● Automatische updates - Als u deze optie selecteert, voert Dell Command | Update automatisch updates op het systeem uit. Er
wordt elke drie dagen gecontroleerd op updates. Als er nieuwe updates worden gevonden, bepalen de instellingen onder Wanneer
updates zijn gevonden de acties die worden uitgevoerd.
● Wekelijkse updates - Als u deze optie selecteert, voert Dell Command | Update de updates één keer per week uit op het
systeem. U kunt De tijd selecteren en De dag van de week selecteren om de updates uit te voeren.
● Maandelijkse updates - Als u deze optie selecteert, voert Dell Command | Update de updates één keer per maand uit op het
systeem. U kunt De tijd selecteren en De dag van de maand selecteren om de updates uit te voeren.
OPMERKING: Als de geselecteerde dag voor een bepaalde maand niet beschikbaar is, worden de updates geïnstalleerd op de
laatste dag van die specifieke maand.
U kunt de uit te voeren actie selecteren en de weer te geven melding Wanneer updates zijn gevonden. De opties zijn:
a. Alleen kennisgeving - Waarschuwen wanneer updates beschikbaar zijn en klaar zijn om te worden geïnstalleerd.
b. Updates downloaden - Waarschuwen wanneer de updates gedownload zijn en klaar zijn om te worden geïnstalleerd.
c. Updates downloaden en installeren - Waarschuwen nadat de updates zijn geïnstalleerd.
4. Het gedeelte Nadat updates zijn toegepast biedt een optie om een tijdsinterval te kiezen waarin automatisch opnieuw wordt
opgestart als de geïnstalleerde updates een herstart van het systeem vereisen. De beschikbare opties zijn vijf minuten, vijftien minuten,
dertig minuten en één uur. De standaardwaarde is ingesteld op vijftien minuten.
5. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan of klik op ANNULEREN om de instellingen terug te draaien en terug te keren naar het
venster Welkom.
Nadat u de controle op updates hebt gepland en als er updates beschikbaar zijn, wordt de lijst met updates weergegeven in het
venster Klaar voor installatie.
OPMERKING: U moet Dell Command | Update afsluiten als u updateplanningen wilt uitvoeren.
De updatefilterinstellingen configureren
In het tabblad Updatefilter kunt u de filters configureren op basis van de updatefiltercriteria.
De instellingen van het updatefilter configureren:
1. Klik in de titelbalk op Instellingen.
2. Klik in het venster Instellingen op Updatefilter.
3. Selecteer een van de volgende opties onder Wat downloaden:
● Updates voor deze systeemconfiguratie (Aanbevolen) - Selecteer deze optie om alle beschikbare updates op te halen die
specifiek voor de configuratie van dit systeem bedoeld zijn.
● Alle updates voor dit systeemmodel - Selecteer deze optie om alle voor het systeemmodel beschikbare updates op te halen.
4. Selecteer onder Updates aanpassen het aanbevelingsniveau van de update, het type update en de apparaatcategorie.
5. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan of klik op ANNULEREN om de laatst opgeslagen instellingen te herstellen en terug te keren
naar het venster Welkom.
OPMERKING: Filters zijn niet van toepassing voor Dell Docking Solution-updates.
Instellingen importeren/exporteren
Via het tabblad Importeren/Exporteren kunt u de configuratie-instellingen opslaan in de vorm van een .xml-bestand. Met behulp van
een .xml-bestand kunt u de instellingen op een ander systeem overzetten en ook instellingen uit een ander systeem importeren. Met
deze .xml-bestanden kunt u gemeenschappelijke configuratie-instellingen voor alle geïnstalleerde instanties van Dell Command | Update
binnen de organisatie maken.
De configuratie-instellingen importeren of exporteren:
1. Klik in de titelbalk op Instellingen.
2. Klik in het venster Instellingen op Importeren/Exporteren.
3. Klik op EXPORTEREN om de instellingen voor Dell Command | Update in .xml-indeling op het systeem op te slaan.
4. Klik op IMPORTEREN om de instellingen voor Dell Command | Update uit een eerder geëxporteerd instellingenbestand te importeren.
5. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan of klik op ANNULEREN om de instellingen terug te draaien en terug te keren naar het
venster Welkom.
16
Dell Command | Update configureren