WOLF-Garten Compact plus 40 BA de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

4
Compact plus 40 B - Compact plus 40 BA
1 Trækbøjle (Compact plus 40 BA)
2 Startergreb
3 Grebets fastgørelse
4 Indikator for græsmængde
5 Opsamlingsbakke
6 Beskyttelsesklap
7 Tankpåfyldningsstuds
8 Primer
9 Luftlter
10 Gashåndtag
11 Sikkerhedsbøjle
12 Oliepåfyldningsstuds
13 Indstilling af klippehøjde
14 Indikator for klippehøjde
1 Aandrijfbeugel (Compact plus 40 BA)
2 Starterknop
3 Duwboombefestigung
4 Vulindicator
5 Opvangreservoir
6 Achterklep
7 Tankdeksel
8 Primer
9 Luchtlter
10 Gashendel
11 Veiligheidsbeugel
12 Olie vulopening
13 Maaihoogte instelling
14 Maaihoogte aanwijzing
1
Archi di azionamento (Compact plus 40 BA)
2 Raccoglierba
3 Fissare l‘impugnatura
4 Indicatore di pieno carico
5 Sacco di raccolta
6 Deettore
7 Coperchio del serbatio
8 Primer
9 Filtro
10 Leva de gas
11 Archi di sicurezza
12 Bocchettone per olio
13 Regolazione l‘atezza di taglio
14 Indicator dell‘ altezza
1
Drive clutch bail arm (Compact plus 40 BA)
2 Recoil starter
3 Assembly of handlebar
4 Filling indicator
5 Catcher bag
6 Deflector plate
7 Petrol filter cap
8 Primer
9 Air cleaner
10 Throttle lever
11 Operator presence bail arm
12 Engine oil check/fill
13 Cutting height adjustment
14 Indicator of cutting height
1 Etrier du mécanisme d‘entraine-
ment (Compact plus 40 BA)
2 Poignée de starter
3 Fixation du guidon
4
Indicateur du niveau de remplissage
5 Bac de ramassage
6 Clapet de sécurité
7 Bouchon du réservoir
8 Démarreur
9 Pré-filtre
10 Levier de commande des gaz
11 Etrier de sécurité
12 Remplissage d‘huile
13 Reglage de la hauteur de coupe
14 Croquis de la hauteur de coupe
1 Antriebsbügel (Compact plus 40 BA)
2 Startergriff
3 Griffbefestigung
4 Füllstandsanzeige
5 Grasfangsack
6 Schutzklappe
7 Benzineinfüllstutzen
8 Primer
9 Luftfilter
10 Gashebel
11 Sicherheitsbügel
12 Öleinfüllstutzen
13 Schnitthöheneinstellung
14 Schnitthöhenanzeige
1
2
3
4
5
6
3
7
10
11
3
8
9
12
13
14
30
31
Technische gegevens
Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw WOLF grasmaaier
Veranderingen an technische aanpassingen voorbehouden.
C Lawaaimeting aan het oor van de bedienende persoon wird uitgevoerd
overeenkomstig EN 836.
D Trillingen gemeten aan de duwstang, met bedienende persoon, conform
EN 1033, EN 836. De gemiddelde gewogen versnelling is:
B
A
C
Lees het instructieboekje aandachtig door en stelt
u zich op de hoogte van de bedieningsorganen
en het correcte gebruik van het apparaat. De
gebruiker is aannsprakelijk voor ongevallen
met andere personen en voor schade aan
hun eigendommen. Neem de aanwijzingen,
voorschriften en de verklarende teksten in acht.
Kinderen of andere personen die de
gebruiksaanwijzing niet kennen, mogen de
grasmaaier nooit gebruiken.
Voor kinderen onder de zestien is het gebruik van
het apparaat verboden.
Typische kenmerken in het kort
CCM-systeem: Maaien (Cut), Vangen (Collect), Mulchen (Mulch) - alles met één machine
• centrale instelling van de maaihoogte
• Duwboomhoogte instelling 2-voudig
• inklapbare duwboom voor ruimtebesparend opbergen en eenvoudig vervoeren
• messenbalk met verwisselbare messen
• kogelgelagerde comfort wielen
• makkellijk te legen, ruime opvangzak met vulindicator
• hoogwaardig materiaal, uitstekende verwerking en attractief design
• Ready-to-use: van 0 tot maaien in 30 seconden
Compact plus 40 B Compact plus 40 BA
Type 4010 ... 4013 ...
A 90 cm 90 cm
B 45 cm 45 cm
C 45 cm 45 cm
D LP dB (A): 84 LP dB (A): 84
E
a
hw
: 4 m/s
2
a
hw
: 4 m/s
2
Maaibreedte 40 cm 40 cm
Wielaandrijving --- 1-Versnelling / 3,5 km/uur
Opvangzack 55 l 55 l
Gewicht 26 kg 28 kg
Motor Briggs & Stratton Briggs & Stratton
Vermogen 2,4 kW / 3,3 PS 2,4 kW / 3,3 PS
Cilinderinhoud 158 ccm 158 ccm
Bougie Champion RJ 19 LM Champion RJ 19 LM
Tankinhoud 0,9 l 0,9 l
Olie 0,6 l / HD SAE 30 0,6 l / HD SAE 30
30
31
Veiligheidsvoorschriften
Betekenis van de symbolen
Opgelet!
Voor gebruik de
gebruiksaan-
wijzing lezen!
Let op ! Messen
zijn scherp - Voor
onderhoud eerst
stekker van bou-
gie loskoppelen.
Anderen buiten de
gevarenzone
houden!
Algemene aanwijzingen
Deze grasmaaier is bedoeld voor het onderhoud van gazonnen
van particulieren. Vanwege de kans op persoonlijk letsel mag
de grasmaaier niet worden gebruikt:
- voor het trimmen van bosjes, heggen en struiken
- voor het snijden van rankgewas, gazonnen op daken, in
plantenbakken
- voor het reinigen van voetpaden (afzuigen wegblazen
sneeuwruimen)
- voor het hakselen en verkleinen van boom- en hegafval
- als trekmachine (bij aandrijfmaaiers) voor gazonkeerders,
strooiwagens,
-
aanhangers resp. voor het meenemen/transporteren van
maaiafval op een andere manier dan in de daarvoor bedoelde
grasopvangbox.
· Voorschriften ter plaatse kunnen de minimumleeftijd van de
gebruiker vastleggen.
· Er mag nooit worden gemaaid als anderen, vooral kinderen
en dieren, in de buurt zijn.
· Alleen bij daglicht of met genoeg kunstmatige verlichting
maaien.
Voor het maaien
· Nooit maaien zonder stevig schoeisel en lange kledij. Nooit
op blote voeten of met open schoenen maaien.
·
Meegeleverde botsbescherming resp. vangvoorziening
aanbrengen. Op juiste bevestiging letten. Het is verboden om
het apparaat zonder of met beschadigde beschermingsvoorzie
ningen te gebruiken.
·
Het terrein waarop de maaier gebruikt gaat worden moet
worden gecontroleerd en alle voorwerpen die door de maaier
kunnen worden meegenomen of weggeslingerd moeten worden
verwijderd.
· De maaier moet worden gecontroleerd op beschadiging van
bevestigingsonderdelen, beschadiging of sterke slijtage
· Ingeval van vervanging inbouwaanwijzingen in acht nemen
· De grasopvangvoorziening regelmatig op slijtage of op
werking controleren.
· Apparaten met 4-taktmotor moeten voor de eerste
ingebruikname van motorolie worden voorzien (zie „Olie
bijvullen”).
· Voor ieder begin van de maaiwerkzaamheden oliepeil
controleren.
· WAARSCHUWING – Benzine is licht ontvlambaar!
· De brandstof in daarvoor bedoelde reservoirs bewaren.
· Alleen in de open lucht tanken.
· Niet roken, geen open vuur.
·
Voor het starten van de motor brandstof (NORMALE BENZINE)
bijvullen.
· Tank altijd goed afsluiten.
· Als de motor draait of bij een motor op bedrijfstemperatuur
mag niet worden bijgetankt of mag het tankdeksel niet
worden geopend.
·
Als er sprake is van lekkage van benzine mag niet geprobeerd
worden de motor te starten. In plaats daarvan moet de maaier
worden verwijderd van de plaats waar zich de benzine bevindt.
De motor mag niet worden gestart als de benzine nog niet
vervluchtigd is.
· Defecte geluiddempers vervangen.
·
Voor gebruik moet altijd visueel gecontroleerd worden of de
snijgereedschappen, bevestigingsbouten en de totale snijeenheid
versleten of beschadigd zijn. Ter voorkoming van onbalans mogen
versleten
· Uit veiligheidsoogpunt moet een beschadigde tankafsluiting
worden vervangen.
· Aansluitingen van benzineleidingen, luchtlters, etc.. op juiste
bevestiging controleren.
Bij het starten
· Motor alleen inschakelen als uw handen en voeten zich op
een veilige afstand van de snijgereedschappen bevinden.
·
Snijgereedschap en aandrijving uitschakelen voordat u de motor
start.
· Bij het starten van de motor mag de grasmaaier niet
getuimeld worden. Dit geldt niet als de grasmaaier bij de
werkzaamheid moet worden opgetild. In dit geval moet de
maaier zover worden getuimeld als noodzakelijk is en moet
alleen de door de gebruiker gebruikte kant worden opgetild.
· De verbrandingsmotor niet in een afgesloten ruimte laten
draaien, omdat er gevaarlijke koolmonoxide kan ophopen.
· Motor op een egaal oppervlak starten, niet in hoog gras.
· Motor niet starten als u voor het uitwerpkanaal staat.
Tijdens het maaien
·
Pas op! Snijgereedschap kan na uitschakeling nog blijven
bewegen!
· Het draaiende snijgereedschap niet aanraken!
· De door de draagarmen bepaalde veiligheidsafstand moet in
acht worden genomen!
· Motor alleen inschakelen als uw voeten op een veilige
afstand ten opzichte van de snijgereedschappen staan.
· Op een veilige stand letten, vooral op hellingen. Nooit rennen,
rustig lopen.
· Als uw maaier van wielen is voorzien, moet de machine altijd
dwars ten opzichte van de helling staan en mag nooit recht
vooruit of achteruit worden gereden.
· Op hellingen moet bijzonder voorzichtig te werk worden
gegaan als van rijrichting wordt veranderd.
· Niet maaien op erg steile hellingen.
·
Ga erg voorzichtig te werk als u de maaier keert en naar u
toetrekt.
· Maaier uitschakelen ingeval van tuimelen, leegrijden of
transporteren, bijv. van/naar het gazon of over wegen.
· De grasmaaier noot met beschadigde veiligheidsvoorzieningen
of roosters of zonder aangebrachte veiligheidsvoorzieningen
gebruiken, bijv. botsplaten en/of grasopvangvoorzieningen.
· De afstelling van de regelaar van de motor niet veranderen of
doldraaien.
· Handen en voeten nooit in de buurt van roterende onderdelen
houden. Nooit voor de uitwerpopening gaan staan.
· Als de grasmaaier niet op gazonnen wordt bewogen, moet
het snijgereedschap worden uitgezet.
· Voordat de maaier wordt opgetild of weggedragen, moet de
motor worden uitgeschakeld en moet worden gewacht totdat
de snijgereedschappen tot stilstand zijn gekomen.
· Snijhoogte alleen bij uitgeschakelde motor of stilstaand
snijgereedschap afstellen.
· Beschermingsklep nooit openen als de motor nog draait.
· Voordat de grasopvangvoorziening wordt verwijderd, moet de
motor worden uitgezet en moeten de messen stilstaan.
·
Na het leegmaken grasopvangvoorziening weer zorgvuldig
bevestigen.
· Nooit met een draaiende motor over grind rijden steenslag!
· Indien mogelijk nooit nat gras maaien
· Apparaat uitschakelen, bougiestekker verwijderen en wachten
totdat het apparaat stilstaat, als bijv.:
- een geblokkeerd apparaat wordt gedeblokkeerd of als een
verstopping in het uitwerpkanaal wordt verwijderd.
32
33
Veiligheidsvoorschriften
- de maaier wordt gecontroleerd of gereinigd
- u een vreemd voorwerp heeft aangetroffen moet eerst worden
gecontroleerd of maaier en snijgereedschap beschadigd zijn.
Vervolgens de beschadiging verhelpen.
- de maaier door onbalans sterke vibraties vertoont (in dit geval
gelijk uitschakelen en oorzaak opzoeken).
· Pas op, gevaar bij ondeskundig gebruik van
grasopvangvoorziening.
· Als de maaier een zelfrijvoorziening heeft, moet deze voorziening
worden uitgeschakeld voordat de motor wordt ingeschakeld.
Motor of uitlaat niet tijdens of net na gebruik van de maaier
aanraken.
· Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden of schrik-
bewegingen veroorzaken die letsel tot gevolg kunnen hebben.
· De motor moet worden uitgezet: als de maaier wordt
weggezet., voordat wordt getankt.
Na het maaien
· Tijdens het nadraaien van de motor moet de gasklep worden
afgesloten. Indien de motor is voorzien van een benzine-
afsluitkraan, moet deze kraan na het maaien worden afgesloten.
· Maaier niet meteen na het uitschakelen in een afgesloten ruimte
zetten, maar eerst in de open lucht laten afkoelen.
· Maaier nooit in een ruimte wegzetten waar hij met open vuur of
vonken in aanraking zou kunnen komen.
· Voordat het apparaat wordt weggezet bougiestekker en indien
aanwezig contactsleutel verwijderen.
· Apparaat voor transport optillen:
· nooit met draaiende motor, met motor op bedrijfstemperatuur of
met nog aanwezige bougiestekker.
· Tijdens het in elkaar klappen startkabel uithaken en erop letten,
dat de bowdenkabels niet buigen.
· Motorolie altijd bij een lege, afgesloten tank en warme motor
uitvoeren.
Onderhoud
· Alle zichtbare bevestigingsbouten en moeren, vooral die van de
messenbalk, moeten regelmatig op juiste bevestiging worden
gecontroleerd en worden aangehaald.
· Er mogen alleen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan
de maaier worden uitgevoerd en de beschermingsvoorziening
mag alleen worden verwijderd als de motor stilstaat en de
bougiestekker is verwijderd.
· Er moet worden gecontroleerd of alle moeren, pennen en bouten
stevig vastzitten en het apparaat veilig gebruikt kan worden.
· Om brand te voorkomen mogen er zich geen gras, bladeren of
olie in of in de buurt van de motor, uitlaat, accuhouder en de
brandstoftank bevinden.
· Als het apparaat bij onderhoudswerkzaamheden moet worden
getuimeld, moet de brandstof eerst uit de tank worden verwijderd.
· Het apparaat moet na elk gebruik met een handvegertje
worden gereinigd. Niet met water afspuiten en in elk geval
geen hogedrukspuit gebruiken. Controleren of koelribbels en
aanzuigopeningen schoon zijn.
· De maaier nooit wegzetten in vochtige ruimtes, in de buurt
van open vuur of daar waar een vonk de benzine zou kunnen
ontsteken.
· Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet dit in de open
lucht gebeuren. Let erop, dat er geen brandstof gemorst wordt.
· Uit veiligheidsoogpunt moeten versleten of beschadigde
onderdelen worden vervangen.
· PAS OP! Messen altijd door een vakkundig bedrijf laten
vervangen of laten slijpen, omdat na het losmaken van
onderdelen volgens de veiligheidsbepalingen altijd de onbalans
moet worden gecontroleerd!
· Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden altijd handschoenen
dragen.
· Alleen originele vervangingsonderdelen van WOLF gebruiken.
Anders kan niet worden gegarandeerd dat uw maaier aan de
veiligheidseisen voldoet.
Montage
De befestiging van duwboom
A
B
C
PAS OP! Bij het in- en uitklappen van de duwboom mag de
kabel niet beschadigt worden.
Grasvanginrichting monteren
D
E
Zie afbeeldingen.
32
33
Gebruik
Maaien
Vangzak inhängen
N
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes
.
1. Trek de veiligheidsklep omhoog.
2.
Hang de haken van de vangzaak in de openingen van het
chassis (zie pijl).
3. Plaats de veiligheidsklep weer terug.
Vangzak leeg maken
O
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes
.
Als de vangzak vol is, gaat de klep omlaag.
Voor een onberispelijke functie: maak de gaten onder
de vulindicator in de vangkorf regelmatig schoon met een
handveger.
Mulchen
Gebruikstijden
Gelieve de specifieke nationale verordeningen in acht te
nemen.
Bij het „mulchen“ wordt het gras d.m.v. een speciaal maai-
systeem meermaals gesneden en komt vervolgens weer op
de bodem terecht. Daardoor is er geen maaiafval. Bovendien
beschermt „mulchen“ het gazon tegen uitdroging.
Aanwijzingen:
• afhankelijk van de groei van het gras moet 1-2 x per week
„gemulcht“ worden.
• het gazon mag niet te hoog en niet te vochtig zijn!
• altijd langzaam lopen
• let erop dat de maaibanen elkaar overlappen
.
• nooit meer dan 20 mm gras afsnijden.
Attentie!
Bij mosvorming of gazonvilt is „mulchen“ niet raadzaam.
Reden:
Het maaiafval blijft op het mos resp. op het gazonvilt liggen
en kan daardoor niet op de bodem tercht komen.
Oplossing:
Het gazon moet regelmatig geverticuteerd en bemest
worden.
n.
Startkoord monteren
F
G
Veiligheidsbeugel (F, 2) optillen en vasthouden. Startkoord
langzaam tot de duwboomverbinding trekken en in de
opening draaien (G). Voor het inklappen van den duwboom
startkoord weer eruit draaien.
Het vullen motorolie
H
Controleer voor het maaien altijd het oliepeil.
Voordat U de machine in gebruik neemt moet U het carter
vullen met een goed merk 0,6 l olie SAE 30 tot aan de
markering „Full“ op het oliepeil resp. De meetstaaf hoeft voor
een controle niet te worden ingeschroefd.
Vullen met benzine
Niet roken en geen open vuur in de direkte
omgeving.
Niet met lopende motor tanken.
Bij een warme motor geen benzine morsen.
Gbruik "octaan-arme benzine" (geen super plus).
Geen benzine morsen.
Dampen niet inademen.
Instellen van de maaihoogte
J
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes.
Ut stelt de gewenste maaihoogte in door de knop naast de
handgreep in te drukken (zie afb.).
Maaihoogte - graskondite
Maait u, indien mogelijk, bij droog weer. Daarmee wordt het
grassprietje gespaard. Bij een vochtige of hoge grasmat is een
hogere maaibreedte aan te bevelen. Gemiddelde maaihoogte
is 4,0 cm - 5,0 cm.
Tips voor het maaien
L
Om strepen op uw gazon te voorkomen, moeten de
maaivlakken elkaar altijd een paar centimeter overlappen.
Keer de maaier op een stuk gazon dat al gemaaid is.
Algemeen
Maai-/ opvangfunctie activeren
M
Uitsluitend als de motor uitgeschakeld is en de
messen stil staan.
• Draai de schakelaar naar „CUT/COLLECT“.
Mulchfunctie activeren
M
Uitsluitend als de motor uitgeschakeld is en de
messen stil staan.
1. Verwijder de vangzak.
2. Draai de schakelaar naar „MULCH“.
Starten
F
G
K
Op een effen ondergrond, naar mogelijheid niet in hoog gras.
Koude start
1. Gashendel (F, 1) op inwerking instellen.
2. Primer aan de motor (K) stevig indrukken (drie keer).
3. Veiligheidsbeugel (F, 2) omhoog tillen en vast houden.
4. Aan de s
tartergreep (G) trekken en weer langzaam
handmatig terug brengen
.
Wielaandrijving (Compact plus 40 BA)
1. Wielaandrijving aan: Aandrijfbeugel (F, 3) omhoog tillen.
2. Wielaandrijving uit: Aandrijfbeugel (F, 3) los laten.
Warme start
1. Veiligheidsbeugel (F, 2) omhoog tillen en vast houden.
2. Aan de startergreep (G) trekken
weer langzaam
handmatig terug zetten
.
Motor-Stop
Veiligheidsbeugel (F, 2) los laten.
Wanneer de m
otor bij koud weer niet wil starten, primer
indrukken.
Wanneer de motor uit is gevallen door brandstofgebrek,
brandstof bijvullen en de primer stevig indrukken (drie keer)
34
35
Opheffen van storingen
Oplossing (X) door:
Probleem Mogelijke oorzaak
WOLF
Service-dienst
Zelf
Motor springt niet aan of
heeft geen vermogen:
• Te weinig brandstof in de tank
• Bougiestekker zit niet op de bougie
• Bougie werkt niet
• Luchtlter verontreinigd resp. versmeerd
• Gashendel staat niet op “Bedrijf”
• Bevestigingsbout van de messen is los
---
---
---
---
---
X
X
X
X
X
X
---
Onregelmatig maaipatroon
• Niet aangepaste maaihoogte
• Messen zijn stomp
• Windkanaal / opvangbox is verstopt
---
X
---
X
---
X
Aandrijving gaat niet aan • Bowdenkabel van de koppeling is verzet --- X
Neem bij twijfels altijd contact op met de servicedienst van WOLF. Attentie: schakel de maaier voor elke controle, reiniging of
werkzaamheid aan de messen uit en verwijder de bougiestekker.
Luchtfilter reinigen
Zie gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant (als bijlage).
De verzorging
Stalling tijdens de winter
Tank leeg laten lopen.
Carburateur leeg laten lopen:
- door de motor te starten en te laten lopen tot dat de
motor uit zichzelf stopt.
Maaier grondig reinigen.
Olie verversen, viertaktmaaier
Motor als folgt konserveren:
- Bougie eruit draaien, 1 eetlepel motorolie in de opening
laten lopen.
- Langzaam aan startkoord trekken (olieverdeling in de
cylinder). Bougie vastdraaien, bougiedop er niet opzetten.
- Startkoord aantrekken tot u weerstand voelt
Maaier koel en drog opslaan.
Aanbeveiling:
Laat uw maaier in de herft nakijken bij een WOLF Service
Centrum.
Machine reinigen / messen vervangen
Q
1. Bougiestekker verwijderen
2. Snijhoogte in de hoogste stand zetten
3. Bij reinigingswerkzaamheden en bij het vervangen van het
mes de maaier zoals afgebeeld naar achteren duwen.
Mes wisselen
R
Eerst de bougiedop van de bougie trekken.
Het verwisselen van messen altijd door een
gespecialiseerde werksplaats laten verrichten.
Draag handschoenen tijdens alle werk-zaamheden aan het
mes, verwijder de contactsleutel en trek de bougiestekker los.
• Beschadigde mesjes moeten altijd paarsgewijs worden
vervangen.
Aanwijzing voor de werkplaats: aanhaalkoppel voor de
bout is: SW 17 mm = 38-42 Nm / SW 13 mm = 16-20 Nm
Instelling van de bowdenkabel aan de koppeling
F
S
1.
Aandrijfbeugel (F, 3) ca. 2 cm omhoog tillen en vast houden.
2. Contramoer (S, 1) los draaien.
3. Instelschroef (S, 2) zover naar links draaien, dat de
aandrijfwielen blokkeren wanneer de maaier naar achteren
wordt getrokken.
4. Contramoer (S, 1) weer vast draaien.
Verversen mororolie
altijd met warme motor en lege tank.
Voor de erste keer na 5 uur. Daarna om de 25 uur, de
laatste keer aan het eind van het maaiseizoen. Bij gebruik
onder zware on stoffige omstandigheden dient dit vaker te
gebeuren. Olievuldop openen, de maaier langzaam naar
opzij overhellen en de olie eruit laten lopen.
Het vullen motorolie
H
Het schoonmaken van de bougie
Vuile bougies verminderen de prestatie van de motor.
Bougies schoonmaken en op de juiste elektrodenafstand
kontroleren (0,76 mm).
Reinigen
Eerst de stekker uit het stopcontact trekken.
Voorzichtig! Niet bij scherpe delen vastpakken.
Na iedere maaibeurt moet de maaier met een handveger
schoongemaakt worden.
Reinig de mulchklep regelmatig met een handveger
P
.
In geen geval met water schoonspuiten.
34
35
Reseronderdelen
Werkzaamheden die onder de garantie vallen, worden uitge-
voerd door onze geautoriseerde werkplaatsen of bij:
Garantievoorwaarden
Gelieve de door de verkoper ingevulde garantiekaart en het
aankoopbewijs zorgvuldig te bewaren.
Gedurende een periode van 24 maanden, te rekenen vanaf de
aankoopdatum, verstrekt de firma WOLF-Garten een garantie,
die met de respectievelijke stand van de techniek en met het
gebruiksdoeleinde/toepassingsgebied overeenstemt. Aan de
wettelijke rechten van de eindgebruiker doen de hierna volgende
garantierichtlijnen geen afbreuk.
Vereiste voorwaarden voor de garantieclaim gedurende 24
maanden:
- Gebruik van het toestel uitsluitend voor privé-doeleinden.
Voor industrieel gebruik of verhuur wordt de garantie tot 6
maanden beperkt.
- Deskundige behandeling en inachtneming van alle instructies in
de gebruiksaanwijzing, die een bestanddeel van onze garantie-
voorwaarden vormt.
- Inachtneming van de voorgeschreven tussentijden voor het
onderhoud.
- Geen eigenmachtige wijziging van de constructie.
- Inbouw van originele WOLF reserveonderdelen/toebehoren.
- Voorlegging van de ingevulde garantiekaart en/of van het
aankoopbewijs.
De garantie is niet van toepassing voor de normale slijtage van
messen, mesbevestigende onderdelen zoals frictieschijven,
V-riemen, tandriemen, loopwielen/banden, luchtfilters,
ontstekingskaarsen en bougiestekkers. In geval van een
eigenmachtige reparatie komt iedere garantieclaim automatisch te
vervallen. Fouten en gebreken, die zich voordoen en waarvan de
oorzaken aan materiaal- of fabricagefouten te wijten zijn, worden
uitsluitend door onze contractueel gebonden werkplaatsen in uw
buurt of, indien deze dichterbij gesitueerd is, door de fabrikant
verholpen. Buiten de verstrekte garantie ressorterende claims zijn
uitgesloten. Een aanspraak op levering van reserveonderdelen
bestaat niet. Eventueel door het transport resolterende
beschadigingen dienen niet aan onze firma, doch aan de bevoegde,
met het transport belaste firma te worden gerapporteerd. In het
andere geval gaan de schadeclaims ten opzichte van dergelijke
bedrijven immers verloren.
Graham NV-SA
Zoning Industriel21
1440 Wauthier-Braine
Tel.: ++ 32 (2) - 3 67 16 11
Fax: ++ 32 (2) - 3 67 16 12
WOLF-Garten GmbH & Co KG
Industriestraße 83-85
57518 Betzdorf
Tel.: ++ 49 (27 41) - 28 15 00
Fax: ++ 49 (27 41) - 28 12 99
WOLF-Garten Nederland B. V.
Postbus 32
5240 AA Rosmalen
Tel.: ++ 31 (73) 5 23 58 50
Fax: ++ 31 (73) 5 21 76 14
Benaming Bestelnummer
Opvangzack kpl. 4628 065
Vervangingsmes kpl. (Vi 40 W) 4001 094
Kling (Vi WM, 2 stuk.) 4350 040
Benaming Bestelnummer
Bougie (Champion RJ 19 LM) 2058 305
Luchlter 2056 305
Motorolie 0,6 l HD SAE 30 (VO 4T) 4180 091
Levering via een WOLF verkooppunt.

Documenttranscriptie

Compact plus 40 B - Compact plus 40 BA 10 12 13 1 2 3 11 3 4 14 5 6 3 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Antriebsbügel (Compact plus 40 BA) Startergriff Griffbefestigung Füllstandsanzeige Grasfangsack Schutzklappe Benzineinfüllstutzen Primer Luftfilter Gashebel Sicherheitsbügel Öleinfüllstutzen Schnitthöheneinstellung Schnitthöhenanzeige 1 Drive clutch bail arm (Compact plus 40 BA) 2 Recoil starter 3 Assembly of handlebar 4 Filling indicator 5 Catcher bag 6 Deflector plate 7 Petrol filter cap 8 Primer 9 Air cleaner 10 Throttle lever 11 Operator presence bail arm 12 Engine oil check/fill 13 Cutting height adjustment 14 Indicator of cutting height 1 Etrier du mécanisme d‘entrainement (Compact plus 40 BA) 2 Poignée de starter 3 Fixation du guidon 4 Indicateur du niveau de remplissage 5 Bac de ramassage 6 Clapet de sécurité 7 Bouchon du réservoir 8 Démarreur 9 Pré-filtre 10 Levier de commande des gaz 11 Etrier de sécurité 12 Remplissage d‘huile 13 Reglage de la hauteur de coupe 14 Croquis de la hauteur de coupe 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Archi di azionamento (Compact plus 40 BA) Raccoglierba Fissare l‘impugnatura Indicatore di pieno carico Sacco di raccolta Deflettore Coperchio del serbatio Primer Filtro Leva de gas Archi di sicurezza Bocchettone per olio Regolazione l‘atezza di taglio Indicator dell‘ altezza 1 Aandrijfbeugel (Compact plus 40 BA) 2 Starterknop 3 Duwboombefestigung 4 Vulindicator 5 Opvangreservoir 6 Achterklep 7 Tankdeksel 8 Primer 9 Luchtfilter 10 Gashendel 11 Veiligheidsbeugel 12 Olie vulopening 13 Maaihoogte instelling 14 Maaihoogte aanwijzing 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 4 Trækbøjle (Compact plus 40 BA) Startergreb Grebets fastgørelse Indikator for græsmængde Opsamlingsbakke Beskyttelsesklap Tankpåfyldningsstuds Primer Luftfilter Gashåndtag Sikkerhedsbøjle Oliepåfyldningsstuds Indstilling af klippehøjde Indikator for klippehøjde Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw WOLF grasmaaier Lees het instructieboekje aandachtig door en stelt u zich op de hoogte van de bedieningsorganen en het correcte gebruik van het apparaat. De gebruiker is aannsprakelijk voor ongevallen met andere personen en voor schade aan hun eigendommen. Neem de aanwijzingen, voorschriften en de verklarende teksten in acht. Kinderen of andere personen die de gebruiksaanwijzing niet kennen, mogen de grasmaaier nooit gebruiken. Voor kinderen onder de zestien is het gebruik van het apparaat verboden. Typische kenmerken in het kort • CCM-systeem: Maaien (Cut), Vangen (Collect), Mulchen (Mulch) - alles met één machine • centrale instelling van de maaihoogte • Duwboomhoogte instelling 2-voudig • inklapbare duwboom voor ruimtebesparend opbergen en eenvoudig vervoeren • messenbalk met verwisselbare messen • kogelgelagerde comfort wielen • makkellijk te legen, ruime opvangzak met vulindicator • hoogwaardig materiaal, uitstekende verwerking en attractief design • Ready-to-use: van 0 tot maaien in 30 seconden Technische gegevens C A Veranderingen an technische aanpassingen voorbehouden. C Lawaaimeting aan het oor van de bedienende persoon wird uitgevoerd overeenkomstig EN 836. B D Trillingen gemeten aan de duwstang, met bedienende persoon, conform EN 1033, EN 836. De gemiddelde gewogen versnelling is: Type A B C D Compact plus 40 B 4010 ... 90 cm 45 cm 45 cm LP dB (A): 84 Compact plus 40 BA 4013 ... 90 cm 45 cm 45 cm LP dB (A): 84 E ahw: 4 m/s2 ahw: 4 m/s2 Maaibreedte 40 cm Wielaandrijving Opvangzack Gewicht --55 l 26 kg Motor Vermogen Cilinderinhoud Bougie Tankinhoud Olie Briggs & Stratton 2,4 kW / 3,3 PS 158 ccm Champion RJ 19 LM 0,9 l 0,6 l / HD SAE 30 30 40 cm 1-Versnelling / 3,5 km/uur 55 l 28 kg Briggs & Stratton 2,4 kW / 3,3 PS 158 ccm Champion RJ 19 LM 0,9 l 0,6 l / HD SAE 30 Veiligheidsvoorschriften Betekenis van de symbolen Opgelet! Voor gebruik de gebruiksaanwijzing lezen! Anderen buiten de gevarenzone houden! Let op ! Messen zijn scherp - Voor onderhoud eerst stekker van bougie loskoppelen. Algemene aanwijzingen Deze grasmaaier is bedoeld voor het onderhoud van gazonnen van particulieren. Vanwege de kans op persoonlijk letsel mag de grasmaaier niet worden gebruikt: - voor het trimmen van bosjes, heggen en struiken - voor het snijden van rankgewas, gazonnen op daken, in plantenbakken - voor het reinigen van voetpaden (afzuigen – wegblazen – sneeuwruimen) - voor het hakselen en verkleinen van boom- en hegafval - als trekmachine (bij aandrijfmaaiers) voor gazonkeerders, strooiwagens, - aanhangers resp. voor het meenemen/transporteren van maaiafval op een andere manier dan in de daarvoor bedoelde grasopvangbox. · Voorschriften ter plaatse kunnen de minimumleeftijd van de gebruiker vastleggen. · Er mag nooit worden gemaaid als anderen, vooral kinderen en dieren, in de buurt zijn. · Alleen bij daglicht of met genoeg kunstmatige verlichting maaien. Voor het maaien · Nooit maaien zonder stevig schoeisel en lange kledij. Nooit op blote voeten of met open schoenen maaien. · Meegeleverde botsbescherming resp. vangvoorziening aanbrengen. Op juiste bevestiging letten. Het is verboden om het apparaat zonder of met beschadigde beschermingsvoorzie ningen te gebruiken. · Het terrein waarop de maaier gebruikt gaat worden moet worden gecontroleerd en alle voorwerpen die door de maaier kunnen worden meegenomen of weggeslingerd moeten worden verwijderd. · De maaier moet worden gecontroleerd op beschadiging van bevestigingsonderdelen, beschadiging of sterke slijtage · Ingeval van vervanging inbouwaanwijzingen in acht nemen · De grasopvangvoorziening regelmatig op slijtage of op werking controleren. · Apparaten met 4-taktmotor moeten voor de eerste ingebruikname van motorolie worden voorzien (zie „Olie bijvullen”). · Voor ieder begin van de maaiwerkzaamheden oliepeil controleren. · WAARSCHUWING – Benzine is licht ontvlambaar! · De brandstof in daarvoor bedoelde reservoirs bewaren. · Alleen in de open lucht tanken. · Niet roken, geen open vuur. · Voor het starten van de motor brandstof (NORMALE BENZINE) bijvullen. · Tank altijd goed afsluiten. · Als de motor draait of bij een motor op bedrijfstemperatuur mag niet worden bijgetankt of mag het tankdeksel niet worden geopend. · Als er sprake is van lekkage van benzine mag niet geprobeerd worden de motor te starten. In plaats daarvan moet de maaier worden verwijderd van de plaats waar zich de benzine bevindt. De motor mag niet worden gestart als de benzine nog niet vervluchtigd is. · Defecte geluiddempers vervangen. · Voor gebruik moet altijd visueel gecontroleerd worden of de snijgereedschappen, bevestigingsbouten en de totale snijeenheid versleten of beschadigd zijn. Ter voorkoming van onbalans mogen versleten · Uit veiligheidsoogpunt moet een beschadigde tankafsluiting worden vervangen. · Aansluitingen van benzineleidingen, luchtfilters, etc.. op juiste bevestiging controleren. Bij het starten · Motor alleen inschakelen als uw handen en voeten zich op een veilige afstand van de snijgereedschappen bevinden. · Snijgereedschap en aandrijving uitschakelen voordat u de motor start. · Bij het starten van de motor mag de grasmaaier niet getuimeld worden. Dit geldt niet als de grasmaaier bij de werkzaamheid moet worden opgetild. In dit geval moet de maaier zover worden getuimeld als noodzakelijk is en moet alleen de door de gebruiker gebruikte kant worden opgetild. · De verbrandingsmotor niet in een afgesloten ruimte laten draaien, omdat er gevaarlijke koolmonoxide kan ophopen. · Motor op een egaal oppervlak starten, niet in hoog gras. · Motor niet starten als u voor het uitwerpkanaal staat. Tijdens het maaien · Pas op! Snijgereedschap kan na uitschakeling nog blijven bewegen! · Het draaiende snijgereedschap niet aanraken! · De door de draagarmen bepaalde veiligheidsafstand moet in acht worden genomen! · Motor alleen inschakelen als uw voeten op een veilige afstand ten opzichte van de snijgereedschappen staan. · Op een veilige stand letten, vooral op hellingen. Nooit rennen, rustig lopen. · Als uw maaier van wielen is voorzien, moet de machine altijd dwars ten opzichte van de helling staan en mag nooit recht vooruit of achteruit worden gereden. · Op hellingen moet bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan als van rijrichting wordt veranderd. · Niet maaien op erg steile hellingen. · Ga erg voorzichtig te werk als u de maaier keert en naar u toetrekt. · Maaier uitschakelen ingeval van tuimelen, leegrijden of transporteren, bijv. van/naar het gazon of over wegen. · De grasmaaier noot met beschadigde veiligheidsvoorzieningen of roosters of zonder aangebrachte veiligheidsvoorzieningen gebruiken, bijv. botsplaten en/of grasopvangvoorzieningen. · De afstelling van de regelaar van de motor niet veranderen of doldraaien. · Handen en voeten nooit in de buurt van roterende onderdelen houden. Nooit voor de uitwerpopening gaan staan. · Als de grasmaaier niet op gazonnen wordt bewogen, moet het snijgereedschap worden uitgezet. · Voordat de maaier wordt opgetild of weggedragen, moet de motor worden uitgeschakeld en moet worden gewacht totdat de snijgereedschappen tot stilstand zijn gekomen. · Snijhoogte alleen bij uitgeschakelde motor of stilstaand snijgereedschap afstellen. · Beschermingsklep nooit openen als de motor nog draait. · Voordat de grasopvangvoorziening wordt verwijderd, moet de motor worden uitgezet en moeten de messen stilstaan. · Na het leegmaken grasopvangvoorziening weer zorgvuldig bevestigen. · Nooit met een draaiende motor over grind rijden – steenslag! · Indien mogelijk nooit nat gras maaien · Apparaat uitschakelen, bougiestekker verwijderen en wachten totdat het apparaat stilstaat, als bijv.: - een geblokkeerd apparaat wordt gedeblokkeerd of als een verstopping in het uitwerpkanaal wordt verwijderd. 31 Veiligheidsvoorschriften · · · · - de maaier wordt gecontroleerd of gereinigd - u een vreemd voorwerp heeft aangetroffen moet eerst worden gecontroleerd of maaier en snijgereedschap beschadigd zijn. Vervolgens de beschadiging verhelpen. - de maaier door onbalans sterke vibraties vertoont (in dit geval gelijk uitschakelen en oorzaak opzoeken). Pas op, gevaar bij ondeskundig gebruik van grasopvangvoorziening. Als de maaier een zelfrijvoorziening heeft, moet deze voorziening worden uitgeschakeld voordat de motor wordt ingeschakeld. Motor of uitlaat niet tijdens of net na gebruik van de maaier aanraken. Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden of schrikbewegingen veroorzaken die letsel tot gevolg kunnen hebben. De motor moet worden uitgezet: – als de maaier wordt weggezet., – voordat wordt getankt. Na het maaien · Tijdens het nadraaien van de motor moet de gasklep worden afgesloten. Indien de motor is voorzien van een benzineafsluitkraan, moet deze kraan na het maaien worden afgesloten. · Maaier niet meteen na het uitschakelen in een afgesloten ruimte zetten, maar eerst in de open lucht laten afkoelen. · Maaier nooit in een ruimte wegzetten waar hij met open vuur of vonken in aanraking zou kunnen komen. · Voordat het apparaat wordt weggezet bougiestekker en – indien aanwezig – contactsleutel verwijderen. · Apparaat voor transport optillen: · nooit met draaiende motor, met motor op bedrijfstemperatuur of met nog aanwezige bougiestekker. · Tijdens het in elkaar klappen startkabel uithaken en erop letten, dat de bowdenkabels niet buigen. · Motorolie altijd bij een lege, afgesloten tank en warme motor uitvoeren. Onderhoud · Alle zichtbare bevestigingsbouten en moeren, vooral die van de messenbalk, moeten regelmatig op juiste bevestiging worden gecontroleerd en worden aangehaald. · Er mogen alleen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de maaier worden uitgevoerd en de beschermingsvoorziening mag alleen worden verwijderd als de motor stilstaat en de bougiestekker is verwijderd. · Er moet worden gecontroleerd of alle moeren, pennen en bouten stevig vastzitten en het apparaat veilig gebruikt kan worden. · Om brand te voorkomen mogen er zich geen gras, bladeren of olie in of in de buurt van de motor, uitlaat, accuhouder en de brandstoftank bevinden. · Als het apparaat bij onderhoudswerkzaamheden moet worden getuimeld, moet de brandstof eerst uit de tank worden verwijderd. · Het apparaat moet na elk gebruik met een handvegertje worden gereinigd. Niet met water afspuiten en in elk geval geen hogedrukspuit gebruiken. Controleren of koelribbels en aanzuigopeningen schoon zijn. · De maaier nooit wegzetten in vochtige ruimtes, in de buurt van open vuur of daar waar een vonk de benzine zou kunnen ontsteken. · Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet dit in de open lucht gebeuren. Let erop, dat er geen brandstof gemorst wordt. · Uit veiligheidsoogpunt moeten versleten of beschadigde onderdelen worden vervangen. · PAS OP! Messen altijd door een vakkundig bedrijf laten vervangen of laten slijpen, omdat na het losmaken van onderdelen volgens de veiligheidsbepalingen altijd de onbalans moet worden gecontroleerd! · Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden altijd handschoenen dragen. · Alleen originele vervangingsonderdelen van WOLF gebruiken. Anders kan niet worden gegarandeerd dat uw maaier aan de veiligheidseisen voldoet. Montage De befestiging van duwboom A B C PAS OP! Bij het in- en uitklappen van de duwboom mag de kabel niet beschadigt worden. 32 Grasvanginrichting monteren D E Zie afbeeldingen. Gebruik Algemeen Gebruikstijden Gelieve de specifieke nationale verordeningen in acht te nemen. Startkoord monteren F G Veiligheidsbeugel (F, 2) optillen en vasthouden. Startkoord langzaam tot de duwboomverbinding trekken en in de opening draaien (G). Voor het inklappen van den duwboom startkoord weer eruit draaien. Het vullen motorolie H Controleer voor het maaien altijd het oliepeil. Voordat U de machine in gebruik neemt moet U het carter vullen met een goed merk 0,6 l olie SAE 30 tot aan de markering „Full“ op het oliepeil resp. De meetstaaf hoeft voor een controle niet te worden ingeschroefd. Vullen met benzine Niet roken en geen open vuur in de direkte omgeving. Niet met lopende motor tanken. Bij een warme motor geen benzine morsen. • Gbruik "octaan-arme benzine" (geen super plus). • Geen benzine morsen. • Dampen niet inademen. Instellen van de maaihoogte J Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes. Ut stelt de gewenste maaihoogte in door de knop naast de handgreep in te drukken (zie afb.). Maaihoogte - graskondite Maait u, indien mogelijk, bij droog weer. Daarmee wordt het grassprietje gespaard. Bij een vochtige of hoge grasmat is een hogere maaibreedte aan te bevelen. Gemiddelde maaihoogte is 4,0 cm - 5,0 cm. Starten F G K • Op een effen ondergrond, naar mogelijheid niet in hoog gras. Koude start 1. Gashendel (F, 1) op inwerking instellen. 2. Primer aan de motor (K) stevig indrukken (drie keer). 3. Veiligheidsbeugel (F, 2) omhoog tillen en vast houden. 4. Aan de startergreep (G) trekken en weer langzaam handmatig terug brengen. Wielaandrijving (Compact plus 40 BA) 1. Wielaandrijving aan: Aandrijfbeugel (F, 3) omhoog tillen. 2. Wielaandrijving uit: Aandrijfbeugel (F, 3) los laten. Warme start 1. Veiligheidsbeugel (F, 2) omhoog tillen en vast houden. 2. Aan de startergreep (G) trekken weer langzaam handmatig terug zetten. Motor-Stop Veiligheidsbeugel (F, 2) los laten. • Wanneer de motor bij koud weer niet wil starten, primer indrukken. • Wanneer de motor uit is gevallen door brandstofgebrek, brandstof bijvullen en de primer stevig indrukken (drie keer) Maaien Maai-/ opvangfunctie activeren M Uitsluitend als de motor uitgeschakeld is en de messen stil staan. • Draai de schakelaar naar „CUT/COLLECT“. Vangzak inhängen N Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes. 1. Trek de veiligheidsklep omhoog. 2. Hang de haken van de vangzaak in de openingen van het chassis (zie pijl). 3. Plaats de veiligheidsklep weer terug. Vangzak leeg maken O Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes. • Als de vangzak vol is, gaat de klep omlaag. • Voor een onberispelijke functie: maak de gaten onder de vulindicator in de vangkorf regelmatig schoon met een handveger. Mulchen Bij het „mulchen“ wordt het gras d.m.v. een speciaal maaisysteem meermaals gesneden en komt vervolgens weer op de bodem terecht. Daardoor is er geen maaiafval. Bovendien beschermt „mulchen“ het gazon tegen uitdroging. Aanwijzingen: • afhankelijk van de groei van het gras moet 1-2 x per week „gemulcht“ worden. • het gazon mag niet te hoog en niet te vochtig zijn! • altijd langzaam lopen • let erop dat de maaibanen elkaar overlappen. • nooit meer dan 20 mm gras afsnijden. Attentie! Bij mosvorming of gazonvilt is „mulchen“ niet raadzaam. Reden: Het maaiafval blijft op het mos resp. op het gazonvilt liggen en kan daardoor niet op de bodem tercht komen. Oplossing: Het gazon moet regelmatig geverticuteerd en bemest worden.n. Mulchfunctie activeren M Uitsluitend als de motor uitgeschakeld is en de messen stil staan. 1. Verwijder de vangzak. 2. Draai de schakelaar naar „MULCH“. Tips voor het maaien L • Om strepen op uw gazon te voorkomen, moeten de maaivlakken elkaar altijd een paar centimeter overlappen. • Keer de maaier op een stuk gazon dat al gemaaid is. 33 De verzorging Verversen mororolie Reinigen altijd met warme motor en lege tank. Voor de erste keer na 5 uur. Daarna om de 25 uur, de laatste keer aan het eind van het maaiseizoen. Bij gebruik onder zware on stoffige omstandigheden dient dit vaker te gebeuren. Olievuldop openen, de maaier langzaam naar opzij overhellen en de olie eruit laten lopen. Het vullen motorolie H Eerst de stekker uit het stopcontact trekken. Voorzichtig! Niet bij scherpe delen vastpakken. Na iedere maaibeurt moet de maaier met een handveger schoongemaakt worden. Reinig de mulchklep regelmatig met een handveger P . In geen geval met water schoonspuiten. Machine reinigen / messen vervangen Q 1. Bougiestekker verwijderen 2. Snijhoogte in de hoogste stand zetten 3. Bij reinigingswerkzaamheden en bij het vervangen van het mes de maaier zoals afgebeeld naar achteren duwen. Het schoonmaken van de bougie Vuile bougies verminderen de prestatie van de motor. Bougies schoonmaken en op de juiste elektrodenafstand kontroleren (0,76 mm). Luchtfilter reinigen Mes wisselen R Zie gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant (als bijlage). Eerst de bougiedop van de bougie trekken. Stalling tijdens de winter • Het verwisselen van messen altijd door een gespecialiseerde werksplaats laten verrichten. • Draag handschoenen tijdens alle werk-zaamheden aan het mes, verwijder de contactsleutel en trek de bougiestekker los. • Beschadigde mesjes moeten altijd paarsgewijs worden vervangen. Aanwijzing voor de werkplaats: aanhaalkoppel voor de bout is: SW 17 mm = 38-42 Nm / SW 13 mm = 16-20 Nm Instelling van de bowdenkabel aan de koppeling F S 1. Aandrijfbeugel (F, 3) ca. 2 cm omhoog tillen en vast houden. 2. Contramoer (S, 1) los draaien. 3. Instelschroef (S, 2) zover naar links draaien, dat de aandrijfwielen blokkeren wanneer de maaier naar achteren wordt getrokken. 4. Contramoer (S, 1) weer vast draaien. • Tank leeg laten lopen. • Carburateur leeg laten lopen: - door de motor te starten en te laten lopen tot dat de motor uit zichzelf stopt. • Maaier grondig reinigen. • Olie verversen, viertaktmaaier • Motor als folgt konserveren: - Bougie eruit draaien, 1 eetlepel motorolie in de opening laten lopen. - Langzaam aan startkoord trekken (olieverdeling in de cylinder). Bougie vastdraaien, bougiedop er niet opzetten. - Startkoord aantrekken tot u weerstand voelt • Maaier koel en drog opslaan. Aanbeveiling: Laat uw maaier in de herft nakijken bij een WOLF Service Centrum. Opheffen van storingen Oplossing (X) door: Probleem Motor springt niet aan of heeft geen vermogen: Onregelmatig maaipatroon Aandrijving gaat niet aan Zelf Te weinig brandstof in de tank Bougiestekker zit niet op de bougie Bougie werkt niet Luchtfilter verontreinigd resp. versmeerd Gashendel staat niet op “Bedrijf” Bevestigingsbout van de messen is los Niet aangepaste maaihoogte Messen zijn stomp Windkanaal / opvangbox is verstopt WOLF Service-dienst ----------X --X --- • Bowdenkabel van de koppeling is verzet --- X Mogelijke oorzaak • • • • • • • • • X X X X X --X --X Neem bij twijfels altijd contact op met de servicedienst van WOLF. Attentie: schakel de maaier voor elke controle, reiniging of werkzaamheid aan de messen uit en verwijder de bougiestekker. 34 Reseronderdelen Benaming Bestelnummer Benaming Bestelnummer Opvangzack kpl. 4628 065 Bougie (Champion RJ 19 LM) 2058 305 Vervangingsmes kpl. (Vi 40 W) 4001 094 Luchfilter 2056 305 Kling (Vi WM, 2 stuk.) 4350 040 Motorolie 0,6 l HD SAE 30 (VO 4T) 4180 091 Levering via een WOLF verkooppunt. Garantievoorwaarden Gelieve de door de verkoper ingevulde garantiekaart en het aankoopbewijs zorgvuldig te bewaren. Gedurende een periode van 24 maanden, te rekenen vanaf de aankoopdatum, verstrekt de firma WOLF-Garten een garantie, die met de respectievelijke stand van de techniek en met het gebruiksdoeleinde/toepassingsgebied overeenstemt. Aan de wettelijke rechten van de eindgebruiker doen de hierna volgende garantierichtlijnen geen afbreuk. Vereiste voorwaarden voor de garantieclaim gedurende 24 maanden: - Gebruik van het toestel uitsluitend voor privé-doeleinden. Voor industrieel gebruik of verhuur wordt de garantie tot 6 maanden beperkt. - Deskundige behandeling en inachtneming van alle instructies in de gebruiksaanwijzing, die een bestanddeel van onze garantievoorwaarden vormt. - Inachtneming van de voorgeschreven tussentijden voor het onderhoud. - Geen eigenmachtige wijziging van de constructie. - Inbouw van originele WOLF reserveonderdelen/toebehoren. - Voorlegging van de ingevulde garantiekaart en/of van het aankoopbewijs. De garantie is niet van toepassing voor de normale slijtage van messen, mesbevestigende onderdelen zoals frictieschijven, V-riemen, tandriemen, loopwielen/banden, luchtfilters, ontstekingskaarsen en bougiestekkers. In geval van een eigenmachtige reparatie komt iedere garantieclaim automatisch te vervallen. Fouten en gebreken, die zich voordoen en waarvan de oorzaken aan materiaal- of fabricagefouten te wijten zijn, worden uitsluitend door onze contractueel gebonden werkplaatsen in uw buurt of, indien deze dichterbij gesitueerd is, door de fabrikant verholpen. Buiten de verstrekte garantie ressorterende claims zijn uitgesloten. Een aanspraak op levering van reserveonderdelen bestaat niet. Eventueel door het transport resolterende beschadigingen dienen niet aan onze firma, doch aan de bevoegde, met het transport belaste firma te worden gerapporteerd. In het andere geval gaan de schadeclaims ten opzichte van dergelijke bedrijven immers verloren. Werkzaamheden die onder de garantie vallen, worden uitgevoerd door onze geautoriseerde werkplaatsen of bij: WOLF-Garten Nederland B. V. Postbus 32 5240 AA Rosmalen Tel.: ++ 31 (73) 5 23 58 50 Fax: ++ 31 (73) 5 21 76 14 E-mail: [email protected] Graham NV-SA Zoning Industriel21 1440 Wauthier-Braine Tel.: ++ 32 (2) - 3 67 16 11 Fax: ++ 32 (2) - 3 67 16 12 E-mail: [email protected] WOLF-Garten GmbH & Co KG Industriestraße 83-85 57518 Betzdorf Tel.: ++ 49 (27 41) - 28 15 00 Fax: ++ 49 (27 41) - 28 12 99 E-mail: [email protected] 35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

WOLF-Garten Compact plus 40 BA de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor