AEG 6010K-DAA5 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
6010 K
Keramische kookplaat
Plan de cuisson vitrocéramique
Area di cottura in vetro ceramica
Gebruiksaanwijzing/Installatie-instructies
Mode d’emploi/Instructions d’installation
Istruzioni per l’uso/Istruzioni per l’installazione
2
Geachte klant,
lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door.
Lees in ieder geval hoofdstuk Veiligheid op de eerste paginas. Bewaar
deze gebruikersinformatie om later te kunnen naslaan. Geef deze aan
eventuele volgende eigenaren van het apparaat door.
1
Met de gevarendriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) worden aanwijzingen geaccentueerd die voor
Uw veiligheid of het functioneren van het apparaat belangrijk zijn.
Deze absoluut in acht nemen.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
3. ...
3
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
praktisch gebruik van het toestel.
2
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Voor eventuele storingen bevat deze gebruikersinformatie aanwijzin-
gen voor het zelfstandig opheffen, zie hoofdstuk Wat te doen als ....
Bij technische problemen staat onze TECHNISCHE DIENST bij u in de
buurt u te allen tijde ter beschikking (adressen en telefoonnummers
vindt u in hoofdstuk Servicepunten).
Lees daartoe ook hoofdstuk Service.
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
Inhoud
3
INHOUD
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Beschrijving toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Uitvoering kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De eerste keer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Geschikte pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Bediening van de kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Kookplaatsschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Koken met de kookplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Duokring-kookzone inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Indicatie restwarmte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Gebruik, tabellen, tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kookgerei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Aan te houden waarden bij het koken met de kookzone . . . . . . . . . . . 12
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Wat te doen, als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Montageaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inbouw in het aanrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Gebruiksaanwijzing
4
GEBRUIKSAANWIJZING
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
Montage en aansluiting van het nieuwe toestel mogen alleen door
een erkend installateur uitgevoerd worden.
Houd u aan deze aanwijzing, omdat anders bij schaden de garantie
vervalt.
Reparaties aan het toestel mogen alleen door vakmensen uitgevoerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen ernstige gevaren ont-
staan. Wend u bij reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
Als storingen aan het toestel, breuken, storingen of scheuren optre-
den:
schakel alle kookzones uit,
schakel de zekering voor de kookpllat uit of haal deze eruit.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine
kinderen op afstand.
Veiligheid tijdens het gebruik
Dit toestel mag alleen voor het normale koken en braden van gerech-
ten thuis gebruikt worden.
Gebruik de kookplaat niet om de keuken te verwarmen.
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcon-
tacten in de buurt van het toestel. Aansluitsnoeren mogen niet tegen
de hete kookzones aankomen.
Oververhitte vetten en oliën kunnen snel ontbranden. Als u gerechten
in vet of olie bereidt (bijv. patates frites), dient u erbij te blijven.
Schakel na elk gebruik de kookzones uit.
Gebruiksaanwijzing
5
Veiligheid bij het reinigen
Het schoonmaken van het toestel met een stoomstraal- of hogedruk-
reiniger is uit veiligheidsoverwegingen verboden.
Zo voorkomt u schade aan het toestel
Gebruik de kookplaat niet als werkblad of om voorwerpen op neer te
zetten.
Gebruik de kookplaat niet met lege pannen of zonder pannen.
Keramische platen zijn ongevoelige voor temperatuurschokken en
zeer sterk, echter niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voor-
werpen die op de kookplaat vallen kunnen deze beschadigen.
Gebruik geen pannen van gietijzer of met een beschadigde bodem die
ruw is en bramen heeft. Bij het verschuiven kunnen krassen ontstaan.
Zet geen potten of pannen op de kookplaat. Er kunnen krassen en
lakschaden ontstaan.
Let erop dat geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of
kalkoplossende middelen op de kookplaat komen, omdat anders
matte plekken kunnen ontstaan.
Als suiker of gerechten met suiker op de hete kookzone komen en
smelten, moeten deze direct verwijderd worden, nog in hete toestand,
met een reinigingskrabber. Als de massa afkoelt, kan bij het verwijde-
ren schade aan de oppervlakte ontstaan.
Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten weg van de
keramische plaat, bijv. kunststoffen, aluminiumfolie of ovenfolies. Als
toch iets op de keramische plaat is vastgesmolten, moet dit direct met
een reinigingskrabber verwijderd worden.
Als speciale pannen gebruikt worden, (bijv. stoomkoker, sudderpan,
wok etc.), lees dan de gegevens van de fabrikant.
Voorkom dat potten en pannen leegkoken. De bodem kan daarbij
kapot gaan en de keramische plaat beschadigd worden.
Gebruiksaanwijzing
6
2 Weggooien
Verpakkingsmateriaal weggooien
Alle verpakkingsdelen zijn recyclebaar, folies en piepschuim onderde-
len zijn overeenkomstig gecodeerd. Verpakkingsmateriaal en even-
tuele oude toestellen moeten op deze juiste manier weggegooid
worden.
Houd de nationale en regionale voorschriften en de materiaalcode-
ring aan (materiaalscheiding, afvalinzameling, verzamelpunten).
Aanwijzingen bij het weggooien
Het toestel mag niet met het huisvuil meegegeven worden.
Inlichtingen over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de
plaatselijke stadsreiniging of op het gemeentehuis.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
onbruikbaar gemaakt worden. Haal het elektriciteitssnoer eraf.
Gebruiksaanwijzing
7
Beschrijving toestel
Bedieningsveld
145 mm
180 mm
145 mm
120/210 mm
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Eénkringskookzones
Duokring-kookzone
4-voudige restwarmte-indicaties
(apart voor elke kookplaats)
Kookplaatsen-
schakelaar
Eénkringskookzone
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Kookplaatsenschakelaar
voor kookzone rechtsachter
voor kookzone linksachter
voor kookzone rechtsvoor
voor kookzone linksvoor
Gebruiksaanwijzing
8
Voor het eerste gebruik
De eerste keer reinigen
0 Neem de keramische kookplaat vochtig af om mogelijk fabrieksvuil te
verwijderen.
1
Let op: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De
oppervlakte kan beschadigd worden.
Geschikte pannen
Met de geschikte pannen voorkomt u schaden aan het toestel.
De bodem moet zo dik en zo vlak mogelijk zijn. Ruwe bodems krassen
bij het verschuiven de kookvlakken.
Potten en pannen van gietijzer of met randen en bramen kunnen blij-
vende krassen achterlaten.
1
Let op: Laat potten en pannen niet leegkoken. De bodem kan daarbij
kapot gaan en de keramische plaat kan beschadigd worden.
Gebruiksaanwijzing
9
Bediening van de kookzones
3
Bij het inschakelen van de kookzone kan deze kort zoemen. Dat is nor-
maal voor alle keramische kookzones en heeft geen invloed op het
functioneren of de levensduur van het toestel.
Kookplaatsschakelaar
Tussen de bereiken 1-9 kunt u 14 kookstanden
(inclusief tussenstanden) instellen.
Tusseninstellingen kunnen in de bereiken 2 tot
7 gekozen worden. Ze zijn met een punt tussen
de verwarmingstreden gekenmerkt.
1 = kleinste vermogen
9 = hoogste vermogen
= inschakeling duokringzone
Koken met de kookplaats
0 1. Kies voor het aankoken/aanbraden een hoge
capaciteit.
2. Schakel terug op de vereiste doorkooktrede, zodra
er damp afkomt of het vet heet is.
3. Draai om het koken te beëindigen terug op de Uit-
stand.
2
Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het
kookeinde uit om de restwarmte te gebruiken. Zo
spaart u elektrische energie.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Gebruiksaanwijzing
10
Duokring-kookzone inschakelen
1
De schakelaar voor de duokring-kookzone wordt naar rechts ingescha-
keld en mag niet over zijn eindstand heengedraaid worden!
0 1. Draai de schakelaar voor de duokring-kookzone naar
rechts. Draai hem verder over stand 9 heen (daarbij
is een lichte weerstand te voelen) op het symbool
tot hij duidelijk niet verder kan.
2. Draai hem daarna op de gewenste kookstand terug.
3. Draai hem terug op de Uit-stand om het koken te
beëindigen.
3
Als de duokring-kookzone opnieuw ingeschakeld wordt, moet de gro-
tere verwarmingskring weer ingeschakeld worden.
Indicatie restwarmte
Elke kookzone heeft een controlelampje. Dit gaat branden
zodra de kookzone heet is en waarschuwt tegen per
ongeluk aanraken.
1
Let op! Zolang het restwarmtelampje brandt, bestaat er
verbrandingsgevaar.
Ook na het uitschakelen van de kookzone gaat het lampje pas uit, als de
kookzone afgekoeld is.
2
U kunt de restwarmte gebruiken voor het smelten en warmhouden van
gerechten.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Gebruiksaanwijzing
11
Gebruik, tabellen, tips
Kookgerei
Hoe beter de pan, des te beter het kookresultaat.
Goede pannen herkent u aan de bodem. Deze moet zo dik en vlak
mogelijk zijn.
Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalkleu-
rige verkleuringen op de keramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet te verwijderen zijn.
Gebruik geen pannen van gietijzer of met een
beschadigde bodem die ruw is of bramen heeft.
Bij het verschuiven kunnen blijvende krassen ont-
staan.
In koude toestand zijn de bodems van pannen
licht naar binnen gewelfd (concaaf). Ze mogen in
geen geval naar buiten gewelfd zijn (convex).
2
Tips voor het besparen van energie
U spaart waardevolle energie, als u op de volgende punten let:
Potten en pannen altijd voor het inschakelen op de kookzone zetten.
Vuile kookzones en pannenbodems verhogen het
stroomgebruik.
Potten en pannen, indien mogelijk, altijd met het
deksel afsluiten.
Kookzones voor het einde van de kooktijd uitscha-
kelen om de restwarmte te gebruiken, bijv. voor
het warmhouden van gerechten of voor het smel-
ten.
De bodem van de pan moet dezelfde grootte heb-
ben als de kookzone.
Let bij het kopen van potten en pannen op de
doorsnede van de bodem. Fabrikanten geven
vaak de bovendoorsnede aan
Bij gebruik van een snelkookpan wordt de kook-
tijd met 50% verkort.
Gebruiksaanwijzing
12
Tabellen
Aan te houden waarden bij het koken met de kook-
zone
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. Welke schakel-
stand voor het koken nodig is, hangt af van de kwaliteit van de pannen
en van de soort en hoeveelheid levensmiddelen.
3
Wij raden aan bij het aan de kook brengen stand 9 te gebruiken en
gerechten met een langere kooktijd aansluitend op de betreffende
doorkookstand gaar te laten koken.
Schakel-
stand
Kook/
doorkookstand
Geschikt voor
9
Aan de kook
brengen
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden
water, macaroni koken
7-9 Aanbraden
Frituren van patates frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
braden van lsteaks e.d.
6-7 Braden
Braden van vlees, schnitzel, cordon bleu
karbonade, gehaktballen, braadworst, lever,
eieren, beignets frituren
4-5 Koken
Koken van grotere hoeveelheden,
eenpansgerechten en soepen,
koken van aardappels,
vleesbouillon trekken
3-4
Stomen,
stoven
Stoven van groente,
smoren van vlees,
rijstepap koken
2-3 Verwarmen
Koken van rijst en melkgerechten
(tussendoor roeren),
koken van kleinere hoeveelheden aardappels of
groente,
verhitten van kant-en-klare gerechten
1-2 Smelten
Schuimomelet, bouillon met ei, sauce hollandaise,
warmhouden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
0 Nawarmte, uit-stand
Gebruiksaanwijzing
13
Reiniging en onderhoud
Kookplaat
1
Let op! Reinigingsmiddelen mogen niet op de hete keramische plaat
komen! Alle reinigingsmiddelen moeten na het schoonmaken met vol-
doende schoon water verwijderd worden, omdat ze bij het weer opwar-
men etsend kunnen werken!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen zoals bijv. grill- of oven-
sprays, grove schuurmiddelen of krassende pannenreinigers.
3
Reinig de keramische kookplaat na elk gebruik als hij nog handwarm of
koud is. Zo voorkomt u het inbranden van vuil.
Kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig schitterende ver-
kleuringen met een normale keramische of edelstaalreiniger verwijde-
ren.
Licht vuil
0 1. Keramische plaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel
afvegen.
2. Daarna met een schone doek droogwrijven. Er mogen geen resten reini-
gingsmiddel op de oppervlakte achterblijven.
3. De gehele keramische plaat één keer per week met een normale reiniger
voor keramische of edelstalen kookplaten grondig reinigen.
4. Dan de keramische plaat met voldoende schoon water afvegen en met
een schone, pluisvrije doek droogwrijven.
Vastplakkend vuil
0 1. Gebruik voor het weghalen van overge-
kookte gerechten of vastgekleefde spat-
ten een glaskrabber.
2. Zet de glaskrabber schuin op de kerami-
sche plaat.
3. Haal het vuil weg door de krabber er
overeen te trekken.
3
Glaskrabber en keramische reiniger zijn
in de vakhandel verkrijgbaar.
Gebruiksaanwijzing
14
1 Speciaal vuil
0 1. Ingebrande suiker, gesmolten kunststof,
aluminiumfolie of andere smeltbare
materialen direct, als ze nog warm zijn,
met een glaskrabber verwijderen.
1
Let op: bij het gebruik van de glaskrabber
op de hete kookplaat bestaat verbran-
dingsgevaar!
2. Daarna de afgekoelde kookplaat op de
normale wijze schoonmaken.
3
Verwarm de kookplaat voor het schoon-
maken nog eens als hij met de daarop gesmolten materialen al afge-
koeld is.
Krassen en donkere vlekken in de keramische plaat, die bijv. door
scherpe panbodems ontstaan zijn, kunnen niet verwijderd worden. Ze
hebben echter geen invloed op het functioneren van de kookplaat.
1
Let op! Geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op de kookplaat
laten vallen, omdat anders matte plekken ontstaan.
0 1. Kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel afnemen.
2. Ingedroogd vuil met een natte doek verwijderen. Daarna wegvegen en
droogwrijven.
Gebruiksaanwijzing
15
Wat te doen, als ...
... de kookzones niet functioneren?
0 Controleer of
de betreffende kookzone ingeschakeld is.
de juiste capaciteitsstand gekozen is.
bij meerkrings-kookzones: de gewenste warmtekring ingeschakeld is.
de zekering van de huisinstallatie (zekeringkast) in orde geactiveerd
is.
Als deze informatie u niet verder helpt, wendt u zich dan tot een
vakman.
1
Waarschuwing: Reparaties aan het toestel mogen alleen door vakmen-
sen uitgevoerd worden! Door ondeskundige reparaties kunnen ernstige
gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u bij reparaties tot uw vak-
handel of de service-afdeling.
Klantenservice
16
KLANTENSERVICE
In het hoofdstuk Wat te doen, als ... staan een aantal storingen die u
zelf kunt oplossen. Kijk daar eerst in geval van een storing.
Gaat het om een technische storing?
Wend u dan tot de klantenservice. (Adressen en telefoonnummers vindt
u onder Servicepunten.)
Bereidt het gesprek in ieder geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de
diagnose en de beslissing of een servicebezoek nodig is:
Leg zo exact mogelijk vast:
Hoe uit de storing zich?
Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek absoluut
de volgende gegevens van uw
apparaat op het typeplaatje:
PCN-cijfer (9 cijfers),
S-No-cijfer (9 cijfers).
Wij raden aan de nummers hier te noteren zodat u ze steeds bij de hand
heeft.
PNC . . . . . . . . .
S-No . . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kos-
ten?
als u de storing met behulp van de storingstabel (zie hoofdstuk
Wat te doen, als ...) zelf had kunnen oplossen,
als er meerdere bezoeken van de service-monteur nodig zijn omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gehad en hij
daarom bijv. reserveonderdelen moet halen. Deze extra ritten kunnen
voorkomen worden als u het telefoongesprek op de hiervoor beschre-
ven wijze goed voorbereidt.
Montageaanwijzingen
17
MONTAGEAANWIJZINGEN
1 Attentie: Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen
alleen door een erkend installateur uitgevoerd worden.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schaden de garan-
tie vervalt.
Technische gegevens
Afmetingen toestel
Breedte 570 mm
Diepte 500 mm
Hoogte 49 mm
Uitsnijmaten
Breedte 560 mm
Diepte 490 mm
Hoekradius R3
Nominaal vermogen
Duokring-kookzone linksvoor 2200 W
Kookzone linksachter 1200 W
Kookzone rechtsachter 1800 W
Kookzone rechtsvoor 1200 W
Spanning verwarmingselement 230 V ~
Totale aansluitwaarde max. 6,4 kW
Montageaanwijzingen
18
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
EN 60 335-1 en EN 60 335.2-6
betreffende de veiligheid van elektrische apparaten voor huishoude-
lijk gebruik en gelijksoortige doeleinden en
DIN 44546 / 44547 / 44548
betreffende de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen voor
huishoudelijk gebruik.
EN 55014-2 / VDE 0875 Deel 14-2
EN 55014 / VDE 0875 Deel 14/12.93
EN 61000-3-2 / VDE 0838 Deel 2
EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
betreffende de principiële veiligheidseisen voor elektro-magnetische
compatibiliteit (EMC).
4
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
73/23/EWG van 19.02.1973 (Laagspanningsrichtlijn)
89/336/EEG van 03.05.1989 (EMC-Richtlijn met inbegrip van
Wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG).
Montageaanwijzingen
19
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
In de elektrische installatie moet een inrichting zitten waarmee het
apparaat met een contactopeningswijdte van minimaal 3 mm alpolig
van het elektriciteitsnet afgekoppeld kan worden.
Als geschikte scheidingsinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar,
zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting gehaald wor-
den), veiligheidschakelaar.
Het apparaat voldoet wat betreft beveiliging tegen brand aan het
type Y (IEC 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één
zijde tegen hoge kasten of wanden aangebouwd worden.
Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
De aanraakbeveiliging moet door het inbouwen gegarandeerd zijn.
De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
Inbouwfornuizen en inbouwkookplaten zijn met speciale insteeksys-
temen uitgerust. Ze mogen alleen met toestellen van het passende
systeem gecombineerd worden.
Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde delen met een
geschikt afdichtingsmateriaal beschermd worden.
Bij betegelde werkvlakken moeten de voegen bij het kookgedeelte
geheel met voegenmateriaal gevuld zijn.
Bij natuurstenen, kunststenen of keramische platen moeten de
springveren met geschikte kunsthars- of tweecomponentenlijm ver-
lijmd worden.
Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op even-
tuele gaten. Er mag geen extra siliconen afdichting aangebracht wor-
den, omdat dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt wor-
den.
Montageaanwijzingen
20
Elektrische aansluiting
Als elektrisch snoer moet een leiding van het type H05VV-F of hoger
gebruikt worden.
De netaansluitingsklem bevindt zich aan de onderkant van het toe-
stel, achter een afdekking. Het kookgedeelte moet volgens het aan-
sluitschema naargelang aanwezige netspanning aangesloten worden.
De beschermdraad wordt met de klem verbonden, de bescherm-
draad moet langer zijn dan de stroomgeleidende draden. Indien nodig
moeten de bruggen van de aansluitklemstrip omgestoken worden.
De kabelaansluitingen moeten volgens de voorschriften uitge-
voerd en de klemschroeven vast aangetrokken worden.
Tenslotte moet de aansluitleiding met de trekontlastingsklem bevei-
ligd worden.
1
Nadat het toestel aan het elektriciteitsnet is aangesloten moeten alle
kookzones, om te controleren of ze goed functioneren, na elkaar op
de maximale stand ca. 30 seconden ingeschakeld worden.
Aansluitschema 230 V ~
230 V~
2 N~
1 2 3 4 5
230 V~
L1 N PE
1 2 3 4 5
230 V~
230 V~
L2L1 N PE
62
Inbouw in het aanrecht
Encastrement dans le plan de travail
Incasso nel piano di lavoro della cucina
63
min.
5 mm
min.
25 mm
64
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

AEG 6010K-DAA5 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor