KOOKTABEL
STATISCH STATISCH+VENTILATOR
GRILL
TURBOGRILL
N.B.:
de bereidingstijden en -temperaturen zijn slechts bij benadering gegeven.
Voedsel
Steunhoogte
(vanaf de
bodem)
Temperatuur
(°C)
Bereidingstijd
(minuten)
Temperatuur
°C
Steunhoogte
(vanaf de
bodem)
Bereidingstijd
(minuten)
Vlees
Lamsvlees (1,5 kg) 2 200 90-120 180 2 80-110
Jong geitenvlees (1,5 kg) 2 200 90-120 180 2 80-110
Schapenvlees (1,5 kg) 2 200 90-120 180 2 80-110
Kalfsvlees (1,5 kg) 2 180 90-120 170 2 80-110
Rundvlees (1 kg) 2 180 90-120 170 2 80-110
Varkensvlees (1 kg) 2 180 100-130 170 2 90-120
Konijn (1,5 kg) 2 180 100-110 170 2 90-120
Kip (1 kg) 2 200 65-75 200 2 65-75
Kalkoen (3 kg) 2 180 180-200 180 2 180-200
Gans (2 kg) 2 180 140-160 180 2 140-160
Eend(1,5kg) 2 180 90-120 180 2 90-110
Vis (~ 1 kg)
Dorade 2 180 45-55 170 2 45-55
Baars 2 180 60-80 170 2 60-80
Zalm 2 180 60-80 170 2 60-80
Tonijn 2 180 60-80 170 2 60-80
Forel 2 180 45-55 170 2 45-55
Vismoten (1 kg)
Zwaardvis 2 170 35-45 170 2 35-45
Tonijn 2 170 35-45 170 2 35-45
Zalm 2 170 35-45 170 2 35-45
Kabeljauw 2 170 35-45 170 2 35-45
Groenten
Gevulde paprika's 2 180 50-70 170 2 50-70
Gevulde tomaten 2 180 50-70 170 2 50-70
Gebakken aardappelen 2 180 40-50 180 2 40-50
Rauwe gegratineerde groenten 2 180 40-50 180 2 40-50
Gebak etc.
Rijzende cakes 2 150 35-45 150 2 35-45
Taart met vulling (fruit - kwark) 2 160 60-80 160 2 60-80
Taarten 2 170 30-40 170 2 30-40
Appelstrudel 2 180 40-50 180 2 40-50
Koekjes 2 140 20-35 140 2-4 20-35
Slagroomsoesjes 2 150 30-40 150 2-4 30-40
Pastei 2 160 50-60 160 2 50-60
Brood 2 180 30-40 180 2 30-40
Pizza 2 225 10-15 225 2 10-15
Lasagne 2 180 35-45 180 2 35-45
Pasteitjes 2 180 15-25 180 2-4 15-25
Soufflé 2 160 40-50 160 2 40-50
Voedsel
Temperatuur
(°C)
Steunhoogte
(vanaf de
bodem)
Bereidings-
tijd
(minuten)
Temperatuur
(°C)
Steunhoogte
(vanaf de
bodem)
Bereidings-
tijd
(minuten)
Lendenstuk 200 4 25-35 225 3 20-30
Koteletten 200 4 20-30 225 3 15-25
Worstjes 200 4 25-35 225 3 20-30
Varkenskarbonade 200 4 20-30 225 3 15-25
Vis 200 4 20-30 220 3 15-25
Kippenbouten 200 4 30-40 200 3 30-40
Kebab 200 4 25-35 200 3 25-35
Spare ribs 200 4 35-45 200 3 35-45
Halve kip 200 3 45-55 200 3 45-55
Hele kip - - - 200 3 60-70
Braadstuk (varkensvlees, rundvlees, kalfsvlees)
(~ 1kg)
- - - 175 2 90-100
Eend - - - 180 2 90-120
Lamspoot - - - 200 2 80-100
Rosbief - - - 200 2 40-60
Dit symbool komt niet overeen met welke kookplaatfunctie dan ook; het verwarmingselement krijgt geen stroom.
DE KOOKPLAAT GEBRUIKEN
Op het bedieningspaneel van de oven zitten 4 regelknoppen waarmee de kookzones kunnen worden bediend.
De bedieningsknoppen van de kookplaat zijn voorzien van nummers die overeenkomen met de verschillende
stroominstellingen, en van een aantal functiesymbolen.
• draai de knop van de kookzone met de klok mee op de gewenste positie (volg de instructies die bij de kookplaat
worden verstrekt).
Het gele lampje van de kookplaat gaat branden.
Belangrijk:
• Wanneer u de kookplaat voor de eerste keer gebruikt, zet dan de knoppen op stand 6 en laat de kookzones ongeveer 3
minuten aanstaan om geurtjes te verwijderen. Zet eerst een pan van de juiste maat die half gevuld is met water op
iedere kookzone.
• Schakel de kookzones nooit in als er niets op staat.
• Gebruik potten en pannen die geschikt zijn voor elektrische kookzones, d.w.z. met een dikke, vlakke bodem.
De diameter van de bodem van de pannen of schalen moet even groot of net iets groter dan de kookzone zijn.
Tabel kookplaatfuncties
Functie Beschrijving van de functie
WARMHOUDEN
Met deze functie wordt de temperatuur in de oven tot het eind van de bereidingstijd op
60°C gehouden. Om deze functie te selecteren, draait u de knop op
.
TWEE-ZONEFUNCTIE
Deze functie is beschikbaar voor de koozones linksvoor en linksachter. De twee zone-
functie breidt het verwarmde gebied van de kookplaat uit, zodat u grote, ovale of
rechthoekige pannen kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: draai de knop op
en
wacht tot het restwarmte-indicatielampje van de betreffende kookplaat gaat knipperen.
Kies de gewenste stroominstelling door de knop naar links te draaien. Het restwarmte-
indicatielampje blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is ingeschakeld. Om de
functie uit te schakelen, draait u de knop op
“0”
.
ICP (Eerste fase bij
het koken)
Deze functie versnelt het warm worden van de geselecteerde kookzone gedurende een
bepaalde tijd tijdens het eerste deel van het bereidingsprogramma. Om deze functie te
selecteren, draait u de knop op
.
Wacht tot het restwarmte-indicatielampje begint te
knipperen, en draai de knop vervolgens tegen de klok in op de gewenste stroominstelling.
B.v.: als de stroominstelling
“1”
is, zal de kookzone
gedurende 1 minuut
op volle sterkte
werken, en vervolgens overschakelen naar stroominstelling
“1”
voor de rest van de bereiding,
tenzij de knop in een andere stand wordt gezet. Als de stroominstelling
“6”
is, zal de
kookzone op volle sterkte werken
gedurende 6 minuten,
en vervolgens overschakelen op
stroominstelling
“6”
voor de rest van de bereiding, tenzij de knop in een andere stand wordt
gezet. Dit geldt voor alle stroominstellingen,
met uitzondering van sterkte “10”
.
SNELKOKEN
Deze functie maakt het mogelijk om heel snel water aan de kook te brengen; de functie
blijft actief gedurende een vooraf ingestelde tijd. Zodra de vooraf ingestelde tijd
verstreken is, zal de kookplaat automatisch terugschakelen naar de maximale
stroominstelling. De snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden als u al begonnen bent
met koken. Let op: Zorg dat de pan op de kookzone is geplaatst voordat de
snelkookfunctie geactiveerd wordt, anders kan er schade aan de glaskeramische plaat
ontstaan. Gespecificeerde prestatie-waarden voor deze functie worden gewaarborgd
door alle typen kookplaten van glas-keramiek. Om deze functie te activeren, zet u een
pan op de gewenste kookzone en draait u de knop op . Om de functie uit te schakelen
wijzigt u de positie van de knop.
GEMATIGD
VERWARMEN
Deze functie kan worden gebruikt om deeg te laten rijzen, boter zacht te laten worden,
een babyfles of babyvoeding warm te houden, yoghurt te maken, chocolade te laten
smelten, etc.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het restwarmte-indicatielampje brandt.
Controleer of het restwarmte-indicatorlampje van de betreffende kookzone aan is. Stel
de knop in op . Om de functie uit te schakelen wijzigt u de positie van de knop.