M-system FD 96 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FD 96
MFD 96
DUBBELE OVEN MET DUB-
BELE BRANDSTOFFORNUIS
Gebruiks-en
Installatievoorschriften
GAS-ELEKTROHERD MIT
DOPPELTEM BACKOFEN
MAXI-GASKOCHFELD
Gebrauchsanweisung
Installationsanleitung
CUISINIERE MAXI
AVEC DOUBLE FOUR
Mode d’emploi
Conseils pour l’installation
PLACA DE COCCIÓN MAXI
CON DOBLE HORNO Y COM-
BUSTIBLE DUAL
Instrucciones de uso
Consejos para la instalación
TWIN OVEN DUAL
FUEL MAXI COOKER
Instruction for the use
Installation advice
NL
NL
FR
ES
BE
BE
BE
2
Instruction for the use - Installation advice
English
Page 179
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Deutsch
Seite 47
Instrucciones de uso - Consejos para la instalación
Español
Página 135
Gebruiks-en installatievoorschriften
Nederlands
Bladzijde 3
Mode d’emploi - Conseils pour l’installation
Français
Page 91
3
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Nederlands
Lees de aanwijzingen met de grootste aandacht voordat u het apparaat installeert of
gebruikt.
LET OP: Dit apparaat moet in overeenstemming met de geldende voorschriften geïn-
stalleerd worden in een continu geventileerd vertrek.
Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer,
U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u
voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontwor-
pen, vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid.
Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten
zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aan-
dachtig te lezen.
De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doel-
treffende hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ont-
dekken.
Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het
werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren.
Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden
beschouwd.
Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade
wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel.
4
EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN DE OVEN
Het is aanbevolen de volgende instructies te volgen:
Monteer de laterale roosters in de oven zoals beschreven in het hoofdstuk
“ONDERHOUD”.
Plaats de roosters en de druippan.
Verwarm de lege oven op maximaal vermogen om alle vetsporen op de verwar-
mingselementen te verwijderen, zoals beschreven in het desbetreffende hoofdstuk.
Reinig de binnenzijde van de oven met een doek die u nat heeft gemaakt met water
en een neutraal detergent. Droog grondig af.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATEN
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dient u enkele levensbelangrijke voorzorgs-
maatregelen in acht te nemen.
In het bijzonder:
raak het toestel nooit aan als uw handen of voeten vochtig zijn.
gebruik het toestel nooit als u blootsvoets bent.
vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af bij schade veroorzaakt door onjuist, verkeerd
of irrationeel gebruik.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VERWERKING VAN HET PROD-
UCT IN OVEREENSTEMMING MET DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EC.
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huis-
houdelijke afval worden verwerkt. Het moet naar een speciaal centrum
voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of
naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken
van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen
voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking
ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat
teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van
energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot geschei-
den verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op
het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak
aangebracht.
5
BELANGRIJKE RAADGEVINGEN
Controleer na het uitpakken of het toestel volledig en onbeschadigd is.
Gebruik het niet bij twijfel, maar wend u tot een doorverkoper of roep er een vakkun-
dig technicus bij.
De verpakkingsonderdelen (plastic zakken, polystyreen, spijkers, sluitstrips, enz.)
moeten buiten het bereik van kinderen worden gehouden, want zij vormen een
potentiele bron van gevaar.
Probeer mooit de technische kenmerken van het toestel te veranderen want dat kan
gevaar inhouden.
Ga nooit over tot onderhoud of reiniging van het toestel zonder dat u het vooraf van
het stroomnet heeft afgekoppeld.
Als u beslist het toestel niet meer te gebruiken of als u uw oude toestel wil opruimen,
is het aanbevolen het eerst onbruikbaar te maken op de manier die is bepaald door
de geldende normen inzake gezondheids-en milieubescherming. Onderdelen die een
gevaar voor kinderen kunnen betekenen, moeten onschadelijk worden gemaakt.
Vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht.
Controleer nadat u het komfoor heeft gebruikt of alle gasknoppen in de gesloten
stand staan en draai de kraan van de toevoerleiding of gasfles dicht.
Houd kinderen uit de buurt van het apparaat, vooral wanneer dit gebruikt wordt.
Tijdens en na het gebruik van de oven bereiken enkele elementen en delen van het
fornuis zeer hoge temperaturen (bijvoorbeeld het glas van de ovendeur). Raak deze
oververhitte de!en niet aan.
Verwijder de eventueel aanwezige beschermfolie van het komfoor voordat u met het
installeren begint.
Zet geen ontvlambare materialen in de oven of in het accessoirevak, want die zouden
vlam kunnen vatten tijdens de werking van het apparaat.
Controleer of de kabels van andere huishoudelijke apparaten in de buurt van het
fornuis niet in aanlaking komen met de warme kookplaat of vast blijven zitten tussen
de ovendeur.
Bekleed de ovenwanden in geen geval met aluminiumfolie. Zet geen bakblikken of
ovenschalen op de bodem van de oven.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan
het oneigenlijke, foute of onverstandige gebruik van het toestel.
De componenten van het fornuis kunnen gerecycleerd en dus opnieuw gebruikt wor-
den. Voor verwerking ervan als afval gelden de normen die in het land waarin het
apparaat gebruikt wordt, van kracht zijn. In geval van definitieve buitenbedrijfstelling
moet de voedingskabel worden afgesneden.
6
1 - KOOKTAFEL
Afb. 1.1
ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN:
1. Snelkookplaat (A) 1,00 kW
2. Halfsnelle brander (SR) 1,75 kW
3. Snelle brander (R) 3,00 kW
4. Superbrander met driedubbele krans (TC) 3,50 kW
2
2
4
1
3
1
OPMERKING:
Elektrische ontsteking is ingebouwd in de bedieningsknoppen van de gasbranders.
Als het komfoor van een model met veiligheidsventielen is (bij iedere brander is een
sonde “T” aanwezig – zie afb. 7.1 – niet te verwarren met de elektrode “S” van de
elektrische ontsteking), wordt de gastoevoer gestopt als de vlam per ongeluk dooft.
7
2 -
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
1. Bedieningsknop brander rechts voor
2. Bedieningsknop brander rechts achter
3. Bedieningsknop brander middenachter
4. Bedieningsknop brander middenvoor
5. Bedieningsknop brander links achter
4. Bedieningsknop brander links voor
7. Schakelaar van de multifunctionele oven (oven links)
8. Thermostaatknop van de multifunctionele (oven links)
9. Thermostaatknop van de traditionele oven (oven rechts)
10.Schakelaar van de traditionele oven (oven rechts)
11.Elektronische klok/programmeur (
alleen de grote oven links)
Controlelampje:
12. Temperatuurcontrolelampje van de traditionele oven (oven rechts)
13. Temperatuurcontrolelampje van de multifunctionele oven (oven links)
Afb. 2.1
11 8 5 4
3
21
10 9
7
6
13
12
BELANGRIJK:
Dit kooktoestel heeft een ingebouwde koelventilator: het geluid van de koel-
ventilator is te horen wanneer de oven of de grill in werking is.
8
3 - KOOKTAFEL BEDIENINGSVOOR-SCHRIFT
GEBRUIK VAN DE BRANDERS
De gastoevoer naar de brander wordt
bediend door een knop (Afb. 3.1).
Door het merkteken op de knop rechto-
ver de verschillende symbolen op het
bedieningsbord te plaatsen bekomt
men:
- merkpunt : gesloten kraan
(uitgedoofde brander)
- merkpunt : vol debiet
(brander op maximum)
- merkpunt : vertraagd debiet
(brander op minimum)
Afb. 3.1
Afb. 3.2
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
Modellen zonder het apparaat van
de veiligheidsklep
Om de branders aan te steken:
1 –
Om een brander te ontsteken moet u
de bijbehorende bedieningsknop
indrukken en naar de hoogste stand
(grote vlam ) draaien; houd de
bedieningsknop ingedrukt totdat de
brander aan is.
(Als de stroom is uitgevallen kunt u de
brander ontsteken door er een vlam
bij te houden).
2 – Regel de gaskraan op de gewenste
stand.
Als de branders met moeite ontbranden
vanwege de eigenschappen van het gas
dat het plaatselijke gasbedrijf levert, pro-
beer het dan met de knop op de laagste
stand.
Gebruik de hoogste stand om vloeistof
snel aan de kook te brengen en de laag-
ste stand voor het voorzichtig opwarmen
van voedsel en om vloeistof aan de kook
te houden.
Zet de bedieningsknop altijd op een
stand tussen de hoogste en de laagste
stand, en nooit tussen de hoogste en de
gesloten stand.
Controleer na het koken altijd of u
de bedieningsknop naar de geslo-
ten stand heeft teruggedraaid.
Wanneer u het komfoor niet
gebruikt is het verstandig om de
kraan op de gastoevoer dicht te
draaien.
9
KEUZE VAN BRANDERS
De positie van de branders staat aange-
duid op het bedieningsbord. Het sym-
bool met verschillende kleur of grafisme
duidt de brander aan die bediend wordt
door de kraan die zich er net onder
bevindt.
De brander dient gekozen te worden in
funktie van de diameter en de inhoud
van de gebruikte kookpan.
Ter inlichting: de branders en kookpan-
nen moeten volgens de hiernavolgende
aanduidingen gebruikt te worden:
Het is belangrijk dat de diameter van de
kookpan aangepast is aan het vermo-
gen van de brander teneinde het hoog
rendement van de branders zo goed
mogelijk te gebruiken en het onnodig
gasverbruik te vermijden. Een kleine
kookpan op een grote brander plaatsen
teneinde het gerecht vlugger aan de
kook te brengen, dient tot niets want de
warmteabsorptie blijft steeds dezelfde
tegenover het volume en de oppervlakte
van de braadpan.
Afb. 3.3
BRANDERS DIAMETER KOOKPANNEN
Hulpbrander 12 - 14 cm
Half-snelle 16 - 24 cm
Snelle 24 - 24 cm
Driedubbele kroon
26 - 28 cm
Gebruik geen pannen met een holle
of bolle bodem
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
Modellen met het apparaat van de
veiligheidsklep
Om de branders aan te steken:
1 –
Om een brander te ontsteken moet u
de bijbehorende bedieningsknop
indrukken en naar de hoogste stand
(grote vlam ) draaien; houd de
bedieningsknop ingedrukt totdat de
brander aan is.
(Als de stroom is uitgevallen kunt u de
brander ontsteken door er een vlam
bij te houden).
2 – Wacht ongeveer tien seconden na
de ontsteking van de brander, alvo-
rens de knop weer los te laten (de
tijd om het veiligheidsventiel te
bewapenen).
3 – Regel de gaskraan op de gewenste
stand.
Mocht de vlam van de brander om welke
reden ook doven, dan zal de veiligheids-
klep de gastoevoer automatisch afbre-
ken.
Om de werking weer te hervatten moet u
de knop in de stand
draaien en de
brander opnieuw ontsteken volgens
bovenstaande instructies.
Indien bijzondere lokale omstandigheden
van het gedistribueerde gas de ontste-
king van de brander moeizaam maken,
wanneer de knop in de stand van het
maximumdebiet staat, adviseren wij de
procedure nogmaals uit te voeren, maar
nu met de knop in de minimumstand.
(Als de stroom is uitgevallen kunt u de
brander ontsteken door er een vlam bij te
houden).
10
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE DRIEVOUDIGE BRANDER (Afb. 3.5a - 3.5b)
Plaats een pan met een platte bodem rechtstreeks op de pannendrager.
Wanneer u een WOK pan gebruikt, moet u de meegeleverde standaard op de brander
plaatsen om een slechte werking van de drievoudige brander te voorkomen (Afb. 3.5a -
3.5b).
Afb. 3.5a
FOUT
Afb. 3.5b
GOED
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE SNELLE BRANDER
Afb. 3.4
11
4 - ELEKTRISCHE MULTIFUNKTIE OVEN
(oven links)
Opgelet :
Tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
ALGEMENE KENMERKEN
Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier
om een oven die specifieke funktionele
kenmerken bezit Het is inderdaad
mogelijk 7 verschillende funkties te
gebruiken om aan elke kookvereiste te
voldoen.
Deze 7 funkties, met thermostatische
controle, worden verwezenlijkt door 4
verwarmingselementen:
Onderweerstand 1400 W
Bovenweerstand 1000 W
–Grillweerstand 2000 W
Ringvormige weerstand 2500 W
Ventilatiemotor 25 W
Ovenlamp 15 W
OPMERING:
Voor het eerste gebruik is het raadzaam
om de lege oven 30 minuten op stand
te laten werken en vervolgens nogmaals 30
minuten op de maximumtemperatuur (ther-
mostaatknop op 250°C) in de standen
en
, om alle sporen van vet van de
verwarmingselementen te verwijderen.
Maak de oven en zijn accessoires schoon
met warm water en vloeibaar afwasmiddel.
WAARSCHUWING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
Gedurende het gebruik wordt het appa-
raat warm. Opletten om niet de warme
elementen binnen de oven te treffen.
WERKINGSPRINCIPE
Het opwarmen en koken met de MULTI-
FUNKTIE oven gebeurt als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door gedwongen convectie
Een turbine zuigt de lucht in de moffel
van de oven aan, stuwt deze door de
witgloeiende schroefgangen van een
elektrische weerstand en stuwt deze
weer in de moffel. De warme lucht -
alvorens weer aangezogen te worden
om dezelfde cyc/us te hernemen -
omhult de gerechten in de oven waar-
door deze vlug en volledig gaarge-
kookt worden.
Bovendien kan men verschillende
gerechten tegelijkertijd koken.
c. door semi-gedwongen convectie
De door de boven- en onderweer-
stand geproduceerde warmte wordt
door de turbine in de oven verdeeld.
d. door straling
De warmte wordt door de infra-roods-
tralen van de grillweerstand uitge-
straald.
e. door straling en ventilatie
De door de infra-roodgrillweerstand
uitgestraalde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
f. ventilatie
Het voedsel wordt zonder verwarming
door de ventilator ontdooid.
12
Afb. 4.1 Afb. 4.2
VERLICHTING
Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld.
THERMOSTAAT (Afb. 4.1)
De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de
gewenste funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur
in te stellen.
De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd
door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppen-
bord.
TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand.
De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld
worden van 50° tot 250 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te
worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue).
BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 4.2)
Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen.
13
ROOSTEREN MET DE GRILL
Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50°
en 225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C.
De grill niet langer dan 30 min. gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinde-
ren op afstand.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill”
Aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
KOKEN MET WARME LUCHT
Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine.
De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient gere-
geld te worden van 50° tot 250 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet voor-
verwarmd worden.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze
dienen te zijn.
Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz.
ONTVRIEZEN VAN INGEVRO REN VOEDINGSMIDDELEN
Enkel werking van de ovenventilator.
Te gebruiken met de thermostaatknop op stand
daar elke andere stand geen enkele
uitwerking heeft.
Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming.
Aangeraden Gebruik:
Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen.
Ongeveer één uur per kilo.
De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen.
14
WARMHOUDEN VAN GEKOOKTE GERECHTEN OF ZACHTJES OPWARMEN VAN GERECHTEM
Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine.
De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het
niveau van de bovenweerstand.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte
gerechten op te warmen.
KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL
Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine.
De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de
warmte over de ganse oven.
De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden
geregeld op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten).
De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten.
Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het
vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz.
KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine.
De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 250 ° C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebra-
den worden.
Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz.
15
KOOKWENKEN
STERILISEREN
Het steriliseren van levensmiddelen in
bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen,
hermetisch gesloten):
a. de schakelaar op stand plaatsen;
b. de thermostaatknop op stand 185 °C
plaatsen en de oven voorverwarmen;
c. de druipplaat met warm water vullen;
d. de bokalen op de druipplaat zetten en
erop letten dat ze elkaar niet raken;
de deksels bevochtigen met water;
de ovendeur sluiten en de thermo-
staatknop op stand 135 °C plaatsen.
Wanneer het steriliseren begint, t.w.
wanneer er luchtbellen in de bokalen
gevormd wor den, de oven uitschakelen
en laten afkoelen.
VERBETEREN
De schakelaar op stand plaatsen en
de thermostaatknop op stand 150 °C.
Brood wordt weer knappend vers als
men het ongeveer 10 minuten in de oven
plaatst nadat het lichtjes bevochtigd
werd.
BRADEN
Om op de klassieke manier te braden
(gaar gebakken) volstaat het volgende
punten in acht te nemen:
– de oventemperatuurinstellen tussen
180° en 200 ° C .
– de hoeveelheid en de kwaliteit van het
vlees.
SIMULTAAN KOKEN
De standen
en
de MULTIFUNK-
TIE oven laten toe verschillende hete-
rogene bereidingen simultaan te koken.
Aldus kan men tezelfdertijd verschillen-
de gerechten koken zoals vb. vis, taart
en vlees zonder dat de aroma’s en sma-
ken zich vermengen.
Dit is mogelijk omdat de dampen en
vetten geoxydeerd worden door de
elektrische weerstand en zich dus niet
kunnen afzetten op de gerechten.
De enige te nemen voorzorgen zijn:
– de kooktemperaturen moeten zo dicht
mogelijk bij elkaar liggen met een ver-
schil van maximum 20° tot 25 °C tus-
sen de extreem vereiste temperaturen
voor de verschillende gerechten;
– de gerechten zullen op verschillende
tijdstippen in de oven geplaast wor-
den, rekening houdend met de ver-
schillende kookduur.
Het resultaat van deze kookwijze is een
evidente energie en tijdbesparing.
ROOSTEREN EN GRATINEREN
Met de schakelaar op stand kan
het roosteren zonder braadspit gbeuren,
daar delucht volledig rond de gerechten
verspreid wordt. De thermostaatknop op
stand 175°C plaatsen en na voorverwar-
ming van de oven de gerechten op het
rooster plaatsen, de ovendeur sluiten en
de oven laten verder verwarmen tot het
roosteren voleindigd is.
Voor het eind van de kooktijd enkele
boterkrulletjes toevoegen om het mooie
gravneffekt te bekomen.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
16
KOKEN MET DE GRILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min. gebrui-
ken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MET DE OVEN
De oven voorverwarmen op de gewens-
te temperatuur.
Wanneer de oven de gewenste tempe-
ratuur bereikt heeft, het gerecht in de
oven plaatsen en de kooktijd nakijken.
De oven 5 min. voor het eind van de
kooktijd uitschakelen om de in de oven
opgestapelde warmte te benutten.
Ter informatie geven we in volgende
tabel enkele gerechten met hun berei-
dingstemperauren in °C.
Tijd en temperatuur schommelen afhan-
kelijk van de hoeveelheid en de grootte
van de stukken.
GERECHTEN TEMPERATUUR
Savoiegebakjes 150°
Chocoladecake 150°
Rijst in de oven 150°
Konijnepastei 175°
Kaassoufflé 175°
Rundsvlees met uitjes 175°
Macaronikrans 175°
Vier-vierde gebak 175°
Karamelvla 175°
Gevulde tomaten 200°
Pizza 200°
Zeebrasem met uitjes 200°
Forel met amandelen 200°
Wijting in de oven 200°
Eend 200°
Aardappelen in de oven 200°
Appeltaart 200°
Soezendeeg 200°
Geroosterde paprika’s 200°
Kalfskotelet 200°
Varkenskotelet 200°
Lamskotelet 225°
Kalfsgebraad 225°
Kippegebraad 225°
Appelen in de oven 225°
Eieren in vuurvaste schoteltjes 225°
Omelet 225°
Rundsgebraad 225°
Lamsbout 225°
Lamsschouder 225°
Gegratineerde macaroni 225°
17
Afb. 5.1 Afb. 5.2
5 -
ELEKTRISCHE OVEN MET NATUURLIKE CONVECTIE (oven rechts)
Opgelet :
Tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
ALGEMENE KENMERKEN
Het fomuis wordt in propere staat gele-
verd. Nochtans is het aangeraden, voor
het eerste gebruik, de oven te laten war-
men op maximum temperatuur (250 °C)
om de eventuele vetsporen op de
weerstanden te verwijderen.
De elektrische oven is uitgerust met 3
weerstanden:
Bovenweerstand
700 W
Onderweerstand
800 W
Grillweerstand
1450 W
WERKINGSPRINCIPE
Het opwarmen en koken met de
NATUURLIKE CONVECTIE oven gebeurt
als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door straling
De warmte wordt door de infra-roods-
tralen van de grillweerstand uitge-
straald (Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn).
WAARSCHUWING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
Gedurende het gebruik wordt het appa-
raat warm. Opletten om niet de warme
elementen binnen de oven te treffen.
OPMERING:
Alvorens de oven voor de eerste keer te
gebruiken, de oven leeg aanzetten. Stel
de hoogste stand in en zet de tempera-
tuurknop op 250°C.
Laat de oven gedurende een uur in func-
tie anstaan en daarna nog 15 minu-
ten in functie .
Hierdoor worden eventuele vetresten
van de verwarmingselomenten verwij-
derd.
18
VERLICHTING
Bij het instellen van de knop in deze
positie, licht het ovenlampje (15 W) op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar
op één van de funkties is ingesteld.
TRADITIONEEL
KOKEN-CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweer-
stand.
De warmte wordt door natuurlijke con-
vectie verspreid en de temperatuur
moet geregeld worden van 50° tot 250
°C met de thermostaatknop. De oven
dient voorverwarmd te worden alvorens
de gerechten in de oven te plaatsen.
In de stand treedt de draaispitmotor
in werking.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaarge-
kookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimge-
bak (meringue).
ROOSTEREN MET DE
GRILL
Werking van de elektrische weerstand
met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en
met de thermostaatknop op een stand
tussen 50° en 225°C voor ten hoogste
15 minuten en vervolgens op 175°C.
In de stand treedt de draaispitmotor
in werking.
Voor een correct gebruik verwijzen wij
naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN
GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, bra-
den, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de
oven is de ovendeur warm. Houdt de
jonge kinderen op afstand.
BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 5.1)
Draai de knop met de klok mee om één
van de bakstanden in te stellen.
KOKEN MET DE GRILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
THERMOSTAAT (Afb. 5.2)
De verwarmingselementen van de oven
worden ingeschakeld door de knop op
de gewenste functie te plaatsen en door
de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur in te stellen (van 50° tot 250
°C ).
De controle van de werking (ON-OFF)
van de verwarmingselementen wordt uit-
gevoerd door de thermostaat; zijn wer-
king wordt aangegeven door het lampje
op het knoppenbord.
19
KOKEN MET DE OVEN
De oven voorverwarmen op de gewens-
te temperatuur.
Wanneer de oven de gewenste tempe-
ratuur bereikt heeft, het gerecht in de
oven plaatsen en de kooktijd nakijken.
De oven 5 min. voor het eind van de
kooktijd uitschakelen om de in de oven
opgestapelde warmte te benutten.
Ter informatie geven we in volgende
tabel enkele gerechten met hun berei-
dingstemperauren in °C.
Tijd en temperatuur schommelen afhan-
kelijk van de hoeveelheid en de grootte
van de stukken.
GERECHTEN TEMPERATUUR
Savoiegebakjes 150°
Chocoladecake 150°
Rijst in de oven 150°
Konijnepastei 175°
Kaassoufflé 175°
Rundsvlees met uitjes 175°
Macaronikrans 175°
Vier-vierde gebak 175°
Karamelvla 175°
Gevulde tomaten 200°
Pizza 200°
Zeebrasem met uitjes 200°
Forel met amandelen 200°
Wijting in de oven 200°
Eend 200°
Aardappelen in de oven 200°
Appeltaart 200°
Soezendeeg 200°
Geroosterde paprika’s 200°
Kalfskotelet 200°
Varkenskotelet 200°
Lamskotelet 225°
Kalfsgebraad 225°
Kippegebraad 225°
Appelen in de oven 225°
Eieren in vuurvaste schoteltjes 225°
Omelet 225°
Rundsgebraad 225°
Lamsbout 225°
Lamsschouder 225°
Gegratineerde macaroni 225°
20
Afb. 5.3
BRAADSPIT (Afb. 5.3)
De fornuizen uitgerust met een braad-
spit.
Dit dient om de gerechten aan het spit le
braden door middel van het gebruik van
de grillbrander.
Dit onderdeel bestaat uit:
–1 elektrische motor, in de achterwand
van de oven geplaatst.
–1 spit uit roestvrij handvat en twee
regelbare vorken.
–1 steun voor het spit dat men op de
midden richel van de oven plaatst.
GEBRUIK VAN HET BRAADSPIT
(Afb. 5.3)
De braadslee op de onderste richel van
de oven plaatsen en de steun op de
middenrichel.
Het spit in het braadstuk rijgen en het
met de vorken vastleggen.
Het spit in het gat van de motor plaat-
sen en op de steun leggen. Het hand-
vat naar links draaien en het wegne-
men.
De draairichting van de hendel is van
links naar rechts, of omgekeerd.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
21
6 - ELETRONISCHE KLOK/PROGRAMMEUR
De elektronische klok/programmeur is
een inrichting die de volgende functies
groepeert, die met een enkele hand kun-
nen geprogrammeerd worden:
- Klok12 urem met verlichte wijzers
(uren, minuten en seconden).
- Timer (tot 60 minuten).
- Programma voor automatisch koken in
de oven. Aanschakeling op het gepro-
grammeerde uur (binnen de 12 uren
vanaf het ogenblik van de programme-
ring) en automatische uitschakeling na
de geprogrammeerde kooktijd (max. 6
uren).
- Programma voor halfautomatisch
koken in de oven. Automatische uit-
schakeling van de oven na de gepro-
grammeerde kooktijd (max 6 uren).
Beschrijving van de drukknoppen:
Timer
Kooktijd/Uur van einde kooktijd
Uurregeling/Annulering
programma’s
Vooruitgaan van de cijfers van
alle functies
Achteruitgaan van de cijfers van
alle functies
Opmerking: De programmering (met
een enkele hand) wordt uitgevoerd door
te drukken op de toets die overeenstemt
met de gewenste functie, en nadat men
deze heeft losgelaten, is het voldoende
binnen de 7 seconden de tijd te begin-
nen instellen met de toetsen of
De klok/programmeur wordt op nul
afgesteld bij iedere onderbreking van de
elektrische energie.
Afb. 6.1
TIMER
Verlichte externe segmenten
(1 segment = 1 minuut)
AUTOMATISCH OF HALFAU-
TOMATISCH KOKEN
Verlichte interne segmenten
(1 segment = 12 minuten)
Verlichte externe segmenten
(1 segment = 1 minuut)
KLOK:
Verlichte wijzer van de
minuten
Verlichte wijzer van de
uren
Verlichte wijzer van de
seconden
22
A
B
1
2
3
Afb. 6.2
Afb. 6.3
MANUEEL KOKEN ZONDER
PROGRAMMEUR
(Afb. 6.3)
Om de oven manueel te gebruiken,
d.w.z. zonder de hulp van de program-
meur, mogen de nummers niet knippe-
ren of mag er geen enkel intern verlicht
segment aan zijn (er mogen geen halfau-
tomatische of automatische kookpro-
gramma’s ingesteld zijn).
A.Afb. 6.3 - Programmeur met ingesteld
programma.
Om het programma te annuleren,
gedurende 2 seconden de drukknop
indrukken; de interne verlichte
segmenten zullen uitgaan.
B.Afb. 6.3 - Programmeur met knippe-
rende nummers (deze omstandigheid
doet zich voor na de uitschakeling van
het geluidssignaal van einde kooktijd).
De drukknop indrukken. De num-
mers worden stabiel en de program-
meur zal overgeschakeld worden naar
manueel.
Opgelet: Op het einde van het koken
de oven manueel uitschakelen en
hierbij onmiddellijk de knoppen van
de schakelaar en van de thermostaat
naar de stand van uit (OFF) draaien.
KLOK (Afb. 6.2)
1. Afb. 6.2 - Bij de eerste elektrische aan-
sluiting van de oven of na een stroom-
onderbreking, zullen alle nummers van
de programmeur knipperen.
2.
Afb. 6.2 - Om het uur te regelen, de toets
indrukken gedurende een seconde;
de wijzer zal aangaan op de 12.
3. Afb. 6.2 - Binnen de 7 seconden de
drukknop of indrukken om de
verlichte uur- en minutenwijzers te
regelen. Wanneer de regeling beëindigd
is, zal de verlichte secondenwijzer ver-
schijnen.
Opmerking: De regeling van de klok
houdt de op nul afstelling in van even-
tuele programma’s in uitvoering of van
ingestelde programma’s.
2 seconden
2 seconden
ofwel
23
Afb. 6.5
1
2
3
Afb. 6.4
TIMER (Afb. 6.4)
De functie timer bestaat uitsluitend uit een
geluidssignaal dat kan afgesteld worden
voor een maximum tijd van 60 minuten.
1. Afb. 6.4 - Om de tijd in te stellen, druk-
ken op de drukknop .
2. Afb. 6.4 - Binnen de 7 seconden druk-
ken op de drukknop tot de externe
segmenten aangaan die overeenstem-
men met de gewenste tijd (ieder seg-
ment stemt overeen met 1 minuut).
Indien de gewenste tijd verstreken is,
drukken op de drukknop tot de
regeling is uitgevoerd.
3. Afb. 6.4 - Het aftellen begint onmiddel-
lijk en wordt gevisualiseerd door een
verlichte wijzer die draait tegen de wij-
zers van de klok en die bij iedere toer (1
minuut) een segment zal uitschakelen.
Tijdens het aftellen is het mogelijk op
gelijk welk ogenblik de ingestelde tijd te
veranderen door te drukken op de toetsen
of ; om het aftellen op nul af te
stellen, drukken op de toets ; tot aan
het uitgaan van alle aangeschakelde
externe sectoren).
Wanneer de tijd verstreken is, zal het laat-
ste verlichte segment uitgaan en er zal
een intermitterend geluidssignaal geacti-
veerd worden dat onderbroken kan wor-
den door te drukken op een willekeurige
drukknop. Het display visualiseert
opnieuw het uur.
Om de klok te visualiseren tijdens het
aftellen, een ogenblik de drukknop
(afb. 6.5); om opnieuw het aftellen te visu-
aliseren, terug een ogenblik de drukknop
indrukken.
Opmerking: De functie timer kan ook
ingesteld worden indien er een halfau-
tomatische of een automatische kook-
tijd in uitvoering is.
OPGELET: De functie timer schakelt de
oven niet automatisch uit op het einde
van de tijd ingesteld door de timer. De
oven manueel uitschakelen door de
knoppen van de schakelaar en van de
thermostaat te draaien naar de stand van
uit (OFF).
24
1
2
3
HALFAUTOMATISCH KOKEN
(Afb. 6.6)
Dient om de oven automatisch uit te schake-
len nadat de gewenste kooktijd verstreken is.
1. Afb. 6.6 - Om de kooktijd in te stellen (max
6 uren) drukken op de drukknop , de
wijzers van de klok gaan uit en er gaat een
wijzer aan op de 12.
2. Afb. 6.6 - Binnen de 7 seconden drukken
op de drukknop en een verlichte wij-
zer (zoals die van de minuten en de
seconden) wordt geactiveerd. Ieder seg-
ment van vermeerdering duidt een minuut
aan. Bovendien schakelt iedere vermeer-
dering van 12 minuten een intern segment
aan (5 segmenten zijn gelijk aan een uur).
Indien de gewenste tijd verstreken is, de
drukknop indrukken tot de regeling is
uitgevoerd.
3. Afb. 6.6 - Na 7 seconden zullen de aan-
geschakelde interne segmenten zich gaan
plaatsen op het huidige uur en hierbij de
geprogrammeerde kooktijd aanduiden.
4. De temperatuur en de kookfunctie van de
oven instellen door in te grijpen op de
desbetreffende knoppen van de schake-
laar en van de thermostaat (zie specifieke
hoofdstukken). De oven zal onmiddellijk
aangaan en wanneer de ingestelde tijd
verstreken is, zal hij automatisch uitgaan.
Tijdens het koken zullen de interne segmen-
ten knipperen om aan te duiden dat het
koken in uitvoering is, en ze zullen gradueel
uitgaan met het verlopen van de tijd (een alle
12 minuten).
Tijdens het kookprogramma is het mogelijk
op gelijk welk ogenblik de ingestelde tijd te
veranderen door eerst de toets en ver-
volgens de toetsen of in te druk-
ken.
Wanneer de tijd verstreken is, zal het laatste
verlichte segment uitgaan, de oven zal uit-
gaan, alle nummers van de klok zullen knip-
peren en er zal een intermitterend geluids-
signaal geactiveerd worden.
Om het geluidssignaal uit te schakelen, een
willekeurige drukknop indrukken.
Om het knipperen van de nummers van de
klok uit te schakelen, drukken op de druk-
knop .
Afb. 6.6
Het kookprogramma kan geannuleerd
worden op gelijk welk ogenblik door de
drukknop gedurende 2 seconden in
te drukken.
Opgelet: Op het einde van het halfauto-
matisch koken onmiddellijk de knoppen
van de schakelaar en van de thermo-
staat van de oven naar de stand van uit
(OFF) draaien.
Opgelet: De onderbreking van de elektri-
sche energie veroorzaakt de op nul afstel-
ling van de klok en het wissen van alle
ingestelde programma’s. De uitgevoerde
onderbreking wordt gesignaleerd door de
knipperende nummers zonder verlichte
wijzers - Afb. 6.9).
Huidig uur
begin kooktijd
Uur einde
kooktijd
25
1
2
3
4
5
AUTOMATISCH KOKEN
(Afb. 6.7)
Dient om de oven aan te schakelen op een
vooringesteld uur en automatisch uit te scha-
kelen nadat de geprogrammeerde kooktijd ver-
streken is. Om in de oven te koken in automa-
tisch, moet men:
- De kooktijd instellen (max 6 uren).
- Het uur van einde kooktijd instellen (binnen
de 12 uren vanaf het ogenblik van program-
mering).
- De temperatuur en de kookfunctie van de
oven instellen.
Deze operaties worden op de volgende
manier uitgevoerd:
1. Afb. 6.7 - De kooktijd instellen door te druk-
ken op de drukknop , de wijzers van de
klok gaan uit en er gaat een wijzer aan op
de 12.
2. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden de druk-
knop indrukken en er wordt een ver-
lichte wijzer geactiveerd (zoals die van de
minuten en de seconden). Ieder segment
van vermeerdering duidt een minuut aan.
Bovendien schakelt iedere vermeerdering
van 12 minuten een intern segment aan (5
segmenten zijn gelijk aan een uur). Indien
de gewenste tijd verstreken is, de druk-
knop indrukken tot de regeling is uit-
gevoerd.
3. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden nogmaals
op de toets drukken; de aangescha-
kelde interne segmenten zullen zich op
het huidige uur gaan plaatsen.
4. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden drukken
op de toets tot de aangeschakelde
segmenten verplaatst worden op het uur
waarop men het koken wenst uit te voe-
ren. Indien het gewenste uur overschreden
is, drukken op de drukknop tot de
regeling is uitgevoerd.
5. Afb. 6.7 - Na 7 seconden worden de wijzers
van de klok terug gevisualiseerd en de aan-
geschakelde segmenten duiden de kooktijd
aan.
6. De temperatuur en de kookfunctie instellen
door in te grijpen op de desbetreffende
knoppen van de schakelaar en van de ther-
mostaat van de oven (zie specifieke hoofd-
stukken). Nu is de oven geprogrammeerd
en zal aangaan en aan blijven voor de tijd
aangeduid door de verlichte segmenten,
nadien zal hij automatisch uitgaan.
Afb. 6.7
Uur einde
kooktijd
Uur begin
kooktijd
26
Wanneer het koken begint, zullen de
interne segmenten knipperen om aan te
duiden dat het koken in uitvoering is, en
ze zullen gradueel uitgaan met het verlo-
pen van de tijd (een alle 12 minuten).
Tijdens het kookprogramma is het
mogelijk op gelijk welk ogenblik de inge-
stelde tijd te veranderen door eerst op
de toets en vervolgens op de toetsen
of te drukken.
Wanneer de tijd verstreken is, zal het
laatste verlichte segment uitgaan, de
oven zal uitgaan, alle nummers van de
klok zullen knipperen en er zal een inter-
mitterend geluidssignaal geactiveerd
worden.
Om het geluidssignaal uit te schakelen,
drukken op een willekeurige drukknop.
Om het knipperen van de nummers van
de klok uit te schakelen, drukken op de
drukknop .
Het kookprogramma kan geannuleerd
worden op gelijk welk ogenblik door
te drukken op de drukknop gedu-
rende 2 seconden.
Opgelet: Op het einde van het auto-
matisch koken onmiddellijk de knop-
pen van de schakelaar en van de ther-
mostaat van de oven naar de stand
van uit (OFF) draaien.
Opgelet: De onderbreking van de elek-
trische energie veroorzaakt de op nul
afstelling van de klok en het wissen van
alle ingestelde programma’s. De uitge-
voerde onderbreking wordt gesignaleerd
door de knipperende nummers zonder
verlichte wijzers - afb. 6.9).
Afb. 6.8
Knipperen van
einde kooktijd
Afb. 6.9
Knipperen na onderbreking
elektrische energie
27
EMAIL
De geëmailleerde delen mogen enkel
schoongemaakt worden met een spons
en zeep of andere niet schurende mid-
delen. Bij voorkeur met een zeemvel
droogwrijven.
Alkalische of zure vlekken (citroensap,
azijn, enz...) moeten onmiddellijk verwij-
derd worden.
Ook het gebruik van chloor- of zuurhou-
dende producten dient vermeden te
worden.
7 - ONDERHOUD
DE MODELLEN VAN HET ROESTVRIJE
STAAL - DE OPPERVLAKTEN VAN HET
ROESTVRIJE STAAL
Schoonmaken met een speciaal - in de
handel verkrijgbaar - middel.
Afdrogen met een zachte doek, liefst
met een zeem.
Opmerking: Bij een ononderbroken
gebruik kan de voortdurend hoge
temperatuur verkleuringen om de
branders veroorzaken.
DE DELEN VAN HET ROESTVRIJE
STAAL EN VAN HET ALUMINIUM -
GESCHILDERDE EN GEDRUKTE
OPPERVLAKTE
Reinig deze onderdelen en oppervlakken
met een hiervoor geschikt reinigingsmid-
del. Droog ze daarna zeer zorgvuldig af.
BELANGRIJK: deze onderdelen dienen
altijd zeer zorgvuldig gereinigd te worden
om beschadigingen te voorkomen. U
wordt geadviseerd een zachte doek en
een neutraal reinigingsmiddel te gebruiken
.
LET OP: Gebruik nooit schurende of
bijtende reinigingsmiddelen aange-
zien deze het beschermende opper-
vlak onherstelbaar beschadigen.
ALGEMENE RAADGEVINGEN
Wanneer het toestel niet gebruikt
wordt is het raadzaam de gastoevoer-
kraan te sluiten.
De staat van de aansluitingsbuis van
de fles of de gasleiding regelmatig
controleren. Deze moet in perfekte
staat zijn en moet onmiddellijk ver-
vangen worden in geval er anomaliën
vastgesteld worden.
– Het smeren van de kranen mag enkel
uitgevoerd worden door een vakman.
Wanneer een kraan stram wordt, deze
niet forceren.
–Sluit het komfoor af van het elektri-
citeitsnet en wacht totdat het is
afgekoeld voordat u begint met het
schoonmaken.
Let op
Het apparaat kan zeer heet wor-
den, vooral rondom de kookzones.
Daarom is het belangrijk dat kinde-
ren niet alleen in de keuken wor-
den gelaten wanneer het apparaat
in werking is.
Geen machine met stoomstralen
gebruiken want het vocht zou in
het apparaat kunnen binnendrin-
gen en het gebruik ervan gevaarlijk
maken.
28
BRANDERS EN ROOSTERS
Deze kunnen van het komfoor afgeno-
men worden en in een sopje gewassen
worden
Na het schoonmaken moet u de bran-
ders goed afdrogen en zorgvuldig op
hun plaats terugzetten.
Het is zeer belangrijk dat u de vlamver-
deler en de kap van de branders goed
op hun plaats teruggezet. De brander
kan niet goed werken als deze onderde-
len verkeerd geplaatst zijn.
Opmerking: De elektrische ontsteking
kan defect raken als deze wordt
gebruikt wanneer de branders zijn
verwijderd.
DE BRANDERS CORRECT PLAATSEN
Het is zeer belangrijk dat u de vlamver-
deler F en de kap C van de branders
goed op hun plaats teruggezet (Afb.
7.1-7.2. De brander kan niet goed wer-
ken als deze onderdelen verkeerd
geplaatst zijn.
Bij toestellen met elektrische ontsteking
moet er worden gecontroleerd of de
elektrode “S” (Afb. 7.1) schoon is, zodat
deze goed kan vonken.
Zorg ervoor dat de sonde “T” (Afb. 7.1)
in de buurt van elke brander goed
schoon blijft, zodat de veiligheidsklep-
pen probleemloos kunnen werken.
Zowel de sonde als de ontsteker moe-
ten heel voorzichtig schoon worden
gemaakt.
Afb. 7.1
S
F
C
GASKRANEN
Wend u tot de Servicedienst als de gas-
kranen niet goed werken (0900-
2352673).
Afb. 7.2
T
29
Afb. 7.5
BRANDER MET DRIEDUBBELE KRANS
De brander moet geplaatst worden zoals in afb. 7.3 is aangegeven.
De ribben van de brander moeten in de uitsparingen steken zoals is aangeduid met
de pijlen.
Zet de kap A en de ring B op hun plaats (afb. 7.4 - 7.5).
Als de brander goed geplaatst is kan hij niet draaien (afb. 7.4).
Afb. 7.3
Afb. 7.4
A
B
30
Afb. 7.7
Afb. 7.6
OVENDEUR
De binnenruit kan gemakkelijk uitgeno-
men worden bij onderhoud. Hiervoor de
4 hechtingsschroeven losdraaien (Afb.
7.6).
Zet geen ontvlambare materialen
in de accessoirevak, want die
zouden vlam kunnen vatten tijdens
de werking van het apparaat.
SCHOTELWARMHOUDRUIMTE
De schotelwarmhoudruimte is toegan-
kelijk door het opklapbare paneel te
openen (Afb. 7.7).
31
Afb. 7.9
OVEN
De oven moet na elk gebruik worden
gereinigd met de gepaste produkten.
De oven 30 minuten op volle kracht
laten werken kan het verwijderen van
vetvlekken vereenvoudigen.
Niet het minste ingrijpen is hier vereist.
Als het vet weerbarstig is, kan men de
reinigingsduur verlengen door de lege
oven op maximum temperatuur te laten
branden.
Nooit detergent gebruiken die bijtende
stoffen bevat om beschadiging van de
zelfreinigende bekleding te vermijden.
MONTEREN EN DEMONTEREN VAN
DE ZIJPLATEN
Bevestig de uitneembare zijplaten aan
de gaten van de zijwanden in de oven
(Afb. 7.8)
Schuif de vetvanger en het rooster in
het midden in de richels van de uit-
neembare zijplaten (Afb. 7.9).
Het demonteren geschiedt in omge-
keerde volgorde.
Afb. 7.8
VERVANGING VAN DE OVENLAMP
Haal de stekker van het aansluitsnoer
uit het stopcontact.
Draai het lampje los en vervang het
door een lampje dat bestand is tegen
hoge temperaturen (300° C), spanning
230 V (50 Hz), 15 W, E14.
32
Afb. 7.10d
Afb. 7.10c
Afb. 7.10b
Afb. 7.10a
Afb. 7.10
De ovendeur kan eenvoudig worden
gedemonteerd op de volgende wijze:
– De ovendeur volledig openen (Afb.
7.10A).
De vastzetring inhaken in de pen van
de linker- en rechterschamier (Afb.
7.10B).
– Neem de deur vast zoals getoond in
Afb. 7.10.
– De deur een klein beetje openen,
loshaken en de onderste pen van de
scharnieren uit hun behuizing halen
(Afb. 7.10C).
Ook de bovenste pen van de
scharnieren uit haar behuizing halen
(Afb. 7.10D).
– Leg de deur op een zacht oppervlak.
– Ga in omgekeerde volgorde te werk
om de deur opnieuw te monteren.
DEMONTAGE VAN DE OVENDEUR
33
IMPORTANT
De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien,
in overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften en de aanwijzingen van de
fabrikant. Als hieraan niet wordt voldaan, vervalt de garantie.
Het toestel moet overeenkomstig verordeningen van kracht in uw land en in observa-
tie van de instructies van de fabrikant worden geïnstalleerd.
– Indien het apparaat wordt aangesloten op het elektriciteitsnet via een stopcontact in
de muur achter het apparaat, mag het stopcontact zich hoogstens 18 cm boven de
vloer bevinden.
– Sommige apparaten worden geleverd met de stalen en aluminium delen ervan bedekt
door beschermfolie.
U moet de beschermfolie verwijderen voordat u het fornuis in gebruik neemt.
Aanwijzingen voor de
installateur
34
200 mm
500 mm
650 mm
450 mm
Afb. 8.1
8 -
INSTALLATION
Dit toestel behoort tot beschermingsklasse “2/1” tegen de oververhitting van aan-
grenzende oppervakken.
Tussen het toestel en de muur of kast ernaast moet minstens 200 mm afstand bewaard
worden (Afb. 8.1).
De meubelwanden moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 75 °C boven de
omgevingstemperatuur.
Het fornuis mag geïnstalleerd worden in een keuken, in een eetkeuken of in een eenka-
merwoning met kookhoek, maar niet in een vertrek met een badkuip of douche.
De afstand tussen het fornuis en een wand (muur kast) aan de zijkant die hoger is dan
het fornuis, moet minstens 500 mm bedragen
Het fornuis moet overeenkomstig Afb. 8.1 geïnstalleerd worden.
35
A
B
ACHTERSCHERM
Assembleer het achterscherm “C” (afb. 8.2) alvorens het fornuis te installeren.
Het achterscherm “C” vindt u in de verpakking achter het fornuis.
– Verwijder de beschermfolie en plakband voordat u het achterscherm assembleert.
– Verwijder de twee afstandsringen “A” en de schroef “B” van de achterkant van de
kookplaat.
– Assembleer het achterscherm zoals aangegeven in afbeelding 8.4 en bevestig het
door de schroef “B” en de afstandsringen “A” vast te draaien.
Afb. 8.2
c
36
DE VERSTELBARE VOETEN
MONTEREN
De verstelbare voeten moeten aan
de onderkant van het fornuis wor-
den gemonteerd voordat het fornuis
in gebruik wordt genomen
(afb. 8.3).
HET FORNUIS WATERPAS ZETTEN
Het fornuis kan waterpas geplaats
worden door de uiteinden van zijn
voeten IN of UIT te draaien (afb. 8.3).
Afb. 8.4
Afb. 8.3
37
WAARSCHUWING
Pas op: til het fornuis bij het rechtop
zetten niet op aan de deurhendel (afb.
8.6).
WAARSCHUWING
SLEEP het fornuis NIET
over de vloer
wanneer u het naar de plaats van instal-
latie vervoert (afb. 8.7).
Til het fornuis zo ver op dat zijn voeten
de vloer niet raken (afb. 8.5).
Afb. 8.7
Afb. 8.6
WAARSCHUWING
Het rechtop zetten van het fornuis moet
altijd door twee personen worden gedaan,
om te voorkomen dat de verstelbare voe-
ten schade oplopen tijdens deze manœu-
vre (afb. 8.5).
Afb. 8.5
BEWEGINGSSYSTEEM VAN HET
FORNUIS
38
AFVOER VAN DE
VERBRANINGSGASSEN
De afvoer van de verbrandingsgassen
van het gaskookvuur moet gebeuren via
een afzuigkap met externe uitgang, of
een afzuigkap met recirculatie.
Indien dit niet mogelijk is, kan men de
verbrandingsgassen afzuigen met een
elektrische ventilator.
Die moet dan wel een aangepast ver-
mogen hebben zodat de lucht in de
kamer zeker indien er voldoende ope-
ningen voor luchttoevoer aanwezig zijn.
(zie hoofdstuk Installatieruimte).
H min 650 mm
Afb. 8.8
Dampkap voor
afzuiging
verbran-
dingsgassen
Opening voor
luchttoevoer
Afb. 8.9
Opening voor
luchttoevoer
Elektrische ventilator
voor afzuiging
De installateur dient de plaatselijk gel-
dende regelgeving m.b.t. de ventilatie
van het vertrek en de afvoer van ver-
brandingsproducten in acht te nemen.
Tijdens een intensief en langdurig
gebruik kan extra ventilatie nodig zijn,
bijvoorbeeld door een raam te openen
of door de afzuiginstallatie - indien
aanwezig - op een hogere vermogens-
stand te regelen.
INSTALLATIERUIMTE
De kamer waar het gastoestel wordt
geplaatst, moet voldoende verlucht wor-
den. Dit met het oog op het afvoeren
van de verbrandingsgassen.
De verse lucht moet rechtstreeks toestro-
men door een of meer ventilatieopenin-
gen in de buitenmuur met een gezamen-
lijke doorsnede van minstens 100 cm
2
.
Als het gastoestel niet voorzien is van
veiligheden die ingrijpen wanneer de
vlam dooft, dan moet de doorsnede van
de openingen minstens 200 cm
2
bedra-
gen.
Bij voorkeur gebruikt men openingen die
zich dicht bij het vloeroppervlak berin-
den, en tegenover de afvoer van de ver-
brandingsgassen zijn gelegen. De ope-
ningen moeten zodanig gemaakt zijn dat
ze niet kunnen verstoppen, niet aan de
binnenkant, noch aan de buitenkant.
Indien het niet mogelijk is van deze ope-
ningen te voorzien, kan men verluchting
vanuit een andere kamer aanbrengen,
indien dit geen slaapkamer noch andere
gevaarlijke kamer is. In laatste instantie
kan de keukendeur op een kier gezet
worden om te verluchten.
39
Afb. 9.1
9 - GASGEDEELTE
L
R
T
De wanden van de naast het
fornuis opgestelde de meubels
moeten uit hittebestendig mate-
riaal vervaardigd zjin.
GASAANSLUITING
De installatie mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elek-
tricien, in overeenstemming met de
lokaal geldende voorschriften.
Vóór de installatie moet men verifiëren
of het plaatselijk distributienet (type
van gas en druk) en de karakteristie-
ken van het toestel compatibel zijn.
De karakteristieken staan aangeduid
op de plaat of op het etiket.
Het fornuis is bij levering klaar voor
gebruik met het type gas dat op het eti-
ket op het toestel is vermeld.
Verzeker u ervan dat de ruimte waarin
het fornuis geïnstalleerd wordt goed
geventileerd is, in overeenstemming met
de geldende voorschriften.
Ook de aansluiting op de gasaanvoer-
buis of gasfles moet aan de geldende
voorschriften voldoen.
De gasaanvoerbuis wordt aan de ach-
terkant van het fornuis (fig. 9.1) aange-
sloten op de R of L gasinlaat; de aan-
sluitbuis mag niet langs de achterkant
van het apparaat lopen.
De niet-gebruikte gasinlaat moet wor-
den afgesloten met de plug (T) en
afdichtingsring.
40
BELANGRIJK:
De afdichtingsring “B” (afb. 9.3) zorgt
dat er geen gas uit de gasaansluiting
lekt. Vervang de afdichtingsring bij de
minste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
Gebruik voor het aanschroeven van de
onderdelen twee sleutels (zie afbeelding
9.2).
Controleer, na voltooiing van de aan-
sluiting, met behulp van een zeepop-
lossing, en nooit met een vlam, of de
verbindingen gasdicht zijn.
Gebruik een starre of buigzame aan-
sluitbuis die aan de geldende voor-
schriften voldoet.
Als er een klemringkoppeling gebruikt
wordt, dan moet deze stevig worden aan-
gedraaid met twee moersleutels (fig. 9.2).
Verzeker u van het volgende:
dat de buigbare buis (slang) niet in
aanraking kan komen met delen van
het fornuis waar de oppervlaktetem-
peratuur 70°C boven de omgevings-
temperatuur kan stijgen;
dat de slang niet langer is dan 75 cm
en dat hij niet in aanraking kan komen
met scherpe randen of hoeken;
dat de slang niet gespannen, gewron-
gen, geknikt of te sterk gebogen is;
dat de aansluiting met een onbuigza-
me metalen buis geen trekkracht op de
gasinlaat van het apparaat uitoefent.
vervang de afdichtingsring bij de min-
ste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
dat de buis zonder moeite over zijn
hele lengte geïnspecteerd kan wor-
den; de buis moet na ten hoogste drie
jaar vervangen worden.
dat de kraan van de gastoevoerleiding
of gasfles dicht gedraaid is wanneer
het apparaat niet in gebruik is.
De aansluitset (zie afbeelding 9.3)
bestaat uit:
A - Gasinlaat (R of L)
B - Afdichtingsring
C - Verloopstuk
A) GASSOORTEN
Cat: II 2L 3B/P
Het gas dat kan worden gebruikt kan in
twee families worden onderverdeeld:
G25 G30 / G31
NL
Abb. 9.2a Abb. 9.2b
41
BELANGRIJK:
De afdichtingsring “B” (afb. 9.3) zorgt
dat er geen gas uit de gasaansluiting
lekt. Vervang de afdichtingsring bij de
minste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
Gebruik voor het aanschroeven van de
onderdelen twee sleutels (zie afbeelding
9.2).
Controleer, na voltooiing van de aan-
sluiting, met behulp van een zeepop-
lossing, en nooit met een vlam, of de
verbindingen gasdicht zijn.
De aansluitset (zie afbeelding 9.3)
bestaat uit:
A - Gasinlaat (R of L)
B - Afdichtingsring
C - Verloopstuk
B) GASSOORTEN
Cat: II 2E+3+
Het gas dat kan worden gebruikt kan in
twee families worden onderverdeeld:
G20 / G25 G30 / G31
BE
Abb. 9.3
B
C
A
1/2” GAS kegel
Aansluiting op de gastoevoer:
De verbinding moet worden aange-
legd volgens de norm NBN D 51-003
met buizen of volgens de voorschrif-
ten A.R.G.B/03 met flexibele buis.
Het apparaat moet worden geplaatst
met een AGB-goedgekeurde stop-
kraan.
Attentie: Indien er een flexibele slang
wordt gebruikt, moet deze zodanig wor-
den geinstalleerd dat hij niet in contact
kan komen met een beweegbaar deel
van het meubel.
Zorg dat kontrole van de slang over de
hele lengte mogelijk is.
42
Afb. 9.4a
J
J
Afb. 9.4b
VERVANGING SPROEIERS VAN DE
BRANDERS
Als er geen spuitstukken zijn meege-
leverd, dan zijn deze te verkrijgen bij
de Servicecentra.
Elk komfoor wordt geleverd met een
serie sproeiers voor de verschillende
gassoorten.
De nieuwe sproeiers moeten gekozen
worden op grond van de “Tabel van de
sproeiers”.
De diameter van de sproeiers, uitgedrukt
in honderdste millimeters, is aangegeven
op de buitenkant.
Ga als volgt te werk om de sproeiers te
vervangen:
– Verwijder de panroosters en de kapjes
van de branders, trek de bedienings-
knoppen en de eventueel aanwezige
ontstekingsknop los en verwijder ook
deze.
– Vervang m.b.v. een pijpsleutel de
sproeiers “J” (Afb. 9.4a, 9.4b) door
nieuwe die geschikt zijn voor het type
gas dat gebruikt wordt.
Onderhoud van de gasbranders
43
Afb. 9.5
Korrekte vlam
Vlam met gebrek aan
primaire lucht
Vlam met teveel aan
primaire lucht
F
Afb. 9.6
REGELING VAN DE KLEINSTAND VAN
DE BRANDERS VAN DE KOOKTAFEL
Een correcte vlam bij kleinstand moet
ongeveer 4 mm zijn.
Een bruusk overgaan van volstand naar
kleinstand mag nooit het doven van de
vlam tot gevolg hebben.
De vlam wordt als volgt geregeld:
De brander aansteken
De kraan op kleinstand plaatsen
–De knop wegnemen.
Modellen zonder het apparaat van
de veiligheidsklep.
Met behulp van een kleine schroeven-
draaier de vijs in de kraanstift draaien
tot een correcte regeling uitgevoerd
(Afb. 9.5).
Modellen met het apparaat van de
veiligheidsklep.
Met behulp van een kleine schroeven-
draaier de vijs (F) in de kraanstift
draaien tot een correcte regeling uit-
gevoerd (Afb. 9.6).
Voor G30/G31 gas dient de vijs volle-
dig ingeschroefd te worden.
De branders zijn zodanig ontworpen
dat er geen afstelling van de primaire
lucht nodig is.
44
G30/G31 G25
BRANDERS
30/30 mbar 25 mbar
Hulpbrander (A) 1,00 0,30 27 50 72 (F1)
Halfsnelle (SR) 1,75 0,45 32 65 94 (Y)
Snelle brander (R) 3,00 0,75 42 85 121 (F2)
Driedubbele kroon (TC) 3,50 1,50 65 95 138 (F3)
Benodigde luchttoevoer voor de verbranding van gas (2 m
3
/h x kW)
BRANDERS
Benodigde luchttoevoer [m
3
/h]
Hulpbrander (A) 2,00
Halfsnelle (SR) 3,50
Snelle brander (R) 6,00
Driedubbele kroon (TC) 7,00
GASKRANEN
Alleen gespecialiseerde vakmensen mogen de periodieke smering van de gaskranen uit-
voeren.
BELANGRIJK
Voor alle operaties m.b.t. de installatie, het onderhoud en de omschakeling van
het toestel, moet men de originele stukken van de constructeur gebruiken.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden indien deze verplichting
niet in acht wordt genomen.
TABEL VAN DE INSPUITERS -
Cat: II 2L 3B/P
NOMINAAL
DEBIET
[kW
]
VERMINDER
DEBIET
[kW]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Afstellingen
NL
G30/G31 G20/G25
BRANDERS
30/30 mbar 25 mbar
Hulpbrander (A) 1,00 0,30 27 50 72 (X)
Halfsnelle (SR) 1,75 0,45 32 65 97 (Z)
Snelle brander (R) 3,00 0,75 42 85 115 (Y)
Driedubbele kroon (TC) 3,50 1,50 65 95 135 (T)
TABEL VAN DE INSPUITERS -
Cat: II 2E+3+
NOMINAAL
DEBIET
[kW
]
VERMINDER
DEBIET
[kW]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Afstellingen
BE
45
10 - ELEKTRISCH GEDEELTE
BELANGRIJK: De aansluiting op het
elektriciteitsnet moet uitgevoerd wor-
den door een bevoegd vakman en
voldoen aan de geldende voorschrif-
ten.
Een foute installatie kan schade aan
personen, dieren en zaken ten gevol-
ge hebben waarvoor de fabrikant zich
niet aansprakelijk stelt.
Trek altijd de stekker uit alvo-
rens werken uit te voeren aan
het elektrische gedeelte van het
toestel.
De aarding van het toestel is ver-
plicht. De fabrikant wijst alle verant-
woor-delijkheid af wanneer schade
veroorzaakt wordt door het niet in
acht nemen van deze voorwaarde.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
De aansluiting op het elektriciteitsnet
moet uitgevoerd worden door een
vakman en voldoen aan de geldende
veiligheidsvoorschriften;
het apparaat moet aangesloten wor-
den op het elektriciteitsnet, nadat
men eerst heeft vastgesteld dat de
netspanning overeenstemt met de
voedingsspanning die op het type-
plaatje is vermeld en dat de elektri-
sche voorziening de aansluitwaarde
van het toestel kan dragen;
het is mogelijk om het apparaat direct
op het elektriciteitsnet aan te sluiten
door middel van een lijnschakelaar
met een minimumafstand van 3 mm
tussen de contacten;
de voedingskabel mag niet in aanra-
king komen met hete oppervlakken
en moet zo geplaatst worden dat de
temperatuur nergens boven de 75°C
komt;
het toestel moet zo worden geïnstal-
leerd dat het stopcontact of de lijn-
schakelaar altijd bereikbaar zijn.
N.B. Gebruik geen adapters, verloop-
stekkers en meervoudige stekkerdo-
zen omdat deze oververhitting en
verbrandingen kunnen veroorzaken.
Als de elektrische voorziening in uw
woning aangepast moet worden om het
toestel te installeren of als de stekker niet
in het stopcontact past, laat de nodige
werkzaamheden dan verrichten door een
bevoegd vakman.
Deze moet bovendien controleren of de
doorsnede van de bekabeling van het
stopcontact groot genoeg is voor het
vermogen dat het toestel opneemt.
BELANGRIJK: dit kooktoestel moet
worden aangesloten op een geschik-
te tweepolige schakelaar die in de
buurt van het toestel is gemonteerd.
WAARSCHUWING!
Het is verplicht het apparaat te
aarden.
46
1
5
4
3
2
L
1
PE
400 V 2N~
L
2
N
23451
PE
L1
L2
N
23451
N(L
2
)
PE
L1
1
5
4
3
2
L
1
N
(L
2
)
PE
230 V~
1
5
4
3
2
L
1
N
2
PE
400 V 2N~
L
2
N
1
23451
PE
L1
L2
N2N1
DOORMETER VAN DE
VOEDINGSDRAAD - TYPE HO5RR-F
230 V 3 x 2,5 mm
2
(*)
400 V 2N 5 x 1,5 mm
2
(*)
400 V 2N 4 x 1,5 mm
2
(*)
(*) –
Rechtstreekse aansluiting op een
elektrische muurdoos
Afb. 10.2a Afb. 10.2b Afb. 10.2c
A
D
B
Afb. 10.1
AANSLUITEN VAN HET
AANSLUITSNOER
Het aansluitsnoer wordt als volgt op het
fornuis aangesloten:
Schroef de bevestigingsschroeven van
het beveiligingspaneel “A” aan de
achterkant van het fornuis los
– Verbind het goed geïsoleerde aansluit-
snoer met klem “D”.
Plaats de stroombruggen U op de con-
tacten B (afb.
10.1
) in overeenstemming
met het schema in afb.
10.2a, 10.2b,
10.2c.
Verbind de aansluitingen (type H05
RR-F) met klembouder “D” volgens
het schema in afbeelding afb. 10.2a,
10.2b, 10.2c.
– Span het aansluitsnoer en zet het vast
in klem “D”.
– Bevestig het beveiligingspaneel “A
opnieuw.
52
3 -
GAS-KOCHFELD - GEBRAUCHSANLEITUNG
Achtung: Wenn die Kochplatte
nicht benutzt wird, die Knäufe
der Hähne zudrehen und ebenso
den Hahn an der Gasflasche
bzw. an der Gasleitung zudre-
hen.
GEBRAUCH DER BRENNER (Abb. 3.1)
Der Gaszufluss zum Brenner wird durch
einen Bedienungsknopf (Abb. 3.1) über
den Gashahn mit Sicherheits verschluss
reguliert.
Wenn die Symbole des Bedienknopfes mit
der Markierung an der Leiste übereinstim-
men, sind die Funktionen folgende:
– zeichen
: Gashahn geschlossen
(Brenner ausser Betrieb)
– zeichen : Gashahn ganz offen
(Maximale Flamme)
– zeichen : Gashahn wenig offen
(Minimale Flamme)
Als de branders met moeite ontbranden
vanwege de eigenschappen van het gas
dat het plaatselijke gasbedrijf levert, pro-
beer het dan met de knop op de laagste
stand.
Gebruik de hoogste stand om vloeistof
snel aan de kook te brengen en de laag-
ste stand voor het voorzichtig opwarmen
van voedsel en om vloeistof aan de kook
te houden.
Zet de bedieningsknop altijd op een
stand tussen de hoogste en de laagste
stand, en nooit tussen de hoogste en de
gesloten stand.
Abb. 3.1
Zündung der Brenner MIT
ELEKTRISCHER ZÜNDUNG
- Zum Einschalten des Brenners den
entsprechenden Knauf eindrücken
und auf maximalen Gasfluss drehen
(große Flamme ).
Den Knauf solange gedrückt halten,
bis die Zündung erfolgt ist.
(Wenn kein Strom vorhanden ist, eine
Flamme an den Brenner halten).
- Den Gashahn auf die gewünschte
Stellung drehen
71
7 -
REINIGUNG UND WARTUNG
ALLGEMEINE RATSCHLÄGE
Vor Reinigungs- oder Wartungs-
arbeiten ist das Gerät durch aus-
schalten der Sicherung von Netz zu
trennen.
Wenn das Gerät nicht verwendet
wird, sollte der Gashahn geschlossen
werden.
– Von Zeit zu Zeit den Zustand des
Schlauchs, der an der Gasflasche
oder an das Versorgungsnetz
geschlossen ist, kontrollieren; dieser
muss sich in einem einwandfreien
Zustand befinden und muss ausge-
wechselt werden, wenn Störungen
auftreten.
– Sollte ein Hahn festgefressen sein,
nicht forcieren. Rufen Sie in diesem
Fall bitte die Kundendienststelle an.
Achtung: Während des funktionie-
rens wird die Backofentüre sehr
heiss.
Kinder sind fernzuhalten.
Keine Dampfreiniger verwenden,
da die Feuchtigkeit in das Gerät
dringt und das Gerät dadurch
gefährlich wird.
EMAILLIERTE TEILE
Alle emaillierten Teile müssen immer mit
einem Schwammtuch, mit Seifenwasser
oder anderen nicht scheuernden
Produkten gereinigt werden.
Danach sollten Sie alles mit einem wei-
chen Lappen trocknen.
Säuren, wie sie zum Beispiel in
Zitronensaft, Tomatenpüree, Essig oder
ähnlichem enthalten sind, greifen das
Email an und machen es matt, wenn sie
nicht alsbald entfernt werden.
ROSTFREIER STAHL-MODELLE –
OPPERVLAKKEN IN ROESTVRIJ
STAAL
OPGELET
De voorste oppervlakken in roestvrij
staal (bedieningspaneel, ovendeur, te
openen lade of ruimte) gebruikt in dit
kookfornuis zijn beschermd met een
speciale transparante lak die het effect
afdrukken beperkt. Teneinde de
beschadiging van deze bescherming te
vermijden, voor de schoonmaak van de
roestvrije componenten geen schuur-
producten gebruiken.
ALLEEN WARM ZEEPWATER
GEBRUIKEN VOOR DE SCHOON-
MAAK VAN DE OPPERVLAKKEN IN
ROESTVRIJ STAAL.
ROSTFREIER STAHL-UND ALUMINI-
UM-TEILE – GEMALTE UND
GEDRUCKTE OBERFLÄCHEN.
Mit einem geeigneten Produkt reinigen.
Stets sorgfältig abtrocknen.
WICHTIG: Diese Teile sind sehr vorsi-
chtig zu reinigen, damit sie nicht zerk-
ratzt werden.
Am Besten einen weichen Lappen und
neutrale Seife, niemals Scheuermittel
verwenden.
GASHAHNE
Falls Betriebsstörungen an den
Gashähnen auftreten, rufen Sie bitte die
Kundendienststelle an.
Cod. 1102918
ß2
De beschrjvingen en aanduidingen vermeld in de gebruiks-en installatievoorschriften zijn enkel van informatieve
aard. De constructeur behoudt zich het recht voor om zonder verwittiging en op gelijk welk ogenblik wijzigingen
aan zijn produkten aan te brengen.
De beschrjvingen en aanduidingen vermeld in de gebruiks-en installatievoorschriften zijn enkel van informatieve
aard. De constructeur behoudt zich het recht voor om zonder verwittiging en op gelijk welk ogenblik wijzigingen
aan zijn produkten aan te brengen.
Les descriptions et les informations indiquées sont fournies à simple titre indicatif. Le constructeur se réserve le
droit d’apporter des modifications à son produit à n’importe quel moment et sans préavis.
La casa constructora no responde por los posiles errores de impresion o de transcripción, contenidos en el pre-
sente manual.
Se reserva el derecho, sin comprometer las características esenciales de funcionalidad y seguridad, de aportar a
sus propios prodúctos, en cualquier momento y sin preaviso, eventuales modificaciones oportunas para cual-
quier exigencia de carácter constructivo o comercial.
Descriptions and illustrations in this booklet are given as simply indicative.
The manufacturer reserves the right, considering the characteristics of the models described here, at any time
and without notice, to make eventual necessary modifications for their construction or for commercial needs.

Documenttranscriptie

FD 96 MFD 96 NL BE NL BE DUBBELE OVEN MET DUBBELE BRANDSTOFFORNUIS Gebruiks-en Installatievoorschriften GAS-ELEKTROHERD MIT DOPPELTEM BACKOFEN MAXI-GASKOCHFELD Gebrauchsanweisung Installationsanleitung FR BE CUISINIERE MAXI AVEC DOUBLE FOUR ES PLACA DE COCCIÓN MAXI CON DOBLE HORNO Y COMBUSTIBLE DUAL Mode d’emploi Conseils pour l’installation Instrucciones de uso Consejos para la instalación TWIN OVEN DUAL FUEL MAXI COOKER Instruction for the use Installation advice Nederlands 2 Gebruiks-en installatievoorschriften Bladzijde 3 Deutsch Gebrauchsanweisung Installationsanleitung Seite 47 Français Mode d’emploi - Conseils pour l’installation Page 91 Español Instrucciones de uso - Consejos para la instalación English Instruction for the use - Installation advice Página 135 Page 179 Nederlands Gebrauchsanweisung Installationsanleitung Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer, U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontworpen, vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid. Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aandachtig te lezen. De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doeltreffende hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ontdekken. Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren. Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden beschouwd. Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel. Lees de aanwijzingen met de grootste aandacht voordat u het apparaat installeert of gebruikt. LET OP: Dit apparaat moet in overeenstemming met de geldende voorschriften geïnstalleerd worden in een continu geventileerd vertrek. 3 BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VERWERKING VAN HET PRODUCT IN OVEREENSTEMMING MET DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EC. Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval worden verwerkt. Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dient u enkele levensbelangrijke voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. In het bijzonder: – raak het toestel nooit aan als uw handen of voeten vochtig zijn. – gebruik het toestel nooit als u blootsvoets bent. – vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af bij schade veroorzaakt door onjuist, verkeerd of irrationeel gebruik. EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN DE OVEN Het is aanbevolen de volgende instructies te volgen: – Monteer de laterale roosters in de oven zoals beschreven in het hoofdstuk “ONDERHOUD”. – Plaats de roosters en de druippan. – Verwarm de lege oven op maximaal vermogen om alle vetsporen op de verwarmingselementen te verwijderen, zoals beschreven in het desbetreffende hoofdstuk. – Reinig de binnenzijde van de oven met een doek die u nat heeft gemaakt met water en een neutraal detergent. Droog grondig af. 4 BELANGRIJKE RAADGEVINGEN ● Controleer na het uitpakken of het toestel volledig en onbeschadigd is. Gebruik het niet bij twijfel, maar wend u tot een doorverkoper of roep er een vakkundig technicus bij. ● De verpakkingsonderdelen (plastic zakken, polystyreen, spijkers, sluitstrips, enz.) moeten buiten het bereik van kinderen worden gehouden, want zij vormen een potentiele bron van gevaar. ● Probeer mooit de technische kenmerken van het toestel te veranderen want dat kan gevaar inhouden. ● Ga nooit over tot onderhoud of reiniging van het toestel zonder dat u het vooraf van het stroomnet heeft afgekoppeld. ● Als u beslist het toestel niet meer te gebruiken of als u uw oude toestel wil opruimen, is het aanbevolen het eerst onbruikbaar te maken op de manier die is bepaald door de geldende normen inzake gezondheids-en milieubescherming. Onderdelen die een gevaar voor kinderen kunnen betekenen, moeten onschadelijk worden gemaakt. ● Vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht. ● Controleer nadat u het komfoor heeft gebruikt of alle gasknoppen in de gesloten stand staan en draai de kraan van de toevoerleiding of gasfles dicht. ● Houd kinderen uit de buurt van het apparaat, vooral wanneer dit gebruikt wordt. ● Tijdens en na het gebruik van de oven bereiken enkele elementen en delen van het fornuis zeer hoge temperaturen (bijvoorbeeld het glas van de ovendeur). Raak deze oververhitte de!en niet aan. ● Verwijder de eventueel aanwezige beschermfolie van het komfoor voordat u met het installeren begint. ● Zet geen ontvlambare materialen in de oven of in het accessoirevak, want die zouden vlam kunnen vatten tijdens de werking van het apparaat. ● Controleer of de kabels van andere huishoudelijke apparaten in de buurt van het fornuis niet in aanlaking komen met de warme kookplaat of vast blijven zitten tussen de ovendeur. ● Bekleed de ovenwanden in geen geval met aluminiumfolie. Zet geen bakblikken of ovenschalen op de bodem van de oven. ● De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan het oneigenlijke, foute of onverstandige gebruik van het toestel. ● De componenten van het fornuis kunnen gerecycleerd en dus opnieuw gebruikt wor- den. Voor verwerking ervan als afval gelden de normen die in het land waarin het apparaat gebruikt wordt, van kracht zijn. In geval van definitieve buitenbedrijfstelling moet de voedingskabel worden afgesneden. 5 1 - KOOKTAFEL 2 4 3 2 1 1 Afb. 1.1 ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN: 1. 2. 3. 4. Snelkookplaat (A) Halfsnelle brander (SR) Snelle brander (R) Superbrander met driedubbele krans (TC) 1,00 kW 1,75 kW 3,00 kW 3,50 kW OPMERKING: ✓ Elektrische ontsteking is ingebouwd in de bedieningsknoppen van de gasbranders. ✓ Als het komfoor van een model met veiligheidsventielen is (bij iedere brander is een sonde “T” aanwezig – zie afb. 7.1 – niet te verwarren met de elektrode “S” van de elektrische ontsteking), wordt de gastoevoer gestopt als de vlam per ongeluk dooft. 6 2 - BEDIENINGSPANEEL Afb. 2.1 11 12 13 8 7 6 5 4 3 2 1 10 9 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN 1. Bedieningsknop brander rechts voor 2. Bedieningsknop brander rechts achter 3. Bedieningsknop brander middenachter 4. Bedieningsknop brander middenvoor 5. Bedieningsknop brander links achter 4. Bedieningsknop brander links voor 7. Schakelaar van de multifunctionele oven (oven links) 8. Thermostaatknop van de multifunctionele (oven links) 9. Thermostaatknop van de traditionele oven (oven rechts) 10. Schakelaar van de traditionele oven (oven rechts) 11. Elektronische klok/programmeur (alleen de grote oven links) Controlelampje: 12. Temperatuurcontrolelampje van de traditionele oven (oven rechts) 13. Temperatuurcontrolelampje van de multifunctionele oven (oven links) BELANGRIJK: Dit kooktoestel heeft een ingebouwde koelventilator: het geluid van de koelventilator is te horen wanneer de oven of de grill in werking is. 7 3 - KOOKTAFEL BEDIENINGSVOOR-SCHRIFT GEBRUIK VAN DE BRANDERS ELEKTRISCHE ONTSTEKING De gastoevoer naar de brander wordt bediend door een knop (Afb. 3.1). Door het merkteken op de knop rechtover de verschillende symbolen op het bedieningsbord te plaatsen bekomt men: Om de branders aan te steken: - merkpunt ● : gesloten kraan (uitgedoofde brander) - merkpunt : vol debiet (brander op maximum) - merkpunt : vertraagd debiet (brander op minimum) Als de branders met moeite ontbranden vanwege de eigenschappen van het gas dat het plaatselijke gasbedrijf levert, probeer het dan met de knop op de laagste stand. Gebruik de hoogste stand om vloeistof snel aan de kook te brengen en de laagste stand voor het voorzichtig opwarmen van voedsel en om vloeistof aan de kook te houden. Zet de bedieningsknop altijd op een stand tussen de hoogste en de laagste stand, en nooit tussen de hoogste en de gesloten stand. Controleer na het koken altijd of u de bedieningsknop naar de gesloten stand heeft teruggedraaid. Wanneer u het komfoor niet gebruikt is het verstandig om de kraan op de gastoevoer dicht te draaien. 8 Modellen zonder het apparaat van de veiligheidsklep 1 – Om een brander te ontsteken moet u de bijbehorende bedieningsknop indrukken en naar de hoogste stand (grote vlam ) draaien; houd de bedieningsknop ingedrukt totdat de brander aan is. (Als de stroom is uitgevallen kunt u de brander ontsteken door er een vlam bij te houden). 2 – Regel de gaskraan op de gewenste stand. Afb. 3.1 Afb. 3.2 ELEKTRISCHE ONTSTEKING Modellen met het apparaat van de veiligheidsklep Om de branders aan te steken: 1 – Om een brander te ontsteken moet u de bijbehorende bedieningsknop indrukken en naar de hoogste stand (grote vlam ) draaien; houd de bedieningsknop ingedrukt totdat de brander aan is. (Als de stroom is uitgevallen kunt u de brander ontsteken door er een vlam bij te houden). 2 – Wacht ongeveer tien seconden na de ontsteking van de brander, alvorens de knop weer los te laten (de tijd om het veiligheidsventiel te bewapenen). 3 – Regel de gaskraan op de gewenste stand. Mocht de vlam van de brander om welke reden ook doven, dan zal de veiligheidsklep de gastoevoer automatisch afbreken. Om de werking weer te hervatten moet u de knop in de stand ● draaien en de brander opnieuw ontsteken volgens bovenstaande instructies. Indien bijzondere lokale omstandigheden van het gedistribueerde gas de ontsteking van de brander moeizaam maken, wanneer de knop in de stand van het maximumdebiet staat, adviseren wij de procedure nogmaals uit te voeren, maar nu met de knop in de minimumstand. (Als de stroom is uitgevallen kunt u de brander ontsteken door er een vlam bij te houden). KEUZE VAN BRANDERS De positie van de branders staat aangeduid op het bedieningsbord. Het symbool met verschillende kleur of grafisme duidt de brander aan die bediend wordt door de kraan die zich er net onder bevindt. De brander dient gekozen te worden in funktie van de diameter en de inhoud van de gebruikte kookpan. Ter inlichting: de branders en kookpannen moeten volgens de hiernavolgende aanduidingen gebruikt te worden: BRANDERS DIAMETER KOOKPANNEN Hulpbrander 12 - 14 cm Half-snelle 16 - 24 cm Snelle 24 - 24 cm Driedubbele kroon 26 - 28 cm Gebruik geen pannen met een holle of bolle bodem Afb. 3.3 Het is belangrijk dat de diameter van de kookpan aangepast is aan het vermogen van de brander teneinde het hoog rendement van de branders zo goed mogelijk te gebruiken en het onnodig gasverbruik te vermijden. Een kleine kookpan op een grote brander plaatsen teneinde het gerecht vlugger aan de kook te brengen, dient tot niets want de warmteabsorptie blijft steeds dezelfde tegenover het volume en de oppervlakte van de braadpan. 9 LUCHTSTRAAL (koelventilator) LUCHTSTRAAL (koelventilator) LUCHTSTRAAL (koelventilator) GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE SNELLE BRANDER Afb. 3.4 GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE DRIEVOUDIGE BRANDER (Afb. 3.5a - 3.5b) Plaats een pan met een platte bodem rechtstreeks op de pannendrager. Wanneer u een WOK pan gebruikt, moet u de meegeleverde standaard op de brander plaatsen om een slechte werking van de drievoudige brander te voorkomen (Afb. 3.5a 3.5b). FOUT 10 Afb. 3.5a GOED Afb. 3.5b 4 - ELEKTRISCHE MULTIFUNKTIE OVEN (oven links) Opgelet : Tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. ALGEMENE KENMERKEN Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier om een oven die specifieke funktionele kenmerken bezit Het is inderdaad mogelijk 7 verschillende funkties te gebruiken om aan elke kookvereiste te voldoen. Deze 7 funkties, met thermostatische controle, worden verwezenlijkt door 4 verwarmingselementen: – Onderweerstand 1400 W – Bovenweerstand 1000 W – Grillweerstand 2000 W – Ringvormige weerstand 2500 W – Ventilatiemotor 25 W – Ovenlamp 15 W OPMERING: Voor het eerste gebruik is het raadzaam om de lege oven 30 minuten op stand te laten werken en vervolgens nogmaals 30 minuten op de maximumtemperatuur (thermostaatknop op 250°C) in de standen , om alle sporen van vet van de en verwarmingselementen te verwijderen. Maak de oven en zijn accessoires schoon met warm water en vloeibaar afwasmiddel. WERKINGSPRINCIPE Het opwarmen en koken met de MULTIFUNKTIE oven gebeurt als volgt: a. door natuurlijke convectie De warmte wordt produceerd door de boven- en onderweerstand. b. door gedwongen convectie Een turbine zuigt de lucht in de moffel van de oven aan, stuwt deze door de witgloeiende schroefgangen van een elektrische weerstand en stuwt deze weer in de moffel. De warme lucht alvorens weer aangezogen te worden om dezelfde cyc/us te hernemen omhult de gerechten in de oven waardoor deze vlug en volledig gaargekookt worden. Bovendien kan men verschillende gerechten tegelijkertijd koken. c. door semi-gedwongen convectie De door de boven- en onderweerstand geproduceerde warmte wordt door de turbine in de oven verdeeld. d. door straling De warmte wordt door de infra-roodstralen van de grillweerstand uitgestraald. e. door straling en ventilatie De door de infra-roodgrillweerstand uitgestraalde warmte wordt door de turbine in de oven verdeeld. f. ventilatie Het voedsel wordt zonder verwarming door de ventilator ontdooid. WAARSCHUWING: De deur is heet. Gebruik het handvat. Gedurende het gebruik wordt het apparaat warm. Opletten om niet de warme elementen binnen de oven te treffen. 11 Afb. 4.1 Afb. 4.2 THERMOSTAAT (Afb. 4.1) De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de gewenste funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in te stellen. De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppenbord. BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 4.2) Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen. VERLICHTING Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op. De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld. TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE Werking van de onder- en bovenweerstand. De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld worden van 50° tot 250 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen. Aangeraden Gebruik: Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden. Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue). 12 ROOSTEREN MET DE GRILL Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling. Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en 225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill” Aangeraden Gebruik: Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz. ONTVRIEZEN VAN INGEVRO REN VOEDINGSMIDDELEN Enkel werking van de ovenventilator. Te gebruiken met de thermostaatknop op stand “●” daar elke andere stand geen enkele uitwerking heeft. Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming. Aangeraden Gebruik: Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen. Ongeveer één uur per kilo. De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen. KOKEN MET WARME LUCHT Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine. De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 250 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet voorverwarmd worden. Aangeraden Gebruik: Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze dienen te zijn. Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz. 13 KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine. De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warmte over de ganse oven. De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten). De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten. Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” . Aangeraden Gebruik: Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz. WARMHOUDEN VAN GEKOOKTE GERECHTEN OF ZACHTJES OPWARMEN VAN GERECHTEM Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine. De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het niveau van de bovenweerstand. De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop. Aangeraden Gebruik: Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte gerechten op te warmen. KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine. De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie. De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 250 ° C met de thermostaatknop. Aangeraden Gebruik: Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebraden worden. Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz. 14 KOOKWENKEN SIMULTAAN KOKEN STERILISEREN De standen de MULTIFUNKen TIE oven laten toe verschillende heterogene bereidingen simultaan te koken. Aldus kan men tezelfdertijd verschillende gerechten koken zoals vb. vis, taart en vlees zonder dat de aroma’s en smaken zich vermengen. Dit is mogelijk omdat de dampen en vetten geoxydeerd worden door de elektrische weerstand en zich dus niet kunnen afzetten op de gerechten. De enige te nemen voorzorgen zijn: – de kooktemperaturen moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen met een verschil van maximum 20° tot 25 °C tussen de extreem vereiste temperaturen voor de verschillende gerechten; – de gerechten zullen op verschillende tijdstippen in de oven geplaast worden, rekening houdend met de verschillende kookduur. Het steriliseren van levensmiddelen in bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen, hermetisch gesloten): a. de schakelaar op stand plaatsen; b. de thermostaatknop op stand 185 °C plaatsen en de oven voorverwarmen; c. de druipplaat met warm water vullen; d. de bokalen op de druipplaat zetten en erop letten dat ze elkaar niet raken; de deksels bevochtigen met water; de ovendeur sluiten en de thermostaatknop op stand 135 °C plaatsen. Wanneer het steriliseren begint, t.w. wanneer er luchtbellen in de bokalen gevormd wor den, de oven uitschakelen en laten afkoelen. VERBETEREN De schakelaar op stand plaatsen en de thermostaatknop op stand 150 °C. Brood wordt weer knappend vers als men het ongeveer 10 minuten in de oven plaatst nadat het lichtjes bevochtigd werd. BRADEN Om op de klassieke manier te braden (gaar gebakken) volstaat het volgende punten in acht te nemen: – de oventemperatuurinstellen tussen 180° en 200 ° C . – de hoeveelheid en de kwaliteit van het vlees. Het resultaat van deze kookwijze is een evidente energie en tijdbesparing. ROOSTEREN EN GRATINEREN Met de schakelaar op stand kan het roosteren zonder braadspit gbeuren, daar delucht volledig rond de gerechten verspreid wordt. De thermostaatknop op stand 175°C plaatsen en na voorverwarming van de oven de gerechten op het rooster plaatsen, de ovendeur sluiten en de oven laten verder verwarmen tot het roosteren voleindigd is. Voor het eind van de kooktijd enkele boterkrulletjes toevoegen om het mooie gravneffekt te bekomen. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. 15 KOKEN MET DE GRILL De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten. Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. Het gerecht op het ovenroosterplaatsen dat zo hoog mogelijk in de oven wordt geschoven. Breng de ovenschaal onder de grill aan, om het vet en de sappen op te vangen. Attentie: Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. KOKEN MET DE OVEN De oven voorverwarmen op de gewenste temperatuur. Wanneer de oven de gewenste temperatuur bereikt heeft, het gerecht in de oven plaatsen en de kooktijd nakijken. De oven 5 min. voor het eind van de kooktijd uitschakelen om de in de oven opgestapelde warmte te benutten. 16 Ter informatie geven we in volgende tabel enkele gerechten met hun bereidingstemperauren in °C. Tijd en temperatuur schommelen afhankelijk van de hoeveelheid en de grootte van de stukken. GERECHTEN TEMPERATUUR Savoiegebakjes Chocoladecake Rijst in de oven Konijnepastei Kaassoufflé Rundsvlees met uitjes Macaronikrans Vier-vierde gebak Karamelvla Gevulde tomaten Pizza Zeebrasem met uitjes Forel met amandelen Wijting in de oven Eend Aardappelen in de oven Appeltaart Soezendeeg Geroosterde paprika’s Kalfskotelet Varkenskotelet Lamskotelet Kalfsgebraad Kippegebraad Appelen in de oven Eieren in vuurvaste schoteltjes Omelet Rundsgebraad Lamsbout Lamsschouder Gegratineerde macaroni 150° 150° 150° 175° 175° 175° 175° 175° 175° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 5 - ELEKTRISCHE OVEN MET NATUURLIKE CONVECTIE (oven rechts) Opgelet : Tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. ALGEMENE KENMERKEN Het fomuis wordt in propere staat geleverd. Nochtans is het aangeraden, voor het eerste gebruik, de oven te laten warmen op maximum temperatuur (250 °C) om de eventuele vetsporen op de weerstanden te verwijderen. De elektrische oven is uitgerust met 3 weerstanden: – Bovenweerstand – Onderweerstand – Grillweerstand 700 W 800 W 1450 W WAARSCHUWING: De deur is heet. Gebruik het handvat. Gedurende het gebruik wordt het apparaat warm. Opletten om niet de warme elementen binnen de oven te treffen. Afb. 5.1 OPMERING: Alvorens de oven voor de eerste keer te gebruiken, de oven leeg aanzetten. Stel de hoogste stand in en zet de temperatuurknop op 250°C. Laat de oven gedurende een uur in functie anstaan en daarna nog 15 minuten in functie . Hierdoor worden eventuele vetresten van de verwarmingselomenten verwijderd. WERKINGSPRINCIPE Het opwarmen en koken met de NATUURLIKE CONVECTIE oven gebeurt als volgt: a. door natuurlijke convectie De warmte wordt produceerd door de boven- en onderweerstand. b. door straling De warmte wordt door de infra-roodstralen van de grillweerstand uitgestraald (Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn). Afb. 5.2 17 BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 5.1) Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen. THERMOSTAAT (Afb. 5.2) De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de gewenste functie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in te stellen (van 50° tot 250 °C ). De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppenbord. VERLICHTING ROOSTEREN MET DE GRILL Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling. Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en 225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C. In de stand treedt de draaispitmotor in werking. Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” . Aangeraden Gebruik: Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op. De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld. TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE Werking van de onder- en bovenweerstand. De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld worden van 50° tot 250 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen. In de stand treedt de draaispitmotor in werking. Aangeraden Gebruik: Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden. Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue). 18 KOKEN MET DE GRILL De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten. Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. Het gerecht op het ovenroosterplaatsen dat zo hoog mogelijk in de oven wordt geschoven. Breng de ovenschaal onder de grill aan, om het vet en de sappen op te vangen. Attentie: Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. KOKEN MET DE OVEN De oven voorverwarmen op de gewenste temperatuur. Wanneer de oven de gewenste temperatuur bereikt heeft, het gerecht in de oven plaatsen en de kooktijd nakijken. De oven 5 min. voor het eind van de kooktijd uitschakelen om de in de oven opgestapelde warmte te benutten. Ter informatie geven we in volgende tabel enkele gerechten met hun bereidingstemperauren in °C. Tijd en temperatuur schommelen afhankelijk van de hoeveelheid en de grootte van de stukken. GERECHTEN TEMPERATUUR Savoiegebakjes Chocoladecake Rijst in de oven Konijnepastei Kaassoufflé Rundsvlees met uitjes Macaronikrans Vier-vierde gebak Karamelvla Gevulde tomaten Pizza Zeebrasem met uitjes Forel met amandelen Wijting in de oven Eend Aardappelen in de oven Appeltaart Soezendeeg Geroosterde paprika’s Kalfskotelet Varkenskotelet Lamskotelet Kalfsgebraad Kippegebraad Appelen in de oven Eieren in vuurvaste schoteltjes Omelet Rundsgebraad Lamsbout Lamsschouder Gegratineerde macaroni 150° 150° 150° 175° 175° 175° 175° 175° 175° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 19 BRAADSPIT (Afb. 5.3) GEBRUIK VAN HET BRAADSPIT De fornuizen uitgerust met een braadspit. Dit dient om de gerechten aan het spit le braden door middel van het gebruik van de grillbrander. Dit onderdeel bestaat uit: – 1 elektrische motor, in de achterwand van de oven geplaatst. – 1 spit uit roestvrij handvat en twee regelbare vorken. – 1 steun voor het spit dat men op de midden richel van de oven plaatst. (Afb. 5.3) – De braadslee op de onderste richel van de oven plaatsen en de steun op de middenrichel. – Het spit in het braadstuk rijgen en het met de vorken vastleggen. – Het spit in het gat van de motor plaatsen en op de steun leggen. Het handvat naar links draaien en het wegnemen. De draairichting van de hendel is van links naar rechts, of omgekeerd. Attentie: Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. Afb. 5.3 20 6 - ELETRONISCHE KLOK/PROGRAMMEUR De elektronische klok/programmeur is een inrichting die de volgende functies groepeert, die met een enkele hand kunnen geprogrammeerd worden: - Klok12 urem met verlichte wijzers (uren, minuten en seconden). - Timer (tot 60 minuten). - Programma voor automatisch koken in de oven. Aanschakeling op het geprogrammeerde uur (binnen de 12 uren vanaf het ogenblik van de programmering) en automatische uitschakeling na de geprogrammeerde kooktijd (max. 6 uren). - Programma voor halfautomatisch koken in de oven. Automatische uitschakeling van de oven na de geprogrammeerde kooktijd (max 6 uren). Beschrijving van de drukknoppen: Timer Kooktijd/Uur van einde kooktijd Uurregeling/Annulering programma’s Vooruitgaan van de cijfers van alle functies Achteruitgaan van de cijfers van alle functies Opmerking: De programmering (met een enkele hand) wordt uitgevoerd door te drukken op de toets die overeenstemt met de gewenste functie, en nadat men deze heeft losgelaten, is het voldoende binnen de 7 seconden de tijd te beginnen instellen met de toetsen of De klok/programmeur wordt op nul afgesteld bij iedere onderbreking van de elektrische energie. KLOK: Verlichte wijzer van de minuten Verlichte wijzer van de uren Verlichte wijzer van de seconden AUTOMATISCH OF HALFAUTOMATISCH KOKEN Verlichte interne segmenten (1 segment = 12 minuten) Verlichte externe segmenten (1 segment = 1 minuut) TIMER Verlichte externe segmenten (1 segment = 1 minuut) Afb. 6.1 21 KLOK (Afb. 6.2) 1. Afb. 6.2 - Bij de eerste elektrische aansluiting van de oven of na een stroomonderbreking, zullen alle nummers van de programmeur knipperen. 2. Afb. 6.2 - Om het uur te regelen, de toets indrukken gedurende een seconde; de wijzer zal aangaan op de 12. 3. Afb. 6.2 - Binnen de 7 seconden de drukknop of indrukken om de verlichte uur- en minutenwijzers te regelen. Wanneer de regeling beëindigd is, zal de verlichte secondenwijzer verschijnen. Opmerking: De regeling van de klok houdt de op nul afstelling in van eventuele programma’s in uitvoering of van ingestelde programma’s. 1 MANUEEL KOKEN ZONDER PROGRAMMEUR (Afb. 6.3) Om de oven manueel te gebruiken, d.w.z. zonder de hulp van de programmeur, mogen de nummers niet knipperen of mag er geen enkel intern verlicht segment aan zijn (er mogen geen halfautomatische of automatische kookprogramma’s ingesteld zijn). A. Afb. 6.3 - Programmeur met ingesteld programma. Om het programma te annuleren, gedurende 2 seconden de drukknop indrukken; de interne verlichte segmenten zullen uitgaan. B. Afb. 6.3 - Programmeur met knipperende nummers (deze omstandigheid doet zich voor na de uitschakeling van het geluidssignaal van einde kooktijd). De drukknop indrukken. De nummers worden stabiel en de programmeur zal overgeschakeld worden naar manueel. Opgelet: Op het einde van het koken de oven manueel uitschakelen en hierbij onmiddellijk de knoppen van de schakelaar en van de thermostaat naar de stand van uit (OFF) draaien. A 2 2 seconden 2 seconden 3 22 Afb. 6.2 B ofwel Afb. 6.3 TIMER (Afb. 6.4) De functie timer bestaat uitsluitend uit een geluidssignaal dat kan afgesteld worden voor een maximum tijd van 60 minuten. 1. Afb. 6.4 - Om de tijd in te stellen, drukken op de drukknop . 2. Afb. 6.4 - Binnen de 7 seconden drukken op de drukknop tot de externe segmenten aangaan die overeenstemmen met de gewenste tijd (ieder segment stemt overeen met 1 minuut). Indien de gewenste tijd verstreken is, drukken op de drukknop tot de regeling is uitgevoerd. 3. Afb. 6.4 - Het aftellen begint onmiddellijk en wordt gevisualiseerd door een verlichte wijzer die draait tegen de wijzers van de klok en die bij iedere toer (1 minuut) een segment zal uitschakelen. Tijdens het aftellen is het mogelijk op gelijk welk ogenblik de ingestelde tijd te veranderen door te drukken op de toetsen of ; om het aftellen op nul af te stellen, drukken op de toets ; tot aan het uitgaan van alle aangeschakelde externe sectoren). Wanneer de tijd verstreken is, zal het laatste verlichte segment uitgaan en er zal een intermitterend geluidssignaal geactiveerd worden dat onderbroken kan worden door te drukken op een willekeurige drukknop. Het display visualiseert opnieuw het uur. Om de klok te visualiseren tijdens het aftellen, een ogenblik de drukknop (afb. 6.5); om opnieuw het aftellen te visualiseren, terug een ogenblik de drukknop indrukken. Opmerking: De functie timer kan ook ingesteld worden indien er een halfautomatische of een automatische kooktijd in uitvoering is. OPGELET: De functie timer schakelt de oven niet automatisch uit op het einde van de tijd ingesteld door de timer. De oven manueel uitschakelen door de knoppen van de schakelaar en van de thermostaat te draaien naar de stand van uit (OFF). 1 2 3 Afb. 6.4 Afb. 6.5 23 HALFAUTOMATISCH KOKEN (Afb. 6.6) Dient om de oven automatisch uit te schakelen nadat de gewenste kooktijd verstreken is. 1. Afb. 6.6 - Om de kooktijd in te stellen (max 6 uren) drukken op de drukknop , de wijzers van de klok gaan uit en er gaat een wijzer aan op de 12. 2. Afb. 6.6 - Binnen de 7 seconden drukken op de drukknop en een verlichte wijzer (zoals die van de minuten en de seconden) wordt geactiveerd. Ieder segment van vermeerdering duidt een minuut aan. Bovendien schakelt iedere vermeerdering van 12 minuten een intern segment aan (5 segmenten zijn gelijk aan een uur). Indien de gewenste tijd verstreken is, de drukknop indrukken tot de regeling is uitgevoerd. 3. Afb. 6.6 - Na 7 seconden zullen de aangeschakelde interne segmenten zich gaan plaatsen op het huidige uur en hierbij de geprogrammeerde kooktijd aanduiden. 4. De temperatuur en de kookfunctie van de oven instellen door in te grijpen op de desbetreffende knoppen van de schakelaar en van de thermostaat (zie specifieke hoofdstukken). De oven zal onmiddellijk aangaan en wanneer de ingestelde tijd verstreken is, zal hij automatisch uitgaan. Tijdens het koken zullen de interne segmenten knipperen om aan te duiden dat het koken in uitvoering is, en ze zullen gradueel uitgaan met het verlopen van de tijd (een alle 12 minuten). Tijdens het kookprogramma is het mogelijk op gelijk welk ogenblik de ingestelde tijd te veranderen door eerst de toets en vervolgens de toetsen of in te drukken. Wanneer de tijd verstreken is, zal het laatste verlichte segment uitgaan, de oven zal uitgaan, alle nummers van de klok zullen knipperen en er zal een intermitterend geluidssignaal geactiveerd worden. Om het geluidssignaal uit te schakelen, een willekeurige drukknop indrukken. Om het knipperen van de nummers van de klok uit te schakelen, drukken op de drukknop . 24 Het kookprogramma kan geannuleerd worden op gelijk welk ogenblik door de drukknop gedurende 2 seconden in te drukken. Opgelet: Op het einde van het halfautomatisch koken onmiddellijk de knoppen van de schakelaar en van de thermostaat van de oven naar de stand van uit (OFF) draaien. Opgelet: De onderbreking van de elektrische energie veroorzaakt de op nul afstelling van de klok en het wissen van alle ingestelde programma’s. De uitgevoerde onderbreking wordt gesignaleerd door de knipperende nummers zonder verlichte wijzers - Afb. 6.9). 1 2 Huidig uur begin kooktijd 3 Afb. 6.6 Uur einde kooktijd AUTOMATISCH KOKEN (Afb. 6.7) Dient om de oven aan te schakelen op een vooringesteld uur en automatisch uit te schakelen nadat de geprogrammeerde kooktijd verstreken is. Om in de oven te koken in automatisch, moet men: - De kooktijd instellen (max 6 uren). - Het uur van einde kooktijd instellen (binnen de 12 uren vanaf het ogenblik van programmering). - De temperatuur en de kookfunctie van de oven instellen. Deze operaties worden op de volgende manier uitgevoerd: 1. Afb. 6.7 - De kooktijd instellen door te drukken op de drukknop , de wijzers van de klok gaan uit en er gaat een wijzer aan op de 12. 2. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden de drukknop indrukken en er wordt een verlichte wijzer geactiveerd (zoals die van de minuten en de seconden). Ieder segment van vermeerdering duidt een minuut aan. Bovendien schakelt iedere vermeerdering van 12 minuten een intern segment aan (5 segmenten zijn gelijk aan een uur). Indien de gewenste tijd verstreken is, de drukknop indrukken tot de regeling is uitgevoerd. 3. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden nogmaals op de toets drukken; de aangeschakelde interne segmenten zullen zich op het huidige uur gaan plaatsen. 4. Afb. 6.7 - Binnen de 7 seconden drukken op de toets tot de aangeschakelde segmenten verplaatst worden op het uur waarop men het koken wenst uit te voeren. Indien het gewenste uur overschreden is, drukken op de drukknop tot de regeling is uitgevoerd. 5. Afb. 6.7 - Na 7 seconden worden de wijzers van de klok terug gevisualiseerd en de aangeschakelde segmenten duiden de kooktijd aan. 6. De temperatuur en de kookfunctie instellen door in te grijpen op de desbetreffende knoppen van de schakelaar en van de thermostaat van de oven (zie specifieke hoofdstukken). Nu is de oven geprogrammeerd en zal aangaan en aan blijven voor de tijd aangeduid door de verlichte segmenten, nadien zal hij automatisch uitgaan. 1 2 3 4 Uur einde kooktijd Uur begin kooktijd 5 Afb. 6.7 25 Wanneer het koken begint, zullen de interne segmenten knipperen om aan te duiden dat het koken in uitvoering is, en ze zullen gradueel uitgaan met het verlopen van de tijd (een alle 12 minuten). Tijdens het kookprogramma is het mogelijk op gelijk welk ogenblik de ingestelde tijd te veranderen door eerst op de toets en vervolgens op de toetsen of te drukken. Wanneer de tijd verstreken is, zal het laatste verlichte segment uitgaan, de oven zal uitgaan, alle nummers van de klok zullen knipperen en er zal een intermitterend geluidssignaal geactiveerd worden. Om het geluidssignaal uit te schakelen, drukken op een willekeurige drukknop. Om het knipperen van de nummers van de klok uit te schakelen, drukken op de drukknop . Het kookprogramma kan geannuleerd worden op gelijk welk ogenblik door te drukken op de drukknop gedurende 2 seconden. Opgelet: Op het einde van het automatisch koken onmiddellijk de knoppen van de schakelaar en van de thermostaat van de oven naar de stand van uit (OFF) draaien. Opgelet: De onderbreking van de elektrische energie veroorzaakt de op nul afstelling van de klok en het wissen van alle ingestelde programma’s. De uitgevoerde onderbreking wordt gesignaleerd door de knipperende nummers zonder verlichte wijzers - afb. 6.9). 26 Knipperen van einde kooktijd Afb. 6.8 Knipperen na onderbreking elektrische energie Afb. 6.9 7 - ONDERHOUD ALGEMENE RAADGEVINGEN – Wanneer het toestel niet gebruikt wordt is het raadzaam de gastoevoerkraan te sluiten. – De staat van de aansluitingsbuis van de fles of de gasleiding regelmatig controleren. Deze moet in perfekte staat zijn en moet onmiddellijk vervangen worden in geval er anomaliën vastgesteld worden. – Het smeren van de kranen mag enkel uitgevoerd worden door een vakman. Wanneer een kraan stram wordt, deze niet forceren. – Sluit het komfoor af van het elektriciteitsnet en wacht totdat het is afgekoeld voordat u begint met het schoonmaken. EMAIL De geëmailleerde delen mogen enkel schoongemaakt worden met een spons en zeep of andere niet schurende middelen. Bij voorkeur met een zeemvel droogwrijven. Alkalische of zure vlekken (citroensap, azijn, enz...) moeten onmiddellijk verwijderd worden. Ook het gebruik van chloor- of zuurhoudende producten dient vermeden te worden. DE MODELLEN VAN HET ROESTVRIJE STAAL - DE OPPERVLAKTEN VAN HET ROESTVRIJE STAAL Schoonmaken met een speciaal - in de handel verkrijgbaar - middel. Afdrogen met een zachte doek, liefst met een zeem. Opmerking: Bij een ononderbroken gebruik kan de voortdurend hoge temperatuur verkleuringen om de branders veroorzaken. DE DELEN VAN HET ROESTVRIJE STAAL EN VAN HET ALUMINIUM GESCHILDERDE EN GEDRUKTE OPPERVLAKTE Let op Het apparaat kan zeer heet worden, vooral rondom de kookzones. Daarom is het belangrijk dat kinderen niet alleen in de keuken worden gelaten wanneer het apparaat in werking is. Geen machine met stoomstralen gebruiken want het vocht zou in het apparaat kunnen binnendringen en het gebruik ervan gevaarlijk maken. Reinig deze onderdelen en oppervlakken met een hiervoor geschikt reinigingsmiddel. Droog ze daarna zeer zorgvuldig af. BELANGRIJK: deze onderdelen dienen altijd zeer zorgvuldig gereinigd te worden om beschadigingen te voorkomen. U wordt geadviseerd een zachte doek en een neutraal reinigingsmiddel te gebruiken. LET OP: Gebruik nooit schurende of bijtende reinigingsmiddelen aangezien deze het beschermende oppervlak onherstelbaar beschadigen. 27 GASKRANEN DE BRANDERS CORRECT PLAATSEN Wend u tot de Servicedienst als de gaskranen niet goed werken (09002352673). Het is zeer belangrijk dat u de vlamverdeler F en de kap C van de branders goed op hun plaats teruggezet (Afb. 7.1-7.2. De brander kan niet goed werken als deze onderdelen verkeerd geplaatst zijn. BRANDERS EN ROOSTERS Deze kunnen van het komfoor afgenomen worden en in een sopje gewassen worden Na het schoonmaken moet u de branders goed afdrogen en zorgvuldig op hun plaats terugzetten. Het is zeer belangrijk dat u de vlamverdeler en de kap van de branders goed op hun plaats teruggezet. De brander kan niet goed werken als deze onderdelen verkeerd geplaatst zijn. Opmerking: De elektrische ontsteking kan defect raken als deze wordt gebruikt wanneer de branders zijn verwijderd. Bij toestellen met elektrische ontsteking moet er worden gecontroleerd of de elektrode “S” (Afb. 7.1) schoon is, zodat deze goed kan vonken. Zorg ervoor dat de sonde “T” (Afb. 7.1) in de buurt van elke brander goed schoon blijft, zodat de veiligheidskleppen probleemloos kunnen werken. Zowel de sonde als de ontsteker moeten heel voorzichtig schoon worden gemaakt. C F T S Afb. 7.1 28 Afb. 7.2 BRANDER MET DRIEDUBBELE KRANS De brander moet geplaatst worden zoals in afb. 7.3 is aangegeven. De ribben van de brander moeten in de uitsparingen steken zoals is aangeduid met de pijlen. Zet de kap A en de ring B op hun plaats (afb. 7.4 - 7.5). Als de brander goed geplaatst is kan hij niet draaien (afb. 7.4). Afb. 7.3 A B Afb. 7.4 Afb. 7.5 29 Afb. 7.6 OVENDEUR SCHOTELWARMHOUDRUIMTE De binnenruit kan gemakkelijk uitgenomen worden bij onderhoud. Hiervoor de 4 hechtingsschroeven losdraaien (Afb. 7.6). De schotelwarmhoudruimte is toegankelijk door het opklapbare paneel te openen (Afb. 7.7). Zet geen ontvlambare materialen in de accessoirevak, want die zouden vlam kunnen vatten tijdens de werking van het apparaat. 30 Afb. 7.7 OVEN VERVANGING VAN DE OVENLAMP De oven moet na elk gebruik worden gereinigd met de gepaste produkten. De oven 30 minuten op volle kracht laten werken kan het verwijderen van vetvlekken vereenvoudigen. Niet het minste ingrijpen is hier vereist. Als het vet weerbarstig is, kan men de reinigingsduur verlengen door de lege oven op maximum temperatuur te laten branden. Nooit detergent gebruiken die bijtende stoffen bevat om beschadiging van de zelfreinigende bekleding te vermijden. Haal de stekker van het aansluitsnoer uit het stopcontact. Draai het lampje los en vervang het door een lampje dat bestand is tegen hoge temperaturen (300° C), spanning 230 V (50 Hz), 15 W, E14. MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE ZIJPLATEN – Bevestig de uitneembare zijplaten aan de gaten van de zijwanden in de oven (Afb. 7.8) – Schuif de vetvanger en het rooster in het midden in de richels van de uitneembare zijplaten (Afb. 7.9). – Het demonteren geschiedt in omgekeerde volgorde. Afb. 7.8 Afb. 7.9 31 DEMONTAGE VAN DE OVENDEUR Afb. 7.10a De ovendeur kan eenvoudig worden gedemonteerd op de volgende wijze: – De ovendeur volledig openen (Afb. 7.10A). – De vastzetring inhaken in de pen van de linker- en rechterschamier (Afb. 7.10B). – Neem de deur vast zoals getoond in Afb. 7.10. – De deur een klein beetje openen, loshaken en de onderste pen van de scharnieren uit hun behuizing halen (Afb. 7.10C). Afb. 7.10b – Ook de bovenste pen van de scharnieren uit haar behuizing halen (Afb. 7.10D). – Leg de deur op een zacht oppervlak. – Ga in omgekeerde volgorde te werk om de deur opnieuw te monteren. Afb. 7.10c Afb. 7.10d 32 Afb. 7.10 Aanwijzingen voor de installateur IMPORTANT – De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien, in overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften en de aanwijzingen van de fabrikant. Als hieraan niet wordt voldaan, vervalt de garantie. – Het toestel moet overeenkomstig verordeningen van kracht in uw land en in observatie van de instructies van de fabrikant worden geïnstalleerd. – Indien het apparaat wordt aangesloten op het elektriciteitsnet via een stopcontact in de muur achter het apparaat, mag het stopcontact zich hoogstens 18 cm boven de vloer bevinden. – Sommige apparaten worden geleverd met de stalen en aluminium delen ervan bedekt door beschermfolie. U moet de beschermfolie verwijderen voordat u het fornuis in gebruik neemt. 33 8 - INSTALLATION Dit toestel behoort tot beschermingsklasse “2/1” tegen de oververhitting van aangrenzende oppervakken. Tussen het toestel en de muur of kast ernaast moet minstens 200 mm afstand bewaard worden (Afb. 8.1). De meubelwanden moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 75 °C boven de omgevingstemperatuur. 450 mm 650 mm Het fornuis mag geïnstalleerd worden in een keuken, in een eetkeuken of in een eenkamerwoning met kookhoek, maar niet in een vertrek met een badkuip of douche. De afstand tussen het fornuis en een wand (muur kast) aan de zijkant die hoger is dan het fornuis, moet minstens 500 mm bedragen Het fornuis moet overeenkomstig Afb. 8.1 geïnstalleerd worden. 200 mm 500 mm 34 Afb. 8.1 ACHTERSCHERM Assembleer het achterscherm “C” (afb. 8.2) alvorens het fornuis te installeren. – Het achterscherm “C” vindt u in de verpakking achter het fornuis. – Verwijder de beschermfolie en plakband voordat u het achterscherm assembleert. – Verwijder de twee afstandsringen “A” en de schroef “B” van de achterkant van de kookplaat. – Assembleer het achterscherm zoals aangegeven in afbeelding 8.4 en bevestig het door de schroef “B” en de afstandsringen “A” vast te draaien. c B A Afb. 8.2 35 DE VERSTELBARE VOETEN MONTEREN De verstelbare voeten moeten aan de onderkant van het fornuis worden gemonteerd voordat het fornuis in gebruik wordt genomen (afb. 8.3). Afb. 8.3 HET FORNUIS WATERPAS ZETTEN Het fornuis kan waterpas geplaats worden door de uiteinden van zijn voeten IN of UIT te draaien (afb. 8.3). Afb. 8.4 36 BEWEGINGSSYSTEEM VAN HET FORNUIS WAARSCHUWING Het rechtop zetten van het fornuis moet altijd door twee personen worden gedaan, om te voorkomen dat de verstelbare voeten schade oplopen tijdens deze manœuvre (afb. 8.5). Afb. 8.5 WAARSCHUWING Pas op: til het fornuis bij het rechtop zetten niet op aan de deurhendel (afb. 8.6). WAARSCHUWING SLEEP het fornuis NIET over de vloer wanneer u het naar de plaats van installatie vervoert (afb. 8.7). Til het fornuis zo ver op dat zijn voeten de vloer niet raken (afb. 8.5). Afb. 8.6 Afb. 8.7 37 INSTALLATIERUIMTE Dampkap voor afzuiging verbrandingsgassen H min 650 mm De kamer waar het gastoestel wordt geplaatst, moet voldoende verlucht worden. Dit met het oog op het afvoeren van de verbrandingsgassen. De verse lucht moet rechtstreeks toestromen door een of meer ventilatieopeningen in de buitenmuur met een gezamenlijke doorsnede van minstens 100 cm2. Als het gastoestel niet voorzien is van veiligheden die ingrijpen wanneer de vlam dooft, dan moet de doorsnede van de openingen minstens 200 cm2 bedragen. Bij voorkeur gebruikt men openingen die zich dicht bij het vloeroppervlak berinden, en tegenover de afvoer van de verbrandingsgassen zijn gelegen. De openingen moeten zodanig gemaakt zijn dat ze niet kunnen verstoppen, niet aan de binnenkant, noch aan de buitenkant. Indien het niet mogelijk is van deze openingen te voorzien, kan men verluchting vanuit een andere kamer aanbrengen, indien dit geen slaapkamer noch andere gevaarlijke kamer is. In laatste instantie kan de keukendeur op een kier gezet worden om te verluchten. De installateur dient de plaatselijk geldende regelgeving m.b.t. de ventilatie van het vertrek en de afvoer van verbrandingsproducten in acht te nemen. Tijdens een intensief en langdurig gebruik kan extra ventilatie nodig zijn, bijvoorbeeld door een raam te openen of door de afzuiginstallatie - indien aanwezig - op een hogere vermogensstand te regelen. AFVOER VAN DE VERBRANINGSGASSEN De afvoer van de verbrandingsgassen van het gaskookvuur moet gebeuren via een afzuigkap met externe uitgang, of een afzuigkap met recirculatie. Indien dit niet mogelijk is, kan men de verbrandingsgassen afzuigen met een elektrische ventilator. Die moet dan wel een aangepast vermogen hebben zodat de lucht in de kamer zeker indien er voldoende openingen voor luchttoevoer aanwezig zijn. (zie hoofdstuk Installatieruimte). Elektrische ventilator voor afzuiging Opening voor luchttoevoer 38 Afb. 8.8 Opening voor luchttoevoer Afb. 8.9 9 - GASGEDEELTE De wanden van de naast het fornuis opgestelde de meubels moeten uit hittebestendig materiaal vervaardigd zjin. Vóór de installatie moet men verifiëren of het plaatselijk distributienet (type van gas en druk) en de karakteristieken van het toestel compatibel zijn. De karakteristieken staan aangeduid op de plaat of op het etiket. GASAANSLUITING De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien, in overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften. Het fornuis is bij levering klaar voor gebruik met het type gas dat op het etiket op het toestel is vermeld. Verzeker u ervan dat de ruimte waarin het fornuis geïnstalleerd wordt goed geventileerd is, in overeenstemming met de geldende voorschriften. Ook de aansluiting op de gasaanvoerbuis of gasfles moet aan de geldende voorschriften voldoen. De gasaanvoerbuis wordt aan de achterkant van het fornuis (fig. 9.1) aangesloten op de R of L gasinlaat; de aansluitbuis mag niet langs de achterkant van het apparaat lopen. De niet-gebruikte gasinlaat moet worden afgesloten met de plug (T) en afdichtingsring. L R T Afb. 9.1 39 Gebruik een starre of buigzame aansluitbuis die aan de geldende voorschriften voldoet. Als er een klemringkoppeling gebruikt wordt, dan moet deze stevig worden aangedraaid met twee moersleutels (fig. 9.2). Verzeker u van het volgende: – dat de buigbare buis (slang) niet in aanraking kan komen met delen van het fornuis waar de oppervlaktetemperatuur 70°C boven de omgevingstemperatuur kan stijgen; – dat de slang niet langer is dan 75 cm en dat hij niet in aanraking kan komen met scherpe randen of hoeken; – dat de slang niet gespannen, gewrongen, geknikt of te sterk gebogen is; – dat de aansluiting met een onbuigzame metalen buis geen trekkracht op de gasinlaat van het apparaat uitoefent. – vervang de afdichtingsring bij de minste geringste vervorming of onvolmaaktheid. – dat de buis zonder moeite over zijn hele lengte geïnspecteerd kan worden; de buis moet na ten hoogste drie jaar vervangen worden. – dat de kraan van de gastoevoerleiding of gasfles dicht gedraaid is wanneer het apparaat niet in gebruik is. 40 Abb. 9.2a A) GASSOORTEN NL Cat: II 2L 3B/P Het gas dat kan worden gebruikt kan in twee families worden onderverdeeld: ✓ G25 ✓ G30 / G31 De aansluitset (zie afbeelding 9.3) bestaat uit: A - Gasinlaat (R of L) B - Afdichtingsring C - Verloopstuk BELANGRIJK: De afdichtingsring “B” (afb. 9.3) zorgt dat er geen gas uit de gasaansluiting lekt. Vervang de afdichtingsring bij de minste geringste vervorming of onvolmaaktheid. Gebruik voor het aanschroeven van de onderdelen twee sleutels (zie afbeelding 9.2). Controleer, na voltooiing van de aansluiting, met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de verbindingen gasdicht zijn. Abb. 9.2b B) GASSOORTEN BE Aansluiting op de gastoevoer: • De verbinding moet worden aange- Cat: II 2E+3+ Het gas dat kan worden gebruikt kan in twee families worden onderverdeeld: ✓ G20 / G25 ✓ G30 / G31 De aansluitset (zie afbeelding 9.3) bestaat uit: A - Gasinlaat (R of L) B - Afdichtingsring legd volgens de norm NBN D 51-003 met buizen of volgens de voorschriften A.R.G.B/03 met flexibele buis. Het apparaat moet worden geplaatst met een AGB-goedgekeurde stopkraan. Attentie: Indien er een flexibele slang wordt gebruikt, moet deze zodanig worden geinstalleerd dat hij niet in contact kan komen met een beweegbaar deel van het meubel. Zorg dat kontrole van de slang over de hele lengte mogelijk is. C - Verloopstuk BELANGRIJK: De afdichtingsring “B” (afb. 9.3) zorgt dat er geen gas uit de gasaansluiting lekt. Vervang de afdichtingsring bij de minste geringste vervorming of onvolmaaktheid. Gebruik voor het aanschroeven van de onderdelen twee sleutels (zie afbeelding 9.2). Controleer, na voltooiing van de aansluiting, met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de verbindingen gasdicht zijn. A B C 1/2” GAS kegel Abb. 9.3 41 Onderhoud van de gasbranders VERVANGING SPROEIERS VAN DE BRANDERS Als er geen spuitstukken zijn meegeleverd, dan zijn deze te verkrijgen bij de Servicecentra. Elk komfoor wordt geleverd met een serie sproeiers voor de verschillende gassoorten. De nieuwe sproeiers moeten gekozen worden op grond van de “Tabel van de sproeiers”. De diameter van de sproeiers, uitgedrukt in honderdste millimeters, is aangegeven op de buitenkant. Ga als volgt te werk om de sproeiers te vervangen: – Verwijder de panroosters en de kapjes van de branders, trek de bedieningsknoppen en de eventueel aanwezige ontstekingsknop los en verwijder ook deze. – Vervang m.b.v. een pijpsleutel de sproeiers “J” (Afb. 9.4a, 9.4b) door nieuwe die geschikt zijn voor het type gas dat gebruikt wordt. J J Afb. 9.4a 42 Afb. 9.4b REGELING VAN DE KLEINSTAND VAN DE BRANDERS VAN DE KOOKTAFEL Een correcte vlam bij kleinstand moet ongeveer 4 mm zijn. Een bruusk overgaan van volstand naar kleinstand mag nooit het doven van de vlam tot gevolg hebben. De vlam wordt als volgt geregeld: – De brander aansteken – De kraan op kleinstand plaatsen – De knop wegnemen. – Modellen zonder het apparaat van de veiligheidsklep. Met behulp van een kleine schroevendraaier de vijs in de kraanstift draaien tot een correcte regeling uitgevoerd (Afb. 9.5). Afb. 9.5 F – Modellen met het apparaat van de veiligheidsklep. Met behulp van een kleine schroevendraaier de vijs (F) in de kraanstift draaien tot een correcte regeling uitgevoerd (Afb. 9.6). Voor G30/G31 gas dient de vijs volledig ingeschroefd te worden. Afb. 9.6 De branders zijn zodanig ontworpen dat er geen afstelling van de primaire lucht nodig is. Korrekte vlam Vlam met gebrek aan primaire lucht Vlam met teveel aan primaire lucht 43 TABEL VAN DE INSPUITERS - Cat: II 2L 3B/P BRANDERS NOMINAAL VERMINDER DEBIET DEBIET [kW] [kW] Hulpbrander (A) 1,00 0,30 G30/G31 30/30 mbar G25 25 mbar By-pass [1/100 mm] Ø spuitstuk [1/100 mm] 27 50 Halfsnelle (SR) 1,75 0,45 32 65 Snelle brander (R) 3,00 0,75 42 85 Driedubbele kroon (TC) 3,50 1,50 65 95 By-pass [1/100 mm] Ø spuitstuk [1/100 mm] 72 (F1) Afstellingen NL 94 (Y) 121 (F2) 138 (F3) TABEL VAN DE INSPUITERS - Cat: II 2E+3+ BRANDERS NOMINAAL VERMINDER DEBIET DEBIET [kW] [kW] G30/G31 30/30 mbar G20/G25 25 mbar By-pass [1/100 mm] Ø spuitstuk [1/100 mm] Hulpbrander (A) 1,00 0,30 27 50 Halfsnelle (SR) 1,75 0,45 32 65 Snelle brander (R) 3,00 0,75 42 85 Driedubbele kroon (TC) 3,50 1,50 65 95 By-pass [1/100 mm] Afstellingen BE Ø spuitstuk [1/100 mm] 72 (X) 97 (Z) 115 (Y) 135 (T) Benodigde luchttoevoer voor de verbranding van gas (2 m3/h x kW) BRANDERS Hulpbrander (A) Halfsnelle (SR) Snelle brander (R) Driedubbele kroon (TC) Benodigde luchttoevoer [m3/h] 2,00 3,50 6,00 7,00 GASKRANEN Alleen gespecialiseerde vakmensen mogen de periodieke smering van de gaskranen uitvoeren. 44 BELANGRIJK Voor alle operaties m.b.t. de installatie, het onderhoud en de omschakeling van het toestel, moet men de originele stukken van de constructeur gebruiken. De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden indien deze verplichting niet in acht wordt genomen. 10 - ELEKTRISCH GEDEELTE BELANGRIJK: De aansluiting op het elektriciteitsnet moet uitgevoerd worden door een bevoegd vakman en voldoen aan de geldende voorschriften. Een foute installatie kan schade aan personen, dieren en zaken ten gevolge hebben waarvoor de fabrikant zich niet aansprakelijk stelt. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET – De aansluiting op het elektriciteitsnet moet uitgevoerd worden door een vakman en voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften; – het apparaat moet aangesloten worden op het elektriciteitsnet, nadat men eerst heeft vastgesteld dat de netspanning overeenstemt met de voedingsspanning die op het typeplaatje is vermeld en dat de elektrische voorziening de aansluitwaarde van het toestel kan dragen; – het is mogelijk om het apparaat direct op het elektriciteitsnet aan te sluiten door middel van een lijnschakelaar met een minimumafstand van 3 mm tussen de contacten; – de voedingskabel mag niet in aanraking komen met hete oppervlakken en moet zo geplaatst worden dat de temperatuur nergens boven de 75°C komt; – het toestel moet zo worden geïnstalleerd dat het stopcontact of de lijnschakelaar altijd bereikbaar zijn. Trek altijd de stekker uit alvorens werken uit te voeren aan het elektrische gedeelte van het toestel. N.B. Gebruik geen adapters, verloopstekkers en meervoudige stekkerdozen omdat deze oververhitting en verbrandingen kunnen veroorzaken. Als de elektrische voorziening in uw woning aangepast moet worden om het toestel te installeren of als de stekker niet in het stopcontact past, laat de nodige werkzaamheden dan verrichten door een bevoegd vakman. Deze moet bovendien controleren of de doorsnede van de bekabeling van het stopcontact groot genoeg is voor het vermogen dat het toestel opneemt. BELANGRIJK: dit kooktoestel moet worden aangesloten op een geschikte tweepolige schakelaar die in de buurt van het toestel is gemonteerd. WAARSCHUWING! Het is verplicht het apparaat te aarden. De aarding van het toestel is verplicht. De fabrikant wijst alle verantwoor-delijkheid af wanneer schade veroorzaakt wordt door het niet in acht nemen van deze voorwaarde. 45 AANSLUITEN VAN HET AANSLUITSNOER Het aansluitsnoer wordt als volgt op het fornuis aangesloten: B – Schroef de bevestigingsschroeven van het beveiligingspaneel “A” aan de achterkant van het fornuis los – Verbind het goed geïsoleerde aansluitsnoer met klem “D”. – Plaats de stroombruggen U op de contacten B (afb. 10.1) in overeenstemming met het schema in afb. 10.2a, 10.2b, 10.2c. D Afb. 10.1 A – Verbind de aansluitingen (type H05 RR-F) met klembouder “D” volgens het schema in afbeelding afb. 10.2a, 10.2b, 10.2c. DOORMETER VAN DE VOEDINGSDRAAD - TYPE HO5RR-F – Span het aansluitsnoer en zet het vast in klem “D”. – Bevestig het beveiligingspaneel “A” opnieuw. 230 V 400 V 2N 400 V 2N 3 x 2,5 mm2 (*) 5 x 1,5 mm2 (*) 4 x 1,5 mm2 (*) (*) – Rechtstreekse aansluiting op een elektrische muurdoos 230 V~ 1 2 3 4 5 N PE (L2) L1 1 2 3 L1 46 400 V 2N~ 1 2 3 4 5 Afb. 10.2a 4 5 L1 L2 N1 N2 PE 1 N(L2) PE 400 V 2N~ 1 2 3 4 5 2 3 4 L1 L2 N1 Afb. 10.2b 5 N2 L1 L2 N 1 PE 2 3 4 L1 L2 N Afb. 10.2c PE 5 PE 3 - GAS-KOCHFELD - GEBRAUCHSANLEITUNG GEBRAUCH DER BRENNER (Abb. 3.1) Der Gaszufluss zum Brenner wird durch einen Bedienungsknopf (Abb. 3.1) über den Gashahn mit Sicherheits verschluss reguliert. Wenn die Symbole des Bedienknopfes mit der Markierung an der Leiste übereinstimmen, sind die Funktionen folgende: – zeichen ● : Gashahn geschlossen (Brenner ausser Betrieb) – zeichen : Gashahn ganz offen (Maximale Flamme) – zeichen : Gashahn wenig offen (Minimale Flamme) Zündung der Brenner MIT ELEKTRISCHER ZÜNDUNG - Zum Einschalten des Brenners den entsprechenden Knauf eindrücken und auf maximalen Gasfluss drehen (große Flamme ). Den Knauf solange gedrückt halten, bis die Zündung erfolgt ist. (Wenn kein Strom vorhanden ist, eine Flamme an den Brenner halten). - Den Gashahn auf die gewünschte Stellung drehen Als de branders met moeite ontbranden vanwege de eigenschappen van het gas dat het plaatselijke gasbedrijf levert, probeer het dan met de knop op de laagste stand. Gebruik de hoogste stand om vloeistof snel aan de kook te brengen en de laagste stand voor het voorzichtig opwarmen van voedsel en om vloeistof aan de kook te houden. Zet de bedieningsknop altijd op een stand tussen de hoogste en de laagste stand, en nooit tussen de hoogste en de gesloten stand. Achtung: Wenn die Kochplatte nicht benutzt wird, die Knäufe der Hähne zudrehen und ebenso den Hahn an der Gasflasche bzw. an der Gasleitung zudrehen. 52 Abb. 3.1 7 - REINIGUNG UND WARTUNG ALLGEMEINE RATSCHLÄGE – Vor Reinigungs- oder Wartungsarbeiten ist das Gerät durch ausschalten der Sicherung von Netz zu trennen. – Wenn das Gerät nicht verwendet wird, sollte der Gashahn geschlossen werden. – Von Zeit zu Zeit den Zustand des Schlauchs, der an der Gasflasche oder an das Versorgungsnetz geschlossen ist, kontrollieren; dieser muss sich in einem einwandfreien Zustand befinden und muss ausgewechselt werden, wenn Störungen auftreten. – Sollte ein Hahn festgefressen sein, nicht forcieren. Rufen Sie in diesem Fall bitte die Kundendienststelle an. Achtung: Während des funktionierens wird die Backofentüre sehr heiss. Kinder sind fernzuhalten. Keine Dampfreiniger verwenden, da die Feuchtigkeit in das Gerät dringt und das Gerät dadurch gefährlich wird. EMAILLIERTE TEILE Alle emaillierten Teile müssen immer mit einem Schwammtuch, mit Seifenwasser oder anderen nicht scheuernden Produkten gereinigt werden. Danach sollten Sie alles mit einem weichen Lappen trocknen. Säuren, wie sie zum Beispiel in Zitronensaft, Tomatenpüree, Essig oder ähnlichem enthalten sind, greifen das Email an und machen es matt, wenn sie nicht alsbald entfernt werden. ROSTFREIER STAHL-MODELLE – OPPERVLAKKEN IN ROESTVRIJ STAAL OPGELET De voorste oppervlakken in roestvrij staal (bedieningspaneel, ovendeur, te openen lade of ruimte) gebruikt in dit kookfornuis zijn beschermd met een speciale transparante lak die het effect afdrukken beperkt. Teneinde de beschadiging van deze bescherming te vermijden, voor de schoonmaak van de roestvrije componenten geen schuurproducten gebruiken. ALLEEN WARM ZEEPWATER GEBRUIKEN VOOR DE SCHOONMAAK VAN DE OPPERVLAKKEN IN ROESTVRIJ STAAL. ROSTFREIER STAHL-UND ALUMINIUM-TEILE – GEMALTE UND GEDRUCKTE OBERFLÄCHEN. GASHAHNE Falls Betriebsstörungen an den Gashähnen auftreten, rufen Sie bitte die Kundendienststelle an. Mit einem geeigneten Produkt reinigen. Stets sorgfältig abtrocknen. WICHTIG: Diese Teile sind sehr vorsichtig zu reinigen, damit sie nicht zerkratzt werden. Am Besten einen weichen Lappen und neutrale Seife, niemals Scheuermittel verwenden. 71 De beschrjvingen en aanduidingen vermeld in de gebruiks-en installatievoorschriften zijn enkel van informatieve aard. De constructeur behoudt zich het recht voor om zonder verwittiging en op gelijk welk ogenblik wijzigingen aan zijn produkten aan te brengen. De beschrjvingen en aanduidingen vermeld in de gebruiks-en installatievoorschriften zijn enkel van informatieve aard. De constructeur behoudt zich het recht voor om zonder verwittiging en op gelijk welk ogenblik wijzigingen aan zijn produkten aan te brengen. Les descriptions et les informations indiquées sont fournies à simple titre indicatif. Le constructeur se réserve le droit d’apporter des modifications à son produit à n’importe quel moment et sans préavis. La casa constructora no responde por los posiles errores de impresion o de transcripción, contenidos en el presente manual. Se reserva el derecho, sin comprometer las características esenciales de funcionalidad y seguridad, de aportar a sus propios prodúctos, en cualquier momento y sin preaviso, eventuales modificaciones oportunas para cualquier exigencia de carácter constructivo o comercial. Descriptions and illustrations in this booklet are given as simply indicative. The manufacturer reserves the right, considering the characteristics of the models described here, at any time and without notice, to make eventual necessary modifications for their construction or for commercial needs. Cod. 1102918 ß2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224

M-system FD 96 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor