Samlexpower WSC-2425 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
Smart Battery Charger
Smart Battery Charger
Model Nr.
Smart Battery Charger
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voordat u dit apparaat gaat installeren en gebruiken.
Gebruiksaanwijzing
BATTERY CHARGER
WSC-1250
WSC-2425
2
Afbeelding 1 WSC-1250 / WSC-2425 lader vooraanzicht
Afbeelding 2 WSC-1250 / WSC-2425 Lader achteraanzicht
3
Afbeelding 4 WSC-1250 / WSC-2425 lader zijaanzicht (mm)
Afbeelding 3 WSC-1250 / WSC-2425 lader bovenaanzicht (mm)
4
Afbeelding 6 Kabelaansluiting
Afbeelding 5 Aansluiten
5
Afbeelding 7 Kabeloog tang
Afbeelding 8 Schakelaar
6
Afbeelding 9 Temperatuursensor TF-100
Afbeelding 10 Afstandsbediening RC-600
7
Afbeelding 11 Afstandsbediening RC-600 Afmetingen (mm)
Afbeelding 12 Afstandsbediening RC-601D
8
Afbeelding 13 Afstandsbediening RC-601D Afmetingen (mm)
Afbeelding 14 Aansluiten (RC-601D)
9
Afbeelding 15 aansluiten temperatuursensor
10
NL
Inhoudsopgave
1 Instructies voor de algemene veiligheid en installeren 11
1.1 Gebruik het apparaat op een veilige manier 11
1.2 Veiligheidsaanwijzingen tijdens het installeren van het apparaat 11
1.3 Elektrische kabels 11
1.4 Installeren op boten 11
2. WAARSCHUWING 12
3. Gebruik en beschrijvingen 12
4. Inleiding tot de verschillende varianten 13
5. Accessoires 13
5.1 Temperatuursensor TF-100 13
5.2 Afstandsbediening RC-600 14
5.3 Afstandsbediening RC-601D 15
6. De acculader monteren 16
7. Verbindingen maken 16
8. Instellingen 17
8.1 Instellingen laadspanning 17
8.2 Instellingen halfvermogen 18
8.3 Equalisatie-instellingen 18
8.4 Tabel Niet Mogelijk-instellingen 18
9. De lader gebruiken 19
9.1 laadkarakteristiek 19
9.2 De RC-600 afstandsbediening gebruiken 21
9.3 Temperatuursensor TF-100 22
9.4 Ventilatorsnelheid 24
9.5 Functionele controle 24
10. Problemen oplossen 25
10.1 De accuspanning neemt NIET toe na het laden. 25
10.2 De accu wordt NIET volledig opgeladen na een laadtijd van ongeveer 20 uren 25
10.3 Na een korte tijd niet in gebruik te zijn geweest ontlaad de accu 26
10.4 Raadpleeg de volgende tabel voor andere problemen 26
11. Specicaties 27
12. Conformiteitsverklaring 28
11
NL
1 Instructies voor de algemene veiligheid en het installeren
1.1 Gebruik het apparaat op een veilige manier.
Waarschuwing!
Het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot materiële schade,
het defect raken van het apparaat, gevaarlijke situaties of lichamelijk letsel.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen bij het gebruik van
elektrische apparatuur om het risico op de volgende zaken te voorkomen:
– een elektrische schok
– brand
– letsel
1.2 Veiligheidsaanwijzingen tijdens het installeren van het apparaat
Wees voorzichtig met de accu's; ze bevatten sterke zuren.
Vermijd contact met de vloeistof in de accu.
Als u in contact komt met de vloeistof in de accu, dan moet u de getroffen delen van
uw lichaam of kleding afspoelen met veel koud water en onmiddellijk medisch advies
inwinnen.
Zorg ervoor dat het apparaat op een stevig ondergrond staat.
Gebruik GEEN scherpe of harde voorwerpen om het apparaat schoon te maken want dat
kan schade aan het apparaat veroorzaken.
1.3 Elektrische kabels
Als kabels door metalen wanden of andere wanden met scherpe randen gevoerd moeten
worden, dan moet u gebruik maken van buizen of doorvoertules om schade te voorkomen.
Leg de kabels zo neer dat mensen er NIET over struikelen.
Leg GEEN kabels die los of verbogen zijn naast materiaal dat elektriciteit geleid.
Trek NIET aan de kabels.
Maak de kabels goed vast.
Leg de kabels zo neer dat ze niet makkelijk beschadigd kunnen raken.
Gebruik altijd geaarde aansluitingen die beveiligd zijn door een aardlekschakelaar.
Alleen een specialist mag de elektrische aansluitingen maken.
Leg de 115V/230V-kabel en de 12V DC-kabel NIET in dezelfde buis.
Houdt u aan de aangegeven minimale dwarsdoorsnede van de kabel.
1.4 Installeren op boten
Verkeerd gebruik of installeren van de lader op een boot kan tot corrosie op de boot
leiden. Laat het installeren van de lader alleen uitvoeren door bevoegd personeel.
12
NL
2 WAARSCHUWING
Waarschuwing!
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen grondig door. Schade veroorzaakt door het niet in
acht nemen van de onderstaande instructies wordt NIET gedekt door de garantie.
Gebruik de lader alleen waarvoor het is bedoeld.
Gebruik de lader NIET als de behuizing of de kabels zijn beschadigd.
De lader mag behalve de aangegeven accu's NIET worden gebruikt om andere typen
accu's op te laden.
Gebruik het apparaat NIET in een vochtige of natte omgeving.
Laad GEEN bevroren accu op; dit kan leiden tot een explosie.
Berg deze lader op een veilige plek op; buiten bereik van kinderen.
Alleen bevoegd personeel dat bekent is met de risico's en de relevante regels mogen
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
Het apparaat moet op dusdanige wijze zijn bevestigd en geïnstalleerd dat het NIET kan
omvallen of vallen.
3 Gebruik en beschrijvingen
De laders leveren stroom of laden accu's die in voertuigen of boten gebruikt worden weer op.
De lader kan constant accu's of startbatterijen opladen, zodat de accu's op een hoog
ladingsniveau kunnen blijven werken.
De lader kan worden gebruikt voor het opladen van drie typen accu's:
Gel / AGM-vulling.
Starterbatterijen met loodzwavelzuur.
Onderhoudsvrije accu's.
Vraag bij de leverancier van uw accu's naar de specicaties van uw loodzwavelzuuraccu's.
De lader is uitgerust met een ompoolbeveiliging; dit voorkomt dat de lader beschadigd raakt
in geval van een onjuiste polariteit.
Een optionele temperatuursensor, (Afbeelding 9 Temperatuursensor TF-100, pagina 6)
aangesloten op de accu beschermt de accu tegen schade veroorzaakt door variërende
omgevingstemperatuur, door de juiste laadspanning op de temperatuur aan te passen.
Sluit twee uiteinden van de Afbeelding 9 Temperatuursensor TF-100 op pagina 6 aan– een
uiteinde op de aansluiting “TEMP” op het frontpaneel, en het andere uiteinde op de accu.
Een optionele afstandsbediening, (Afbeelding 10 Afstandsbediening RC-600, pagina 6) is
verkrijgbaar voor besturing op afstand van de lader.
13
NL
4 Inleiding tot de verschillende varianten
De 4-fase acculader is verkrijgbaar in verschillende varianten. Het kan accu's opladen tot de
opgegeven accucapaciteit zoals aangegeven in de sectie over de specicaties. Raadpleeg het
modelnummer op het typeplaatje voor informatie over de specicaties van uw lader.
Vooraanzicht modelnr.: WSC-1250 en WSC-2425
(Zie Afbeelding 1 WSC-1250 / 2425 / lader vooraanzicht, Pagina 2).
Nr. Beschrijving
1. "TEMP"-aansluiting voor de temperatuursensor (accessoire TF-100).
2. "REMOTE"-aansluiting voor de afstandsbediening (accessoire RC-600).
3. Schakelveld S1 voor de keuze van het laadspanning, beperking van de laadtijd en
voedingsmodus (zie ook Afbeelding 8 Schakelaar, pagina 5).
4. "STATUS"-LED.
5. "E.Q." equalisatie-LED.
6. Aan-/uitschakelaar S2 voor halfvermogen.
7. Schakelaar S3 voor alleen equalisatie.
8. "+" (plus) DC-aansluiting voor de accu.
9. "-" (minus) DC-aansluiting voor de accu.
10. Aansluiting voor AC-spanning 100~240 Volt.
11. Plughouder.
Achteraanzicht
(Zie Afbeelding 2 lader achteraanzicht, Pagina 2).
Nr. Beschrijving
1. Ventilatiekanaal.
2. Stroomschakelaar.
5 Accessoires
5.1 Temperatuursensor TF-100
De temperatuursensor (Afbeelding 9 Temperatuursensor TF-100, pagina 6) meet de
temperatuur van de accu of de omgeving rondom de accu en brengt dit over naar de lader.
De laadspanning neemt toe of af al naar gelang de variërende temperatuur.
5.1.1 Functies
De temperatuursensor brengt de accutemperatuur over naar de lader.
De laadspanning wordt aangepast al naargelang de gemeten temperatuur.
14
NL
5 Accessoires
5.1.2 Installeren
Leg de kabels vanuit de accu richting de lader.
Sluit de temperatuursensor aan op de aansluiting "TEMP" van de lader.
Sluit de temperatuursensor aan op de negatieve pool van de accu, of gebruik
dubbelzijdig plakband om de sensor op de bovenkant van de accu of vlakbij de accu te
plakken. (zie Afbeelding 15 aansluiten temperatuursensor, pagina 9).
Opmerking
De TF-100 kabel is 5 Meter lang.
5.2 Afstandsbediening RC-600
Afbeelding 10 Afstandsbediening RC-600, Pagina 6.
5.2.1 Functies
Schakelt lader AAN en UIT.
Halfvermogen AAN / UIT.
Equalisatie AAN.
Status monitoren.
Opmerking
Bevestig afstandsbediening op een goed bereikbare plek, zodat u makkelijk toegang hebt tot de lader
functies.
Opgelet!
Wees voorzichtig als u de afstandsbediening bevestigd, omdat bedrading, kabels en andere onderdelen
die binnen bereik zijn beschadigd kunnen raken tijdens dit proces.
5.2.2 Installeren
Zorg voor een breedte van 49mm, een hoogte van 49mm en een diepte van 23mm voor
het kunnen plaatsen van de afstandsbediening (zie Afbeelding 11 Afstandsbediening
RC-600, pagina 7).
Sluit de afstandsbediening aan op de lader. De verbindingskabel is uitgerust met twee
gelijke modulaire pluggen.
Plaats de afstandsbediening in de gecreëerde opening. Bevestig de afstandsbediening
met schroeven vast aan de boven- en onderzijde van de plaat - gebruik de beschikbare
gaten.
Opmerking
De RC-600 kabel is 10M lang.
15
NL
5 Accessoires
Opmerking
De aan-/uitschakelaar op de lader moet zijn INGESCHAKELD zodat de lader IN- en UITGESCHAKELD kan
worden met de afstandsbediening.
5.3 Afstandsbediening RC-601D
De RC-601D afstandsbediening, (Afbeelding 12 Afstandsbediening RC-601D, pagina 7)
toont realtime informatie, instellingen en het aftellen voor verschillende laadfasen.
5.3.1 Functies
Schakelt lader AAN en UIT.
Halfvermogen AAN / UIT.
Equalisatie AAN.
Toon de realtime informatie en instellingen.
Opmerking
De aan-/uitschakelaar op de lader moet zijn INGESCHAKELD zodat de lader IN- en UITGESCHAKELD kan
worden door de RC-601D afstandsbediening.
Opgelet!
Wees voorzichtig als u de afstandsbediening bevestigd, omdat bedrading, kabels en andere onderdelen
die binnen bereik zijn beschadigd kunnen raken tijdens dit proces.
5.3.2 Installeren
Sluit deze afstandsbediening aan op de aansluiting "REMOTE" op de lader
(zie Afbeelding 14 Verbindingen maken (RC-601D), pagina 8).
Zorg voor een breedte van 80 mm, een hoogte van 72 mm en een diepte van 28 mm
voor het kunnen plaatsen van de afstandsbediening.
16
NL
5 Accessoires
Sluit de afstandsbediening aan op de lader. De verbindingskabel is uitgerust met twee
gelijke modulaire pluggen.
Plaats de afstandsbediening in de gecreëerde opening. Bevestig de afstandsbediening
met schroeven vast aan de boven- en onderzijde van de plaat - gebruik de beschikbare
gaten.
Opmerking
De RC-601D kabel is 10M lang.
6 De acculader monteren
Voor het monteren van de acculader op een muur of platte oppervlakken raadpleegt u
Afbeelding 3 WSC-1250 / WSC-2425 lader bovenaanzicht voor informatie over de maat van
de behuizing en de locatie van de montagegaten voor uw installatie.
7 Verbindingen maken
Raadpleeg Afbeelding 5 Aansluiten, pagina 4.
Plaats de lader in een droge, koele, schone en geventileerde ruimte.
Zet de aan-/uitschakelaar in de nulstand en haal de stekker eruit voordat u de aansluiting
gaat maken of de stroomverbinding gaat afkoppelen.
Sluit de "-" (minus) accupool met de verbindingskabel aan op de "-" (minus) terminal op
de lader aan (zie Afbeelding 5 Aansluiten, pagina 4).
Sluit de "+" (plus) accupool met de verbindingskabel aan op de "+" (plus) terminal op de
lader aan (zie Afbeelding 5 Aansluiten, pagina 4).
Leg de kabels vanuit de accu richting de lader.
Vouw de kabeluiteinden uit met de kabeluiteinden met meerdere kernen.
Voor de ideale aansluiting op de terminal kunt u de kabel beter aansluiten met een
Kabeloog verbinding (zie Afbeelding 7 Kabeloog tang, pagina 5).
Zorg voor de juiste polariteit bij de accu en de acculader, anders brand de interne zekering
door.
Waarschuwing!
Accu's met een celsluiting mogen NIET worden opgeladen.
Er kunnen explosieve gassen ontstaan als de accu oververhit raakt.
17
NL
7 Verbindingen maken
Opmerking
Voor het aansluiten van de lader aan de accu moet u alleen gebruik maken van kabels met de
aangegeven kabeldiktes.
Model Nr. Accu
WSC-1250 10 mm
2
~ 16 mm
2
WSC-2425 6 mm
2
~ 10 mm
2
8 Instellingen
8.1 Instellingen laadspanning
Schakelveld S1 kan worden gebruikt om laadspanning, de equalisatiespanning, de laadtijd en
de werkmodus van deze lader te selecteren (zie Afbeelding 8 Schakelaar, pagina 5).
Waarschuwing!
Raadpleeg de onderstaande tabel voor het goed laten functioneren van de lader.
Instellingen voor de laadspanning voor de WSC-1250 en WSC-2425:
Tabel 8-1 Schakelconguratie laadspanning
Switch 1 Switch 2 I-fasespanning Uo-fasespanning U-fasespanning
UIT UIT 13,5V/27,0V 14,0V/28,0V 13,5V/27,0V
UIT AAN 13,5V/27,0V 14,4V/28,8V 13,5V/27,0V
AAN UIT 13,8V/27,6V 14,4V/28,8V 13,8V/27,6V
AAN AAN 13,8V/27,6V 14,8V/29,6V 13,8V/27,6V
Tabel 8-2 Schakelconguratie equalisatiespanning
Switch 3 Equalisatiespanning
UIT Gelijk aan de Uo-fasespanning
AAN 15,5V/31,0V
Tabel 8-3 Schakelconguratie voeding-/ladermodus
Switch 4 Werkmodus
UIT Acculader
AAN Voeding 13,2V/26,4V
18
NL
8 Instellingen
Tabel 8-4 Schakelconguratie tijdslimiet Uo-fase
Switch 5 Switch 6 Oplaadtijd
AAN UIT 4 uren
UIT AAN 6 uren
AAN AAN 8 uren
UIT UIT Onbeperkt
8.2 Instellingen halfvermogen
Als de schakelaar S2 "HALF POWER" wordt ingedrukt, zal het uitvoervermogen tot de helft
van de maximale stroom van de lader afnemen, en zal de LED "STATUS" gaan knipperen.
De schakelaar S2 is een drukschakelaar. Dit betekent dat de status "AAN/UIT" niet aan
deze schakelaar te zien is. Druk op de schakelaar S2 om de modus halfvermogen in of uit
te schakelen. Via de knipperende LED "STATUS" is het mogelijk om de status van de modus
'HALFVERMOGEN" te zien.
Omdat de snelheid van de ventilator wordt aangepast al naargelang de werking van de
stroom en de temperatuur in de lader, zal de snelheid van de ventilator worden gereduceerd
en stil worden als de modus "HALFVERMOGEN" is ingeschakeld, omdat de stoom tot de helft
van de maximale stroom is gereduceerd.
Opmerking
1. De modus halfvermogen kan alleen worden ingesteld als de equalisatiefunctie NIET is geactiveerd
of als de lader NIET in de voedingsmodus zit. (Zie Tabel 8-5 VOID-instellingen voor het indrukken
van de schakelaar op het frontpaneel, pagina 19).
2. Raadpleeg sectie 9.4 op pagina 24 voor meer informatie over de werking van de ventilatorsnelheid.
8.3 Equalisatie-instellingen
Als de schakelaar S3 "E.Q." wordt ingedrukt, dan wordt de equalisatiefunctie geactiveerd en
zal de LED "E.Q" ROOD gaan branden. Als de equalisatiefunctie wordt geactiveerd kan het
alleen worden uitgeschakeld door de lader uit te schakelen.
Opmerking
De equalisatiefunctie kan alleen worden ingesteld als de lader NIET in de modus halfvermogen staat en
NIET in de voedingsmodus zit. (Zie Tabel 8-5 VOID-instellingen voor het indrukken van de schakelaar op
het frontpaneel, pagina 19).
8.4 Tabel Niet Mogelijk-instellingen
Voor het voorkomen van de Niet Mogelijk-instelling raadpleeg de Tabel 8-5 Niet Mogelijk -
instellingen voor het indrukken van de schakelaar op het frontpaneel op pagina 19.
19
NL
8 Instellingen
Tabel 8-5 VOID-instellingen voor het indrukken van de schakelaar op het frontpaneel
Druk de schakelaar op
het frontpaneel in.
Oorspronkelijke werkmodus
Halfvermogen Equalisatie Overigen Voeding
S2 "HALFVERMOGEN"
ingedrukt
"HALFVERMO-
GEN" afsluiten
(De LED
"STATUS" gaat
branden)
Niet
mogelijk
Ga naar "HALF-
VERMOGEN"
("STATUS"-LED
knippert)
Niet
mogelijk
S3 "E.Q." ingedrukt
Niet
mogelijk
Niet
mogelijk
Equalisatie
("E.Q." LED-
lampje brandt
rood)
Niet
mogelijk
9 De lader gebruiken
9.1 Laadkarakteristiek.
De laadkarakteristiek is een aangepaste IUoU-karakteristiek.
Afbeelding 16 Laadkarakteristiek
20
NL
9 De lader gebruiken
9.1.1 I-fase (bulk)
De "STATUS"-LED brand continu rood.
In de eerste fase van het laadproces wordt de lege accu net zolang opgeladen met
een constante stroom totdat de spanning van de accu de spanning van de I-fase
bereikt (13,5V/27,0V of 13,8V/27,6V). Als de accu dit spanningsniveau bereikt, zal de
laadstroom langzaam gaan zakken. Als de stroom tot onder de 80% daalt, dan zal de lader
overschakelen naar de spanning van de Uo-fase (14,0V/28,0V of 14,4V/28,8V of
14,8V/29,6V). De accu wordt opgeladen tot 70 - 80% van de capaciteit.
9.1.2 Uo-fase (absorptie)
De LED "STATUS" blijft continu oranje branden.
Deze hoofdlaadfase kan tot maximaal 4/6/8 uren of onbeperkt worden ingesteld, en de
stroom stijgt weer tot de maximum waarde. De stroom blijft constant op hetzelfde niveau als
het accuspanning lager is dan de spanning van de Uo-fase (14,0V/28,0V of 14,4V/28,8V
of 14,8V/29,6V).
Na het bereiken van het ingestelde spanning, blijft het op hetzelfde niveau. Maar de stroom
daalt weer. In deze hoofdlaadfase wordt de accu opgeladen tot 95% van de capaciteit.
Opmerking
De laadspanning en de tijd voor de hoofdlaadfase (Uo-fase) kunnen worden geselecteerd door middel
van schakelveld S1.
9.1.3 U-fase (druppel)
De "STATUS"-LED brand continu groen.
Als de stroom tot onder de 10% of onder de nominale stroom zakt of als de tijdslimiet
van 4/6/8 uren wordt overschreden, dan zal de lader overschakelen naar druppel laden
(13,5V/27,0V of 13,8V/27,6V).
Opmerking
Accu's kunnen apart van elkaar worden opgeladen als de laders zijn uitgerust met dubbele of
driedubbele laadaansluitingen. De uitgangen zijn intern gescheiden door diodes; de legere accu wordt
altijd als eerste opgeladen tot het laadniveau van de vollere accu.
Opgelet
De maximum accucapaciteit dient NIET de gespeciceerde capaciteit te overschrijden,
dit kan immers van negatieve invloed zijn op het functioneren van de individuele laadfases.
9.1.4 8 dagen conditioneren
Als de acculader 8 dagen lang in de U-fase blijft, zal deze terugschakelen naar het 3-fasen
laden van IUoU-fases en 60 minuten lang in de Uo fase blijven om de accu weer te
conditioneren.
21
NL
9 De lader gebruiken
Opmerking
1. De conditionering van 8 dagen zal worden gestopt zodra de equalisatiefunctie of de modus
halfvermogen wordt geactiveerd.
2. Als de lader in de equalisatiefase of de halvermogensmodus zit, zal de 8-daagse conditionering
NIET worden getriggerd.
9.1.5 Equalisatie
De equalisatiefunctie kan alleen worden geactiveerd zolang de acculader NIET in de modus
halfvermogen staat of in de voedingsmodus zit.
De equalisatiefunctie kan alleen worden geactiveerd als de accu wordt geladen en in de
Uo-fase blijft met <25% van de volle laadstroom.
De acculader zal de accu 3 uren lang laden met de spanning van de equalisatie (15,5V of
Uo-fasespanning) en de helft van de maximale stroom.
Opmerking
Zodra de equalisatiefunctie wordt geactiveerd kan het alleen worden gestopt door de acculader uit te
schakelen.
9.2 De RC-600 afstandsbediening gebruiken
Op de RC-600 zitten drie knoppen en vier LEDs (zie Afbeelding 10 Afstandsbediening RC-600,
pagina 6).
AAN/UIT-knop om de lader IN of UIT te schakelen.
Knop “HALF POWER” om de half vermogen - modus in of uit te zetten.
Equalisatieknop om de equalisatiefunctie in te schakelen.
Bulk-LED om het laden van de I-fase aan te duiden.
Absorptie-LED om het laden van de Uo-fase aan te duiden.
Druppel-LED om het laden van de U-fase aan te duiden.
Een equalisatie-LED om aan te geven dat de equalisatiefunctie is ingeschakeld.
Voor het voorkomen van de Niet Mogelijk -instelling vanuit de afstandsbediening, raadpleeg
Tabel 9-1 Niet Mogelijk -instelling.
22
NL
9 De lader gebruiken
Tabel 9-1 Niet Mogelijk -instelling tabel voor het indrukken van de knop op de afstandsbediening
RC-600 knoppen
Werkmodus oplader
Halfvermogen Equalisatie Overigen Stroomtoevoer
"HALFVERMOGEN"
ingedrukt
"HALFVERMO-
GEN" afsluiten
(De LED
"STATUS" gaat
branden)
Niet
mogelijk
Ga naar "HALF-
VERMOGEN"
("STATUS"-LED
knippert)
Niet
mogelijk
"Equalisatie" ingedrukt
Niet
mogelijk
Niet
mogelijk
Equalisatie
("E.Q." LED-
lampje brandt
rood)
Niet
mogelijk
"AAN/UIT" ingedrukt
Stand-by
("STATUS"-LED
knippert lang-
zaam rood)
Stand-by
("STATUS"-LED
knippert lang-
zaam rood.)
Stand-by
("STATUS"-LED
knippert lang-
zaam rood)
Stand-by
("STATUS"-LED
knippert lang-
zaam rood)
Opmerking
De aan-/uitschakelaar op de lader moet zijn INGESCHAKELD zodat de lader IN- en UITGESCHAKELD
kan worden met de afstandsbediening.
De "ON/OFF"-knop op de RC-600 moet 2 seconden lang ingedrukt worden gehouden om de
acculader UIT te schakelen, en 0,5 seconden lang om het IN te schakelen.
9.3 Temperatuursensor TF-100
Het is mogelijk om een temperatuursensor (Afbeelding 9 Temperatuursensor TF-100,
pagina 6) aan te sluiten voor het optimaliseren van de laadfunctie. De laadspanningen, zoals
aangegeven in de volgende diagrammen, variëren, afhankelijk van de accutemperatuur.
23
NL
9 De lader gebruiken
Afbeelding 17 Temperatuurcompensatie voor 12V-model
Afbeelding 18 Temperatuurcompensatie voor 24V-model
24
NL
9 De lader gebruiken
Opmerking
De temperatuursensor werkt alleen in de I-, Uo- en U-fasen.
Het uitgangsspanning wordt aangepast volgens de functie -25mV/°C voor de WSC-1250 en
-50mV/°C voor de WSC-2425.
De maximum uitgangsspanning is echter 15V/30V, en het minimum is 13,2V/26,4V.
Als de via de TF-100 gedetecteerde accutemperatuur 55°C wordt, dan zal de lader het laadproces
stoppen, (De "E.Q"- LED knippert rood, en de "STATUS'-LED brandt oranje), en zal automatisch
worden hersteld zodra de temperatuur tot 45°C daalt.
9.4 Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid is aangepast aan de stroom en de temperatuur in de lader.
Als de lading groter is dan 70% van de maximale stroom van de lader, dan zal de ventilator
op 100% draaien.
Als de lading kleiner is dan 70% van de maximale stroom van de lader, dan zal de snelheid
van de ventilator worden bepaal aan hand van de temperatuur in de lader.
Als de temperatuur stijgt, dan zal de ventilator gaan draaien bij een temperatuur van 45°C,
en op 100% gaan draaien als de temperatuur de 65°C bereikt. een temperatuur van 60°C,
en stoppen met draaien bij een temperatuur van 40°C.
Afbeelding 22 Ventilatorsnelheid
9.5 Functionele controle
De status-LED aan de voorzijde van het apparaat kan worden gebruikt om de status van het
laadproces te controleren.
Opmerking
De optionele afstandsbediening kan tevens worden gebruikt om de status van het laadproces te
controleren. De LEDs op de afstandsbediening geven via hun kleuren verschillende laadfases aan.
25
NL
9 De lader gebruiken
Tabel 9 2 Normale functionele controletabel
"E.Q." LED "STATUS"-LED Status
Rood, brand onafgebroken I-fase
Oranje, brand onafgebroken Uo-fase
Groen, brand onafgebroken U-fase
Rood, brand onafgebroken Rood, brand onafgebroken I-fase, Equalisatie geactiveerd
Rood, brand onafgebroken Oranje, brand onafgebroken Uo-fase, Equalisatie geactiveerd
Rood, brand onafgebroken Groen, brand onafgebroken U-fase, Equalisatie geactiveerd
Rood, brand onafgebroken Equalisatie uitgevoerd
Rood, knipperend I-fase, halfvermogen
Oranje, knipperend Uo-fase, halfvermogen
Groen, knipperend U-fase, halfvermogen
Groen, dubbel knipperend Voedingsmodus
Rood, langzaam knipperend Stand-bymodus
(RC-600/RC-601D
10 Problemen oplossen
10.1 De accuspanning neemt NIET toe na het laden
Indien mogelijk moet u met een geschikte multimeter gaan meten tijdens het laden om
te controleren of de spanning bij de accuaansluitingen stijgt.
Controleer of de terminals goed zijn aangesloten op de accupolen. Maak, indien nodig,
de accupolen schoon voor een betere verbinding.
10.2 De accu wordt NIET volledig opgeladen na een laadtijd van ongeveer 20 uren
Ontkoppel de voeding van de lader.
Ontkoppel de accu van de laadterminals en wacht enkele minuten.
Gebruik een multimeter om de spanning bij de accuterminals te meten.
10.2.1 12V-accu
Als de multimeter een spanning van 10V of minder aangeeft, dan betekent dit dat de accu
defect is en niet meer kan worden opgeladen.
10.2.2 24V-accu
Als de multimeter een spanning van 20V of minder aangeeft, dan betekent dit dat de accu
defect is en niet meer kan worden opgeladen.
26
NL
10 Problemen oplossen
10.3 Na een korte tijd niet in gebruik te zijn geweest ontlaad de accu.
Gebruik een geschikte multimeter om het voltage bij de accuterminals te meten. Als de
multimeter een spanning meet dat lager is dan 12V bij een 12V-accu, of een spanning lager
dan 24V bij een 24V-accu, dan is de accu te zwak om de lading vast te houden.
10.4 Raadpleeg de volgende tabel voor andere problemen.
Tabel 0 1 Controletabel voor abnormaal functioneren
"E.Q." LED "STATUS"-LED Status
Rood, knipperend Rood, brand onafgebroken Kortsluiting en laag spanning,
uitschakeling
Rood, knipperend Oranje, brand onafgebroken Accutemperatuur abnormaal,
stop laden (TF-100)
Rood, knipperend Rood, knipperend Ventilator abnormaal
Rood, knipperend Oranje, knipperend De TF-100 is aangesloten op de
aansluiting voor de afstands-
bediening
Rood, knipperend Groen, knipperend Lader oververhit (>100°C),
stop laden
Rood, knipperend Afwisselend rood en groen Laadspanning te hoog en
uitschakelen
Rood, knipperend Afwisselend oranje en groen Laadstroom te hoog en
uitschakelen
Rood, knipperend Afwisselend rood en oranje Defecte zekering of
omgekeerde polariteit
Rood,10 seconden lang
knipperend
Niet mogelijk -instellingen
27
NL
11 Specicaties
Modelnummer: WSC-1250 WSC-2425
Spanningsbereik ingang 100-240V AC
Ingangsfrequentie 50-60Hz
Correctie vermogensfactor >0,97
Efciency bij 230V AC >91% >93%
Efciency bij 115V AC >89% >91%
Ingangsstroom bij 230V AC 3,62A 3,51A
Ingangsstroom bij 115V AC 7,32A 7,1A
Laadmodus Normale 3-fasen/Equalisatie 4-fasen
Laadspanning uitgang 14V/14,4V/14,8V 28V/28,8V/29,6V
Uitgangsdruppelspanning 13,5V/13,8V 27/27,6V
Spanning voedingsmodus 13,2V 26,4V
Uitganglaadstroom 0-50A 0-25A
Equalisatiemodus
14,8V/15,5V
(0-25A)
29,6V/31V
(0-12,5A)
Halfvermogen (stille modus) 0-25A 0-12,5A
Accu-aansluiting 3
Batterijtypen Loodzwavelzuur/GEL/AGM/Li-Ion
Accucapaciteit 500Ah 250Ah
Werktemperatuur -20°C ~ +50°C
Opslagtemperatuur -40°C ~ +85°C
Luchtvochtigheid 10 - 90%
Afstandsbediening (accessoire) RC-600/RC-601D
Temperatuurcompensatie (accessoire) TF-100
Afmeting L*B*H (mm) 292*210*75
Gewicht 2,5kg
Veiligheidsnorm:
EN 60335-1
EN 60335-2-29
EMC-norm:
EMI: EN 55014-1
EMI: EN 61000-3-2
EMI: EN 61000-3-3
EMS: EN 55014-2
IEC 61000-4-2,3,4,5,6,11
Beschermende apparatuur:
Beveiliging tegen kortsluiting
Beveiliging tegen een te hoog spanning
Beveiliging tegen te hoge stroom
Hoge temperatuur acculader
Hoge temperatuur accu
28
NL
12 Conformiteitsverklaring
For the following equipment :
Product Name:
SMART BATTERY CHARGER
Model No.:
WSC-1250 and WSC-2425
Trade Name:
Applicant:
SAMLEX EUROPE B. V.
Address:
ARIS VAN BROEKWEG 15, 1507 BA ZAANDAM THE NETHERLANDS
Is herewith conrmed to comply with the EMC requirements set out in the Directive 2014/30/EU and
LVD requirements set out in the Directive 2014/35/EU of the European Parliament and of the Council
of April 20, 2016 on the approximation of the laws of the Member States relating to electromagnetic
compatibility and EC Low Voltage Directive. For the evaluation regarding the electromagnetic
interference, the following EMC standards were applied:
EMI: Class A EMS:
EN55014-1:2006+A2:2011 EN55014-2:1197+A2:2008
EN61000-3-2:2006+A1:2009+A2:2009 EN61000-4-2:2009
EN61000-3-3:2013 EN61000-4-3:2006+A2:2010
EN61000-4-4:2012
LVD: EN61000-4-5:2014
EN60335-1:2012+A11 EN61000-4-6:2014
EN60335-2-26:2004+A2:2010 EN61000-4-11:2004
The following manufacturer/importer is responsible for this declaration:
M. van Veen Zaandam 05-12-2019
www.samlex.com
www.samlex-solar.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29

Samlexpower WSC-2425 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor