MEN HET VOERTUIG
WAST, DICHT MEN DE INLATEN VAN
DE AANZUIGLUCHT VAN DE MOTOR
EN DE UITLAATOPENINGEN VAN DE
UITLAAT.
84
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
AFTER CLEANING YOUR VEHICLE,
BRAKING EFFICIENCY MAY BE TEM-
PORARILY AFFECTED DUE TO THE
PRESENCE OF WATER ON THE FRIC-
TION SURFACES OF THE BRAKING
CIRCUIT. ALLOW LONGER BRAKING
DISTANCES TO PREVENT ACCI-
DENTS. BRAKE REPEATEDLY TO RE-
STORE NORMAL OPERATION. CAR-
RY OUT THE PRE-RIDE CHECKS.
LET OP
NADAT MEN HET VOERTUIG HEEFT
GEWASSEN, KAN DE REMDOEL-
TREFFENDHEID TIJDELIJK MINDER
ZIJN DOOR DE AANWEZIGHEID VAN
WATER OP DE WRIJVINGSOPPER-
VLAKKEN VAN DE REMINSTALLATIE.
VOORZIE EEN LANGE REMAFSTAND
OM ONGELUKKEN TE VERMIJDEN.
ACTIVEER HERHAALDELIJK DE
REMMEN, OM DE NORMALE REM-
CONDITIES TE HERSTELLEN. VOER
DE VOORBEREIDENDE CONTROLES
UIT.
CLEAN THE VEHICLE THOROUGHLY
BEFORE POLISHING IT WITH SILICON
WAX. DO NOT USE POLISHING
PASTES ON MATT PAINTED SURFA-
CES. THE VEHICLE SHOULD NEVER
BE WASHED IN DIRECT SUNLIGHT,
ESPECIALLY DURING SUMMER, OR
WITH THE BODYWORK STILL HOT AS
THE CAR SHAMPOO CAN DAMAGE
THE PAINTWORK IF IT DRIES BE-
FORE BEING RINSED OFF.
HET OPPOETSEN MET SILICONEN-
WAS MOET UITGEVOERD WORDEN
NADAT HET VOERTUIG ZORGVUL-
DIG WERD GEWASSEN. POETS MAT-
TE LAKKEN NIET OP MET SCHUREN-
DE PASTA'S. HET WASSEN MAG
NOOIT WORDEN UITGEVOERD IN DE
ZON, VOORAL NIET IN DE ZOMER
WANNEER DE CARROSSERIE NOG
WARM IS, OMDAT DE SHAMPOO DIE
VÓÓR HET SPOELEN OPDROOGT DE
LAK KAN BESCHADIGEN.
85
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CAUTION
DO NOT USE WATER (OR LIQUIDS)
AT TEMPERATURES OVER 40°C (104°
F) WHEN CLEANING PLASTIC PARTS
OF THE VEHICLE. DO NOT AIM HIGH
PRESSURE AIR/WATER JETS OR
STEAM JETS DIRECTLY ONTO THE
FOLLOWING PARTS: WHEEL HUBS,
CONTROLS ON THE RIGHT AND LEFT
SIDE OF THE HANDLEBAR, BEAR-
INGS, BRAKE PUMPS, EXHAUST SI-
LENCER. DO NOT USE ALCOHOL OR
SOLVENTS TO CLEAN ANY RUBBER
OR PLASTIC SADDLE COMPO-
NENTS: USE WATER AND MILD
SOAP.
CAUTION
DO NOT APPLY PROTECTIVE WAX
ON THE SADDLE AS IT MAY BECOME
SLIPPERY.
LET OP
GEBRUIK GEEN WATER (OF VLOEI-
STOFFEN) MET EEN TEMPERATUUR
HOGER DAN 40°C (104°C) VOOR DE
REINIGING VAN DE PLASTIC DELEN
VAN HET VOERTUIG. RICHT DE WA-
TERSTRALEN OF PERSLUCHT OF
DAMP NIET OP DE VOLGENDE DE-
LEN: NAVEN VAN DE WIELN, COM-
MANDO'S OP DE RECHTER EN LIN-
KER KANT VAN HET STUUR, LA-
GERS, REMPOMPEN, UITLAAT VAN
DE KNALDEMPER. VOOR DE REINI-
GING VAN DE RUBBEREN EN PLAS-
TIC DELEN EN VAN HET ZADEL MAG
MEN GEEN ALCOHOL OF OPLOSMID-
DELEN GEBRUIKEN; GEBRUIK
DAARENTEGEN WATER EN NEUTRA-
LE ZEEP.
LET OP
BRENG OP HET ZADEL GEEN BE-
SCHERMENDE WAS AAN OM TE VER-
MIJDEN DAT HET GAAT SCHUIVEN.
Transport
During transport the vehicle must be well
secured in an upright position and first
Vervoer
Tijdens de verplaatsing moet het voertuig
in verticale positie blijven, goed veran-
86
4 Maintenance / 4 Onderhoud
gear must be engaged, to avoid fuel, oil
and coolant leaks.
kerd zijn en in de eerste versnelling ge-
plaatst worden, om eventuele lekken van
brandstof, olie en koelvloeistof te vermij-
den.
Transmission chain
This vehicle is equipped with a chain
without O-rings and with master link.
EXCESSIVE CHAIN SLACKENING
MAY CAUSE IT TO COME OFF THE
PINION OR THE CROWN, WHICH IN
TURN COULD CAUSE AN ACCIDENT
OR SERIOUSLY DAMAGE THE VEHI-
CLE. CHECK THE CHAIN SLACK ON A
REGULAR BASIS AND ADJUST IT AS
NECESSARY. TO CHANGE THE
CHAIN TAKE YOUR VEHICLE TO AN
Official aprilia Dealer, WHO WILL
PROVIDE ACCURATE, PROMPT
SERVICE.
CAUTION
INCORRECTLY EFFECTED MAINTE-
NANCE MAY CAUSE EARLY WEAR
OF THE CHAIN AND OR DAMAGE THE
PINION AND/OR THE CROWN. PER-
FORM MAINTENANCE OPERATIONS
MORE FREQUENTLY IF YOU RIDE
Transmissieketting
Dit voertuig heeft een ketting zonder O-
Ring met koppelingsschakel.
EEN EXCESSIEVE LOSSING VAN DE
KETTING KAN ZE VAN HET RONDSEL
OF VAN DE KROON DOEN KOMEN,
EN EEN ONGEVAL OF ERNSTIGE
SCHADE AAN HET VOERTUIG VER-
OORZAKEN. CONTROLEER REGEL-
MATIG DE SPELING, EN VOER INDIEN
NODIG DE REGELING UIT. VOOR DE
VERVANGING VAN DE KETTING
WENDT MEN ZICH UITSLUITEND TOT
EEN Officiële aprilia Dealer, DIE EEN
SNELLE EN VERZORGDE SERVICE
ZAL GARANDEREN.
LET OP
EEN NIET UITGEVOERD ONDER-
HOUD KAN VOORTIJDIGE SLIJTAGE
VAN DE KETTING VEROORZAKEN
EN/OF HET RONDSEL EN/OF DE
KROON BESCHADIGEN. VOER DE
87
4 Maintenance / 4 Onderhoud
THE VEHICLE IN EXTREME AMBIENT
CONDITIONS.
HANDELINGEN VAN HET ONDER-
HOUD REGELMATIGER UIT ALS HET
VOERTUIG BIJ ZWARE WEERSOM-
STANDIGHEDEN GEBRUIKT WORDT.
04_35
Chain backlash check (04_35)
To check backslash:
Stop the engine.
Place the vehicle upright on a
specific stand.
Engage neutral gear.
Check that vertical oscillation at
the middle point between pinion
and crown on the lower part of
the chain is of about 20 ÷ 25 mm
(0.79 ÷ 0.98 in).
Move the vehicle forward so as
to check vertical oscillation in
other positions too. Backslash
should remain constant during
all wheel rotation phases.
If the slack is uniform, but higher or lower
than 20 ÷ 25 mm (0.79 ÷ 0.98 in), adjust
it as required.
CAUTION
IF CLEARANCE IS GREATER AT
SOME POSITIONS, THIS MEANS
THAT SOME CHAIN LINKS ARE FLAT-
TENED OR JAMMED.
Controle van de speling van de
ketting (04_35)
Voor de controle van de speling:
Leg de motor stil.
Plaats het voertuig verticaal
door de daarvoor bestemde
steun te gebruiken.
Plaats de hendel van de ver-
snellingsbak in vrij.
Controleer of de verticale
schommeling, in een tussenlig-
gend punt tussen het rondsel en
de kroon in de onderste vertak-
king van de ketting, ongeveer 20
÷ 25 mm (0.79 ÷ 0.98 in) be-
draagt.
Verplaats het voertuig vooruit,
zodat de verticale schommeling
van de ketting ook in andere po-
sities wordt gecontroleerd; de
speling moet tijdens alle fasen
van de rotatie van het wiel cons-
tant blijven.
Wanneer de speling uniform is, maar
meer of minder dan 20 ÷ 25 mm (0.79 ÷
0.98 in) bedraagt, voert men de regeling
uit.
88
4 Maintenance / 4 Onderhoud
TO AVOID THE RISK OF SEIZURE, LU-
BRICATE THE CHAIN ON A REGULAR
BASIS.
LET OP
ALS IN BEPAALDE POSITIES EEN
GROTERE SPELING AANWEZIG IS,
ZIJN ER VERPLETTERDE OF VAST-
GELOPEN SCHAKELS AANWEZIG.
OM TE VOORKOMEN DAT DE SCHA-
KELS KUNNEN AFSLAAN, SMEERT
MEN REGELMATIG DE KETTING.
04_36
04_37
Chain backlash adjustment
(04_36, 04_37)
If you need to adjust chain tension after
the check:
Place the vehicle upright on a
specific stand.
Loosen the nut (1) completely.
Loosen both lock nuts (4).
Actuate on the set screws (5)
and adjust the chain backlash
checking that the references (2
- 3) match on both sides of the
vehicle.
Tighten both lock nuts (4).
Tighten the nut (1).
Check chain clearance.
NOTE
WHEEL CENTRING IS CARRIED OUT
USING THE IDENTIFIABLE FIXED
REFERENCES (2-3) INSIDE THE TEN-
SIONER PAD MOUNTS ON THE
SWINGARM ARMS, IN FRONT OF THE
WHEEL BOLT.
Regeling van de speling van
de ketting (04_36, 04_37)
Wanneer het na de controle nodig is om
de spanning van de ketting te regelen,
handelt men als volgt:
Plaats het voertuig verticaal
door de daarvoor bestemde
steun te gebruiken.
Los de blokkeermoer (1) volle-
dig.
Los de twee tegenmoeren (4).
Handel op de registers (5) en re-
gel de speling van de ketting,
door langs beide kanten van het
voertuig te controleren of dezelf-
de referenties (2 - 3) overeen-
komen.
Sluit de twee tegenmoeren (4).
Sluit de moer (1).
Controleer de speling van de
ketting.
N.B.
VOOR HET CENTREREN VAN HET
WIEL ZIJN ER VASTE REFERENTIES
89
4 Maintenance / 4 Onderhoud
Locking torques (N*m)
Wheel nut (1)
120 Nm (88.5 lbf ft).
(2-3) VOORZIEN, DIE MEN IN DE ZIT-
TEN VAN DE SLEDEN VAN DE KET-
TINGSPANNER OP DE ARMEN VAN
DE VORK VINDT, VÓÓR DE WIELPIN.
Aandraaikoppels (N*m)
Moer van het wiel (1)
120 Nm (88.5 lbf ft).
Checking wear of chain, front
and rear sprockets (04_38)
Also check the following parts and make
sure that the chain, pinion and crown do
not have:
Damaged rollers.
Loosened pins.
Dry, rusty, flattened or jammed
chain links.
Excessive wear.
Excessively worn or damaged
pinion or crown teeth.
CAUTION
IF THE CHAIN ROLLERS ARE DAM-
AGED AND/OR THE PINS ARE
LOOSE, THE ENTIRE CHAIN ASSEM-
BLY (PINION, CROWN AND CHAIN)
SHOULD BE REPLACED.
Controle van het gebruik van
de ketting, het tandrad en
kroon (04_38)
Controleer bovendien de volgende delen,
en controleer of de ketting, het rondsel en
de kroon geen:
Beschadigde rollen hebben.
Geloste pinnen hebben.
Droge, verroeste, samenge-
drukte of afgeslagen schakels
hebben.
Excessieve slijtage vertonen.
Excessief versleten of bescha-
digde rondsel- of kroontanden
hebben.
LET OP
ALS DE ROLLEN VAN DE KETTING
BESCHADIGD ZIJN EN/OF DE PINNEN
GELOST ZIJN, MOET DE VOLLEDIGE
GROEP VAN DE KETTING VERVAN-
GEN WORDEN (RONDSEL, KROON
EN KETTING).
90
4 Maintenance / 4 Onderhoud
04_38
Check the chain upper slider (1)
for wear, as well as the chain
guide slider (2), the lower slider
(3) and the chain roller (4).
CAUTION
LUBRICATE THE CHAIN ON A REGU-
LAR BASIS, PARTICULARLY IF YOU
FIND DRY OR RUSTY PARTS. FLAT-
TENED OR JAMMED CHAIN LINKS
MUST LUBRICATED AND REPAIRED.
IF REPAIR IS NOT POSSIBLE, CON-
TACT AN Official aprilia Dealer TO
HAVE IT REPLACED.
Controleer de slijtage van het
glijvlak van de ketting (1), van
het glijvlak van het oog van de
ketting (2), van het onderste glij-
vlak (3) en van de rol van de
ketting (4).
LET OP
SMEER DE KETTING REGELMATIG,
VOORAL WANNEER MEN DROGE OF
VERROESTE DELEN OPMERKT. DE
SAMENGEDRUKTE OF AFGESLA-
GEN SCHAKELS MOETEN GE-
SMEERD WORDEN EN OPNIEUW IN
WERKCONDITIES GEBRACHT WOR-
DEN. WANNEER DIT NIET MOGELIJK
ZOU ZIJN, WENDT MEN ZICH TOT
EEN Officiële aprilia Dealer, DIE ZAL
ZORGEN VOOR DE VERVANGING.
Chain lubrication and cleaning
Lubricate the chain whenever necessary.
Lubricate the chain with chain spray
grease. Do not wash the chain with water
jets, vapour jets, high-pressure water jets
and highly flammable solvents.
BE EXTREMELY CAREFUL WHEN AD-
JUSTING, LUBRICATING, WASHING
AND REPLACING THE CHAIN.
Smering en reiniging van de
ketting
Smeer de ketting elke keer dit nodig is.
Smeer de ketting met een vetspray voor
kettingen. Was de ketting absloluut niet
met waterstralen, dampstralen, water-
stralen onder hoge druk en met oplos-
middelen met hoge ontvlambaarheids-
graad.
WEES ZEER VOORZICHTIG BIJ DE
REGELING, DE SMERING, HET WAS-
91
4 Maintenance / 4 Onderhoud
CLEAN THE CHAIN WITHOUT O-
RINGS AT REGULAR INTERVALS US-
ING PETROLEUM AND LUBRICATE IT
AFTERWARDS.
SEN EN DE VERVANGING VAN DE
KETTING.
DE KETTING ZONDER OR MOET RE-
GELMATIG GEREINIGD WORDEN
MET PETROLEUM, EN MOET DAAR-
NA GESMEERD WORDEN.
92
4 Maintenance / 4 Onderhoud
MXV 450
Chap. 05
Technical data
Hst. 05
Technische
gegevens
93
WEIGHT AND DIMENSIONS
Max. length 2190 mm (86.22 in)
Max. width (to brakes levers) 815 mm (32.09 in)
Max. height 1285 mm (50.59 in)
Saddle height 960 mm (37.79 in)
Wheelbase 1499 mm (59.01 in)
Minimum ground clearance 340 mm (13.38 in)
Kerb weight (full tank) 112.7 kg (248.5 lb)
AFMETINGEN EN GEWICHT
Max lengte 2190 mm (86.22 inch)
Max. breedte (bij de remhendels) 815 mm (32.09 inch)
Max hoogte 1285 mm (50.59 inch)
Hoogte tot het zadel 960 mm (37.79 inch)
Asafstand 1499 mm (59.01 inch)
Minimum vrije hoogte vanaf de
grond
340 mm (13.38 inch)
Gewicht per versnellingsorde (met
volle benzinetank)
112,7 kg (248.5 lb)
FUEL SUPPLY
Diffuser Ø 38 mm (1.49 in)
Fuel supply premium unleaded petrol,
minimum octane rating of 95
(NORM) and 85 (NOMM)
Fuel supply system Ignition-injection control integrated
system.
VOEDING
Diffusor Ø 38 mm (1.49 in)
VOEDING Loodvrije superbenzine, met een
minimum octaangehalte van 95
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
Voedingssysteem Geïntegreerd besturingssysteem
van de ontsteking en de
elektronische injectie
94
5 Technical data / 5 Technische gegevens
CHASSIS AND SUSPENSIONS
Chassis - type Steel and aluminium perimetric
frame
Steering inclination angle 26.2°
Trail 111 mm (4.37 in)
Front suspension Marzocchi upside-down fork, Ø 50
mm (1.97 in) with adjustable
compression damping and return.
Front suspension travel 302 mm (11.89 in)
Rear suspension Pro-Link with Sachs single shock
absorber, with adjustable in
compression damping (low and
high speeds) and return.
Rear suspension travel 310 mm (12.20 in)
FRAME EN OPHANGINGEN
Frame - type Omtrek in staal en aluminium
Hellingshoek van het stuur 26,2 °
Voorloop 111 mm (4.37 inch)
Voorste ophanging Omgekeerde vork 50 mm (1.97 in)
Marzocchi met regeling van de
compressie en de terugkeer.
Verplaatsing van de voorste
ophanging
302 mm (11.89 inch)
Achterste ophanging Pro-Link met monoschokdemper
Sachs, regelbaar voor de
compressie (laag aan hoge
snelheid) en de terugkeer.
Verplaatsing van de achterste
ophanging
310 mm (12.20 inch)
CAPACITY
Fuel tank capacity (including
reserve)
7.4 l (1.63 UKgal)
Engine oil capacity, replacing the
oil filter
1200 cm³ (73.23 cu.in)
Gearbox oil 650 cm³ (39.66 cu.in)
Coolant capacity 1.2 l (0.26 Ukgal) (50% water +
50% antifreeze solution with
ethylene glycol)
CAPACITEIT
Capaciteit van de brandstoftank
(inclusief de reserve)
7,4 l (1.63 UK gal)
Inhoud motorolie, met vervanging
van de filter
1200 cc (73.23 cu in)
Olie van de versnellingsbak 650 cc (39.66 cu in)
Capaciteit van de koelvloeistof 1,2 l (0.26 gal) (50% water + 50%
antivries met ethyleenglycol)
95
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Seats 1 Plaatsen 1
BRAKES
Front brake Ø 270 mm (Ø 10.63 in) disc brake
with hydraulic transmission
Rear brake Ø 240 mm (Ø 9.45 in) disc brake
with hydraulic transmission
REMMEN
Voorrem met schijf - Ø 270 mm (Ø 10.63 in),
met hydraulische transmissie
Achterrem met schijf - Ø 240 mm (Ø 9.45 in),
met hydraulische transmissie
WHEELS AND TYRES
Wheel rims with spokes
Front wheel rim 1.60 x 21
Rear wheel rim 2.15 x 19"
Tyres - type Dunlop
Front tyre 80/100-21 51M
Front tyre inflation pressure 1.0 bar (100 kPa) (14.5 PSI)
Rear tyre 110/90-19 62M
Rear tyre inflation pressure 1.0 bar (100 kPa) (14.5 PSI)
WIELEN EN BANDEN
Wielvelgen met spaken
Velg van het voorwiel 1,60 x 21"
Velg van het achterwiel 2,15 x 19"
Banden - type Dunlop
Voorband 80/100-21 51M
Spanning van de voorband 1,0 bar (100 kPa) (14.5 PSI)
Achterband 110/90-19 62M
Spanning van de achterband 1,0 bar (100 kPa) (14.5 PSI)
96
5 Technical data / 5 Technische gegevens
ENGINE
Model MXV 450
ENGINE 77° V-twin, 4-stroke, 4 valves per
cylinder, single overhead
camshaft.
Cylinder quantity 2
Overall engine capacity 449 cm³ (27.40 cu.in)
Bore/stroke 76 mm / 49.5 mm (2.99 in / 1.95 in)
Compression ratio 13 ÷ 1
Squish 1 mm (0.039 in)
Start-up Foot pedal
Engine revs at idle speed Mapped according to coolant
temperature
Clutch 8 discs in oil bath
Lubrication system Pressure-fed circuit, dry sump
system with internal reservoir
Air filter Sponge
Cooling Coolant
Valid values with checking
clearance between rocking levers
and valve
inlet: 0.08 - 0.13 mm (0.0031 -
0.0051 in)
outlet: 0.18 - 0.23 mm (0.0071 -
0.0091 in)
MOTOR
Model MXV 450
Motor Bicilindrisch 4-takt in V van 77°, 4-
takt met 4 kleppen per cilinder,
monoas met nokken in de kop.
Aantal cilinders 2
Complessieve cilinderinhoud 449 cc (27.40 cu in)
Boring/loop 76 mm / 49,5 mm (2.99 in / 1.95 in)
Compressieverhouding 13 ÷ 1
Squish 1 mm (0.039 inch)
Start Met pedaal
Toerental van de motor bij het
minimumtoerental
Gelokaliseerd in functie van de
temperatuur van de koelvloeistof
Koppeling 8 schijven in oliebad
Smeersysteem Circuit onder druk in droge carter
met intern reservoir
Luchtfilter In spons
Koeling Met vloeistof
De waarden hebben een
controlespeling tussen de
balanceringen en de klep
aanzuiging: 0,08 - 0,13 mm
(0.0031 - 0.0051 in)
uitlaat: 0,18 - 0,23 mm (0.0071 -
0.0091 in)
97
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Gear mechanical, 4 speeds with foot
lever on the left hand side of the
engine
Gear lubrication Oil splash lubrication
Gear ratio Primary: 23/65 = 1 : 2.83
Final: 14/49 = 1 : 3.50
1st 14/29 = 1 : 2.07
2nd 15/26 = 1 : 1.73
3rd 17/25 = 1 : 1.47
4th 19/24 = 1 : 1,26
Drive chain Regina chain without O-rings 5/8"
x 1/4" 114 links
Versnellingsbak mechanisch met 4 versnellingen
met pedaalcommando op de linker
kant van de motor
Smering van de versnellingsbak Olie met schudding
Transmissieverhouding Primaire: 23/65= 1: 2,83
Eind: 14/49= 1: 3,50
1ste 14/29= 1: 2,07
15/26= 1: 1,73
17/25= 1: 1,47
19/24= 1: 1,26
Transmissieketting Ketting Regina zonder OR 5/8" x
1/4" 114 schakels
ELECTRICAL COMPONENTS
Ignition Electronic, digital (batteryless)
Standard spark plug NGK CR8EKB
Spark plug electrode gap 0.7 ± 0.8 mm (0.028 in ± 0.031 in)
Main fuse 30 A
(Permanent magnet) Generator Kokusan 220 W
ELEKTRISCHE ONDERDELEN
Ontsteking Digitale elektronica (batteryless)
Standaardbougie NGK CR8EKB
Elektrodenafstand van de bougies 0,7 - 0,8 mm (0.028 in - 0.031 in)
Hoofdzekering 30 A
Generator (met permanente
magneet)
Kokusan 220 W
98
5 Technical data / 5 Technische gegevens
05_01
Kit equipment (05_01)
The vehicle is supplied with the following
toolkit:
1. 16-mm BOX-SPANNER
2. SPOKE WRENCH FOR 6.2 -
6.4 NIPPLE
3. 13-mm FLAT WRENCH
4. TOOLKIT POUCH
Bijgeleverd gereedschap
(05_01)
IN HET GEREEDSCHAPSETUI IS HET
VOLGENDE AANWEZIG:
1. BUISSLEUTEL VAN 16
2. SPANSLEUTEL VOOR NIP-
PEL 6.2 - 6.4
3. PLATTE SLEUTEL VAN 13
4. GEREEDSCHAPSTAS
This vehicle is supplied with a number of
accessories not installed:
cross stand,
power supply cable,
programming cable,
Injection ECU management
software CD.
Dit voertuig wordt geleverd met een
reeks accessoires die niet geïnstalleerd
zijn:
standaard cross,
stroomkabel,
kabel voor de programmering,
CD software voor de besturing
van de injectiecentrale.
99
5 Technical data / 5 Technische gegevens
100
5 Technical data / 5 Technische gegevens
MXV 450
Chap. 06
Programmed
maintenance
Hst. 06
Gepland
onderhoud
101
Scheduled maintenance table
NOTE
CARRY OUT MAINTENANCE OPERA-
TIONS AT HALF THE INTERVALS
RECOMMENDED IF THE VEHICLE IS
USED IN WET OR DUSTY AREAS, OFF
ROAD OR FOR SPORTING APPLICA-
TIONS.
Tabel gepland onderhoud
N.B.
WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF
STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE-
GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF
RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS-
HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN
HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL
UITGEVOERD WORDEN.
PERIODIC MAINTENANCE CHART EXPRESSED IN HOURS OF OPERATION
Hours of operation Every 2.5 Every 7.5 Every 15 Every 22.5 Every 45
Shock absorber (remark 7) I
Rear shock absorber connecting rods (remark 5) L
Connecting rod bushings I
SPARK PLUGS I R
Cylinder liners I
Filter casing (check bleed pipe) I
Drive chain (remark 1) I - L
Timing system chain and sliders I
Clutch control I
Electrical contacts and switches I
Camshaft bearings I
102
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Hours of operation Every 2.5 Every 7.5 Every 15 Every 22.5 Every 45
Rear wheel bearings R
Steering head bearings I
Main-side crankshaft bearing (balls) I
Nuts, bolts and fixing elements I
Chain tensioner toothing I
Clutch discs - wear I
Air filter (remark 1) C
Engine oil filter (remarks 2-3) R
Throttle grip operation I
Swingarm L
Oil jets C
Valve clearance (remark 4) I
Oil pumps - gears and rotors I
Gearbox - gears and selector I
Start-up - gears and components I
Brake fluid (remark 2) I
Radiator coolant (remark 2) I
Clutch springs - yielding I
Springs, valves and washers I
Gearbox oil (remarks 2-3) R
Fork oil R
Engine oil (remarks 2-3) R
103
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Hours of operation Every 2.5 Every 7.5 Every 15 Every 22.5 Every 45
Drive chain slider (remark 5) I
Lower slider (remark 5) I
Clutch lever pin L
Pinion and crown (remark 5) I
Piston pin and piston rings R
Fuel pump I
Wheels / tyres I
Timing system rocking levers rollers I
COOLING SYSTEM I
Braking system (remark 5) I
Cover screws tightening (remark 4) I
Throttle body screws tightening I
Brake disc thickness (remark 1) I
Brake pad thickness (remark 1) I
Fork bleeding I
Valves and valve guides sealing I
Blow-by pipe I
Throttle grip cables transmission I
Fuel piping I
Exhaust pipe / silencer (remark 6) I
Camshaft wear I
Break pad wear I
104
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Hours of operation Every 2.5 Every 7.5 Every 15 Every 22.5 Every 45
Cotters, valves and bowls wear I
Oil pressure regulating valve I
I: INSPECT AND CLEAN, ADJUST, LUBRICATE OR REPLACE IF NECESSARY
C: CLEAN, R: REPLACE, L: LUBRICATE
(remark 1) Clean / grease / lubricate after every 30 minutes given difficult ambient conditions
(remark 2) Replace once a year
(remark 3) Replace after run-in
(remark 4) Check after run-in
(remark 5) Clean / grease / lubricate after every race or 2.5 hours given difficult ambient conditions.
(remark 6) Replace acoustic insulation material every 22.5 hours or every 9 races.
(remark 7) Change shock absorber oil every 45 hours or 18 races, or when you notice loss of oil efficiency.
KAART VAN HET PERIODIEK ONDERHOUD IN GEBRUIKSUREN
Gebruiksuren Elke 2,5 Elke 7,5 Elke 15 Elke 22,5 Elke 45
Schokdemper I
Stangenstelsel achterste schokdemper (opmerking5) L
Kussenblokken van de drijfstang I
Bougies I R
Cilinderpijpen I
Filterkist (controle ontluchtingsbuis) I
Transmissieketting (opmerking 1) I - L
Kettingen en glijvlakken voor de distributie I
105
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Gebruiksuren Elke 2,5 Elke 7,5 Elke 15 Elke 22,5 Elke 45
Commando van de koppeling I
Elektrische contacten en schakelaars I
Kussentjes van de nokkenassen I
Kussentjes van het achterwiel R
Kussentjes van de stuurkop I
Kussentje van de drijfas aan de primaire zijde (kogels) I
Moeren schroefbouten bevestigingslementen I
Tanden van de kettingspanner I
Koppelingsschijven - slijtage I
Luchtfilter (opmerking 1) C
Filter motorolie (opmerking 2-3) R
Werking van de gashendel I
Vork L
Oliesproeiers C
Kleppenspeling (opmerking 4) I
Raderwerken en rotoren van de oliepompen I
Raderwerken van de versnellingsbak en commando van de
versnellingsbak
I
Raderwerken en onderdelen voor de start I
Remvloeistof (opmerking 2) I
Koelvloeistof radiator (opmerking 2) I
Veren van de koppeling - verzwakking I
106
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Gebruiksuren Elke 2,5 Elke 7,5 Elke 15 Elke 22,5 Elke 45
Veren van de kleppen en schijven I
Olie versnellingsbak (opmerking 2-3) R
Olie van de vork R
Motorolie (opmerking 2-3) R
Schijf van de transmissieketting (opmerking5) I
Onderste schijf (opmerking5) I
Pin van de koppelingshendel L
Rondsel en kroon (opmerking 5) I
Zuiger van de zuigerpen en elastische klemmen R
Brandstofpomp I
Wielen/banden I
Rollen van de balanceringen voor de distributie I
Koelsysteem I
Remsysteem (opmerking5) I
Sluiting van de bouten van de deksels (opmerking 4) I
Sluiting van de bouten van de vlinderromp I
Dikte van de remschijven (opmerking 1) I
Dikte van de rempastilles (opmerking 1) I
Ontluchting van de vork I
Dichting van de kleppen, kleppengeleider I
Buis blow-by I
Transmissie kabels gashendel I
107
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Gebruiksuren Elke 2,5 Elke 7,5 Elke 15 Elke 22,5 Elke 45
Benzineleidingen I
Uitlaat / knaldemper (opmerking 6) I
Slijtage van de nokkenassen I
Slijtage van remblokjes I
Slijtage van de halfkegels en de bekertjes I
Overdrukklep olie I
I: CONTROLEREN EN REINIGEN, REGELEN, SMEREN OF VERVANGEN INDIEN NODIG
C: REINIGEN, R: VERVANGEN, L: SMEREN
(opmerking1) Reinigen / invetten / smeren na elke 30 minuten bij moeilijke weersomstandigheden
(opmerking2) Vervang elk jaar
(opmerking3) Vervang na het inrijden
(opmerking4) Controleer na het inrijden
(opmerking5) Reinigen / invetten / smeren na elke 2,5 uren bij moeilijke weersomstandigheden
(opmerking6) Vervang het geluiddempend materiaal elke 22,5 uren of elke 9 wedstrijden.
(opmerking 7) Vervang de olie van de schokdempers elke 45 uren of 18 wedstrijden, of indien noodzakelijk wanneer de prestaties verminderen.
PERIODIC MAINTENANCE CHART EXPRESSED IN NUMBER OF RACES
Number of races
Every
race
Every 3
races
Every 6
races
Every 9
races
Every 18
races
Shock absorber (remark 7) I
Rear shock absorber connecting rods (remark 5) L
Connecting rod bushings I
108
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Number of races
Every
race
Every 3
races
Every 6
races
Every 9
races
Every 18
races
SPARK PLUGS I R
Cylinder liners I
Filter casing (check bleed pipe) I
Drive chain (remark 1) I - L
Timing system chain and sliders I
Clutch control I
Electrical contacts and switches I
Camshaft bearings I
Rear wheel bearings R
Steering head bearings I
Main-side crankshaft bearing (balls) I
Nuts, bolts and fixing elements I
Chain tensioner toothing I
Clutch discs - wear I
Air filter (remark 1) C
Engine oil filter (remarks 2-3) R
Throttle grip operation I
Swingarm L
Oil jets C
Valve clearance (remark 4) I
Oil pumps - gears and rotors I
109
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Number of races
Every
race
Every 3
races
Every 6
races
Every 9
races
Every 18
races
Gearbox - gears and selector I
Start-up - gears and components I
Brake fluid (remark 2) I
Radiator coolant (remark 2) I
Clutch springs - yielding I
Springs, valves and washers I
Gearbox oil (remarks 2-3) R
Fork oil R
Engine oil (remarks 2-3) R
Drive chain slider (remark 5) I
Lower slider (remark 5) I
Clutch lever pin L
Pinion and crown (remark 5) I
Piston pin and piston rings R
Fuel pump I
Wheels / tyres I
Timing system rocking levers rollers I
COOLING SYSTEM I
Braking system (remark 5) I
Cover screws tightening (remark 4) I
Throttle body screws tightening I
110
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Number of races
Every
race
Every 3
races
Every 6
races
Every 9
races
Every 18
races
Brake disc thickness (remark 1) I
Brake pad thickness (remark 1) I
Fork bleeding I
Valves and valve guides sealing I
Blow-by pipe I
Throttle grip cables transmission I
Fuel piping I
Exhaust pipe / silencer (remark 6) I
Camshaft wear I
Break pad wear I
Cotters, valves and bowls wear I
Oil pressure regulating valve I
KAART VAN HET PERIODIEK ONDERHOUD IN AANTAL WEDSTRIJDEN
Aantal wedstrijden
Elke
wedstrijd
Elke 3
wedstrijd
en
Elke 6
wedstrijd
en
Elke 9
wedstrijd
en
Elke 18
wedstrijd
en
Schokdemper I
Stangenstelsel achterste schokdemper (opmerking5) L
Kussenblokken van de drijfstang I
Bougies I R
Cilinderpijpen I
111
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Aantal wedstrijden
Elke
wedstrijd
Elke 3
wedstrijd
en
Elke 6
wedstrijd
en
Elke 9
wedstrijd
en
Elke 18
wedstrijd
en
Filterkist (controle ontluchtingsbuis) I
Transmissieketting (opmerking 1) I - L
Kettingen en glijvlakken voor de distributie I
Commando van de koppeling I
Elektrische contacten en schakelaars I
Kussentjes van de nokkenassen I
Kussentjes van het achterwiel R
Kussentjes van de stuurkop I
Kussentje van de drijfas aan de primaire zijde (kogels) I
Moeren schroefbouten bevestigingslementen I
Tanden van de kettingspanner I
Koppelingsschijven - slijtage I
Luchtfilter (opmerking 1) C
Filter motorolie (opmerking 2-3) R
Werking van de gashendel I
Vork L
Oliesproeiers C
Kleppenspeling (opmerking 4) I
Raderwerken en rotoren van de oliepompen I
Raderwerken van de versnellingsbak en commando van de
versnellingsbak
I
112
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Aantal wedstrijden
Elke
wedstrijd
Elke 3
wedstrijd
en
Elke 6
wedstrijd
en
Elke 9
wedstrijd
en
Elke 18
wedstrijd
en
Raderwerken en onderdelen voor de start I
Remvloeistof (opmerking 2) I
Koelvloeistof radiator (opmerking 2) I
Veren van de koppeling - verzwakking I
Veren van de kleppen en schijven I
Olie versnellingsbak (opmerking 2-3) R
Olie van de vork R
Motorolie (opmerking 2-3) R
Schijf van de transmissieketting (opmerking5) I
Onderste schijf (opmerking5) I
Pin van de koppelingshendel L
Rondsel en kroon (opmerking 5) I
Zuiger van de zuigerpen en elastische klemmen R
Brandstofpomp I
Wielen/banden I
Rollen van de balanceringen voor de distributie I
Koelsysteem I
Remsysteem (opmerking5) I
Sluiting van de bouten van de deksels (opmerking 4) I
Sluiting van de bouten van de vlinderromp I
Dikte van de remschijven (opmerking 1) I
113
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Aantal wedstrijden
Elke
wedstrijd
Elke 3
wedstrijd
en
Elke 6
wedstrijd
en
Elke 9
wedstrijd
en
Elke 18
wedstrijd
en
Dikte van de rempastilles (opmerking 1) I
Ontluchting van de vork I
Dichting van de kleppen, kleppengeleider I
Buis blow-by I
Transmissie kabels gashendel I
Benzineleidingen I
Uitlaat / knaldemper (opmerking 6) I
Slijtage van de nokkenassen I
Slijtage van remblokjes I
Slijtage van de halfkegels en de bekertjes I
Overdrukklep olie I
RECOMMENDED PRODUCTS TABLE
Product Description Specifications
AGIP RACING 4T 10W-60 Engine oil Use top-branded oils that meet or exceed the
CCMC G-4 API SG. SAE 10W-60
specifications requirements
AGIP GEAR SYNTH SAE 75W-90 Gearbox oil API GL4, GL5
SPECIAL AGIP PERMANENT fluid Coolant Ready for use mixed biodegradable coolant
with "long life" technology and characteristics
114
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Product Description Specifications
(red). Freezing protection up to -40°C. In
compliance with the CUNA 956-16 standard.
AGIP BRAKE 4 Brake fluid As an alternative to the recommended fluid,
other fluids that meet or exceed the specified
requirements may be used. SAE J1703,
NHTSA 116 DOT 4, ISO 4925 Synthetic fluid
AGIP MP GREASE Grease for bearings, joints, couplings and
levers
Alternatively to the recommended product, use
top-branded grease for roller bearings, useful
temperature range: -30°C...+140°C (-22°F...
+284°F), drop point: 150°C...230°C (302°F...
446°F), high anticorrosive protection, good
water and rust resistance.
AGIP FORK 7.5W Fork oil SAE 7.5W
CHAIN GREASE Chain spray grease Spray lubricating grease for chains, adhesive
and anti-spill. Recommended for all types of
chains, including those with O-ring gaskets.
High adhesive strength. A thin and resistant
layer protects chains against wear, reduces
stretching and keeps them flexible
TABEL MET AANBEVOLEN PRODUCTEN
Product Beschrijving Kenmerken
AGIP RACING 4T 10W-60 Motorolie Gebruik merkolies met conforme of hogere
prestaties dan de specifieken CCMC G-4 A.P.I.
SG. SAE 10W-60
AGIP GEAR SYNTH SAE 75W-90 Olie voor de versnellingsbak API GL4, GL5
AGIP PERMANENT SPEZIAL Koelvloeistof Biologisch afbreekbare koelvloeistof,
gebruiksklaar, met "long life" technologie en
115
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
Product Beschrijving Kenmerken
kenmerken (rood). Verzekert een bescherming
tegen vriestemperaturen tot -40°. Beantwoordt
aan de norm CUNA 956-16.
AGIP BRAKE 4 remvloeistof In plaats van de aanbevolen vloeistof kan men
vloeistoffen gebruiken met conforme of hogere
prestaties dan de specifieken. Synthetische
vloeistof SAE J1703, NHTSA 116 DOT 4, ISO
4925
AGIP MP GREASE Vet voor kussentjes, koppelingen,
knooppunten en hefsystemen
In plaats van het aanbevolen product, gebruikt
men merkvet voor draaiende kussentjes, met
bruikbaar temperatuursveld -30°C...+140°C
(-22°F...+284°F), druppelpunt 150°C...230°C
(302°F...446°F), hoge
anticorrosiebescherming, goede weerstand
tegen water en oxidatie.
AGIP FORK 7.5W Olie van de vork SAE 7,5W
CHAIN GREASE Vetspray voor kettingen Spray met smeermiddel voor kettingen, hecht
maar druipt niet. Aanbevolen voor alle types
van kettingen, inclusief kettingen met O-Ring
pakkingen. Hoog hechtend vermogen. Laat
een dunne en bestendige film achter die de
ketting beschermt tegen slijtage, beperkt de
verlenging en behoudt de flexibiliteit
116
6 Programmed maintenance / 6 Gepland onderhoud
TABLE OF CONTENTS
A
Air filter: 60
B
Brake: 12, 66, 79
C
Chain: 8791
Clutch: 12
Clutch fluid: 12
Coolant: 9, 63, 64
D
Disc brake: 79
E
Engine oil: 11, 46, 4850
Engine stop: 24
F
Fork: 37
Fuel: 8
Fuses: 76
G
Gearbox oil: 11, 53
I
Identification: 25
M
Maintenance: 45, 101, 102
O
Oil filter: 50
S
Saddle: 25
Scheduled maintenance:
102
Shock absorbers: 33, 36
Spark plug: 56
T
Technical data: 93
Transmission: 87
117
118
TREFWOORDENREGISTER
B
BOUGIE: 56
Brandstof: 8
I
Identificatie: 25
K
Ketting: 8891
Koelvloeistof: 9, 61, 63, 64
L
Luchtfilter: 60
M
Motorolie: 11, 46, 48, 49
O
Oliefilter: 50
Onderhoud: 45, 101, 102
R
Remvloeistof: 72
S
Schijfrem: 79
Schokdempers: 36
T
Technische gegevens: 93
Z
Zadel: 25
Zekeringen: 76
119
THE VALUE OF SERVICE
As a result of continuous technical updates and specific mechanic training programs for aprilia products, only aprilia Official Network mechanics know this vehicle fully and have the special tools
necessary to carry out maintenance and repair operations correctly.
The reliability of the vehicle also depends on its mechanical state. Checking the vehicle before riding, its regular maintenance and using only Original aprilia Spare Parts are essential!
For information about the nearest Official Dealer and/or Service Centre, consult the Yellow Pages or search directly on the inset map in our Official Website:
www.aprilia.com
Only by requesting aprilia Original Spare Parts can you be sure of purchasing products that were developed and tested during the actual vehicle design stage. All aprilia Original Spare Parts undergo
quality control procedures to guarantee reliability and durability.
The descriptions and illustrations given in this publication are not binding; While the basic characteristics as described and illustrated in this booklet remain unchanged, aprilia reserves the right, at any
time and without being required to update this publication beforehand, to make any changes to components, parts or accessories, which it considers necessary to improve the product or which are
required for manufacturing or construction reasons.
Not all versions/models shown in this publication are available in all Countries. The availability of individual versions/models should be confirmed with the official aprilia sales network.
© Copyright 2008- aprilia. All rights reserved. Reproduction of this publication in whole or in part is prohibited. aprilia - After sales service.
The aprilia trademark is property of Piaggio & C. S.p.A.
DE WAARDE VAN DE ASSISTENTIE
Dankzij de voortdurende technische actualiseringen en de specifieke trainingsprogramma´s van de aprilia producten, kennen enkel de onderhoudsmonteurs van het Officiële Netwerk van aprilia
grondig dit voertuig, en beschikken ze over de nodige speciale uitrusting voor een correcte uitvoering van de handelingen van het onderhoud en de herstellingen.
De betrouwbaarheid van het voertuig hangt ook af van de mechanische condities van het voertuig. De controle vóór het rijden, het regelmatig onderhoud en het exclusief gebruik van de Originele
Reserveonderdelen van aprilia zijn essentiële factoren !
Voor informatie in verband met de dichtstbijzijnde Officiële dealer en/of Assistentiedienst, raadpleegt men de Gouden Gids of zoekt men rechtstreeks op de geografische kaart op onze Officiële
Website:
www.aprilia.com
Enkel wanneer men Originele aprilia Reserveonderdelen aanvraagt, zal men een product krijgen dat reeds bestudeerd en getest werd tijdens de ontwerpfase van het voertuig. De Originele aprilia
Reserveonderdelen worden systematisch onderworpen aan kwaliteitscontroleprocedures om de volledige betrouwbaarheid en de duur ervan te garanderen.
De beschrijvingen en de illustraties in deze uitgave zijn niet bindend; aprilia houdt zich derhalve het recht voor om, met behoud van de essentiële eigenschappen van het model dat hierin is beschreven
en geïllustreerd, op elk moment wijzigingen aan te brengen aan de organen, de onderdelen of de levering van accessoires naar gelang zij dit nodig acht om het product te verbeteren, of om te voldoen
aan vereisten van constructieve of commerciële aard, zonder verplicht te zijn om tijdig deze uitgave bij te werken.
Niet alle versies in deze uitgave zijn in alle landen beschikbaar. De beschikbaarheid van de afzonderlijke versies moet gecontroleerd worden via het officiële verkoopsnetwerk van aprilia.
© Copyright 2008 - aprilia. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren van de inhoud, ook van delen hiervan, is verboden. aprilia - Dienst na verkoop.
Het merk aprilia is eigendom van Piaggio & C. S.p.A.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121

APRILIA MXV 450 - Handleiding

Categorie
Motorfietsen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen