D-9
OUT IN
MIDI
PHONES/
OUTPUT
ASSIGNABLE
JACK
DC 9V
789
456
1
0
23
REST
(TIE)
P)
R)
s
nten
ts
pes
TYPES
Melodiebanktoets
(SONG BANK)
Toontoets
(TONE)
Achter Paneel
MIDI OUT aansluiting
MIDI IN aansluiting
ENSEMBLE aansluiting
(ASSIGNABLE JACK)
9V gelijkstroom-
aansluiting (DC 9V)
Hoofdtelefoon/
uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT)
Ritmetoets
(RHYTHM)
Voor het invoeren van
cijfers om een
aangegeven nummer
of instelling te
veranderen.
Negatieve waarden
kunnen niet worden
ingevoerd met de
cijfertoetsen. Gebruik
in plaats daarvan de
[+] (verhogen) en [–]
(verlagen) toets.
•
•
[+]/[–] toetsen
Cijfertoetsen
474A-F-053A
Weergave van een demonstratiemelodie
Bij indrukken van de DEMO toets begint weergave van
de demonstratiemelodieën waardoor 100 ingebouwde
melodieën doorlopend achter elkaar afgespeeld worden.
Druk op de DEMO, START/STOP of STOP toets om
weergave van de demonstratiemelodie te stoppen.
❚
OPMERKINGEN
❚
• Bij indrukken van de [+] (voorwaarts) of [–] (achterwaarts) toets
wordt naar de volgende of vorige demonstratiemelodie gegaan.
• De toon van het keyboard (pagina D-14) kan ingesteld wor-
den voor het begin van de demonstratiemelodieën en dan kan
deze toon gebruikt worden om mee te spelen op het toetsen-
bord.
• De functies voor MIDI, lagen en splitsen zijn uitgeschakeld
tijdens weergave van een demonstratiemelodie.
R hu baRh
m
KEY LIGHT
TOUCH
GM
MEMORY
STEP
RESPONSE
Betreffende de display
5. Dit deel toont vingerzettingen, dynamische markeringen,
vingerkruistechnieken en andere vingerinformatie tijdens de 3-
staps les en melodiebankweergave. De letters “L” (links) en “R”
(rechts) verschijnen om de automatische begeleidingsdelen en
geheugensporen voor de linker- en de rechterhand aan te geven.
6. Dit deel toont maatnummer, maatslagnummer, een
grafische metronoom en de tempowaarde (maatslagen
per minuut) tijdens weergave van ritmes en de
automatische begeleiding en bij gebruik van het
geheugen. Tevens wordt hier de lesstapnummer
getoond tijdens de 3-staps les.
7. Dit deel toont de
akkoordnamen
tijdens
weergave van
de automatische
begeleiding en
de melodiebank.
3. Dit deel is de staafnotatiedisplay die noten aangeeft die op het
toetsenbord worden gespeeld of uit het geheugen, van
akkoordvormen en ontvangen MIDI data.*
1
Noten binnen het bereik
C
#
6 - C7 worden door de staafnotatiedisplay aangegeven als een
lagere octaaf samen met een octaaf omhoog-teken ( ).*
2
Bij gebruik van een pedaal verschijnt hier het ( ) teken telkens bij
indrukken van het pedaal.
*1 Ontvangen noten buiten het bereik C2 - C7 verschijnen niet in
de display.
*2 Noten binnen het bereik C2 - B2 worden niet getoond terwijl het
octaaf omhoog-teken ( ) in de display aangegeven wordt.
2. Dit deel toont het toonnummer en de -naam, het
ritmenummer en de -naam en het melodienummer en de
-naam. Het toont ook andere informatie bij gebruik van
de geheugenfunctie en andere functies. Indicators
verschijnen hier ook om aan te geven wat voor soort data
getoond wordt: TONE (toondata), RHYTHM (ritmedata)
en SONG BANK (melodiebankdata).
1. Een wijzer verschijnt naast een
functie die in gebruik is: toetsrespons
en klaviertoetslicht.
4. Een wijzer of
indicator verschijnt
naast een functie
die in gebruik is:
algemene MIDI
functie, lagen,
splitsing,
geheugen en stap.