Xerox DocuColor 5000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Fiery
®
EXP50 Color Server
Hulpprogramma’s
© 2006 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de
Kennisgevingen
voor dit product.
45055384
11 mei 2006
3
I
NHOUD
I
NHOUD
I
NLEIDING
7
Terminologie en conventies
8
Over dit document
9
Over Help 9
Installatie voorbereiden op Windows-computers
10
Installatie voorbereiden op Mac OS-computers
11
Lettertypen 11
Gebruikerssoftware installeren
13
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer 13
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer 15
C
OMMAND
W
ORK
S
TATION
, W
INDOWS
E
DITION
16
Command WorkStation, Windows Edition installeren
16
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP50
17
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken
20
Extra functies
21
Papierladen uitlijnen 21
Gemengde media 23
Tabbladen invoegen 29
Afdrukvoorbeeld 32
ImageViewer 32
Problemen oplossen
32
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Fiery EXP50 32
Command WorkStation reageert niet 33
I
NHOUD
INHOUD
4
I
MPOSE
34
Impose installeren en inschakelen
34
Impose installeren 34
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop installeren 35
Impose gebruiken
37
P
RODUCTIE
-
AFDRUKPAKKET
38
Het Productie-afdrukpakket installeren
39
Werken met het Productie-afdrukpakket
39
Compose 39
Paper Catalog 40
Virtuele printers 42
Preflight 44
Taken opnieuw ordenen 45
Onderbreken bij verkeerde combinatie 47
Versneld afdrukken 48
Afdrukken plannen 48
Volgende afdrukken 49
Volgende verwerken 49
Tabbladen invoegen 49
Quick Doc Merge 49
Microsoft Office-filters voor Hot Folders 51
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder 52
C
OMMAND
W
ORK
S
TATION
, M
ACINTOSH
E
DITION
53
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren
53
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP50
54
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken
57
Extra functies
58
Afdrukken plannen 58
INHOUD
5
Problemen oplossen
59
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Fiery EXP50 59
Command WorkStation reageert niet 60
D
OWNLOADER
61
Downloader installeren
61
De verbinding met de Fiery EXP50 configureren
61
Downloader gebruiken
64
Afdrukstatus weergeven 64
Bestanden en printerlettertypen downloaden 66
Printerlettertypen beheren 70
H
OT
F
OLDERS
72
Hot Folders installeren
72
Hot Folders gebruiken
73
VDP R
ESOURCE
M
ANAGER
74
VDP Resource Manager installeren
74
De verbinding met de Fiery EXP50 configureren
75
VDP Resource Manager gebruiken
77
W
EB
T
OOLS
78
WebTools instellen
78
De home page van WebTools openen
79
WebTools gebruiken
80
Begin 80
Configure 80
Afdrukken 80
Downloads 80
I
NDEX
81
INLEIDING
7
I
NLEIDING
Het mediapakket voor Fiery EXP50 Color Server bevat een set hulpprogrammas waarmee u
de Fiery EXP50 Color Server, de werkstroom voor afdruktaken en de inhoud van de taken op
de Fiery EXP50 Color Server kunt beheren.
Dit document biedt een overzicht van de installatie, de configuratie en het gebruik van de
volgende hulpprogrammas voor Fiery EXP50:
Command WorkStation, Windows Edition
•Impose
Command WorkStation, Macintosh Edition
Downloader
•Productie-afdrukpakket
•Hot Folders
VDP Resource Manager
•WebTools
INLEIDING
8
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP50 (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers DocuColor 5000 digitale pers
Fiery EXP50 Fiery EXP50 Color Server
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door
de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen
lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING
9
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
Command WorkStation, Windows Edition:
Controleren en beheren van de werkstroom van
afdruktaken op de Fiery EXP50 (alleen Windows).
Impose:
Inslagfuncties toepassen op taken voor aangepast afdrukken, binden en bijsnijden
(alleen Windows).
Command WorkStation, Macintosh Edition:
Controleren en beheren van de werkstroom van
afdruktaken op de Fiery EXP50 (alleen Mac OS X).
Downloader:
Overbrengen van taakbestanden en lettertypen van uw computer naar de
Fiery EXP50 (alleen Windows).
Productie-afdrukpakket:
Bijkomende taakbeheerfuncties die toegankelijk zijn via
Command WorkStation, Windows Edition (verkrijgbaar als optie, alleen Windows). Dit
pakket omvat de toepassingen Compose en Paper Catalog.
Hot Folders:
Veelgebruikte afdrukopties bij het afdrukken van PostScript- en PDF-
bestanden op de Fiery EXP50 opslaan en opnieuw gebruiken.
VDP Resource Manager:
Globale objecten vinden en verwijderen die worden gebruikt bij
het afdrukken van variabele gegevens.
WebTools:
Op afstand beheren van uw Fiery EXP50 via het Internet of uw bedrijfsintranet.
Raadpleeg
Afdrukken in kleur voor meer informatie over het installeren, configureren en
gebruiken van ColorWise Pro Tools.
Over Help
Gedetailleerde instructies voor het gebruik van de meeste hulpprogrammas voor Fiery EXP50
zijn te vinden in de Help. Indien van toepassing wordt u in dit document naar de Help
verwezen voor aanvullende informatie. Bovendien wordt uitgelegd hoe u de Help voor elk
hulpprogramma kunt openen.
INLEIDING
10
Installatie voorbereiden op Windows-computers
Doe het volgende voordat u Fiery EXP50-software gaat installeren op een Windows-
computer:
Als u Command WorkStation, ColorWise Pro Tools of WebTools wilt gebruiken op een
Windows-computer, moet u het Sun Java-bestand Java Runtime Environment (JRE)
installeren dat u kunt vinden in de map Common Utilities op de dvd met
gebruikerssoftware. Als het Sun Java-bestand niet is geïnstalleerd, wordt u gevraagd het te
installeren voordat u begint met de installatie van de Fiery EXP50-software.
O
PMERKING
:
JRE, SE v1.4.1_02 (de aanbevolen versie) staat op de dvd met
gebruikerssoftware.
Als u de Fiery EXP50-software wilt installeren op een Windows 2000-computer, moet
Service Pack 4 op de computer zijn geïnstalleerd. Als u met Windows XP werkt, moet
Service Pack 2 zijn geïnstalleerd. Indien dit niet het geval is, vraagt een waarschuwing u om
het vereiste Service Pack te installeren.
Na de installatie van Sun Java JRE, wordt een snelkoppeling Java Web Start op het bureaublad
van uw computer geplaatst. Deze snelkoppeling is niet bedoeld voor gebruik met
Fiery EXP50-software. U kunt de snelkoppeling desgewenst verwijderen.
U kunt verschillende versies van Sun Java JRE op uw computer hebben. De Fiery EXP50-
software vindt automatisch de juiste versie. U hoeft dus geen andere versies van Sun Java JRE
te verwijderen die nodig zijn voor andere toepassingen.
INLEIDING
11
Installatie voorbereiden op Mac OS-computers
Op een Mac OS X-computer moet u scherm- en printerlettertypen installeren.
Lettertypen
Het installatieprogramma voor lettertypen op de dvd met gebruikerssoftware bestaat uit
scherm- en printerlettertypen die overeenkomen met de 136 ingebouwde PostScript-
printerlettertypen op de Fiery EXP50. De schermlettertypen moeten worden geïnstalleerd in
Mac OS X om in toepassingen te kunnen worden gebruikt.
O
PMERKING
:
Als de inhoud van de map Systeemmap:Lettertypen op soort is gesorteerd,
worden schermlettertypen weergegeven als “Font Suitcase” (Lettertypebestanden) en
PostScript-printerlettertypen als “PostScript-lettertype”.
S
CHERM
-
EN
PRINTERLETTERTYPEN
INSTALLEREN
IN
M
AC
OS X
V
10.2.
X
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de Mac OS X-computer.
2 Open de map OSX op de dvd.
3 Open de map Fonts en kopieer de lettertypen naar de volgende locatie:
•Voor uw persoonlijk gebruik: Gebruikers/accountnaam/Bibliotheek/Fonts
•Voor gedeeld gebruik: Bibliotheek/Fonts
SCHERM- EN PRINTERLETTERTYPEN INSTALLEREN IN MAC OS V10.2.X VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP50 niet kunt vinden.
3Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de map Mac_User_SW of selecteer Mac_User_SW en klik
op OK.
5 Open de map OSX.
6 Open de map Fonts en kopieer de lettertypen naar de volgende locatie:
•Voor uw persoonlijk gebruik: Gebruikers/accountnaam/Bibliotheek/Fonts
•Voor gedeeld gebruik: Bibliotheek/Fonts
INLEIDING
12
SCHERM- EN PRINTERLETTERTYPEN INSTALLEREN IN MAC OS X V10.3.X
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de Mac OS X-computer.
2 Start de toepassing Lettertypencatalogus in Programma’s/Lettertypencatalogus.
3 Kies Voeg lettertypen toe in het menu Archief.
4 Kies User Software/OSX/Fonts/Albertus MT.
5 Kies Selecteer alles in het menu Wijzig.
6 Kies een van de volgende opties voor Installeer lettertypen:
•Voor uw persoonlijk gebruik: alleen voor mij
•Voor gedeeld gebruik: voor alle gebruikers van deze computer
•Voor Classic: voor Classic Mac OSX
7 Klik op Openen.
8 Sluit de toepassing Lettertypencatalogus af.
SCHERM- EN PRINTERLETTERTYPEN INSTALLEREN IN MAC OS V10.3.X VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP50 niet kunt vinden.
3Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de map Mac_User_SW of selecteer Mac_User_SW en klik
op OK.
5 Start de toepassing Lettertypencatalogus in Programma’s/Lettertypencatalogus.
6 Kies Voeg lettertypen toe in het menu Archief.
7 Kies User Software/OSX/Fonts/Albertus MT.
8 Kies Selecteer alles in het menu Wijzig.
9 Kies een van de volgende opties voor Installeer lettertypen:
•Voor uw persoonlijk gebruik: alleen voor mij
•Voor gedeeld gebruik: voor alle gebruikers van deze computer
•Voor Classic: voor Classic Mac OSX
10 Klik op Openen.
11 Sluit de toepassing Lettertypencatalogus af.
INLEIDING
13
Gebruikerssoftware installeren
U kunt de gebruikerssoftware voor de Fiery EXP50 op de volgende manieren installeren:
•Vanaf de dvd met gebruikerssoftware
via het netwerk
OPMERKING: Printerstuurprogrammas kunnen worden geïnstalleerd vanaf de Fiery EXP50 via
het Internet of intranet. Zie WebTools voor meer informatie.
Als u voordien reeds Fiery EXP50-gebruikerssoftware hebt geïnstalleerd op uw computer,
verwijdert het installatieprogramma deze toepassingen tijdens het installatieproces.
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer gebeurt via de Fiery
User Software Installer. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u
gebruikerssoftware installeert vanaf de dvd of via het netwerk en ook hoe u gebruikerssoftware
wijzigt.
GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER INSTALLEREN VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
Het welkomstscherm van het installatieprogramma wordt weergegeven.
2Volg de instructies op het scherm.
Als u gebruikerssoftware wilt wijzigen of verwijderen nadat u hem hebt geïnstalleerd op uw
computer, kunt u dit doen met de Fiery User Software Installer. De procedure wordt hierna
beschreven.
INLEIDING
14
GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER AANPASSEN MET DE FIERY USER SOFTWARE
INSTALLER
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 In het venster dat wordt weergegeven, selecteert u Wijzigen, Herstellen of Verwijderen.
3Volg de instructies op het scherm.
Als uw computer geen dvd-station heeft, kunt u de gebruikerssoftware installeren vanaf de
Fiery EXP50 via het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder om het IP-adres of de DNS-
servernaam van de Fiery EXP50.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Klik op Start, kies Uitvoeren, en typ het ”\\IP-adres” of de ”\\DNS-servernaam” van de
Fiery EXP50.
2Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
3 Dubbelklik op de map PC_User_SW.
4 Dubbelklik op het pictogram Master Installer.
5Volg de instructies op het scherm.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
De enige toepassingen die niet worden geïnstalleerd door de Fiery User Software Installer zijn
Adobe Acrobat en PitStop, die worden gebruikt met Impose. Zie “Adobe Acrobat en Enfocus
PitStop installeren op pagina 35 voor meer informatie.
INLEIDING
15
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer
De installatie van gebruikerssoftware op een Mac OS-computer gebeurt afzonderlijk voor elke
toepassing.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Blader naar de map OSX.
3 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
4Volg de instructies op het scherm.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP50 niet kunt vinden.
3Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de map Mac_User_SW of selecteer Mac_User_SW en klik
op OK.
5 Open de map OSX.
6 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
7Volg de instructies op het scherm.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
16
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
Met Command WorkStation, Windows Edition kunnen operators van de Fiery EXP50 (of
gebruikers met operator- of beheerdersrechten) de werkstroom voor afdruktaken op de
Fiery EXP50 controleren en beheren. Met Command WorkStation, Windows Edition kunt u
het volgende doen:
•De status van afdruktaken op de Fiery EXP50 bekijken.
•Taken blokkeren, verwerken en afdrukken.
•Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties.
•Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak.
•Paginas van een taak in een andere volgorde plaatsen en paginas van verschillende taken
met elkaar combineren.
•FreeForm-hoofdbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele
gegevens.
•Taakbestanden archiveren.
•Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken.
Command WorkStation, Windows Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Windows Edition op een Microsoft Windows-computer
met een netwerkverbinding naar de Fiery EXP50. Zie Welkom voor een complete lijst met
systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Command WorkStation, Windows Edition staat op de dvd
met gebruikerssoftware. Met het installatieprogramma worden behalve de software van
Command WorkStation ook de Java-bestanden geïnstalleerd die nodig zijn om Fiery Setup te
gebruiken vanuit Command WorkStation. Zie Configuratie en instellingen voor meer
informatie over het gebruik van Fiery Setup.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, leest u eerst de richtlijnen door in “Installatie
voorbereiden op Windows-computers op pagina 10.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van Command WorkStation.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
17
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP50
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Fiery EXP50 te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Fiery EXP50-server of netwerk,
zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de Fiery EXP50
wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding aanpast.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken
in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP50 al is geregistreerd op een Domain Name
Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw netwerksysteem voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION CONFIGUREREN
1 Kies Start > Programma’s > Fiery > Command WorkStation om het hulpprogramma te starten.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle servers weergegeven die zijn gevonden
in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
18
2 Als geen Fiery EXP50-servers zijn gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om te zoeken
op DNS-naam of IP-adres. Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen om de server
toe te voegen aan de lijst Beschikbare servers.
3 Klik op het tabblad Automatisch zoeken en klik vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op
een bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
4 Selecteer de Fiery EXP50-server die u wilt gebruiken en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Fiery EXP50 wordt toegevoegd aan het venster Aanmeldserver.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
19
5 Klik op de knop links van de servernaam.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
6 Klik op de sleutel naast beheerder, operator of gastgebruiker en typ het juiste wachtwoord
indien dit nodig is.
7 Klik op Aanmelden.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP50.
Command WorkStation is nu verbonden met de Fiery EXP50.
DE CONFIGURATIE VAN COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION WIJZIGEN
1 Start Command WorkStation.
Het venster Aanmeldserver wordt geopend.
2 Selecteer de Fiery EXP50-server waarvoor u de configuratie wilt wijzigen en klik op
Verwijderen.
3 Herhaal “De verbinding voor Command WorkStation, Windows Edition configureren” op
pagina 17.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
20
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gaan
gebruiken voor het controleren en beheren van taken op de Fiery EXP50.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Command
WorkStation kunt u vinden in Command WorkStation Help. Extra functies worden
beschreven vanaf pagina 21. De functies die beschikbaar zijn met het optionele Productie-
afdrukpakket worden beschreven in Productie-afdrukpakket.
DE COMMAND WORKSTATION HELP OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Fiery EXP50 in het dialoogvenster Serverlijst en meld u aan bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de wachtwoorden en het
standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP50.
2 Kies Help in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
21
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in Command WorkStation Help.
De functies die beschikbaar zijn met het optionele Productie-afdrukpakket worden
beschreven in Productie-afdrukpakket.
Papierladen uitlijnen
Met de functie Papierladen uitlijnen kunt u tekst en afbeeldingen zo op de pagina plaatsen dat
ze correct worden uitgelijnd op een vel papier. Hierdoor kunt u ervoor zorgen dat beide zijden
van een dubbelzijdig vel exact dezelfde uitlijning hebben.
U kunt de lade-uitlijning ook uitvoeren vanaf het bedieningspaneel van de Fiery EXP50 door
Lade-uitlijning te kiezen in het menu Functies.
U kunt de laden alleen uitlijnen als u zich als beheerder hebt aangemeld bij de Fiery EXP50.
OPMERKING: Schakel Lade-uitlijning in op het tabblad Papierbron van het
printerstuurprogramma van de Fiery EXP50 voordat u de volgende procedure uitvoert.
TEKST EN AFBEELDINGEN UITLIJNEN VOOR AFDRUKKEN
1 Selecteer in het venster Actieve taken de aangesloten Fiery EXP50 waarvoor u laden wilt
uitlijnen.
Als het venster Actieve taken niet zichtbaar is, kiest u Actieve taken in het menu Venster om
dit weer te geven.
2 Kies Papierladen uitlijnen in het menu Server.
Er wordt een dialoogvenster geopend met verschillende opties voor het uitlijnen van de laden.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
22
3 Selecteer in het menu Laden selecteren de lade die u wilt uitlijnen.
4 Selecteer in het menu Mediaformaat het papierformaat dat in de lade is geplaatst.
OPMERKING: De uitlijning die wordt uitgevoerd, is afhankelijk van de specifieke combinatie
van lade en papierformaat. Als u een bepaalde lade uitlijnt voor papier van het formaat Letter
en u vervolgens papier van het formaat Legal in de lade legt, is de uitlijning onjuist. U moet
de uitlijning voor elke combinatie van lade en papierformaat opnieuw uitvoeren.
OPMERKING: Lade-uitlijning werkt alleen wanneer u de lade opgeeft in uw taak. Lade-
uitlijning werkt niet als u een taak afdrukt met automatische ladekeuze.
5 Schakel bij Uitlijnpagina afdrukken het selectievakje voor dubbelzijdig afdrukken in als u de
pagina dubbelzijdig wilt bedrukken, of laat het vakje leeg als u de pagina enkelzijdig wilt
bedrukken.
6 Klik op Afdrukken.
7Voer de aanwijzingen op de afgedrukte uitlijnpagina uit.
Vouw het vel eerst in horizontale richting dubbel en vervolgens in verticale richting. Ga
hierbij zorgvuldig te werk. Wanneer u het vel openvouwt, ziet u dat de vouwen drie schalen
doorkruisen die aan drie zijden van de pagina zijn afgedrukt. Kijk bij welk nummer de
vouwlijn elke schaal doorkruist.
8 Geef in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren voor Zijde 1 de waarden op die worden
weergegeven waar de vouwlijn elk van de drie schalen (A, B en C) doorkruist. Als u de lade
wilt uitlijnen voor dubbelzijdig afdrukken, moet u ook de waarden voor de drie schalen voor
Zijde 2 van de pagina invoeren.
OPMERKING: Als u verschillende waarden invoert in A en C, wordt het paginabeeld gedraaid,
wat tot gevolg heeft dat de afdruk ongelijkmatige gebieden bevat. Als dit het geval is, voert u
dezelfde waarde in bij A en C.
9 Klik op Toepassen nadat u de uitlijnwaarden hebt ingevoerd en klik vervolgens op Uitlijning
controleren om de uitlijnpagina af te drukken.
10 Als u de uitlijningen wilt verwijderen, selecteert u een lade en klikt u op Standaardwaarden
in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren.
11 Klik op Voltooid.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
23
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
•In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
Als twee of meer instellingen voor gemengde media conflicteren, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven
dat u het conflict moet oplossen.
Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of
bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
•Instellingen voor gemengde media zijn van invloed op het gebruik van
kleuruitvoerprofielen als de optie “Door media bep. profiel” is ingeschakeld in ColorWise
Pro Tools. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Als tellers zijn geconfigureerd voor de digitale pers, tellen blanco media die tussen paginas
worden ingevoegd niet als afgedrukte paginas.
Basisinstructies voor het openen en gebruiken van Gemengde media vindt u in Command
WorkStation Help. Hierna worden de specifieke functies van de Fiery EXP50 besproken.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
24
SPECIFICATIES VOOR GEMENGDE MEDIA DEFINIËREN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Instellingen gemengde media in het menu Acties.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
OPMERKING: Het dialoogvenster Taakeigenschappen wordt geopend achter het dialoogvenster
Gemengde media. Sluit het venster Taakeigenschappen pas nadat u gereed bent met het
definiëren van instellingen voor gemengde media.
2 Geef bij Hoofdstukbeginpagina de paginanummers op waarop u nieuwe hoofdstukken wilt
laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om het
begin van elk nieuwe hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor elke
beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande lege
linkerpagina in te voegen.
OPMERKING: U hoeft niet de eerste pagina in te voeren. De paginanummers verwijzen naar de
nummering van het originele document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina gebruikt,
moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk dezelfde
afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
3 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als afzonderlijke afwerkingsset” in.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
25
4 Klik op Omslag definiëren om eigenschappen voor voor- en achteromslagen te definiëren.
Zie “Instellingen voor omslagmedia definiëren op pagina 26 voor meer informatie.
5 Klik op Paginabereik definiëren om eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of
paginabereiken te definiëren.
Zie “Media definiëren voor specifieke paginas” op pagina 27 voor meer informatie.
6 Klik op Tabblad invoegen om tabbladmedia in te voegen.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven. Zie pagina 29 voor informatie over
het definiëren van tabbladinstellingen.
OPMERKING: De functie Tabblad invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
7 Klik op Blanco invoegen om blanco pagina’s in te voegen.
Zie “Blanco paginas invoegen op pagina 28 voor meer informatie.
8 Klik op Voorbeeld om de huidige definities voor gemengde media te bekijken.
Er worden dan miniatuurvoorbeelden van de documentpaginas weergegeven onder in het
dialoogvenster Gemengde media.
OPMERKING: Het weergeven van voorbeelden wordt niet ondersteund voor VDP- of
ingeslagen taken.
9 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de
lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, geeft u nieuwe instellingen op voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
10 Nadat u het definiëren van de instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK
om het dialoogvenster Gemengde media te sluiten. Klik vervolgens nogmaals op OK om het
dialoogvenster Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
26
INSTELLINGEN VOOR OMSLAGMEDIA DEFINIËREN
1 Klik op Omslag definiëren in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie “Zelfde
instellingen toepassen op voor- en achteromslag” in. Als u aparte media-instellingen wilt
definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de optie Vooromslag of Achterslag in.
3 Definieer instellingen voor dubbelzijdig afdrukken, mediasoort en papierbron, indien vereist.
4 Geef bij Omslagpaginamodus op hoe u de inhoud wilt laten afdrukken op de omslag. U kunt
opgeven dat u alleen op de voorkant wilt afdrukken, alleen op de achterkant of op beide
kanten van de omslag.
De volgende beperkingen gelden voor de instellingen van Omslagpaginamodus:
Als u Alleen op voorkant afdrukken opgeeft, moet u de instelling voor dubbelzijdig
afdrukken uitschakelen.
Als u Alleen op achterkant afdrukken of Op beide kanten afdrukken opgeeft, moet u de
instelling voor dubbelzijdig afdrukken instellen op Kop aan kop of op Kop aan staart. De
instelling voor dubbelzijdig afdrukken is bepalend voor de afdrukstand van de inhoud
voor de omslag.
5 Klik op de knop Paper Catalog om de papiercatalogus te openen.
6 Selecteer het medium dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Het gekozen medium wordt weergegeven naast Papiernaam in het hoofdvenster van
Omslagmedia.
Zie “Paper Catalog” op pagina 40 voor meer informatie over Paper Catalog.
7 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor voor-/achteromslagen hebben voorrang op instellingen die worden
gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
27
MEDIA DEFINIËREN VOOR SPECIFIEKE PAGINAS
1 Klik op Paginabereik definiëren in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2 Geef pagina’s en paginabereiken op als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld:
3,9–14,18).
3 Definieer instellingen voor dubbelzijdig afdrukken, mediasoort en papierbron, indien vereist.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende wordt afgedrukt.
4 Klik op de knop Paper Catalog om de papiercatalogus te openen.
5 Selecteer het medium dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Het gekozen medium wordt weergegeven naast Papiernaam in het hoofdvenster van
Paginabereik.
Zie “Paper Catalog” op pagina 40 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
28
BLANCO PAGINAS INVOEGEN
1 Klik op Blanco invoegen in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste of laatste pagina in het document of als een pagina met een
specifiek nummer.
3 Definieer instellingen voor mediasoort, papierbron en paginaformaat voor de blanco pagina.
4 Klik op de knop Paper Catalog om de papiercatalogus te openen.
5 Selecteer het medium dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Het gekozen medium wordt weergegeven naast Papiernaam in het hoofdvenster van Blanco
invoegen.
Zie “Paper Catalog” op pagina 40 voor meer informatie over Paper Catalog.
6 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
7 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
29
Tabbladen invoegen
Met de functie Tabbladen invoegen kunt u automatisch tabbladen in een taak invoegen. Met
deze functie beschikt u over diverse formaten en soorten tabbladen. De gebruikers kunnen
tekst op het tabblad invoegen en tekstattributen per taak wijzigen.
OPMERKING: De functie Tabbladen invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
OPMERKING: Wanneer u tellers configureert voor de digitale pers, worden bedrukte tabbladen
als zwart-wit paginas beschouwd, mits de kleuren zodanig zijn gekalibreerd dat puur zwarte
toner wordt gebruikt. Geroyeerde tabbladen worden niet als afgedrukte paginas beschouwd.
TABBLADEN INVOEGEN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Instellingen gemengde media in het menu Acties.
Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven.
2 Klik op Tabblad invoegen in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven.
3U kunt een eerder opgeslagen tabbladinstelling laden door op Instelling laden te klikken, de
gewenste tabbladinstelling te markeren en vervolgens op Selecteren te klikken.
4 Kies het aantal tabbladen dat u in het document wilt invoegen in het veld “Totaal aantal
tabbladen”.
5 Kies het aantal tabbladen in een complete set tabbladen bij “Aantal tabbladen in een set”.
Deze specificatie zorgt ervoor dat de tekst voor het tabblad op de juiste positie wordt
afgedrukt. Zo verschillen bijvoorbeeld de tabbladposities in een set van tien tabbladen van de
tabbladposities in een set van vijf tabbladen.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
30
6 Definieer instellingen voor mediasoort, papierbron en paginaformaat op voor de tabbladen.
De waarden bij Paginaformaat hebben betrekking op de afmetingen van het papier, inclusief
het gedeelte met de tab.
7 Klik op de knop Paper Catalog om de papiercatalogus te openen.
8 Selecteer het medium dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Het gekozen medium wordt weergegeven naast Papiernaam in het hoofdvenster van Tabblad
invoegen.
Zie “Paper Catalog” op pagina 40 voor meer informatie over Paper Catalog.
9 Klik op Tekstkenmerken om kenmerken voor de tabbladtekst op te geven.
U kunt ook tekskenmerken instellen nadat u het tabblad Tabblad invoegen hebt gesloten. Zie
“Tabbladtekst opgeven op pagina 31 voor meer informatie.
10 Klik op Instelling opslaan om de huidige specificaties voor Tabblad invoegen op te slaan als
een tabbladinstelling. Wijs een naam toe aan de tabbladinstelling en klik op Opslaan.
11 Nadat u het definiëren van de tabbladen hebt voltooid, klikt u op OK om het dialoogvenster
Tabblad invoegen te sluiten.
Het dialoogvenster Tabbladtekst wordt weergegeven. Volg de onderstaande procedure om de
tabbladtekst te definiëren.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
31
TABBLADTEKST OPGEVEN
1 Schakel in het dialoogvenster Tabbladtekst het selectievakje “Zelfde tekstkenmerken
toepassen op alle tabbladen” in als u voor alle tabbladen dezelfde tekstkenmerken wilt
gebruiken. Klik vervolgens op Tekstkenmerken.
Geef de kenmerken voor draaihoek, uitlijning, lettertype en tekengrootte op voor de
tabbladtekst en klik op OK.
2 Geef op waar u elk tabblad wilt invoegen in het document.
•Geef in het veld Page het paginanummer op waar u het tabblad wilt invoegen.
•Gebruik het invoegpictogram om aan te geven of het tabblad wordt ingevoegd vóór of na
het opgegeven paginanummer. Klik op het pictogram om over te schakelen tussen de
verschillende invoegmodi. Het pictogram en de knopinfo veranderen, afhankelijk van de
huidige invoegmodus. U kunt de knopinfo weergeven door de aanwijzer boven het
invoegpictogram te plaatsen.
OPMERKING: Als u definieert dat een tabblad moet worden ingevoegd tussen een pagina met
een oneven nummer en een pagina met een even nummer in een taak voor dubbelzijdig
afdrukken, wordt het tabblad ingevoegd na de pagina met het oneven nummer op de eerste
pagina, terwijl de pagina met het even nummer wordt afgedrukt op het volgende vel.
3 Geef de gewenste tabbladtekst op voor elk tabblad in het veld Tabbladtekst.
U kunt tekstkenmerken voor elk afzonderlijk tabblad opgeven door op Tekstkenmerken voor
dat tabblad te klikken.
4 Klik op Tabbladinstellingen wijzigen om de media-instellingen voor de tabbladen te wijzigen.
Zie “Tabbladen invoegen op pagina 29 voor meer informatie.
5 Nadat u het definiëren van de tabbladtekst hebt voltooid, klikt u op OK om het
dialoogvenster Tabbladtekst te sluiten.
In de lijst Definitie gemengde media van het dialoogvenster Gemengde media worden de
huidige tabbladinstellingen weergegeven.
6U kunt uw instellingen voor het invoegen van tabbladen toepassen op het document door op
OK te klikken om het dialoogvenster Gemengde media te sluiten en vervolgens nogmaals op
OK te klikken om het dialoogvenster Taakeigenschappen te sluiten.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
32
Afdrukvoorbeeld
Met Afdrukvoorbeeld kunt u accurate kleurenafdrukvoorbeelden van afdruktaken bekijken
op een monitor. Deze functie is alleen beschikbaar als Graphic Arts Package is geïnstalleerd en
ingeschakeld op de Fiery EXP50.
Zie Graphic Arts Package voor informatie over het gebruik van de functie Afdrukvoorbeeld.
ImageViewer
Als het Graphic Arts Package, Premium Edition is geïnstalleerd en ingeschakeld op de
Fiery EXP50, kunt u ImageViewer gebruiken om taken te bekijken en te bewerken. Zie
Graphic Arts Package voor meer informatie over het gebruik van ImageViewer.
OPMERKING: Indien ImageViewer beschikbaar is, vervangt dit programma het
standaardvoorbeeldvenster voor weergave op volledig scherm dat wordt beschreven in
Command WorkStation Help.
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg Command WorkStation Help
voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Fiery EXP50
Als u geen verbinding kunt maken met de Fiery EXP50 of de Fiery EXP50 niet kunt vinden
vanaf uw computer, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder. Mogelijk moet de
beheerder uw netwerkverbindingen controleren en de instellingen op de servers bekijken die u
gebruikt voor afdrukken. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de Fiery EXP50
opnieuw te configureren (zie Configuratie en instellingen).
Als bijvoorbeeld objecten in uw Novell-netwerkomgeving zijn verwijderd of hernoemd, of als
er accounts of rechten zijn gewijzigd, moet de beheerder van de Fiery EXP50 mogelijk
instellingen aanpassen of nieuwe instellingen opgeven in IPX (Novell) Setup om deze in
overeenstemming te brengen met de nieuwe configuratie.
Als u verbinding kunt maken met de Fiery EXP50 via een ander hulpprogramma, moet u
mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP50 opnieuw
configureren (zie pagina 17).
Als u de Fiery EXP50 hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt
ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een testpagina af. Als u
wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken vanaf een
externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding te controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en u de testpagina niet kunt afdrukken, kijkt u op het
bedieningspaneel van de digitale pers.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
33
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation
niet reageert.
ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van of Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken
worden weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren,
een opdracht in een snelmenu gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Fiery EXP50 offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN
1 Druk op Ctrl-Alt-Delete en gebruik Programmabeheer om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Fiery EXP50 los, sluit de kabel weer aan en probeer
vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Fiery EXP50 opnieuw starten.
IMPOSE
34
IMPOSE
Impose is een hulpprogramma (als optie verkrijgbaar) dat u opent vanuit Command
WorkStation, Windows Edition. Met Impose kunt u het volgende doen:
•Inslagfuncties toepassen op taken voor aangepast afdrukken, binden en bijsnijden.
•Inslagfuncties toepassen op taken met variabele gegevens.
Impose installeren en inschakelen
In de volgende secties wordt beschreven hoe u Impose moet installeren en inschakelen.
Impose installeren
Probeer Impose niet handmatig te installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware (door
setup.exe te starten vanuit de map Impose). Impose wordt automatisch geïnstalleerd wanneer
u Command WorkStation installeert. Als u Impose afzonderlijk installeert vanaf Command
WorkStation, kan dit onvoorspelbare resultaten opleveren.
Om Impose in te schakelen op een clientwerkstation, moet u het volgende doen:
•Adobe Acrobat en de invoegtoepassing Enfocus PitStop installeren.
OPMERKING: De cd(’s) Adobe Acrobat en Enfocus PitStop maken deel uit van het Impose-
mediapakket.
•Installeer de softwarebeveiligingssleutel (dongle) voor Impose op de juiste poort van het
clientwerkstation.
Als u vaststelt dat er al een dongle is geïnstalleerd op het werkstation, is Impose reeds
ingeschakeld en klaar voor gebruik. Raadpleeg de documentatie in de Impose-kit als de
dongle niet is geïnstalleerd. U kunt Impose zonder dongle in de demonstratiemodus
gebruiken. In demonstratiemodus kunt u documenten inslaan en opslaan, maar krijgt alle
afgedrukte materiaal een watermerk met “Demo”.
OPMERKING: De beveiligingssleutel (dongle) kan van het type parallelle poort of USB zijn.
Raadpleeg de documentatie in het Impose-pakket voor meer informatie.
IMPOSE
35
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop installeren
Als u Impose wilt gebruiken, moet u Adobe Acrobat en PitStop (een invoegtoepassing voor
Acrobat voor gebruik met Impose) installeren met de installatieprogrammas voor Adobe
Acrobat en Enfocus PitStop die bij uw Impose-pakket worden geleverd. Impose wordt
geïnstalleerd wanneer u Command WorkStation installeert en wordt geopend uit Command
WorkStation.
Afhankelijk van de Fiery EXP50 is het mogelijk dat het Impose-pakket een of meer installatie-
cd’s voor Acrobat en PitStop bevat. De kit kan ook verschillende versies van Acrobat en
PitStop bevatten, afhankelijk van de Fiery EXP50. Zorg dat u juiste installatieprocedures
volgt voor de in uw pakket geleverde software-versies. De versienummers staan vermeld op de
installatie-cd(’s).
OPMERKING: Als Acrobat na Command WorkStation wordt geïnstalleerd, kan het zijn dat u
Command WorkStation opnieuw moet starten om Impose te kunnen gebruiken.
Raadpleeg voor meer informatie over Acrobat het bestand ReadMe (Leesmij) in de map
Acrobat op de cd(’s) met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop.
Impose ondersteunt zowel Acrobat v6.0 als v7.0. Wij raden aan dat u de bij uw Impose-
pakket geleverde versie van Acrobat installeert en eventuele andere op uw computer
geïnstalleerde versies van Acrobat verwijdert.
ADOBE ACROBAT 7.0 EN PITSTOP 6.5.2 INSTALLEREN
1Verwijder alle versies van Acrobat die momenteel zijn geïnstalleerd op uw computer.
•Sluit alle geopende toepassingen af.
•Volg de instructies van Windows voor het verwijderen van programmas.
Zorg dat u niet alleen de hoofdmap van de toepassing maar ook de bijbehorende map Acrobat
verwijdert. Deze bevindt zich standaard in C:\Program Files\Common Files\Adobe. (De
precieze letter van het station kan verschillen volgens de computer.)
2 Start de computer opnieuw nadat u oudere versies van Acrobat hebt verwijderd.
3 Sluit alle momenteel geopende toepassingen af.
4 Plaats de cd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop in het cd-rom- of dvd-station.
5 Als het installatieprogramma niet automatisch start, bladert u naar de locatie van het cd-
rom- of dvd-station en dubbelklikt u op het pictogram Setup.exe.
OPMERKING: Gebruik alleen Setup.exe in het hoofdniveau van de cd. Blader niet in een van de
mappen op de cd. Als u setup.exe uitvoert vanuit de map Runtime, kan dit leiden tot een
onvolledige installatie met systeemproblemen tot gevolg.
IMPOSE
36
6 Als u eraan herinnerd wordt dat u alle toepassingen moet afsluiten, klikt u op Ja.
7 In het volgende installatiescherm controleert u of “Adobe Acrobat” en “PitStop” beide zijn
ingeschakeld en klikt u op Volgende.
Het installatieprogramma begint met het kopiëren van softwarebestanden naar de computer
en geeft voortgangsbalken weer. Wacht tot het kopiëren is voltooid.
8 Als u het bericht ziet dat de installatie geslaagd is, klikt u op OK.
9 Op het volgende scherm klikt u op Voltooien.
Als de nieuwste versie van Command WorkStation al op het werkstation geïnstalleerd is, is
Impose nu volledig klaar. Als Command WorkStation nog niet geïnstalleerd is, installeert u
Command WorkStation zoals beschreven op pagina 16.
ADOBE ACROBAT 6.0 EN PISTSTOP 6.1 INSTALLEREN
Wij raden aan dat u de op uw Impose-cd(’s) geleverde versie van Acrobat installeert en
eventuele andere op uw computer geïnstalleerde versies van Acrobat verwijdert.
1Verwijder alle versies van Acrobat die momenteel zijn geïnstalleerd op uw computer.
2 Plaats de Adobe Acrobat-cd met de gewenste taal in het cd-rom- of dvd-station.
Als u in een Windows-scherm wordt gevraagd “Wat wilt u dat Windows doet?”, dan klikt u
op Annuleren of selecteert u “De map openen om bestanden met Windows Verkenner weer te
geven”.
3 Dubbelklik op het pictogram Install.exe.
OPMERKING: Gebruik alleen Install.exe. Blader niet naar een van de submappen binnen de
map Acrobat 6.0. Als u setup.exe uitvoert vanuit deze mappen, kan dit leiden tot een
onvolledige installatie met systeemproblemen tot gevolg.
4Volg de instructies op het scherm.
In het scherm Select EULA Language selecteert u de taal waarin u de licentieovereenkomst
voor de eindgebruiker wilt bekijken.
5Verwijder de cd met Acrobat nadat de installatie is voltooid.
Start uw computer opnieuw wanneer het u wordt gevraagd.
6 Plaats de cd met Enfocus PitStop in het cd-rom- of dvd-station.
IMPOSE
37
7 Dubbelklik op het pictogram Setup.exe.
OPMERKING: Gebruik alleen Setup.exe in het hoofdniveau van de cd. Blader niet naar de map
Runtime op de cd. Als u setup.exe uitvoert vanaf de map Runtime, kan dit leiden tot een
onvolledige installatie met systeemproblemen tot gevolg.
8Volg de instructies op het scherm.
Accepteer de standaardlocatie voor de installatie van PitStop als u daarom wordt gevraagd.
Raadpleeg de documentatie van PitStop voor meer informatie. U kunt de documentatie
openen door Acrobat te starten en Help>Plug-in Help>Enfocus PitStop Professional te
kiezen.
Als de nieuwste versie van Command WorkStation al op uw computer geïnstalleerd is, is
Impose nu volledig klaar. Als Command WorkStation nog niet geïnstalleerd is, installeert u
Command WorkStation zoals beschreven op pagina 16.
Impose gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van Impose kunt u vinden in de Help bij
Command WorkStation Windows Edition.
DE HELP BIJ IMPOSE OPENEN
1 Start Command WorkStation, Windows Edition.
2 Kies Help in het menu Help.
3 Gebruik de deelvensters Inhoud, Index of Zoeken om de Help-onderwerpen voor Impose te
bekijken.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
38
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
Het Productie-afdrukpakket (Production Printing Package, verkrijgbaar als optie) biedt
Fiery EXP50-operators (of gebruikers met de bevoegdheid van Operator of Beheerder) diverse
bijkomende functies om de afdrukwerkstroom van taken op de Fiery EXP50 te controleren en
te beheren. Alle functies zijn beschikbaar vanuit Command WorkStation, Windows Edition.
Afdrukken plannen en Preflight zijn ook beschikbaar vanuit Command WorkStation,
Macintosh Edition. De beschikbare functies zijn:
Compose
•Paper Catalog
•Virtuele printers
•Preflight (ook beschikbaar vanuit Command WorkStation Macintosh Edition)
•Volgende verwerken/Volgende afdrukken
•Taken opnieuw ordenen
•Onderbreken bij verkeerde combinatie
•Direct afdrukken
Afdrukken plannen (ook beschikbaar vanuit Command WorkStation Macintosh Edition)
•Tabbladen invoegen
•Quick Doc Merge
•Microsoft Office-filters voor Hot Folders
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
39
Het Productie-afdrukpakket installeren
Productie-afdrukpakket wordt geïnstalleerd samen met Command WorkStation en wordt,
indien ondersteund, ingeschakeld op de Fiery EXP50. De functies zijn alleen beschikbaar in
Command WorkStation wanneer het clientwerkstation is aangesloten op de Fiery EXP50
waarop de functies van Productie-afdrukpakket zijn ingeschakeld.
Zie “Command WorkStation, Windows Edition installeren op pagina 16 voor informatie
over het installeren van Command WorkStation, Windows Edition. Zie “Configureren van de
verbinding met de Fiery EXP50” op pagina 17 voor informatie over het configureren van
Command Workstation.
Zie “Command WorkStation, Macintosh Edition installeren op pagina 53 voor informatie
over het installeren van Command WorkStation, Macintosh Edition. Zie “Configureren van
de verbinding met de Fiery EXP50” op pagina 54 voor informatie over het configureren van
Command Workstation.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Command
WorkStation kunt u vinden in de Command WorkStation Help. Zie paginas 20 en 57 voor
instructies over het openen van Command WorkStation Help.
Werken met het Productie-afdrukpakket
Hierna wordt beschreven hoe u toegang krijgt tot de functies van het Productie-afdrukpakket
en hoe u ze kunt gebruiken.
Compose
Met de toepassing Compose kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen. U kunt ook voorbeelden van taken bekijken in de
vorm van miniaturen of op volledige schermgrootte en documenten bewerken met Acrobat en
PitStop.
Raadpleeg de Compose Help voor volledige instructies over het gebruik van Compose.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
40
COMPOSE EN COMPOSE HELP OPENEN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Compose in het menu Acties of klik met de rechtermuisknop op de taak en kies Compose
in het menu dat wordt weergegeven.
2 Kies Help in het menu Help.
Als u over de functie Compose beschikt, raden wij u aan deze te gebruiken in plaats van
Gemengde media.
Paper Catalog
Paper Catalog is een op het systeem gebaseerde magazijndatabase die kenmerken kan opslaan
van alle media die beschikbaar zijn voor afdrukken op de Fiery EXP50. U kunt dan kiezen uit
de lijst van media voor uw taak.
U kunt Paper Catalog openen op een van de volgende manieren:
Command WorkStation
•Papier/lade-koppeling
Compose
•Instellingen gemengde media
•Taakeigenschappen
Hierna wordt beschreven hoe u Paper Catalog kunt openen en gebruiken vanuit elk van deze
interfaces.
PAPER CATALOG OPENEN IN COMMAND WORKSTATION
Als u Paper Catalog wilt openen in Command WorkStation, kiest u Paper Catalog in het menu
Server.
Open de helpfunctie van Paper Catalog vanuit het menu Paper Catalog Help of druk op de
F1-toets van het toetsenbord voor informatie over het gebruik van Paper Catalog. Alleen
beheerders kunnen ingangen en instellingen van Paper Catalog configureren en bewerken.
PAPER CATALOG OPENEN VIA PAPIER/LADE-KOPPELING
Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Papier/lade-koppeling in het menu Server van Command Workstation.
Open de helpfunctie van Paper Catalog door te drukken op de F1-toets van het toetsenbord
voor meer informatie over het gebruik van Papier/lade-koppeling.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
41
PAPER CATALOG OPENEN IN COMPOSE
Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Compose in het menu Acties. Kies vervolgens Paper Catalog in het menu Bestand van
Compose.
Zie de helpfunctie van Compose voor meer informatie over het gebruik van Compose. In de
helpfunctie van Compose wordt eveneens beschreven hoe u ingangen van Paper Catalog
toepast op uw taak.
PAPER CATALOG OPENEN VIA INSTELLINGEN GEMENGDE MEDIA
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Instellingen gemengde media in het menu Acties van Command Workstation.
2 Klik op Paper Catalog in de vensters Omslag definiëren, Paginabereik definiëren of Blanco
invoegen.
Zie “Gemengde media op pagina 23 voor meer informatie over het gebruik van Instellingen
gemengde media.
PAPER CATALOG OPENEN VIA TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Eigenschappen in het menu Acties van Command Workstation.
2 Klik op het tabblad Papierbron in het dialoogvenster van Taakeigenschappen.
3 Klik op de knop Papiercatalogus.
4 Selecteer het medium dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Het gekozen medium wordt weergegeven naast Papiernaam in het hoofdvenster van
Paginabereik.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
42
Virtuele printers
Met virtuele printers beschikken gebruikers over een methode om af te drukken naar de
Fiery EXP50 met vooraf gedefinieerde instellingen om de afdruktaak te configureren.
Standaard zijn reeds drie virtuele printers ingesteld die overeenkomen met de wachtrijen
afdrukken, blokkeren en direct. Deze virtuele printers kunnen niet worden gewijzigd.
U kunt alleen virtuele printers configureren als u aangemeld bent als beheerder. De beheerder
kan een combinatie van maximaal 255 virtuele printers en wachtrijen instellen en deze
publiceren zodat gebruikers toegang hebben tot deze printers via het netwerk. SMB-, LPR- en
FTP-services worden ondersteund. De beheerder kan een virtuele printer verwijderen,
dupliceren of bewerken.
De beheerder geeft de taakinstellingen voor de virtuele printer op en kan een inslagsjabloon
toepassen op een virtuele printer als inslag wordt ondersteund. Inslaginstellingen krijgen
voorrang op de instellingen van de taakeigenschappen.
EEN VIRTUELE PRINTER CONFIGUREREN
1 Kies Virtuele printers in het menu Server van Command WorkStation.
2 Klik op Nieuw.
3 Geef de volgende instellingen op:
Naam virtuele printer: typ een alfanumerieke naam.
Opmerkingen: voeg commentaar toe om de virtuele printer te helpen definiëren voor de
gebruiker (bijvoorbeeld, “dubbelzijdige bedrijfsbrochure”).
Bezig met afdrukken: selecteer een van de standaardacties van de Fiery EXP50 die
beschikbaar zijn vanuit Command WorkStation, zoals Blokkeren, Verwerken en
blokkeren, Afdrukken, en Afdrukken en blokkeren.
Aangepaste taakeigenschappen gebruiken: selecteer deze optie om Taakeigenschappen te
openen en te kiezen.
Inslaginstellingen toepassen: selecteer deze optie om Inslaginstellingen te openen en te
kiezen.
Gebruiker toestaan instellingen te vervangen: geef op of de instellingen van de virtuele
printer voorrang hebben op de afdruktaakinstellingen, dan wel of de gebruiker de
instellingen van de virtuele printer kan negeren.
OPMERKING: Alleen gebruikers die toegang hebben tot printerstuurprogrammas waarin
Tw eerichtingscommunicatie is ingeschakeld, kunnen de taakinstellingen zien en negeren.
4 Klik op OK.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
43
VIRTUELE PRINTERS BEHEREN
1 Kies Server > Virtuele printers.
2 Selecteer een virtuele printer in de lijst en klik op Bewerken, Dupliceren of Verwijderen.
OPMERKING: Wanneer een virtuele printer is gemaakt, kan zijn naam niet meer worden
gewijzigd, hoewel de afdrukinstellingen wel kunnen worden gewijzigd.
Afdrukken naar een virtuele printer
Virtuele printers worden gepubliceerd op het netwerk. Volg de onderstaande procedure als u
wilt afdrukken naar een gepubliceerde virtuele printer:
AFDRUKKEN NAAR EEN VIRTUELE PRINTER
1 Klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of Mijn netwerklocaties en klik op
Computer zoeken of Zoeken naar computers.
2Typ de naam van de Fiery EXP50 die u zoekt en klik op Nu zoeken.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Fiery EXP50 niet kunt vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de Fiery EXP50 om gepubliceerde virtuele printers weer te geven.
4 Dubbelklik op de virtuele printer of klik met de rechtermuisknop en selecteer Connect
(Verbinding maken).
De virtuele printer wordt weergegeven in Instellingen > Printers en faxapparaten.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
44
Preflight
De preflight-functie voert een eenvoudige controle op veel voorkomende fouten uit om
ervoor te zorgen dat de taak met succes en met de verwachte kwaliteit wordt afgedrukt op het
gekozen afdrukapparaat.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar vanuit Command WorkStation op zowel Windows-
als Mac OS X-computers.
PREFLIGHT-CONTROLE UITVOEREN VOOR EEN TAAK
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in het venster Actieve taken en
kies Acties > Preflight.
2 Stel een kennisgevingsniveau in voor elke fout of gebruik de standaard Voorkeuze.
Zie “Preflight-controles instellen op pagina 45 en “Kennisgevingsniveaus instellen op
pagina 45 voor meer informatie.
3 Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan als een nieuwe voorkeuze als u ze later
opnieuw wilt gebruiken.
4 Klik op Preflight om de Preflight-controle uit te voeren.
5 Klik op Opslaan om het rapport op te slaan als PDF-bestand.
6 Klik op Rapport afdrukken om het rapport af te drukken.
Als u de Preflight-controle nogmaals wilt uitvoeren of de parameters van de Preflight-controle
wilt wijzigen, klikt u op Preflight opnieuw om terug te keren naar het dialoogvenster Preflight.
7 Klik op Sluiten om Preflight af te sluiten.
Ondersteunde bestandsindelingen voor Preflight
De volgende bestandsindelingen worden ondersteund voor Preflight:
•PostScript
•Adobe Acrobat PDF
EPS
PPML
VPS
VIPP
OPMERKING: TIFF- en PCL-bestanden worden niet ondersteund voor Preflight-controles.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
45
Preflight-controles instellen
U kunt de volgende Preflight-controles instellen:
Lettertypen: wanneer ze ontbreken en wanneer ze worden vervangen
Steunkleuren: wanneer ze ontbreken
Afbeeldingen met lage resolutie: wanneer de resolutie van een afbeelding lager is dan de
opgegeven dpi
VDP-hulpbronnen: wanneer geen bronnen worden gevonden
U kunt een Preflight-controle instellen voor afzonderlijke VDP-bronnen
Harlijnen: wanneer de lijnbreedte lager is dan de opgegeven puntgrootte
Overdruk: wanneer overdruk wordt gevonden
PostScript: wanneer een PostScript-fout wordt gevonden
Preflight beëindigen bij eerste fout: wanneer een fout wordt gevonden
Kennisgevingsniveaus instellen
Voor elke Preflight-categorie kunt u een kennisgevingsniveau opgeven:
Kritiek: markeert fouten met het pictogram Kritiek .
Waarschuwing: markeert fouten met het pictogram Waarschuwing .
Informatie: markeert fouten met het pictogram Informatie en geeft informatie.
Negeren: slaat de controle van de desbetreffende categorie over.
Een categorie zonder fouten wordt gemarkeerd met het pictogram In orde .
Taken opnieuw ordenen
De Fiery EXP50 verwerkt batches van geselecteerde taken en drukt deze af in de volgorde die
wordt bepaald door de positie van de taak in de wachtrij. Met de functie Taken opnieuw
ordenen kunt u de prioriteit bij het verwerken en afdrukken van taken sturen door de
volgorde in de takenwachtrij te wijzigen. Wanneer u taken naar voren verplaatst in de
wachtrij, krijgen deze taken een hogere prioriteit dan de overige taken op de Fiery EXP50.
Zo kunt u bijvoorbeeld de volgorde in de wachtrij wijzigen om taken met vergelijkbare
afdrukopties, zoals media- of ladeselecties, te groeperen. Als u de taken selecteert en de
opdracht Afdrukken toepast, worden batches van taken met vergelijkbare opties samen
afgedrukt.
U kunt alleen taken opnieuw ordenen als u zich als beheerder hebt aangemeld bij de
Fiery EXP50.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
46
TAKEN OPNIEUW ORDENEN
1 Kies Taken opnieuw ordenen in het menu Server.
Het dialoogvenster Taken opnieuw ordenen wordt weergegeven.
2 Klik op het tabblad voor het type taak dat u opnieuw wilt ordenen.
De Fiery EXP50 ondersteunt het opnieuw ordenen van taken met de status In wachtrij/
Geblokkeerd, taken met de status Verwerkt/Geblokkeerd en taken die wachten op
verwerking.
3 Selecteer de taak of taken die u opnieuw wilt ordenen.
Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere taken te selecteren. Houd Shift ingedrukt en klik
om een reeks taken te selecteren.
4Orden de geselecteerde taak of taken opnieuw.
U kunt de prioriteit van de taak verhogen of verlagen door op de knop Omhoog of Omlaag te
klikken. U kunt de taak of taken de hoogste of laagste prioriteit geven door op de knop
Bovenaan of Onderaan te klikken.
Taken boven aan de lijst hebben een hogere prioriteit dan taken onder aan de lijst.
5 Als u klaar bent met het definiëren van de volgorde, klikt u op Gereed.
1 De knop Bovenaan
2 De knop Omhoog
3 De knop Omlaag
4 De knop Onderaan
1
2
3
4
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
47
Onderbreken bij verkeerde combinatie
Onderbreken bij verkeerde combinatie blokkeert een taak wanneer het afdrukken niet kan
beginnen als gevolg van ontbrekende bronnen of een verkeerd kleurprofiel. Het afdrukken van
andere taken in de wachtrij naar de Fiery EXP50 gaat verder.
Een taak kan om de volgende redenen worden onderbroken:
•Opgegeven papiertype of -formaat niet beschikbaar
Afwerkingsoptie niet beschikbaar
De controle op ontbrekende bronnen wordt uitgevoerd vóór het afdrukken van de taak, niet
tijdens het afdrukken. Als er bronnen ontbreken, geeft de kolom Taakstatus in Command
WorkStation “Printing Suspended” (Afdrukken onderbroken) weer. Dubbelklik op de
onderbroken taak om een foutvenster weer te geven met alle details over de reden van de
onderbreking.
De volgende beperkingen gelden voor Onderbreken bij verkeerde combinatie:
•Onderbreken bij verkeerde combinatie moet worden ingeschakeld in Fiery EXP50
Serverinstellingen.
•De controle wordt uitgevoerd op de eerste pagina van elke taak.
•Voor versnelde afdruktaken wordt de controle Onderbreken bij verkeerde combinatie niet
uitgevoerd.
•De controle Onderbreken bij verkeerde combinatie wordt alleen uitgevoerd voor taken die
worden verzonden naar de afdruk- of de blokkeringswachtrij. Taken die naar de directe
verbinding worden verzonden, worden niet gecontroleerd.
De volgende acties zijn mogelijk wanneer een taak is onderbroken:
•Het venster Taakeigenschappen openen om de eigenschappen van de onderbroken taak te
bewerken.
Afdrukken selecteren in het menu Acties om de taak vrij te geven voor afdrukken. De
Fiery EXP50 controleert opnieuw op ontbrekende bronnen en onderbreekt de taak als er
nog steeds bronnen ontbreken.
•De onderbroken taak annuleren, waarna de taak een gewone geblokkeerde/verwerkte taak
wordt.
•De onderbroken taak verwijderen.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
48
Versneld afdrukken
Met de functie Versneld afdrukken kunt u een taak onmiddellijk afdrukken, waarbij alle
overige taken die momenteel worden afgedrukt, worden onderbroken. Nadat het versneld
afdrukken van een taak is voltooid, wordt het afdrukken van de onderbroken taken hervat.
EEN TAAK MARKEREN VOOR VERSNELD AFDRUKKEN
Selecteer een taak in het venster Actieve vensters en kies Direct afdrukken in het menu
Acties of klik met de rechtermuisknop op de taak en kies Versneld afdrukken in het menu dat
wordt weergegeven.
Afdrukken plannen
Met de functie Afdrukken plannen kunt u een specifieke datum en tijd instellen voor het
afdrukken van een taak. Deze functie is beschikbaar vanuit Command WorkStation op zowel
Windows- als MacOSX-computers.
U kunt instellingen voor het plannen van het afdrukken van een taak toewijzen vanuit de
volgende gebieden:
•Printerstuurprogramma (zie Afdrukopties)
•Dialoogvenster Taakeigenschappen in Command WorkStation Windows Edition (zie
Command WorkStation Help)
•Dialoogvenster Actieve taken in Command WorkStation, Windows Edition (zie de
volgende procedure)
Command WorkStation biedt u tevens de mogelijkheid te zoeken naar taken die zijn gepland
voor afdrukken.
In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u Afdrukken plannen opent vanuit
Command WorkStation, Windows Edition. Zie Afdrukken plannen op pagina 58 om
Afdrukken plannen te openen vanuit Command WorkStation, Macintosh Edition.
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER ACTIEVE TAKEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Afdrukken plannen in het menu
Acties.
2 Klik in het dialoogvenster dat wordt weergegeven op Afdruk plannen, geef de datum en tijd
op waarop u de taak wilt afdrukken en klik vervolgens op OK.
OPMERKING: Geef de geplande datum en tijd weer door informatie over het geplande
afdrukken toe te voegen in het venster Actieve taken. Raadpleeg Command WorkStation
Help voor informatie over het toevoegen van kolommen met informatie.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
49
GEPLANDE TAKEN ZOEKEN
Kies Geplande taken zoeken in het menu Bewerken.
De zoekresultaten worden weergegeven in een venster.
Volgende afdrukken
De functie Volgende afdrukken verplaatst de geselecteerde taak onmiddellijk naar de
afdrukwachtrij. Als op dat moment een andere taak wordt afgedrukt, wordt de geselecteerde
taak voor Volgende afdrukken onmiddellijk daarna afgedrukt.
Volgende verwerken
De functie Volgende verwerken verplaatst de geselecteerde taak onmiddellijk naar de
verwerkingswachtrij. Als op dat moment een andere taak wordt verwerkt, wordt de
geselecteerde taak voor Volgende verwerken onmiddellijk daarna verwerkt.
Tabbladen invoegen
De functie Tabbladen invoegen kan worden geopend vanuit Instellingen gemengde media en
stelt de gebruiker in staat direct tabbladen te maken en in te voegen in documenten. De
gebruiker kan tekst invoeren voor elk tabblad en de plaats van het tabblad in het document
opgeven.
Tabbladen invoegen wordt alleen ondersteund als de digitale pers het afdrukken van
tabbladen ondersteunt.
Zie pagina 29 voor informatie over het gebruik van de functie Tabbladen invoegen.
Quick Doc Merge
De functie Quick Doc Merge stelt u in staat meerdere bestanden of taken samen te voegen,
zodat ze als één taak kunnen worden afgedrukt op de Fiery EXP50.
De documenten moeten de indeling PostScript of PDF hebben om te kunnen worden
samengevoegd tot één taak in Quick Doc Merge. Wanneer documenten worden
samengevoegd tot één taak op de Fiery EXP50, krijgt de taak de indeling PDF.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
50
QUICK DOC MERGE GEBRUIKEN
1U kunt Quick Doc Merge openen door een taak te selecteren in het venster Actieve taken en
met de rechtermuisknop te klikken of Quick Doc Merge te kiezen in het menu Acties.
De geselecteerde taak wordt weergegeven.
U kunt ook Bestand> Importeren> Quick Doc Merge importeren kiezen.
Er worden geen geselecteerde taken weergegeven.
2 Klik op Toevoegen vanuit Netwerken om te bladeren naar de te importeren PostScript- of PDF-
bestanden en ze te selecteren.
Klik op Toevoegen vanuit Fiery om een lijst weer te geven van alle PostScript- en PDF-
bestanden in de blokkeringswachtrij op de Fiery EXP50.
3Wanneer de taken die u hebt geselecteerd worden weergegeven, klikt u op Omhoog of Omlaag
om de volgorde waarin ze worden samengevoegd te wijzigen. Klik op Verwijderen om een taak
te verwijderen.
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
51
4 Kies of “Taakeigenschappen toepassen op elk document afzonderlijk” moet worden
geselecteerd.
De onderstaande tabel beschrijft de effecten van deze optie op de toepasselijke instellingen:
5Typ een naam voor het samengevoegde document in het veld “QDM-taak opslaan als”.
6 Klik op Opslaan.
De taak wordt gemaakt en weergegeven in het venster Actieve taken.
Microsoft Office-filters voor Hot Folders
Met de functie Microsoft Office-filters voor Hot Folders kunt u bepaalde MS Office-
bestandsindelingen converteren naar PostScript. De bestandsconversie vindt plaats op uw
computer in Hot Folders, waar de Fiery EXP50-hulpmiddelen worden opgeslagen. U kunt
bestanden direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het programma te starten waarin
die zijn gemaakt.
De Microsoft Office-filters hebben geen opties die u kunt configureren; u moet echter wel de
volgende versies van elke toepassing hebben en een PostScript-printer of Acrobat Distiller
geïnstalleerd hebben om de bestanden naar PostScript-bestanden te kunnen converteren.
•Microsoft Excel 2000
•Microsoft Publisher 2002
•Microsoft PowerPoint 2000
•Microsoft Word 2000
Instelling “Taakeigenschappen toepassen op
elk document afzonderlijk”
geselecteerd
“Taakeigenschappen toepassen op
elk document afzonderlijk” niet
geselecteerd
Taakeigenschappen Afzonderlijk toegepast op elk
samengevoegd document
Toegepast op de samengevoegde taak
als één taak
Instellingen
gemengde media
Op dezelfde manier toegepast op elk
document in de samengevoegde taak
Toegepast op de absolute paginatelling
van de samengevoegde taak
Inslag Elk document wordt behandeld als een
afzonderlijk record van een VDP-taak
Het samengevoegde document wordt
behandeld als één record van een
VDP-taak
Dubbelzijdig
afdrukken
Elk document wordt behandeld als een
hoofdstukbegin
Geen hoofdstukbegin toegepast
PRODUCTIE-AFDRUKPAKKET
52
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder
Eerst geeft u de filterinstellingen en opties voor uw Hot Folder op; vervolgens sleept u de
gewenste bestandsindelingen naar uw Hot Folder en zet u ze daar neer om de conversie te
starten.
Open het dialoogvenster Filterinstellingen onder het dialoogvenster Mapeigenschappen.
EEN FILTERINSTELLING SELECTEREN
1 Selecteer in het Hot Folders Configuratiescherm de optie Hot Folder en klik op
Eigenschappen.
2 Selecteer Filterinstellingen en klik op Definiëren.
Het dialoogvenster Filterinstellingen wordt geopend. Hier kunt u het filter selecteren.
Voor Windows hebben de filters een kleurcode. Exclusieve filters zijn blauw en niet-exclusieve
filters zijn zwart.
Als u een exclusieve filter selecteert, kunt u geen andere filter selecteren. Microsoft Office-
filters zijn niet-exclusieve filters. U kunt er dus zoveel selecteren als u wilt.
3U kunt alle PostScript-bestanden automatisch converteren naar PDF door PS converteren naar
PDF en een taakoptie te selecteren in de keuzelijst Distiller-profiel in het deelvenster
PostScript->PDF Normalizer.
4 Klik op OK.
Zie Hot Folders voor meer informatie over Hot Folders.
Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over filters voor Hot Folders.
Zie Hot Folders Help voor informatie over het gebruik van de Hot Folders-toepassing.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
53
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
Met Command WorkStation, Macintosh Edition kunnen operators van de Fiery EXP50, of
gebruikers met operator- of beheerdersrechten, de werkstroom voor afdruktaken op de
Fiery EXP50 controleren en beheren.
Met Command WorkStation, Macintosh Edition kunt u het volgende doen:
•De status van afdruktaken op de Fiery EXP50 bekijken.
•Taken blokkeren, verwerken en afdrukken.
•Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties.
•Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak.
•Paginas van een taak in een andere volgorde plaatsen en paginas van verschillende taken
met elkaar combineren.
•FreeForm-hoofdbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele
gegevens.
•Taakbestanden archiveren.
•Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken.
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Macintosh Edition op een Mac OS X-computer met een
netwerkverbinding naar de Fiery EXP50. Zie Welkom voor een volledig overzicht van de
systeemvereisten.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven in “Installatie voorbereiden op Mac OS-
computers op pagina 11.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer op pagina 15 voor de
installatie van Command WorkStation, Macintosh Edition.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
54
Configureren van de verbinding met de Fiery EXP50
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Fiery EXP50 te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Fiery EXP50-server of netwerk,
zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de Fiery EXP50
wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding aanpast.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken
in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP50 al is geregistreerd op een Domain Name
Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw netwerksysteem voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION CONFIGUREREN
1 Kies Ga: Programma’s en open de map CWS Macintosh Edition op de vaste schijf van de Mac OS
X-computer. Dubbelklik op het pictogram CWS Macintosh Edition om de toepassing te starten.
Het dialoogvenster Beschikbare Servers wordt weergegeven. In dit venster staan alle servers die
zijn gevonden in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
55
2 Als geen Fiery EXP50-servers zijn gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om te zoeken
op DNS-naam of IP-adres. Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen om de server
toe te voegen aan de lijst Beschikbare servers.
3 Klik op het tabblad Automatisch zoeken en klik vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op
een bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
4 Selecteer de Fiery EXP50-server die u wilt gebruiken en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Fiery EXP50-server wordt weergegeven in de serverlijst.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
56
5 Klik op de sleutel links van de servernaam.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
6 Selecteer beheerder, operator of gastgebruiker en typ rechts van de sleutel indien nodig het
juiste wachtwoord.
7 Klik op Aanmelden.
Er wordt een verbinding tot stand gebracht tussen uw computer en de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP50.
Als u de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP50 wilt wijzigen, moet u
de server verwijderen uit de lijst in het venster Serverlijst en de procedure voor het
configureren van de verbinding uitvoeren.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
57
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gebruiken
voor het controleren en beheren van taken op de Fiery EXP50.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de functies van Command
WorkStation kunt u vinden in Command WorkStation Help. Extra functies worden
beschreven in de secties die beginnen op pagina 58.
DE COMMAND WORKSTATION HELP OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Fiery EXP50 in de serverlijst en meld u aan bij de server.
Nadere informatie over het standaardbeheerderswachtwoord voor de Fiery EXP50 kunt u
vinden in Configuratie en instellingen.
2 Kies Help in het menu CWS Mac OS.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
58
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in de Command WorkStation Help.
Afdrukken plannen
Met de functie Afdrukken plannen kunt u een specifieke datum en tijd instellen voor het
afdrukken van een taak. U kunt instellingen voor het plannen van het afdrukken van een taak
toewijzen vanuit de volgende gebieden:
•Dialoogvenster Taakeigenschappen in Command WorkStation, Macintosh Edition (zie
Command WorkStation Help en de volgende procedures)
•Dialoogvenster Actieve taken in Command WorkStation, Macintosh Edition (zie de
volgende procedures)
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER ACTIEVE TAKEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Afdrukken plannen in het menu
Acties.
2 Geef de datum en tijd op waarop u de taak wilt afdrukken en klik op OK.
EEN TAAK PLANNEN VOOR AFDRUKKEN VANUIT HET VENSTER TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties.
2Vergroot het tabblad Taak.
3 Klik op het tekstveld rechts van Afdrukken plannen, geef de datum en tijd op waarop u de
taak wilt afdrukken en klik op OK.
OPMERKING: Geef de geplande datum en tijd weer door informatie over het geplande
afdrukken toe te voegen in het venster Actieve taken. Raadpleeg Command WorkStation
Help voor informatie over het toevoegen van kolommen met informatie.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
59
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg Command WorkStation Help
voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Fiery EXP50
Als u geen verbinding kunt maken met de Fiery EXP50, of als u de Fiery EXP50 niet kunt
vinden vanaf uw computer, moet de netwerkbeheerder mogelijk de netwerkverbindingen
nakijken en repareren of de instellingen controleren op de servers die u gebruikt voor het
afdrukken. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de Fiery EXP50 opnieuw te
configureren.
Als bijvoorbeeld objecten in uw Novell-netwerkomgeving zijn verwijderd of hernoemd, of als
er accounts of rechten zijn gewijzigd, moet de beheerder van de Fiery EXP50 mogelijk
instellingen aanpassen of nieuwe instellingen opgeven in IPX (Novell) Setup om deze in
overeenstemming te brengen met de nieuwe configuratie.
Als u verbinding kunt maken met de Fiery EXP50 via een andere toepassing, moet u mogelijk
de verbinding van Command WorkStation met de Fiery EXP50 opnieuw configureren (zie
pagina 54).
Als u de Fiery EXP50 hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt
ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, probeert u een testpagina af te
drukken.
Als u wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken
vanaf een externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding te
controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en u de testpagina niet kunt afdrukken, kijkt u op het
bedieningspaneel van de digitale pers.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
60
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation
niet reageert.
ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van of Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken
worden weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren,
een opdracht met de Ctrl-toets gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Fiery EXP50 offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN
1 Druk op Command-Option-Escape en gebruik het dialoogvenster Programma’s geforceerd
verlaten om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Fiery EXP50 los, sluit de kabel weer aan en probeer
vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Fiery EXP50 opnieuw starten.
DOWNLOADER
61
DOWNLOADER
Downloader stelt u in staat taakbestanden en lettertypen over te brengen van uw computer
naar de Fiery EXP50. Met Downloader kunt u het volgende doen:
•De afdrukstatus van de Fiery EXP50 controleren.
Lettertypen beheren op de vaste schijf van de Fiery EXP50.
•De volgende bestandtypen rechtstreeks naar de Fiery EXP50 sturen om te worden
afgedrukt zonder de toepassing waarin zij zijn gemaakt hoeft te worden geopend:
–PostScript (PS)
–Encapsulated PostScript (EPS)
–Creo Variable Print Specification (VPS)
–Tagged Image File Format (TIFF)
–Portable Document Format (PDF)
Downloader installeren
Als u Downloader wilt installeren en gebruiken, moet u over een Windows-computer met een
netwerkverbinding beschikken. Zie Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de
systeemvereisten.
OPMERKING: Downloader wordt niet ondersteund op Mac OS X.
De installatieprogrammas voor Downloader zijn te vinden op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op paginas 10 en 11.
Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van Downloader op een Windows-computer.
De verbinding met de Fiery EXP50 configureren
De eerste keer dat u Downloader start, moet u de verbinding met de Fiery EXP50
configureren.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP50.
DOWNLOADER
62
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken
in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP50 al is geregistreerd op een Domain Name
Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw netwerksysteem voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR DOWNLOADER CONFIGUREREN
1 Start Downloader.
2 Als het dialoogvenster Geen Fiery’s geconfigureerd verschijnt, klikt u op OK. Als het
dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen.
3Voer de juiste gegevens in voor de Fiery EXP50.
Bijnaam:
Typ een naam voor de Fiery EXP50. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de
servernaam van de Fiery EXP50.
OPMERKING: De bijnaam mag niet de volgende tekens bevatten:
[ ] _ " ’ <spatie> <tab>
Protocol: Kies in de vervolgkeuzelijst het netwerktypeprotocol dat u gebruikt.
Servernaam: Typ het IP-adres (of de DNS-naam) van de Fiery EXP50.
Nieuw apparaat: Typ de naam van het apparaat waarmee de Fiery EXP50 is verbonden:
DC5000.
OPMERKING: De apparaatnaam is hoofdlettergevoelig: dit betekent dat u DC5000 precies moet
typen zoals weergegeven.
DOWNLOADER
63
4 Klik op Toevoegen als u alle informatie hebt ingevoerd.
5 Klik op OK terwijl de apparaatnaam (DC5000) is geselecteerd in de apparatenlijst.
De Fiery EXP50 wordt weergegeven in de lijst met beschikbare servers. Op de eerste regel ziet
u de bijnaam die u de server hebt gegeven, gevolgd door het gekozen protocol. De tweede
regel bevat de apparaatnaam.
6 Klik op OK terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst met beschikbare servers. U
kunt de software nu gebruiken.
Werk de configuratie bij na elke wijziging in uw Fiery EXP50-server of netwerk, zoals een
verandering in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de Fiery EXP50
wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding aanpast.
DE CONFIGURATIE WIJZIGEN
1 Als u informatie wilt bewerken voor een Fiery EXP50 in de lijst met beschikbare servers,
selecteert u de Fiery EXP50 door middel van de bijnaam en klikt u op Wijzigen.
2Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Serverinstellingen aanpassen en
klik op OK.
3 Als u een nieuwe Fiery EXP50 wilt toevoegen aan de lijst met beschikbare servers, klikt u op
Toevoegen. Vul het dialoogvenster Nieuwe server toevoegen in, zoals uitgelegd in stappen 3
tot 5 in de vorige procedure.
4 Als u een Fiery EXP50 wilt verwijderen, selecteert u de Fiery EXP50 aan de hand van de
bijnaam en klikt u op
Verwijderen.
OPMERKING: De bijnaam kan niet worden gewijzigd.
1 Apparaatnaam van de
Fiery EXP50 (DC5000)
1
DOWNLOADER
64
Downloader gebruiken
Afdrukstatus weergeven
Volg de onderstaande procedure om de afdrukstatus van de Fiery EXP50 te controleren.
AFDRUKSTATUS WEERGEVEN MET DOWNLOADER
1 Dubbelklik op het pictogram Fiery Downloader of kies Fiery Downloader via
Start> Programma’s> Fiery-menu.
2 Selecteer de Fiery EXP50 in de Kiezer en klik op OK.
Het statusvenster van Fiery Downloader wordt geopend. Hierin ziet u de werkbalk, de menus
en de statusbalk van Fiery Downloader.
1 Hier ziet u de status van de
server, de naam van de
gebruiker die de taak heeft
verzonden en de naam van
het document dat momenteel
wordt afgedrukt
2 Hier ziet u de status van de
verwerking, de naam van de
gebruiker die de taak heeft
verzonden en de naam van
het document dat momenteel
wordt verwerkt
3 Hier ziet u een
voortgangsbalk waarin de
voortgang van de taak
dynamisch wordt
weergegeven
4 Hier ziet u de hoeveelheid
beschikbare schijfruimte
1
2
3
4
DOWNLOADER
65
Op de werkbalk boven aan het venster staan knoppen voor een aantal menufuncties.
3 Als u lettertypegegevens in het venster wilt bekijken, klikt u op de knop Lettertypenlijst of
kiest u Lettertypenlijst in het menu Bestand.
4 Als u een andere Fiery EXP50 wilt selecteren, kiest u Openen in het menu Bestand of klikt u
op de knop Openen.
5 Selecteer de Fiery EXP50 in de dialoogvenster dat wordt geopend en klik op OK.
6 Kies Sluiten in het menu Bestand om het statusvenster te sluiten. Als u Downloader wilt
afsluiten, kiest u Afsluiten.
Openen Klik hierop om verbinding te maken met een andere
Fiery EXP50.
Downloaden Klik hierop om een bestand of lettertype te downloaden
naar de Fiery EXP50.
Status Als u de lettertypenlijst bekijkt, klikt u hierop om het
statusvenster voor de huidige Fiery EXP50 weer te geven.
Lettertypenlijst Als u het statusvenster bekijkt, klikt u hierop om een lijst
met printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery EXP50
weer te geven.
Info over Fiery
Downloader (alleen
Windows)
Klik hierop om versie-informatie over Downloader te
bekijken.
DOWNLOADER
66
Bestanden en printerlettertypen downloaden
U kunt verschillende bestandtypen en lettertypen downloaden naar de Fiery EXP50. U kunt
een beperkt aantal afdrukopties instellen voor de bestanden die u downloadt.
BESTANDEN OF LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET DOWNLOADER
1 Genereer een bestand.
U kunt een PostScript- of PDF-bestand opslaan door de desbetreffende optie in het
dialoogvenster voor afdrukken van de toepassing te selecteren. In sommige toepassingen kunt
u bestanden ook als TIFF- of EPS-bestand opslaan.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Downloader, kunt u
het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt.
2 Start Downloader.
3 Kies Downloaden in het menu Bestand of klik op de knop Downloaden.
4 Kies het bestandstype dat moet worden weergegeven in de lijst Bestandstypen.
Wanneer u Alle bekende indelingen kiest, worden alle bestandstypen weergegeven die door
Downloader worden ondersteund.
OPMERKING: Kies Alle bestanden voor TIFF-bestanden.
U kunt bestanden en lettertypen in één bewerking downloaden. Als de lettertypen worden
gebruikt door bestanden in dezelfde groep, worden de lettertypen als eerste gedownload.
DOWNLOADER
67
5 Kies het Verbindingstype waarnaar u de bestanden wilt downloaden.
De opties in dit menu zijn afhankelijk van de instellingen op uw locatie. De mogelijke
selecties zijn Afdrukwachtrij, Blokkeringswachtrij en Directe verbinding. U kunt alleen de
verbindingen selecteren die door de systeembeheerder zijn ingeschakeld.
U kunt via de directe verbinding geen PDF- of TIFF-bestanden afdrukken. Als u de directe
verbinding kiest, wordt de taak in de afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens afgedrukt. Als de
afdrukwachtrij niet is ingeschakeld, wordt de taak in de blokkeringswachtrij geplaatst. Daarna
moet de operator de taak vrijgeven voor afdrukken.
OPMERKING: Als u lettertypen wilt downloaden, moet u de directe verbinding gebruiken (zorg
ervoor dat de directe verbinding is gepubliceerd op de Fiery EXP50). Als u geen toegang hebt
tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt, in
het bestand insluiten.
6 Selecteer de bestandsnaam en klik op Bestand(en) toevoegen (Windows).
In het veld Bestandsnaam wordt de naam van het geselecteerde bestand weergegeven voordat
u op Toevoegen klikt.
U kunt bladeren naar diverse stations en mappen om de bestanden te selecteren die u wilt
downloaden.
U kunt meerdere opeenvolgende bestanden selecteren door het eerste bestand te selecteren en
vervolgens Shift ingedrukt te houden en op het laatste bestand te klikken. Wanneer u de
Ctrl-toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeenvolgende bestanden om
deze te selecteren.
Als u besluit een geselecteerd bestand niet te downloaden, selecteert u het bestand in de lijst
Deze bestanden downloaden en klikt u op Bestand(en) verwijderen.
7 Als u de kenmerken van een te downloaden bestand wilt wijzigen, selecteert u het bestand en
klikt u op Opties.
1 Dialoogvenster PostScript-
opties
2 Dialoogvenster PDF-opties
1
2
DOWNLOADER
68
8Voer in het dialoogvenster de volgende gegevens in en klik op OK.
De opties die u opgeeft, zijn uitsluitend van toepassing op het geselecteerde bestand. U kunt
voor elk bestand verschillende opties instellen of de standaardwaarden accepteren.
Aantal: Geef het aantal exemplaren op.
Helderheid (alleen PostScript- en EPS-bestanden): Wijzig de helderheid als een bestand er te
licht of te donker uitziet. Kies 85% voor een aanzienlijk lichtere afbeelding, 115% voor een
aanzienlijk donkerdere afbeelding of een tussenliggend percentage voor een andere
helderheid.
OPMERKING: In sommige toepassingen, waaronder Adobe Photoshop, kunt u
overdrachtsfuncties gebruiken waarbij u de dichtheid voor een afbeelding kunt instellen. Als
er in het bestand dat u wilt afdrukken ook overdrachtfuncties zijn gebruikt, heeft de optie
Helderheid in Fiery Downloader geen effect. Raadpleeg de documentatie bij de
desbetreffende toepassing voor meer informatie over het gebruik van overdrachtsfuncties.
‘showpage’ na EPS-bestanden (Windows) (alleen PostScript- en EPS-bestanden): In de meeste
gevallen hoeft u deze optie niet te gebruiken. Selecteer de optie ‘showpage’ alleen als een EPS-
bestand zonder deze optie niet kan worden afgedrukt. Met deze optie wordt een PostScript-
opdracht ‘showpage’ toegevoegd aan het einde van de afdruktaak. Door sommige
toepassingen wordt deze noodzakelijke PostScript-opdracht weggelaten bij het genereren van
EPS-bestanden. Selecteer deze optie bij het afdrukken van EPS-bestanden die zijn gegenereerd
door dergelijke toepassingen. Als u deze optie selecteert zonder dat dit nodig is, kunnen er
extra lege paginas worden afgedrukt.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Downloader, kunt u
het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt.
Paginabereik (alleen PDF-bestanden): Geef het paginabereik op dat u wilt afdrukken.
9 Klik op Bestand(en) downloaden.
10 Als u het downloaden wilt annuleren, drukt u op de toets Esc.
DOWNLOADER
69
EEN BACK-UP VAN EEN LETTERTYPE MAKEN
1 Start Downloader.
2 Kies Reservekopie van lettertypen maken in het menu Bestand.
3Voer het beheerderswachtwoord in voor de Fiery EXP50.
4 Ga naar de locatie waar u de lettertypen wilt opslaan.
5 Maak een nieuwe map door op Maken.
6 Klik op OK.
Het back-upbestand voor de lettertypen wordt opgeslagen.
LETTERTYPEN HERSTELLEN
1 Start Downloader.
2 Kies Lettertypen terugzetten in het menu Bestand.
3 Open het back-upbestand voor de lettertypen op de locatie waar het is opgeslagen en klik
vervolgens op OK.
Alle lettertypen van de gebruiker worden nu vervangen op de Fiery EXP50.
DOWNLOADER
70
Printerlettertypen beheren
De Fiery EXP50 beschikt over 136 PostScript-lettertypen. Bovendien zijn er twee Adobe
Multiple Master-lettertypen die worden gebruikt voor lettertypevervanging in PDF-
bestanden.
Geef de lettertypenlijst weer (zie pagina 71) voor een complete lijst van lettertypen.
Wanneer u een bestand gaat downloaden met lettertypen die niet resident zijn in de
Fiery EXP50, moet u eerst de lettertypen downloaden (tenzij de lettertypen zijn ingesloten in
het bestand). Als u wilt zien welke lettertypen resident zijn op de Fiery EXP50, kiest u
Lettertypenlijst in het menu Bestand of klikt u op de knop Lettertypenlijst (zie pagina 65).
Lettertypen kunt u alleen downloaden via de directe verbinding. Als u geen toegang hebt tot
de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt, in het
bestand insluiten.
De schermlettertypen die horen bij de printerlettertypen van de Fiery EXP50 worden niet
automatisch geïnstalleerd op uw Windows-systeem.
Downloader kan geen TrueType-lettertypen downloaden. Als u in Windows TrueType-
lettertypen wilt gebruiken, moet u ze converteren naar Adobe Type 1-lettertypen voordat u
gaat afdrukken. In Windows 2000/XP/Server 2003 klikt u op het tabblad Postscript van het
dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de Fiery EXP50 en selecteert u
Instellingen TrueType-lettertypen>Downloaden als laadbaar lettertype.
U kunt de instellingen voor de lettertypen in het printerstuurprogramma aanpassen aan uw
behoeften. Raadpleeg het Help-menu van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Printerlettertypen downloaden naar de Fiery EXP50
Als u regelmatig lettertypen van Windows-toepassingen gebruikt die niet zijn geïnstalleerd op
de Fiery EXP50, kunt u tijd besparen door ze met Downloader te kopiëren naar de vaste schijf
van de Fiery EXP50. Lettertypen die u op deze manier laadt naar de vaste schijf van de
Fiery EXP50, blijven geïnstalleerd totdat u ze verwijdert met Downloader, hoe vaak de
Fiery EXP50 ook wordt in- en uitgeschakeld. Het is wellicht raadzaam om lettertypen die u
vaak gebruikt naar de vaste schijf van de Fiery EXP50 te downloaden.
Voordat u PostScript-, TIFF- of EPS-bestanden met Downloader downloadt, moeten alle
lettertypen die in het bestand worden gebruikt, zijn geïnstalleerd op de Fiery EXP50 of zijn
ingesloten in uw bestand. Als dit niet zo is, wordt de tekst niet correct of zelfs helemaal niet
afgedrukt. Bij PDF-bestanden worden lettertypen die niet zijn geïnstalleerd op de
Fiery EXP50 automatisch vervangen. Op de Fiery EXP50 zijn twee Multiple Master-
lettertypen (één met schreef en één schreefloos) opgeslagen. Deze lettertypen worden
uitsluitend gebruikt voor de vervanging van lettertypen in PDF-bestanden.
DOWNLOADER
71
LETTERTYPEGEGEVENS WEERGEVEN EN LETTERTYPEN BIJWERKEN, AFDRUKKEN EN VERWIJDEREN
Kies Lettertypenlijst in het menu Bestand of klik op de knop Lettertypenlijst.
Als de directe verbinding niet is gepubliceerd, is het niet mogelijk de lijst met lettertypen te
bekijken of andere stappen uit te voeren die in deze procedure worden beschreven. Zie
Configuratie en instellingen voor meer informatie over het publiceren van de directe
verbinding, of neem contact op met de beheerder.
Het venster Lettertypenlijst bevat de knoppen Toevoegen, Afdrukken en Verwijderen. De
printerlettertypen die bij de Fiery EXP50 worden geleverd, zijn vergrendeld. De namen van
deze vergrendelde lettertypen zijn gemarkeerd met een slotpictogram en kunnen niet worden
verwijderd.
1 Klik hierop om de gegevens in
het venster Lettertypenlijst
bij te werken
2 Klik hierop om de
lettertypenlijst af te drukken
naar de Afdrukwachtrij
3 Selecteer een lettertype en
klik hierop om het lettertype
te verwijderen
4 Slotpictogram
1 2 3
4
HOT FOLDERS
72
HOT FOLDERS
Hot Folders is een hulpprogramma dat u in staat stelt veelgebruikte afdrukopties bij het
afdrukken van PostScript- en PDF-bestanden op de Fiery EXP50 op te slaan en opnieuw te
gebruiken. Met Hot Folders kunt u het volgende doen:
•Speciale mappen (hot folders) maken waarmee specifieke afdrukinstellingen en
afdrukwachtrijen worden toegewezen aan taken.
•Taken afdrukken op de Fiery EXP50 door ze te slepen en neer te zetten op hot folders op
het bureaublad van uw computer.
•De status van taken controleren die naar hot folders zijn verzonden.
Hot Folders installeren
Als u Hot Folders wilt installeren en gebruiken, moet u over een Windows-computer met een
netwerkverbinding beschikken. Zie Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de
systeemvereisten.
Als u Hot Folders wilt gebruiken vanaf een Mac OS-computer, vraagt u de netwerkbeheerder
Hot Folders te delen vanaf een Windows 2000- of Windows XP-server. Hot Folders is alleen
beschikbaar op Mac OS X.
Het installatieprogramma voor Hot Folders staat op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven in “Installatie voorbereiden op Windows-
computers op pagina 10.
Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van Hot Folders op een Windows-computer. Zie “Gebruikerssoftware installeren op
een Mac OS-computer op pagina 15 voor de installatie van Hot Folders op een Mac OS-
computer.
HOT FOLDERS
73
Hot Folders gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Hot Folders
kunt u vinden in de Hot Folders Help.
Als het Graphic Arts Package, Premium Edition is geïnstalleerd en ingeschakeld op de
Fiery EXP50, kunt u aanvullende bestandsindelingsfilters gebruiken in combinatie met Hot
Folders. Zie Graphic Arts Package voor meer informatie over deze bestandsindelingsfilters.
DE HOT FOLDERS HELP OPENEN
1 Start Hot Folders.
2 Kies Help > EFI Hot Folders Help.
VDP RESOURCE MANAGER
74
VDP RESOURCE MANAGER
Met VDP Resource Manager kunt u het volgende doen:
•Zoeken naar globale objecten die worden gebruikt bij het afdrukken van variabele
gegevens.
•Globale objecten verwijderen die worden gebruikt bij het afdrukken van variabele
gegevens.
VDP Resource Manager installeren
Als u VDP Resource Manager wilt installeren en gebruiken, moet u over een Windows- of
Mac OS-computer beschikken. Zie Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de
systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor VDP Resource Manager is te vinden op de dvd met
gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven in “Installatie voorbereiden op Windows-
computers op pagina 10 en “Installatie voorbereiden op Mac OS-computers op pagina 11.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 13 voor de
installatie van VDP Resource Manager op een Windows-computer. Zie “Gebruikerssoftware
installeren op een Mac OS-computer op pagina 15 voor de installatie van VDP Resource
Manager op een Mac OS-computer.
VDP RESOURCE MANAGER
75
De verbinding met de Fiery EXP50 configureren
De eerste keer dat u VDP Resource Manager start, moet u de verbinding met de Fiery EXP50
configureren.
VOORDAT U BEGINT
Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Fiery EXP50.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Fiery EXP50. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken
in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Fiery EXP50 al is geregistreerd op een Domain Name
Server (DNS) op het netwerk. Raadpleeg de documentatie van uw netwerksysteem voor meer
informatie.
DE VERBINDING VOOR FIERY VDP RESOURCE MANAGER CONFIGUREREN
1 Klik op Start, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP-bronbeheer in de map Fiery.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle Fiery EXP50-servers weergegeven die
zijn gevonden in het lokale subnetwerk.
VDP RESOURCE MANAGER
76
2 Als u een server wilt zoeken op basis van zijn IP-adres, klikt u op het tabblad Handmatig,
typt u het IP-adres en klikt u vervolgens op Toevoegen.
De server wordt weergegeven in het dialoogvenster Beschikbare Servers.
3 Als u de Fiery EXP50 wilt zoeken op een bereik van IP-adressen of op het IP-adres en
subnetmasker, klikt u op het tabblad Automatisch zoeken en daarna op Geavanceerd.
4 Klik op het tabblad IP-bereik of het tabblad Subnet.
5 Als u op een bereik van IP-adressen wilt zoeken, typt u de informatie in het veld Van IP en
Naar IP. Klik vervolgens op Toevoegen en daarna op Zoeken.
Als u op een IP-adres en subnetmasker wilt zoeken, typt u de informatie in de velden Van IP
en Subnet. Klik vervolgens op Toevoegen en daarna op Zoeken.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in het dialoogvenster Beschikbare servers.
6 Selecteer de gewenste servers en klik op Toevoegen.
Alle verbonden servers worden weergegeven in de lijst Fiery-servers in het dialoogvenster Fiery
VDP-bronbeheer.
VDP RESOURCE MANAGER
77
DE CONFIGURATIE VOOR FIERY VDP RESOURCE MANAGER WIJZIGEN
1 Klik op Start, wijs Programma’s aan en klik op Fiery VDP-bronbeheer in de map Fiery.
Alle servers waarmee u eerder verbinding hebt gehad, worden weergegeven.
2 Als u een server wilt verwijderen, selecteert u de server die u wilt verwijderen en kiest u
Verbinding verbreken in het menu Server.
3 Als u een server wilt toevoegen, kiest u Verbinding maken in het menu Server en volgt u de
procedure “De verbinding voor Fiery VDP Resource Manager configureren” op pagina 75.
VDP Resource Manager gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van VDP Resource Manager kunt u
vinden in de Help bij VDP Resource Manager.
VDP RESOURCE MANAGER HELP OPENEN
1 Start VDP Resource Manager.
2 Kies Help > Fiery VDP Resource Manager Help.
WEBTOOLS
78
WEBTOOLS
WebTools stelt u in staat uw Fiery EXP50 op afstand te beheren via het Internet of uw
bedrijfsintranet. Vanaf de home page van Fiery EXP50 kunt u een keuze maken uit de
volgende WebTools:
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de
Fiery EXP50.
Configure stelt de beheerder van de Fiery EXP50 in staat op afstand instellingsopties te
bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer.
Afdrukken stelt externe gebruikers in staat PostScript-, EPS-, PDF-, TIFF- en ASCII-
bestanden rechtstreeks naar de Fiery EXP50 te downloaden.
Downloads stelt externe gebruikers in staat installatieprogrammas (voor
printerstuurprogrammas, PPD’s en andere printerbestanden) rechtstreeks te downloaden
van de Fiery EXP50.
WebTools instellen
WebTools bevindt zich op de vaste schijf van de Fiery EXP50 en vereist geen speciale
installatie. WebTools moet echter wel in eerste instantie worden ingesteld door de beheerder
van de Fiery EXP50.
Voordat netwerkgebruikers toegang kunnen krijgen tot WebTools en deze kunnen gebruiken,
moet de beheerder specifieke opties instellen in Netwerkinstellingen en Printerinstellingen.
Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie over deze specifieke instellingen.
De beheerder moet ook de computers van alle gebruikers voorbereiden voor communicatie
met de Fiery EXP50 via Internet of intranet.
WEBTOOLS
79
CLIENTCOMPUTERS INSTELLEN VOOR GEBRUIK VAN WEBTOOLS
1 Schakel het TCP/IP-netwerkprotocol in.
2 Controleer of het werkstation een geldig, uniek IP-adres heeft.
3Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde Internetbrowser is geïnstalleerd.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers.
4 Controleer of Java is geactiveerd in uw Internetbrowser.
Controleer bovendien of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven
in “Installatie voorbereiden op Windows-computers op pagina 10.
OPMERKING: Als de clientcomputer onder Windows XP met Service Pack 2 (SP2) draait, is
Pop-upblokkering standaard ingeschakeld. Wanneer deze functie ingeschakeld is, ziet u een
waarschuwing wanneer u WebTools opent en wordt de toegang tot WebTools u ontzegd. Ga
als volgt te werk om toegang te krijgen:
•Wijzig de instelling van Pop-upblokkering door op de waarschuwing te klikken en een van
de selecties te kiezen die verschijnen, of,
Schakel Pop-upblokkering in Internet Explorer uit via het menu Extra of in Internet-
opties.
Raadpleeg de Help van Internet Explorer of de documentatie van uw Microsoft Windows-
systeem voor meer informatie.
De home page van WebTools openen
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Zie Welkom voor complete
informatie over browser- en systeemvereisten.
DE HOME PAGE VAN WEBTOOLS OPENEN
1 Start uw Internet-browser.
2Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP50.
De home page van Fiery EXP50 wordt weergegeven.
Als de home page voor de digitale pers wordt weergegeven in plaats van de pagina WebTools,
klikt u op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
3 Klik op de koppeling voor het WebTool dat u wilt gebruiken.
WEBTOOLS
80
WebTools gebruiken
In de volgende secties wordt beschreven hoe u WebTools kunt gebruiken.
Begin
Begin biedt u de mogelijkheid taken te bekijken die momenteel worden verwerkt en afgedrukt
op de Fiery EXP50. De afdruk- en verwerkingsinformatie wordt elke 30 seconden bijgewerkt.
Het venster Begin wordt automatisch gesloten als u naar een andere bestemming gaat met uw
browser. Zo lang u het venster Begin openhoudt, wordt dit op dynamisch wijze elke 30
seconden bijgewerkt.
Raadpleeg Help in Begin voor volledige instructies over het gebruik van Begin.
Configure
Configure stelt de beheerder van de Fiery EXP50 in staat op afstand instellingsopties te
bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. Zie Configuratie en instellingen voor
complete informatie over het gebruik van Configure.
Controleer, voordat u Configure gaat gebruiken, of u de procedure hebt uitgevoerd die wordt
beschreven in “Installatie voorbereiden op Windows-computers op pagina 10.
Raadpleeg Help in Configure voor volledige instructies over het gebruik van Configure.
Afdrukken
Afdrukken stelt u in staat PS-bestanden (PostScript), EPS-bestanden (Encapsulated
PostScript), TIFF-bestanden (Tagged Image File Format) en PDF-bestanden (Portable
Document Format) rechtstreeks naar de Fiery EXP50 af te drukken zonder de toepassing te
openen waarin de bestanden zijn gemaakt.
Raadpleeg Help in Afdrukken voor volledige instructies over het gebruik van Afdrukken.
Downloads
Downloads stelt u in staat installatieprogrammas (voor stuurprogrammas, PPD’s en andere
printerbestanden) rechtstreeks te downloaden van de Fiery EXP50.
Raadpleeg Help in Downloads voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het
installeren van printerbestanden.
INDEX
81
A
Acrobat 35, 36
Adobe Acrobat 35, 36
Adobe Photoshop 68
Afdrukken 80
afdrukken
lettertypenlijst 65, 71
veelgebruikte afdrukopties 72
afdrukken naar virtuele printers 43
Afdrukken plannen 48, 58
afdrukken van variabele gegevens, zie VDP-taken
afdrukken via slepen-en-neerzetten 72
apparaatnaam 63
B
Begin, WebTool 80
bestandsindelingen
Preflight 44
bestandsindelingsfilters 73
instellingen selecteren 52
C
Compose 39
Configure 80
configureren 79
Command WorkStation, Macintosh
Edition 54
Command WorkStation, Windows
Edition 17
Downloader 61
servers 80
VDP Resource Manager 75
virtuele printers 42
WebTools 78
conventies 8
Creo VPS-bestanden 61
D
Direct afdrukken 48
Directe verbinding 67, 70
DNS-naam 17, 54, 62, 75
documenten samenvoegen 49
Domain Name Server, zie DNS
dongle 34
downloaden
bestanden 66, 80
lettertypen 66, 70
taken 66
E
EFI ImageViewer 32
EPS-bestanden (Encapsulated PostScript) 61, 68
externe instelling 80
F
Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition
bestandsindelingsfilters 73
ImageViewer 32
Filter DCS 2.0 naar PS
configureren 51
info 51
filters 51
G
Gemengde media 23
geplande taken
zoeken 49
globale objecten, in VDP 74
H
hoofdstukdefinities voor taken 24
Hot Folder-filters 51
I
ImageViewer 32
inslaan van taken 34
inslaginstellingen 34
installeren
Acrobat 35, 36
PitStop 35, 36
schermlettertypen en
printerlettertypen 11, 70
VDP Resource Manager 74
invoegtoepassing Enfocus PitStop 35, 36
invoegtoepassing PitStop 35, 36
INDEX
INDEX
82
J
Java 16, 79
Java JRE 10
L
lade-uitlijning 21
lettertypen
downloaden en beheren 67
installatieprogramma voor Mac OS 11
installeren 11
printerlettertypen 11
printerlettertypen op server 71
schermlettertypen 11
vervangen in PDF-bestanden 70
lettertypenlijst
afdrukken 65, 71
weergeven 65, 71
M
Mac OS
lettertypen 11
mediadefinities 23
Microsoft Office-filters 51
O
omslagmedia 26
overdrachtsfuncties 68
P
Paper Catalog 40
openen 40
Paper Catalog openen 40
papierdefinities 23
Papierladen uitlijnen 21
PDF-bestanden 67
downloaden 61
lettertypevervanging 70
Photoshop 68
pictogrammen, in documentatie 8
PostScript-bestanden
downloaden 61
Preflight
bestandsindelingen 44
Preflight-controle uitvoeren voor een taak 44
Preflight-controles 45
printerlettertypen 11, 70
problemen oplossen
Command WorkStation, Macintosh
Edition 59
Command WorkStation, Windows
Edition 32
Productie-afdrukpakket 39
S
schermlettertypen 11, 70
serverinstelling 80
softwarebeveiligingssleutel 34
Sun Java JRE 10
T
tabbladen 29
tabbladen invoegen 29, 49
taken
definities van gemengde media 23
downloaden 66
hoofdstukdefinities 24
omslagmedia 26
opnieuw ordenen 45
plannen 48, 58
Preflight-controle uitvoeren 44
samenvoegen 49
VDP 34
versneld afdrukken 48
taken onderbreken 47
taken opnieuw ordenen 45
TCP/IP 17, 54, 62, 75
terminologie 8
TIFF-bestanden 61, 67
V
VDP-taken
downloaden 61
globale objecten beheren 74
inslaan 34
verkeerde combinatie, onderbreken bij 47
virtuele printers
afdrukken naar 43
bewerken 43
configureren 42
dupliceren 43
instellingen 42
verwijderen 43
INDEX
83
virtuele printers bewerken 43
virtuele printers dupliceren 43
virtuele printers verwijderen 43
volgende afdrukken 49
volgende verwerken 49
voorbeeldvenster 32
VPS-bestanden 61
W
WebTools 79
Afdrukken 80
Begin 79
Configure 80
Status 80
weergave op volledig scherm 32
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Xerox DocuColor 5000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding