Yamaha YAS-71 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

i Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Plaats dit geluidssysteem op een goed verluchte, koele, droge,
nette plaats - niet in direct zonlicht of in de buurt van
warmtebronnen, noch op plaatsen die onderhevig zijn aan
trillingen, stof, vocht en/of koude. Laat boven en achter het
toestel, evenals links en rechts ervan, een ruimte vrij van
minstens vijf centimeter voor ventilatie.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om bliksemschade te vermijden, moet u het netsnoer en
buitenantennes loskoppelen van het stopcontact of het toestel
tijdens een onweer.
14
Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15
Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Plaats dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de AC-stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk "Problemen oplossen" over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u het toestel verplaatst, drukt u op STANDBY/ON om
de stand-bymodus te activeren en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
20 Er zal condensatie optreden wanneer er zich een plotse
temperatuurschommeling voordoet. Trek in dat geval de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel een tijdje
ongebruikt staan.
21 Installatie van het toestel op een veilige plaats is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. Yamaha kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen veroorzaakt
door onjuiste plaatsing of installatie van de luidsprekers.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet
wanneer u het toestel uitschakelt met STANDBY/ON.
In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een
zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
1 Nl
INLEIDING VOORBEREIDING BASISBEDIENING ANDERE FUNCTIES Nederlands
HANDIGE
BEDIENING
EXTRA
INFORMATIE
AAN DE SLAG........................................................... 2
Bijgeleverde delen......................................................... 2
Bedieningselementen en functies .................................. 3
HET SYSTEEM PLAATSEN ................................... 8
Het centrale systeem plaatsen........................................ 8
AANSLUITING........................................................ 11
Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening
aansluiten................................................................. 11
Externe onderdelen aansluiten..................................... 12
Het universele Yamaha iPod-station aansluiten .......... 14
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aansluiten................................................................. 14
De FM-binnenhuisantenne aansluiten ......................... 14
Het netsnoer aansluiten................................................ 15
BASISAFSPEELBEDIENING................................ 16
AIR SURROUND XTREME................................... 17
Wat is AIR SURROUND XTREME?......................... 17
Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND
XTREME................................................................. 18
De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven ........ 19
De optimale luisterplaats selecteren ............................ 20
Het virtuele surround-effect controleren ..................... 20
De extended stereo-modus gebruiken.......................... 21
De versterker voor gecomprimeerde muziek
instellen ................................................................... 21
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN .........22
Overzicht ..................................................................... 22
Bedieningselementen en functies voor de FM-
afstemming .............................................................. 22
Basisafstemming.......................................................... 23
De zendervoorkeuzefunctie gebruiken ........................ 24
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN.......28
iPod™ gebruiken......................................................... 28
Bluetooth™-componenten gebruiken.......................... 30
DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN ............32
AAN LAAG VOLUME LUISTEREN
(NACHTLUISTERMODUS) ...............................33
DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS
HET AFSPELEN ..................................................33
DE HELDERHEID VAN HET
VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN..............34
EXTRA INFORMATIE ...........................................35
Problemen oplossen..................................................... 35
Woordenlijst ................................................................ 38
Specificaties................................................................. 39
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDING
BASISBEDIENING
ANDERE FUNCTIES
HANDIGE BEDIENING
EXTRA INFORMATIE
Inleiding
YAS-71/YAS-81 bestaat uit een centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) en subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX). Dit product levert uitstekend geluid met eenvoudige handelingen, waardoor u van
verschillende audiobronnen kunt genieten. We hopen dat de "YAS-71/YAS-81" u veel luisterplezier en voldoening geeft.
Info over deze handleiding
In deze handleiding worden handelingen die kunnen worden uitgevoerd met de knoppen op het voorpaneel of de
afstandsbediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening.
y geeft een tip aan voor uw bediening. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over veiligheid en
bedieningsinstructies.
De handleiding werd vóór de productie gedrukt. Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen als gevolg
van verbeteringen, enz. Bij verschillen tussen de handleiding en het product krijgt het product voorrang.
2 Nl
INLEIDING
Dit product bevat de volgende items. Controleer of u de volgende items hebt ontvangen voordat u aansluitingen maakt.
Apparaten
Accessoires
Alle meegeleverde onderdelen voor YAS-81 kunt u terugvinden in de doos van YAS-81SPX.
AAN DE SLAG
Bijgeleverde delen
Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU)
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
Front Surround System
(CENTER SYSTEM + SUBWOOFER/SYSTEM CONTROL)
Système Surround Frontal
(SYSTEME CENTRAL + HAUT-PARLEUR D'EXTREMES-GRAVES/
COMMANDE SYSTEME)
YAS-71/YAS-81
(YAS-71CU + YAS-71SPX/
YAS-81CU + YAS-81SPX)
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
MANUALE DI ISTRUZIONI
MANUAL DE INSTRUCCIONES
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
G
Systeembedieningskabel
(4 m)
Tussenstuk × 2
AfstandsbedieningLuidsprekerkabel
(4 m)
Batterij × 2
(AAA, R03, UM4)
FM-
binnenhuisantenna
Installatiesjabloon
Dubbelzijdige tape (2 stukken)
antisliplaag (2 stukken)
Schroef × 6
GebruiksaanwijzingCover
3 Nl
AAN DE SLAG
INLEIDING Nederlands
Voorpaneel van het centrale systeem
1 Scherm van het voorpaneel
Toont informatie over de bedieningsstatus van het
systeem. ( P. 4)
2 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt infraroodsignalen van de afstandsbediening.
( P. 5, 7)
3 Stroomlampje
Licht op wanneer het systeem wordt ingeschakeld.
( P. 16)
4 STANDBY/ON
Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand.
( P. 16)
Een kleine hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt om het
infraroodsignaal van de afstandsbediening te ontvangen,
zelfs wanneer het systeem in de waakstand staat.
5 INPUT
Selecteert een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren.
( P. 16)
6 VOLUME –/+
Bepaalt het volume van het systeem. ( P. 16)
Bedieningselementen en functies
Opmerking
4 Nl
AAN DE SLAG
Voorpaneelscherm van het centrale systeem
1 Decoderindicatoren
De respectieve indicator licht op wanneer een decoder
van het systeem wordt gebruikt.
2 DOCK-indicator
Licht op wanneer het systeem een signaal ontvangt
van een iPod die zich in het universele Yamaha
iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart
verkrijgbaar) bevindt die op de DOCK-aansluiting
van de subwoofer/systeembediening is
aangesloten. ( P. 28)
Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) is aangesloten op de Bluetooth-
component. ( P. 30)
Knippert terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component worden
gekoppeld of terwijl de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger naar de Bluetooth-
component zoekt. ( P. 30)
3 ENHANCER-indicator
Licht op wanneer de versterkingsmodus voor
gecomprimeerde muziek is geselecteerd. ( P. 21)
4 NIGHT-indicator
Licht op wanneer u de nachtluistermodus selecteert.
( P. 33)
5 Tuner-indicators (AUTO/TUNED/STEREO/
MEMORY)
AUTO-indicator
Licht op wanneer het systeem zich in de automatische
afstemmingsmodus bevindt. ( P. 23)
TUNED-indicator
Licht op wanneer het systeem een zender ontvangt.
( P. 23)
STEREO-indicator
Licht op wanneer het systeem een sterk signaal
ontvangt van een FM-stereo-uitzending in
automatische afstemmingsmodus. ( P. 23)
MEMORY-indicator
Knippert om aan te tonen dat een zender kan worden
opgeslagen. ( P. 24, 25)
PTY HOLD-indicator
Licht op wanneer het systeem zich in de PTY SEEK-
modus bevindt. ( P. 27)
PS/PTY/RT/CT-indicator
Licht op volgens de beschikbare
Radiogegevenssysteem-informatie ( P. 26).
6 Multi-informatiescherm
Toont de geselecteerde ingangsbron, huidige
surround-modus en andere informatie.
7 MUTE-indicator/VOLUME-indicator
Knippert zolang de dempingsfunctie actief is.
( P. 16)
Geeft het huidige volumeniveau aan.
5 Nl
AAN DE SLAG
INLEIDING Nederlands
Afstandsbediening
1 Invoerknoppen
Selecteer een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren.
( P. 16)
2 STEREO
Schakelt de extended stereo-modus beurtelings in
en uit. ( P. 21)
Schakelt de surround-modus uit. ( P. 18)
3 Cursors (W / X / S / T)/ENTER
Positie: Wijzig de instelling. ( P. 19)
Audiovertraging: Wijzig de instelling. ( P. 32)
iPod: Beweeg de cursor. ( P. 28)
FM: Ga een vooraf ingestelde groep en nummer
verder of terug. ( P. 22)
4 PRESET/TUNE, AUTO/MAN'L, MEMORY
Bedien een FM-tuner. ( P. 22)
5 s / e / p / b / a
Bedien een iPod of een Bluetooth-component.
( P. 28, 30)
6 BLUETOOTH ON/BLUETOOTH OFF
Maakt of verbreekt de verbinding met een Bluetooth-
component. ( P. 31)
7 STANDBY/ON
Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand.
( P. 16)
8 MOVIE/MUSIC/SPORTS/GAME
Selecteer surround-modus. ( P. 18)
9 VOLUME (+/-)/MUTE
Bedien het volume van het systeem. ( P. 16)
0 SW (+/-)/CENTER (+/-)/SUR. (+/-)
Wijzig de volumebalans. ( P. 33)
A DOCK MODE
Schakelt de bedieningsmodus van de iPod om.
( P. 28)
Infraroodsignaalzender
6 Nl
AAN DE SLAG
B POSITION
Verschuift de optimale luisterplaats volgens uw
luisterpositie. ( P. 19)
C TEST
Geeft de testtoon weer. ( P. 20)
D FREQ/TEXT
Schakelt het informatiescherm over bij ontvangst van
Radiogegevenssysteem. ( P. 26)
PTY SEEK MODE
Wijzigt het programmatype. ( P. 27)
PTY SEEK START
Start het zoeken naar een programmatype. ( P. 27)
E ENHANCER
Schakelt de versterking voor gecomprimeerde muziek
beurtelings in en uit. ( P. 21)
F NIGHT
Schakelt nachtluistermodus in of uit. ( P. 33)
G AREA
Selecteert de optimale luisterplaats. ( P. 20)
H AUDIO DELAY
Vertraagt het weergegeven geluid om het met het
videobeeld te synchroniseren. ( P. 32)
I DISP. MODE
Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm.
( P. 34)
7 Nl
AAN DE SLAG
INLEIDING Nederlands
De afstandsbediening gebruiken
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 6 m vanaf het centrale systeem en richt het naar de
afstandsbedieningssensor.
Mors geen vloeistof op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet op een plaats die:
warm of vochtig is, zoals in de buurt van een verwarming of in een badkamer;
extreem koud is;
– stoffig is.
De batterijen installeren
Als de afstand waarin de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen
door twee nieuwe.
Gebruik geen oude batterij in combinatie met een nieuwe.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld, alkaline en mangaan) samen. Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze
dezelfde vorm hebben.
Als de batterijen leeglopen, dient u ze onmiddellijk uit de afstandsbediening te verwijderen om een ontploffing of zuurlek te
vermijden.
Doe batterijen volgens de plaatselijke reglementen weg.
Doe een batterij onmiddellijk weg als ze begint te lekken. Let erop dat er geen batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg
het vak schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Opmerkingen
Opmerkingen
Binnen 6 m
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Plaats de 2 bijgeleverde batterijen (AAA, R03, UM4), terwijl u
de polariteitsaanduidingen (+ en –) aan de binnenkant van
het batterijvak in acht houdt.
3 Klik de klep van het batterijcompartiment opnieuw vast.
8 Nl
VOORBEREIDING
Om de geluidskwaliteit ten volle te ervaren, moet u het systeem correct opstellen en de componenten juist installeren.
Nadat u de opstelling hebt gekozen, volgt u de onderstaande procedure om het systeem te installeren.
Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU)
Plaats het centrale systeem boven of onder de tv zodat het
centrale systeem en uw tv verticaal op één lijn liggen. Zorg
ervoor dat het centrale systeem parallel met de muur is geplaatst.
Belangrijkste functies: Produceert (stereo) geluiden van het
voorkanaal. Produceert eveneens geluiden van het virtuele
centrale kanaal (dialoog, enz.) en het virtuele surroundkanaal op
een efficiënte manier met behulp van het Yamaha
voorsurroundsysteem.
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
Plaats de subwoofer in de buurt van het centrale systeem en draai
het een beetje naar het middenpunt van de kamer om
muurweerkaatsingen te verminderen.
Belangrijkste functies: Produceert de geluiden met lage
frequenties (LFE).
Dit systeem is afgeschermd tegen magnetische velden. Als het beeld op uw tv-scherm echter wazig of verstoord wordt, raden we u aan
om het systeem uit de buurt van uw tv te verplaatsen.
Geluiden met lage frequenties die door de subwoofer/systeembediening worden geproduceerd, worden mogelijk anders gehoord
afhankelijk van de luisterpositie en subwooferlocatie. Verplaats de subwoofer om het gewenste geluid te verkrijgen.
Afhankelijk van uw installatieomgeving kunnen aansluitingen naar externe componenten vóór de installatie van het systeem worden
gemaakt. We raden u aan om tijdelijk alle componenten te plaatsen en op te stellen om te beslissen welke procedure het best eerst gebeurt.
U kunt het centrale systeem op een rek plaatsen of aan een wand bevestigen. Selecteer een installatiemethode die
geschikt is voor uw omgeving.
Plaats het centrale systeem aan de voet van/onder een televisie
y
Gebruik de bijgeleverde tussenstukken als volgt als er zich een
obstakel (tv-standaard, enz.) onder het centrale systeem bevindt.
1 Bevestig de bijgeleverde dubbelzijdige tape
op de tussenstukken en antisliplagen op de
achterkant van de tussenstukken.
2
Bevestig de tussenstukken aan de onderkant.
Bedek de afstandsbedieningssensor van uw tv, enz. niet met het centrale systeem.
De tussenstukken bekrassen of beschadigen mogelijk het oppervlak van uw rek of vloer. Wees voorzichtig bij het plaatsen of
verplaatsen van het centrale systeem.
Neem om veiligheidsredenen op voorhand maatregelen om te voorkomen dat het centrale systeem valt.
HET SYSTEEM PLAATSEN
Centraal systeem
(YAS-71CU/YAS-81CU)
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
Opmerkingen
Het centrale systeem plaatsen
Voorbeeld 1:
Aan de voet van uw
televisie
Voorbeeld 2:Onder uw televisie
Zijde. A Zijde. B
Dubbelzijdige
tape
Dubbelzijdige
tape
Antisliplaag Antisliplaag
Opmerkingen
9 Nl
HET SYSTEEM PLAATSEN
VOORBEREIDING Nederlands
Het centrale systeem bevestigen aan een muur
Het centrale systeem installeren met behulp van spiegaten
U kunt het centrale systeem aan een muur bevestigen met in de handel verkrijgbare schroeven (#8, diameter: 7,5 mm of
meer).
1 Bevestig het bijgeleverde installatiesjabloon
op een muur en duid de gaten van het
installatiesjabloon aan.
2 Verwijder het installatiesjabloon en installeer
vervolgens de in de handel verkrijgbare
schroeven op de aanduidingen.
y
Raadpleeg de rechterkolom om de kabels boven het centrale
systeem te installeren.
3 Hang het centrale systeem aan de schroeven
met behulp van de spiegaten aan de
achterkant van het centrale systeem.
Bij installatie van het centrale systeem op een muur moet al het installatiewerk worden uitgevoerd door
een bevoegde aannemer of dealer. De klant moet nooit proberen het installatiewerk zelf uit te voeren.
Onjuiste of gebrekkige installatie kan ervoor zorgen dat het centrale systeem valt, met letsels als gevolg.
Tapes of duimspijkers
Aanduiding
4 tot 6 mm
Diameter:
7,5 mm of meer
(#8)
Installeer de kabels boven het centrale
systeem
U moet de tussenstukken bevestigen om plaats te
maken aan de achterkant van het centrale systeem om
de kabels omhoog te leiden.
In stap 2 van de linkerkolom;
2-a: Bevestig de bijgeleverde tussenstukken aan het
achterpaneel van het centrale systeem met behulp
van de bijgeleverde dubbelzijdige tape. U kunt
kiezen tussen zijde A of zijde B.
2-b: Verwijder het installatiesjabloon en installeer
vervolgens de in de handel verkrijgbare schroeven
op de aanduidingen.
A: Voor smalle ruimte B: Voor brede ruimte
Dubbelzijdige
tape
Dubbelzijdige
tape
Bevestig Bevestig
22 tot 24 mm
34 tot 36 mm
10 Nl
HET SYSTEEM PLAATSEN
Het centrale systeem installeren met behulp van de schroefgaten
U kunt ook de schroefgaten aan de binnenkant of de buitenkant van de achterkant van het centrale systeem gebruiken om
het met een in de handel verkrijgbare steun of rek te installeren.
Het centrale systeem weegt ongeveer 5 kg voor YAS-71 en 6 kg voor YAS-81. Bevestig het centrale systeem aan een steun, rek of
muur. Bevestig het centrale systeem niet aan een muur die uit zwak materiaal bestaat, zoals pleisterkalk of vernist hout. Hierdoor kan
het centrale systeem vallen.
Gebruik in de handel verkrijgbare schroeven die het gewicht van de installatie kunnen ondersteunen.
Zorg ervoor dat u de opgegeven schroeven gebruikt om het centrale systeem te bevestigen. Als u klemmen gebruikt in plaats van de
vermelde schroeven of korte schroeven, nagels of dubbelzijdige tape, kan het centrale systeem vallen.
Maak de luidsprekerkabels vast waar ze niet los kunnen geraken als u het centrale systeem aansluit. Als uw voet of hand per ongeluk
achter een losse luidsprekerkabel blijft hangen, kan het centrale systeem vallen.
Controleer na het bevestigen van het centrale systeem of het stevig vastzit. Yamaha aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor
ongelukken voortkomende uit foutieve installaties.
Schroefgaten
Diepte gat: 15 mm
Diameter: 6 mm
Hoogte binnenkant: 290 mm
Hoogte buitenkant: 550 mm
550 mm
290 mm
52,5 mm
77 mm
Steun of rek, enz.
15 mm
Schroefgat
Min 7 mm
YAS-71CU/YAS-81CU
Schroef
(M6)
Opmerkingen
11 Nl
VOORBEREIDING Nederlands
Volg onderstaande procedure om het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aan te sluiten.
Luidsprekerkabels aansluiten
De systeembedieningskabel aansluiten
AANSLUITING
Sluit het netsnoer niet aan tot alle aansluitingen zijn uitgevoerd.
Forceer de kabelstekker niet bij het aansluiten. Dit kan schade veroorzaken aan de kabelstekker en/of
aansluiting.
Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aansluiten
Luidsprekerkabel (bijgeleverd)
Sluit de
kabelstekker
aan op de
luidspreker-
aansluiting
van dezelfde
kleur.
Sluit de kabelstekker
aan op de
luidsprekeraansluiting
van dezelfde kleur.
Systeembedieningskabel (bijgeleverd)
Draai de schroeven vast.
Draai de schroeven vast.
12 Nl
AANSLUITING
De subwoofer/systeembediening heeft 3 digitale ingangen (optisch digitaal × 2, coaxiaal digitaal × 1) en 1 analoge
ingang. Controleer de uitgangen van de componenten en gebruik de juiste aansluitingskabels voordat u uw externe
componenten aansluit.
Digitale aansluiting
De digitale aansluitingen van dit systeem ondersteunen de bitstreams PCM, Dolby Digital, en DTS.
De digitale aansluitingen ondersteunen digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz of minder.
[INPUT 1, 2] OPTICAL-aansluiting
Voorbeeld 1: DVD-speler
Voorbeeld 2: TV-spelconsole
Externe onderdelen aansluiten
Opmerkingen
DVD-spelerTV
Optische digitale kabel
Spelconsole
TV
Optische digitale kabel
13 Nl
AANSLUITING
VOORBEREIDING Nederlands
[INPUT 3] COAXIAL-aansluiting
Analoge aansluiting
[INPUT 4] ANALOG-aansluitingen
Voorbeeld1: TV
Voorbeeld 2: VCR of videocamera
VCR of videocamera, enz. zonder digitale uitgang.
CD-speler
Coaxiale digitale kabel
TV
Videocamera
VCR, enz.
14 Nl
AANSLUITING
Het systeem is uitgerust met de DOCK-aansluiting, waarmee u het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of
YDS-11, apart verkrijgbaar) kunt aansluiten zodat u uw iPod kunt koppelen. Sluit het universele Yamaha iPod-station
aan op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "iPod™
gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.
U kunt ook de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de
DOCK-aansluiting. Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de
subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "Bluetooth™-componenten gebruiken" op
pagina 30 voor meer informatie.
Sluit de bijgeleverde FM-binnenhuisantenne aan om naar FM-radiozenders te luisteren.
Het universele Yamaha iPod-station aansluiten
Yamaha Universeel iPod-station
(zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluiten
De FM-binnenhuisantenne aansluiten
Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, apart verkrijgbaar)
FM-binnenhuisantenna
(bijgeleverd)
y
Als de radiogolfontvangst zwak is in uw regio of als u de
radiogolfontvangst wilt verbeteren, raden we u aan om een
buitenantenne te gebruiken. Voor meer informatie, raadpleeg de
dichtstbijzijnde Yamaha-handelaar of Service Center.
15 Nl
AANSLUITING
VOORBEREIDING Nederlands
Sluit het netsnoer van de subwoofer/systeembediening aan nadat u alle aansluitingen hebt uitgevoerd.
y
Nadat u alle aansluitingen hebt doorgevoerd, kunt u de klep naar voorkeur bevestigen of losmaken.
Bevestig de klep op het achterpaneel van de subwoofer/systeembediening met behulp van de 6 bijgeleverde schroeven, zoals
aangetoond.
Het netsnoer aansluiten
Naar stopcontact
16 Nl
BASISBEDIENING
Volg de onderstaande procedure om de basisafspeelbediening te starten zodra u alle kabels hebt aangesloten
( P. 11 tot 15) en de voorbereiding met de afstandsbediening hebt uitgevoerd ( P. 7).
1 Druk op STANDBY/ON.
Het systeem wordt ingeschakeld en het stroomlampje
licht op. Druk nogmaals op STANDBY/ON om het
systeem in standby-modus te zetten.
y
Dit systeem heeft de auto-sleep-functie die het systeem
automatisch in de waakstand zet als het systeem gedurende
24 uur ingeschakeld is gelaten zonder handeling.
2 Druk op een van de ingangsknoppen om een
ingangsbron te selecteren.
Bijvoorbeeld, als een dvd-speler is aangesloten op de
INPUT 1-aansluiting van de subwoofer/
systeembediening drukt u op INPUT 1 om de dvd-
speler te selecteren.
y
U kunt de ingangsbron ook wisselen door herhaaldelijk op
INPUT te drukken op het centrale systeem. De ingangsbron
wijzigt als volgt:
3 Start weergave op de geselecteerde externe
component.
Voor informatie over de externe component,
raadpleeg de handleiding voor het product.
4 Druk op VOLUME +/– om het volumeniveau
aan te passen.
y
Om het volume tijdelijk te dempen, drukt u op MUTE.
Terwijl de dempingsfunctie actief is, knippert de MUTE-
indicator. Om het volume te herstellen drukt u nogmaals op
MUTE.
Probeer nu verschillende functies van dit
systeem!
BASISAFSPEELBEDIENING
Verschillende geluidsfuncties
gebruiken
Naar uiterst realistische geluiden luisteren met
surround-modus P. 18
De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven
P. 19
De optimale luisterplaats selecteren P. 20
Een breder stereogeluid ervaren wanneer surround-
modus niet actief is P. 21
Gecomprimeerde audiosignalen in hoge kwaliteit
afspelen P. 21
De geluidsuitvoer vertragen om het te
synchroniseren met het videobeeld P. 32
Naar verschillende ingangsbronnen luisteren aan
lager volume P. 33
Naar FM-uitzendingen/
optionele apparatuur luisteren
Naar FM-uitzendingen luisteren P. 22
iPod-weergave bedienen P. 28
Een Bluetooth-component afspelen P. 30
17 Nl
BASISBEDIENING Nederlands
Normaal zijn twee voorluidsprekers, een centrale luidspreker, twee
surround-luidsprekers en een subwoofer nodig om naar 5.1-kanaals
surround-geluid te luisteren.
Virtueel 7.1-kanaals geluid
Dankzij de AIR SURROUND XTREME-technologie, die alleen de
linker en rechter voorluidspreker van het centrale systeem en de
subwoofer gebruikt, kunt u naar een realistisch 7.1-kanaals geluid
luisteren door simulatie van virtuele luidsprekers in het midden, surround
en surroundachterkanten.
U kunt het virtuele surround-effect controleren en de volumebalans aanpassen naar voorkeur en de eigenschappen van
uw luisterkamer. Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie.
Het virtuele surround-effect controleren P. 20
De volumebalans wijzigen P. 33
Gebruik deze functie om de volumebalans van de subwoofer-, centrale en surround-kanalen tijdens de weergave te
wijzigen.
AIR SURROUND XTREME
Wat is AIR SURROUND XTREME?
Typisch 5.1-kanaals luidsprekersysteem
Voorluidsprekers
Subwoofer
Centrale
luidspreker
Surround-
luidsprekers
Het systeem creëert het virtueel 7.1-kanaals surround-geluid met het centrale systeem en de
subwoofer/systeembediening.
C: Centrale virtuele luidspreker
FR, FL: Voorluidsprekers
SW: Subwoofer
SR, SL: Virtuele surround-luidsprekers
SBR, SBL: Virtuele surround-luidsprekers
achteraan
Het geluidsbeeld van het systeem
AIR SURROUND XTREME
18 Nl
Druk op een van de knoppen van de surround-
modus.
De namen van de geselecteerde ingangsbron en de
geselecteerde surround-modus verschijnen in het
voorpaneelscherm.
y
Druk op STEREO om de oorspronkelijke geluiden weer te
geven.
Het systeem onthoudt automatisch de instellingen die aan elke
ingangsbron zijn toegewezen. Als u een andere ingang
selecteert, roept het systeem automatisch de laatste instellingen
op voor de geselecteerde ingang.
Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND XTREME
Knoppen van
surround-modus
Surround-modus-beschrijvingen
Film
Deze modus is nuttig als u filminhoud op media
zoals dvd, enz. wilt bekijken.
Muziek
Deze modus is nuttig als u muziekinhoud op media
zoals dvd, enz. wilt bekijken.
Sport
Deze modus is nuttig als u naar sportprogramma's
of tv-nieuws kijkt.
Games
Deze modus is nuttig als u videogames speelt.
AIR SURROUND XTREME
19 Nl
BASISBEDIENING Nederlands
De functie verschuift de optimale luisterplaats zijdelings volgens uw luisterpositie voor het beste virtuele surround-
effect.
1 Druk op POSITION om de positiemodus te
openen.
De huidige positie verschijnt in het
voorpaneelscherm.
2 Druk op W/X om de optimale luisterplaats te
verschuiven (L6, L5, L4, L3, L2, L1, CENTER,
R1, R2, R3, R4, R5, R6).
Verschuif de optimale luisterplaats van L1 naar L6
wanneer uw luisterpositie zich aan de linkerkant van
het centrale systeem bevindt en verschuif de optimale
luisterplaats van R1 naar R6 wanneer uw
luisterpositie zich aan de rechterkant van het centrale
systeem bevindt.
De positie verschijnt in het voorpaneelscherm.
Voorbeeld: "POSITION L1"
3 Druk opnieuw op POSITION of ENTER om
de positiemodus te sluiten.
y
De standaardinstelling is CENTER.
Als u op TEST drukt na stap 1 geeft het systeem een testgeluid
weer voor een virtuele centrale luidspreker zodat u de positie-
instelling kunt wijzigen. ( P. 20)
De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
Deze functie is zelfs beschikbaar wanneer de surround-modus is
uitgeschakeld.
Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het
activeren van de positiemodus gaat het systeem automatisch uit
de positiemodus.
De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven
De optimale luisterplaats
Opmerking
AIR SURROUND XTREME
20 Nl
U kunt de optimale luisterplaats uit twee modi selecteren.
Druk op
AREA
.
Telkens als u op AREA drukt, wordt er gewisseld tussen
de modi NORMAL en WIDE.
NORMAL
Kies dit om het geluidseffect scherper te maken.
"AREA NORMAL" verschijnt in het voorpaneelscherm
wanneer de NORMAL-modus is geselecteerd.
WIDE
Selecteer dit om de optimale luisterplaats te verbreden.
y
De standaardinstelling is NORMAL.
De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de surround-modus is
ingeschakeld.
U kunt het virtuele surround-effect controleren met behulp van de testgeluiden van de luidsprekers.
Druk op
TEST
om het testgeluid weer te geven.
Het systeem geeft een testgeluid weer en het uitgangskanaal
van het testgeluid verschijnt in het voorpaneelscherm.
Het uitgangskanaal van het testgeluid doorloopt de
volgende cyclus. Elk kanaal geeft gedurende ongeveer
2 seconden het testgeluid weer.
y
Druk opnieuw op TEST om de testgeluidmodus te verlaten.
De virtuele surroundluidspreker achteraan is opgenomen in SL en
SR.
De optimale luisterplaats selecteren
AREA
NORMAL WIDE
Opmerking
Het virtuele surround-effect controleren
TEST
Opmerking
Actief (virtueel)
luidsprekerkanaal
AIR SURROUND XTREME
21 Nl
BASISBEDIENING Nederlands
Hiermee wordt een uitgebreid geluid gecreëerd voor een bron met 2 kanalen, zoals een cd-speler.
Druk op
STEREO
om de extended stereo-
modus te activeren.
"EXTENDED" verschijnt in het voorpaneelscherm.
Telkens wanneer u op STEREO drukt, wordt de functie
afwisselend in- (EXTENDED) en uitgeschakeld
(STEREO).
y
De standaardinstelling is STEREO.
Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
U kunt de versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek
ook inschakelen wanneer de extended stereo-modus is
ingeschakeld.
Deze functie is alleen beschikbaar als de surround-modus niet is
ingeschakeld.
Deze functie verbetert de luisterervaring door ontbrekende harmonische elementen in een gecomprimeerd bestand
opnieuw te genereren.
Dit is handig wanneer u gecomprimeerde muziekgegevens afspeelt van een iPod of digitaal muziekapparaat.
Druk op
ENHANCER
.
De ENHANCER-indicator licht op in het
voorpaneelscherm als deze functie is ingeschakeld.
Elke keer u op ENHANCER drukt, wordt de functie
afwisselend in- en uitgeschakeld. De geselecteerde modus
wordt in het geheugen opgeslagen, zelfs als het toestel is
uitgeschakeld.
y
De standaardinstelling is OFF.
Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
De nachtluistermodus wordt automatisch uitgeschakeld als deze
functie is ingeschakeld. ( P. 33)
De extended stereo-modus gebruiken
STEREO
Opmerking
De versterker voor gecomprimeerde muziek instellen
ENHANCER
22 Nl
ANDERE FUNCTIES
U kunt twee afstemmingsmodi gebruiken om af te stemmen op een gewenste FM-zender:
Frequentie-afstemmingsmodus
U kunt de frequentie van de gewenste FM-zender automatisch of handmatig zoeken of specificeren. (raadpleeg
"Basisafstemming" op pagina 23.)
Voorkeuze-afstemmingsmodus
U kunt de gewenste FM-zender vooraf als voorkeuzezender instellen en vervolgens de zender oproepen door de
gewenste voorkeuzegroep en het nummer te specificeren. (raadpleeg "De zendervoorkeuzefunctie gebruiken" op
pagina 24.)
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
Overzicht
Bedieningselementen en functies voor de FM-afstemming
A_E/A`E
Selecteert de voorkeuzegroep (A
tot E).
PRESET/TUNE
Wisselt tussen frequentie-
afstemmingsmodus en de
voorkeuze-afstemmingsmodus.
AUTO/MAN'L
Wisselt tussen automatische en
handmatige afstemmingsmodus.
FM
Stel de invoer in op FM.
+/–
Selecteer de gewenste
frequentie in de frequentie-
afstemmingsmodus.
Selecteer het gewenste
voorkeuzenummer (1 tot 8) in
de voorkeuze-
afstemmingsmodus.
MEMORY
Activeert de voorkeuze-
geheugenmodus.
FREQ/TEXT
Schakelt het informatiescherm
over bij ontvangst van
Radiogegevenssysteem.
PTY SEEK MODE
Wijzigt het programmatype.
PTY SEEK START
Start het zoeken naar een
programmatype.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
23 Nl
NederlandsANDERE FUNCTIES
1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM.
"FM" verschijnt in het voorpaneelscherm.
2 Druk op AUTO/MAN'L om te wisselen
tussen automatisch en handmatig.
De AUTO-indicator licht op wanneer het systeem
zich in de automatische afstemmingsmodus bevindt.
y
Als een dubbelepunt (:) verschijnt, is het systeem ingesteld
op de voorkeuze-afstemmingsmodus. ( P. 24)
3 Druk één keer op +/– om automatische
afstemming te starten.
Als het systeem is afgestemd op een zender licht de
TUNED-indicator op en wordt de frequentie van de
ontvangen zender in het voorpaneelscherm getoond.
y
Wanneer u afstemt op een FM-zender met de automatische
afstemmingsmodus, ontvangt het systeem het FM-
radiosignaal in stereo-ontvangstmodus. De STEREO-
indicator verschijnt in het voorpaneelscherm.
Basisafstemming
Geen dubbelepunt (:)
Licht op
Licht op
Handmatige afstemming
Als het signaal dat u van de zender ontvangt zwak is,
kunt u op de gewenste zender afstemmen door de
frequentie handmatig aan te geven. Druk in de FM-
afstemmingsmodus herhaaldelijk op AUTO/MAN'L
zodat de AUTO-indicator verdwijnt en druk
vervolgens herhaaldelijk op +/– om de frequentie van
de gewenste zender te specificeren.
Als u op een zender afstemt met de handmatige
afstemmingsfunctie ontvangt het systeem de FM-
radiosignalen in mono-ontvangstmodus om de
signaalkwaliteit te verbeteren.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
24 Nl
Automatische zendervoorkeuze
U kunt tot 40 FM-zenders opslaan (A1 tot E8: 8 voorkeuzenummers in elk van de 5 voorkeuzegroepen).
y
Druk op A_ E of A`E om een voorkeuzegroep te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op +/– om een voorkeuzenummer te
selecteren waarop de eerste zender wordt opgeslagen nadat u stap 2 hebt uitgevoerd.
Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde voorkeuzenummer
opslaat.
Als het aantal ontvangen zenders onder 40 blijft (A1 tot E8), stopt voorkeuze-afstemming automatisch na het zoeken naar alle
beschikbare zenders.
De zendervoorkeuzefunctie gebruiken
1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM.
"FM" verschijnt in het voorpaneelscherm.
2 Houd MEMORY gedurende meer dan 3 seconden
ingedrukt.
De voorkeuzegroep en het nummer en de MEMORY- en
AUTO-indicatoren knipperen. Na ongeveer 5 seconden
start de automatische voorkeuze-instelling vanaf de huidige
frequentie en gaat verder doorheen de hogere frequenties.
Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl de
MEMORY-indicator knippert.
Wanneer de automatische voorkeuzeafstemming is
voltooid, toont het voorpaneelscherm de frequentie van de
laatste zender.
Knippert
Knippert
Opmerkingen
Stel de zender handmatig in als de gewenste zender niet is opgeslagen of als een zender niet is opgeslagen onder een
bepaalde voorkeuzegroep en nummer. Raadpleeg "Handmatige zendervoorkeuze" op pagina 25 voor meer informatie.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
25 Nl
NederlandsANDERE FUNCTIES
Handmatige zendervoorkeuze
Gebruik deze functie om van uw gewenste zender handmatig een voorkeuzezender te maken.
1 Stem af op een zender.
Raadpleeg "Basisafstemming" op pagina 23 voor
afstemmingsinstructies.
2 Druk op MEMORY.
De MEMORY-indicator knippert op het
voorpaneelscherm gedurende 30 seconden.
Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl
de MEMORY-indicator knippert.
3 Druk herhaaldelijk op A _ E of A`E om een
voorkeuzegroep (A tot E) te selecteren terwijl
de MEMORY-indicator knippert.
De geselecteerde voorkeuzegroep verschijnt.
4 Druk op +/– om een voorkeuzenummer (1 tot
8) te selecteren terwijl de MEMORY-indicator
knippert.
5 Druk op MEMORY om de voorkeuze te
bevestigen.
Nadat "A1:PRESET OK" verschijnt op het
uitleesvenster op het voorpaneel, verschijnt de
frequentie binnen de voorkeuzegroep die u hebt
geselecteerd. De MEMORY-indicator verdwijnt in
het voorpaneelscherm.
Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer
worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde
voorkeuzenummer opslaat.
Ontvangstmodus (stereo of mono) wordt samen met de
stationsfrequentie opgeslagen.
Knippert
Voorkeuzegroep
Knippert
Opmerkingen
Knippert
Voorkeuzenummer
Het geselecteerde station werd opgeslagen als A1.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
26 Nl
De voorkeuzezenders
oproepen
Ontvangt
Radiogegevenssysteem-zenders
Het Radiogegevenssysteem is een gegevensoverdrachtsysteem dat
in vele landen door FM-zenders wordt gebruikt. Het systeem kan
verscheidene Radiogegevenssysteem-gegevens ontvangen zoals
PS (programmadienst), PTY (programmatype), RT (radiotekst) en
CT (kloktijd) bij ontvangst van Radiogegevenssysteem-stations.
Het informatiescherm van
Radiogegevenssysteem overschakelen
Druk op FREQ/TEXT terwijl u Radiogegevenssysteem
ontvangt. Telkens u op de knop drukt, wijzigt het
informatiescherm als volgt:
Informatietype
PROGRAM SERVICE (PS)
Geeft het Radiogegevenssysteem-programma weer dat
wordt ontvangen.
PROGRAM TYPE (PTY)
Geeft het type Radiogegevenssysteem-programma
weer dat wordt ontvangen.
RADIO TEXT (RT)
Geeft de informatie weer van het
Radiogegevenssysteem-programma dat wordt
ontvangen.
CLOCK TIME (CT)
Geeft de tijd weer.
FREQUENCY
Geeft de frequentie, de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer weer.
U kunt alleen een Radiogegevenssysteem-weergavemodus
selecteren wanneer de corresponderende Radiogegevenssysteem-
indicator oplicht op het uitleesvenster op het voorpaneel. Het kan
even duren voor het systeem alle Radiogegevenssysteem-
gegevens van de zender heeft ontvangen.
U kunt alleen de beschikbare Radiogegevenssysteem-
weergavemodi selecteren die worden aangeboden door de zender.
Indien de ontvangen signalen niet sterk genoeg zijn, is het
mogelijk dat het systeem de Radiogegevenssysteem-gegevens niet
kan gebruiken. Vooral de RT-modus vereist een grote hoeveelheid
gegevens en is mogelijk niet beschikbaar, zelfs niet wanneer
andere Radiogegevenssysteem-weergavemodi dat wel zijn.
Druk bij slechte ontvangst op AUTO/MAN'L om handmatige
afstemming te selecteren ( P. 23).
Als de signaalsterkte verzwakt wordt door externe storingen
tijdens de ontvangst van de Radiogegevenssysteem-gegevens,
is het mogelijk dat de ontvangst plots wordt verbroken en
"...WAIT" verschijnt op het uitleesvenster op het voorpaneel.
Wanneer de RT-modus is geselecteerd, kan het systeem de
programma-informatie weergeven met een maximum van
64 alfanumerieke tekens, inclusief het umlautsymbool. Niet
beschikbare tekens worden weergegeven als underscores "_".
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT-modus is
geselecteerd, wordt "CT WAIT" weergegeven op het
uitleesvenster op het voorpaneel.
1 Druk op PRESET/TUNE om de voorkeuze-
afstemmingsmodus te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op A_ E of A`E om de
gewenste voorkeuzegroep (A tot E) te
selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op +/– om het gewenste
voorkeuzenummer te selecteren (1 tot 8).
Voorkeuzegroep en nummer
FM-voorkeuzezender
Opmerkingen
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
27 Nl
NederlandsANDERE FUNCTIES
Zenders selecteren op programmatype (genre)
U kunt afstemmen op Radiogegevenssysteem-zenders
door een programmatype (genre) te kiezen uit
15 opties. Zodra u een programmatype hebt geselecteerd,
zoekt het systeem automatisch naar
Radiogegevenssysteem-zenders die het overeenkomstige
programmatype uitzenden.
1 Druk op PTY SEEK MODE om de PTY
SEEK-modus in te schakelen.
De naam van het programmatype of "NEWS"
knippert op het uitleesvenster op het voorpaneel.
y
Druk nogmaals op PTY SEEK MODE om de PTY SEEK-
modus te annuleren.
2 Druk op +/– om het programmatype te
selecteren.
De naam van het gekozen programmatype verschijnt
op het uitleesvenster op het voorpaneel.
3 Druk op PTY SEEK START om te zoeken
naar alle beschikbare
Radiogegevenssysteem-voorkeuzezenders.
De naam van het gekozen programmatype knippert
en de PTY HOLD-indicator gaat branden op het
uitleesvenster op het voorpaneel.
y
Druk normaals op PTY SEEK START om de
zoekopdracht te stoppen.
Het systeem stopt met zoeken wanneer een zender is gevonden
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
Als u de gevonden zender niet wenst te beluisteren, drukt u
nogmaals op PTY SEEK START om verder te zoeken naar
een andere zender die hetzelfde programmatype uitzendt.
Programmatype Omschrijvingen
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Hoorspel
CULTURE Culturen
SCIENCE Wetenschap
Knippert
VARIED Lichte ontspanning
POP M Populaire muziek
ROCK M Rockmuziek
M.O.R.M Middle-of-the-road-muziek
(rustige muziek)
LIGHT M Lichte klassieke muziek
CLASSICS Ernstige klassieke muziek
OTHER M Andere muziek
Opmerkingen
Programmatype Omschrijvingen
Licht opKnippert
28 Nl
Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station hebt geplaatst (zoals YDS-10/YDS-11, apart verkrijgbaar) dat is
aangesloten op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening ( P. 14), kunt u uw iPod afspelen.
Ondersteunde iPod
iPod (Click and Wheel)
iPod nano
iPod mini
iPod touch
Oplaadfunctie batterij
Dit systeem laadt de batterij op van een iPod die zich in het universele Yamaha iPod-station bevindt dat op de DOCK-
aansluiting van de subwoofer/systeembediening is aangesloten, terwijl het systeem is ingeschakeld.
Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen
Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatst, verschijnen "iPod connected" en de DOCK-indicator op
het voorpaneelscherm.
Sommige functies zjin mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod.
Voor een volledige lijst van statusberichten die in het voorpaneelscherm verschijnen, raadpleeg de "iPod"-sectie in "Problemen
oplossen" op pagina 36.
Zet het volume op het minimum voordat u uw iPod in het station plaatst of verwijdert.
Bedieningselementen en functies voor iPod™
U kunt uw iPod in een eenvoudige afstandsbedieningsmodus of menubladermodus bedienen.
y
U kunt wisselen tussen de eenvoudige afstandsbedieningsmodus en de menubladermodus door te drukken op DOCK MODE.
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
iPod™ gebruiken
Opmerkingen
DOCK MODE
Schakel tussen eenvoudige
afstandsbedieningsmodus en
menubladermodus.
Bedieningsknoppen voor
weergave
Bedien de weergave van de aangesloten iPod.
p: Afspelen/pauzeren (eenvoudige
afstandsbedieningsmodus), Afspelen
(menubladermodus)
e: Afspelen/pauzeren (eenvoudige
afstandsbedieningsmodus), Pauzeren
(menubladermodus)
s: Stoppen
b/a:
Nummer terug/verder
Vooruit/achteruit zoeken (ingedrukt houden)
DOCK
Stel de invoer in op DOCK.
MENU/Cursorknoppen
(S/T/W /X)/ENTER
Blader door het menu van uw iPod.
•Druk op W om een niveau hoger
te gaan.
Druk op
S
/
T
om de cursor te
verplaatsen om een menu te selecteren.
•Druk op ENTER of X om een
geselecteerd menu te openen.
•Druk op ENTER in het
menuscherm "Songs" om het
geselecteerde nummer af te
spelen.
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
29 Nl
NederlandsANDERE FUNCTIES
Uw iPod in eenvoudige afstandsbedieningsmodus bedienen
Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) activeert de
eenvoudige afstandsbedieningsmodus. U kunt de basisbediening van uw iPod (afspelen, stoppen, nummer verder/terug,
enz.) uitvoeren met de bijgeleverde afstandsbediening in deze modus.
y
U kunt ook de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren. Raadpleeg de handleiding van uw iPod voor
de bediening.
Uw iPod in menubladermodus bedienen
De nummerlijst of afspeelinformatie wordt weergegeven op het voorpaneelscherm, zodat u nummers kunt selecteren en
weergeven of instellingen kunt aanpassen met behulp van de afstandsbediening in deze modus.
U kunt niet de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren.
Tekens die niet op het voorpaneelscherm kunnen worden weergegeven, worden vervangen door strepen "_".
1 Druk op DOCK MODE om de menubladerstand te openen.
2 Druk herhaaldelijk op S/T/W/X om het gewenste menu te selecteren en druk vervolgens op
ENTER om het geselecteerde nummer af te spelen.
De instellingenlijst heeft de volgende 2 opties.
Shuffle
Gebruik deze functie om het systeem nummers of albums in willekeurige volgorde te laten afspelen.
Opties: Off, Songs, Album
U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken.
Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren.
Selecteer "Songs" om het systeem nummers in willekeurige volgorde te laten spelen.
Selecteer "Album" om het systeem albums in willekeurige volgorde te laten spelen.
Repeat
Gebruik deze functie om het systeem een nummer of een reeks nummers te laten herhalen.
Opties: Off, One, All
U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken.
Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren.
Selecteer "One" om het systeem één nummer te laten herhalen.
Selecteer "All" om het systeem een reeks nummers te laten herhalen.
De inhoud van het iPod-menu varieert afhankelijk van het model of de generatie.
Opmerkingen
Opties Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
Playlists Afspeellijst Nummerlijst
Artists Artiestenlijst Albumlijst Nummerlijst
Albums Albumlijst Nummerlijst
Songs Nummerlijst
Genres Genrelijst Artiestenlijst Albumlijst Nummerlijst
Composers Componistenlijst Albumlijst Nummerlijst
Settings Instellingenlijst
Opmerking
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
30 Nl
U kunt de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK-
aansluiting van de subwoofer/systeembediening en luisteren naar de muziek die is opgeslagen op uw Bluetooth-
component (zoals een draagbare muziekspeler of computer met een Bluetooth-zender, enz.) zonder bekabeling tussen het
systeem en de Bluetooth-component. U moet de aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth-component op voorhand "koppelen".
Bedieningselementen en functies voor Bluetooth-
componenten
De Yamaha Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth™-component koppelen
De koppeling moet worden uitgevoerd voordat u een Bluetooth-component voor het eerst gebruikt met de Yamaha
Bluetooth draadloze audio-ontvanger aangesloten op het systeem, of als de geregistreerde koppelingsgegevens werden
verwijderd. "Koppelen" verwijst naar het registreren van een Bluetooth-component voor Bluetooth-communicatie.
1 Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de
subwoofer/systeembediening. ( P. 14)
2 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen.
3 Schakel de Bluetooth-component in die u wilt koppelen en open vervolgens de koppelingsmodus.
Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie.
Bluetooth™-componenten gebruiken
Om veiligheid te verzekeren, wordt een tijdslimiet van 8 minuten ingesteld voor het koppelen. Lees alle instructies en
zorg ervoor dat u ze begrijpt voordat u begint.
BLUETOOTH ON/OFF
Start of annuleer de koppeling.
Maak of verbreek een verbinding
met een Bluetooth-component.
DOCK
Stel de invoer in op DOCK.
Bedieningsknoppen voor
weergave
Bedien de weergave van een
Bluetooth-component.
p: Afspelen
e: Pauzeren
s: Stoppen
b/a:
Nummer verder/terug
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
31 Nl
NederlandsANDERE FUNCTIES
4 Houd BLUETOOTH ON gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt om het koppelen te starten.
"Searching..." verschijnt wanneer het koppelen start. Terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger zich
in de koppelingsmodus bevindt, knippert de DOCK-indicator op het voorpaneelscherm.
y
Druk op BLUETOOTH OFF om het koppelen te annuleren.
5 Controleer of de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent.
Als de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent, verschijnt de audio-
ontvangernaam ("YBA-10 YAMAHA" bijvoorbeeld) in de apparaatlijst van de Bluetooth-component.
6 Selecteer de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger in de apparaatlijst van de Bluetooth-
component en voer vervolgens het wachtwoord "0000" in op de Bluetooth-component.
Als het koppelen is gelukt, verschijnt "Completed" op het voorpaneelscherm.
y
Als het koppelen niet is gelukt binnen 8 minuten, verschijnt "Not found" en wordt de DOCK-indicator uitgeschakeld in het
voorpaneelscherm.
Als het koppelen wordt geannuleerd tijdens het koppelen, verschijnt "Canceled" in het voorpaneelscherm.
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan met maximaal acht Bluetooth-componenten worden gekoppeld. Als het koppelen
succesvol is beëindigd met een negende component en de koppelingsgegevens zijn geregistreerd, worden de koppelingsgegevens van de
minst gebruikte component verwijderd.
Een verbinding tot stand brengen
Nadat het koppelen is gebeurd, maakt u een verbinding op het systeem of op de Bluetooth-component om de
communicatie tussen beide apparaten tot stand te brengen. De verbinding op het systeem kan alleen voor de meest
recentelijk aangesloten Bluetooth-component worden uitgevoerd.
1 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen.
2 Druk op BLUETOOTH ON om een verbinding tot stand te brengen. "Searching..." verschijnt in
het voorpaneelscherm.
Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component vindt, verschijnt "BT connected" in het
voorpaneelscherm gedurende 3 seconden.
y
Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component niet vindt, verschijnt "Not found" in het voorpaneelscherm.
Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een andere Bluetooth-component dan de meest recent aangesloten, verbindt u
vanaf die Bluetooth-component. Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie.
Verbinding verbreken
Druk op DOCK en vervolgens op BLUETOOTH OFF om het systeem los te koppelen van
de Bluetooth-component.
"Disconnected" verschijnt op het voorpaneelscherm.
De Bluetooth-component weergeven
U kunt uw Bluetooth-component weergeven met de bijgeleverde afstandsbediening.
U kunt ook uw Bluetooth-component weergeven door ze rechtstreeks te bedienen.
y
Bediening met behulp van de afstandsbediening is alleen beschikbaar wanneer de verbinding tussen de Bluetooth-component die u wilt
weergeven en het systeem tot stand is gebracht.
Opmerking
32 Nl
HANDIGE BEDIENING
FPD TV-beelden worden soms na het geluid weergegeven. U kunt deze functie gebruiken om het geluid te vertragen om
het te synchroniseren met het videobeeld.
DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN
1 Druk op AUDIO DELAY om de
aanpassingsmodus te openen.
2 Druk S/T om de vertragingstijd aan te
passen.
Opties: 0 tot 240 ms
U kunt de vertragingstijd met 10 ms aanpassen.
3 Druk opnieuw op AUDIO DELAY of ENTER
om de aanpassingsmodus te sluiten.
y
De standaardinstelling is 0 ms en "DELAY OFF" verschijnt in
het voorpaneelscherm.
Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het
activeren van de aanpassingsmodus gaat het systeem automatisch
uit de aanpassingsmodus.
Opmerking
Instellingswaarde
33 Nl
Nederlands
HANDIGE
BEDIENING
Nachtluistermodus laat u toe om duidelijker naar dialogen of stemmen te luisteren aan lager volume door luidere
geluidseffecten te onderdrukken. Deze functie is handig als u graag 's nachts naar films kijkt of muziek beluistert.
Druk op
NIGHT
.
"NIGHT ON" verschijnt in het voorpaneelscherm.
De NIGHT-indicator licht op wanneer de
nachtluistermodus is geselecteerd.
y
Druk opnieuw op NIGHT om de nachtluistermodus te verlaten.
De versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer deze functie is
ingeschakeld. ( P. 21)
De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
U kunt de volumebalans van de virtuele luidsprekers en subwoofer aanpassen.
y
U kunt het niveau van het luidsprekervolume ook wijzigen wanneer het testgeluid wordt weergegeven. ( P. 20)
De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
AAN LAAG VOLUME LUISTEREN (NACHTLUISTERMODUS)
NIGHT
Licht op
DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS HET AFSPELEN
SW +/–
Past het uitvoerniveau van het subwooferkanaal
aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
CENTER +/–
Past het uitvoerniveau van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
SUR. +/–
Past het uitvoerniveau van de virtuele
luidsprekerkanalen voor surround/surround
achteraan aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
34 Nl
U kunt de helderheid van het voorpaneelscherm wijzigen. U kunt het voorpaneelscherm ook uitschakelen om een film in
een donkerdere omgeving te bekijken.
DE HELDERHEID VAN HET VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN
Druk herhaaldelijk op DISP. MODE.
Elke keer u op DISP. MODE drukt, wijzigt de helderheid
van het voorpaneel.
* Door DISPLAY OFF te selecteren, wordt het
voorpaneelscherm uitgeschakeld nadat "DISPLAY OFF"
verschijnt in het voorpaneelscherm.
Het voorpaneelscherm licht tijdelijk op wanneer een
handeling wordt uitgevoerd terwijl de DISPLAY OFF-
modus is geselecteerd.
Alleen de stroomindicator blijft branden in DISPLAY
OFF-modus.
y
De standaardinstelling is DIMMER OFF.
Helder
Donker
DISP. MODE
35 Nl
Nederlands
EXTRA
INFORMATIE
EXTRA INFORMATIE
Controleer de volgende items als er een probleem is met het systeem. Schakel het systeem uit, trek de stekker uit en
raadpleeg uw dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of Service Center als u het probleem niet kunt oplossen met de
volgende methodes of als een probleem hieronder niet vermeld staat.
EXTRA INFORMATIE
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Apparaat wordt
ingeschakeld, maar
wordt onmiddellijk
terug uitgeschakeld.
Het netsnoer is mogelijk verkeerd
aangesloten.
Zorg ervoor dat het netsnoer stevig in het
stopcontact is gestoken.
15
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels correct zijn
aangesloten.
11
Dit systeem heeft mogelijk een zware
elektrische schok gekregen, bijvoorbeeld
van een bliksemstraal of overmatige
statische elektriciteit.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer
30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel
vervolgens het systeem opnieuw in.
16
De luidsprekers geven
geen geluid weer.
Het volume staat mogelijk op
minimumniveau.
Wijzig de volumebalans.
16, 33
De dempingsfunctie is mogelijk actief. Schakel de dempingsfunctie uit. 16
De ingangsbron of instelling van de
ingang is mogelijk foutief.
Selecteer de juiste ingangsbron of -instelling.
16
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
11
Het geluid is te stil aan
één kant.
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
11
De luidsprekerkanalen
maken geen geluid met
uitzondering van de
voorste.
U luistert mogelijk naar stereogeluiden
zonder surround-modus.
Druk op een surround-modusknop om het
geluidsveldeffect in te schakelen.
18
De centrale luidspreker
maakt geen geluid.
Het volume van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal is mogelijk ingesteld
op het minimumniveau.
Pas het volumeniveau van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal aan. 33
De surround-
luidspreker maakt geen
geluid.
Het volume van de virtuele surround-
luidsprekerkanalen is mogelijk ingesteld
op het minimumniveau.
Pas het volumeniveau van de virtuele surround-
luidsprekerkanalen aan.
33
De subwoofer geeft
geen geluid weer.
Het volume van het subwooferkanaal is
mogelijk ingesteld op het
minimumniveau.
Pas het volumeniveau van de subwoofer aan.
33
Slecht geluid (ruis).
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
11
Het systeem werkt niet
correct.
Dit systeem ontvangt mogelijk een zware
elektrische schok, bijvoorbeeld van een
bliksemstraal of overmatige statische
elektriciteit, of een daling in
stroomtoevoer.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer
30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel
vervolgens het systeem opnieuw in.
16
De systeembedieningskabel is mogelijk
verkeerd aangesloten.
Sluit de systeemkabel stevig aan.
11
Een digitaal apparaat of
apparaat met hoge
frequentie creëert
geluiden.
Het systeem is mogelijk in de buurt van
digitale apparatuur of apparatuur met
hoge frequentie geplaatst.
Plaats dit systeem uit de buurt van dergelijk
materiaal.
36 Nl
EXTRA INFORMATIE
Tuner
iPod
Controleer de verbinding met uw iPod ( P. 14) bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel.
De afstandsbediening
bedient het systeem
niet.
Het systeem is mogelijk buiten het bereik
van de afstandsbediening.
Voor meer informatie over het bereik van de
afstandsbediening, raadpleeg "De
afstandsbediening gebruiken".
7
De afstandsbedieningssensor van dit
systeem is mogelijk blootgesteld aan
direct zonlicht of belichting.
Wijzig de belichting.
De batterijen zijn mogelijk leeg. Vervang de batterijen. 7
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Stereo-FM-ontvangst
bevat ruis.
De eigenschappen van FM-stereo-
uitzendingen veroorzaken dit probleem
mogelijk wanneer de zender te ver weg
ligt of de antenne van slechte kwaliteit is.
Controleer de antenneverbindingen. 14
Probeer een directionele FM-antenne van hoge
kwaliteit.
Gebruik de handmatige afstemmingsmethode. 23
Er zijn storingen en een
zuivere ontvangst lukt
niet, zelfs niet met een
goede FM-antenne.
Er is een multipad-interferentie. Pas de positie van de antenne aan om multipad-
interferentie te elimineren.
Er kan niet op de
gewenste zender
worden afgestemd met
de automatische
afstemmingsmethode.
Het signaal is te zwak. Gebruik een directionele FM-antenne van hoge
kwaliteit.
Gebruik de handmatige afstemmingsmethode.
23
Opmerking
Statusbericht Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet door het
systeem ondersteund.
Alleen iPod (Click and Wheel), iPod nano, iPod mini
en iPod touch worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst op het
universele Yamaha iPod-station (zoals
YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
dat op de DOCK-aansluiting van dit
systeem is aangesloten en de verbinding
tussen uw iPod en dit systeem is voltooid.
Disconnected
Uw iPod werd verwijderd uit het
universele Yamaha iPod-station (zoals
YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
dat op de DOCK-aansluiting van dit
systeem is aangesloten.
Plaats uw iPod terug in het universele Yamaha iPod-
station (YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) dat
op de DOCK-aansluiting van dit systeem is
aangesloten.
14, 28
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
37 Nl
EXTRA INFORMATIE
Nederlands
EXTRA
INFORMATIE
Bluetooth
Controleer uw Bluetooth-component bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel.
Opmerking
Statusbericht Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Searching...
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-
ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component
worden gekoppeld.
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-
ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component
zijn bezig met het maken van de
verbinding.
Completed
De koppeling is voltooid.
Canceled
De koppeling is geannuleerd.
Not found
Het systeem kan de Bluetooth-component
niet vinden tijdens het koppelen of
verbinden met de Bluetooth-component.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de
Bluetooth-component is gemaakt.
Disconnected
De Bluetooth-component is losgekoppeld
van de Yamaha Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar).
Not Available
De koppeling wordt uitgevoerd wanneer
de Yamaha Bluetooth draadloze audio-
ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) is aangesloten op de
Bluetooth-component.
Voer de koppeling uit wanneer de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) niet is aangesloten op de Bluetooth-
component.
30
38 Nl
EXTRA INFORMATIE
AIR SURROUND XTREME
Nieuwe surroundtechnologie ontwikkeld door Yamaha
maakt surroundgeluid mogelijk met minder luidsprekers.
In vergelijking met traditionele voorsurroundtechnologie
zorgt AIR SURROUND XTREME voor een natuurlijk
surroundgeluidsveld.
Dolby Digital
Digitaal surround sound-systeem dat werd ontworpen
door Dolby Laboratories verschaft volledig
onafhankelijke multikanaals audio. Met 3 kanalen vooraan
(links, midden en rechts) en 2 surround-stereokanalen,
biedt Dolby Digital vijf audiokanalen met volledig bereik.
Met een extra kanaal, specifiek voor baseffecten (LFE
genaamd of low frequency effect), heeft het systeem in
totaal 5.1 kanalen (LFE telt als 0.1 kanaal). Door 2-
kanaals stereo te gebruiken voor de surround-luidsprekers
zijn nauwkeurigere bewegende geluidseffecten en
surround-geluidsomgevingen mogelijk dan met Dolby
Surround.
Dolby Pro Logic II
Het is een verbeterde matrixdecodeertechnologie die een
beter ruimtelijk en directioneel gevoel biedt op Dolby
Surround-geprogrammeerd materiaal, een overtuigend
driedimensionaal geluidsveld creëert op traditionele
stereo-muziekopnames en het is ideaal om de surround-
ervaring naar de wagen te brengen. Terwijl conventionele
surround-programmering volledig compatibel is met
Dolby Pro Logic II-decoders, kunnen soundtracks
specifiek worden gedecodeerd om volledig te kunnen
profiteren van Pro Logic II-weergave, inclusief linker- en
rechter-surround-kanalen.
DTS
Digitaal surround sound-systeem ontwikkeld door DTS,
Inc., dat 5.1-kanaals audio biedt. Met een overvloed aan
audiogegevens is het mogelijk om authentiek klinkende
effecten te voorzien.
Kanaal (kan.)
Een kanaal is een audiotype dat op basis van bereik en
andere eigenschappen werd opgedeeld.
Bv. 7.1-kanaals
Voorste luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
Centrale luidspreker (1 kan.)
Surround-luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
Surround-luidsprekers achteraan, links (1 kan.), rechts
(1 kan.)
Subwoofer (1 kan.× 0.1
*
= 0.1 kan.)
* In tegenstelling tot een volledige 1-kanaals band, een
component ontworpen om de lage frequenties te versterken
voor extra effect.
PCM (Pulse Code Modulation)
Een signaal dat wordt omgezet naar digitaal formaat
zonder compressie. Een cd wordt opgenomen met 16-bits
geluid aan 44,1 kHz, terwijl dvd-opnames variëren tussen
16 bits aan 48 kHz tot 24 bits aan 192 kHz, waardoor de
kwaliteit beter is dan bij de cd.
Samplefrequentie
Het aantal samples (proces voor het digitaliseren van
analoge signalen) per seconde. In principe, hoe hoger de
samplesnelheid, hoe breder het frequentiebereik dat kan
worden weergegeven en hoe hoger de gekwantificeerde
bitsnelheid, hoe fijner het geluid dat kan worden
weergegeven.
Woordenlijst
39 Nl
EXTRA INFORMATIE
Nederlands
EXTRA
INFORMATIE
YAS-71CU/YAS-81CU
Type.................................2-wegs magnetisch afgeschermd type met
akoestische suspensie
Driver
Woofer.................Type met 8 cm kern en magnetische afscherming
× 4 (L2, R2)
Tweeter ...type van 2,5 cm met gebalanceerde dome en magnetische
afscherming × 2 (L1, R1)
Frequentiebereik .................................... 120 Hz tot 20 kHz (-10 dB)
Afmetingen (W × H × D)
[YAS-71] ..........................................................800 × 105 × 100 mm
[YAS-81] .......................................................1.030 × 105 × 100 mm
Gewicht
[YAS-71] .....................................................................................5 kg
[YAS-81] .....................................................................................6 kg
YAS-71SPX/YAS-81SPX
Versterker
Minimum nuttig RMS-vermogen per kanaal
L/R............................................55 W + 55 W (1 kHz 1% THD + N)
Subwoofer............................................55 W (100 Hz 1% THD + N)
Maximaal vermogen per kanaal
L/R..........................................70 W + 70 W (1 kHz 10% THD + N)
Subwoofer..........................................70 W (100 Hz 10% THD + N)
FM Tuner
Afstemmingsbereik
[Modellen voor USA en Canada]....................87,50 tot 107,90 MHz
[Andere modellen] ..........................................87,50 tot 108,00 MHz
Antenne-ingang (ongebalanceerd) ........................................... 75 Ω
Subwoofer
Type.......................................................................... Bass reflex-type
Driver ......................type met 16 cm kern, magnetische afscherming
Frequentiebereik....................................... 35 Hz tot 120 Hz (-10 dB)
Andere secties
Stroomvoorziening
[model voor Taiwan]..............................................AC 110 V, 60 Hz
[Modellen voor USA en Canada]........................... AC 120 V, 60 Hz
[model voor China] ................................................AC 220 V, 50 Hz
[model voor Korea]................................................ AC 220 V, 60 Hz
[Modellen voor Azië en Europa]............................AC 230 V, 50 Hz
[model voor Australië]........................................... AC 240 V, 50 Hz
Stroomverbruik ........................................................................ 50 W
Stroomverbruik in waakstand .....................................1 W of minder
Afmetingen (W × H × D) ................................. 194 × 450 × 400 mm
Gewicht ..................................................................................... 13 kg
* Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die het
mogelijk maken om 7-kanaals surroud-geluid te bereiken met slechts
twee voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro
Logic" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
"DTS" en "DTS Digital Surround" zijn gedeponeerde handelsmerken
van DTS, Inc.
Specificaties
40 Nl
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele
aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het
even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt
zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of
het onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het
product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of
vervanging van het product.
7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke formulieren en gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude
apparaten en Gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische
en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte
batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving
en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen
heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van
verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis
en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.

Documenttranscriptie

Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Plaats dit geluidssysteem op een goed verluchte, koele, droge, nette plaats - niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen, noch op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen, stof, vocht en/of koude. Laat boven en achter het toestel, evenals links en rechts ervan, een ruimte vrij van minstens vijf centimeter voor ventilatie. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om bliksemschade te vermijden, moet u het netsnoer en buitenantennes loskoppelen van het stopcontact of het toestel tijdens een onweer. i Nl 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Plaats dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de AC-stekker gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk "Problemen oplossen" over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u het toestel verplaatst, drukt u op STANDBY/ON om de stand-bymodus te activeren en trekt u de stekker uit het stopcontact. 19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 20 Er zal condensatie optreden wanneer er zich een plotse temperatuurschommeling voordoet. Trek in dat geval de stekker uit het stopcontact en laat het toestel een tijdje ongebruikt staan. 21 Installatie van het toestel op een veilige plaats is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen veroorzaakt door onjuiste plaatsing of installatie van de luidsprekers. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met STANDBY/ON. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. INHOUD ANDERE FUNCTIES LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN .........22 Bijgeleverde delen ......................................................... 2 Bedieningselementen en functies .................................. 3 Overzicht ..................................................................... 22 Bedieningselementen en functies voor de FMafstemming .............................................................. 22 Basisafstemming.......................................................... 23 De zendervoorkeuzefunctie gebruiken ........................ 24 VOORBEREIDING HET SYSTEEM PLAATSEN ................................... 8 Het centrale systeem plaatsen........................................ 8 AANSLUITING ........................................................ 11 BASISBEDIENING BASISAFSPEELBEDIENING................................ 16 AIR SURROUND XTREME................................... 17 HANDIGE BEDIENING DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN ............32 AAN LAAG VOLUME LUISTEREN (NACHTLUISTERMODUS) ...............................33 DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS HET AFSPELEN ..................................................33 DE HELDERHEID VAN HET VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN..............34 EXTRA INFORMATIE EXTRA INFORMATIE ...........................................35 Problemen oplossen ..................................................... 35 Woordenlijst ................................................................ 38 Specificaties................................................................. 39 YAS-71/YAS-81 bestaat uit een centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) en subwoofer/systeembediening (YAS-71SPX/YAS-81SPX). Dit product levert uitstekend geluid met eenvoudige handelingen, waardoor u van verschillende audiobronnen kunt genieten. We hopen dat de "YAS-71/YAS-81" u veel luisterplezier en voldoening geeft. ■ Info over deze handleiding EXTRA INFORMATIE • In deze handleiding worden handelingen die kunnen worden uitgevoerd met de knoppen op het voorpaneel of de afstandsbediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening. • y geeft een tip aan voor uw bediening. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over veiligheid en bedieningsinstructies. • De handleiding werd vóór de productie gedrukt. Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen als gevolg van verbeteringen, enz. Bij verschillen tussen de handleiding en het product krijgt het product voorrang. HANDIGE BEDIENING ■ Inleiding ANDERE FUNCTIES Wat is AIR SURROUND XTREME?......................... 17 Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND XTREME................................................................. 18 De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven ........ 19 De optimale luisterplaats selecteren ............................ 20 Het virtuele surround-effect controleren ..................... 20 De extended stereo-modus gebruiken.......................... 21 De versterker voor gecomprimeerde muziek instellen ................................................................... 21 iPod™ gebruiken ......................................................... 28 Bluetooth™-componenten gebruiken.......................... 30 BASISBEDIENING Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aansluiten................................................................. 11 Externe onderdelen aansluiten..................................... 12 Het universele Yamaha iPod-station aansluiten .......... 14 De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluiten................................................................. 14 De FM-binnenhuisantenne aansluiten ......................... 14 Het netsnoer aansluiten................................................ 15 OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN.......28 VOORBEREIDING AAN DE SLAG ........................................................... 2 INLEIDING INLEIDING Nederlands 1 Nl INLEIDING AAN DE SLAG Bijgeleverde delen Dit product bevat de volgende items. Controleer of u de volgende items hebt ontvangen voordat u aansluitingen maakt. ■ Apparaten Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) Subwoofer/systeembediening (YAS-71SPX/YAS-81SPX) ■ Accessoires Systeembedieningskabel (4 m) Luidsprekerkabel (4 m) Tussenstuk × 2 Dubbelzijdige tape (2 stukken) antisliplaag (2 stukken) Schroef × 6 Afstandsbediening Batterij × 2 (AAA, R03, UM4) FMbinnenhuisantenna Installatiesjabloon Cover Gebruiksaanwijzing G Front Surround System (CENTER SYSTEM + SUBWOOFER/SYSTEM CONTROL) Système Surround Frontal (SYSTEME CENTRAL + HAUT-PARLEUR D'EXTREMES-GRAVES/ COMMANDE SYSTEME) YAS-71/YAS-81 (YAS-71CU + YAS-71SPX/ YAS-81CU + YAS-81SPX) OWNER’S MANUAL MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI MANUAL DE INSTRUCCIONES GEBRUIKSAANWIJZING ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ • Alle meegeleverde onderdelen voor YAS-81 kunt u terugvinden in de doos van YAS-81SPX. 2 Nl AAN DE SLAG Bedieningselementen en functies INLEIDING ■ Voorpaneel van het centrale systeem 1 Scherm van het voorpaneel Toont informatie over de bedieningsstatus van het systeem. (☞ P. 4) 2 Afstandsbedieningssensor Ontvangt infraroodsignalen van de afstandsbediening. (☞ P. 5, 7) 3 Stroomlampje Licht op wanneer het systeem wordt ingeschakeld. (☞ P. 16) 4 STANDBY/ON Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand. (☞ P. 16) Opmerking Een kleine hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt om het infraroodsignaal van de afstandsbediening te ontvangen, zelfs wanneer het systeem in de waakstand staat. 5 INPUT Selecteert een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren. (☞ P. 16) 6 VOLUME –/+ Bepaalt het volume van het systeem. (☞ P. 16) Nederlands 3 Nl AAN DE SLAG ■ Voorpaneelscherm van het centrale systeem 1 Decoderindicatoren De respectieve indicator licht op wanneer een decoder van het systeem wordt gebruikt. 5 Tuner-indicators (AUTO/TUNED/STEREO/ MEMORY) AUTO-indicator Licht op wanneer het systeem zich in de automatische afstemmingsmodus bevindt. (☞ P. 23) 2 DOCK-indicator • Licht op wanneer het systeem een signaal ontvangt van een iPod die zich in het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) bevindt die op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening is aangesloten. (☞ P. 28) • Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) is aangesloten op de Bluetoothcomponent. (☞ P. 30) • Knippert terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de Bluetooth-component worden gekoppeld of terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger naar de Bluetoothcomponent zoekt. (☞ P. 30) STEREO-indicator Licht op wanneer het systeem een sterk signaal ontvangt van een FM-stereo-uitzending in automatische afstemmingsmodus. (☞ P. 23) 3 ENHANCER-indicator Licht op wanneer de versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek is geselecteerd. (☞ P. 21) PS/PTY/RT/CT-indicator Licht op volgens de beschikbare Radiogegevenssysteem-informatie (☞ P. 26). 4 NIGHT-indicator Licht op wanneer u de nachtluistermodus selecteert. (☞ P. 33) TUNED-indicator Licht op wanneer het systeem een zender ontvangt. (☞ P. 23) MEMORY-indicator Knippert om aan te tonen dat een zender kan worden opgeslagen. (☞ P. 24, 25) PTY HOLD-indicator Licht op wanneer het systeem zich in de PTY SEEKmodus bevindt. (☞ P. 27) 6 Multi-informatiescherm Toont de geselecteerde ingangsbron, huidige surround-modus en andere informatie. 7 MUTE-indicator/VOLUME-indicator • Knippert zolang de dempingsfunctie actief is. (☞ P. 16) • Geeft het huidige volumeniveau aan. 4 Nl AAN DE SLAG ■ Afstandsbediening 2 STEREO • Schakelt de extended stereo-modus beurtelings in en uit. (☞ P. 21) • Schakelt de surround-modus uit. (☞ P. 18) INLEIDING Infraroodsignaalzender 1 Invoerknoppen Selecteer een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren. (☞ P. 16) 3 Cursors (W / X / S / T)/ENTER Positie: Wijzig de instelling. (☞ P. 19) Audiovertraging: Wijzig de instelling. (☞ P. 32) iPod: Beweeg de cursor. (☞ P. 28) FM: Ga een vooraf ingestelde groep en nummer verder of terug. (☞ P. 22) 4 PRESET/TUNE, AUTO/MAN'L, MEMORY Bedien een FM-tuner. (☞ P. 22) 5 s/e/p/b/a Bedien een iPod of een Bluetooth-component. (☞ P. 28, 30) 6 BLUETOOTH ON/BLUETOOTH OFF Maakt of verbreekt de verbinding met een Bluetoothcomponent. (☞ P. 31) 7 STANDBY/ON Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand. (☞ P. 16) 8 MOVIE/MUSIC/SPORTS/GAME Selecteer surround-modus. (☞ P. 18) 9 VOLUME (+/-)/MUTE Bedien het volume van het systeem. (☞ P. 16) 0 SW (+/-)/CENTER (+/-)/SUR. (+/-) Wijzig de volumebalans. (☞ P. 33) A DOCK MODE Schakelt de bedieningsmodus van de iPod om. (☞ P. 28) Nederlands 5 Nl AAN DE SLAG B POSITION Verschuift de optimale luisterplaats volgens uw luisterpositie. (☞ P. 19) C TEST Geeft de testtoon weer. (☞ P. 20) D FREQ/TEXT Schakelt het informatiescherm over bij ontvangst van Radiogegevenssysteem. (☞ P. 26) PTY SEEK MODE Wijzigt het programmatype. (☞ P. 27) PTY SEEK START Start het zoeken naar een programmatype. (☞ P. 27) E ENHANCER Schakelt de versterking voor gecomprimeerde muziek beurtelings in en uit. (☞ P. 21) F NIGHT Schakelt nachtluistermodus in of uit. (☞ P. 33) G AREA Selecteert de optimale luisterplaats. (☞ P. 20) H AUDIO DELAY Vertraagt het weergegeven geluid om het met het videobeeld te synchroniseren. (☞ P. 32) I DISP. MODE Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm. (☞ P. 34) 6 Nl AAN DE SLAG ■ De afstandsbediening gebruiken INLEIDING Binnen 6 m Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 6 m vanaf het centrale systeem en richt het naar de afstandsbedieningssensor. Opmerkingen • Mors geen vloeistof op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet op een plaats die: – warm of vochtig is, zoals in de buurt van een verwarming of in een badkamer; – extreem koud is; – stoffig is. ■ De batterijen installeren 1 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Plaats de 2 bijgeleverde batterijen (AAA, R03, UM4), terwijl u de polariteitsaanduidingen (+ en –) aan de binnenkant van het batterijvak in acht houdt. 3 Klik de klep van het batterijcompartiment opnieuw vast. Opmerkingen • Als de afstand waarin de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen door twee nieuwe. • Gebruik geen oude batterij in combinatie met een nieuwe. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld, alkaline en mangaan) samen. Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze dezelfde vorm hebben. • Als de batterijen leeglopen, dient u ze onmiddellijk uit de afstandsbediening te verwijderen om een ontploffing of zuurlek te vermijden. • Doe batterijen volgens de plaatselijke reglementen weg. • Doe een batterij onmiddellijk weg als ze begint te lekken. Let erop dat er geen batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg het vak schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst. Nederlands 7 Nl VOORBEREIDING HET SYSTEEM PLAATSEN Om de geluidskwaliteit ten volle te ervaren, moet u het systeem correct opstellen en de componenten juist installeren. Nadat u de opstelling hebt gekozen, volgt u de onderstaande procedure om het systeem te installeren. Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) Subwoofer/systeembediening (YAS-71SPX/YAS-81SPX) Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) Plaats het centrale systeem boven of onder de tv zodat het centrale systeem en uw tv verticaal op één lijn liggen. Zorg ervoor dat het centrale systeem parallel met de muur is geplaatst. Belangrijkste functies: Produceert (stereo) geluiden van het voorkanaal. Produceert eveneens geluiden van het virtuele centrale kanaal (dialoog, enz.) en het virtuele surroundkanaal op een efficiënte manier met behulp van het Yamaha voorsurroundsysteem. Subwoofer/systeembediening (YAS-71SPX/YAS-81SPX) Plaats de subwoofer in de buurt van het centrale systeem en draai het een beetje naar het middenpunt van de kamer om muurweerkaatsingen te verminderen. Belangrijkste functies: Produceert de geluiden met lage frequenties (LFE). Opmerkingen • Dit systeem is afgeschermd tegen magnetische velden. Als het beeld op uw tv-scherm echter wazig of verstoord wordt, raden we u aan om het systeem uit de buurt van uw tv te verplaatsen. • Geluiden met lage frequenties die door de subwoofer/systeembediening worden geproduceerd, worden mogelijk anders gehoord afhankelijk van de luisterpositie en subwooferlocatie. Verplaats de subwoofer om het gewenste geluid te verkrijgen. • Afhankelijk van uw installatieomgeving kunnen aansluitingen naar externe componenten vóór de installatie van het systeem worden gemaakt. We raden u aan om tijdelijk alle componenten te plaatsen en op te stellen om te beslissen welke procedure het best eerst gebeurt. Het centrale systeem plaatsen U kunt het centrale systeem op een rek plaatsen of aan een wand bevestigen. Selecteer een installatiemethode die geschikt is voor uw omgeving. ■ Plaats het centrale systeem aan de voet van/onder een televisie 1 Bevestig de bijgeleverde dubbelzijdige tape Voorbeeld 1: Aan de voet van uw televisie op de tussenstukken en antisliplagen op de achterkant van de tussenstukken. Zijde. A Dubbelzijdige tape Antisliplaag Voorbeeld 2:Onder uw televisie Zijde. B Dubbelzijdige tape Antisliplaag 2 Bevestig de tussenstukken aan de onderkant. y Gebruik de bijgeleverde tussenstukken als volgt als er zich een obstakel (tv-standaard, enz.) onder het centrale systeem bevindt. Opmerkingen • Bedek de afstandsbedieningssensor van uw tv, enz. niet met het centrale systeem. • De tussenstukken bekrassen of beschadigen mogelijk het oppervlak van uw rek of vloer. Wees voorzichtig bij het plaatsen of verplaatsen van het centrale systeem. • Neem om veiligheidsredenen op voorhand maatregelen om te voorkomen dat het centrale systeem valt. 8 Nl HET SYSTEEM PLAATSEN ■ Het centrale systeem bevestigen aan een muur Het centrale systeem installeren met behulp van spiegaten U kunt het centrale systeem aan een muur bevestigen met in de handel verkrijgbare schroeven (#8, diameter: 7,5 mm of meer). Bij installatie van het centrale systeem op een muur moet al het installatiewerk worden uitgevoerd door een bevoegde aannemer of dealer. De klant moet nooit proberen het installatiewerk zelf uit te voeren. Onjuiste of gebrekkige installatie kan ervoor zorgen dat het centrale systeem valt, met letsels als gevolg. op een muur en duid de gaten van het installatiesjabloon aan. Tapes of duimspijkers Aanduiding Installeer de kabels boven het centrale systeem U moet de tussenstukken bevestigen om plaats te maken aan de achterkant van het centrale systeem om de kabels omhoog te leiden. VOORBEREIDING 1 Bevestig het bijgeleverde installatiesjabloon 2 Verwijder het installatiesjabloon en installeer vervolgens de in de handel verkrijgbare schroeven op de aanduidingen. In stap 2 van de linkerkolom; 2-a: Bevestig de bijgeleverde tussenstukken aan het achterpaneel van het centrale systeem met behulp van de bijgeleverde dubbelzijdige tape. U kunt kiezen tussen zijde A of zijde B. A: Voor smalle ruimte Diameter: 7,5 mm of meer (#8) Dubbelzijdige tape B: Voor brede ruimte Dubbelzijdige tape 4 tot 6 mm Bevestig y Bevestig Raadpleeg de rechterkolom om de kabels boven het centrale systeem te installeren. 3 Hang het centrale systeem aan de schroeven met behulp van de spiegaten aan de achterkant van het centrale systeem. 2-b: Verwijder het installatiesjabloon en installeer vervolgens de in de handel verkrijgbare schroeven op de aanduidingen. 22 tot 24 mm 34 tot 36 mm Nederlands 9 Nl HET SYSTEEM PLAATSEN Het centrale systeem installeren met behulp van de schroefgaten U kunt ook de schroefgaten aan de binnenkant of de buitenkant van de achterkant van het centrale systeem gebruiken om het met een in de handel verkrijgbare steun of rek te installeren. Steun of rek, enz. 77 mm 15 mm 550 mm 290 mm Schroef (M6) 52,5 mm Schroefgat Min 7 mm Schroefgaten Diepte gat: 15 mm Diameter: 6 mm Hoogte binnenkant: 290 mm Hoogte buitenkant: 550 mm YAS-71CU/YAS-81CU Opmerkingen • Het centrale systeem weegt ongeveer 5 kg voor YAS-71 en 6 kg voor YAS-81. Bevestig het centrale systeem aan een steun, rek of muur. Bevestig het centrale systeem niet aan een muur die uit zwak materiaal bestaat, zoals pleisterkalk of vernist hout. Hierdoor kan het centrale systeem vallen. • Gebruik in de handel verkrijgbare schroeven die het gewicht van de installatie kunnen ondersteunen. • Zorg ervoor dat u de opgegeven schroeven gebruikt om het centrale systeem te bevestigen. Als u klemmen gebruikt in plaats van de vermelde schroeven of korte schroeven, nagels of dubbelzijdige tape, kan het centrale systeem vallen. • Maak de luidsprekerkabels vast waar ze niet los kunnen geraken als u het centrale systeem aansluit. Als uw voet of hand per ongeluk achter een losse luidsprekerkabel blijft hangen, kan het centrale systeem vallen. • Controleer na het bevestigen van het centrale systeem of het stevig vastzit. Yamaha aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor ongelukken voortkomende uit foutieve installaties. 10 Nl AANSLUITING • Sluit het netsnoer niet aan tot alle aansluitingen zijn uitgevoerd. • Forceer de kabelstekker niet bij het aansluiten. Dit kan schade veroorzaken aan de kabelstekker en/of aansluiting. VOORBEREIDING Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aansluiten Volg onderstaande procedure om het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aan te sluiten. Luidsprekerkabels aansluiten Sluit de kabelstekker aan op de luidsprekeraansluiting van dezelfde kleur. Sluit de kabelstekker aan op de luidsprekeraansluiting van dezelfde kleur. Luidsprekerkabel (bijgeleverd) De systeembedieningskabel aansluiten Systeembedieningskabel (bijgeleverd) Draai de schroeven vast. Draai de schroeven vast. Nederlands 11 Nl AANSLUITING Externe onderdelen aansluiten De subwoofer/systeembediening heeft 3 digitale ingangen (optisch digitaal × 2, coaxiaal digitaal × 1) en 1 analoge ingang. Controleer de uitgangen van de componenten en gebruik de juiste aansluitingskabels voordat u uw externe componenten aansluit. ■ Digitale aansluiting Opmerkingen • De digitale aansluitingen van dit systeem ondersteunen de bitstreams PCM, Dolby Digital, en DTS. • De digitale aansluitingen ondersteunen digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz of minder. [INPUT 1, 2] OPTICAL-aansluiting Voorbeeld 1: DVD-speler TV DVD-speler Optische digitale kabel Voorbeeld 2: TV-spelconsole Spelconsole TV Optische digitale kabel 12 Nl AANSLUITING [INPUT 3] COAXIAL-aansluiting CD-speler VOORBEREIDING Coaxiale digitale kabel ■ Analoge aansluiting [INPUT 4] ANALOG-aansluitingen Voorbeeld1: TV TV Voorbeeld 2: VCR of videocamera VCR of videocamera, enz. zonder digitale uitgang. VCR, enz. Nederlands Videocamera 13 Nl AANSLUITING Het universele Yamaha iPod-station aansluiten Het systeem is uitgerust met de DOCK-aansluiting, waarmee u het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) kunt aansluiten zodat u uw iPod kunt koppelen. Sluit het universele Yamaha iPod-station aan op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "iPod™ gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie. Yamaha Universeel iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluiten U kunt ook de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK-aansluiting. Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "Bluetooth™-componenten gebruiken" op pagina 30 voor meer informatie. Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) De FM-binnenhuisantenne aansluiten Sluit de bijgeleverde FM-binnenhuisantenne aan om naar FM-radiozenders te luisteren. FM-binnenhuisantenna (bijgeleverd) y Als de radiogolfontvangst zwak is in uw regio of als u de radiogolfontvangst wilt verbeteren, raden we u aan om een buitenantenne te gebruiken. Voor meer informatie, raadpleeg de dichtstbijzijnde Yamaha-handelaar of Service Center. 14 Nl AANSLUITING Het netsnoer aansluiten Sluit het netsnoer van de subwoofer/systeembediening aan nadat u alle aansluitingen hebt uitgevoerd. VOORBEREIDING Naar stopcontact y Nadat u alle aansluitingen hebt doorgevoerd, kunt u de klep naar voorkeur bevestigen of losmaken. Bevestig de klep op het achterpaneel van de subwoofer/systeembediening met behulp van de 6 bijgeleverde schroeven, zoals aangetoond. Nederlands 15 Nl BASISBEDIENING BASISAFSPEELBEDIENING Volg de onderstaande procedure om de basisafspeelbediening te starten zodra u alle kabels hebt aangesloten (☞ P. 11 tot 15) en de voorbereiding met de afstandsbediening hebt uitgevoerd (☞ P. 7). y Om het volume tijdelijk te dempen, drukt u op MUTE. Terwijl de dempingsfunctie actief is, knippert de MUTEindicator. Om het volume te herstellen drukt u nogmaals op MUTE. Probeer nu verschillende functies van dit systeem! Verschillende geluidsfuncties gebruiken • Naar uiterst realistische geluiden luisteren met surround-modus ☞ P. 18 • De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven ☞ P. 19 • De optimale luisterplaats selecteren ☞ P. 20 • Een breder stereogeluid ervaren wanneer surroundmodus niet actief is ☞ P. 21 1 Druk op STANDBY/ON. • Gecomprimeerde audiosignalen in hoge kwaliteit afspelen ☞ P. 21 Het systeem wordt ingeschakeld en het stroomlampje licht op. Druk nogmaals op STANDBY/ON om het systeem in standby-modus te zetten. • De geluidsuitvoer vertragen om het te synchroniseren met het videobeeld y • Naar verschillende ingangsbronnen luisteren aan lager volume ☞ P. 33 Dit systeem heeft de auto-sleep-functie die het systeem automatisch in de waakstand zet als het systeem gedurende 24 uur ingeschakeld is gelaten zonder handeling. 2 Druk op een van de ingangsknoppen om een ingangsbron te selecteren. Bijvoorbeeld, als een dvd-speler is aangesloten op de INPUT 1-aansluiting van de subwoofer/ systeembediening drukt u op INPUT 1 om de dvdspeler te selecteren. y U kunt de ingangsbron ook wisselen door herhaaldelijk op INPUT te drukken op het centrale systeem. De ingangsbron wijzigt als volgt: 3 Start weergave op de geselecteerde externe component. Voor informatie over de externe component, raadpleeg de handleiding voor het product. 4 Druk op VOLUME +/– om het volumeniveau aan te passen. 16 Nl ☞ P. 32 Naar FM-uitzendingen/ optionele apparatuur luisteren • Naar FM-uitzendingen luisteren ☞ P. 22 • iPod-weergave bedienen ☞ P. 28 • Een Bluetooth-component afspelen ☞ P. 30 AIR SURROUND XTREME Wat is AIR SURROUND XTREME? Normaal zijn twee voorluidsprekers, een centrale luidspreker, twee surround-luidsprekers en een subwoofer nodig om naar 5.1-kanaals surround-geluid te luisteren. Typisch 5.1-kanaals luidsprekersysteem Voorluidsprekers Subwoofer ■ Virtueel 7.1-kanaals geluid Dankzij de AIR SURROUND XTREME-technologie, die alleen de linker en rechter voorluidspreker van het centrale systeem en de subwoofer gebruikt, kunt u naar een realistisch 7.1-kanaals geluid luisteren door simulatie van virtuele luidsprekers in het midden, surround en surroundachterkanten. Centrale luidspreker Surroundluidsprekers BASISBEDIENING Het geluidsbeeld van het systeem Het systeem creëert het virtueel 7.1-kanaals surround-geluid met het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening. C: Centrale virtuele luidspreker SR, SL: Virtuele surround-luidsprekers FR, FL: Voorluidsprekers SBR, SBL: Virtuele surround-luidsprekers SW: Subwoofer achteraan U kunt het virtuele surround-effect controleren en de volumebalans aanpassen naar voorkeur en de eigenschappen van uw luisterkamer. Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie. • Het virtuele surround-effect controleren ☞ P. 20 • De volumebalans wijzigen ☞ P. 33 17 Nl Nederlands Gebruik deze functie om de volumebalans van de subwoofer-, centrale en surround-kanalen tijdens de weergave te wijzigen. AIR SURROUND XTREME Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND XTREME Druk op een van de knoppen van de surroundmodus. Knoppen van surround-modus De namen van de geselecteerde ingangsbron en de geselecteerde surround-modus verschijnen in het voorpaneelscherm. Surround-modus-beschrijvingen Film Deze modus is nuttig als u filminhoud op media zoals dvd, enz. wilt bekijken. Muziek Deze modus is nuttig als u muziekinhoud op media zoals dvd, enz. wilt bekijken. Sport Deze modus is nuttig als u naar sportprogramma's of tv-nieuws kijkt. Games Deze modus is nuttig als u videogames speelt. y • Druk op STEREO om de oorspronkelijke geluiden weer te geven. • Het systeem onthoudt automatisch de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen. Als u een andere ingang selecteert, roept het systeem automatisch de laatste instellingen op voor de geselecteerde ingang. 18 Nl AIR SURROUND XTREME De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven De functie verschuift de optimale luisterplaats zijdelings volgens uw luisterpositie voor het beste virtuele surroundeffect. 1 Druk op POSITION om de positiemodus te openen. De huidige positie verschijnt in het voorpaneelscherm. 2 Druk op W/X om de optimale luisterplaats te BASISBEDIENING verschuiven (L6, L5, L4, L3, L2, L1, CENTER, R1, R2, R3, R4, R5, R6). Verschuif de optimale luisterplaats van L1 naar L6 wanneer uw luisterpositie zich aan de linkerkant van het centrale systeem bevindt en verschuif de optimale luisterplaats van R1 naar R6 wanneer uw luisterpositie zich aan de rechterkant van het centrale systeem bevindt. De positie verschijnt in het voorpaneelscherm. Voorbeeld: "POSITION L1" 3 Druk opnieuw op POSITION of ENTER om de positiemodus te sluiten. y De optimale luisterplaats • De standaardinstelling is CENTER. • Als u op TEST drukt na stap 1 geeft het systeem een testgeluid weer voor een virtuele centrale luidspreker zodat u de positieinstelling kunt wijzigen. (☞ P. 20) • De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen. • Deze functie is zelfs beschikbaar wanneer de surround-modus is uitgeschakeld. Opmerking Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het activeren van de positiemodus gaat het systeem automatisch uit de positiemodus. Nederlands 19 Nl AIR SURROUND XTREME De optimale luisterplaats selecteren U kunt de optimale luisterplaats uit twee modi selecteren. Druk op AREA. AREA Telkens als u op AREA drukt, wordt er gewisseld tussen de modi NORMAL en WIDE. NORMAL Kies dit om het geluidseffect scherper te maken. "AREA NORMAL" verschijnt in het voorpaneelscherm wanneer de NORMAL-modus is geselecteerd. WIDE Selecteer dit om de optimale luisterplaats te verbreden. y • De standaardinstelling is NORMAL. • De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen. Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de surround-modus is ingeschakeld. NORMAL WIDE Het virtuele surround-effect controleren U kunt het virtuele surround-effect controleren met behulp van de testgeluiden van de luidsprekers. Druk op TEST om het testgeluid weer te geven. Het systeem geeft een testgeluid weer en het uitgangskanaal van het testgeluid verschijnt in het voorpaneelscherm. Actief (virtueel) luidsprekerkanaal TEST Het uitgangskanaal van het testgeluid doorloopt de volgende cyclus. Elk kanaal geeft gedurende ongeveer 2 seconden het testgeluid weer. y Druk opnieuw op TEST om de testgeluidmodus te verlaten. Opmerking De virtuele surroundluidspreker achteraan is opgenomen in SL en SR. 20 Nl AIR SURROUND XTREME De extended stereo-modus gebruiken Hiermee wordt een uitgebreid geluid gecreëerd voor een bron met 2 kanalen, zoals een cd-speler. Druk op STEREO om de extended stereomodus te activeren. STEREO "EXTENDED" verschijnt in het voorpaneelscherm. Telkens wanneer u op STEREO drukt, wordt de functie afwisselend in- (EXTENDED) en uitgeschakeld (STEREO). y Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar als de surround-modus niet is ingeschakeld. BASISBEDIENING • De standaardinstelling is STEREO. • Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen. • U kunt de versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek ook inschakelen wanneer de extended stereo-modus is ingeschakeld. De versterker voor gecomprimeerde muziek instellen Deze functie verbetert de luisterervaring door ontbrekende harmonische elementen in een gecomprimeerd bestand opnieuw te genereren. Dit is handig wanneer u gecomprimeerde muziekgegevens afspeelt van een iPod of digitaal muziekapparaat. Druk op ENHANCER. ENHANCER De ENHANCER-indicator licht op in het voorpaneelscherm als deze functie is ingeschakeld. Elke keer u op ENHANCER drukt, wordt de functie afwisselend in- en uitgeschakeld. De geselecteerde modus wordt in het geheugen opgeslagen, zelfs als het toestel is uitgeschakeld. y • De standaardinstelling is OFF. • Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen. • De nachtluistermodus wordt automatisch uitgeschakeld als deze functie is ingeschakeld. (☞ P. 33) Nederlands 21 Nl ANDERE FUNCTIES LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN Overzicht U kunt twee afstemmingsmodi gebruiken om af te stemmen op een gewenste FM-zender: Frequentie-afstemmingsmodus U kunt de frequentie van de gewenste FM-zender automatisch of handmatig zoeken of specificeren. (raadpleeg "Basisafstemming" op pagina 23.) Voorkeuze-afstemmingsmodus U kunt de gewenste FM-zender vooraf als voorkeuzezender instellen en vervolgens de zender oproepen door de gewenste voorkeuzegroep en het nummer te specificeren. (raadpleeg "De zendervoorkeuzefunctie gebruiken" op pagina 24.) Bedieningselementen en functies voor de FM-afstemming A _ E/A ` E FM Selecteert de voorkeuzegroep (A tot E). Stel de invoer in op FM. PRESET/TUNE +/– AUTO/MAN'L • Selecteer de gewenste frequentie in de frequentieafstemmingsmodus. • Selecteer het gewenste voorkeuzenummer (1 tot 8) in de voorkeuzeafstemmingsmodus. Wisselt tussen automatische en handmatige afstemmingsmodus. MEMORY Wisselt tussen frequentieafstemmingsmodus en de voorkeuze-afstemmingsmodus. Activeert de voorkeuzegeheugenmodus. FREQ/TEXT Schakelt het informatiescherm over bij ontvangst van Radiogegevenssysteem. PTY SEEK MODE Wijzigt het programmatype. 22 Nl PTY SEEK START Start het zoeken naar een programmatype. LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN Basisafstemming y Wanneer u afstemt op een FM-zender met de automatische afstemmingsmodus, ontvangt het systeem het FMradiosignaal in stereo-ontvangstmodus. De STEREOindicator verschijnt in het voorpaneelscherm. 1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM. Handmatige afstemming Als het signaal dat u van de zender ontvangt zwak is, kunt u op de gewenste zender afstemmen door de frequentie handmatig aan te geven. Druk in de FMafstemmingsmodus herhaaldelijk op AUTO/MAN'L zodat de AUTO-indicator verdwijnt en druk vervolgens herhaaldelijk op +/– om de frequentie van de gewenste zender te specificeren. Als u op een zender afstemt met de handmatige afstemmingsfunctie ontvangt het systeem de FMradiosignalen in mono-ontvangstmodus om de signaalkwaliteit te verbeteren. "FM" verschijnt in het voorpaneelscherm. ANDERE FUNCTIES 2 Druk op AUTO/MAN'L om te wisselen tussen automatisch en handmatig. De AUTO-indicator licht op wanneer het systeem zich in de automatische afstemmingsmodus bevindt. Licht op Geen dubbelepunt (:) y Als een dubbelepunt (:) verschijnt, is het systeem ingesteld op de voorkeuze-afstemmingsmodus. (☞ P. 24) 3 Druk één keer op +/– om automatische afstemming te starten. Als het systeem is afgestemd op een zender licht de TUNED-indicator op en wordt de frequentie van de ontvangen zender in het voorpaneelscherm getoond. Licht op Nederlands 23 Nl LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN De zendervoorkeuzefunctie gebruiken ■ Automatische zendervoorkeuze U kunt tot 40 FM-zenders opslaan (A1 tot E8: 8 voorkeuzenummers in elk van de 5 voorkeuzegroepen). 1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM. "FM" verschijnt in het voorpaneelscherm. 2 Houd MEMORY gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt. De voorkeuzegroep en het nummer en de MEMORY- en AUTO-indicatoren knipperen. Na ongeveer 5 seconden start de automatische voorkeuze-instelling vanaf de huidige frequentie en gaat verder doorheen de hogere frequenties. Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl de MEMORY-indicator knippert. Knippert Knippert Wanneer de automatische voorkeuzeafstemming is voltooid, toont het voorpaneelscherm de frequentie van de laatste zender. y Druk op A_E of A`E om een voorkeuzegroep te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op +/– om een voorkeuzenummer te selecteren waarop de eerste zender wordt opgeslagen nadat u stap 2 hebt uitgevoerd. Opmerkingen • Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal ontvangen zenders onder 40 blijft (A1 tot E8), stopt voorkeuze-afstemming automatisch na het zoeken naar alle beschikbare zenders. Stel de zender handmatig in als de gewenste zender niet is opgeslagen of als een zender niet is opgeslagen onder een bepaalde voorkeuzegroep en nummer. Raadpleeg "Handmatige zendervoorkeuze" op pagina 25 voor meer informatie. 24 Nl LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN ■ Handmatige zendervoorkeuze Gebruik deze functie om van uw gewenste zender handmatig een voorkeuzezender te maken. 1 Stem af op een zender. 4 Druk op +/– om een voorkeuzenummer (1 tot Raadpleeg "Basisafstemming" op pagina 23 voor afstemmingsinstructies. 8) te selecteren terwijl de MEMORY-indicator knippert. 2 Druk op MEMORY. Knippert Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl de MEMORY-indicator knippert. Knippert ANDERE FUNCTIES De MEMORY-indicator knippert op het voorpaneelscherm gedurende 30 seconden. Voorkeuzenummer 5 Druk op MEMORY om de voorkeuze te bevestigen. 3 Druk herhaaldelijk op A_E of A`E om een voorkeuzegroep (A tot E) te selecteren terwijl de MEMORY-indicator knippert. De geselecteerde voorkeuzegroep verschijnt. Knippert Het geselecteerde station werd opgeslagen als A1. Nadat "A1:PRESET OK" verschijnt op het uitleesvenster op het voorpaneel, verschijnt de frequentie binnen de voorkeuzegroep die u hebt geselecteerd. De MEMORY-indicator verdwijnt in het voorpaneelscherm. Voorkeuzegroep Opmerkingen 25 Nl Nederlands • Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde voorkeuzenummer opslaat. • Ontvangstmodus (stereo of mono) wordt samen met de stationsfrequentie opgeslagen. LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN ■ De voorkeuzezenders oproepen ■ Ontvangt Radiogegevenssysteem-zenders Het Radiogegevenssysteem is een gegevensoverdrachtsysteem dat in vele landen door FM-zenders wordt gebruikt. Het systeem kan verscheidene Radiogegevenssysteem-gegevens ontvangen zoals PS (programmadienst), PTY (programmatype), RT (radiotekst) en CT (kloktijd) bij ontvangst van Radiogegevenssysteem-stations. Het informatiescherm van Radiogegevenssysteem overschakelen Druk op FREQ/TEXT terwijl u Radiogegevenssysteem ontvangt. Telkens u op de knop drukt, wijzigt het informatiescherm als volgt: Informatietype 1 Druk op PRESET/TUNE om de voorkeuzeafstemmingsmodus te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op A_E of A`E om de gewenste voorkeuzegroep (A tot E) te selecteren. 3 Druk herhaaldelijk op +/– om het gewenste voorkeuzenummer te selecteren (1 tot 8). Voorkeuzegroep en nummer FM-voorkeuzezender 26 Nl • PROGRAM SERVICE (PS) Geeft het Radiogegevenssysteem-programma weer dat wordt ontvangen. • PROGRAM TYPE (PTY) Geeft het type Radiogegevenssysteem-programma weer dat wordt ontvangen. • RADIO TEXT (RT) Geeft de informatie weer van het Radiogegevenssysteem-programma dat wordt ontvangen. • CLOCK TIME (CT) Geeft de tijd weer. • FREQUENCY Geeft de frequentie, de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer weer. Opmerkingen • U kunt alleen een Radiogegevenssysteem-weergavemodus selecteren wanneer de corresponderende Radiogegevenssysteemindicator oplicht op het uitleesvenster op het voorpaneel. Het kan even duren voor het systeem alle Radiogegevenssysteemgegevens van de zender heeft ontvangen. • U kunt alleen de beschikbare Radiogegevenssysteemweergavemodi selecteren die worden aangeboden door de zender. • Indien de ontvangen signalen niet sterk genoeg zijn, is het mogelijk dat het systeem de Radiogegevenssysteem-gegevens niet kan gebruiken. Vooral de RT-modus vereist een grote hoeveelheid gegevens en is mogelijk niet beschikbaar, zelfs niet wanneer andere Radiogegevenssysteem-weergavemodi dat wel zijn. • Druk bij slechte ontvangst op AUTO/MAN'L om handmatige afstemming te selecteren (☞ P. 23). • Als de signaalsterkte verzwakt wordt door externe storingen tijdens de ontvangst van de Radiogegevenssysteem-gegevens, is het mogelijk dat de ontvangst plots wordt verbroken en "...WAIT" verschijnt op het uitleesvenster op het voorpaneel. • Wanneer de RT-modus is geselecteerd, kan het systeem de programma-informatie weergeven met een maximum van 64 alfanumerieke tekens, inclusief het umlautsymbool. Niet beschikbare tekens worden weergegeven als underscores "_". • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT-modus is geselecteerd, wordt "CT WAIT" weergegeven op het uitleesvenster op het voorpaneel. LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN Zenders selecteren op programmatype (genre) U kunt afstemmen op Radiogegevenssysteem-zenders door een programmatype (genre) te kiezen uit 15 opties. Zodra u een programmatype hebt geselecteerd, zoekt het systeem automatisch naar Radiogegevenssysteem-zenders die het overeenkomstige programmatype uitzenden. Programmatype Omschrijvingen VARIED Lichte ontspanning POP M Populaire muziek ROCK M Rockmuziek M.O.R.M Middle-of-the-road-muziek (rustige muziek) LIGHT M Lichte klassieke muziek CLASSICS Ernstige klassieke muziek OTHER M Andere muziek 3 Druk op PTY SEEK START om te zoeken naar alle beschikbare Radiogegevenssysteem-voorkeuzezenders. De naam van het gekozen programmatype knippert en de PTY HOLD-indicator gaat branden op het uitleesvenster op het voorpaneel. Knippert SEEK-modus in te schakelen. De naam van het programmatype of "NEWS" knippert op het uitleesvenster op het voorpaneel. y Druk normaals op PTY SEEK START om de zoekopdracht te stoppen. Opmerkingen Knippert • Het systeem stopt met zoeken wanneer een zender is gevonden die het geselecteerde programmatype uitzendt. • Als u de gevonden zender niet wenst te beluisteren, drukt u nogmaals op PTY SEEK START om verder te zoeken naar een andere zender die hetzelfde programmatype uitzendt. ANDERE FUNCTIES 1 Druk op PTY SEEK MODE om de PTY Licht op y Druk nogmaals op PTY SEEK MODE om de PTY SEEKmodus te annuleren. 2 Druk op +/– om het programmatype te selecteren. De naam van het gekozen programmatype verschijnt op het uitleesvenster op het voorpaneel. Programmatype Omschrijvingen Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Hoorspel CULTURE Culturen SCIENCE Wetenschap Nederlands NEWS 27 Nl OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN iPod™ gebruiken Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station hebt geplaatst (zoals YDS-10/YDS-11, apart verkrijgbaar) dat is aangesloten op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening (☞ P. 14), kunt u uw iPod afspelen. Ondersteunde iPod iPod (Click and Wheel) iPod nano iPod mini iPod touch Oplaadfunctie batterij Dit systeem laadt de batterij op van een iPod die zich in het universele Yamaha iPod-station bevindt dat op de DOCKaansluiting van de subwoofer/systeembediening is aangesloten, terwijl het systeem is ingeschakeld. Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatst, verschijnen "iPod connected" en de DOCK-indicator op het voorpaneelscherm. Opmerkingen • Sommige functies zjin mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod. • Voor een volledige lijst van statusberichten die in het voorpaneelscherm verschijnen, raadpleeg de "iPod"-sectie in "Problemen oplossen" op pagina 36. • Zet het volume op het minimum voordat u uw iPod in het station plaatst of verwijdert. ■ Bedieningselementen en functies voor iPod™ U kunt uw iPod in een eenvoudige afstandsbedieningsmodus of menubladermodus bedienen. y U kunt wisselen tussen de eenvoudige afstandsbedieningsmodus en de menubladermodus door te drukken op DOCK MODE. DOCK Stel de invoer in op DOCK. Bedieningsknoppen voor weergave Bedien de weergave van de aangesloten iPod. p: Afspelen/pauzeren (eenvoudige afstandsbedieningsmodus), Afspelen (menubladermodus) e: Afspelen/pauzeren (eenvoudige afstandsbedieningsmodus), Pauzeren (menubladermodus) s: Stoppen b/a: Nummer terug/verder Vooruit/achteruit zoeken (ingedrukt houden) 28 Nl MENU/Cursorknoppen (S / T / W / X)/ENTER Blader door het menu van uw iPod. • Druk op W om een niveau hoger te gaan. • Druk op S/T om de cursor te verplaatsen om een menu te selecteren. • Druk op ENTER of X om een geselecteerd menu te openen. • Druk op ENTER in het menuscherm "Songs" om het geselecteerde nummer af te spelen. DOCK MODE Schakel tussen eenvoudige afstandsbedieningsmodus en menubladermodus. OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN ■ Uw iPod in eenvoudige afstandsbedieningsmodus bedienen Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) activeert de eenvoudige afstandsbedieningsmodus. U kunt de basisbediening van uw iPod (afspelen, stoppen, nummer verder/terug, enz.) uitvoeren met de bijgeleverde afstandsbediening in deze modus. y U kunt ook de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren. Raadpleeg de handleiding van uw iPod voor de bediening. ■ Uw iPod in menubladermodus bedienen De nummerlijst of afspeelinformatie wordt weergegeven op het voorpaneelscherm, zodat u nummers kunt selecteren en weergeven of instellingen kunt aanpassen met behulp van de afstandsbediening in deze modus. Opmerkingen • U kunt niet de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren. • Tekens die niet op het voorpaneelscherm kunnen worden weergegeven, worden vervangen door strepen "_". 1 Druk op DOCK MODE om de menubladerstand te openen. 2 Druk herhaaldelijk op S/T/W/X om het gewenste menu te selecteren en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde nummer af te spelen. Niveau 1 Niveau 2 Playlists Afspeellijst Nummerlijst Artists Artiestenlijst Albumlijst Albums Albumlijst Nummerlijst Songs Nummerlijst Niveau 3 Niveau 4 Nummerlijst Genres Genrelijst Artiestenlijst Albumlijst Composers Componistenlijst Albumlijst Nummerlijst Settings Instellingenlijst ANDERE FUNCTIES Opties Nummerlijst De instellingenlijst heeft de volgende 2 opties. Shuffle Gebruik deze functie om het systeem nummers of albums in willekeurige volgorde te laten afspelen. Opties: Off, Songs, Album U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken. • Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren. • Selecteer "Songs" om het systeem nummers in willekeurige volgorde te laten spelen. • Selecteer "Album" om het systeem albums in willekeurige volgorde te laten spelen. Repeat Gebruik deze functie om het systeem een nummer of een reeks nummers te laten herhalen. Opties: Off, One, All U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken. • Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren. • Selecteer "One" om het systeem één nummer te laten herhalen. • Selecteer "All" om het systeem een reeks nummers te laten herhalen. Opmerking De inhoud van het iPod-menu varieert afhankelijk van het model of de generatie. Nederlands 29 Nl OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN Bluetooth™-componenten gebruiken U kunt de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de DOCKaansluiting van de subwoofer/systeembediening en luisteren naar de muziek die is opgeslagen op uw Bluetoothcomponent (zoals een draagbare muziekspeler of computer met een Bluetooth-zender, enz.) zonder bekabeling tussen het systeem en de Bluetooth-component. U moet de aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger en uw Bluetooth-component op voorhand "koppelen". ■ Bedieningselementen en functies voor Bluetoothcomponenten DOCK Stel de invoer in op DOCK. Bedieningsknoppen voor weergave BLUETOOTH ON/OFF • Start of annuleer de koppeling. • Maak of verbreek een verbinding met een Bluetooth-component. Bedien de weergave van een Bluetooth-component. p: Afspelen e: Pauzeren s: Stoppen b/a: Nummer verder/terug ■ De Yamaha Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger en uw Bluetooth™-component koppelen De koppeling moet worden uitgevoerd voordat u een Bluetooth-component voor het eerst gebruikt met de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aangesloten op het systeem, of als de geregistreerde koppelingsgegevens werden verwijderd. "Koppelen" verwijst naar het registreren van een Bluetooth-component voor Bluetooth-communicatie. Om veiligheid te verzekeren, wordt een tijdslimiet van 8 minuten ingesteld voor het koppelen. Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze begrijpt voordat u begint. 1 Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening. (☞ P. 14) 2 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen. 3 Schakel de Bluetooth-component in die u wilt koppelen en open vervolgens de koppelingsmodus. Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie. 30 Nl OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN 4 Houd BLUETOOTH ON gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt om het koppelen te starten. "Searching..." verschijnt wanneer het koppelen start. Terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger zich in de koppelingsmodus bevindt, knippert de DOCK-indicator op het voorpaneelscherm. y Druk op BLUETOOTH OFF om het koppelen te annuleren. 5 Controleer of de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent. Als de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent, verschijnt de audioontvangernaam ("YBA-10 YAMAHA" bijvoorbeeld) in de apparaatlijst van de Bluetooth-component. 6 Selecteer de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger in de apparaatlijst van de Bluetoothcomponent en voer vervolgens het wachtwoord "0000" in op de Bluetooth-component. Als het koppelen is gelukt, verschijnt "Completed" op het voorpaneelscherm. y • Als het koppelen niet is gelukt binnen 8 minuten, verschijnt "Not found" en wordt de DOCK-indicator uitgeschakeld in het voorpaneelscherm. • Als het koppelen wordt geannuleerd tijdens het koppelen, verschijnt "Canceled" in het voorpaneelscherm. Opmerking De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan met maximaal acht Bluetooth-componenten worden gekoppeld. Als het koppelen succesvol is beëindigd met een negende component en de koppelingsgegevens zijn geregistreerd, worden de koppelingsgegevens van de minst gebruikte component verwijderd. ■ Een verbinding tot stand brengen 1 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen. 2 Druk op BLUETOOTH ON om een verbinding tot stand te brengen. "Searching..." verschijnt in het voorpaneelscherm. Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component vindt, verschijnt "BT connected" in het voorpaneelscherm gedurende 3 seconden. ANDERE FUNCTIES Nadat het koppelen is gebeurd, maakt u een verbinding op het systeem of op de Bluetooth-component om de communicatie tussen beide apparaten tot stand te brengen. De verbinding op het systeem kan alleen voor de meest recentelijk aangesloten Bluetooth-component worden uitgevoerd. y • Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component niet vindt, verschijnt "Not found" in het voorpaneelscherm. • Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een andere Bluetooth-component dan de meest recent aangesloten, verbindt u vanaf die Bluetooth-component. Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie. ■ Verbinding verbreken Druk op DOCK en vervolgens op BLUETOOTH OFF om het systeem los te koppelen van de Bluetooth-component. "Disconnected" verschijnt op het voorpaneelscherm. ■ De Bluetooth-component weergeven U kunt uw Bluetooth-component weergeven met de bijgeleverde afstandsbediening. U kunt ook uw Bluetooth-component weergeven door ze rechtstreeks te bedienen. y 31 Nl Nederlands Bediening met behulp van de afstandsbediening is alleen beschikbaar wanneer de verbinding tussen de Bluetooth-component die u wilt weergeven en het systeem tot stand is gebracht. HANDIGE BEDIENING DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN FPD TV-beelden worden soms na het geluid weergegeven. U kunt deze functie gebruiken om het geluid te vertragen om het te synchroniseren met het videobeeld. 1 Druk op AUDIO DELAY om de aanpassingsmodus te openen. 2 Druk S/T om de vertragingstijd aan te passen. Opties: 0 tot 240 ms U kunt de vertragingstijd met 10 ms aanpassen. Instellingswaarde 3 Druk opnieuw op AUDIO DELAY of ENTER om de aanpassingsmodus te sluiten. y • De standaardinstelling is 0 ms en "DELAY OFF" verschijnt in het voorpaneelscherm. • Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen. Opmerking Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het activeren van de aanpassingsmodus gaat het systeem automatisch uit de aanpassingsmodus. 32 Nl AAN LAAG VOLUME LUISTEREN (NACHTLUISTERMODUS) Nachtluistermodus laat u toe om duidelijker naar dialogen of stemmen te luisteren aan lager volume door luidere geluidseffecten te onderdrukken. Deze functie is handig als u graag 's nachts naar films kijkt of muziek beluistert. Druk op NIGHT. "NIGHT ON" verschijnt in het voorpaneelscherm. De NIGHT-indicator licht op wanneer de nachtluistermodus is geselecteerd. Licht op NIGHT y • Druk opnieuw op NIGHT om de nachtluistermodus te verlaten. • De versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze functie is ingeschakeld. (☞ P. 21) • De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen. DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS HET AFSPELEN U kunt de volumebalans van de virtuele luidsprekers en subwoofer aanpassen. SW +/– Past het uitvoerniveau van het subwooferkanaal aan. Bedieningsbereik: +6 tot –6 HANDIGE BEDIENING CENTER +/– Past het uitvoerniveau van het centrale virtuele luidsprekerkanaal aan. Bedieningsbereik: +6 tot –6 SUR. +/– Past het uitvoerniveau van de virtuele luidsprekerkanalen voor surround/surround achteraan aan. Bedieningsbereik: +6 tot –6 Nederlands y • U kunt het niveau van het luidsprekervolume ook wijzigen wanneer het testgeluid wordt weergegeven. (☞ P. 20) • De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen. 33 Nl DE HELDERHEID VAN HET VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN U kunt de helderheid van het voorpaneelscherm wijzigen. U kunt het voorpaneelscherm ook uitschakelen om een film in een donkerdere omgeving te bekijken. Druk herhaaldelijk op DISP. MODE. Elke keer u op DISP. MODE drukt, wijzigt de helderheid van het voorpaneel. DISP. MODE Helder Donker * Door DISPLAY OFF te selecteren, wordt het voorpaneelscherm uitgeschakeld nadat "DISPLAY OFF" verschijnt in het voorpaneelscherm. Het voorpaneelscherm licht tijdelijk op wanneer een handeling wordt uitgevoerd terwijl de DISPLAY OFFmodus is geselecteerd. Alleen de stroomindicator blijft branden in DISPLAY OFF-modus. y De standaardinstelling is DIMMER OFF. 34 Nl EXTRA INFORMATIE EXTRA INFORMATIE Problemen oplossen Controleer de volgende items als er een probleem is met het systeem. Schakel het systeem uit, trek de stekker uit en raadpleeg uw dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of Service Center als u het probleem niet kunt oplossen met de volgende methodes of als een probleem hieronder niet vermeld staat. Probleem Apparaat wordt ingeschakeld, maar wordt onmiddellijk terug uitgeschakeld. Oorzaak Oplossing Zie pagina Het netsnoer is mogelijk verkeerd aangesloten. Zorg ervoor dat het netsnoer stevig in het stopcontact is gestoken. 15 Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk voor kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels correct zijn aangesloten. 11 Dit systeem heeft mogelijk een zware elektrische schok gekregen, bijvoorbeeld van een bliksemstraal of overmatige statische elektriciteit. Zet het systeem in de waakstand en koppel vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel vervolgens het systeem opnieuw in. 16 Het volume staat mogelijk op minimumniveau. Wijzig de volumebalans. De dempingsfunctie is mogelijk actief. Schakel de dempingsfunctie uit. De ingangsbron of instelling van de ingang is mogelijk foutief. Selecteer de juiste ingangsbron of -instelling. De kabels zijn mogelijk verkeerd aangesloten. Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten. Het geluid is te stil aan één kant. De kabels zijn mogelijk verkeerd aangesloten. Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten. De luidsprekerkanalen maken geen geluid met uitzondering van de voorste. U luistert mogelijk naar stereogeluiden zonder surround-modus. Druk op een surround-modusknop om het geluidsveldeffect in te schakelen. De centrale luidspreker maakt geen geluid. Het volume van het centrale virtuele luidsprekerkanaal is mogelijk ingesteld op het minimumniveau. Pas het volumeniveau van het centrale virtuele luidsprekerkanaal aan. 33 De surroundluidspreker maakt geen geluid. Het volume van de virtuele surroundluidsprekerkanalen is mogelijk ingesteld op het minimumniveau. Pas het volumeniveau van de virtuele surroundluidsprekerkanalen aan. 33 De subwoofer geeft geen geluid weer. Het volume van het subwooferkanaal is mogelijk ingesteld op het minimumniveau. Pas het volumeniveau van de subwoofer aan. Slecht geluid (ruis). Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk voor kortsluiting. Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten. Het systeem werkt niet correct. Dit systeem ontvangt mogelijk een zware elektrische schok, bijvoorbeeld van een bliksemstraal of overmatige statische elektriciteit, of een daling in stroomtoevoer. Zet het systeem in de waakstand en koppel vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel vervolgens het systeem opnieuw in. De systeembedieningskabel is mogelijk verkeerd aangesloten. Sluit de systeemkabel stevig aan. Het systeem is mogelijk in de buurt van digitale apparatuur of apparatuur met hoge frequentie geplaatst. Plaats dit systeem uit de buurt van dergelijk materiaal. De luidsprekers geven geen geluid weer. 16 16 11 11 18 33 11 16 EXTRA INFORMATIE 11 — 35 Nl Nederlands Een digitaal apparaat of apparaat met hoge frequentie creëert geluiden. 16, 33 EXTRA INFORMATIE Probleem Oorzaak De afstandsbediening bedient het systeem niet. Oplossing Het systeem is mogelijk buiten het bereik van de afstandsbediening. Voor meer informatie over het bereik van de afstandsbediening, raadpleeg "De afstandsbediening gebruiken". De afstandsbedieningssensor van dit systeem is mogelijk blootgesteld aan direct zonlicht of belichting. Wijzig de belichting. De batterijen zijn mogelijk leeg. Vervang de batterijen. Zie pagina 7 — 7 ■ Tuner Probleem Oorzaak Stereo-FM-ontvangst bevat ruis. Oplossing De eigenschappen van FM-stereouitzendingen veroorzaken dit probleem mogelijk wanneer de zender te ver weg ligt of de antenne van slechte kwaliteit is. Er zijn storingen en een zuivere ontvangst lukt niet, zelfs niet met een goede FM-antenne. Er is een multipad-interferentie. Er kan niet op de gewenste zender worden afgestemd met de automatische afstemmingsmethode. Het signaal is te zwak. Zie pagina Controleer de antenneverbindingen. 14 Probeer een directionele FM-antenne van hoge kwaliteit. — Gebruik de handmatige afstemmingsmethode. 23 Pas de positie van de antenne aan om multipadinterferentie te elimineren. Gebruik een directionele FM-antenne van hoge kwaliteit. Gebruik de handmatige afstemmingsmethode. — — 23 ■ iPod Opmerking Controleer de verbinding met uw iPod (☞ P. 14) bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel. Statusbericht Oorzaak Unknown iPod De gebruikte iPod wordt niet door het systeem ondersteund. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst op het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten en de verbinding tussen uw iPod en dit systeem is voltooid. Disconnected Uw iPod werd verwijderd uit het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten. 36 Nl Oplossing Zie pagina Alleen iPod (Click and Wheel), iPod nano, iPod mini en iPod touch worden ondersteund. — Plaats uw iPod terug in het universele Yamaha iPodstation (YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten. 14, 28 EXTRA INFORMATIE ■ Bluetooth Opmerking Controleer uw Bluetooth-component bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel. Statusbericht Searching... Oorzaak Oplossing Zie pagina De Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de Bluetooth-component worden gekoppeld. De Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de Bluetooth-component zijn bezig met het maken van de verbinding. Completed De koppeling is voltooid. Canceled De koppeling is geannuleerd. Not found Het systeem kan de Bluetooth-component niet vinden tijdens het koppelen of verbinden met de Bluetooth-component. BT connected De verbinding tussen de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de Bluetooth-component is gemaakt. Disconnected De Bluetooth-component is losgekoppeld van de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar). Not Available De koppeling wordt uitgevoerd wanneer de Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) is aangesloten op de Bluetooth-component. Voer de koppeling uit wanneer de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) niet is aangesloten op de Bluetoothcomponent. 30 EXTRA INFORMATIE Nederlands 37 Nl EXTRA INFORMATIE Woordenlijst ■ AIR SURROUND XTREME ■ DTS Nieuwe surroundtechnologie ontwikkeld door Yamaha maakt surroundgeluid mogelijk met minder luidsprekers. In vergelijking met traditionele voorsurroundtechnologie zorgt AIR SURROUND XTREME voor een natuurlijk surroundgeluidsveld. Digitaal surround sound-systeem ontwikkeld door DTS, Inc., dat 5.1-kanaals audio biedt. Met een overvloed aan audiogegevens is het mogelijk om authentiek klinkende effecten te voorzien. ■ Dolby Digital Een kanaal is een audiotype dat op basis van bereik en andere eigenschappen werd opgedeeld. Bv. 7.1-kanaals • Voorste luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.) • Centrale luidspreker (1 kan.) • Surround-luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.) • Surround-luidsprekers achteraan, links (1 kan.), rechts (1 kan.) • Subwoofer (1 kan.× 0.1* = 0.1 kan.) Digitaal surround sound-systeem dat werd ontworpen door Dolby Laboratories verschaft volledig onafhankelijke multikanaals audio. Met 3 kanalen vooraan (links, midden en rechts) en 2 surround-stereokanalen, biedt Dolby Digital vijf audiokanalen met volledig bereik. Met een extra kanaal, specifiek voor baseffecten (LFE genaamd of low frequency effect), heeft het systeem in totaal 5.1 kanalen (LFE telt als 0.1 kanaal). Door 2kanaals stereo te gebruiken voor de surround-luidsprekers zijn nauwkeurigere bewegende geluidseffecten en surround-geluidsomgevingen mogelijk dan met Dolby Surround. ■ Dolby Pro Logic II Het is een verbeterde matrixdecodeertechnologie die een beter ruimtelijk en directioneel gevoel biedt op Dolby Surround-geprogrammeerd materiaal, een overtuigend driedimensionaal geluidsveld creëert op traditionele stereo-muziekopnames en het is ideaal om de surroundervaring naar de wagen te brengen. Terwijl conventionele surround-programmering volledig compatibel is met Dolby Pro Logic II-decoders, kunnen soundtracks specifiek worden gedecodeerd om volledig te kunnen profiteren van Pro Logic II-weergave, inclusief linker- en rechter-surround-kanalen. 38 Nl ■ Kanaal (kan.) * In tegenstelling tot een volledige 1-kanaals band, een component ontworpen om de lage frequenties te versterken voor extra effect. ■ PCM (Pulse Code Modulation) Een signaal dat wordt omgezet naar digitaal formaat zonder compressie. Een cd wordt opgenomen met 16-bits geluid aan 44,1 kHz, terwijl dvd-opnames variëren tussen 16 bits aan 48 kHz tot 24 bits aan 192 kHz, waardoor de kwaliteit beter is dan bij de cd. ■ Samplefrequentie Het aantal samples (proces voor het digitaliseren van analoge signalen) per seconde. In principe, hoe hoger de samplesnelheid, hoe breder het frequentiebereik dat kan worden weergegeven en hoe hoger de gekwantificeerde bitsnelheid, hoe fijner het geluid dat kan worden weergegeven. EXTRA INFORMATIE Specificaties YAS-71CU/YAS-81CU FM Tuner • Type .................................2-wegs magnetisch afgeschermd type met akoestische suspensie • Driver Woofer .................Type met 8 cm kern en magnetische afscherming × 4 (L2, R2) Tweeter ...type van 2,5 cm met gebalanceerde dome en magnetische afscherming × 2 (L1, R1) • Frequentiebereik .................................... 120 Hz tot 20 kHz (-10 dB) • Afmetingen (W × H × D) [YAS-71] .......................................................... 800 × 105 × 100 mm [YAS-81] ....................................................... 1.030 × 105 × 100 mm • Gewicht [YAS-71] .....................................................................................5 kg [YAS-81] .....................................................................................6 kg • Afstemmingsbereik [Modellen voor USA en Canada]....................87,50 tot 107,90 MHz [Andere modellen] ..........................................87,50 tot 108,00 MHz • Antenne-ingang (ongebalanceerd) ........................................... 75 Ω YAS-71SPX/YAS-81SPX Versterker • Minimum nuttig RMS-vermogen per kanaal L/R ............................................55 W + 55 W (1 kHz 1% THD + N) Subwoofer............................................55 W (100 Hz 1% THD + N) • Maximaal vermogen per kanaal L/R ..........................................70 W + 70 W (1 kHz 10% THD + N) Subwoofer.......................................... 70 W (100 Hz 10% THD + N) Subwoofer • Type.......................................................................... Bass reflex-type • Driver ......................type met 16 cm kern, magnetische afscherming • Frequentiebereik....................................... 35 Hz tot 120 Hz (-10 dB) Andere secties • Stroomvoorziening [model voor Taiwan].............................................. AC 110 V, 60 Hz [Modellen voor USA en Canada]........................... AC 120 V, 60 Hz [model voor China] ................................................ AC 220 V, 50 Hz [model voor Korea] ................................................ AC 220 V, 60 Hz [Modellen voor Azië en Europa]............................ AC 230 V, 50 Hz [model voor Australië] ........................................... AC 240 V, 50 Hz • Stroomverbruik ........................................................................ 50 W • Stroomverbruik in waakstand .....................................1 W of minder • Afmetingen (W × H × D) ................................. 194 × 450 × 400 mm • Gewicht ..................................................................................... 13 kg * Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die het mogelijk maken om 7-kanaals surroud-geluid te bereiken met slechts twee voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen. "DTS" en "DTS Digital Surround" zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. EXTRA INFORMATIE Nederlands 39 Nl Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het onrendabel is dit te repareren. Voorwaarden 1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden. 2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland. 3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan. 4. Het volgende is van garantie uitgesloten: a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage. b. Schade die voortkomt uit: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde. (2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met het oog op reparatie. (3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik. (4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van Yamaha ligt. (5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten. (6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht. (7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) 5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn. 6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of vervanging van het product. 7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of verlies van dergelijke formulieren en gegevens. 8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop. Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en Gebruikte batterijen Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking. Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht. [Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen. Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden): Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product. 40 Nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332

Yamaha YAS-71 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor