Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr. 99+3522.NL.80S.0
Maaicombinatie
NOVACAT 307 T ED / RC / RCB/ Coll
(Type 3522 : +..01001)
1500_NL-BLADZIJDE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document Aondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
INLEIDING
1700_NL-inleiding
Inleiding
Geachte gebruiker!
Met behulp van deze handleiding kunt u de machine leren
kennen. De handleiding informeert u bovendien op een
overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik,
onderhoud en reparatie. Het verdient daarom aanbeveling
om de handleiding te lezen.
De handleiding maakt deel uit van de machine. De hand-
leiding moet tijdens de levensduur van de machine op een
geschikte plaats worden bewaard en op ieder moment
voor het personeel toegankelijk zijn. Aanwijzingen over
nationale voorschriften met betrekking tot het voorkomen
van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming
moeten worden aangevuld.
Alle personen die de machine gebruiken, onderhouden
of transporteren, moeten deze handleiding, met name
de veiligheidsaanwijzigen, hebben gelezen en begrepen,
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Als de
handleiding niet wordt nageleefd, komen evt. garantieclaims
te vervallen.
Heeft u vragen met betrekking tot de inhoud van de
handleiding of andere vragen over de machine, neem dan
contact op met uw dealer.
Door tijdige en correcte onderhoud en reparatie overeen-
komstig de vastgelegde onderhoudsintervallen, wordt de
bedrijfs- en de verkeersveiligheid gegarandeerd. Ook komt
dit de betrouwbaarheid van de machine ten goede.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en toebe-
horen van Pöttinger of reserveonderdelen en toebehoren
die zijn goedgekeurd door Pöttinger. Van deze onderdelen
is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van Pöttinger vastgesteld. Wordt gebruik ge-
maakt van niet goedgekeurde onderdelen, dan komt de
garantie te vervallen. Om het prestatievermogen van de
machine ook op de langere duur te garanderen, verdient
het aanbeveling om de originele onderdelen ook na afloop
van de garantietermijn te gebruiken.
De productaansprakelijkheidswetgeving verplicht de produ-
cent en de dealer bij de verkoop van de machines een hand-
leiding mee te leveren en de klant bij de machine te instrueren
over de veiligheids- bedienings- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en
de handleiding is een bevestiging in de vorm van een over-
drachtsverklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring
bevindt zich bij de machine op het moment van aflevering.
In de zin van de productaansprakelijkheid is iedere zelf-
standige en landbouwer ondernemer. Bedrijfsschade in de
zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder
de aansprakelijkheid van Pöttinger. Als bedrijfsschade in
de zin van de productaansprakelijkheid geldt schade die
door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De handleiding maakt deel uit van de machine. Geef ze
daarom door aan volgende eigenaar van de machine.
De volgende eigenaar moet worden geïnstrueerd en op
genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw Pöttinger-serviceteam wenst u veel succes.
- 4 -
1800_NL-Inhalt_3522
NL
INNHOUD
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................... 4
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Veiligheidsaanwijzingen: ............................................ 5
WAARSCHUWINGSAFBEELDING
Betekenis van de waarschuwingstekens ................... 6
AANBOUW
Veiligheidsaanwijzingen ............................................. 8
Aanbouw aan de tractor ............................................. 8
Eerste montage van de machine ............................... 9
Hydrauliekaansluiting ................................................. 9
Cardanaslengte ......................................................... 9
Controle van het aandrijftoerental ........................... 10
INSTELLINGEN
Druk van de maaibalk aan de hoofdveren instellen ..11
Snijhoogte van de maaibalk instellen ........................11
Tandenkneuzer: Rotortoerental wijzigen .................. 12
Tandenkneuzer: Kneuzingsgraad instellen .............. 12
TRANSPORT EN ARBEIDSPOSITIE
Veranderen van transport- in werkpositie ................ 13
Veranderen van arbeidspositie in transportpositie ....14
Vervoer over de weg ................................................ 15
GEBRUIK
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen ............................ 16
Veiligheidsaanwijzingen ............................................17
Afgelegde zwaden met zijdelingse verspringing .......17
Zwadbreedte instellen .............................................. 18
ZIJAFVOERBAND
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 20
Rijden over de weg .................................................. 20
Functie van de zijafvoerband ................................... 20
Bediening van de zijafvoerband ............................... 21
Kabelboom zijafvoerband ........................................ 23
Hydraulisch schema zijafvoerband .......................... 24
Bedieningspaneel zijafvoerband .............................. 25
TANDENKNEUZER
Functiewijze ............................................................. 26
Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................... 26
Instelmogelijkheden ................................................. 26
Gebruik .................................................................... 28
Onderhoud ............................................................... 28
Rotortanden: ............................................................ 29
Af- en aanbouw van de kneuzer .............................. 29
WALSKNEUZER
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 30
Functiewijze ............................................................. 30
Overzicht .................................................................. 30
Instelmogelijkheden ................................................. 31
Gebruik .................................................................... 31
Onderhoud ............................................................... 32
Walskneuzer voor Collector ..................................... 35
AFKOPPELEN VAN DE MACHINE
Afkoppelen van de machine..................................... 36
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 37
Algemene onderhoudsaanwijzingen ........................ 37
Reinigen van machinedelen..................................... 37
Parkeren in de open lucht ........................................ 37
Winterklaar maken ................................................... 37
Cardanassen ........................................................... 38
Hydraulische installatie ............................................ 38
Slijtagecontrole van de maaimeshouder .................. 39
Houder voor het snel wisselen van messen ........... 40
Controle van de bevestiging van de messen .......... 40
Verwisselen van de messen .....................................41
Na de eerste bedrijfsuren ........................................ 42
Winterklaar maken ................................................... 42
Iedere 50 bedrijfsuren .............................................. 42
Olieverversing van de maaibalk ............................... 42
Onderhoud van de zijafvoerbanden ......................... 44
Inductieve sensor - zijafvoerband: ........................... 44
Verwerking van niet-bruikbare machine-onderdelen 44
Heffen van de machine ............................................ 45
Transmissie .............................................................. 46
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen ............ 47
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................. 48
Gebruik conform bestemming van de machine ....... 48
Typeplaatje............................................................... 49
Positie van het typeplaatje ....................................... 49
AANHANGSEL
Smeerschema .......................................................... 58
Smeermiddelen ........................................................ 59
Aanhaalkoppel ......................................................... 64
Luchtdruk ................................................................. 64
Stroomtoevoer ......................................................... 65
Aanbrengen van het schakelpaneel ......................... 65
Afstellen ................................................................... 66
Transmissie omdraaien ............................................ 66
- 5 -
1800_D-Veiligheid ANSI
NL
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk geeft aan dat de machine beantwoordt aan de machinerichtlijn en
andere toepasselijke EG-richtlijnen.
EG-conformiteitsverklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG-conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Veiligheidsaanwijzingen:
In de handleiding vindt u de volgende symbolen
met aanwijzingen:
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een dodelijk of een
levensbedreigend letsel.
• Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een zwaar letsel.
• Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een letsel.
• Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op materiële schade.
• Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Dergelijke teksten geven bijzondere aanbevelingen en
adviezen met betrekking tot het economisch gebruik
van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten geven u handelwijzen en advies inzake
milieubescherming.
Als (optie) aangegeven uitrustingen zijn alleen standaard
beschikbaar bij bepaalde uitvoeringen van de machine of
worden alleen voor bepaalde uitvoeringen als speciale
uitrusting geleverd of worden alleen in bepaalde landen
aangeboden.
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van de machine
en dienen te worden begrepen als principe-afbeelding.
Aanduidingen als links en rechts gelden altijd in rijrichting,
als niet anders blijkt uit tekst of beeld.
- 6 -
NL
1800_NL-Waarschuwingsafbeeldingen_3525
WAARSCHUWINGSAFBEELDING
Betekenis van de waarschuwingstekens
1
495.158/17
Raak nooit bewegende machinedelen aan.
Wacht totdat deze volledig tot stilstand zijn gekomen. 495158
2
bsb 447 410
Gevaar door rondslingerende delen bij een draaiende motor.
- veiligheidsafstand in acht nemen. 495152
3Sluit de bescherming voordat de cardanas wordt ingeschakeld -
verwondingsgevaar door rondvliegende delen 495167
4Hefpunt voor kraan 495404
- 7 -
NL
1800_NL-Waarschuwingsafbeeldingen_3525
5
Smeerplaats voor vet 494646
6
Lees de handleiding voor de eerste ingebruikname 494529
7
bewegen. 495171
8
Houd het zwenkbereik van de machine vrij - gevaar om door de
zwenkende machine te worden getroffen. 495157
9
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de motor
stopzetten en de contactsleutel verwijderen. 495165
- 8 -
NL
1800_NL-Aanbouw_3525
AANBOUW
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - door gebruik van een niet-
verkeersveilige of beschadigde machine
• Voor iedere ingebruikname moet het voer-
tuig worden gecontroleerd op verkeersveilig-
heid (verlichting, reminstallatie, beschermin-
gen, ...)!
• Messen, schroeven en kneuzer-tanden
controleren of ze goed vastzitten.
Verdere veiligheidsaanwijzingen zie bijlage-A1 pt. 1- 8.
Aanbouw aan de tractor
Uitgangspositie
355-08-04
1
2
13
9
8
3
4
7
62-00-14
Machine met steunpoot (7) op een vlakke ondergrond
neergezet, met bouten (8) losgemaakt en met veersluitpen
(10) beveiligd.
Aanbouw
• Dehydraulischehefarmen(U)zodanigvastzettendat
de machine niet zijwaarts kan wegzwenken.
- Tegen onrustige, instabiele naloop van de machine.
• Hefarmaandelasbocht(9)vandemachineaanbouwen
en op deze hoogte beveiligen.
De aanbouwhoogte komt overeen met de wegzethoogte
op stevige ondergrond.
• Veiligheidskettingaanbrengen:
Verbind de hefarm met de trekker via de veiligheidsketting
(1).
Aan de kant van de hefarm moet de veiligheidsketting
aan de binnenkant van de aanbouwbout worden
aangebracht
Aan de kant van de trekker kan daarover geen uitspraak
worden gedaan, omdat de trekkers te verschillend zijn
uitgevoerd.
017-18-006
1
TIP
Bij onbedoeld losgaan van de koppeling zorgt de
veiligheidsketting ervoor dat de aanhanger provisorisch
achter de trekker blijft lopen. Bovendien voorkomt de
veiligheidsketting dat de machine met de dissel de
bodem raakt.
Steunpoot (7) omhoogklappen: Pos A
- Steunpoot (7) boven met bout (8) losmaken en met
veersluitpen (10) beveiligen.
7
8
9
A
B
355-08-05
10
- 9 -
NL
1800_NL-Aanbouw_3525
AANBOUW
Hydraulische leidingen bij de tractor aansluiten
- Hydraulischekabelsdoordekabelvoering(13)brengen.
- De steekkoppelingen van de hydraulische leidingen
aankoppelen.
1 = Disselcilinder uitschuiven
2 = Disselcilinder inschuiven
3 = Wieldrager heffen
4 = Zijafvoerband heffen
f
Datum / Date
Name Benennung / Discription
AZB "Hydraulikanschlüsse"
e gez. / issued 11.10.2007 Seemann
d
c A4
H
C
00
Zeichnungsnummer / DrawingNo.
495.820
Revision
0
b
a
Blatt / von
Sheet / of
1 / 1
Status
SERIE
Datum/Date Nr. Name Datenblatt / Datasheet
Plot: 21.01.2016 15:57
Änderungen / Modification
A
llgemeine Anforderungen und Zeichnungsangaben siehe W N 007.022-1
G
eneral requirements and drawing enti ties refer to WN 007.022-1 © Pöttinger Landtechnik GmbH
AZB „hydraulic connections“
Ausführung laut
Design according to WN 007.025
Farben:
Schrift und Grafik: verkehrsschwarz RAL 9017
Hintergrund: verkehrsgelb RAL 1023
Zuschnittlinie
160
mm
80
mm
Elektra aansluiten
- Kabels door de kabelvoering (13) brengen
- Aansluiten
- Elektrische installatie: zie bijlage
Eerste montage van de machine
Hydrauliekaansluiting
De tractor moet ten minste beschikken over
- 1 dubbelwerkende (11) en
- 1 enkelwerkende (12)
hydraulischeaansluiting.
Cardanaslengte
Bij de eerste ingebruikname moet de lengte van de
cardanas worden gecontroleerd en eventueel worden
aangepast.
Zie ook hoofdstuk 'CARDANAS' in bijlage B of bijgevoegde
cardanas-handleiding.
TIP
Gebruik de juiste cardanas!
- 10 -
NL
1800_NL-Aanbouw_3525
AANBOUW
Controle van het aandrijftoerental
(aan de kant van de trekker)
TD8/95/6a
1000 rpm = Standaard-aandrijftoerental
De zwenkbare transmissie (SG) is vanaf de fabriek
voor het gebruik met dit toerental gemonteerd
(uitleveringssituatie).
1 cardanasomwenteling = 3 maaischijven-
omwentelingen
540 rpm
Als aan de trekker alleen het aandrijftoerental (540
rpm) mogelijk is, moet de transmissie (SG) worden
uitgebouwd en omgekeerd weer gemonteerd worden.
1 cardanasomwenteling = 6 maaischijven-
omwentelingen
1000 rpm
540 rpm
SG
S
H
TD24/95/47
• Daarbijdetrekdisselveiligsteunen!(bijv.meteen
stabiel houten blok 'H')
• Bescherming(S)aansluitendweermonteren
TIP
Verder zie hoofdstuk 'Transmissie omdraaien' in de
bijlage!
- 11 -
1700_NL-Instelling_3522
NL
Druk van de maaibalk aan de hoofdveren
instellen
y
x
355-08-08
11
Instelprocedure:
1. De kruk(12) uit de lasplaat (13) omhoogklappen.
2. Schroefspil op de juiste manier verdraaien.
3. Kruk (12) weer in de lasplaat vastzetten (13).
- In deze positie is de schroefspil beveiligd tegen
verdraaiing.
TIP
De bodem-druklast van de maaibalk moet ongeveer
150 kg bedragen (links en rechts ca. 75 kg)
INSTELLINGEN
Vereninstelmaat
Type
NOVACAT 307 T NOVACAT 3007 T NOVACAT 3507 T
x (mm) 160 155 145
y (mm) 300 220 200
TIP
Bij de veerinstelmaten betreft het richtwaarden. De
veerinstelmaten kunnen variëren afhankelijk van on-
derdeeltoleranties, bandendruk en bandafmeting. De
ontlastingsveren moeten eventueel aangepast worden.
Snijhoogte van de maaibalk instellen
Voor een optimale werking moet de instelling van de tele-
scopische-topstang 580 mm bedragen.
y
x
355-08-08
11
580 mm
De klep (14) dient als snijhoogteaanduiding en als ver-
draaibeveiliging.
- 12 -
1700_NL-Instelling_3522
NL
INSTELLINGEN
Instelprocedure:
1. De klep (14) omhoog zwenken.
2. Telescopische-topstang (11) overeenkomstig verdraaien
- Snijhoogte vergroten - naar rechts draaien
- Snijhoogte verkleinen - naar links draaien
3. De teleskopische-topstang met de klep (14) beveiligen
tegen verdraaien.
Tandenkneuzer: Rotortoerental wijzigen
355-08-09
A
B
Door omwisseling van de beide riemschijven (A) en (B)
kunt u het toerental van de kneuzer wijzigen van 1000 o/
min naar 700 o/min.
• Toerental1000o/min
Riemschijven boven ø 197 mm
Riemschijven onder ø 167 mm
(Standaardtoerental)
• Toerental700o/min
Riemschijven boven ø 167 mm
Riemschijven onder ø 197 mm
Dit toerental wordt aanbevolen bij bladrijk voeder.
Het voeder wordt niet zo erg geplet.
Tandenkneuzer: Kneuzingsgraad
instellen
Met de handhendel wordt de afstand tussen slaglijst en
rotor aangepast. Zo kan het kneuseffect gewijzigd worden.
3
2
1
0
355-08-15
• Indediepstestand(3)isdekneuzinghetefficiënts,
er wordt hard over het oppervlak van het maaigoed
gewreven. Het voer mag echter niet worden geplet.
• Hettegenovergesteldeisdebovenstestand(0)van
de val, er wordt slechts licht over het oppervlak van
het maaigoed gewreven.
De juiste instelling is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid
maaigoed, rijsnelheid en vermogen van de trekker.
Daarom kan op deze plaats geen bindende aanbeveling
worden gedaan omtrent de juiste hendelinstelling.
- 13 -
1800_NL-Transport-Arbeidspositie_3522
NL
TRANSPORT EN ARBEIDSPOSITIE
Veranderen van transport- in werkpositie
VOORZICHTIG
Risico op een verwonding door zwenken van de
machine
• Controleer het zwenkbereik van de machine
direct voor het zwenken.
• Er mogen zich geen personen bevinden
binnen het zwenkbereik of in de directe
omgeving ervan.
1. Hydraulischcircuitopenen
- Hendel in de positie E1 zwenken.
2. Machine uitzwenken
• Disselinpositie(A)zwenken
- Zwenkcilinder (4) helemaal uitschuiven
3. Machine laten zakken
• Hefcilinder(1)aanbeidekantenopenen
- Hendel in de positie A1 zwenken
- Hefcilinder (1) helemaal inschuiven
355-08-06
1
TD 495.732
A1
T1
5. Beugel zijwaartse bescherming (9) in
arbeidspositie naar beneden klappen (links
en rechts)
- Splitpen (10) verwijderen.
- Beschermbeugel neerklappen.
- 14 -
1800_NL-Transport-Arbeidspositie_3522
NL
TRANSPORT EN ARBEIDSPOSITIE
Veranderen van arbeidspositie in
transportpositie
GEVAAR
Levensgevaar - door roterende of wegslingerende
onderdelen
• Schakel voor het omstellen naar transport-
positie de aandrijving van de maaibalk uit.
• Wacht tot de maaibalk stilstaat voordat u in
transportpositie zwenkt.
GEVAAR
Levensgevaar - door bewegende onderdelen
• Controleer of het zwenkbereik vrij is en of
zich niemand in de gevarenzone bevindt.
AANWIJZING
Risico op materiële schade bij het wegzetten van
de machine
• Zet de machine niet weg als de flensvlakken
aan de dissel niet stevig aan elkaar vast
geschroefd zijn.
1.Machineheffen
• Hefcilinder(1)helemaaluitschuiven
• Hefcilinder(1)aanbeidekantenblokkeren
- Hendel in positie T1 zwenken
355-08-06
1
TD 495.732
A1
T1
2. Machine inzwenken
• Disselinpositie(T)zwenken
- Zwenkcilinder (4) helemaal inschuiven
3. Zijafvoerband laten zakken
4. Zijwaartse bescherming (9) opklappen en met
veersluitpen(10)borgen
5. Hydraulisch circuit vergrendelen
- Hendel in positie E2 zwenken
- 15 -
1800_NL-Transport-Arbeidspositie_3522
NL
TRANSPORT EN ARBEIDSPOSITIE
Vervoer over de weg
• Veiligheidsaanwijzingen: Zie bijlage A1:
Pt.1,3,4en6-9.
Kans op ongevallen door onbedoeld
uitzwenken van de machine tijdens een
transportrit.
• Bijtransportrittenmoethethydraulische
circuit altijd zijn vergrendeld (hendel in
pos. E2).
GEVAAR
Levensgevaar door onbedoeld zwenken van de
machine tijdens een transportrit in het verkeer.
• Blokkeer voor een rit over de weg het
hydraulische circuit met het blokkadeventiel
(hendel in positie E2)
• Openbarewegenalleenintransportpositie!
• Beschermbeugel(9)omhoogklappen.
- Splitpen (10) verwijderen.
- Veiligheidsbeugel omhoog klappen.
- Beveiligen met splitpen.
• Verlichtingenveiligheidsvoorzieningencontroleren.
- 16 -
NL
1800_NL-Gebruik_3522
GEBRUIK
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen
Na één bedrijfsuur
• Alleschroefverbindingenvandemessenaanhalen.
1. Controle
- De toestand van de messen en de bevestiging
controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie
hoofdstuk 'Onderhoud en reparaties').
2. Schakel de machine alleen in in arbeidspositie
en overschrijd het voorgeschreven
aftakastoerental afhankelijk van de transmissie:
540of1000omw/min.niet!
• De aftakasaandrijving alleen inschakelen als alle
veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen, afdekdoeken,
bekledingen enz.) zich in goede conditie bevinden en
op de juiste wijze aan de machine zijn aangebracht.
3. Let op de draairichting van de aftakas! Bij de
verkeerde draairichting draait de aandrijving
in de cardanasvrijloop leeg door.
4. Voorkom beschadigingen!
• Het te maaien veld moet vrij zijn van obstakels en
vreemde objecten. Vreemde objecten (bijv. grote stenen,
stukken hout, afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de
maaier beschadigen.
In geval van een botsing
• Directstoppenendeaandrijvinguitschakelen.
• Demachinezorgvuldigopbeschadigingencontroleren.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren.
• Indien nodig de machine door een vakman laten
repareren.
Na elk contact met vreemde objecten
• De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
• Allemesschroefverbindingenaanhalen.
5. Afstand houden bij draaiende motor.
bsb 447 410
- Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone
van de machine bevinden; er kunnen objecten worden
weggeslingerd.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op percelen met
veel stenen en in de omgeving van wegen.
6. Gehoorbeschermingdragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabines kan het
geluidsniveau op de werkplek afwijken van de gemeten
waarde (zie Technische gegevens).
• Wanneereengeluidsniveauvan85dB(A)wordtbereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV 1.1 § 2).
• Wanneereengeluidsniveauvan90dB(A)wordtbereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV 1.1 § 16).
7. Conditie van de V-snaar controleren.
Versleten en beschadigde V-snaren vervangen!
8. Bekabeling controleren
De schijf aan de drukveer moet zijn ingesteld op hoogte
controlemaat. De instelling gebeurt door de instelmoer
te verdraaien.
Daarna weer met contramoer borgen (zie hoofdstuk
'Onderhoud en reparaties').
9. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door het aandrijftoerental gelijkmatig te verhogen worden
systeembepaalde bijgeluiden in de vrijloopkoppeling
vermeden.
- De rijsnelheid moet worden aangepast aan de
terreinomstandigheden en het maaigoed.
TIP
Verder veiligheidsaanwijzingen zie bijlage A1.
- 17 -
1800_NL-Gebruik_3522
NL
GEBRUIK
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - door wegvliegende messen
• Na het eerste bedrijfsuur alle schroefverbin-
dingen van de messen controleren.
• Alle veiligheidsvoorziegingen controleren
voor de aanvang van het werk. Er moet
vooral op gelet worden dat de zijbescher-
mingen correct neergeklapt zijn in de positie
veldtransport.
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende onderdelen
bij het verwijderen van een verstopping, bij het
vervangen van messen of bij het instellen van de
machine tijdens het werk.
• Stop de bindmachine op een vlakke plaats
en rem de trekker af.
• Schakel de maaier in arbeidspositie uit.
• Controleer voor u achteraan naar het
apparaat gaat, dat de aftakas stilstaat, dat
de hydraulische aansluitingen drukloos
ingeschakeld zijn.
• Verwijder de sleutel van de trekker.
GEVAAR
Levensgevaar - door vallen van de machine
• Klim niet op de machine en klauter er niet
rond.
• Laat niemand op de machine klimmen of er
rond klauteren
• Controleer voor u wegrijdt of niemand zich
op de machine of in de gevarenzone van de
machine bevindt.
TIP
Verdere veiligheidsaanwijzigen zie bijlage A punt 1. - 7.)
Afgelegde zwaden met zijdelingse
verspringing
GEVAAR
Levensgevaar bij het zwenken van de machine
• Controleer het zwenkbereik van de machine
direct voor het zwenken.
• Er mogen zich geen personen bevinden in
het zwenkbereik of in de directe omgeving
ervan.
GEVAAR
Levensgevaar bij het draaien op een helling.
• Reduceer de snelheid bij het nemen van
bochten, vooral bij bochten naar links.
• Rij zodanig dat de maai-eenheid altijd hel-
ling-opwaarts is gepositioneerd.
• Vermijd draaimanoeuvres op hellingen. Op
een helling kunt u, indien mogelijk, beter
achteruit rijden dan een riskante draai te
maken.
Zwadplaten verstellen
VOORZICHTIG
Risico op verwonding door beknelling bij het
verstellen van de zwadplaten
• Controleer het zwenkbereik van de zwadpla-
ten direct voor het zwenken.
• Grijp niet in de instelopeningen.
1. Dissel in de arbeidspositie zwenken
- links of rechts
2. Regelventiel (ST) verder bedienen.
- Zwadplaten zwenken in de positie voor de afgelegde
zwaden rechts
TD 26/92/48
s
h
0
ST
3. Regelventiel (ST) in positie 'ZAKKEN' brengen (s)
- Zwadplaten zwenken in de positie voor de afgelegde
zwaden links
- 18 -
1800_NL-Gebruik_3522
NL
GEBRUIK
Afgelegde zwaden voor enkele zwaden
• Zwadplatennaarrechtszwenken
355-08-19
355-08-20
Afgelegde zwaden voor dubbele zwaden
• Zwadplatenafwisselendnaarlinksofrechtszwenken.
- De dubbele zwaden die ontstaan, kunnen worden
opgenomen door een grote pick-up
- bij de eerste rit zwadplaten naar rechts zwenken
- bij de tweede rit zwadplaten naar links zwenken
355-08-18
355-08-17
Zwadbreedte instellen
Zwadplaten instellen
- Zwadplaat (12) vergrendelen met klemhendel (13).
- Zwadplaat verstellen door het verschuiven van de
klemhendel.
- Vastzetten.
Stootplaat instellen
Met de stootplaat (15) kunt u de uitwerpbreedte van het
maaigoed wijzigen.
- Klemschroef (16) losdraaien
- Stootplaat in de gewenste positie brengen
- Vastzetten
Stand van de geleideplaten instellen
De geleideplaten (18) zijn over de totale breedte aan de
stootplaat gemonteerd. Met de geleideplaten kan de richting
van de voeruitwerp worden beïnvloed.
- Klemschroef (17) losdraaien
- Geleideplaat (18) in de gewenste positie brengen
- Vastzetten
- 19 -
1800_NL-Gebruik_3522
NL
GEBRUIK
Positie instellen van de zwad- en geleideplaten
De beneden beschreven instellingen moeten worden gezien
als basisinstelling. Een optimale instelling van de geleide-
platen kan eventueel pas in de praktijk worden vastgesteld,
omdat dit wordt bepaald door de verschillende soorten voer.
• Breedstrooien
- Zwadplaten (12) helemaal naar buiten zwenken
- Stand van de geleideplaten instellen
- zie afbeelding
355-08-27
• Zwadenvormen
- Zwadplaten (12) naar binnen zwenken
- Stand van de geleideplaten instellen
- zie afbeelding
355-08-29
AANWIJZING
Materiële schade - door te smalle instelling van de
zwad- en geleideplaten. Dit kan leiden tot:
- beschadiging van de V-snaar
- verhoogde benodigde kracht
- verstopping van de machine
• Instelling controleren en eventueel zwad- en
geleideplaten breder instellen
Aanwijzing!
Een foutieve instelling van de zwadplaten
en de geleideplaten heeft tot gevolg:
- verhoogde vermogensbehoefte
- verstopping van de machine
- beschadiging van de V-snaar
- 20 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Letselgevaar door bewegende of roterende
onderdelen.
Voer het onderhoud pas uit wanneer u het apparaat
• veilig en stabiel buiten bedrijf hebt gesteld
op een vlakke, vaste ondergrond.
• met wielblokken heeft beveiligd tegen weg-
rollen.
• de motor van de trekker uitgeschakeld is en
de aftakas stationair is.
• alle bewegende of roterende delen (in het
bijzonder de maaischijven) tot stilstand
gekomen zijn. (Hoortest!)
• de contactsleutel van de trekker uitgetrok-
ken is.
• Indien nodig de cardanas demonteren.
Levensgevaar wanneer men te lang onder de machine
blijft staan
• Onderdelen waaronder u zult blijven staan
goed ondersteunen.
AANWIJZING
Risico op materiële schade door verhoogde slijtage
als schroefverbindingen los raken
• Na de eerste bedrijfsuren alle bouten nat-
rekken.
Rijden over de weg
1. Alleen op openbare wegen rijden als de zijafvoerband
(Q2) omlaag is geklapt.
2. Zorg ervoor dat de zijafvoerband uitgeschakeld is.
355-08-32
Functie van de zijafvoerband
Beschrijving
Het gebruik van de zijafvoerband ondersteunt het verspron-
gen aanbrengen van een zwad. Het maaigoed wordt niet
direct achter de maaier geplaatst, maar de links, naast
de machine. Daardoor kan een dubbele zwad (S1, S2)
worden gemaakt. Deze kan worden opgenomen door
een grote pick-up
Gebruik
De zijafvoerband wordt bediend door een hydraulische
motor die wordt aangedreven door een hydraulische pomp
(boordhydraulica).
Regeling
De zijafvoerband wordt via een enkelvoudig stuurapparaat
aan de trekker gezwenkt.
Noodzakelijke hydrauliek-aansluiting
• enkelwerkendehydrauliek-aansluiting(groen)
- voor het omhoog kantelen van de zijafvoerband
1.Enkelezwadleggen(S1)
• zijafvoerbandomhooggekanteld(Q1)
355-08-30
Q1
S1
- 21 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
2.Dubbelezwadleggen(S1)
• zijafvoerbandomlaaggekanteld(Q2)
• Detweedezwad(S2)wordtnaastdeeerste(S1)gelegd
- Zwadbreedte 1,80 - 2,30 m
355-08-31
Q2
S1
S2
Bediening van de zijafvoerband
AANWIJZING
Risico op materiële schade door voortijdige slijtage
bij slecht passende zijafvoerband.
• Controleer regelmatig de bandloop (zie
hoofdstuk Onderhoud)
Overzicht
• mechanische variant
180-16-07
WG
B
• elektrische variant:
180-16-06
W
B
G
G.. Snelheidsinstelling van de zijafvoerband
W. acceleratiewals
B. Breedte-instelling van de zijafvoerband
Breedte-instelling van de zijafvoerband (B)
Schuif de zijafvoerband naar opzij om een optimale zwad-
breedte te bereiken.
- Schroeven op de beugel (B) losdraaien
- De zijafvoerband naar links of naar rechts
verschuiven
- Schroeven weer aanhalen
- 22 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
Instellen van de bandsnelheid (G)
• mechanische variant
aan ventiel (G) draaien (achter op de zijafvoerband)
• elektrische variant:
middels bedieningspaneel vanuit de trekker
TIP
elektrische zijafvoerband:
In normaal bedrijf moet het ventiel (G) gesloten blijven. De
bandsnelheid wordt geregeld vanaf het bedieningspaneel.
In geval van nood, als het bedieningspaneel niet functi-
oneert, kan de bandsnelheid via het ventiel (G) worden
geregeld.
1. Inschakelen van het bedieningspaneel op de
schakelaar (1). LED (2) licht groen op, als het
bedieningspaneel is ingeschakeld.
2. Bedienen van de draaiknop (3) op het bedieningspaneel
180-16-08
1
2
3
TIP
Als u het bedieningspaneel uitschakelt, schakelt u ook
de zijafvoerband uit.
Noodbediening:
in geval van een storing van de elektronica, kan de
snelheid van de zijafvoerband handmatig worden
aangepast via het ventiel (G) op het frame van de
zijafvoerband.
180-12-05
G
Acceleratiewals (W)
(Optioneel)
Acceleratiewalsen worden ingezet om het maaigoed verder
naar het midden te transporteren.
• Deacceleratiewalsenkunneninhoogteversteldworden
- Zo kan het uitwerpbreedte gewijzigd worden.
Instelling
- Schroef (1) verwijderen (voor en achter)
- Wals in de gewenste positie brengen
- Schroef (1) in het passende gat monteren een
vastdraaien
De wals moet op alle punten tegelijk worden losgemaakt.
- 23 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
Kabelboom zijafvoerband
1/7
-X1
2/7
3/7
4/7
5/7
6/7
7/7
Amphenol_7pole_male
1/2
-Y1
2/2
JP
T
2 Polig Buchse
1/3
-B1
2/3
3/3
282087-1_CPTRange
1
Y1 Prop Drossel
-Y1:1
-X1#1
/2.B3
2
+12 V Sensor
-B1:1
/2.B3
3
/2.B3
4
Sensor Signal
-B1:3
/2.B3
5
/2.B3
6
Sensor gnd
-B1:2
/2.B3
7
Power gnd
-Y1:2
Amphenol_7pole_male
/2.B3
1
+12 V Sensor
-X1:2
-B1#1
/2.A7
2
Sensor gnd
-X1:6
/2.A7
3
Sensor Signal
-X1:4
282087-1_CPTRange
/2.A7
1
Y1 Prop Drossel
-X1:1
-Y1#1
/2.B7
/2.B7
2
Power gnd
-X1:7
JP
T
2 Polig Buchse
/2.B7
/2.B7
V
erbindungsstecker
Bedienterminal
Positionssensor
Querförderband
Proportionalventil
Querförderband
A
C
B
Y1 Prop Drossel
+12 V Sensor
Sensor Signal
Sensor gnd
Power gnd
Y1 Prop Drossel
+12 V Sensor
Sensor Signal
Sensor gnd
Power gnd
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Grün/Gelb
Grün/Gelb
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Schwarz
Schwarz
1.00 mm²
Grün/Gelb
Grün/Gelb
9300 mm
250 mm
150 mm
180-16-01
Verbindingsstekker
bedieningsterminal
Positiesensor
zijafvoerband
Proportioneelklep
zijafvoerband
Legenda:
‘zwart’...zwart
‘groen/geel’...groen/geel
‘Y1 prop. klep...Y1 prop. klep
‘12 V sensor’...12 V sensor
‘Sensorsignaal’...Sensorsignaal
'Sensor grnd’...Sensor grnd
‘Power grnd’...Power grnd
- 24 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
Hydraulisch schema zijafvoerband
175bar
Antrieb QFB
445.411
Opon:
Antrieb Walze
445.412
445.000.0160
R
P
A
445.29
9
3
841.39.360.0
180-16-03
Optie
aandrijfwals
445.412
Aandrijving
zijafvoerband
445.411
- 25 -
1800-NL ZIJAFVOERBAND_3522
NL
ZIJAFVOERBAND
Bedieningspaneel zijafvoerband
Stecker X1
eingebaut
180-16-02
Stekker X2
zekering 3A
ingebouwd Stekker X1
Functiewijze
Doel van de kneuzer is om de waslaag (beschermlaag) van de grashalm af te wrijven. Hierdoor verliest het voer gemakkelijker
water en het droogt dus sneller. De kneuzing gebeurt met V-vormige tanden die spiraalvormig op de kneuzeras zijn
gepositioneerd. De intensiteit wordt via een stootplaat met kneuzerlijst ingesteld.
Aanduidingen:
(1) Verstelbare zwadplaten (2) Versteleenheid van de intensiteit
(3) Tandenrotor (4) Aandrijfeenheid
(5) Steunpoot
1
3
4
2
5
Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - wegens intrekkingsgevaar bij
roterende onderdelen.
• Open of verwijder nooit veiligheidsvoor-
zieningen zolang de motor loopt of zolang
onderdelen in beweging zijn.
Instelmogelijkheden
Voor een optimale aanpassing aan de
omgevingsomstandigheden moeten de volgende
instellingen worden uitgevoerd bij de tandenkneuzer:
Kneuzingseffect instellen:
Met de hendel (1) wordt de afstand tussen instellijst en
rotor versteld.
- Positie (3): de kneuzing is het meest effectief. Het
oppervlak van het maaigoed wordt sterk opgeruwd.
Het voer mag echter niet worden geplet.
- Positie (0): het oppervlak van het maaigoed wordt
slechts licht opgeruwd.
1
3
210
355-08-15
De juiste instelling is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid
maaigoed, rijsnelheid en vermogen van de trekker. Daarom
kan op deze plaats geen bindende aanbeveling worden
gedaan omtrent de juiste hendelinstelling.
- 26 -
1800-NL_TANDENKNEUZER_3525
NL
TANDENKNEUZER
Zwadbreedte instellen:
Het gemaaide en gekneusde maaigoed wordt met de
zwadplaten tot de gewenste zwadbreedte gevormd. De
zwadplaten kunnen worden versteld door de verstelschroef
(S) los te maken en te verstellen, links en rechts identiek
S
Positie instellen van de zwad- en geleideplaten
AANWIJZING
Materiële schade - door te smalle instelling van de
zwad- en geleideplaten. Dit kan leiden tot:
- beschadiging van de V-snaar
- verhoogde benodigde kracht
- verstopping van de machine
• Instelling controleren en eventueel zwad- en
geleideplaten breder instellen
De beneden beschreven instellingen moeten worden
gezien als basisinstelling. Een optimale instelling van de
geleideplaten kan eventueel pas in de praktijk worden
vastgesteld, omdat dit wordt bepaald door de verschillende
soorten voer.
Breedstrooien
- Zwadplaten (S) helemaal naar buiten zwenken
- Positie (B)
278-09-52
B
Zwaden vormen
- Zwadplaten (S) naar binnen zwenken
- Positie (L)
278-09-53
L
- 27 -
1800-NL_TANDENKNEUZER_3525
TANDENKNEUZER NL
Gebruik
GEVAAR
Levensgevaar - door wegvliegende onderdelen
• Verzeker u ervan dat ook andere personen
bij lopende motor voldoende veilige afstand
in acht nemen.
Rijsnelheid:
De rijsnelheid moet worden aangepast aan het voer. Een te
hoge snelheid vermindert de kwaliteit en de gelijkmatigheid
van de kneuzing.
Werkzaamheden zonder kneuzer:
Indien nodig kan de walskneuzer ook worden gedemonteerd
en worden vervangen door een kneuzer met stalen tanden
of een zwadvormer. (Meer informatie hierover bij de dealer)
Een machine met kneuzer is als eenheid met de juiste
veiligheidsvoorzieningen uitgerust. Wanneer de kneuzer
wordt gedemonteerd, is de maaieenheid niet meer helemaal
beschermd. In deze situatie mag niet worden gemaaid,
zonder dat extra veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht!
GEVAAR
Levensgevaar - bij demonteren kneuzer. Wanneer
de kneuzer gedemonteerd is, zijn de maaimessen
vrij toegankelijk.
• Voor het maaien zonder kneuzer moeten
beschermingselementen aan de maaibalk
worden gemonteerd die speciaal voor deze
situatie zijn bedoeld. Bij een nieuwe machi-
ne met kneuzer worden deze beschermings-
elementen niet standaard meegeleverd;
de delen moeten apart worden besteld (zie
reserveonderdelenlijst, bouwgroep ‘BE-
SCHERMING ACHTER’).
Onderhoud
GEVAAR
Levensgevaar - Een derde persoon neemt de trekker
in gebruik en rijdt weg of schakelt de cardanas in,
terwijl zij met het onderhoud bezig zijn.
• Voor onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden, de trekkermotor stopzetten en de
contactsleutel verwijderen.
GEVAAR
Levensgevaar - wegens intrekkingsgevaar bij
roterende onderdelen.
• Open of verwijder nooit veiligheidsvoor-
zieningen zolang de motor loopt of zolang
onderdelen in beweging zijn.
• Wacht tot de draaiende machineonderdelen
volledig tot stilstand gekomen zijn voor u
met reparatiewerkzaamheden begint.
• Draag nauw aansluitende kleding en draag
lang haar niet los wanneer u reparatiewerk-
zaamheden uitvoert.
Juiste snarenspanning:
Afm. X2 controleren
NOVACAT 261, NOVACAT 301 en NOVACAT
351:
X2 = 173 mm (zijdelingse maai-installatie)
X2
VOORZICHTIG
Risico op letsel bij het spannen van de snaren
• Let erop dat u bij het spannen van de
snaren niet wegglijdt of met lichaamsdelen
tussen snaar en rol beklemd raakt.
- 28 -
1800-NL_TANDENKNEUZER_3525
TANDENKNEUZER NL
Spanrolloop controleren
Controleer de loop van de spanrol na het eerste gebruik
en na elke verandering aan de aandrijving. De spanrol
moet parallel lopen met de aandrijfriem (zie afbeelding)
Rotortanden:
1. Vervangenvandetandbevestiging
Als de tandbevestiging sterke slijtage laat zien, dan moeten
de betroffen componenten worden vervangen. (tanden,
schroef, spanhuls,...)
2. Positie van de rotortanden
Pos. Z1: Stand van de rotortanden voor normaal gebruik.
Pos. Z2: Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als
het gewas zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (pos.Z2). Deze tandenpositie
lost in de meeste gevallen het probleem op. Het
kneuzingseffect wordt daardoor iets verkleind.
Af- en aanbouw van de kneuzer
De maai-eenheid is compatibel voor de aanbouw naar
keuze van een tandenkneuzer, een walskneuzer of een
zwadvormer. Afhankelijk van de aanbouweenheid zijn voor
de ombouw speciale procedures nodig.
Voor details zie hoofdstuk ‘KNEUZER VERVANGEN’
- 29 -
1800-NL_TANDENKNEUZER_3525
TANDENKNEUZER NL
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - wegens intrekkingsgevaar bij roterende onderdelen.
• Open of verwijder nooit veiligheidsvoorzieningen zolang de motor loopt of zolang onderdelen in
beweging zijn.
VOORZICHTIG
Risico op verwonding - door weggeslingerde onderdelen.
• Houd voldoende veilige afstand tot personen tijdens het maaien.
• Stop met werken als u de veiligheidsafstand niet kunt aanhouden.
TIP
Voordat de machine in gebruik wordt genomen moet het instructieboekje worden gelezen en in acht worden genomen,
met name waar het de veiligheidsaanwijzingen betreft.
Functiewijze
De walskneuzer is geschikt voor luzerne en klaversoorten. Twee aangedreven, in elkaar grijpende walsen kneuzen het
maaigoed. Daarbij wordt de natuurlijke waslaag van de planten beschadigd en hierdoor wordt de droogtijd verkort.
Overzicht
062-17-01
H
D
B
C
A
E
F
G
A
Legenda:
(A) Instelschroef kneusintensiteit (E) Eenheid hoofdaandrijving
(B) Instelhefboom zwadbreedte (F) Rubberwalsen
(C) Zwadplaten (G) Eenheid nevenaandrijving (bovenste wals)
(D) Instelschroef hoofdaandrijving (H) Instelschroef nevenaandrijving (bovenste wals)
- 30 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
WALSKNEUZER
Instelmogelijkheden
De walskneuzer wordt afgeleverd in positie kneuzen met
gemiddelde intensiteit. Voor een optimale aanpassing aan
de omstandigheden van het perceel kunnen de volgende
instellingen worden uitgevoerd:
Afstand van de walsen ten opzichte van elkaar:
zie overzicht (A)
224-16-12
224-16-12
1
X
De walsafstand wordt aan de linker en rechter kant iden-
tiek met de verstelschroef (1) ingesteld. Basisinstelling:
(X) = 45 mm
TIP
Vanwege bouwelementtoleranties kan ondanks de
basisinstelling een ongelijkmatige walsspleet ontstaan.
Controleer de spleet aan beide kanten en stel indien
nodig de verstelschroef (1) bij aan één kant.
Kneusintensiteit:
zie overzicht (A)
062-17-02
SE
WS
De bovenste wals is beweeglijk en wordt links en rechts
met een veer voorgespannen. De intensiteit van de veer-
voorspanning wordt met de moer (WS) ingesteld.
Standaardinstelling(SE):210mm
Zwadbreedte instellen:
zie overzicht (B)
ES
021-09-06
Het gemaaide en gekneusde maaigoed wordt met de
zwadplaten tot de gewenste zwadbreedte gevormd. De
zwadplaten worden links en rechts identiek versteld door
het losdraaien en verstellen van de verstelschroef (ES)
Gebruik
Rijsnelheid:
De rijsnelheid moet worden aangepast aan het voer. Een te
hoge snelheid vermindert de kwaliteit en de gelijkmatigheid
van de kneuzing.
Werken zonder walskneuzer:
Indien nodig kan de walskneuzer worden vervangen door
een kneuzer met stalen tanden. (Meer informatie hierover
bij de dealer)
Een machine met kneuzer is als eenheid met de juiste
veiligheidsvoorzieningen uitgerust. Zonder kneuzer mag
er niet worden gemaaid!
- 31 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
GEVAAR
Levensgevaar - bij demonteren kneuzer. Wanneer
de kneuzer gedemonteerd is, zijn de maaimessen
vrij toegankelijk.
• Voor het maaien zonder kneuzer moeten
beschermingselementen aan de maaibalk
worden gemonteerd die speciaal voor deze
situatie zijn bedoeld. Bij een nieuwe machi-
ne met kneuzer worden deze beschermings-
elementen niet standaard meegeleverd;
de delen moeten apart worden besteld (zie
reserveonderdelenlijst, bouwgroep ‘BE-
SCHERMING ACHTER’).
Onderhoud
GEVAAR
Levensgevaar - Een derde persoon neemt de trekker
in gebruik en rijdt weg of schakelt de cardanas in,
terwijl zij met het onderhoud bezig zijn.
• Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den de motor stopzetten en de contactsleu-
tel verwijderen.
GEVAAR
Levensgevaar - wegens intrekkingsgevaar bij
roterende onderdelen.
• Open of verwijder nooit veiligheidsvoor-
zieningen zolang de motor loopt of zolang
onderdelen in beweging zijn.
• Wacht tot de draaiende machineonderdelen
volledig tot stilstand gekomen zijn voor u
met reparatiewerkzaamheden begint.
• Draag nauw aansluitende kleding en draag
lang haar niet los wanneer u reparatiewerk-
zaamheden uitvoert.
Reinigen van de nevenaandrijving: om de 50
bedrijfsuren
zie overzicht (G)
062-17-02
4
5
• Deafdekkingen(4,5)vandeonderhoudsopeningenbij
de nevenaandrijving afdraaien
• Opgehooptvuilverwijderen
• Rubberwalsreinigen
AANWIJZING
Materiële schade - door vervuilde tandriem.
• Controleer en reinig de tandriem.
Reinigen van de hoofdaandrijving: (om de 50
bedrijfsuren)
zie overzicht (E)
• De afdekking van de onderhoudsopening bij de
kettingaandrijving afschroeven
• Opgehooptvuilverwijderen
• Rubberwalsreinigen
AANWIJZING
Materiële schade - door vervuilde tandriem.
• Controleer en reinig de tandriem.
- 32 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
Riemspanning aan de lange riem controleren:
zie overzicht (H)
• Basisinstelling:Dehuls(6)islichtdraaibaarenheeft
geen speling.
126-16-112
6
7
Riemspanning bij de lange riem wijzigen:
• Viamoer(7)instellen
Riemspanning aan de korte riem controleren:
zie overzicht (G)
• Basisinstelling:Beidepijlparen(8,9)staantegenover
elkaar.
126-16-112
8
9
Riemspanning bij de korte riem wijzigen:
• Schroeven(10)losmaken
• Viaschroef(11)instellen
• Schroeven(10)bijdemontageop85Nmvastdraaien.
126-16-112
10
11
Aandrijfriemen: (indien nodig):
zie overzicht (E)
SE
WS
021-09-12
Riemspanning controleren:
• Basisinstelling(SE):175mm
Riemspanning wijzigen:
• Schroef(WS)instellen
- 33 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
Riem vervangen:
Indien de aandrijfriemen zijn beschadigd of versleten,
dienen deze te worden vervangen. (Let op: altijd de
complete riemenset vervangen!)
• Riemspanninglosmaken.Terondersteuningkanmet
de mes-snelwissel-sleutel (1) de riemspanner worden
gedeactiveerd (afbeelding: 021-09-13)
• Riemvervangen
• Riemopnieuwspannen
Spanrolloop controleren
Controleer de loop van de spanrol na het eerste gebruik
en na elke verandering aan de aandrijving. De spanrol
moet parallel lopen met de aandrijfriem (zie afbeelding)
Smering bij hoofd- en nevenaandrijving:
Iedere 50 bedrijfsuren
De derde smeernippel van de lijst, in rijrichting gezien, is
alleen beschikbaar als de Collector is opgebouwd.
Hoofdaandrijving:
062-17-03
1
Rijrichting
3
1...Smeernippellijst
3...Smeernippel voor Collector
Nevenaandrijving:
062-17-04
1
Rijrichting
3
1...Smeernippellijst
3...Smeernippel voor Collector
- 34 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
Walskneuzer voor Collector
Als de maaicombinatie is uitgerust met een Collector, dan
is een eigen walskneuzer noodzakelijk. De verschillen zijn:
- grotere uitwerpopening
- extra wals
Uitwerphoek instellen:
AW
De extra wals beïnvloedt de maaigoed- uitwerphoek. Voor
het instellen van de uitwerphoek is de wals in hoogte
verschuifbaar.
- links en rechts de 4 schroeven (AW) losmaken
- wals in hoogte verstellen en fixeren
- 35 -
1800-D_WALSKNEUZER_3522/3525
WALSKNEUZER NL
- 36 -
1800_NL-Afkoppelen_3525
NL
Afkoppelen van de machine
WAARSCHUWING
Gevaar, risico op ernstige verwondingen of
beschadigingen door wegrollende of kantelende
machines
• Plaats de machine alleen op een stevige en
vlakke ondergrond.
• Plaats blokken om de machine tegen weg-
rollen te beveiligen
• Zet de machine stabiel neer.
• Gebruik een steunpoot om de machine
tegen kantelen te beveiligen.
• Beveilig de steunpoot op de juiste manier
met de bout.
Wegzetten
- Borgveren van de steunpoot aftrekken.
- Steunpoot (7) opzij zwenken en beveiligen: Pos. B
Met bout (8) fixeren en met borgveer (10) beveiligen.
7
8
9
A
B
355-08-05
10
- Met trekkerhydrauliek op de steunpoot laten zakken.
Elektrische installatie
- Stekker verwijderen.
Hydraulische installatie
- Hydraulische kabels van de trekker afkoppelen en
in de houders plaatsen.
Problemen bij het afkoppelen
- Om de restdruk te verlagen: Regelventiel kort in
positie 'Neerlaten' (S) instellen.
- Koppel de hydraulische leiding los.
TD 23/95/41
s
h
0
ST
Cardanas afkoppelen
- Motor afzetten.
- Aftakas uitschakelen.
- Stilstand afwachten: De maai-installatie loopt na het
uitschakelen nog ca. 30 seconden na.
- Cardanas demonteren
Hefarmdissel loskoppelen.
Machine met anti-diefstalbeveiliging beveiligen
1
2
1. Anti-diefstalbeveiliging (1) aan de dissel plaatsen.
2. Anti-diefstalbeveiliging met hangslot (2) beveiligen.
AFKOPPELEN VAN DE MACHINE
- 37 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open lucht moet blijven
staan, moeten de cylinderstangen worden gereinigd en
worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Reinigen van machinedelen
Let op! Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reinigen met te hoge druk kan beschadigingen aan de
lak veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Letselgevaar door bewegende of roterende
onderdelen.
Voer het onderhoud pas uit wanneer u het apparaat
• veilig en stabiel buiten bedrijf hebt gesteld
op een vlakke, vaste ondergrond.
• met wielblokken heeft beveiligd tegen weg-
rollen.
• de motor van de trekker uitgeschakeld is en
de aftakas stationair is.
• alle bewegende of roterende delen (in het
bijzonder de maaischijven) tot stilstand
gekomen zijn. (Hoortest!)
• de contactsleutel van de trekker uitgetrok-
ken is.
• Indien nodig de cardanas demonteren.
Levensgevaar wanneer men te lang onder de machine
blijft staan
• Onderdelen waaronder u zult blijven staan
goed ondersteunen.
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door lekkende olie
• Let op opengescheurde of klemzittende
plekken op de slang.
• Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
• Draag geschikte beschermende kleding.
AANWIJZING
Materiële schade door vuil in het hydraulisch systeem
• Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om de machine
gedurende langere tijd in goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten en moeren
natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Winterklaar maken
- De machine voor de winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
ALGEMEEN ONDERHOUD
- 38 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Hydraulische installatie
Let op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Nadeeerste10bedrijfsurenenallevolgende50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op lekkage
en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangen zijn onderhevig aan een natuurlijke veroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
ALGEMEEN ONDERHOUD
NL
ONDERHOUD
- 39 -
1700-NL ZICHTCONTROLE (379)
Slijtagecontrole van de maaimeshouder
Slijtagedelen zijn:
•Messenhouders(30)
•Mesbouten(31)
Stappen – zichtcontrole
1. Messenverwijderen.
2. Voederresten en vuil verwijderen.
- rondom de bouten (31).
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende onderdelen,
wanneer
-demesboutinhetmiddelstegedeelte15mm
afgesleten is
- het slijtagebereik (30a) de rand van de boring
heeft bereikt.
- de mesbout in het onderste gedeelte (30b)
afgesleten is
- de mesbout niet meer vastzit
• Controleer de houders van de maaimessen
voor elke inbedrijfname, regelmatig tijdens
het gebruik, meteen wanneer u op een vaste
hindernis bent gereden (bijv. Steen, stuk
hout, metaal …). Indien u één of meerdere
slijtagetekenen vaststelt mag niet meer
worden doorgemaaid.
• Versleten onderdelen onmiddellijk vervan-
gen door nieuwe originele onderdelen van
ttinger.
• De mesbouten en de moeren met een
kracht van 120 Nm vastzetten.
NL
ONDERHOUD
- 40 -
1700-NL MESSEN_3841
Houder voor het snel wisselen van messen
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende onderdelen,
wanneer
- de maaimessen aan een
maaischijf ongelijkmatig slijten
(gevaar voor uit balans raken).
Vervang beide maaimessen van deze
maaischijf door originele onderdelen van
Pöttinger!
- de maaimessen verbogen,
beschadigd of versleten zijn.
Vervang de betreffende maaimessen!
- de meshouders (30) verbogen,
beschadigd of versleten zijn.
Vervang de betreffende meshouders!
• Controleer de maaimessen en meshouders
regelmatig.
Controle van de bevestiging van de
messen
- Normale controle om de 50 uur.
- Vaker controleren tijdens maaien op steenachtige velden
of tijdens maaien onder moeilijke omstandigheden.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv.
stenen, stukken hout, ...).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk 'Messen
verwisselen'
NL
ONDERHOUD
- 41 -
1700-NL MESSEN_3841
Verwisselen van de messen
1. Hendel (H) van de linkse of rechtse kant tot de aanslag
aan de maaischijf "pos. A" instellen.
2. Hendel van "pos. A" naar "pos. B" zwenken en de
beweeglijke houder (30) naar onder drukken.
Pos A
Pos B
3. Mes (M) verwijderen.
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
5. Controle
• Mesbouten (31) op beschadiging, slijtage en goed
vastzitten
- de houder (30) op beschadigingen, verbuiging en
goed vastzitten
- bus (32) op beschadigingen.
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Mes monteren
7. Zichtcontrole! Controleer of het mes (M) juist tussen de
mesbout (31) en de houder (30) is aangebracht (zie
afbeelding).
8. Hefboom (H) weer naar stand "A" zwenken en
verwijderen.
- 42 -
1800-NL Onderhoud_3522
ONDERHOUD NL
Na de eerste bedrijfsuren
• Alleschroevenaandraaien.
Vooral de wielmoeren en messchroeven
moeten worden gecontroleerd.
AANWIJZING
Risico op materiële schade door versterkte slijtage
bij losgaande schroefverbindingen.
• Na de eerste bedrijfsuren alle bouten
natrekken.
• Bij de banden steeds de voorgeschreven
luchtdruk (2 bar) aanhouden.
AANWIJZING
Risico op materiële schade door te geringe
bandenspanning
• Controleer de luchtdruk regelmatig
• V-snaarspanningcontrolerenofaanpassen:
VOORZICHTIG
Risico op letsel bij het spannen van de snaren
• Let erop dat u bij het spannen van de
snaren niet wegglijdt of met lichaamsde-
len tussen snaar en rol beklemd raakt.
- Na vervanging V-snaar
Instellen:
- Contra-moer losmaken
- V-snaarspanning met spanmoer (S) instellen
Aanspannen: Naar rechts draaien,
Losmaken: Naar links draaien,
- Vastzetten met contramoer.
355-08-14
182 mm
Winterklaar maken
- Machine grondig reinigen.
- Alle smeerpunten volgens smeerschema smeren.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
Iedere 50 bedrijfsuren
- Alle smeernippels volgens smeerschema smeren.
- De beide cardanassen in de machine smeren.
(zie smeerschema)
De schuifprofielen uit elkaar halen en goed invetten.
Olieverversing van de maaibalk
Na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna iedere 500
bedrijfsuren of jaarlijks.
TIP
Olie verversen als deze op bedrijfstemperatuur is.
De olie is in koude toestand niet voldoende vloeibaar. Er
blijft dan teveel oude olie aan de tandwielen hechten en
daardoor worden de aanwezige zwevende deeltjes niet
uit de aandrijving verwijderd.
Olie aftappen:
- Aangezien de olie in de buurt van aftapschroef wordt
verzameld, moet maaibalk aan de rechterkant worden
opgetild.
- Olie-aftapplug (62) verwijderen, de afgewerkte olie weg
laten lopen en op een passende manier verwerken.
Olie bijvullen:
NOVACAT 307 T, NOVACAT 3007 T
Vulhoeveelheid: 3,0 Liter: SAE 90 EP
NOVACAT 3507 T
Vulhoeveelheid: 3,5 Liter: SAE 90 EP peilcontrole 10
cm optillen
- 43 -
1800-NL Onderhoud_3522
ONDERHOUD NL
1. Maaibalk aan één kant (ter grootte van X3)
heffen en steunen.
X3 = X2 + X1
X1 = afstand van de bodem tot de bovenzijde van de
kuip rechts
X2 = afstand van de bovenzijde van de kuip links tot de
bovenkant van de kuip rechts
X3
X1
X2
X3
X1
X2
NOVACAT 307 T: X2 = 300 mm
NOVACAT 3007 T: X2 = 300 mm
NOVACAT 3507 T: X2 = 300 mm
• Dekantwaarzichdeolievulschroefbevindt,blijft
op de bodem.
• Demaaibalkaandeanderekant(X1)heffenenmet
passende hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalkindezepositieca.15minutenlaten
staan.
•Dezetijdisnodigomalleolieonderindemaaibalk
te laten zakken.
3. Olievulplug(63)uitnemen.
Oliepeil via de opening (63) meten.
4. Oliepeil controleren
AANWIJZING
Materiële schade door niet correcte oliehoeveelheid
• Het peilen van de olie moet zorgvuldig en
exact gebeuren.
• Let erop dat de maaibalk onder een langs-
zijde wordt opgekrikt.
• De maaibalk moet in de breedte in horizon-
tale positie zijn. (zie afbeelding)
4.1OliepeilcontrolevoorNOVACAT3507T
Het oliepeil is correct als de olie tot aan de onderkant van
de vulschroef (63) komt.
TD17/99/10
OIL LEVEL
4.2. Oliepeilcontrole voor NOVACAT 307 T en
3007 T
Het oliepeil is correct als x= 16 mm.
X is de oliediepte aan de onderrand van de olievulschroef
(63)
OIL LEVEL
x
169-16-06
x
- 44 -
1800-NL Onderhoud_3522
ONDERHOUD NL
5. Olie bijvullen
De ontbrekende hoeveelheid olie bijvullen.
AANWIJZING
Materiële schade door teveel olie
• Verwijder de overtollige hoeveelheid olie om
oververhitting van de maaibalk te voorko-
men.
AANWIJZING
Materiële schade door te weinig olie
• Vul de ontbrekende hoeveelheid olie bij om
de noodzakelijke smering te waarborgen.
Onderhoud van de zijafvoerbanden
AANWIJZING
Materiële schade door schampende zijafvoerband
• De band moet op beide walsen in het mid-
den zitten.
• De band mag niet langs het frame scham-
pen.
• Controleer de bandloop na de eerste 10, 25
en 50 uur. Daarna om de 50 uur.
• Bandspanning instellen door de gatenschijf (L) te
verdraaien
• Depositievandewalseninstellendoorhetspanblok
(S) te verschuiven
- Wals zo instellen dat de band over het midden loopt
Mogelijke oorzaken voor een te hoge bandslijtage:
- Bandspanning te gering
- Band loopt niet over het midden
Bandspanning instellen
• Debandmetca.0,4–0,5%voorspannen
Instelaanwijzing:
- Aan losgemaakte band 2000mm markeren (zie
tekening)
- De band spannen tot de gemarkeerde afstand 2008
– 2010mm bereikt.
Inductieve sensor - zijafvoerband:
De inductieve sensor brengt de zijafvoerband afhankelijk
van de positie omhoog en en omlaag.
Omlaag geklapt: Zijafvoerband naar binnen
Omhoog geklapt: Zijafvoerband naar buiten
180_16_04
4mm
Instelmaat: 4mm
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen
Machines en machine-onderdelen die niet meer bruikbaar
zijn, dienen volgens de wettelijke voorschriften met betrek-
king tot afvalverwerking te worden afgevoerd.
- 45 -
1800-NL Onderhoud_3522
ONDERHOUD NL
Heffen van de machine
De machine mag alleen aan punt 1, zie afbeelding, met
een wagenhefinrichting worden geheven. Dit punt bevindt
zich in de omgeving van de as aan de linker en de rechter
zijde van de machine.
1
- 46 -
1500-NL-TRANSMISSIE_3522
ONDERHOUD NL
Transmissie
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
- De hoeveelheid olie moet, onder normale
bedrijfsomstandigheden, jaarlijks worden bijgevuld.
- Olie verversen op zijn laatst na 300 hectare.
Aandrijfkast
bestaat uit een bovenste en een onderste blok:
Vulhoeveelheid: 2 x 1,5 liter: SAE 90
- om de 50 bedrijfsuren met vet (IV) smeren
475_15_03
1
1
3
3
2
2
Zijtransmissie
bestaat uit 2 blokken
Blok A: Vulhoeveelheid: 0,75 liter: SAE 85W-
901
1
3
2
A
Blok B: Vulhoeveelheid: 1,7 liter: SAE 85W-90
B
1
2
3
Olie bijvullen:
- Olie-bijvulschroef (1) verwijderen en olie "SAE 90"
bijvullen tot de niveauschroef (2).
Olie verversen:
- Olie-bijvulschroef (3) verwijderen, de oude olie laten
weglopen en volgens de richtlijnen afvoeren.
- Olie-aftapplug (3) weer indraaien.
- Olie tot niveauschroef (2) bijvullen.
Aanwijzing:
Een geringe vetafgave is normaal en
heeft geen invloed op de werking van
de transmissie.
NL
TAPER SPANBUSSEN
0800-NL Taper Scheibe_3525 - 47 -
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper spanbus als ook
de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten aansluiten (halve
boringen met schroefdraad moeten telkens tegenover een halve, gladde boring
staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus op de gewenste
plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan leggen. Tussen de
inlegspie en de spiebaan moet een speling aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of cilinderbouten gelijkmatig
met de in de tabel aangegeven draaimomenten aantrekken.
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de bouten controleren en
eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet gebruikte boringen
met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er helemaal uitdraaien, inoliën
en in de uitdrukopeningen indraaien (pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en houden tot de bus uit de
naaf loslaat en de schijf vrij op de as is te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
355-08-09
49 Nm
49 Nm
- 48 -
1800_NL-TechGegevens_3522
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Noodzakelijke aansluitingen
• 1dubbelehydraulischestekkeraansluiting
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
• 1enkelwerkendehydraulischesteekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
• 7-poligeaansluitingvoordeverlichtingsinrichting(12
Volt)
• 3-poligeaansluiting(12volt)
Beschrijving NOVACAT 307 T ED
Type3522
Werkbreedte [mm] 3040
Transportbreedte [mm] 3000
Transporthoogte [mm] 2080
Transportlengte [mm] 6100 (72001)
Bodemvrijheid (transport) [mm] 500
Capaciteit [ha/h] 3,6
Gewicht - met kneuzer ED
met zijafvoerband (Collector)
[kg]
[kg]
1850
2250
Vermogen van de trekker vanaf [kW/pk] 55 / 75
Toerental [omw./min.] 1000 / 540
Bandenmaat 350/50 - 16
Aantal maaischijven 7
Messen per maaischijf 2
Continu geluidsniveau [dB(A)] 82,9
Technische gegevens
Alle gegevens niet bindend
1) met zijafvoerband
Gebruik conform bestemming van de machine
De maaimachine ‘NOVACAT 307 T ED (type 3522)’ is uitsluitend bedoeld voor de gebruikelijke toepassingen voor
landbouwkundige doeleinden.
• Voorhetmaaienvanweilandenenveldgewassen.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
•Totgebruikconformbestemmingbehoortookhetnakomenvandedoordefabrikantvoorgeschrevenonderhouds-en
reparatievoorwaarden.
- 49 -
1800_NL-TechGegevens_3522
TECHNISCHE GEGEVENS NL
Typeplaatje
Hetchassisnummeristevindenophettypeplaatje,zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserveonderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer
van het voertuig of de machine direct na aankoop op het
titelblad van de handleiding over te nemen.
Positie van het typeplaatje
Hettypeplaatjebevindtachteropde machine,aan het
frame, in rijrichting rechts. (zie afbeelding)
1
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
Umaaktdebeslissing‘Original’of‘namaak?Debeslissingwordtvaakopgrondvan
deprijsgenomen.Een‘goedkopeaanschaf’kanechterzeerduurworden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
• Kwaliteitennauwkeurigepassing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaarfunctioneren
• Lagerelevensduur
- Economisch werken
• Beschikbaarheidvan de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 52 -
1700_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
BIJLAGE -A NL
TIP
In deze handleiding worden alle plaatsen waarop de
veiligheid van personen betrekking heeft met dit symbool
aangeduid.
1)Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine. Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats
waar de machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar
is.
b. Bewaar de handleiding gedurende de gehele levensduur
van de machine.
c. Als de machine wordt verkocht of geruild, geef ze dan
met de machine mee.
d. Houd de veiligheids- en gevarenaanwijzingen op
de machine volledig en in leesbare toestand. De
gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig gebruik
van de machine en dienen dus uw eigen veiligheid.
2) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en mentaal geschikt zijn
en die erin geschoold of opgeleid zijn, mogen met de
machine werken.
b. Personeel dat noch geschoold, getraind of opgeleid is
of dat een algemene opleiding volgt, mag alleen onder
toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine
werken.
c. Controle-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding worden alleen onderhouds-,
service- en reparatiewerkzaamheden beschreven die
de exploitant zelfstandig kan uitvoeren. Alle andere
werkzaamheden mogen alleen door een vakmonteur
worden uitgevoerd.
b. Reparaties van het elektrische of hydraulische
systeem, voorgespannen veren, drukaccumulatoren,
enz.vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
montagegereedschap en beschermende kleding en
mogen alleen door een vakmonteur worden uitgevoerd.
4.) Aanpassingswerkzaamheden
a. Breng geen eigenmachtige aan- en ombouwingen of
veranderingen aan de machine aan. Dit geldt ook voor
de inbouw en de instelling van veiligheidsvoorzieningen
en voor het lassen of boren aan dragende delen.
5) Gebruik conform bestemming
a. Zie de technische gegevens
b. Het gebruik conform bestemming omvat ook de
inachtneming van de door de fabrikant voorgeschreven
gebruiks-, service- en onderhoudsvoorschriften.
6)Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
ontworpen voor de machines of apparaten.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenmachtige veranderingen, evenals het gebruik
van bouw- en aanbouwdelen aan de machine sluiten
de aansprakelijkheid van de fabrikant uit.
7) Veiligheidsvoorzieningen
a. Alle veiligheidsvoorzieningen moeten op de machine
worden aangebracht en moeten in goede toestand
zijn. Versleten en beschadigde afschermingen en
beveiligingen dienen onmiddellijk te worden vervangen.
8) Vóór de inbedrijfstelling
a. Voor de aanvang van het werk moet de operator zich
vertrouwd maken met alle bedieningsinrichtingen en
met de werking ervan. Tijden het werk is dit te laat!
b. Controleer vóór elke inbedrijfstelling het voertuig of de
machine op verkeers- en bedrijfsveiligheid.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
- 53 -
1700_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
BIJLAGE -A NL
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
9) Asbest
a. Bepaalde ingekochte onderdelen van het voertuig
kunnen om technische redenen asbest bevatten. Let
op de markering van reserveonderdelen.
10)Personenmeenemenisverboden
a. Het is niet toegestaan personen mee te nemen op de
machine.
b. De machine mag alleen in de beschreven positie voor
wegvervoer op openbare wegen worden vervoerd.
11)Rijprestatiesmetaanhangwagens
a. De trekker moet vooraan of achteraan van voldoende
ballast worden voorzien om de stuur- en remvaardigheid
tewaarborgen(min.20%vanhetgewichtvandetrekker
op de vooras.
20%
Kg
b. De rijprestaties worden beïnvloed door de rijbaan en
de aanbouwmachines. De manier van rijden moet
worden aangepast aan de respectieve terrein- en
bodemomstandigheden.
c. Houd bij het nemen van bochten met een aanhangwagen
ook rekening met de uitstekende lading en de
bewegende massa van de machine!
d. Houd bij het nemen van bochten met aan de trekker
gekoppelde of gemonteerde machines ook rekening
met de verder uitstekende lading en de bewegende
massa van de machine!
12)Algemeen
a. Alvorens machines aan de driepuntsophanging te
koppelen, de positiebedieningshefboom in de stand
brengen waarin heffen of neerlaten uitgesloten is!
b. Bij het koppelen van de machine aan de trekker bestaat
het risico een verwonding op te lopen!
c. Binnen het bereik van de driepuntskoppeling bestaat
het risico een verwonding op te lopen door verplettering
en knelling!
d. Bij gebruik van de buitenbediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen de trekker en de machine
gaan staan!
e. De geleide as alleen aan- of afkoppelen wanneer de
motor uitgeschakeld is.
f. Bij het rijden op de weg met de machine opgeheven,
moet de bedieningshendel worden vergrendeld tegen
neerlaten.
g. Alvorens de trekker te verlaten, aanbouwmachines op
de grond laten zakken. De contactsleutel uittrekken!
h. Niemand mag tussen de trekker en de machine gaan
staan zonder dat het voertuig tegen wegrollen beveiligd
is door middel van de parkeerrem en/of met wielblokken.
i. Voor alle onderhouds-, service- en
ombouwwerkzaamheden de aandrijfmotor uitzetten
en de aandrijfkoppeling verwijderen.
13)Reinigingvandemachine
a. Geen hogedrukreiniger gebruiken voor de reiniging van
lager- en hydraulische onderdelen.
- B1 -
1800_ NL-Cardanas_3525
NL
CARDANAS
Aanhangsel - B
Blokkeerketting
- Beschermbuis van de cardanas borgen tegen meedraaien.
Op een voldoende zwenkbereik van de cardanas letten!
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane afta-
kastoerental niet worden overschreden.
- Na het uitschakelen van de aftakas kan de gemonteerde
machine nalopen. Pas wanneer deze volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
- Bij het uitschakelen van de machine moet de cardanas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden beveiligd. De veiligheidsketting (H)
niet gebruiken voor het ophangen van de cardanas.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70°.
Normale koppeling:
Maximale hoek bij stilstand 90°.
Maximale hoek bij werking 35°.
Cardanas aanpassen
AANWIJZING
Beschadigingen - door minderwaardige
reserveonderdelen
• Gebruik alleen de opgegeven of meegele-
verde cardanas, anders hebt u geen recht
op garantie bij eventuele schade.
De juiste lengte wordt bepaald door de cardanas-helften
naast elkaar te houden.
Passend maken
- Voor de lengteaanpassing de cardanas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
•Lengte(L1)nietoverschrijden
- Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min. 1/2 X)
nastreven
• Beschermingsbuisbinnenenbuitengelijkmatiginkorten
• Overbelastingsbescherming (2) aan apparaatzijde
plaatsen!
• Voor elk gebruik van de cardanas controleren, of de
gaffels goed vergrendeld zijn.
- B1 -
1800_ NL-Cardanas_3525
NL
CARDANAS
Aanhangsel - B
Belangrijk voor cardanassen met een
platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten gebruik
te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking controleren.
a) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden.
Koppeling doordraaien.
c) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Onderhoud
GEVAAR
Levensgevaar - door versleten afdekkingen
• Versleten afdekkingen meteen vernieuwen
- Voor iedere ingebruikname en om de 250 bedrijfsuren
doorsmeren met kwaliteitsvet.
- Gedurende langere rustperiodes cardanas schoonmaken
en doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat deze vastvriezen.
250 h
FETT
0900_Schmierplan_3522 - 56 -
0900_Schmierplan_3522 - 57 -
163
mm
± 20
TD93/99/21
OIL
LEVEL
D
Maschinen mit Querförderband
Ölwechsel alle 2 Jahre (oder max. 4000 ha)
DK
Maskiner med tværgående transportbånd
Udskift olien hvert 2. år (eller for maks. hver 4000 ha)
F
Machines avec tapis groupeur d’andains
Vidanger l’huile tous les 2 ans (ou max. 4000 ha)
GB
Machines with Cross conveyor
Change oil after 2 years (or max. 4000 ha)
NL
Machines met zijafvoerband
oliewissel om de twee jaren of na 4000 hectares
E
Máquinas con cinta transportadora transversal
Cambio de aceita cada 2 años (o máx. a las 4000 ha).
RUS
Машины с поперечным ленточным конвейером
Замена масла через каждые 2 года (или макс. 4000 га)
CZ
Stroj se shazovacÌm dopravnÌkem
V˝mÏna oleje kaûdÈ 2 roky (nebo max. 4000 ha)
PL
Maszyny z bieøniπ poprzecznπ
Wymiana oleju co 2 lata (lub max. 4000 ha)
S
Maskiner med tvärmatningsband
Oljebyte vart annat år (eller max. 4000 ha)
H
Gépek szállítószalaggal
Olajcsere minden 2 év után (vagy max. 4000 ha után)
UA
Машини з поперечним стрічковим транспортером
Заміна масла кожні 2 роки (або макс. 4000 га)
I
Macchine con nastro trasportatore trasversale
Cambio dell’olio ogni 2 anni (oppure ogni 4.000 ha al massimo)
GR
Μηχανές με εγκάρσιο ιμάντα μεταφοράς
Αλλαγή λαδιών κάθε 2 έτη (ή το αργότερο μετά από 4000
ώρες λειτουργίας)
EE
Transportöörlindiga masinad
Õli vahetus iga 2 aasta järel (või maks 4000 ha)
TR
Çapraz taşıma bandına sahip makineler
Her 2 yılda (veya en geç 4000 saatte) bir yağ değişimi
FIN
Poikittaisella kuljetushihnalla varustetut koneet
Öljynvaihto 2 vuoden välein (tai kork. 4000 ha)
LV
Mašīnas, kas aprīkotas ar šķērsu lentes konveijeru
Eļļas maiņa ik pēc 2 gadiem (vai maks. 4000 ha)
N
Maskiner med tversgående transportbånd
Oljeskift hvert 2. år (eller maks. 4000 ha)
P
Máquinas com cinta transportadora transversal
Mudança do óleo a cada 2 anos (ou no máx. após 4000 ha)
SK
Stroje s priečnym dopravníkom
Výmena oleja každé 2 roky (alebo max. 4000 ha)
OIL: 26 Liter
SAE 10W-30
Smeerschema
Xh alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
 1J 1 x jaarlijks
 100ha alle 100 hectaren
BB Indien nodig
FETT
VET
Olie
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(III), (IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
[l] Liter
Variante
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
 Rotaties per minuut
15 mm
10 mm
100-12-06
Peilstok altijd tot aan de aanslag inschroeven
- 59 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave2013
Smeermiddelen
code I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VII
caratteristica richiesta di
qualità HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5 Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K) Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R) smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 60 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
AGIP OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO
- ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140 * B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90 ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
AVIA
GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB
SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30 GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE
GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS •TITANHYD1030
•AGRIFARMSTOUMC10W-30
•AGRIFARMUTTOMP
•PLANTOHYD40N***
•AGRIFARMSTOUMC10W-30
•TITANUNIVERSALHD
•AGRIFARMGEAR80W90
•AGRIAFRMGEAR85W-140
•AGRIFARMGEARLS90
•AGRIFARMHITEC2
•AGRIFARMPROTEC2
•RENOLITMP
•RENOLITFLM2
•PLANTOGEL2-N
•AGRIFARMFLOWTEC
000
•RENOLITSO-GFO35
• RENOLIT DURAPLEX
EP 00
•PLANTOGEL00N
• RENOLIT
DURAPLEX EP 1 • AGRIFARM GEAR
8090
• AGRIFARM GEAR
85W-140
• AGRIFARM GEAR
LS90
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
- 61 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
SHELL TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140 * Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1 HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174 FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
- 62 -
0800_Rotor_3525
D
Zusammenbauanleitung
• Zinken(2)immerpaarweiseauswechseln(Unwuchtgefahr)!
• Bügel(3)darfdurchAnziehenderSchraube(7)nichtge-
klemmt werden!
DK
Montagevejledning
• Udskiftaltidtænderne(2)parvist(risikoforubalance)
• Bøjlen(3)måikkebliveklemt,nårskruen(7)strammes!
F
Instructions de montage
• Changertoujourslesdoigts(2)conditionneurdeuxpardeux.
(Risque de déséquilibre).
• L’étrier(3)nedoitpasêtreécraserparlavis(7)
GB
Mounting instructions
• Exchangetheprongs(2)alwaysinpairs(Unbalancedanger)
• Brace(3)mustnotbecomeclampedthroughtighteningthe
screw (7)!
NL
Montage-aanwijzingen
• tanden(2)altijdperpaarverwisselen(onbalans)
• Beugel(3)magdoorhetaantrekkenvandeschroef(7)niet
geklemd worden!
E
Instrucciones de montaje
• Sustituyalascuchillas(2)siempreenpares(peligrode
desequilibrio).
• ¡Elestribodesujeción(3)nodebequedarapretadoalajus-
tar el tornillo (7)!
RUS
Монтажное руководство
• Зубы(2)всегдазаменятьпопарно(опасность
дисбаланса)
• Недопускается,чтобыбугель(3)оказалсязажатпри
затягиванииболта(7)!
CZ
Montáž
• prsty(2)montujtepouzedoprotilehlépolohy
• Držák(3)nesmíbýtutaženímšroubu(7)pevnězablokován
–nepohyblivý!A
PL
Instrukcja montazu
Ostrza (2) zawsze wymieniaÊ parami
• Mocowanieostrzy(3)niemożebyćzaciśniętepoprzez
dokręcenieśruby(7)!
S
Monteringsvägledning
• Bytalltidngrarna(2)parvis(faraförjämnviktsstörningar)
• Bygeln(3)fårintelåsasnärskruven(7)drasåt!
3
7
355-08-01
180°
2
355-08-03
R
D
Aufbereiter, Rotor
DK
Crimper, Rotor
F
Conditionneur, Rotor
GB
Conditioner, Rotor
NL
Kneuzer, Rotor
E
Acondicionador, rotor
RUS
Подготовительное устройство, ротор
CZ
Kondicionér, Rotor
PL
Rozkladacz pokosu, rotor
S
Kross, rotor
H
Szársértô, rotor
UA
Блок попередньої підготовки, ротор
I
Condizionatore e rotore
GR
Διάταξη επεξεργασία, δρομέας
EE
Muljur, rootor
TR
Hazırlayıcı, Rotor
FIN
Murskain, roottori
N
Bearbeidingsenhet, rotor
LV
Placinātājs, rotors
P
Acondicionador, rotor
SK
Lámač, rotor
H
Összeszerelési utasítás
A fogakat (2) mindig páronként kell cserélni (kiegyensúlyozat-
lansági veszély)
• Mocowanieostrzy(3)niemożebyćzaciśniętepoprzez
dokręcenieśruby(7)A(3)kengyeltnemszabada(7)csavar
meghúzásávalbeszorítani!
UA
Інструкції з монтажу
•
Зубці (2) завжди замінюйте попарно (небезпека
розбалансування)
• Недопускайтезащемленияскобы(3)призатяжкевинта
(7)!
I
Istruzioni di montaggio
• Identi(2)vannosostituitisempreadueadue(pericolodi
sbilanciamento)
• Nonbloccarelabrida(3)serrandolavite(7)!
GR
Συνολικές οδηγίες συναρμολόγησης
• Αλλάζετετιςλεπίδες(2)πάντακατάζεύγη(κίνδυνος
έλλειψης ισορροπίας)
• Οβραχίονας(3)δενεπιτρέπεταιναμαγκώνεικατάτο
σφίξιμοτουκοχλία(7)!
EE
Paigaldusjuhend
• vahetagepiid(2)alatipaarikaupa(tasakaalusäilimiseks)
• poldi(7)kinnikeeramiseleitohikinnitus(3)kinnikiiluda
TR
Montaj talimatı
• Zıvanaları(2)daimaçiftçiftdeğiştirin(devrilmetehlikesi)
• Yayın(3),vida(7)sıkılaraksıkıştırılmamasıgerekir!
FIN
Kokoamisohjeet
•Vaihdapiikit(2)ainapareittain(muutoinepätasapainon
vaara).
• Ruuvia(7)kiristettäessäkaari(3)eisaapuristua!
N
Monteringsanvisning
• Byttalltidutsinkene(2)parvis(fareforustabilitet)
• Bøylen(3)måikkeklemmesinnnårskruen(7)trekkestil!
LV
Instrukcija samontēšanai
• Zarus(2)vienmērmainītpapāriem(nelīdzsvarotībasbīstamība)!
• Pievelkotskrūvi(7),skavas(3)nedrīkstpaliktiespīlētas!
P
Instrução de montagem
• Osdentes(2)devemsersempresubstituidosaospares(perigo
dedesequilíbrio)!
• Ogrampo(3)nãopodecarpresodevidoaoapertodo
parafuso (7)!
SK
Návod na montáž
Prsty (2) vymieňajte vždy v pároch (nebezpečenstvo
nevyváženia)!
Držiak (3) sa nesmie utiahnutím skrutky (7) zovrieť!
- 63 -
0800_Rotor_3525
NOVACAT 3507 T (Type PSM 3525)
3525.31.010.0
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
3522.31.010.0
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
NOVACAT 307 T (Type PSM 3522)
NOVACAT 3007 T (Type PSM 3523)
355-08-02
- 64 -
1800_NL-Wielen_3522
NL
BANDEN EN WIELEN
Aanhaalkoppel
Wielmoeren regelmatig controleren of ze nog vastzitten
(aanhaalmoment: zie onderstaande tabel)!
AANWIJZING
Materiële schade door losrakende wielmoeren.
• Na de eerste 10 werkuren de wielmoeren
aandraaien
• Vooral nadat de wielen zijn gewisseld, moe-
ten de wielmoeren na 10 werkuren worden
aangedraaid.
Luchtdruk
- Let op de juiste bandenspanning!
- Bandenspanning regelmatig met de gegevens uit de
tabel vergelijken!
Bij het oppompen en bij te hoge bandenspanning kan
de band barsten.
9600-NL EERSTE MONTAGE (352)
EERSTE MONTAGE AAN DE TREKKER NL
- F65 -
Stroomtoevoer
Noodzakelijke trekkeruitrusting
• 3-poligestekkerdoos
- Meegeleverde 3-polige stekkerdoos aan de
achterkant van de trekker monteren
- Stroomvoorziening via een relais (9)
Relais via het contactslot (10) regelen.
- Geleiderdiameter ten minste 2,5 mm2
- Zekering 16A (11)
GEVAAR
Levensgevaar door vuur
• Voer deze ombouw niet zelf uit. Laat
deze ombouw alleen uitvoeren door
een erkend mechanisatiebedrijf!
• Klem de stroomvoorziening alleen
met een correct gedimensioneerde
zekering aan het contactslot.
• Gebruik alleen originele zekeringen.
Bij gebruik van te sterke zekeringen
raakt de elektrische installatie bescha-
digd.
Trekker aan de wagen aansluiten
- Na uitvoeren van de aangegeven werkzaamheden 3-polige stekker aan de
trekker koppelen.
- De verlichting controleren op goed functioneren.
3-POL.
TD 48/96/22
1
12V=
+-
8
11 93-POL
"15/30"
"31"
10
12
TD 48/96/21
86 86a 87
85 30
TD 48/96/23
L
Aanbrengen van het schakelpaneel
- Meegeleverde lasplaat (L) op grijpafstand en in het zicht van de bestuurder in de
trekkercabine monteren.
- Regelpaneel (1) in de lasplaat plaatsen.
- 66 -
1800-NL TRANSMISSIE OMDR 3522
TRANSMISSIE OMDRAAIEN NL
Afstellen
GEVAAR
Levensgevaar door naar beneden vallende lading
• Machinealleenheffenmethenrichtingen
met voldoende laadvermogen en stabiliteit.
• Let op de veiligheidsaanwijzingen in bijlage
A1.
Instellen van het vereiste toerental aan de
maaibalk:
Aan de maaibalk is een toerental van ~ 700 o/min vereist.
Aan de trekker zijn echter alleen aftakassen van
- 540 o/min
- 1000 o/min
mogelijk.
Daarom heeft u een transmissie nodig:
Aftakas (trekker) (9) Tussenas (10)
1 toer 1,3 toeren
1 toer 0,75 toeren
Wanneer het toerental aan de maaibalken met de hui-
dige transmissie-instelling niet wordt bereikt, draait u de
transmissie om:
Transmissie omdraaien
- Tussenas (1) demonteren: Zie ook handleiding cardanas
in bijlage.
1
TD24/95/9
- Aan beide kanten:
- Veiligheidsketting losmaken.
- Bescherming demonteren en achteruit schuiven.
- Ontgrendelen: Veiligheidspal indrukken en ingedrukt
houden.
- Cardanas aftrekken.
- Dissel (2) stutten.
2
3
7
333-15-06
10
9
- De 16 bevestingingsschroeven (3) losmaken, 8 aan
elke kant.
3
3
- 67 -
1800-NL TRANSMISSIE OMDR 3522
TRANSMISSIE OMDRAAIEN NL
- Ombouwen van de olievulbuizen (5) en de
ontluchtingsschroef (4):
333-15-03
4
5
A
B
- Transmissie omdraaien.
333-15-04
4
5
B
A
- Stutten (5) en tegenoverliggende schroef uitdraaien
en verwisseld inschroeven.
- Verluchtingsschroef (4) en schroefsluiting aan de
kop van de andere transmissie (hier B) uitdraaien
en verwisseld weer inschroeven.
- Transmissie weer omgekeerd monteren. De positie
van de olievulbuizen (5) en verluchtingsschroef (4)
ziet er nu exact zo uit als voor het omdraaien van
de transmissie.
333-15-05
4
5
B
A
- Transmissie met de dissel (2), de kabelgeleider (6)
en de steunvoethouder (7) vastschroeven.
2
3
7
333-15-06
10
9
- Steunvoet (8) opzij zwenken en beveiligen: Pos. U
8
O
UTD24/95/15
- Machine op steunvoet laten zakken.
- Tussenas aan de uitgangskant opsteken en zo
borgen dat de pal in de groef valt:
De zekeringspal moet er bij het loslaten weer geheel
uitkomen.
- Tussenas op transmissieaftakking steken en borgen.
- Beschermbuizen over de cardan schuiven, vastzetten
en met kettingen beveiligen tegen meedraaien.
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Maaier Novacat 307 T ED - Coll
Type 3522
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1 EN ISO 4254-12
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Andreas Gadermayr
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
NOVACAT 307 T ED
3522
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Maaier Novacat 307 T CRW - Coll
Type 3522
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1 EN ISO 4254-12
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Andreas Gadermayr
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
EN
IT
PT
NL
DE ES
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
Pöttinger France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72