2021- 06
Gebruiksaanwijzing – RECARO Monza Nova 2 Reha
Zitwig, binnen (Afb.26)
De zitwig (binnen) wordt op de zitting van of bij de onderrug in de revalidatie-autostoel geplaatst. Hierdoor kan de zit-
positie van de gebruiker snel en variabel veranderd worden, bijv. voor een actieve of passieve zithouding, een verklei-
ning van de zitdiepte of een stabielere zitpositie.
De zitwig (binnenkant) kan in 3 verschillende posities op de zit worden bevestigd:
1. Voor een actieve zithouding: leg de zitwig op de zit met de hoge kant naar achter en bevestig met de klittenband.
2. Voor een passievere zitpositie/rustpositie: kleef de zitspie met de platte kant naar achter.
3. Voor een verkorte zitdiepte of voor een grotere zithoek: plaats de zitwig rechtop met de brede kant naar onder en
bevestig met klittenband achteraan op de zit.
Bevestig de twee buitenste kussentjes voor extra steun met klittenband aan de zijkanten.
Afb. 27: Actief / Afb. 28: Passief
Afb. 29: Rug / Afb. 30: Met zijkussentjes
Tafelblad (Afb.31)
Het tafelblad wordt voor de buik van de gebruiker geplaatst. Dit geeft de gebruiker stabiliteit en veiligheid, de gebruiker
kan er op leunen en beter rechtop blijven zitten. Als visuele barrière voor het gordelslot leidt het af van het losmaken
van de gordel. Daarnaast kan de gebruiker het oppervlak gebruiken voor activiteiten.
Schuif de tafelblad op de beide zijstukken van het zitoppervlak. De tafelblad wordt aan beide kanten met telkens twee
klittenbanden bevestigd. Trek de klittenbanden van de tafelblad door de kunststof ringen op de zit / zitrug (bekengordel).
Afb. 32: De tafelblad monteren / Afb. 33: De gordel aan de zit bevestigen
Gordelbeschermers (Afb.34)
De gordelbeschermers beschermen de gebruiker in de schouderzone tegen pijnlijke druk en het insnijden van de gor-
dels.
Gordelverbindingsstuk (Afb.35)
Het gordelverbindingsstuk wordt gebruikt om de schoudergordels van de revalidatie-autostoel met elkaar te verbinden
(kliksluiting). Dit voorkomt dat de gordels verdraaien en verschuiven. De gebruiker zit stevig in de gordels en dit voor-
komt dat de gebruiker zich uit het harnas wringt.
Voetsteun (Afb.36)
Met de voetsteun zit de gebruiker stabiel in de revalidatie-autostoel, omdat deze zijn / haar benen stevig ondersteunen.
De voetsteun voorkomt dat de gebruiker uit de stoel wegglijdt op de vloer van het voertuig. De steun kan neergeklapt
worden om het in- en uitstappen te vergemakkelijken. De voetensteun kan worden gebruikt om te oefenen om zelfstan-
dig in en uit de stoel te stappen.
Bij gebruik van de draaiplaat wordt de voetsteun in de voetsteunadapter opgenomen. Borg de voetsteun in dat geval
met de bijgeleverde stervormige schroeven zodat hij er niet kan uitvallen. Gebruik hiervoor een metalen blok met
schroefdraad, aan de linker buis van de voetsteunadapter.
Om de voetsteun op de bodem van het voertuig te stabiliseren, past u de hoogte van de steunstangen zo aan (in- of uit-
draaien), zodat de stangen de vloer van uw voertuig raken. Bevestig vervolgens de steunstangen met contramoeren door
de stervormige handgreep, om te vermijden dat de stangen per ongeluk losdraaien. Draai hiervoor de schroeven van de
stervormige greep zo ver mogelijk omhoog en draai ze stevig vast.
Lengte onderbeen: U kunt de lengte van het onderbeen instellen door de hoogte van de voetsteun te verstellen. Draai
hiervoor de twee buitenste kartelmoeren los en draai ze vervolgens opnieuw vast.
Voethoek: Draai de 4 schroeven rechts en links aan de onderkant van de voetsteun los om de gewenste voethoek met
de rails in te stellen. Draai vervolgens de schroeven opnieuw vast.
Belangrijk: U kunt de voetsteun niet in combinatie met het zitverlengstuk gebruiken.
Afb. 37: Voetsteun erin schuiven / Afb. 38: Beveiliging
Afb. 39: Hoogteaanpassing voertuig
12