Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u A STANDBY/ON in te
drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel
uit te schakelen, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met A STANDBY/ON. In
deze toestand is het toestel ontworpen om een zeer
kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
Inhoud
Kenmerken ............................................................. 2
Van start ................................................................. 3
Snelstartgids ........................................................... 4
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 46
Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype
(PTY SEEK functie) .............................................. 47
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) ..................... 48
Gebruiken van USB geheugenapparatuur
of een draagbare audiospeler met een
USB aansluiting ................................................49
Bediening weergave ................................................ 49
VOORBEREIDINGEN
Verbindingen .......................................................... 9
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 24
BASISBEDIENING
Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 28
Weergave .............................................................. 33
Geluidsveldprogramma’s ................................... 38
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 38
Gebruiken van audiofuncties .............................. 41
Genieten van een hoge geluidskwaliteit ................. 41
Toonregeling ........................................................... 41
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 41
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 42
FM/AM afstemmen ............................................. 43
SET MENU ...........................................................55
Gebruiken van het SET MENU .............................. 56
1 SOUND MENU ................................................... 57
2 INPUT MENU ..................................................... 62
3 OPTION MENU .................................................. 64
Afstandsbedieningsfuncties .................................67
Bedienen van dit toestel,
een TV of andere componenten .......................... 67
Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 69
Geavanceerde setup .............................................70
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen ......................................71
Woordenlijst .........................................................81
Technische gegevens .............................................83
Index ......................................................................84
APPENDIX
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel..................................................................... i
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes ....................... iii
Over deze handleiding
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op
het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op
de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de
betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom
kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen
enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het
product de prioriteit.
• “ J SPEAKERS” of “ 3 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van
een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden in het aanhangsel aan het eind van deze
handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
• Het “☞” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de bijbehorende
bladzijde(n) aan.
1 Nl
Nederlands
Automatisch afstemmen ......................................... 43
Handmatig afstemmen ............................................ 43
Automatisch voorprogrammeren ............................ 44
Handmatig voorprogrammeren ............................... 44
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 45
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 45
GEAVANCEERDE BEDIENING
APPENDIX
Basisbediening ........................................................ 33
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 34
Selecteren van de MULTI CH INPUT component ... 34
Weergeven van de huidige status van dit toestel
op een beeldscherm ............................................ 35
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 35
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 35
Weergeven van videomateriaal als achtergrond
bij audiomateriaal ............................................... 36
Tonen van informatie over de signaalbron ............. 36
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 37
Opnemen ...............................................................54
AANVULLENDE
INFORMATIE
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 28
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 31
Gebruiken van de afstandsbediening voor de
SCENE functie ................................................... 32
Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen
de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™
component .......................................................... 53
Weergave van een Bluetooth™ component ........... 53
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer ................................................... 24
Bedienen van een iPod™ ........................................ 51
Gebruiken van Bluetooth™ componenten .........53
BASISBEDIENING
Achterpaneel ............................................................. 9
Luidsprekers opstellen ............................................ 10
Aansluiten van luidsprekers .................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13
Informatie over HDMI™ ........................................ 14
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 14
Aansluiten van videocomponenten ......................... 15
Aansluiten van andere componenten ...................... 16
Aansluiten van audiocomponenten ......................... 18
Aansluiten van een Yamaha iPod™ universeel
dock of Bluetooth™ adapter .............................. 19
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel ............................................... 19
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 20
Aansluiten van het netsnoer .................................... 20
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 21
Display voorpaneel ................................................. 22
Gebruiken van een iPod™ ...................................51
VOORBEREIDINGEN
Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan .... 6
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets ........................... 7
Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland) ...46
INLEIDING
INLEIDING
Kenmerken
Kenmerken
Ingebouwde 5-kanaals eindversterker
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(1 kHz, 0,9% THV, 8 Ω)
105 W/kanaal
[Overige modellen]
(1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω)
105 W/kanaal
SCENE selectiefunctie
◆ Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’
(voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
◆ Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen
Decoders en DSP schakelingen
◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
multikanaals surroundweergave
◆ Compressed Music Enhancer stand
◆ Dolby Digital decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder
◆ DTS decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
Radio-ontvangers
◆ FM/AM ontvangst
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor
Europa)
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
DOCK aansluiting
◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth
adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar)
USB functies
◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
◆ Geschikt voor MP3, WMA en WAV
Overige kenmerken
◆ YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor
automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ DIRECT stand voor weergave van hoge kwaliteit met alle
signaalbronnen
◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ Component video ingangen/uitgang
(3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ iPod bediening mogelijk
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn gedeponeerde
handelsmerken van DTS, Inc.
Bluetooth™
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een
licentie-overeenkomst.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple, Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
2 Nl
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Van start
Van start
■ Meegeleverde accessoires
❏
❏
❏
❏
❏
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
Afstandsbediening
Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4)
Optimalisatie-microfoon
AM ringantenne
FM binnenantenne
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
INLEIDING
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
3
2
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of
er tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
.................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.......110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
Aanduiding voltage
Opmerkingen
• Vervang alle batterijen als u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij
het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of
als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer
het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening
te doen en moet u de afstandsbedieningscode opnieuw programmeren.
Nederlands
3 Nl
Snelstartgids
Snelstartgids
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven
waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw
eigen thuisbioscoop.
Beeldscherm
Rechter
voor-luidspreker
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Subwoofer
Linker
voor-luidspreker
Rechter
surround-luidspreker
Midden-luidspreker
DVD-speler
❏ Luidsprekers
❏ Voor-luidspreker ................................2
❏ Midden-luidspreker ............................x 1
❏ Surround-luidspreker ........................x 2
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee
voor-luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Midden-luidspreker
Linker
surround-luidspreker
❏ Actieve subwoofer .................................x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
☞ P. 5
❏ Luidsprekerkabel ...................................x 5
❏ Subwooferkabel ......................................x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
❏ DVD-speler ..............................................x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
❏ Beeldscherm............................................x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
☞ P. 6
❏ Videokabel ..............................................x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet
videokabel.
❏ Coaxiaal digitale audiokabel .................x 1
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
☞ P. 7
Geniet van uw DVD’s!
4 Nl
Snelstartgids
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Voor- en midden-luidsprekers
Los
Inbrengen
INLEIDING
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
Vast
SPEAKERS
COAXIAL
OPTICAL
DVD
DVD IN1
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
1
OUT
HDMI
DVD
CD
2
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PB
PR
Y
DOCK
PR
PB
ANTENNA
DTV/CBL
Y
AM
DVR
R SURROUND L
GND
VIDEO
VIDEO
MONITOR OUT
FM
75
UNBAL.
DVD
DTV/CBL
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR
OUT
L
L
CENTER
R
SUB
WOOFER
R
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
IN
OUT
DVR
FRONT
CD
AUDIO
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
R FRONT A
L
R FRONT B L
OUTPUT
1
Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2
Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Naar de
midden-luidspreker
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker
voor-luidspreker
Surround-luidsprekers
De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op
de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
2
3
Naar de rechter
surround-luidspreker
Naar de linker
surround-luidspreker
4
4
Subwoofer
AV-receiver
SUBWOOFER
OUTPUT aansluiting
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
5 Nl
Nederlands
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die
van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
Verbind de subwooferkabel met de
ingangsaansluiting van de subwoofer en met de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit toestel.
Snelstartgids
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
3
SPEAKERS
COAXIAL
OPTICAL
OPTICAL
DVD
DTV/CBL IN2
DVD IN1
DTV/CBL
DTV/CBL
CD
CD
2
3
1
OUT
HDMI
DVD
Verbind de videokabel met de video
ingangsaansluiting van uw beeldscherm en
met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van
dit toestel.
DOCK
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
PR
PB
AV-receiver
Beeldscherm
ANTENNA
DTV/CBL
Y
AM
DVR
R SURROUND L
GND
MONITOR OUT
VIDEO
VIDEO
VIDEO
FM
75
UNBAL.
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR
OUT
L
L
CENTER
R
SUB
WOOFER
R
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
IN
DVD
DTV/CBL
OUT
FRONT
CD
DVR
AUDIO
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
R FRONT A
L
R FRONT B
L
OUTPUT
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit
toestel als die van de DVD-speler allebei
uit het stopcontact gehaald zijn.
Video
ingangsaan
Videokabel
1
Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
AV-receiver
4
VIDEO MONITOR OUT
aansluiting
Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
■ Voor andere aansluitingen
• Gebruiken van andere
luidsprekercombinaties
☞ P. 11
• Aansluiten van videocomponenten ☞ P. 15
• Aansluiten van een DVD-speler
☞ P. 16
• Aansluiten van een DVD-recorder
☞ P. 17
• Aansluiten van een ‘set-top box’
(apart aansluitkastje; ontvanger of
decoder)
☞ P. 17
• Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder
☞ P. 18
Coaxiaal digitale
audio
uitgangsaansluiting
• Aansluiten van een multiformaat-speler of
externe decoder
☞ P. 18
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
• Aansluiten van een Yamaha iPod/
Bluetooth dock
☞ P. 19
• Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
☞ P. 19
• Aansluiten van een FM/AM antenne ☞ P. 20
2
Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw
DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting
van dit toestel.
DVD-speler
Composiet video
uitgangsaansluiting
6 Nl
Videokabel
AV-receiver
DVD VIDEO aansluiting
• Gebruiken van de USB aansluiting op het
voorpaneel
☞ P. 49
Snelstartgids
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
2
Druk op Q SCENE 1.
Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD
Viewing” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen
automatisch aanpassen aan DVD weergave.
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen.
Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor
meer informatie.
■ De standaard ingestelde SCENE
sjablonen
Standaard
SCENE
toets
Naam en omschrijving van het SCENE
sjabloon
SCENE
1
DVD Movie Viewing
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: Movie Dramatic
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de
aangesloten DVD-speler.
SCENE
2
Music Disc Listening
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
SCENE
3
TV Viewing *1
– signaalbron: DTV/CBL
– geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor wanneer u naar een televisieprogramma wilt
kijken.
SCENE
4
Radio Listening *2, *3, *4
– signaalbron: TUNER
– geluidsveldprogramma: 5ch Enhancer
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
3
Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
4
Verdraai IVOLUME om het volume te
regelen.
INLEIDING
1
■ Over de SCENE functie
Opmerking
*1
Opmerking
y
U kunt de SCENE sjablonen die zijn toegewezen aan de SCENE
toetsen veranderen. Zie bladzijde 28 voor details.
7 Nl
Nederlands
Wanneer u de signaalbron of het geluidsveldprogramma
verandert, zal de SCENE functie worden uitgeschakeld.
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 17 voor details.
*2 U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 20 voor details.
*3 U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie de bladzijden 43 t/m 45 voor informatie over het
afstemmen.
*4 Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
Snelstartgids
■ Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op A STANDBY/ON op het voorpaneel om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Wat wilt u doen met dit toestel?
■ Aanpassen van de SCENE
instellingen
• Gebruiken van diverse SCENE instellingen
☞ P. 28
• Uw eigen SCENE instellingen maken
☞ P. 31
■ Gebruiken van diverse
signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel
☞ P. 33
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
☞ P. 43
Het toestel gaat nu (standby). Wanneer het toestel uit
(standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein
beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de
infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het
toestel weer aan te zetten wanneer het uit (standby) staat,
drukt u op A STANDBY/ON (of op G POWER). Zie
bladzijde 21 voor details.
• Uw draagbare USB apparatuur gebruiken
met dit toestel
☞ P. 49
• Uw iPod gebruiken met dit toestel
☞ P. 51
• Uw Bluetooth componenten gebruiken met
dit toestel
☞ P. 53
■ Gebruiken van diverse
weergavefuncties
• Gebruiken van diverse
geluidsveldprogramma’s
☞ P. 38
• Gebruiken van de directe weergavefunctie
voor een hoge geluidskwaliteit
☞ P. 41
• Aanpassen van de
geluidsveldprogramma’s
☞ P. 40
■ Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(AUTO SETUP)
☞ P. 24
• Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
☞ P. 55
• Instellen van de afstandsbediening ☞ P. 67
• Aanpassen van de geavanceerde
instellingen
☞ P. 70
■ Extra functies
Automatisch uitschakelen van dit toestel
☞ P. 37
8 Nl
Verbindingen
Verbindingen
Achterpaneel
1
2
3
4
5
6
VOORBEREIDINGEN
SPEAKERS
COAXIAL
OPTICAL
DVD
DVD IN1
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
CD
2
1
OUT
HDMI
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
DVD
PB
PR
Y
DOCK
PR
PB
ANTENNA
DTV/CBL
Y
AM
DVR
R SURROUND L
GND
VIDEO
MONITOR OUT
FM
75
UNBAL.
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR
OUT
L
L
R
R
CENTER
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
OUT
IN
DVD
DTV/CBL
DVR
SUB
WOOFER
FRONT
CD
AUDIO
SURROUND
MULTI CH INPUT
7
8
9
Naam
CENTER
SUB
WOOFER
R FRONT A
L
R FRONT B
L
OUTPUT
0 A
Bladzijde
1
HDMI aansluitingen
14
2
DIGITAL INPUT aansluitingen
13
3
COMPONENT VIDEO aansluitingen
13
4
DOCK aansluiting
19
5
Luidspreker-aansluitingen
11
6
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en
Algemene modellen)
3
7
AUDIO aansluitingen
13
8
VIDEO aansluitingen
13
9
MULTI CH INPUT aansluitingen
18
0
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
11
A
ANTENNA aansluitingen
20
Nederlands
9 Nl
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
FL
C
FR
FR
SW
FL
30˚
C
SL
SR
SR
60˚
SL
80˚
SR
SL
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere
reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met
een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet
alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal.
De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de
subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
10 Nl
Verbindingen
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Surround-luidsprekers
Rechts Links
VOORBEREIDINGEN
Let op
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de
luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal “CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel
wanneer u dit toestel aan zet.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
SPEAKERS
COAXIAL
OPTICAL
DVD
DVD IN1
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
DVD
CD
2
1
OUT
HDMI
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
DOCK
PR
PB
ANTENNA
DTV/CBL
Y
AM
DVR
R SURROUND L
GND
VIDEO
VIDEO
MONITOR OUT
FM
75
UNBAL.
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR
OUT
L
L
R
R
CENTER
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
OUT
IN
DVD
DTV/CBL
AUDIO
DVR
CD
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
R FRONT A
L
R FRONT B
L
OUTPUT
FRONT B aansluitingen
Hierop kunt u een alternatief
voor-luidsprekersysteem aansluiten
(FRONT B).
Middenluidspreker
Subwoofer
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
Nederlands
11 Nl
Verbindingen
■ Voor u apparatuur gaat verbinden met
de SPEAKERS aansluiting
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of
gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+”
(rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en
draai vervolgens de blootliggende draadjes
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
■ Apparatuur verbinden met de SPEAKER
aansluitingen
2
1
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
1
Draai de knop los.
2
Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in het gat van de
aansluiting.
3
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor Europa, Rusland,
Korea en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek
vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de
aansluiting.
Bananenstekker
12 Nl
Verbindingen
Informatie over aansluitingen en stekkers
Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust.
Audio-aansluitingen en stekkers
DIGITAL AUDIO
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
C
AUDIO
Linker en
Coaxiaal
rechter
digitale
analoge
audiostekker
audiostekkers
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
VIDEO
(Geel)
(Rood)
O
V
PR
Optisch
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
(Blauw) (Groen)
PB
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL AUDIO
L
Video-aansluitingen en stekkers
Y
Component
videostekkers
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
Dit toestel heeft twee soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluiting
Voor digitale audiosignalen via een coaxiaal digitale
audiokabel.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerkingen
• U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Optische ingangsaansluitingen
zijn geschikt voor digitale signalen met een maximale
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
• In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
COMPONENT
VIDEO
PR PB Y
Uitgang
(MONITOR OUT)
PR PB Y
VIDEO
Opmerking
Het signaal voor het in-beeld display (OSD) wordt niet
gereproduceerd via de DVR OUT (REC) aansluitingen.
Nederlands
13 Nl
Verbindingen
Informatie over HDMI™
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals, 32-192
kHz, 16/20/24 bits
DVD-Audio, enz.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS
DVD-Video, enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de
volgende standaarden en normen:
• HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
• HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection
System) gelicenseerd door Digital Content
Protection, LLC.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler,
dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting
controleren (zie bladzijde 36).
■ HDMI aansluiting en stekker
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan
5 meter (16 ft) en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔
DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg
ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met
de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl
er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden
onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI
IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting van dit toestel kunnen niet
digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit
toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen.
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
Ingang
■ Stroomschema videosignalen
Uitgang
Ingang
HDMI
HDMI
AUDIO
COMPONENT
VIDEO
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die
binnenkomen via de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting
kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting
wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 61).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de AUDIO uitgangsaansluitingen.
14 Nl
VIDEO
Door
Uitgang
Verbindingen
Aansluiten van videocomponenten
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT
aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen of met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel.
Opmerkingen
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt
laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van
dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het
“SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI
audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 61).
COAXIAL
OPTICAL
DVD
VD IN1
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
DVD
CD
2
1
OUT
HDMI
VOORBEREIDINGEN
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI
audio-/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan.
In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig
knipperen.
• Wanneer u uw beeldscherm of projector via HDMI aansluit, zal
het in-beeld display niet verschijnen. Sluit in een dergelijk
geval het beeldscherm of de projector aan via component of
gewone video aansluitingen.
• Verbind de signaalbronnen met de HDMI IN DVD of HDMI IN
DTV/CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven
op de het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting.
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PB
PR
Y
PR
PB
DTV/CBL
Y
DVR
VIDEO
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
L
CENTER
R
D/ OUT
-R (REC)
IN
DVD
DTV/CBL
OUT
AUDIO
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
PR
HDMI ingang
WO
FRONT
CD
DVR
PB
OUTPUT
Y
Component
video ingang
V
Video ingang
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
15 Nl
Verbindingen
Aansluiten van andere componenten
• U moet hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 15).
• Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
de DIGITAL INPUT aansluiting, dient u de corresponderende
instelling te selecteren voor “OPTICAL IN” of “COAXIAL IN”
bij “INPUT ASSIGNMENT” (zie bladzijde 62).
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
Opmerkingen
■ Aansluiten van een DVD-speler
DVD-speler
HDMI uitgang
Component video
uitgang
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
R
V
L
PR
C
COAXIAL
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
DVD
CD
2
1
OUT
HDMI
Y
OPTICAL
DVD
DVD IN1
PB
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
PR
PB
DTV/CBL
Y
DVR
VIDEO
VIDEO
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
L
L
R
R
CENTER
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
IN
DVD
DTV/CBL
AUDIO
OUT
DVR
CD
WO
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
OUTPUT
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
16 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
DVD
DVD IN1
DTV/CBL IN2
DTV/CBL
CD
2
1
OUT
HDMI
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
DVD
PB
PR
Y
PR
DTV/CBL
Y
PB
DVR
MONITOR OUT
VIDEO
VIDEO
DVD
IN
DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR OUT
L
L
R
R
CENTER
DVD
DTV/CBL
OUT
WO
FRONT
CD
DVR
AUDIO
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
L
R
R
L
OUTPUT
V
Video ingang
Audio ingang
Audio uitgang
V
SURROUND
VOORBEREIDINGEN
IN
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
PR
PB
Y
Component video uitgang
Video uitgang
DVD-recorder,
PVR of videorecorder
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of HDTV-decoder
HDMI uitgang
Component video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
L
V
R
O
PR
COAXIAL
DTV/CBL
DVD
CD
2
1
OUT
HDMI
Y
OPTICAL
DVD
DTV/CBL IN2
DVD IN1
PB
3
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
PB
PR
DTV/CBL
Y
DVR
VIDEO
VIDEO
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
L
L
R
R
geeft aanbevolen verbindingen aan
CENTER
IN
DVD
DTV/CBL
AUDIO
OUT
DVR
CD
WO
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
OUTPUT
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één
voor de audioverbinding)
17 Nl
Nederlands
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
Verbindingen
Aansluiten van audiocomponenten
Sluit de audiocomponenten als volgt aan.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
■ Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder
Opmerkingen
• Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale
verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
elk van de DIGITAL INPUT aansluitingen, dient u de
corresponderende instelling te selecteren bij “INPUT
ASSIGNMENT” (zie bladzijde 62).
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
COAXIAL
OPTICAL
DVD
DVD IN1
DTV/CBL IN2
DVD
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
PR
L
VIDEO
VIDEO
R
3
2
1
OUT
HDMI
CD
DTV/CBL
PB
Y
PR
O
MONITOR OUT
Audio ingang
Optische uitgang
DVD
L
DTV/CBL
IN
DVR OUT
MONITOR
OUT
L
L
R
R
L
R
R
CD-recorder of
MD-recorder
Audio
uitgang
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
IN
DVD
DTV/CBL
OUT
CD
DVR
AUDIO
FRONT
SURROUND
W
MULTI CH INPU
Audio
uitgang
CD-speler
■ Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en SUBWOOFER)
voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder of sound processor. Verbind
de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er
goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voorals de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 34), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
CENTER
L
R
R
L
R
Subwoofer uitgang
L
Surroundkanaal
uitgang
Voorkanaal uitgang
SURROUND
WOOFER
MULTI CH INPUT
Multiformaat-speler/
externe decoder
18 Nl
Middenkanaal uitgang
SUB
FRONT
Verbindingen
Aansluiten van een Yamaha iPod™
universeel dock of Bluetooth™
adapter
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
Opmerkingen
• Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
• Wanneer er audiosignalen binnenkomen via de AUDIO
aansluitingen en via de DOCK aansluiting, zal aan deze
signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. DOCK
2. AUDIO
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt
aansluiten. Verbind een Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth adapter met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
VOLUME
STANDBY/
ON
OPTIMIZER MIC
EDIT
PRESET/TUNING
BAND
l
A/B/C/D/E
DOCK
PB
DTV/CBL
Y
ANTENNA
1
l
PHONES
DVR
PRESET/TUNING/CH
h
MEMORY
TUNING AUTO/MAN'L
SCENE
AM
SPEAKERS
A/B/OFF
PROGRAM
2
3
STRAIGHT
DIRECT
4
h
l
TONE CONTROL
INPUT
VIDEO AUX
h
AUDIO SELECT
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
GND
VIDEO AUX
Yamaha iPod universeel
dock of Bluetooth adapter
Video uitgang
VIDEO
L
V
L
AUDIO
R
R
Audio uitgang
Spelcomputer of
videocamera
Nederlands
19 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Aansluiten van de draad van de AM
ringantenne
Doe het hendeltje open
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
Inbrengen
Doe het hendeltje
weer dicht
y
Zie hier rechts voor informatie over het aansluiten van de
meegeleverde AM ringantenne.
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
met plastic geïsoleerd
draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten
spant.
AM ringantenne FM binnenantenne
(meegeleverd) (meegeleverd)
Opmerking
Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt
mede af van het model in kwestie.
DOCK
ANTENNA
L
Aansluiten van het netsnoer
AM
GND
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt
u de stekker in het stopcontact steken.
FM
75
UNBAL.
SUB
WOOFER
CENTER
PUT
(Modellen voor de V.S.)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
Netsnoer
20 Nl
Verbindingen
Aan en uit zetten van dit toestel
■ Aan zetten van dit toestel
Druk op A STANDBY/ON (of G POWER) om dit
toestel aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
VOORBEREIDINGEN
■ Uit (standby) zetten van dit toestel
Druk op A STANDBY/ON (of H STANDBY) om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening.
Nederlands
21 Nl
Verbindingen
Display voorpaneel
2
1
DVR
MULTI CH
3
V-AUX
DOCK
USB
q DIGITAL
q PL
SP
AB
4
DTV/CBL
DVD
5
MD/CD-R
ENHANCER
6
CD
7
TUNER
VOL.
YPAO MEMORY
VIRTUAL AUTO TUNED STEREO MUTE
SLEEP PTY HOLD PS PTY RT CT EON
SILENT CINEMA
ft
ms
dB
PCM
8
9
0 A
B
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen
(zie bladzijde 14).
2 DOCK indicator
• Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit
toestel (zie bladzijde 19) en wanneer V-AUX is
geselecteerd als signaalbron.
• Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een
Bluetooth component verbinding aan het maken zijn
(‘pairing’) (zie bladzijde 53), of wanneer de Bluetooth
adapter aan het zoeken is naar een Bluetooth
component (zie bladzijde 53).
• Licht op terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter is verbonden met de Bluetooth component
(zie bladzijde 19).
3 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is geselecteerd (zie bladzijde 38).
4 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
5 YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer
de via de “AUTO SETUP” ingestelde
luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden
gebruikt (zie bladzijde 24).
22 Nl
C
D
dB
LFE
L C R
SL
SR
E
F
6 Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat (zie de bladzijden 43 t/m 45).
7 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
• De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE
functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt (zie
bladzijde 35).
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
8 PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
9 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
0 Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 35).
A SP A B indicators
Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in
werking is (zie bladzijde 33).
SP A: De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd.
SP B: De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd.
Verbindingen
B CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 39).
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 39).
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Ongeveer 6 m
30º
VOORBEREIDINGEN
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 39).
30º
C Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
D SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 37).
E Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
F Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE
L C R
SL
SR
LFE indicator
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
y
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor uw
componenten, zie bladzijde 69.
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
Indicators ingangskanalen
Indicators ingangskanalen
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
• Licht op of knippert aan de hand van de
luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 24)
of in de “SP LEVEL” instelfunctie voor de
luidsprekerniveaus (zie bladzijde 59).
Nederlands
23 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Gebruiken van het AUTO SETUP
2
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER
MIC aansluiting op het voorpaneel.
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
VIDEO AUX
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
AUDIO SELECT
y
U kunt de “AUTO SETUP” opstarten via het systeemmenu op het
scherm (OSD) of op het display op het voorpaneel. Deze
handleiding gebruikt de schermen van het in-beeld display (OSD)
om de “AUTO SETUP” procedure uit te leggen.
1
Optimalisatiemicrofoon
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
U moet de volgende punten controleren.
Opmerking
AUTO SETUP
Controleer de volgende punten voor u de automatische
instelfunctie gaat gebruiken.
❏
❏
❏
❏
VOLUME
MIN
MAX
Automatic
Processing
of all item
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Start
3
p
❏
SETUP;;;;;;;AUTO
. START
p
❏
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden
ingeschakeld.
Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron
van het aangesloten beeldscherm.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet
worden ingeschakeld en het volume moet
ongeveer halverwege (of iets lager) worden
ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten
subwoofer moet op de maximum stand worden
ingesteld.
Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de microfoonkop
naar boven.
Optimalisatie-microfoon
CROSSOVER
HIGH CUT
MIN
MAX
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
❏
❏
24 Nl
De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als
voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 33).
De kamer moet voldoende stil zijn.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief
(enz.) met behulp van de statiefschroef.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
4
Zorg ervoor dat “SETUP” is ingesteld op
“AUTO” en dat de aanwijzer bij“START”
staat.
y
U kunt ook de volgende instelmethoden selecteren. Druk in
dit geval op 7 k, selecteer “SETUP”, druk op 7 l / h om
één van de volgende mogelijkheden te kiezen en selecteer
vervolgens “START”.
Opmerking
“RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer u
de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de resultaten
daarvan heeft bevestigd.
5
Druk op 7 n, selecteer “START” en druk
vervolgens op 7 ENTER om de setup
procedure te laten beginnen.
De volgende melding zal op het in-beeld display
verschijnen.
NOTICE
Loudtesttonesare
output.
Pleasekeepquiet
orleavetheroom.
Druk op 7 ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
automatische instelprocedure. Wanneer alle items
zijn ingesteld, zal het resultatenscherm verschijnen
op het in-beeld display.
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor het toestel de automatische instelprocedure
heeft afgerond.
VOORBEREIDINGEN
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
• Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP”
procedure automatisch te laten verlopen.
• Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
• Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen ongedaan te maken
en de vorige instellingen te herstellen.
• Selecteer “DEFAULT” om de
“AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
6
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Luidsprekerbedrading/volumeniveau
WIRING/LEVEL
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers. Controleert
en regelt tevens het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Luidsprekerafstand
DISTANCE
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Luidsprekerafmetingen
SIZE
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage
frequentie-crossover voor elk van de kanalen in.
Press[ENTER]
Voor u verder gaat met de volgende handeling
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit
toestel beginnen met de automatische setup. Voor zo
exact mogelijke metingen moet u zich zo stil mogelijk
houden en bij een wand blijven waar geen luidsprekers
in de buurt zijn. We raden u aan de luisterruimte te
verlaten terwijl de automatische instelfunctie bezig is.
Nederlands
25 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Het display verandert als volgt.
7
Druk op 7 k en 7 ENTER om de resultaten
in detail te bekijken.
8
Druk herhaaldelijk op 7 l / h om heen en
weer te schakelen tussen schermen met
setup resultaten.
AUTO SETUP
SETUP;;;;;;;AUTO
. START
p
p
Automatic
Processing
of all item
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Start
Resultaten voor de
luidsprekeraansluitingen
en bedrading
AUTO SETUP
Resultaten voor de
luidsprekerafstand tot de
luisterplek
INITIALIZING
. WIRING/LEVEL
DISTANCE
SIZE
[
WAITING;;;
;;;;;;;;;;
[]:Exit
Resultaten voor de
luidspreker-afmetingen
AUTO SETUP
RESULT
SP :
3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL :
-2/+2dB
. >SET
CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Resultaten voor het uitgangsniveau
van de luidsprekers
De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als
volgt.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL
SETUP” (zie bladzijde 55) doen.
Aantal luidsprekers
SP
Tont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luisterplek tot de luidsprekers in
deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze
volgorde:
Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau
Opmerkingen
• Als “E-9:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens de
testprocedure, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4.
• Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er geen
testtonen worden geproduceerd.
• Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO SETUP” procedure,
zal de procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding
verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op
bladzijde 27 voor details.
• Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal de melding “WARNING” en
het aantal waarschuwingen verschijnen (zie bladzijde 27).
26 Nl
Opmerking
De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw luidsprekers.
9
Druk op 7 ENTER om terug te keren naar
het resultatenscherm.
AUTO SETUP
. RESULT
SP :
3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL :
-2/+2dB
CANCEL
>SET
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
10
11
Druk op 7 n en druk vervolgens op 7 l / h
om “SET” of “CANCEL” te selecteren.
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
• Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen in het resultatendisplay. Controleer de
waarschuwingen om uw luidsprekerinstellingen te kunnen
corrigeren.
Opmerking
waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de
“AUTO SETUP” procedure niet wordt geannuleerd door
waarschuwingen.
1
SET MENU
TOP MENU
. ;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
Controleer of de aanwijzer bij “WARNING”
staat en druk vervolgens op 7 ENTER om
de gedetailleerde gegevens voor de
waarschuwing te bekijken.
Het cijfer rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
VOORBEREIDINGEN
Druk op 7 ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
■ Als “WARNING” verschijnt
12
Druk op K MENU om het “SET MENU” te
verlaten.
13
Koppel de optimalisatiemicrofoon los van dit
toestel.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand
tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem
niet bovenop dit toestel.
AUTO SETUP
. WARNING(2)
RESULT
SP :
3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL :
-2/+2dB
CANCEL
>SET
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
2
Druk herhaaldelijk op 7 l / h om heen en
weer te schakelen tussen schermen met
waarschuwingen.
y
WARNING
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de
opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om
uw systeem opnieuw te optimaliseren.
W-1:OUT OF PHASE
Reverse channel
AAAAFLAAAAA--AAACENTER
AAAASLAAAAA--[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
■ Als er een foutmelding verschijnt
y
Druk op 7 k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk dan op 7 ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-8:USER
CANCEL” verschijnt op het in-beeld display.
• Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 75.
• Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing
is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “– –”
worden getoond.
ERROR
. E-8:USER CANCEL
Can't detect
signal at MIC
>RETRY
EXIT
3
Druk op 7 ENTER om terug te keren naar
het resultatenscherm.
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Enter
Nederlands
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure
af te sluiten.
27 Nl
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
Selecteren van de SCENE sjablonen
Dit toestel heeft 16 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei
standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden.
Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen
(instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen:
2
Druk op O INPUT l / h (of druk op 4 AMP
en dan op 7l / h) om het gewenste
sjabloon te selecteren.
l
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
INPUT
h
Voorpaneel
of
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt
u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE
sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
AMP
ENTER
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Afstandsbediening
1
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan
de SCENE toets
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteren van het gewenste
SCENE sjabloon
DVD Viewing
3
Druk nog eens op de QSCENE (of
5 SCENE) toets om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de toets.
1
Voorpaneel
1
Houd de gewenste QSCENE (of 5 SCENE)
toets tenminste 3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 seconden
3 seconden
of
1
Voorpaneel
1
Afstandsbediening
1
Knippert
DVD MovieView
28 Nl
of
1
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de
SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon
instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 32 voor details.
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
Videobronnen
(DVD video,
opgenomen beelden)
Welke component wilt u
laten weergeven?
DVD
SCENE sjablonen
Standaard
SCENE toetsen
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
1
DVD Live Viewing
Muziekdiscs
(CD, SACD of DVD-Audio)
DVR
DVR Viewing
DVD
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
2
Disc Listening
BASISBEDIENING
CD
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD Music Listening
Radioprogramma’s
TUNER (FM/AM radio)
Radio Listening
iPod of Bluetooth
component
DOCK
Dock Listening
USB geheugenapparaat
of draagbare USB
audiospeler
USB
USB Audio Listening
TV programma’s
DTV/CBL
TV Viewing
4
3
TV Sports Viewing
Videospelletjes
V-AUX*
Game Playing
Opmerking
* Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit
toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven.
y
29 Nl
Nederlands
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 31 voor details.
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de
standaardinstelling aan.
SCENE sjabloon
Signaalbron
Weergavefunctie
Kenmerken
DVD Viewing
DVD
STRAIGHT
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD Movie Viewing
DVD
MOVIE
Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw DVD-speler.
DVD Live Viewing
DVD
MUSIC
Pop/Rock
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
DVR Viewing
DVR
MOVIE
Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw digitale videorecorder.
Disc Hi-fi Listening
DVD
DIRECT
Music Disc
Listening
DVD
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
Disc Listening
DVD
STEREO
5ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw DVD-speler als achtergrondmuziek.
CD Hi-fi Listening
CD
DIRECT
CD Listening
CD
STEREO
5ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler als achtergrondmuziek.
CD Music Listening
CD
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw CD-speler.
Radio Listening
TUNER
MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
5ch Enhancer
DOCK
MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt
weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha
5ch Enhancer
1
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw DVD-speler.
2
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw CD-speler.
4
1
Dock Listening
iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is
verbonden via de Bluetooth adapter.
USB Audio
Listening
USB
TV Viewing
DTV/CBL
STRAIGHT
TV Sports Viewing
DTV/CBL
ENTERTAINMENT
TV Sports
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar
sportprogramma’s op uw TV kijkt.
Game Playing
V-AUX
ENTERTAINMENT
Game
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt
spelen.
MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek laat
weergeven van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
5ch Enhancer
audiospeler.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene
programma’s op uw TV kijkt.
3
1
30 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Uw eigen SCENE sjablonen maken
3
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 16
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
■ Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen
• INPUT:
• MODE:
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
SCENE : DVD Viewing
SCENE : DVD Viewing
INPUT : DVD
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
4
Druk nog eens op de 5 SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
BASISBEDIENING
De signaalbron
De ingeschakelde
geluidsveldprogramma’s,
STRAIGHT of DIRECT functie
(zie de bladzijden 39 en 41)
• NIGHT:
De nacht-luisterfunctie
(zie bladzijde 42)
− SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de
nacht-luisterfunctie.
− CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
CINEMA.
− MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
MUSIC.
Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen aan te passen.
Selecteer een SCENE
sjabloon
Druk op 4 AMP en dan op 7 k / n om de
gewenste instelling van het SCENE sjabloon
te selecteren en gebruik vervolgens 7 l / h
om de gewenste waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
1
1
Toewijzen aan de
SCENE toets
y
1
2
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Houd de gewenste 5 SCENE toets
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het beeldscherm verschijnen.
1
3 seconden
Opmerkingen
• Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan
de 5 SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE
sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 32
voor details.
• U kunt voor elk van de 5 SCENE toetsen een aangepast
SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast
SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste
SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe.
• Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde 5 SCENE toets.
■ SCENE sjablonen een nieuwe naam
geven
Opmerking
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de 5 SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op 4 AMP te drukken en dan op 7l / h tot het
gewenste SCENE sjabloon op het menuscherm verschijnt.
31 Nl
Nederlands
Selecteer de naam van het gewenste SCENE
sjabloon bij stap 3 onder “Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen” en
druk vervolgens op 7 ENTER.
• Druk op 7k / n om het gewenste teken te selecteren.
• Druk op 7l / h om een “_” (onderstreping) te
plaatsen onder de spatie of onder een teken.
• Druk op 8 RETURN om de nieuwe naam te annuleren.
• Druk op 7 ENTER om de nieuwe naam definitief te maken.
Selecteren van de SCENE sjablonen
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
■ Bedienen van signaalbronnen in de
SCENE functie
U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met
deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 69).
1
2
Druk op de gewenste 5 SCENE toets op de
afstandsbediening.
Druk op de gewenste toetsen in het met een
sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om
de signaalbron voor het geselecteerde
SCENE sjabloon te bedienen.
*
POWER
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
USB
A
B
MUTE
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX/DOCK
C
B
D
C
AMP
TV INPUT
TV MUTE
1
2
TV CH
TV VOL
SCENE
3
4
SCENE toetsen
SRCH MODE
VOLUME
MENU
BAND LEVEL
TITLE
ENTER
DISPLAY
RETURN
MEMORY
REC
FREQ/TEXT
EON
MODE - PTY SEEK - START
l
PROG h
1
2
3
4
STRAIGHT
DIRECT
NIGHT
PARAMETER
5
6
ENHANCER SUR. DECODE
7
MULTI CH IN AUDIO SEL
9
0
10
8
SLEEP
ENT
Opmerking
*
Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 68 voor
details omtrent de functies van de toetsen.
32 Nl
■ Instellen van de signaalbron voor een
aangepast SCENE sjabloon op de
afstandsbediening
Als u de signaalbron veranderd heeft voor het
geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe
signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de
afstandsbediening om de component in kwestie correct te
kunnen bedienen.
Houd de 5 SCENE toets en de gewenste
ingangskeuzetoets (3) 3 seconden ingedrukt.
y
Druk nog eens op de 5 SCENE toets om de signaalbron te
kunnen bedienen.
WEERGAVE
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisbediening
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Druk net zo vaak op de J SPEAKERS toets
tot u de voor-luidsprekers die u wilt
gebruiken geselecteerd heeft.
De corresponderende luidspreker indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
3
Druk herhaaldelijk op O INPUT l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(3)) om de gewenste signaalbron te
selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
CD
TUNER
USB
INPUT:DVD
Op dit moment
geselecteerde signaalbron
Verdraai I VOLUME (of druk op
L VOLUME +/–) om het volume op het
gewenste niveau in te stellen.
6
Druk herhaaldelijk op L PROGRAM l / h
(of druk op 4 AMP en dan herhaaldelijk op
A PROG l / h) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
Zie bladzijde 38 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Movie Dramatic
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 34).
• Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 39).
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op
dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 36 voor details.
■ Een korte wegwijzer
Wanneer u...
4
Start de weergave op de geselecteerde
component of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 43 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
BASISBEDIENING
1
5
Zie
bladzijde
41
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt regelen.
41
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt wijzigen.
40
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch bereik
(harde geluiden) wilt luisteren.
42
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken.
35
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee weer te geven.
39
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt laten zetten.
37
33 Nl
Nederlands
Genieten van een hoge geluidskwaliteit
Weergave
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere
ingangsaansluiting wanneer er meerdere aansluitingen
beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via
“AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 65).
Druk herhaaldelijk op PAUDIO SELECT
(of druk op 4 AMP en dan op E AUDIO SEL) om
de gewenste instelling voor de audio
ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
CD
TUNER
USB
A.SEL:AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
AUDIO SELECT
Functie
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
COAX/OPT
Er zullen alleen digitale signalen worden geselecteerd.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn
toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als
instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
als de HDMI IN DVD en HDMI IN DTV/CBL aansluitingen niet
worden gebruikt. Gebruik “INPUT ASSIGNMENT” in het
“INPUT MENU” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw
toe te wijzen (zie bladzijde 62).
34 Nl
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 18).
Druk herhaaldelijk op O INPUT l / h (of op
4 AMP en dan op D MULTI CH IN) en selecteer
MULTI CH.
“MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om
de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen
(zie bladzijde 63).
Opmerking
De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven,
zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen
geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie enz.
wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron.
Weergave
Weergeven van de huidige status
van dit toestel op een beeldscherm
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm.
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Druk op M DISPLAY.
Het in-beeld display toont het huidige statusscherm.
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display
getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP”
parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 64).
Opmerking
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd
via de DVR VIDEO OUT aansluitingen en wordt dus ook niet
opgenomen.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 39).
BASISBEDIENING
STATUSVOL:-40dB
DVDMovieViewing
MOVIE
MovieSpacious
INPUT:DVD
A.SEL:HDMI
NIGHT:CINEMA(MID)
[DISPLAY]:STATUSOFF
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op I MUTE om de geluidsweergave
tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op
I MUTE om de geluidsweergave te hervatten.
y
• U kunt ook I VOLUME verdraaien, of op LVOLUME +/–
drukken, om de geluidsweergave te hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 60).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Nederlands
35 Nl
Weergave
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
■ Audio informatie
Informatie
FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen,
2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal
worden getoond als “3/2/0.1”.
Audiobronnen
BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
Videobronnen
FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of
PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel
in staat stelt automatisch van decoder te wisselen.
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (3) om de
gewenste videobron te selecteren en kies
vervolgens de audiobron.
USB
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
y
Opmerking
• U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron (zie bladzijde 34).
Druk op 4 AMP en druk vervolgens op D MULTI CH IN.
• Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo
te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 63).
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Beschrijving
Druk op 4 AMP en druk vervolgens op K MENU.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
■ Video informatie
Informatie
Beschrijving
HDMI SIGNAL
Het soort videosignalen ontvangen van de
signaalbron en gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI RES.
Resolutie van de HDMI signalen die worden
ontvangen of gereproduceerd via de HDMI
IN/OUT aansluitingen van dit toestel.
HDMI ERROR
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur. Zie “HDMI
fouten en meldingen” voor details.
(Alleen wanneer
er een fout wordt
gedetecteerd.)
SET MENU
TOP MENU
. ;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
HDMI fouten en meldingen
2
Druk herhaaldelijk op 7 n om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op 7 ENTER.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
3
Druk op 7 l / h om heen en weer te schakelen
tussen de audio en video informatiedisplays.
4
Druk op K MENU om het “SET MENU” te verlaten.
36 Nl
Melding
Oorzaak
DEVICE OVER
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP ERROR
HDCP verificatie mislukt.
OUT OF RES.
Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt
voor de resolutie van het video ingangssignaal.
Weergave
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd.
Druk herhaaldelijk op 4 AMP en vervolgens
herhaaldelijk op R SLEEP om de gewenste tijd in
te stellen.
Met elke druk op R SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP 120min
SLEEP OFF
SLEEP 30min
SLEEP 90min
SLEEP 60min
BASISBEDIENING
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
y
• Om de slaaptimer te annuleren dient u net zo vaak op 4 AMP
en vervolgens op R SLEEP te drukken tot “SLEEP OFF” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
• U kunt de slaaptimer ook annuleren door met
A STANDBY/ON (of H STANDBY) dit toestel uit (standby)
te zetten.
Nederlands
37 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale
decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals
weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals
geluidsbron.
Druk op L PROGRAM l / h (of op 4 AMP en
druk vervolgens herhaaldelijk op A PROG l / h).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 34).
• Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 39).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Categorie
Programma
Kenmerken
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij
een pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de
nadruk ligt op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie.
Hall
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en
orkestrale muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een
grote concertzaal in Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen
en een majestueuze sfeer.
Jazz
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion. Het
maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York.
Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen.
Game
CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische
geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u
een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het
spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen.
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van
amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende
commentaar duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de
sfeergeluiden uit het stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent.
Movie Spacious
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire
geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het
programma zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende
geluidseffecten tot bulderend lawaai.
Movie Dramatic
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op
driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de
geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale
manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs.
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
5ch Stereo
CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit
geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen.
2ch Enhancer
5ch Enhancer
Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in
2-kanaals of 5-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de
geluidsweergave door de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende
harmonische signalen te regenereren.
MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE
STEREO
MUSIC
ENHANCER
Opmerking
De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de
hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties
waarnemen in de weerkaatsingen die u uit alle richtingen bereiken.
38 Nl
Geluidsveldprogramma’s
■ Genieten van 2-kanaals materiaal met de
standaard decoders
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk op 4 AMP en vervolgens herhaaldelijk op
OSUR. DECODE om een decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van
het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
Decoder
Functies
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te
creëren.
Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 58)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP programma
selecteert (zie bladzijde 38).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 58):
– wanneer “5ch Stereo” (zie bladzijde 38) is geselecteerd.
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
■ Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon
(SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met een CINEMA
DSP programma (uitgezonderd 5ch Stereo)
(zie bladzijde 38). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
Pro Logic
■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
■ Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal
multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van
effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de
linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Druk op M STRAIGHT (of op 4 AMP en druk
vervolgens op B STRAIGHT) om “STRAIGHT”
te selecteren.
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog
eens op M STRAIGHT (of op 4 AMP en dan op
B STRAIGHT) te drukken zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Nederlands
39 Nl
Geluidsveldprogramma’s
■ Wijzigen van geluidsveld instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
1
Druk terwijl u naar een signaalbron luistert
op 4 AMP en vervolgens op
QPARAMETER.
2
Druk op 7k / n tot u de gewenste parameter
die u wilt instellen geselecteerd heeft.
3
Druk op 7l / h om de huidige waarde voor
deze parameter te wijzigen.
y
De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet
aangegeven.
Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports,
Movie Spacious en Movie Dramatic:
DSP niveau DSP LEVEL
Functie:
Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
MIN, MID, MAX
Voor 2ch Enhancer en 5ch Enhancer:
Opmerking
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY
GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 64).
Effectniveau EFFECT LEVEL
Functie:
Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
LOW, HIGH
Voor Pro Logic II Music:
Panorama PANORAMA
Functie:
Stuurt stereosignalen naar de
surround-luidsprekers zowel als naar de
voor-luidsprekers voor een omhullend
effect.
Instelmogelijkheden:
OFF, ON
Dimensie DIMENSION
Functie:
Zorgt voor een graduele aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar
achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren),
de begininstelling is STD (standaard).
Midden breedte CT WIDTH
Functie:
Regelt het middengeluidsveld via alle
drie de voor-luidsprekers. Een grotere
waarde breidt het middenveld uit in de
richting van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt
alleen maar weergegeven via de
midden-luidspreker) t/m 7 (het
middenkanaal wordt helemaal via de
linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven), de begininstelling is 3.
40 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van audiofuncties
Genieten van een hoge
geluidskwaliteit
Gebruik de DIRECT functie om te luisteren naar de
kwalitatief hoogstaande weergave van de geselecteerde
bron. Wanneer de DIRECT functie is ingeschakeld, geeft
dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op NDIRECT (of op 4 AMP en dan op
C DIRECT) om “DIRECT” te selecteren.
Opmerkingen
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 24) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 59) methodes.
1
Display
y
Wanneer de DIRECT weergavefunctie in werking is, wordt het
display op het voorpaneel alleen ingeschakeld wanneer dat nodig
is.
Toonregeling
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
en die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
1
Druk herhaaldelijk op K TONE CONTROL
om de weergave van de hoge tonen
(TREBLE) of de weergave van de lage tonen
(BASS) te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op L PROGRAM l / h
om de weergave van de hoge tonen
(TREBLE) of de weergave van de lage tonen
(BASS) te selecteren.
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
y
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede
af van de luidsprekerinstellingen.
• Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het
“SPEAKER LEVEL” instelmenu op het scherm
verschijnen.
2
Druk op 7 l / h om het uitgangsniveau
(volume) van de luidspreker te regelen.
• Druk op 7 h om de ingestelde waarde te
verhogen.
• Druk op 7 l om de ingestelde waarde te
verlagen.
• Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
3
Druk op 6 LEVEL om het display met de
instelling van het luidsprekerniveau uit te
schakelen.
Opmerkingen
Nederlands
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer bij die van de andere past.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer dit toestel in
de DIRECT stand staat, of wanneer MULTI CH is geselecteerd
als signaalbron.
Ingestelde luidspreker
BASISBEDIENING
• De “TONE CONTROL” en “SOUND MENU” (zie
bladzijde 57) instellingen (behalve voor de instelling van de
luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
• Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Druk herhaaldelijk op 4 AMP, dan op
6 LEVEL op de afstandsbediening en
vervolgens op 7 k / n tot u de luidspreker
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
41 Nl
Gebruiken van audiofuncties
Selecteren van de
nacht-luisterfunctie
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
1
Druk op 4 AMP en vervolgens herhaaldelijk
op P NIGHT om “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” te selecteren.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt
gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
2
Druk op 7 l / h om het effectniveau te
regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het
display op het voorpaneel.
Effect.Lvl:MID
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet
gebruiken:
– wanneer de DIRECT functie (zie bladzijde 41) is
ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 34).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
42 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM afstemmen
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand
voorprogrammeren.
Automatisch afstemmen
Handmatig afstemmen
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
1
Opmerking
Druk net zo vaak op OINPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
Druk op C BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3
Druk op HTUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator op het display oplicht.
1
Druk net zo vaak op OINPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
2
Druk op C BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3
Druk op H TUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator van het display verdwijnt.
Licht op
AUTO
AFM 88.90MHz
BASISBEDIENING
2
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op
B PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4
Druk één keer op EPRESET/TUNING/CH l / h
om het automatisch afstemmen te laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Licht op
AFM 88.90MHz
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op
B PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4
Druk op EPRESET/TUNING/CH l / h om
met de hand af te stemmen op de gewenste
zender.
y
TUNED
AFM 88.90MHz
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
Nederlands
43 Nl
FM/AM afstemmen
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1
2
3
Druk net zo vaak op O INPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
Druk op C BAND en selecteer “FM” als
radioband.
Handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1
Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie bladzijde 43 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2
Druk op F MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
3
Druk herhaaldelijk op D A/B/C/D/E en
E PRESET/TUNING/CH l / h om de
gewenste voorkeuzezender (A1 t/m E8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator
knippert.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
Houd F MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer
5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Knippert
Knippert
MEMORY
A3:FM 88.90MHz
MEMORY
AUTO
A1:FM 88.90MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren
waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door
eerst op D A/B/C/D/E en vervolgens op
E PRESET/TUNING/CH l / h te drukken.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren”
elders op deze bladzijde.
• Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(alleen modellen voor Europa en Rusland).
44 Nl
Voorkeuzegroep en Dubbele punt (:)
voorkeuzenummer
4
Druk op F MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
TUNED
A1:FM 88.90MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
FM/AM afstemmen
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op 3 TUNER drukken om “TUNER” als
signaalbron te selecteren.
1
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
D A/B/C/D/E en EPRESET/TUNING/CH l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
2
Houd B PRESET/TUNING tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
Druk op EPRESET/TUNING/CH l / h (of
7 PRESET/CH k / n) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
BASISBEDIENING
2
Druk herhaaldelijk op DA/B/C/D/E (of
7A/B/C/D/E l / h) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
E1:FM 88.90MHz
Knippert
3
E1:FM 88.90MHz
y
U kunt het nummer van de gewenste voorkeuzezender (1 t/m 8)
ook direct invoeren met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
D A/B/C/D/E en EPRESET/TUNING/CH l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
MEMORY
A5:FM 88.90MHz
Knippert
4
Druk nog eens op B PRESET/TUNING.
“EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
Nederlands
45 Nl
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 44).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2
Druk herhaaldelijk op 0 FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT
(Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op H TUNING AUTO/MAN’L op
het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van
het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie
is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op
het voorpaneel.
46 Nl
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
3
Druk op 7 PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
POP M
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 44).
1
Licht op
Druk op 3 TUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” als signaalbron te selecteren.
Programmatype
2
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
BASISBEDIENING
Druk op 0PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
Beschrijving
Nederlands
47 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4
Druk op 0PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
POP M
PTY HOLD
Knippert
Licht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op 0PTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op 0PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio
Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data
Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een
bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken
die EON gegevens uitzenden naar een programma van het
geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint,
zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender
die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen
naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
EON
3
Druk herhaaldelijk op 0 EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
NEWS
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
0 EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam
van het programmatype verdwijnt en de malding “EON
OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel.
48 Nl
GEBRUIKEN VAN USB GEHEUGENAPPARATUUR OF EEN DRAAGBARE AUDIOSPELER MET EEN USB AANSLUITING
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit
toestel.
■ Ondersteunde USB apparatuur
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB
massa-opslagapparaten (met uitzondering van USB harde
schijven) die gebruik maken van FAT16 of FAT32
formattering.
Opmerkingen
Volg de onderstaande procedures om van de muziek op uw
USB apparaat of draagbare USB audiospeler te kunnen
genieten.
1
Druk herhaaldelijk op O INPUT l / h
(of op 3 USB) en selecteer USB.
De cursor links van de USB indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel en het eerder
weergegeven materiaal zal automatisch worden
weergegeven.
Licht op
MULTI CH
■ Aansluiten van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler
BAND
l
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING/CH
h
MEMORY
TUNING AUTO/MAN'L
SCENE
1
l
PHONES
SILENT CINEMA
SPEAKERS
A/B/OFF
TONE CONTROL
PROGRAM
2
3
STRAIGHT
DIRECT
h
4
l
INPUT
VIDEO AUX
h
AUDIO SELECT
VIDEO
L
AUDIO
DVD
MD/CD-R
USB
Root
Ellis Margellis
Frankie Zipper
Hall in Call
Jackie Pastarius
Jmiel
Jean-Luc Ponta
Jim Hallo
OPTIMIZER MIC
EDIT
PRESET/TUNING
DTV/CBL
CD
TUNER
Druk op M DISPLAY om de hoogste USB
bestandenlijst te tonen.
De USB bestandenlijst verschijnt in het in-beeld
display.
VOLUME
STANDBY/
ON
V-AUX
INPUT:USB
2
Sluit de USB stekker van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
DVR
USB
BASISBEDIENING
• Alleen de eerste partitie (32 GB of minder) wordt weergegeven
in het in-beeld display. U kunt geen bestanden selecteren in
andere partities.
• Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden
niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
Bediening weergave
>
>
>
>
>
>
>
USB
R
1/7
EFFECT
USB
USB
geheugenapparaat of
draagbare USB
audiospeler
y
• “i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
• Wanneer dit toestel in de bovenste map in de
mappenstructuur is, zal de melding “Root” verschijnen
naast “USB”.
Nederlands
49 Nl
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
3
4
Druk op 7 k / n / l / h op de
afstandsbediening om het gewenste bestand
te selecteren.
• Druk op 7 k / n om het gewenste bestand/de
gewenste map te selecteren.
• Druk op 7 ENTER of 7 h om de gewenste map
te openen.
• Druk op 7 l om terug te keren naar het vorige
mapniveau.
Druk op 7 ENTER om het gewenste bestand
weer te laten geven.
y
• U kunt met 9 b / a vooruit/terug springen en met
9 h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het
menu in het in-beeld display.
• U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “USB PLAY STYLE” parameters in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 66).
• U kunt de weergave op het display op het voorpaneel kiezen via
“FL SCROLL” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 64).
■ Het weergave-informatiedisplay
USB
[Play]
[1]
[2]
[3]
.
[4]
00:00
All
FrankieZipper
Made-to-orderaaaaaAA
;RoadtoIndiaaaAAAA
[5]
[6]
[7]
.A
[1] Naam van de artiest
[2] Titel van het album
[3] Titel van het muziekstuk
[4] Verstreken tijd
Opmerking
Wanneer de verstreken tijd langer is dan “99:59”, zal in
plaats van de tijd “--:--” worden aangegeven.
[5]
[6]
(weergave) pictogram
All
1
(alles herhalen),
(een enkel item herhalen) pictogrammen
Wanneer “REPEAT” voor de “USB PLAY STYLE” in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 66) is ingesteld op “OFF”,
zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek
terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven.
[7]
(willekeurige weergave) pictogram
Wanneer “SHUFFLE” voor de “USB PLAY STYLE” in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 66) is ingesteld op “OFF”,
zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek
terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven.
50 Nl
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™
Gebruiken van een iPod™
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 19), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 19).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Bedienen van een iPod™
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld
display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
■ Afstandsbediening
Druk voor u de volgende handelingen gaat uitvoeren op
3 V-AUX/DOCK.
Toets
7 ENTER
Functie
■ Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het
in-beeld display van dit toestel.
Volgende menu
y
k
Menu op
n
Menu neer
l
Vorige menu
• U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen
foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
h
Volgende menu
9 ll
BASISBEDIENING
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen
verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 78.
• Wanneer uw iPod in een op dit toestel aangesloten Yamaha iPod universeel dock is geplaatst, zal dit toestel signaal beginnen uit te
wisselen met uw iPod.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
b
Terug springen
a
Vooruit springen
e
Pauze (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze
(eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
p
Weergave (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze
(eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
K MENU
Vorige menu
M DISPLAY
Display
Nederlands
51 Nl
Gebruiken van een iPod™
■ Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening wanneer u dit toestel
en en beeldscherm aansluit via de VIDEO aansluiting. U kunt
via het in-beeld display door de muziekstukken op uw iPod
bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod
aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
• De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op
het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU”
(zie bladzijde 64).
• U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op
het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de
“OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU”
(zie bladzijde 64).
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
• Het Yamaha logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display
op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
in-beeld display. Druk herhaaldelijk op 7 ENTER om heen en weer
te schakelen tussen de diverse “Settings” parameterinstellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of
videoclips op uw iPod te bekijken.
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
y
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
“
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken
of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
y
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
“ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
1
All
■ Het weergave-informatiedisplay
[1]
iPod[Play]
1/9
FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia
||;;;;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
1
Druk op 3 V-AUX/DOCK en druk vervolgens
op M DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
iPod
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
2
Top
>
>
>
>
>
>
>
Druk op 7 k / n / l / h om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op 7 ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
52 Nl
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[1]
Weergavestatus
[2]
Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[3]
Naam artiest
[4]
Songtitel
[5]
Voortgangsbalk
[6]
Verstreken tijd
[7]
Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[8]
[9]
(weergave),
(pauze),
(vooruit zoeken) en
(terug zoeken)
Titel van het album
[10] Resterende tijd
GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN
Gebruiken van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit
toestel en zo luisteren naar de naar de muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler)
is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U moet van tevoren zorgen dat er een
verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component.
Opmerking
Verbinding tot stand brengen
(“pairing”) tussen de Bluetooth™
adapter en uw Bluetooth™ component
Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht
(“pairing”) tussen de op dit toestel aangesloten Bluetooth
adapter en een Bluetooth component die voor het eerst
gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens gewist
zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren
van een Bluetooth component voor Bluetooth communicatie.
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK
aansluiting van dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen
op het display op het voorpaneel.
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10
YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth
apparaten.
5
Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is
gebracht, zal de melding “Completed” verschijnen op
het display op het voorpaneel.
y
• Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen
de eerste keer dat u een bepaalde Bluetooth component met de
Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren.
• Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er
handelingen nodig op zowel dit toestel als op de component
waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken. Raadpleeg indien
nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur.
Er zijn twee manieren om een dergelijke verbinding tot
stand te brengen: via “START PAIRING” in het “SET
MENU” en via snelkoppelen (‘quick pairing’).
■ Pairing via het “SET MENU”
Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen
(“pairing”) met behulp van het beeldscherm. Selecteer “START
PAIRING” bil “INPUT MENU”. Zie bladzijde 62 voor details.
■ Quick pairing
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies
goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1
Druk herhaaldelijk op OINPUT l / h
(of op 3V-AUX/DOCK) en selecteer
“V-AUX” als signaalbron.
Zet de Bluetooth component waarmee u
verbinding wilt maken aan.
3
Houd CBAND (of 6BAND) 3 seconden lang
ingedrukt.
Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal eventjes de
melding “Searching...” verschijnen. Terwijl de Bluetooth
adapter nog verbinding aan het zoeken of aan het maken is, zal
de DOCK indicator op het display op het voorpaneel knipperen.
y
Druk nog eens op CBAND (of 6BAND) om het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren.
Opmerking
De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens
bewaren van maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er
vervolgens een verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”)
met een negende apparaat, dan zullen de verbindingsgegevens
voor de langst niet gebruikte eerder geregistreerde component
door de nieuwe gegevens worden vervangen.
Weergave van een Bluetooth™
component
1
Druk herhaaldelijk op OINPUT l / h (of op
3V-AUX/DOCK) en selecteer “V-AUX” als
signaalbron.
2
Begin de weergave op uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de
Bluetooth component detecteert, zullen de melding
“BT connected” en de DOCK indicator verschijnen
op het display op het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 7 ENTER drukt, zal de aangesloten Bluetooth
adapter op zoek gaan naar de laatst gebruikte Bluetooth
component om daar verbinding mee te maken. Als de Bluetooth
adapter de Bluetooth component niet kan vinden, zal “Not
found” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Druk op 8 RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en
de Bluetooth component te verbreken.
53 Nl
Nederlands
2
BASISBEDIENING
4
OPNEMEN
Opnemen
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL (zie bladzijde 41) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 41) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 38) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
• Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit
toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het
materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1
Zet alle aangesloten componenten aan.
2
Druk herhaaldelijk op O INPUT l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(3)) om de signaalbron waarvan u wilt
opnemen te selecteren.
54 Nl
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende
component.
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 24).
■ Handmatige setup
MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Parameter
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten
op de FRONT B aansluitingen.
57
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
59
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
59
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
60
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
G)AUDIO SET
Regelt de verlaging van het volume, de vertraging, het maximum volumeniveau en het
beginvolume.
60
H)HDMI SET
Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
61
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Kenmerken
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)INPUT ASSIGNMENT
Toewijzen van ingangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
62
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
62
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke signaalbron.
63
D)DECODER MODE
Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
63
E)MULTI CH SET
Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave
van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
63
Nederlands
55 Nl
SET MENU
Optiemenu 3 OPTION MENU
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Regelen van de helderheid van het display op het voorpaneel en de manier waarop de iPod
informatie wordt getoond.
64
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
64
C)AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de
signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit
toestel aan zet.
65
D)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
65
E)BLUETOOTH SET
Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 53).
65
F)USB PLAY STYLE
Regelen van de weergavestijl van een USB signaalbron.
66
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 36).
Gebruiken van het SET MENU
3
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
Druk op 7 ENTER om de “MANUAL SETUP”
te openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
y
U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
1
;MANUAL SETUP
. 1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
Druk op 4 AMP en vervolgens op K MENU
om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
4
Gebruik 7 k / n / l / h en 7 ENTER om de
parameter te selecteren en te wijzigen.
• Druk op 7 k / n om het gewenste menu of de
gewenste parameter te selecteren.
• Druk op 7 l / h om de huidige waarde voor deze
parameter te wijzigen.
• Druk op 7 ENTER om het gewenste menu te
openen of de gewenste parameter te bevestigen.
• Druk op 8 RETURN om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
5
Druk op K MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
TOPAMENU
. ;AUTO SETUP
.A;MANUAL SETUP
;SIGNAL INFO
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
2
Druk op 7 k / n en selecteer
“MANUAL SETUP”.
SET MENU
TOPAMENU
;AUTO SETUP
.A;MANUAL SETUP
;SIGNAL INFO
56 Nl
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
SET MENU
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
SET MENU
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand de
luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor
vertragingen bij het verwerken van videosignalen bij
gebruik van LCD monitoren of projectoren.
;MANUAL SETUP
De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter:
groot
De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm:
klein
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: SMALL, LARGE
;MANUAL SETUP
1 SOUND MENU
1/2
1 SOUND MENU
2/2
1 SOUND MENU
. F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
H)HDMI SET
A)SPEAKER SET
FRONT SP
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
D)CENTER GEQ
E)LFE LEVEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
SMALL
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de
luidspreker-instellingen wijzigen.
FRONT B luidspreker-instelling FRONT B
Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT
B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen.
Keuzes: FRONT, ZONE B
>LARGE
Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SMALL” (klein).
Opmerking
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Select
• Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere kamer (‘zone’) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone
(eerste luisterruimte/woonkamer) worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de FRONT B
aansluitingen geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer
“FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “FRONT
B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de
Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 39).
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
GEAVANCEERDE
BEDIENING
FRONT B;;;;FRONT
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT”
(zie bladzijde 58), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT
SP”. Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
CENTER SP
NONE >SML
LRG
Wanneer de midden-luidspreker groot is
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter
voor-luidsprekers worden gestuurd.
Nederlands
57 Nl
SET MENU
Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
SUR. L/R SP
NONE >SML
LRG
Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LRG” (groot).
Crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 57).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen
naar de subwoofer of voor-luidsprekers worden
gedirigeerd aan de hand van de “LFE/BASS OUT”
instelling bij “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 57).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz,
160Hz, 200Hz
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
CROSSOVER
Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van
surround-luidsprekers
Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de
Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 39).
LFE Bass out LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de
LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
1 SOUND MENU
FREQ;;;80Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
SUBWOOFER PHASE
A)SPEAKER SET
LFE/BASS OUT
>NORMAL
SWFR FRNT>BOTH
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit toestel
en u een natuurlijke weergave van de lage tonen wilt
Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE
signalen als de lage tonen in de signalen voor andere
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit
toestel en u een rijke weergave van de lage tonen wilt
Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor
elke signaalbron weergegeven door de subwoofer.
Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen
voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 57).
Wanneer u geen gebruik maakt van een subwoofer
Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage
tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 57).
58 Nl
REVERSE
• Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
• Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
SET MENU
■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau
van elk van de luidsprekers in te stellen.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 1 dB
Begininstelling: 0 dB
1 SOUND MENU
1 SOUND MENU
B)SP LEVEL
1/2
-__________+
. FR.L
FR.R
CNTR
SWFR
B)SP LEVEL
2/2
-__________+
.SUR.L
SUR.R
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is
dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de
weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan
heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
1 SOUND MENU
1 SOUND MENU
C)SP DISTANCE
SP LEVEL
Ingestelde luidspreker
CNTR
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
• Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8.0 ft)
SP DISTANCE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
2/2
p
Rechter voor-luidspreker
p
FR.R
p
Linker voor-luidspreker
C)SP DISTANCE
. SUR. L;;;;;2.40m
SUR. R;;;;;2.40m
p
FR.L
1/2
. UNIT;;;;;;meters
FRONT L;;;;3.00m
FRONT R;;;;3.00m
CENTER;;;;;2.60m
SWFR;;;;;;;3.00m
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
Opmerking
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
Nederlands
59 Nl
SET MENU
■ Equalizer voor de midden-luidspreker
■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
D)CENTER GEQ
Gebruik deze functie om de ingebouwde 5-frequentiebanden
(100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en 10 kHz) grafische equalizer
zo in te stellen dat de toonkleur van de midden-luidspreker
overeenkomt met die van de voor-luidsprekers. U kunt de
instelling verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment
geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon.
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
1 SOUND MENU
F)DYNAMIC RANGE
. SPEAKER;;;;;;MAX
HEADPHONE;;;;MAX
0dB
0dB
0dB
0dB
0dB
p
p
D)CENTER GEQ
TEST >OFF ON
. 100Hz ;;;;;;
300Hz ;;;;;;
1kHz ;;;;;;
3kHz ;;;;;;
10kHz ;;;;;;
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor
“CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon.
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de midden- en linker
voor-luidsprekers testtonen te laten produceren.
■ Niveau Lage Frequentie Effecten E)LFE LEVEL
E)LFE LEVEL
. SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT”
(zie bladzijde 58) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
60 Nl
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
■ Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
1 SOUND MENU
G)AUDIO SET
. MUTE TYPE;;;FULL
A.DELAY;;;;;;0ms
MAX VOL.;;;+16dB
INIT.VOL.;;;;OFF
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Select
p
1 SOUND MENU
Luidspreker SPEAKER
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
p
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van
het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan
de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE
kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer
lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt in
werking wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
1 SOUND MENU
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTE TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 35).
Keuzes: FULL, –20 dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20 dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging A.DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
01EN_HTR-6140_G_all.book Page 61 Thursday, February 7, 2008 4:59 PM
SET MENU
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume in te
stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per
ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het
oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld –80 dB t/m
+16 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op
–5 dB, wordt het volumebereik –80 dB t/m –5 dB.
■ HDMI instelling H)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
1 SOUND MENU
H)HDMI SET
SUPPORT AUDIO:
HTR-6140
Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB
Instelstap: 5 dB
[p]/[[]:Select
[ENTER]:Return
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “Initial
Volume” instelling. Als bijvoorbeeld “INIT.VOL.” is ingesteld op
–20 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan zal het
volume automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer u de
volgende keer het toestel weer aan zet.
Beginvolume INIT.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet
worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80 dB t/m +16 dB
Instelstap: 1 dB
Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuze
Functies
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit
toestel. De HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen
van dit toestel worden niet gereproduceerd via de
HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel.
Other
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te
laten geven door een andere HDMI component
die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INIT.VOL.” instelling.
Opmerkingen
• Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de
HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI
uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is
“SUPPORT AUDIO” ingesteld op “Other”.
• Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
HTR-6140
Nederlands
61 Nl
SET MENU
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen
aan andere apparatuur, de decoderfunctie wijzigen of een
signaalbron een andere naam geven.
Voor de HDMI aansluitingen 1 en 2
HDMI IN [1]
HDMI IN [2]
Keuzes: [1] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[2] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
2 INPUT MENU
;MANUAL SETUP
A)INPUT ASSIGNMENT
HDMI IN
. [IN1];;; DVD
( DVD
)
[IN2];;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
2 INPUT MENU
[p]/[[]:Select
p
p
. A)INPUT ASSIGNMENT
B)INPUT RENAME
C)VOLUME TRIM
D)DECODER MODE
E)MULTI CH SET
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
■ Toewijzen van ingangsaansluitingen
2 INPUT MENU
B)INPUT RENAME
DVD
[p]/[[]:Position
[ ]/[ ]:Chara.
1
A)INPUT ASSIGNMENT
COAXIAL IN
DVD
DVD
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
of
)
[p]/[[]:Select
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2 en 3
OPTICAL IN (2)
OPTICAL IN (3)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
2 INPUT MENU
A)INPUT ASSIGNMENT
OPTICAL IN
. (2);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
(3);;;;;
CD
(
CD
)
[p]/[[]:Select
Opmerking
U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren.
62 Nl
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3)
of D MULTI CH IN om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
USB
2 INPUT MENU
. (1);;;;;
(
-> DVD
p
Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 1
COAXIAL IN (1)
Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
B)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
p
A)INPUT ASSIGNMENT
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt
u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met
O INPUT l / h (of met de ingangskeuzetoetsen (3)).
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
2
Druk op 4 AMP en dan op 7 l / h op de
afstandsbediening om de “_” (onderstreping)
onder de spatie of het teken dat u wilt
bewerken te plaatsen.
3
Kies met 7 k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met 7 l / h
naar het volgende teken.
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op 7 n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op 7k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.)
SET MENU
4
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5
Druk op 7 ENTER om de “INPUT RENAME”
te verlaten.
■ Volume Trim C)VOLUME TRIM
Gebruik deze functie om het uitgangsvolume van elk van
de signaalbronnen in te stellen. Dit komt van pas wanneer
u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert
wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR, DOCK, USB, MULTI CH
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
2 INPUT MENU
C)VOLUME TRIM
DVD
DVD
;;;;;0.0dB
[p]/[[]:Adjust
[RETURN]:Exit
DTS decoder voorrangsinstelling
Keuzes: AUTO, DTS
• Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten
weergeven.
■ Multikanaals ingangsinstelling
E)MULTI CH SET
2 INPUT MENU
E)MULTI CH SET
BGV;;;;;;;;;LAST
[p]/[[]:Select
Achtergrondvideo BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke
videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven
bij weergave van signalen die binnenkomen via de
MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, LAST
y
Opmerking
U kunt de instelling voor DOCK alleen wijzigen wanneer er een
iPod zit in een op dit toestel aangesloten Yamaha Universeel
Dock.
■ Decoderfunctie D)DECODER MODE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken.
2 INPUT MENU
D)DECODER MODE
.
>AUTO
CD
DVD
DTV/CBL
LAST
;;;;AUTO
;;;;AUTO
;;;;AUTO
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Select
Decoder keuzefunctie
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Nederlands
• Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
63 Nl
SET MENU
3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
;MANUAL SETUP
;MANUAL SETUP
3 OPTION MENU
1/2
3 OPTION MENU
2/2
. F)USB PLAY STYLE
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. A)DISPLAY SET
B)MEMORY GUARD
C)AUDIO SELECT
D)PARAM. INI
E)BLUETOOTH SET
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
3 OPTION MENU
A)DISPLAY SET
p
p
. DIMMER;;;;;;;;;0
FL SCROLL;;;CONT
OSD SHIFT;;;;;;0
OSD-SOURCE;;;30s
OSD-AMP;;;;;;30s
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Select
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op 7 l om het display op het voorpaneel te
dimmen.
• Druk op 7 h om het display op het voorpaneel
helderder te maken.
Scrollen over het display op het voorpaneel FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de
songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display
op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen
te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers
daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige
naam of titel één keer over het display is geschoven wanneer
“DOCK” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
• Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
• Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op 7 l om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
• Druk op 7 h om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
64 Nl
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-SOURCE
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang de het iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
• Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend
weer te laten geven tijdens een handeling.
• Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
• Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang de status nog
weergegeven zal worden wanneer u een bepaalde
handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
• Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend te
laten weergeven tijdens een handeling.
• Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
• Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
3 OPTION MENU
B)MEMORY
>OFF
GUARD
ON
[p]/[[]:Select
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
• Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
– geluidsveldprogrammaparameters
– alle “SET MENU” onderdelen
– alle luidsprekerniveaus
– SCENE sjabloonparameters
Opmerking
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
SET MENU
■ Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u een bepaalde audio
ingangsaansluiting standaard instellen voor de
signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
■ Bluetooth instelling E)BLUETOOTH SET
3 OPTION MENU
E)BLUETOOTH SET
. START PAIRING
3 OPTION MENU
C)AUDIO SELECT
>AUTO
LAST
[p]/[[]:Select
• Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 34).
■ Parameters initialiseren D)PARAM. INI
Met deze functie kunt u alle parameters voor de
geluidsveldprogramma’s terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: NO, YES
[ENTER]:Enter
Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha
Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te
laten beginnen met het tot stand brengen van een
verbinding met uw Bluetooth component (pairing). Voor
details omtrent het tot stand brengen van de verbinding
(pairing) verwijzen we u naar “Verbinding tot stand
brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw
Bluetooth™ component” op bladzijde 53.
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor
het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”).
Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te
zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
Druk op 7 ENTER om het tot stand brengen
van de verbinding (pairing) te laten beginnen.
De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken
naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal
verschijnen op het beeldscherm.
2
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10
YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth
apparaten.
3
Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is
gebracht, zal de melding “Pairing completed”
verschijnen.
3 OPTION MENU
D)PARAM. INI
>NO
YES
[p]/[[]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters
te annuleren en terug te keren naar het vorige
menuscherm.
• Selecteer “YES” en druk op 7 ENTER om alle
geluidsveldparameters terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u de parameters voor de
geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1
y
Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te
annuleren, dient u op 8 RETURN te drukken om
“START PAIRING” af te sluiten.
4
Druk op 8RETURN om de “START
PAIRING” te verlaten.
Opmerkingen
65 Nl
Nederlands
• Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth
componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen.
• Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal
“No BT adapter” verschijnen.
SET MENU
■ USB weergavefuncties F)USB PLAY STYLE
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt bestanden in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
bestand of een reeks bestanden laten herhalen.
3 OPTION MENU
F)USB PLAY STYLE
. REPEAT.......OFF
SHUFFLE......OFF
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[p]/[[]:Select
Herhaalde weergave REPEAT
Met deze functie kunt u dit toestel een bestand of een
reeks bestanden laten herhalen.
Keuzes: OFF, SINGLE, ALL
• Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “SINGLE” om dit toestel één bestand te laten
herhalen.
• Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks bestanden te
laten herhalen.
Willekeurige weergave SHUFFLE
Met deze functie kunt u dit toestel bestanden of mappen in
willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “ON” om dit toestel bestanden of mappen in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
66 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 69).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Druk op 4 AMP om dit toestel te bedienen.
POWER
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
USB
A
B
MUTE
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX/DOCK
C
D
■ Bedienen van een TV
Druk op 3 DTV/CBL om uw TV te kunnen bedienen.
Om uw TV te kunnen bedienen, moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL
(zie bladzijde 69).
TV CH
*1
AMP
TV INPUT
AMP
1
2
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
USB
A
B
MUTE
CD
MD/CD-R
TUNER
TV VOL
TV MUTE
DTV/CBL
SCENE
BAND LEVEL
TITLE
POWER
3
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX/DOCK
C
D
AMP
TV INPUT
TV MUTE
TV CH
*1
4
TV VOL
VOLUME
MENU
SCENE
1
ENTER
2
BAND LEVEL
TITLE
ENTER
REC
EON
PROG h
MODE - PTY SEEK - START
ENHANCER SUR. DECODE
1
2
3
4
STRAIGHT
DIRECT
NIGHT
PARAMETER
5
6
7
MULTI CH IN AUDIO SEL
9
0
DISPLAY
RETURN
MEMORY
GEAVANCEERDE
BEDIENING
FREQ/TEXT
l
4
VOLUME
MENU
DISPLAY
RETURN
MEMORY
*2
3
10
REC
*2
8
SLEEP
ENT
FREQ/TEXT
l
EON
PROG h
MODE - PTY SEEK - START
ENHANCER SUR. DECODE
1
2
3
4
STRAIGHT
DIRECT
NIGHT
PARAMETER
5
6
7
MULTI CH IN AUDIO SEL
9
0
10
8
SLEEP
ENT
Opmerkingen
*1
*2
Deze toetsen bedienen altijd dit toestel.
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer 4 AMP is
ingedrukt.
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht of u
3 DTV/CBL indrukt of niet.
Afstandsbediening
*2
Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV CH +/–
Wijzigt het kanaalnummer.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer 3 DTV/CBL is
ingedrukt. Zie voor details de “Digitale TV/ Kabel TV” kolom
op bladzijde 68.
U kunt meer dan één TV bedienen door de bijbehorende
afstandsbedieningscode in te stellen voor een andere set
bedieningstoetsen dan 3 DTV/CBL. In een dergelijk geval kunt
u de toetsen die hierboven zijn aangegeven (*1 en *2) gebruiken
wanneer u de ingangskeuzetoets indrukt.
67 Nl
Nederlands
y
Afstandsbedieningsfuncties
■ Bedienen van andere componenten
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3) of A t/m D
om andere componenten te bedienen. U moet wel van
tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 69). De
volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen
voor het bedienen van andere componenten die zijn
toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen. Het is mogelijk
dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op
de geselecteerde component.
[1]
[2]
POWER
POWER
TV
AV
USB
STANDBY
POWER
A
B
MUTE
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX/DOCK
C
D
AMP
TV INPUT
TV MUTE
TV CH
BAND LEVEL
TITLE
MENU
[3]
[4]
VOLUME
[7]
ENTER
RETURN
MEMORY
[8]
DISPLAY
REC
y
[5]
TV VOL
SCENE
1
• De afstandsbediening heeft 13 standen (sets bedieningstoetsen)
om 13 verschillende componenten te kunnen bedienen.
• Wanneer u op toetsen van één van de optionele sets
bedieningstoetsen (A t/m D) drukt, kunt u de gewenste
component bedienen zonder de signaalbron waar dit toestel op
ingesteld staat te veranderen.
2
3
4
FREQ/TEXT
[6]
EON
MODE - PTY SEEK - START
l
PROG h
1
2
3
4
STRAIGHT
DIRECT
NIGHT
PARAMETER
5
6
7
ENHANCER SUR. DECODE
MULTI CH IN AUDIO SEL
9
0
10
8
SLEEP
ENT
[9]
Afstandsbediening
DVD-speler/
Digitale TV/
Videorecorder
recorder
Kabel TV
LD-speler
CD-speler
MD/
Tuner
CD-recorder
[1] AV POWER
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
[2] TITLE
Titel
Aan/uit *1
Aan/uit *2
Band
[3] PRESET/CH k
Hoger
VCR volgende
kanaal
Hoger
Volgende
voorkeuzezender
(1-8)/Hogere
frequentie
PRESET/CH n
Lager
VCR vorige
kanaal
Lager
Vorige
voorkeuzezender
(1-8)/Lagere
frequentie
A/B/C/D/E l
Links
Links
Vorige
voorkeuzezender
(A-E)
A/B/C/D/E h
Rechts
Rechts
Volgende
voorkeuzezender
(A-E)
ENTER
Enter
Enter
Vasthouden
[4] RETURN
Terug
Terug
Geheugen
[5] REC
Disc overslaan
(speler) Opname Opname
(recorder)
Rec *2
p
Weergave
Weergave
Weergave *2
w
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken *2 Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
f
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *2 Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
e
Pauze
Pauze
Pauze *2
Pauze
Pauze
b
Terug springen
Terug springen
Terug springen *2 Terug springen
Terug springen
Terug springen
a
Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen *2 Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen
s
Stop
Stop
Stop *2
Stop
Stop
Stop
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
[6] 1-9, 0, +10
Weergave
Pauze
Disc overslaan
Opname
Weergave
Weergave
Informatie
Lager
audioprogramma
Hoger
audioprogramma
Voorkeuzezenders
(1-8)
[7] MENU
Menu
[8] DISPLAY
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
[9] ENT
Titel/Index
Enter
Enter
Hoofdstuk/Tijd
Index
Index
Enter
Menu
Zoekfunctie
Opmerkingen
*1
*2
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Deze toetsen bedienen uw DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 69).
68 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Instellen van
afstandsbedieningscodes
1
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
Houd de ingangskeuzetoets (3) op de
afstandsbediening voor de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen
ingedrukt en houd tegelijkertijd 2 AV POWER
tenminste 3 seconden ingedrukt.
USB
A
B
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX/DOCK
C
D
POWER
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Componentencategorie
Fabrikant
Standaard
code
AV
3 seconden
ingerukt houden
CD
CD
Yamaha
5013
MD/CD-R
CD-R
Yamaha
5001
TUNER
TUNER
Yamaha
5007
DVD
DVD
Yamaha
2000
DTV/CBL
—
—
—
V-AUX
TUNER
Yamaha
5011
DVR
DVR
Yamaha
2011
USB
TUNER
Yamaha
5012
Opmerkingen
A
TUNER
Yamaha
5009
B
TUNER
Yamaha
5017
C
TUNER
Yamaha
5009
D
TUNER
Yamaha
5017
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• Als u bij stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de instelprocedure.
Houd ingedrukt
2
Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) (F) de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
Wanneer de instelling met succes is verlopen, zal
“RemoteSetup OK” verschijnen; wanneer dit echter
niet het geval is, zal “RemoteSetup NG” op het
display op het voorpaneel verschijnen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te
stellen.
Nederlands
69 Nl
Geavanceerde setup
Geavanceerde setup
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit
toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• Alleen A STANDBY/ON, L PROGRAM l / h en
M STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide
(geavanceerde) instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u
het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het
gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display
op het voorpaneel.
1
Druk op A STANDBY/ON om dit toestel uit
(standby) te zetten.
2
Houd K TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op A STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3
Druk op L PROGRAM l / h tot u de
parameter die u wilt instellen geselecteerd
heeft.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4
Druk herhaaldelijk op M STRAIGHT om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
5
Druk op A STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
■ Initialiseren INIT.
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
(zie bladzijde 80).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
• Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Opmerkingen
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
70 Nl
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
01EN_HTR-6140_G_all.book Page 71 Thursday, February 7, 2008 4:59 PM
Oplossen van problemen
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Er is geen geschikte audio
ingangsaansluiting selectiefunctie
ingesteld.
Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting in.
34
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
34
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
34
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met O INPUT
l / h (of met de ingangskeuzetoetsen (3)).
33
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met
J SPEAKERS.
33
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op I MUTE of L VOLUME +/– om de
geluidsweergave te herstellen en het volume te
kunnen regelen.
35
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
14
“SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“Other” en “HDMI” audiosignalen
worden niet weergegeven door dit toestel.
Zet “SUPPORT AUDIO” op “HTR-6140” via de
“MANUAL SETUP”.
61
13-18
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
71 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op I MUTE of L VOLUME +/– om de
geluidsweergave te hervatten.
35
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Onjuiste balans ingesteld via “SP
LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
41
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de
midden-luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Dit duidt niet op een storing.
—
Er klinkt geen geluid
uit de
midden-luidspreker.
“CENTER SP” in het “SPEAKER SET”
staat op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
57
Bij sommige geluidsveldprogramma's
wordt er geen geluid weergegeven via de
midden-luidspreker.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
38
Er klinkt geen geluid
uit de
surround-luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SPEAKER SET”
staat op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
58
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op B STRAIGHT zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
39
Geen geluid uit de
midden- of
surround-luidspreker
s wanneer de FRONT
B luidsprekers zijn
ingeschakeld.
“FRONT B” in het “SPEAKER SET”
staat op “ZONE B”.
Zet “FRONT B” op “FRONT”.
57
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in
het “SPEAKER SET” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
58
“LFE/BASS OUT” in het “SPEAKER
SET” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl
er een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
58
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
Dit duidt niet op een storing.
—
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
72 Nl
11-18
Oplossen van problemen
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven.
(De Dolby Digital of
DTS indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
34
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
—
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
U probeert het volume hoger te zetten dan
het ingestelde maximum volumeniveau.
Pas de “MAX VOL.” instelling aan.
61
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Dit duidt niet op een storing.
—
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge
opname-apparatuur
die is aangesloten op
de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het
“OPTION MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
64
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
Er klinkt geen geluid
uit de aangesloten
HDMI component.
De HDMI component accepteert geen
multikanaals audiosignalen.
Laat de multikanaals audiosignalen door de
broncomponent, zoals een DVD-speler, terugbrengen
tot 2-kanaals audiosignalen.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
11
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Dit duidt niet op een storing.
—
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
14, 18
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
73 Nl
Oplossen van problemen
■ Tuner
Probleem
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
FM
AM
74 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
20
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
43
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
43
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
44
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
43
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Ruis of lawaai kan het gevolg zijn van
bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
Oplossen van problemen
■ AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
24
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
Tijdens AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
11
E-2:NO SUR.SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
11
E-4:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond.
Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
—
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
24
E-7:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
24
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
10, 11,
24
E-8:USER CANCEL
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
24
E-9:INTERNAL ERROR
Er is een interne fout opgetreden.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
24
AANVULLENDE
INFORMATIE
E-6:NO MIC
Nederlands
75 Nl
Oplossen van problemen
Na AUTO SETUP
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen (+ of –).
12
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de dichtstbijzijnde
luidspreker en de verst verwijderde
luidspreker ligt buiten het instelbare bereik.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
—
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen correctie van
het niveau gemaakt.)
Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR:
TOO LOW” verschijnt, dient u het
uitgangsniveau van de subwoofer in te
stellen.
24, 59
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
—
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
11
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
—
Opmerkingen
• Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
• Als de waarschuwingen “W-1”, “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet
optimaal zijn.
• Als foutmelding “E-9” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
76 Nl
Oplossen van problemen
■ USB
Oorzaak
De muziekbestanden
en mappen op het
USB apparaat kunnen
niet worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
—
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat.
—
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten (met uitzondering van USB harde
schijven) of draagbare USB audiospelers herkennen.
Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan
blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook
al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals
hierboven vermeld.
49
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
21
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
21
Het USB apparaat kan
niet worden herkend.
De melding
“Disconnected”
(Niet aangesloten)
verschijnt ook al is er
wel degelijk een USB
apparaat
aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Statusmelding
Oorzaak
Disconnected
Unable to play
Oplossing
Zie
bladzijde
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw
USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
49
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere
draagbare USB audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
49
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Er zijn geen geschikte gegevens
gevonden.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere
draagbare USB audiospeler.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Access error
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
Nederlands
77 Nl
Oplossen van problemen
■ iPod
Opmerking
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het
inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 19).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
19
Probeer uw iPod te resetten.
—
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
—
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
Yamaha iPod universeel dock
(de los verkrijgbare YDS-10) verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel,
en de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha
iPod universeel dock (de los verkrijgbare
YDS-10), verbonden met de DOCK
aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
19
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
78 Nl
Oplossen van problemen
■ Bluetooth
Statusmelding
Searching...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen (pairing).
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen.
Completed
De verbinding is tot stand gebracht.
Canceled
Het tot stand brengen van de verbinding is
geannuleerd.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los
verkrijgbaar) en de Bluetooth component
is tot stand gebracht.
Disconnected
De Bluetooth component is losgekoppeld
van de Yamaha Bluetooth adapter
(zoals de los verkrijgbare YBA-10).
No BT adapter
De Bluetooth adapter is niet aangesloten
op de DOCK aansluiting.
Sluit de Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aan op de
DOCK aansluiting.
19
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
79 Nl
Oplossen van problemen
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
23
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
69
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
69
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
■ Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1
Druk op A STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2
Houd K TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op A STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
3
Druk op L PROGRAM l / h en selecteer
“INIT.”.
4
Druk herhaaldelijk op M STRAIGHT en
selecteer “RESET”.
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te
annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
5
Druk op A STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
80 Nl
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen
aan te brengen, kunt u op M STRAIGHT drukken tot u
“CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op A STANDBY/ON
drukt.
Woordenlijst
Woordenlijst
■ CINEMA DSP
■ Dolby Pro Logic II
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
Yamaha CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door Yamaha ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en
PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden
ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het
luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal.
U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen
nodig om component videosignalen te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
■ Dolby Digital
■ DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een
5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld
bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
vrijwel vervormingsvrije 5.1-kanaals weergave (technisch
gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen,
2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de
subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen).
Nederlands
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig
van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen
(links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt
Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle
frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer
lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect)
kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE
kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo
voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere
weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter
algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround.
Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste
geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen
met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van
het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf
kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ Dolby Surround
81 Nl
Woordenlijst
■ HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de
audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI
geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP
(High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI
een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1-kanaals
systeem.
■ MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
82 Nl
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt
gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
■ SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
■ WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
■ WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Technische gegevens
Technische gegevens
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround
[Modellen voor de V.S. en Canada]
1 kHz, 0,9% THV, 8 Ω .................................................... 105 W
[Overige modellen]
1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω .................................................... 105 W
• Signaalniveau
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer
• Maximum ingangsniveau ....................................... 1,5 Vp-p of meer
• Maximum vermogen voor Voor, Midden, Surround (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 6 Ω ..................................................... 130 W
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
• Dynamisch vermogen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(IHF, 8/6/4/2 Ω) ............................................ 90/110/130/150 W
[Overige modellen]
(IHF, 6/4/2 Ω) .................................................... 100/110/125 W
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
FM GEDEELTE
• Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada]
8 Ω .................................................................................... 0,27 dB
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.)
Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf)
• Maximum ingangssignaal
CD, enz. Effect Aan, 1 kHz, 0,5% THV ................. 2,0 V of meer
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 73 dB/70 dB
• Frequentierespons
CD, enz. naar L/R voor ....................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5%
• Totale harmonische vervorming
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(1 kHz, 45 W, L/R voor, 8 Ω ) ......................... 0,06% of minder
[Overige modellen]
(1 kHz, 50 W, L/R voor, 6 Ω ) ......................... 0,06% of minder
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
AM GEDEELTE
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD (200 mV) naar L/R voor, Effect Uit ..................98 dB of meer
CD (250 mV) naar L/R voor, Effect Uit ................100 dB of meer
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
ALGEMEEN
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
.................................................................................. 400 mV/470 Ω
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 kΩ
SUBWOOFER OUTPUT ............................................ 4 V/1,2 kΩ
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F.
(FRONT SP, CENTER SP, SUR. L/R SP:
SMALL/SML) ............................................................ 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Stroomverbruik Uit (standby) ................................................ 0,8 W
• Maximum stroomverbruik [Alleen modellen voor Azië en
Algemene modellen]
5 kanalen, 10% THV .......................................................... 440 W
• Afmetingen (b x h x d) ..................................... 435 x 151 x 352 mm
• Gewicht .................................................................................. 8,5 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Nederlands
• Videosignaaltype (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
.......................................................................................... NTSC
[Overige modellen] ................................................................ PAL
AANVULLENDE
INFORMATIE
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
• Stroomvoorziening
[Modellen voor Europa en Rusland]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 240 W/320 VA
[Overige modellen] ............................................................ 240 W
83 Nl
INDEX
Index
■
Numerics
1 SOUND MENU, Handmatige setup ... 55
2 INPUT MENU, Handmatige setup .... 55
2ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ... 38
2ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s .... 38
3 OPTION MENU ............................... 64
3 OPTION MENU, Handmatige setup .... 56
5ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ... 38
5ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s .... 38
■
A
A)DISPLAY SET, Optiemenu ............ 64
A)INPUT ASSIGNMENT, Ingangsmenu .... 62
A)SPEAKER SET, Geluidsmenu ........ 57
A.DELAY, Audio instellingen ............ 60
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock ................................ 19
Aansluiting, AM antenne aansluiting ..... 20
Aansluiting, Audiocomponenten ......... 18
Aansluiting, CD-recorder ..................... 18
Aansluiting, CD-speler ........................ 18
Aansluiting, DVD-recorder ................. 17
Aansluiting, DVD-speler ..................... 16
Aansluiting, externe decoder ............... 18
Aansluiting, FM antenne ...................... 20
Aansluiting, HDMI .............................. 14
Aansluiting, MD-recorder .................... 18
Aansluiting, multiformaat-speler ......... 18
Aansluiting, netsnoer ........................... 20
Aansluiting, PVR ................................. 17
Aansluiting, set-top boxen ................... 17
Aansluiting, Videocomponenten ......... 15
Aansluiting, videorecorder ................... 17
Aantal luidsprekers .............................. 26
Aantal luidsprekers,
resultaal automatische instelling ...... 26
Achtergrondvideo,
Multikanaals ingangsinstelling ........ 63
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................ 47
Afspelen van video op de achtergrond .... 36
Afstandsbediening,
Oplossen van problemen ................. 80
Afstemstap tuner, Geavanceerde setup .... 70
AM afstemmen .................................... 43
AM antenne aansluiten ........................ 20
Andere componenten bedienen,
Afstandsbediening ........................... 68
Andere componenten op afstand bedienen .... 68
Apparatuur verbinden met de
FRONT A aansluitingen .................. 12
AUDIO aansluitingen .......................... 13
Audio informatie .................................. 36
Audio ingangsaansluitingen selectie .... 34
Audio instellingen, Geluidsmenu ........ 60
Audio ondersteuning, HDMI instelling .... 61
AUDIO SELECT ................................. 34
Audio selectie, Optiemenu ................... 65
Audio vertraging, Audio instellingen .... 60
Audio-aansluitingen ............................. 13
84 Nl
Audiocomponenten, Aansluiting .........18
AUTO SETUP .....................................24
AUTO SETUP, Foutmelding ...............75
Automatisch afstemmen,
FM/AM afstemmen ..........................43
Automatisch voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ..........................44
■
B
B)INPUT RENAME, Ingangsmenu ....62
B)MEMORY GUARD, Optiemenu .....64
B)SPEAKER LEVEL, Geluidsmenu ....59
Bedienen van andere componenten,
Afstandsbediening ...........................68
Bedienen van dit toestel,
Afstandsbediening ...........................67
Bedienen van een TV ...........................67
Bediening USB weergave ....................49
Beginvolume, Audio instellingen ........61
BGV, Multikanaals ingangsinstelling ....63
Bluetooth instelling, Optiemenu ..........65
BT connected, Bluetooth statusmelding ...79
■
C
C)AUDIO SELECT, Optiemenu .........65
C)SP DISTANCE, Geluidsmenu .........59
C)VOLUME TRIM, Ingangsmenu ......63
Canceled, Oplossen van problemen .....79
CD-recorder, Aansluiting .....................18
CD-speler, Aansluiting .........................18
CENTER SP, Luidspreker-instellingen ....57
CINEMA DSP indicator ......................23
CLASSICS,
Radio Data System programmatype ....47
COAXIAL IN (1), Ingangen toewijzen ....62
COAXIAL INPUT aansluitingen .........62
COAXIAL INPUT aansluitingen,
Ingangen toewijzen ..........................62
Completed, Bluetooth statusmelding ...79
COMPONENT VIDEO aansluitingen ....13
Connect error,
iPod bediening statusmelding ..........78
Connect MIC!,
Automatische setup foutmelding .....75
CROSSOVER, Luidspreker-instellingen ...58
Crossover, Luidspreker-instellingen ....58
CT indicator .........................................23
CT WIDTH, Geluidsveldparameters ...40
CT, Radio Data Systeem informatie ....46
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................47
■
D
D)CENTER GEQ, Geluidsmenu .........60
D)DECODER MODE, Ingangsmenu ....63
D)PARAM. INI, Optiemenu ................65
Decoder indicators ...............................22
Decoder keuzefunctie, Decoderfunctie ...63
Decoderfunctie, Ingangsmenu .............63
DIGITAL AUDIO COAXIAL
aansluitingen ................................... 13
DIGITAL AUDIO OPTICAL
aansluitingen ................................... 13
Dimensie, Geluidsveldparameter ........ 40
DIMENSION, Geluidsveldparameters .... 40
DIMMER, Display instellingen .......... 64
Dimmer, Display instellingen .............. 64
DIRECT ............................................... 41
Disconnected, Bluetooth statusmelding .... 79
Disconnected,
iPod bediening statusmelding ......... 78
Display instellingen, Optiemenu ......... 64
Display voorpaneel .............................. 22
DIST .................................................... 26
DIST, resultaat automatische instelling .... 26
DISTANCE ......................................... 25
DISTANCE, Automatische setup ........ 25
DOCK indicator .................................. 22
DRAMA, Radio Data System
programmatype ............................... 47
DSP LEVEL, Geluidsveldparameters .... 40
DSP niveau, Geluidsveldparameter ..... 40
DTS decoder voorrangsinstelling,
Decoderfunctie ................................ 63
DVD-recorder aansluiting ................... 17
DVD-speler aansluiting ....................... 16
Dynamisch bereik, Geluidsmenu ........ 60
■
E
E)LFE LEVEL, Geluidsmenu ............. 60
E)MULTI CH SET, Ingangsmenu ...... 63
E-1:NO FRONT SP,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-2:NO SURR.SP,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-4:NOISY,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-6:NO MIC!,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-7:NO SIGNAL,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-8:USER CANCEL,
Automatische setup foutmelding ..... 75
E-9:INTERNAL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 75
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ............................... 47
Eenheid, Luidsprekerafstand ............... 59
Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie,
iPod bedienen ................................... 51
Effectniveau, Geluidsveldparameter ... 40
ENHANCER indicator ........................ 22
EON dataservice,
Radio Data System afstemmen ....... 48
EON indicator ...................................... 23
Equalizer midden-luidspreker,
Geluidsmenu ................................... 60
Externe decoder aansluiten .................. 18
Index
■
F
F)DYNAMIC RANGE, Geluidsmenu ... 60
Fabrieksinstellingen, Geavanceerde setup .... 70
FL SCROLL, Display instellingen ...... 64
FM afstemmen ..................................... 43
FM antenne .......................................... 20
FM antenne aansluiten ......................... 20
FRONT B luidspreker-instelling,
Luidspreker-instellingen .................. 57
FRONT B, Luidspreker-instellingen ... 57
FRONT SP, Luidspreker-instellingen .... 57
■
G
G)AUDIO SET, Geluidsmenu ............. 60
Games, Geluidsveldprogramma’s ........ 38
Geheugen beveiliging, Optiemenu ...... 64
Geluid tijdelijk uitschakelen ................ 35
Geluidsmenu, Handmatige setup ......... 55
Geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoon ................................... 39
■
H
■
I
■
J
Jazz, Geluidsveldprogramma’s ............ 38
■
L
LFE/BASS OUT,
Luidspreker-instellingen ..................58
LFE/Bass out, Luidspreker-instellingen ....58
LIGHT M, Radio Data System
programmatype ................................47
Linker/rechter surround-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ..................58
Loading..., iPod bediening statusmelding ....78
Luidspreker, Dynamisch bereik ...........60
Luidspreker,
Niveau Lage Frequentie Effecten ....60
Luidsprekerafmetingen ........................25
Luidsprekerafmetingen,
Automatische setup ..........................25
Luidsprekerafstand .........................25, 26
Luidsprekerafstand, Automatische setup ....25
Luidsprekerafstand, Geluidsmenu ........59
Luidsprekerafstand,
resultaat automatische instelling ......26
Luidsprekerafstanden, Luidsprekerafstand ....59
Luidsprekerbedrading ..........................25
Luidsprekerbedrading,
Automatische setup ..........................25
Luidsprekerbedrading/volumeniveau,
Automatische setup ..........................25
Luidspreker-instellingen, Geluidsmenu ....57
Luidsprekerniveau ................................26
Luidsprekerniveau, Geluidsmenu ........59
Luidsprekerniveau,
resultaat automatische instelling ......26
LVL ......................................................26
LVL, resultaat automatische instelling ....26
■
M
M.O.R. M, Radio Data System
programmatype ................................47
MANUAL SETUP, SET MENU .........55
MAX VOL., Audio instellingen ...........61
Maximum volume, Audio instellingen ....61
MD-recorder, Aansluiting ....................18
Menu bedieningsfunctie, iPod bedienen ....52
Midden breedte, Geluidsveldparameter ....40
Midden-luidspreker,
Luidspreker-instellingen ..................57
Middernacht luisterfunctie ...................42
Movie Dramatic,
Geluidsveldprogramma’s .................38
Movie Spacious,
Geluidsveldprogramma’s .................38
MULTI CH INPUT component selectie ...34
Multiformaat-speler verbinding ...........18
Multifunctioneel display ......................23
Multikanaals bronnen via hoofdtelefoon ...39
Multikanaals ingangsinstelling,
Ingangsmenu ....................................63
MUTE ..................................................35
MUTE indicator ...................................22
MUTE TYPE, Audio instellingen ........60
■
N
Netsnoer, Aansluiting .......................... 20
NEWS, Radio Data System
programmatype ................................ 47
Nieuwe naam, SCENE sjabloon .......... 31
Niveau Lage Frequentie Effecten,
Geluidsmenu .................................... 60
No BT Adapter, Bluetooth statusmelding ..... 79
■
O
Omwisselen, Voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ......................... 45
Oplossen van problemen ..................... 71
OPTICAL IN (2) ................................. 62
OPTICAL IN (2), Ingangen toewijzen .... 62
OPTICAL IN (3), Ingangen toewijzen .... 62
OPTICAL INPUT toewijzing,
Ingangen toewijzen ......................... 62
Optiemenu, Handmatige setup ............ 56
Optimalisatie-microfoon ...................... 24
Optimalisatie-microfoon,
Automatische setup ......................... 24
Optimaliseren van de luidsprekerinstelling .......................................... 24
OPTIMIZER MIC aansluiting,
Automatische setup ......................... 24
OSD (in-beeld display) vershuiven,
Display instellingen ......................... 64
OSD SHIFT, Display instellingen ....... 64
OSD-AMP, Display instellingen ......... 64
OSD-SOURCE, Display instellingen .... 64
OTHER M, Radio Data System
programmatype ................................ 47
■
P
Panorama, Geluidsveldparameter ........ 40
PANORAMA, Geluidsveldparameters .... 40
Parameter initialiseren, Optiemenu ..... 65
PCM indicator ..................................... 22
PHONES aansluiting ........................... 35
PLII Game ........................................... 39
PLII Movie .......................................... 39
PLII Music ........................................... 39
POP M, Radio Data System
programmatype ................................ 47
Pop/Rock, Geluidsveldprogramma’s ... 38
PRESET, Geavanceerde setup ............. 70
Pro Logic ............................................. 39
Programmaservice,
Radio Data System informatie ........ 46
Programmatype,
Radio Data System informatie ........ 46
PS indicator ......................................... 23
PS, Radio Data Systeem informatie .... 46
PTY HOLD indicator .......................... 23
PTY indicator ...................................... 23
PTY SEEK functie,
Radio Data Systeem afstemmen ...... 47
PTY, Radio Data Systeem informatie .... 46
Pure hi-fi weergave .............................. 41
PVR aansluiting ................................... 17
■
R
Radio Data Systeem afstemmen .......... 46
85 Nl
Nederlands
Indicators ingangskanalen .................... 23
INFO, Radio Data System programmatype ... 47
Infrarood venster, Afstandsbediening .... 23
Ingangskanaal en luidspreker indicators .... 23
Ingangsmenu, Handmatige setup ......... 55
INI.VOL., Audio instellingen .............. 61
Inschakelen van de stroom ................... 21
Instellen SCENE sjabloon signaalbron,
Afstandsbediening ............................. 32
Instellen van afstandsbedieningscodes .... 69
Instelling luidsprekerniveau ................. 41
iPod bediening, Statusmelding ............ 78
iPod connected,
iPod bediening statusmelding .......... 78
iPod gebruiken ..................................... 51
K
Kiezen voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ..........................45
Klok/tijd, Radio Data Systeem informatie ....46
AANVULLENDE
INFORMATIE
H)HDMI SET, Geluidsmenu ............... 61
Hall, Geluidsveldprogramma’s ............ 38
Handmatig afstemmen,
FM/AM afstemmen ......................... 43
Handmatig voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ......................... 44
Handmatige setup, SET MENU ........... 55
HDMI indicator .................................... 22
HDMI instelling, Geluidsmenu ............ 61
HDMI, Aansluiting .............................. 14
HEADPHONE, Dynamisch bereik ...... 60
HEADPHONE,
Niveau Lage Frequentie Effecten .... 60
Herhaalde weergave ............................. 52
Herhaalde weergave, iPod bedienen .... 52
Hoofdtelefoon ...................................... 35
Hoofdtelefoon indicator ....................... 22
Hoofdtelefoon, Dynamisch bereik ....... 60
Hoofdtelefoon,
Niveau Lage Frequentie Effecten .... 60
Huidige status display .......................... 35
■
Index
Radio Data System indicator ............... 23
Radiotekst,
Radio Data Systeem informatie ....... 46
Rechtstreeks ......................................... 39
Resetten van het systeem ..................... 80
ROCK M,
Radio Data System programmatype ... 47
RT indicator ......................................... 23
RT, Radio Data Systeem informatie .... 46
■
S
SCENE 1 ................................................ 7
SCENE sjabloon selectie ..................... 28
SCIENCE,
Radio Data System programmatype ... 47
Scrollen over het display op het
voorpaneel, Display instellingen ..... 64
Searching..., Bluetooth statusmelding .... 79
Selectie, Audio ingangsaansluitingen .... 34
Selectie, MULTI CH INPUT component ... 34
Selectie, Radio Data System
programmatype ................................ 47
Selectie, SCENE sjabloon .................... 28
Selectie, Voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ......................... 45
SET MENU .......................................... 55
Set-top box aansluiting ........................ 17
Signaalbron indicators ......................... 22
Signaalbron informatiedisplay ............. 36
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen ................ 64
Signaalbronnen nieuwe namen geven,
Ingangsmenu .................................... 62
SILENT CINEMA ............................... 39
SILENT CINEMA indicator ................ 23
SIZE ..................................................... 25
SIZE, Automatische setup ................... 25
Slaaptimer ............................................ 37
SLEEP indicator .................................. 23
SP ......................................................... 26
SP A B indicators ................................. 22
SP, resultaat automatische instelling .... 26
SPEAKER Dynamisch bereik ............. 60
SPEAKER,
Niveau Lage Frequentie Effecten .... 60
SPORT,
Radio Data System programmatype ... 47
STRAIGHT .......................................... 39
Stroomschema audiosignalen .............. 14
Stroomschema videosignalen .............. 14
SUBWOOFER PHASE,
Luidspreker-instellingen .................. 58
Subwooferfase, Luidspreker-instellingen ... 58
SUPPORT AUDIO, HDMI instelling ... 61
SUR. L/R SP, Luidspreker-instellingen .... 58
■
T
Technische gegevens ........................... 83
TEST, Equalizer midden-luidspreker .... 60
Testtoon, Equalizer midden-luidspreker .... 60
Toewijzen van ingangsaansluitingen,
Ingangsmenu .................................... 62
Toonregeling ........................................ 41
TU, Geavanceerde setup ...................... 70
86 Nl
Tuner (FM/AM radio),
Oplossen van problemen ..................74
Tuner (radio) indicators .......................22
TV Sports, Geluidsveldprogramma’s ....38
■
U
Uitschakelen van de stroom .................21
Unable to play,
iPod bediening statusmelding ..........78
UNIT, Luidsprekerafstand ...................59
Unknown iPod,
iPod bediening statusmelding ..........78
Unplug HP!,
Automatische setup foutmelding .....75
USB geheugenapparaat gebruiken,
draagbare USB audiospeler gebruiken ...49
USB weergavefuncties .........................66
USB, Oplossen van problemen ............77
Uw eigen SCENE sjablonen maken .....31
■
■
Y
Yamaha iPod universeel dock, Aansluiting .... 19
Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer ......................................... 24
YPAO .................................................. 24
YPAO (Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer) ........................ 24
YPAO indicator ................................... 22
V
VARIED,
Radio Data System programmatype ...47
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen ...........48
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen ..............64
VIDEO aansluitingen ...........................13
VIDEO AUX aansluitingen, Voorpaneel ....19
Video informatie ..................................36
Video op de achtergrond ......................36
Video-aansluitingen .............................13
Videocomponenten, Aansluiting ..........15
Videorecorder aansluiting ....................17
Virtual CINEMA DSP .........................39
VIRTUAL indicator .............................23
VOLTAGE SELECTOR ........................3
VOLUME niveauaanduiding ...............22
Volume Trim, Ingangsmenu ................63
Voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen ....30
Voorkeuzezenders omwisselen,
FM/AM afstemmen ..........................45
Voor-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ..................57
■
W
W-1:OUT OF PHASE,
Automatische setup foutmelding .....76
W-2:DISTANCE ERROR,
Automatische setup foutmelding .....76
W-3:LEVEL ERROR,
Automatische setup foutmelding .....76
Weergave-informatiedisplay,
iPod bediening .................................52
Weergave-informatiedisplay,
USB bediening .................................50
Willekeurige weergave, iPod bedienen ....52
WIRING/LEVEL .................................25
WIRING/LEVEL, Automatische setup ...25
“J SPEAKERS” of “3DVD”
(voorbeeld) geeft de naam aan van een
onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden aan
het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende
onderdelen.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
Nederlands
87 Nl
■
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
A
B
C
D
E
F GH
I
VOLUME
STANDBY
/ON
OPTIMIZER MIC
EDIT
PRESET/TUNING
BAND
l PRESET/TUNING/CH h
A/B/C/D/E
MEMORY
TUNING AUTO/MAN'L
SCENE
1
l
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
PROGRAM
TONE CONTROL
3
4
l
STRAIGHT
INPUT
DIRECT
VIDEO AUX
h
AUDIO SELECT
EFFECT
SILENT CINEMA
J
i
2
h
K
L
M N
O
P Q
VIDEO
L
AUDIO
USB
R