38
Veiligheidsvoorschriften
De veiligheid van dit toestel voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zijn wij genoodzaakt u met de
volgende veiligheidsinstructies vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
Montage en aansluiting van het nieuwe toestel mo-
gen alleen door een erkend installateur uitgevoerd
worden.
Uit het oogpunt van elektrische veiligheid mogen in-
bouwtoestellen alleen worden geïnstalleerd in een
passende kast of werkblad.
Reparaties aan het toestel mogen alleen door vak-
mensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige repa-
raties kunnen ernstige gevaren ontstaan. Wend u bij
reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
Als storingen aan het toestel, breuken, storingen of
scheuren optreden:
- schakel alle kookzones uit,
- schakel de zekering voor de kookpllat uit of
haal deze eruit.
Veiligheid voor kinde−
ren
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet.
Houd daarom kleine kinderen op afstand.
Veiligheid tijdens
het gebruik
Dit toestel mag alleen voor het normale koken en bra-
den van gerechten thuis gebruikt worden.
Gebruik de kookplaat niet om de keuken te verwar-
men.
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische appara-
ten op stopcontacten in de buurt van het toestel. Aans-
luitsnoeren mogen niet tegen de hete kookzones aan-
komen.
Oververhitte vetten en oliën kunnen snel ontbranden.
Als u gerechten in vet of olie bereidt (bijv. patates fri-
tes), dient u erbij te blijven.
Schakel na elk gebruik de kookzones uit.
Als een hete pan op een koude kookzone wordt ge-
plaatst en daardoor de kookzone wordt verhit, wordt dit
niet op het restwarmtedisplay aangegeven.
Veiligheid bij het
reinigen
Het schoonmaken van het toestel met een stoom-
straal- of hogedrukreiniger is uit veiligheidsoverwe-
gingen verboden.
Zo voorkomt u schade
aan het toestel
Gebruik de kookplaat niet als werkblad of om voorwer-
pen op neer te zetten.
Gebruik de kookplaat niet met lege pannen of zonder
pannen.
Keramische platen zijn ongevoelige voor temperatuur-
schokken en zeer sterk, echter niet onbreekbaar. Bij-
zonder scherpe en harde voorwerpen die op de kook-
plaat vallen kunnen deze beschadigen.
Gebruik geen pannen van gietijzer of met een bescha-
digde bodem die ruw is en bramen heeft. Bij het ver-
schuiven kunnen krassen ontstaan.
Zet geen potten of pannen op de kookplaat. Er kunnen
krassen en lakschaden ontstaan.
Let erop dat geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv.
azijn, citroen of kalkoplossende middelen op de kook-
plaat komen, omdat anders matte plekken kunnen ont-
staan.
Als suiker of gerechten met suiker op de hete kook-
zone komen en smelten, moeten deze direct verwij-
derd worden, nog in hete toestand, met een reinigings-
krabber. Als de massa afkoelt, kan bij het verwijderen
schade aan de oppervlakte ontstaan.
Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smel-
ten weg van de keramische plaat, bijv. kunststoffen,
aluminiumfolie of ovenfolies. Als toch iets op de kera-
mische plaat is vastgesmolten, moet dit direct met een
reinigingskrabber verwijderd worden.
Als speciale pannen gebruikt worden, (bijv. stoomko-
ker, sudderpan, wok etc.), lees dan de gegevens van
de fabrikant.
Voorkom dat potten en pannen leegkoken. De bodem
kan daarbij kapot gaan en de keramische plaat be-
schadigd worden.