Documenttranscriptie
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Plaats dit geluidssysteem op een goed verluchte, koele, droge,
nette plaats - niet in direct zonlicht of in de buurt van
warmtebronnen, noch op plaatsen die onderhevig zijn aan
trillingen, stof, vocht en/of koude. Laat boven en achter het
toestel, evenals links en rechts ervan, een ruimte vrij van
minstens vijf centimeter voor ventilatie.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om bliksemschade te vermijden, moet u het netsnoer en
buitenantennes loskoppelen van het stopcontact of het toestel
tijdens een onweer.
i Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Plaats dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de AC-stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk "Problemen oplossen" over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u het toestel verplaatst, drukt u op STANDBY/ON om
de stand-bymodus te activeren en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
20 Er zal condensatie optreden wanneer er zich een plotse
temperatuurschommeling voordoet. Trek in dat geval de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel een tijdje
ongebruikt staan.
21 Installatie van het toestel op een veilige plaats is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. Yamaha kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen veroorzaakt
door onjuiste plaatsing of installatie van de luidsprekers.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet
wanneer u het toestel uitschakelt met STANDBY/ON.
In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een
zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
INHOUD
ANDERE FUNCTIES
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN .........22
Bijgeleverde delen ......................................................... 2
Bedieningselementen en functies .................................. 3
Overzicht ..................................................................... 22
Bedieningselementen en functies voor de FMafstemming .............................................................. 22
Basisafstemming.......................................................... 23
De zendervoorkeuzefunctie gebruiken ........................ 24
VOORBEREIDING
HET SYSTEEM PLAATSEN ................................... 8
Het centrale systeem plaatsen........................................ 8
AANSLUITING ........................................................ 11
BASISBEDIENING
BASISAFSPEELBEDIENING................................ 16
AIR SURROUND XTREME................................... 17
HANDIGE BEDIENING
DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN ............32
AAN LAAG VOLUME LUISTEREN
(NACHTLUISTERMODUS) ...............................33
DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS
HET AFSPELEN ..................................................33
DE HELDERHEID VAN HET
VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN..............34
EXTRA INFORMATIE
EXTRA INFORMATIE ...........................................35
Problemen oplossen ..................................................... 35
Woordenlijst ................................................................ 38
Specificaties................................................................. 39
YAS-71/YAS-81 bestaat uit een centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU) en subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX). Dit product levert uitstekend geluid met eenvoudige handelingen, waardoor u van
verschillende audiobronnen kunt genieten. We hopen dat de "YAS-71/YAS-81" u veel luisterplezier en voldoening geeft.
■ Info over deze handleiding
EXTRA
INFORMATIE
• In deze handleiding worden handelingen die kunnen worden uitgevoerd met de knoppen op het voorpaneel of de
afstandsbediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening.
• y geeft een tip aan voor uw bediening. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over veiligheid en
bedieningsinstructies.
• De handleiding werd vóór de productie gedrukt. Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen als gevolg
van verbeteringen, enz. Bij verschillen tussen de handleiding en het product krijgt het product voorrang.
HANDIGE
BEDIENING
■ Inleiding
ANDERE FUNCTIES
Wat is AIR SURROUND XTREME?......................... 17
Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND
XTREME................................................................. 18
De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven ........ 19
De optimale luisterplaats selecteren ............................ 20
Het virtuele surround-effect controleren ..................... 20
De extended stereo-modus gebruiken.......................... 21
De versterker voor gecomprimeerde muziek
instellen ................................................................... 21
iPod™ gebruiken ......................................................... 28
Bluetooth™-componenten gebruiken.......................... 30
BASISBEDIENING
Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening
aansluiten................................................................. 11
Externe onderdelen aansluiten..................................... 12
Het universele Yamaha iPod-station aansluiten .......... 14
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aansluiten................................................................. 14
De FM-binnenhuisantenne aansluiten ......................... 14
Het netsnoer aansluiten................................................ 15
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN.......28
VOORBEREIDING
AAN DE SLAG ........................................................... 2
INLEIDING
INLEIDING
Nederlands
1 Nl
INLEIDING
AAN DE SLAG
Bijgeleverde delen
Dit product bevat de volgende items. Controleer of u de volgende items hebt ontvangen voordat u aansluitingen maakt.
■ Apparaten
Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU)
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
■ Accessoires
Systeembedieningskabel
(4 m)
Luidsprekerkabel
(4 m)
Tussenstuk × 2
Dubbelzijdige tape (2 stukken)
antisliplaag (2 stukken)
Schroef × 6
Afstandsbediening
Batterij × 2
(AAA, R03, UM4)
FMbinnenhuisantenna
Installatiesjabloon
Cover
Gebruiksaanwijzing
G
Front Surround System
(CENTER SYSTEM + SUBWOOFER/SYSTEM CONTROL)
Système Surround Frontal
(SYSTEME CENTRAL + HAUT-PARLEUR D'EXTREMES-GRAVES/
COMMANDE SYSTEME)
YAS-71/YAS-81
(YAS-71CU + YAS-71SPX/
YAS-81CU + YAS-81SPX)
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
MANUALE DI ISTRUZIONI
MANUAL DE INSTRUCCIONES
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
• Alle meegeleverde onderdelen voor YAS-81 kunt u terugvinden in de doos van YAS-81SPX.
2 Nl
AAN DE SLAG
Bedieningselementen en functies
INLEIDING
■ Voorpaneel van het centrale systeem
1 Scherm van het voorpaneel
Toont informatie over de bedieningsstatus van het
systeem. (☞ P. 4)
2 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt infraroodsignalen van de afstandsbediening.
(☞ P. 5, 7)
3 Stroomlampje
Licht op wanneer het systeem wordt ingeschakeld.
(☞ P. 16)
4 STANDBY/ON
Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand.
(☞ P. 16)
Opmerking
Een kleine hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt om het
infraroodsignaal van de afstandsbediening te ontvangen,
zelfs wanneer het systeem in de waakstand staat.
5 INPUT
Selecteert een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren.
(☞ P. 16)
6 VOLUME –/+
Bepaalt het volume van het systeem. (☞ P. 16)
Nederlands
3 Nl
AAN DE SLAG
■ Voorpaneelscherm van het centrale systeem
1 Decoderindicatoren
De respectieve indicator licht op wanneer een decoder
van het systeem wordt gebruikt.
5 Tuner-indicators (AUTO/TUNED/STEREO/
MEMORY)
AUTO-indicator
Licht op wanneer het systeem zich in de automatische
afstemmingsmodus bevindt. (☞ P. 23)
2 DOCK-indicator
• Licht op wanneer het systeem een signaal ontvangt
van een iPod die zich in het universele Yamaha
iPod-station (zoals YDS-10 of YDS-11, apart
verkrijgbaar) bevindt die op de DOCK-aansluiting
van de subwoofer/systeembediening is
aangesloten. (☞ P. 28)
• Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) is aangesloten op de Bluetoothcomponent. (☞ P. 30)
• Knippert terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component worden
gekoppeld of terwijl de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger naar de Bluetoothcomponent zoekt. (☞ P. 30)
STEREO-indicator
Licht op wanneer het systeem een sterk signaal
ontvangt van een FM-stereo-uitzending in
automatische afstemmingsmodus. (☞ P. 23)
3 ENHANCER-indicator
Licht op wanneer de versterkingsmodus voor
gecomprimeerde muziek is geselecteerd. (☞ P. 21)
PS/PTY/RT/CT-indicator
Licht op volgens de beschikbare
Radiogegevenssysteem-informatie (☞ P. 26).
4 NIGHT-indicator
Licht op wanneer u de nachtluistermodus selecteert.
(☞ P. 33)
TUNED-indicator
Licht op wanneer het systeem een zender ontvangt.
(☞ P. 23)
MEMORY-indicator
Knippert om aan te tonen dat een zender kan worden
opgeslagen. (☞ P. 24, 25)
PTY HOLD-indicator
Licht op wanneer het systeem zich in de PTY SEEKmodus bevindt. (☞ P. 27)
6 Multi-informatiescherm
Toont de geselecteerde ingangsbron, huidige
surround-modus en andere informatie.
7 MUTE-indicator/VOLUME-indicator
• Knippert zolang de dempingsfunctie actief is.
(☞ P. 16)
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
4 Nl
AAN DE SLAG
■ Afstandsbediening
2 STEREO
• Schakelt de extended stereo-modus beurtelings in
en uit. (☞ P. 21)
• Schakelt de surround-modus uit. (☞ P. 18)
INLEIDING
Infraroodsignaalzender
1 Invoerknoppen
Selecteer een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren.
(☞ P. 16)
3 Cursors (W / X / S / T)/ENTER
Positie: Wijzig de instelling. (☞ P. 19)
Audiovertraging: Wijzig de instelling. (☞ P. 32)
iPod: Beweeg de cursor. (☞ P. 28)
FM: Ga een vooraf ingestelde groep en nummer
verder of terug. (☞ P. 22)
4 PRESET/TUNE, AUTO/MAN'L, MEMORY
Bedien een FM-tuner. (☞ P. 22)
5 s/e/p/b/a
Bedien een iPod of een Bluetooth-component.
(☞ P. 28, 30)
6 BLUETOOTH ON/BLUETOOTH OFF
Maakt of verbreekt de verbinding met een Bluetoothcomponent. (☞ P. 31)
7 STANDBY/ON
Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand.
(☞ P. 16)
8 MOVIE/MUSIC/SPORTS/GAME
Selecteer surround-modus. (☞ P. 18)
9 VOLUME (+/-)/MUTE
Bedien het volume van het systeem. (☞ P. 16)
0 SW (+/-)/CENTER (+/-)/SUR. (+/-)
Wijzig de volumebalans. (☞ P. 33)
A DOCK MODE
Schakelt de bedieningsmodus van de iPod om.
(☞ P. 28)
Nederlands
5 Nl
AAN DE SLAG
B POSITION
Verschuift de optimale luisterplaats volgens uw
luisterpositie. (☞ P. 19)
C TEST
Geeft de testtoon weer. (☞ P. 20)
D FREQ/TEXT
Schakelt het informatiescherm over bij ontvangst van
Radiogegevenssysteem. (☞ P. 26)
PTY SEEK MODE
Wijzigt het programmatype. (☞ P. 27)
PTY SEEK START
Start het zoeken naar een programmatype. (☞ P. 27)
E ENHANCER
Schakelt de versterking voor gecomprimeerde muziek
beurtelings in en uit. (☞ P. 21)
F NIGHT
Schakelt nachtluistermodus in of uit. (☞ P. 33)
G AREA
Selecteert de optimale luisterplaats. (☞ P. 20)
H AUDIO DELAY
Vertraagt het weergegeven geluid om het met het
videobeeld te synchroniseren. (☞ P. 32)
I DISP. MODE
Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm.
(☞ P. 34)
6 Nl
AAN DE SLAG
■ De afstandsbediening gebruiken
INLEIDING
Binnen 6 m
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 6 m vanaf het centrale systeem en richt het naar de
afstandsbedieningssensor.
Opmerkingen
• Mors geen vloeistof op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet op een plaats die:
– warm of vochtig is, zoals in de buurt van een verwarming of in een badkamer;
– extreem koud is;
– stoffig is.
■ De batterijen installeren
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Plaats de 2 bijgeleverde batterijen (AAA, R03, UM4), terwijl u
de polariteitsaanduidingen (+ en –) aan de binnenkant van
het batterijvak in acht houdt.
3 Klik de klep van het batterijcompartiment opnieuw vast.
Opmerkingen
• Als de afstand waarin de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen
door twee nieuwe.
• Gebruik geen oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld, alkaline en mangaan) samen. Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze
dezelfde vorm hebben.
• Als de batterijen leeglopen, dient u ze onmiddellijk uit de afstandsbediening te verwijderen om een ontploffing of zuurlek te
vermijden.
• Doe batterijen volgens de plaatselijke reglementen weg.
• Doe een batterij onmiddellijk weg als ze begint te lekken. Let erop dat er geen batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg
het vak schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Nederlands
7 Nl
VOORBEREIDING
HET SYSTEEM PLAATSEN
Om de geluidskwaliteit ten volle te ervaren, moet u het systeem correct opstellen en de componenten juist installeren.
Nadat u de opstelling hebt gekozen, volgt u de onderstaande procedure om het systeem te installeren.
Centraal systeem
(YAS-71CU/YAS-81CU)
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
Centraal systeem (YAS-71CU/YAS-81CU)
Plaats het centrale systeem boven of onder de tv zodat het
centrale systeem en uw tv verticaal op één lijn liggen. Zorg
ervoor dat het centrale systeem parallel met de muur is geplaatst.
Belangrijkste functies: Produceert (stereo) geluiden van het
voorkanaal. Produceert eveneens geluiden van het virtuele
centrale kanaal (dialoog, enz.) en het virtuele surroundkanaal op
een efficiënte manier met behulp van het Yamaha
voorsurroundsysteem.
Subwoofer/systeembediening
(YAS-71SPX/YAS-81SPX)
Plaats de subwoofer in de buurt van het centrale systeem en draai
het een beetje naar het middenpunt van de kamer om
muurweerkaatsingen te verminderen.
Belangrijkste functies: Produceert de geluiden met lage
frequenties (LFE).
Opmerkingen
• Dit systeem is afgeschermd tegen magnetische velden. Als het beeld op uw tv-scherm echter wazig of verstoord wordt, raden we u aan
om het systeem uit de buurt van uw tv te verplaatsen.
• Geluiden met lage frequenties die door de subwoofer/systeembediening worden geproduceerd, worden mogelijk anders gehoord
afhankelijk van de luisterpositie en subwooferlocatie. Verplaats de subwoofer om het gewenste geluid te verkrijgen.
• Afhankelijk van uw installatieomgeving kunnen aansluitingen naar externe componenten vóór de installatie van het systeem worden
gemaakt. We raden u aan om tijdelijk alle componenten te plaatsen en op te stellen om te beslissen welke procedure het best eerst gebeurt.
Het centrale systeem plaatsen
U kunt het centrale systeem op een rek plaatsen of aan een wand bevestigen. Selecteer een installatiemethode die
geschikt is voor uw omgeving.
■ Plaats het centrale systeem aan de voet van/onder een televisie
1 Bevestig de bijgeleverde dubbelzijdige tape
Voorbeeld 1:
Aan de voet van uw
televisie
op de tussenstukken en antisliplagen op de
achterkant van de tussenstukken.
Zijde. A
Dubbelzijdige
tape
Antisliplaag
Voorbeeld 2:Onder uw televisie
Zijde. B
Dubbelzijdige
tape
Antisliplaag
2 Bevestig de tussenstukken aan de onderkant.
y
Gebruik de bijgeleverde tussenstukken als volgt als er zich een
obstakel (tv-standaard, enz.) onder het centrale systeem bevindt.
Opmerkingen
• Bedek de afstandsbedieningssensor van uw tv, enz. niet met het centrale systeem.
• De tussenstukken bekrassen of beschadigen mogelijk het oppervlak van uw rek of vloer. Wees voorzichtig bij het plaatsen of
verplaatsen van het centrale systeem.
• Neem om veiligheidsredenen op voorhand maatregelen om te voorkomen dat het centrale systeem valt.
8 Nl
HET SYSTEEM PLAATSEN
■ Het centrale systeem bevestigen aan een muur
Het centrale systeem installeren met behulp van spiegaten
U kunt het centrale systeem aan een muur bevestigen met in de handel verkrijgbare schroeven (#8, diameter: 7,5 mm of
meer).
Bij installatie van het centrale systeem op een muur moet al het installatiewerk worden uitgevoerd door
een bevoegde aannemer of dealer. De klant moet nooit proberen het installatiewerk zelf uit te voeren.
Onjuiste of gebrekkige installatie kan ervoor zorgen dat het centrale systeem valt, met letsels als gevolg.
op een muur en duid de gaten van het
installatiesjabloon aan.
Tapes of duimspijkers
Aanduiding
Installeer de kabels boven het centrale
systeem
U moet de tussenstukken bevestigen om plaats te
maken aan de achterkant van het centrale systeem om
de kabels omhoog te leiden.
VOORBEREIDING
1 Bevestig het bijgeleverde installatiesjabloon
2 Verwijder het installatiesjabloon en installeer
vervolgens de in de handel verkrijgbare
schroeven op de aanduidingen.
In stap 2 van de linkerkolom;
2-a: Bevestig de bijgeleverde tussenstukken aan het
achterpaneel van het centrale systeem met behulp
van de bijgeleverde dubbelzijdige tape. U kunt
kiezen tussen zijde A of zijde B.
A: Voor smalle ruimte
Diameter:
7,5 mm of meer
(#8)
Dubbelzijdige
tape
B: Voor brede ruimte
Dubbelzijdige
tape
4 tot 6 mm
Bevestig
y
Bevestig
Raadpleeg de rechterkolom om de kabels boven het centrale
systeem te installeren.
3 Hang het centrale systeem aan de schroeven
met behulp van de spiegaten aan de
achterkant van het centrale systeem.
2-b: Verwijder het installatiesjabloon en installeer
vervolgens de in de handel verkrijgbare schroeven
op de aanduidingen.
22 tot 24 mm
34 tot 36 mm
Nederlands
9 Nl
HET SYSTEEM PLAATSEN
Het centrale systeem installeren met behulp van de schroefgaten
U kunt ook de schroefgaten aan de binnenkant of de buitenkant van de achterkant van het centrale systeem gebruiken om
het met een in de handel verkrijgbare steun of rek te installeren.
Steun of rek, enz.
77 mm
15 mm
550 mm
290 mm
Schroef
(M6)
52,5 mm
Schroefgat
Min 7 mm
Schroefgaten
Diepte gat: 15 mm
Diameter: 6 mm
Hoogte binnenkant: 290 mm
Hoogte buitenkant: 550 mm
YAS-71CU/YAS-81CU
Opmerkingen
• Het centrale systeem weegt ongeveer 5 kg voor YAS-71 en 6 kg voor YAS-81. Bevestig het centrale systeem aan een steun, rek of
muur. Bevestig het centrale systeem niet aan een muur die uit zwak materiaal bestaat, zoals pleisterkalk of vernist hout. Hierdoor kan
het centrale systeem vallen.
• Gebruik in de handel verkrijgbare schroeven die het gewicht van de installatie kunnen ondersteunen.
• Zorg ervoor dat u de opgegeven schroeven gebruikt om het centrale systeem te bevestigen. Als u klemmen gebruikt in plaats van de
vermelde schroeven of korte schroeven, nagels of dubbelzijdige tape, kan het centrale systeem vallen.
• Maak de luidsprekerkabels vast waar ze niet los kunnen geraken als u het centrale systeem aansluit. Als uw voet of hand per ongeluk
achter een losse luidsprekerkabel blijft hangen, kan het centrale systeem vallen.
• Controleer na het bevestigen van het centrale systeem of het stevig vastzit. Yamaha aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor
ongelukken voortkomende uit foutieve installaties.
10 Nl
AANSLUITING
• Sluit het netsnoer niet aan tot alle aansluitingen zijn uitgevoerd.
• Forceer de kabelstekker niet bij het aansluiten. Dit kan schade veroorzaken aan de kabelstekker en/of
aansluiting.
VOORBEREIDING
Het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aansluiten
Volg onderstaande procedure om het centrale systeem en de subwoofer/systeembediening aan te sluiten.
Luidsprekerkabels aansluiten
Sluit de kabelstekker
aan op de
luidsprekeraansluiting
van dezelfde kleur.
Sluit de
kabelstekker
aan op de
luidsprekeraansluiting
van dezelfde
kleur.
Luidsprekerkabel (bijgeleverd)
De systeembedieningskabel aansluiten
Systeembedieningskabel (bijgeleverd)
Draai de schroeven vast.
Draai de schroeven vast.
Nederlands
11 Nl
AANSLUITING
Externe onderdelen aansluiten
De subwoofer/systeembediening heeft 3 digitale ingangen (optisch digitaal × 2, coaxiaal digitaal × 1) en 1 analoge
ingang. Controleer de uitgangen van de componenten en gebruik de juiste aansluitingskabels voordat u uw externe
componenten aansluit.
■ Digitale aansluiting
Opmerkingen
• De digitale aansluitingen van dit systeem ondersteunen de bitstreams PCM, Dolby Digital, en DTS.
• De digitale aansluitingen ondersteunen digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz of minder.
[INPUT 1, 2] OPTICAL-aansluiting
Voorbeeld 1: DVD-speler
TV
DVD-speler
Optische digitale kabel
Voorbeeld 2: TV-spelconsole
Spelconsole
TV
Optische digitale kabel
12 Nl
AANSLUITING
[INPUT 3] COAXIAL-aansluiting
CD-speler
VOORBEREIDING
Coaxiale digitale kabel
■ Analoge aansluiting
[INPUT 4] ANALOG-aansluitingen
Voorbeeld1: TV
TV
Voorbeeld 2: VCR of videocamera
VCR of videocamera, enz. zonder digitale uitgang.
VCR, enz.
Nederlands
Videocamera
13 Nl
AANSLUITING
Het universele Yamaha iPod-station aansluiten
Het systeem is uitgerust met de DOCK-aansluiting, waarmee u het universele Yamaha iPod-station (zoals YDS-10 of
YDS-11, apart verkrijgbaar) kunt aansluiten zodat u uw iPod kunt koppelen. Sluit het universele Yamaha iPod-station
aan op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "iPod™
gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.
Yamaha Universeel iPod-station
(zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluiten
U kunt ook de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de
DOCK-aansluiting. Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de
subwoofer/systeembediening met behulp van de speciale kabel. Raadpleeg "Bluetooth™-componenten gebruiken" op
pagina 30 voor meer informatie.
Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, apart verkrijgbaar)
De FM-binnenhuisantenne aansluiten
Sluit de bijgeleverde FM-binnenhuisantenne aan om naar FM-radiozenders te luisteren.
FM-binnenhuisantenna
(bijgeleverd)
y
Als de radiogolfontvangst zwak is in uw regio of als u de
radiogolfontvangst wilt verbeteren, raden we u aan om een
buitenantenne te gebruiken. Voor meer informatie, raadpleeg de
dichtstbijzijnde Yamaha-handelaar of Service Center.
14 Nl
AANSLUITING
Het netsnoer aansluiten
Sluit het netsnoer van de subwoofer/systeembediening aan nadat u alle aansluitingen hebt uitgevoerd.
VOORBEREIDING
Naar stopcontact
y
Nadat u alle aansluitingen hebt doorgevoerd, kunt u de klep naar voorkeur bevestigen of losmaken.
Bevestig de klep op het achterpaneel van de subwoofer/systeembediening met behulp van de 6 bijgeleverde schroeven, zoals
aangetoond.
Nederlands
15 Nl
BASISBEDIENING
BASISAFSPEELBEDIENING
Volg de onderstaande procedure om de basisafspeelbediening te starten zodra u alle kabels hebt aangesloten
(☞ P. 11 tot 15) en de voorbereiding met de afstandsbediening hebt uitgevoerd (☞ P. 7).
y
Om het volume tijdelijk te dempen, drukt u op MUTE.
Terwijl de dempingsfunctie actief is, knippert de MUTEindicator. Om het volume te herstellen drukt u nogmaals op
MUTE.
Probeer nu verschillende functies van dit
systeem!
Verschillende geluidsfuncties
gebruiken
• Naar uiterst realistische geluiden luisteren met
surround-modus
☞ P. 18
• De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven
☞ P. 19
• De optimale luisterplaats selecteren
☞ P. 20
• Een breder stereogeluid ervaren wanneer surroundmodus niet actief is
☞ P. 21
1 Druk op STANDBY/ON.
• Gecomprimeerde audiosignalen in hoge kwaliteit
afspelen
☞ P. 21
Het systeem wordt ingeschakeld en het stroomlampje
licht op. Druk nogmaals op STANDBY/ON om het
systeem in standby-modus te zetten.
• De geluidsuitvoer vertragen om het te
synchroniseren met het videobeeld
y
• Naar verschillende ingangsbronnen luisteren aan
lager volume
☞ P. 33
Dit systeem heeft de auto-sleep-functie die het systeem
automatisch in de waakstand zet als het systeem gedurende
24 uur ingeschakeld is gelaten zonder handeling.
2 Druk op een van de ingangsknoppen om een
ingangsbron te selecteren.
Bijvoorbeeld, als een dvd-speler is aangesloten op de
INPUT 1-aansluiting van de subwoofer/
systeembediening drukt u op INPUT 1 om de dvdspeler te selecteren.
y
U kunt de ingangsbron ook wisselen door herhaaldelijk op
INPUT te drukken op het centrale systeem. De ingangsbron
wijzigt als volgt:
3 Start weergave op de geselecteerde externe
component.
Voor informatie over de externe component,
raadpleeg de handleiding voor het product.
4 Druk op VOLUME +/– om het volumeniveau
aan te passen.
16 Nl
☞ P. 32
Naar FM-uitzendingen/
optionele apparatuur luisteren
• Naar FM-uitzendingen luisteren
☞ P. 22
• iPod-weergave bedienen
☞ P. 28
• Een Bluetooth-component afspelen
☞ P. 30
AIR SURROUND XTREME
Wat is AIR SURROUND XTREME?
Normaal zijn twee voorluidsprekers, een centrale luidspreker, twee
surround-luidsprekers en een subwoofer nodig om naar 5.1-kanaals
surround-geluid te luisteren.
Typisch 5.1-kanaals luidsprekersysteem
Voorluidsprekers
Subwoofer
■ Virtueel 7.1-kanaals geluid
Dankzij de AIR SURROUND XTREME-technologie, die alleen de
linker en rechter voorluidspreker van het centrale systeem en de
subwoofer gebruikt, kunt u naar een realistisch 7.1-kanaals geluid
luisteren door simulatie van virtuele luidsprekers in het midden, surround
en surroundachterkanten.
Centrale
luidspreker
Surroundluidsprekers
BASISBEDIENING
Het geluidsbeeld van het systeem
Het systeem creëert het virtueel 7.1-kanaals surround-geluid met het centrale systeem en de
subwoofer/systeembediening.
C: Centrale virtuele luidspreker
SR, SL: Virtuele surround-luidsprekers
FR, FL: Voorluidsprekers
SBR, SBL: Virtuele surround-luidsprekers
SW: Subwoofer
achteraan
U kunt het virtuele surround-effect controleren en de volumebalans aanpassen naar voorkeur en de eigenschappen van
uw luisterkamer. Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie.
• Het virtuele surround-effect controleren ☞ P. 20
• De volumebalans wijzigen ☞ P. 33
17 Nl
Nederlands
Gebruik deze functie om de volumebalans van de subwoofer-, centrale en surround-kanalen tijdens de weergave te
wijzigen.
AIR SURROUND XTREME
Naar de surround-modus luisteren van AIR SURROUND XTREME
Druk op een van de knoppen van de surroundmodus.
Knoppen van
surround-modus
De namen van de geselecteerde ingangsbron en de
geselecteerde surround-modus verschijnen in het
voorpaneelscherm.
Surround-modus-beschrijvingen
Film
Deze modus is nuttig als u filminhoud op media
zoals dvd, enz. wilt bekijken.
Muziek
Deze modus is nuttig als u muziekinhoud op media
zoals dvd, enz. wilt bekijken.
Sport
Deze modus is nuttig als u naar sportprogramma's
of tv-nieuws kijkt.
Games
Deze modus is nuttig als u videogames speelt.
y
• Druk op STEREO om de oorspronkelijke geluiden weer te
geven.
• Het systeem onthoudt automatisch de instellingen die aan elke
ingangsbron zijn toegewezen. Als u een andere ingang
selecteert, roept het systeem automatisch de laatste instellingen
op voor de geselecteerde ingang.
18 Nl
AIR SURROUND XTREME
De optimale luisterplaats zijdelings verschuiven
De functie verschuift de optimale luisterplaats zijdelings volgens uw luisterpositie voor het beste virtuele surroundeffect.
1 Druk op POSITION om de positiemodus te
openen.
De huidige positie verschijnt in het
voorpaneelscherm.
2 Druk op W/X om de optimale luisterplaats te
BASISBEDIENING
verschuiven (L6, L5, L4, L3, L2, L1, CENTER,
R1, R2, R3, R4, R5, R6).
Verschuif de optimale luisterplaats van L1 naar L6
wanneer uw luisterpositie zich aan de linkerkant van
het centrale systeem bevindt en verschuif de optimale
luisterplaats van R1 naar R6 wanneer uw
luisterpositie zich aan de rechterkant van het centrale
systeem bevindt.
De positie verschijnt in het voorpaneelscherm.
Voorbeeld: "POSITION L1"
3 Druk opnieuw op POSITION of ENTER om
de positiemodus te sluiten.
y
De optimale luisterplaats
• De standaardinstelling is CENTER.
• Als u op TEST drukt na stap 1 geeft het systeem een testgeluid
weer voor een virtuele centrale luidspreker zodat u de positieinstelling kunt wijzigen. (☞ P. 20)
• De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
• Deze functie is zelfs beschikbaar wanneer de surround-modus is
uitgeschakeld.
Opmerking
Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het
activeren van de positiemodus gaat het systeem automatisch uit
de positiemodus.
Nederlands
19 Nl
AIR SURROUND XTREME
De optimale luisterplaats selecteren
U kunt de optimale luisterplaats uit twee modi selecteren.
Druk op AREA.
AREA
Telkens als u op AREA drukt, wordt er gewisseld tussen
de modi NORMAL en WIDE.
NORMAL
Kies dit om het geluidseffect scherper te maken.
"AREA NORMAL" verschijnt in het voorpaneelscherm
wanneer de NORMAL-modus is geselecteerd.
WIDE
Selecteer dit om de optimale luisterplaats te verbreden.
y
• De standaardinstelling is NORMAL.
• De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de surround-modus is
ingeschakeld.
NORMAL
WIDE
Het virtuele surround-effect controleren
U kunt het virtuele surround-effect controleren met behulp van de testgeluiden van de luidsprekers.
Druk op TEST om het testgeluid weer te geven.
Het systeem geeft een testgeluid weer en het uitgangskanaal
van het testgeluid verschijnt in het voorpaneelscherm.
Actief (virtueel)
luidsprekerkanaal
TEST
Het uitgangskanaal van het testgeluid doorloopt de
volgende cyclus. Elk kanaal geeft gedurende ongeveer
2 seconden het testgeluid weer.
y
Druk opnieuw op TEST om de testgeluidmodus te verlaten.
Opmerking
De virtuele surroundluidspreker achteraan is opgenomen in SL en
SR.
20 Nl
AIR SURROUND XTREME
De extended stereo-modus gebruiken
Hiermee wordt een uitgebreid geluid gecreëerd voor een bron met 2 kanalen, zoals een cd-speler.
Druk op STEREO om de extended stereomodus te activeren.
STEREO
"EXTENDED" verschijnt in het voorpaneelscherm.
Telkens wanneer u op STEREO drukt, wordt de functie
afwisselend in- (EXTENDED) en uitgeschakeld
(STEREO).
y
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als de surround-modus niet is
ingeschakeld.
BASISBEDIENING
• De standaardinstelling is STEREO.
• Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
• U kunt de versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek
ook inschakelen wanneer de extended stereo-modus is
ingeschakeld.
De versterker voor gecomprimeerde muziek instellen
Deze functie verbetert de luisterervaring door ontbrekende harmonische elementen in een gecomprimeerd bestand
opnieuw te genereren.
Dit is handig wanneer u gecomprimeerde muziekgegevens afspeelt van een iPod of digitaal muziekapparaat.
Druk op ENHANCER.
ENHANCER
De ENHANCER-indicator licht op in het
voorpaneelscherm als deze functie is ingeschakeld.
Elke keer u op ENHANCER drukt, wordt de functie
afwisselend in- en uitgeschakeld. De geselecteerde modus
wordt in het geheugen opgeslagen, zelfs als het toestel is
uitgeschakeld.
y
• De standaardinstelling is OFF.
• Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
• De nachtluistermodus wordt automatisch uitgeschakeld als deze
functie is ingeschakeld. (☞ P. 33)
Nederlands
21 Nl
ANDERE FUNCTIES
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
Overzicht
U kunt twee afstemmingsmodi gebruiken om af te stemmen op een gewenste FM-zender:
Frequentie-afstemmingsmodus
U kunt de frequentie van de gewenste FM-zender automatisch of handmatig zoeken of specificeren. (raadpleeg
"Basisafstemming" op pagina 23.)
Voorkeuze-afstemmingsmodus
U kunt de gewenste FM-zender vooraf als voorkeuzezender instellen en vervolgens de zender oproepen door de
gewenste voorkeuzegroep en het nummer te specificeren. (raadpleeg "De zendervoorkeuzefunctie gebruiken" op
pagina 24.)
Bedieningselementen en functies voor de FM-afstemming
A _ E/A ` E
FM
Selecteert de voorkeuzegroep (A
tot E).
Stel de invoer in op FM.
PRESET/TUNE
+/–
AUTO/MAN'L
• Selecteer de gewenste
frequentie in de frequentieafstemmingsmodus.
• Selecteer het gewenste
voorkeuzenummer (1 tot 8) in
de voorkeuzeafstemmingsmodus.
Wisselt tussen automatische en
handmatige afstemmingsmodus.
MEMORY
Wisselt tussen frequentieafstemmingsmodus en de
voorkeuze-afstemmingsmodus.
Activeert de voorkeuzegeheugenmodus.
FREQ/TEXT
Schakelt het informatiescherm
over bij ontvangst van
Radiogegevenssysteem.
PTY SEEK MODE
Wijzigt het programmatype.
22 Nl
PTY SEEK START
Start het zoeken naar een
programmatype.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
Basisafstemming
y
Wanneer u afstemt op een FM-zender met de automatische
afstemmingsmodus, ontvangt het systeem het FMradiosignaal in stereo-ontvangstmodus. De STEREOindicator verschijnt in het voorpaneelscherm.
1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM.
Handmatige afstemming
Als het signaal dat u van de zender ontvangt zwak is,
kunt u op de gewenste zender afstemmen door de
frequentie handmatig aan te geven. Druk in de FMafstemmingsmodus herhaaldelijk op AUTO/MAN'L
zodat de AUTO-indicator verdwijnt en druk
vervolgens herhaaldelijk op +/– om de frequentie van
de gewenste zender te specificeren.
Als u op een zender afstemt met de handmatige
afstemmingsfunctie ontvangt het systeem de FMradiosignalen in mono-ontvangstmodus om de
signaalkwaliteit te verbeteren.
"FM" verschijnt in het voorpaneelscherm.
ANDERE FUNCTIES
2 Druk op AUTO/MAN'L om te wisselen
tussen automatisch en handmatig.
De AUTO-indicator licht op wanneer het systeem
zich in de automatische afstemmingsmodus bevindt.
Licht op
Geen dubbelepunt (:)
y
Als een dubbelepunt (:) verschijnt, is het systeem ingesteld
op de voorkeuze-afstemmingsmodus. (☞ P. 24)
3 Druk één keer op +/– om automatische
afstemming te starten.
Als het systeem is afgestemd op een zender licht de
TUNED-indicator op en wordt de frequentie van de
ontvangen zender in het voorpaneelscherm getoond.
Licht op
Nederlands
23 Nl
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
De zendervoorkeuzefunctie gebruiken
■ Automatische zendervoorkeuze
U kunt tot 40 FM-zenders opslaan (A1 tot E8: 8 voorkeuzenummers in elk van de 5 voorkeuzegroepen).
1 Druk op FM om de invoer in te stellen op FM.
"FM" verschijnt in het voorpaneelscherm.
2 Houd MEMORY gedurende meer dan 3 seconden
ingedrukt.
De voorkeuzegroep en het nummer en de MEMORY- en
AUTO-indicatoren knipperen. Na ongeveer 5 seconden
start de automatische voorkeuze-instelling vanaf de huidige
frequentie en gaat verder doorheen de hogere frequenties.
Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl de
MEMORY-indicator knippert.
Knippert
Knippert
Wanneer de automatische voorkeuzeafstemming is
voltooid, toont het voorpaneelscherm de frequentie van de
laatste zender.
y
Druk op A_E of A`E om een voorkeuzegroep te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op +/– om een voorkeuzenummer te
selecteren waarop de eerste zender wordt opgeslagen nadat u stap 2 hebt uitgevoerd.
Opmerkingen
• Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde voorkeuzenummer
opslaat.
• Als het aantal ontvangen zenders onder 40 blijft (A1 tot E8), stopt voorkeuze-afstemming automatisch na het zoeken naar alle
beschikbare zenders.
Stel de zender handmatig in als de gewenste zender niet is opgeslagen of als een zender niet is opgeslagen onder een
bepaalde voorkeuzegroep en nummer. Raadpleeg "Handmatige zendervoorkeuze" op pagina 25 voor meer informatie.
24 Nl
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
■ Handmatige zendervoorkeuze
Gebruik deze functie om van uw gewenste zender handmatig een voorkeuzezender te maken.
1 Stem af op een zender.
4 Druk op +/– om een voorkeuzenummer (1 tot
Raadpleeg "Basisafstemming" op pagina 23 voor
afstemmingsinstructies.
8) te selecteren terwijl de MEMORY-indicator
knippert.
2 Druk op MEMORY.
Knippert
Druk opnieuw op MEMORY om te annuleren terwijl
de MEMORY-indicator knippert.
Knippert
ANDERE FUNCTIES
De MEMORY-indicator knippert op het
voorpaneelscherm gedurende 30 seconden.
Voorkeuzenummer
5 Druk op MEMORY om de voorkeuze te
bevestigen.
3 Druk herhaaldelijk op A_E of A`E om een
voorkeuzegroep (A tot E) te selecteren terwijl
de MEMORY-indicator knippert.
De geselecteerde voorkeuzegroep verschijnt.
Knippert
Het geselecteerde station werd opgeslagen als A1.
Nadat "A1:PRESET OK" verschijnt op het
uitleesvenster op het voorpaneel, verschijnt de
frequentie binnen de voorkeuzegroep die u hebt
geselecteerd. De MEMORY-indicator verdwijnt in
het voorpaneelscherm.
Voorkeuzegroep
Opmerkingen
25 Nl
Nederlands
• Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer
worden gewist als u een nieuwe zender op hetzelfde
voorkeuzenummer opslaat.
• Ontvangstmodus (stereo of mono) wordt samen met de
stationsfrequentie opgeslagen.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
■ De voorkeuzezenders
oproepen
■ Ontvangt
Radiogegevenssysteem-zenders
Het Radiogegevenssysteem is een gegevensoverdrachtsysteem dat
in vele landen door FM-zenders wordt gebruikt. Het systeem kan
verscheidene Radiogegevenssysteem-gegevens ontvangen zoals
PS (programmadienst), PTY (programmatype), RT (radiotekst) en
CT (kloktijd) bij ontvangst van Radiogegevenssysteem-stations.
Het informatiescherm van
Radiogegevenssysteem overschakelen
Druk op FREQ/TEXT terwijl u Radiogegevenssysteem
ontvangt. Telkens u op de knop drukt, wijzigt het
informatiescherm als volgt:
Informatietype
1 Druk op PRESET/TUNE om de voorkeuzeafstemmingsmodus te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op A_E of A`E om de
gewenste voorkeuzegroep (A tot E) te
selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op +/– om het gewenste
voorkeuzenummer te selecteren (1 tot 8).
Voorkeuzegroep en nummer
FM-voorkeuzezender
26 Nl
• PROGRAM SERVICE (PS)
Geeft het Radiogegevenssysteem-programma weer dat
wordt ontvangen.
• PROGRAM TYPE (PTY)
Geeft het type Radiogegevenssysteem-programma
weer dat wordt ontvangen.
• RADIO TEXT (RT)
Geeft de informatie weer van het
Radiogegevenssysteem-programma dat wordt
ontvangen.
• CLOCK TIME (CT)
Geeft de tijd weer.
• FREQUENCY
Geeft de frequentie, de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer weer.
Opmerkingen
• U kunt alleen een Radiogegevenssysteem-weergavemodus
selecteren wanneer de corresponderende Radiogegevenssysteemindicator oplicht op het uitleesvenster op het voorpaneel. Het kan
even duren voor het systeem alle Radiogegevenssysteemgegevens van de zender heeft ontvangen.
• U kunt alleen de beschikbare Radiogegevenssysteemweergavemodi selecteren die worden aangeboden door de zender.
• Indien de ontvangen signalen niet sterk genoeg zijn, is het
mogelijk dat het systeem de Radiogegevenssysteem-gegevens niet
kan gebruiken. Vooral de RT-modus vereist een grote hoeveelheid
gegevens en is mogelijk niet beschikbaar, zelfs niet wanneer
andere Radiogegevenssysteem-weergavemodi dat wel zijn.
• Druk bij slechte ontvangst op AUTO/MAN'L om handmatige
afstemming te selecteren (☞ P. 23).
• Als de signaalsterkte verzwakt wordt door externe storingen
tijdens de ontvangst van de Radiogegevenssysteem-gegevens,
is het mogelijk dat de ontvangst plots wordt verbroken en
"...WAIT" verschijnt op het uitleesvenster op het voorpaneel.
• Wanneer de RT-modus is geselecteerd, kan het systeem de
programma-informatie weergeven met een maximum van
64 alfanumerieke tekens, inclusief het umlautsymbool. Niet
beschikbare tekens worden weergegeven als underscores "_".
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT-modus is
geselecteerd, wordt "CT WAIT" weergegeven op het
uitleesvenster op het voorpaneel.
LUISTEREN NAAR FM-UITZENDINGEN
Zenders selecteren op programmatype (genre)
U kunt afstemmen op Radiogegevenssysteem-zenders
door een programmatype (genre) te kiezen uit
15 opties. Zodra u een programmatype hebt geselecteerd,
zoekt het systeem automatisch naar
Radiogegevenssysteem-zenders die het overeenkomstige
programmatype uitzenden.
Programmatype
Omschrijvingen
VARIED
Lichte ontspanning
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rockmuziek
M.O.R.M
Middle-of-the-road-muziek
(rustige muziek)
LIGHT M
Lichte klassieke muziek
CLASSICS
Ernstige klassieke muziek
OTHER M
Andere muziek
3 Druk op PTY SEEK START om te zoeken
naar alle beschikbare
Radiogegevenssysteem-voorkeuzezenders.
De naam van het gekozen programmatype knippert
en de PTY HOLD-indicator gaat branden op het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Knippert
SEEK-modus in te schakelen.
De naam van het programmatype of "NEWS"
knippert op het uitleesvenster op het voorpaneel.
y
Druk normaals op PTY SEEK START om de
zoekopdracht te stoppen.
Opmerkingen
Knippert
• Het systeem stopt met zoeken wanneer een zender is gevonden
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
• Als u de gevonden zender niet wenst te beluisteren, drukt u
nogmaals op PTY SEEK START om verder te zoeken naar
een andere zender die hetzelfde programmatype uitzendt.
ANDERE FUNCTIES
1 Druk op PTY SEEK MODE om de PTY
Licht op
y
Druk nogmaals op PTY SEEK MODE om de PTY SEEKmodus te annuleren.
2 Druk op +/– om het programmatype te
selecteren.
De naam van het gekozen programmatype verschijnt
op het uitleesvenster op het voorpaneel.
Programmatype
Omschrijvingen
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Hoorspel
CULTURE
Culturen
SCIENCE
Wetenschap
Nederlands
NEWS
27 Nl
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
iPod™ gebruiken
Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station hebt geplaatst (zoals YDS-10/YDS-11, apart verkrijgbaar) dat is
aangesloten op de DOCK-aansluiting van de subwoofer/systeembediening (☞ P. 14), kunt u uw iPod afspelen.
Ondersteunde iPod
iPod (Click and Wheel)
iPod nano
iPod mini
iPod touch
Oplaadfunctie batterij
Dit systeem laadt de batterij op van een iPod die zich in het universele Yamaha iPod-station bevindt dat op de DOCKaansluiting van de subwoofer/systeembediening is aangesloten, terwijl het systeem is ingeschakeld.
Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen
Zodra u uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatst, verschijnen "iPod connected" en de DOCK-indicator op
het voorpaneelscherm.
Opmerkingen
• Sommige functies zjin mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod.
• Voor een volledige lijst van statusberichten die in het voorpaneelscherm verschijnen, raadpleeg de "iPod"-sectie in "Problemen
oplossen" op pagina 36.
• Zet het volume op het minimum voordat u uw iPod in het station plaatst of verwijdert.
■ Bedieningselementen en functies voor iPod™
U kunt uw iPod in een eenvoudige afstandsbedieningsmodus of menubladermodus bedienen.
y
U kunt wisselen tussen de eenvoudige afstandsbedieningsmodus en de menubladermodus door te drukken op DOCK MODE.
DOCK
Stel de invoer in op DOCK.
Bedieningsknoppen voor
weergave
Bedien de weergave van de aangesloten iPod.
p: Afspelen/pauzeren (eenvoudige
afstandsbedieningsmodus), Afspelen
(menubladermodus)
e: Afspelen/pauzeren (eenvoudige
afstandsbedieningsmodus), Pauzeren
(menubladermodus)
s: Stoppen
b/a:
Nummer terug/verder
Vooruit/achteruit zoeken (ingedrukt houden)
28 Nl
MENU/Cursorknoppen
(S / T / W / X)/ENTER
Blader door het menu van uw iPod.
• Druk op W om een niveau hoger
te gaan.
• Druk op S/T om de cursor te
verplaatsen om een menu te selecteren.
• Druk op ENTER of X om een
geselecteerd menu te openen.
• Druk op ENTER in het
menuscherm "Songs" om het
geselecteerde nummer af te
spelen.
DOCK MODE
Schakel tussen eenvoudige
afstandsbedieningsmodus en
menubladermodus.
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
■ Uw iPod in eenvoudige afstandsbedieningsmodus bedienen
Uw iPod in het universele Yamaha iPod-station plaatsen (zoals YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) activeert de
eenvoudige afstandsbedieningsmodus. U kunt de basisbediening van uw iPod (afspelen, stoppen, nummer verder/terug,
enz.) uitvoeren met de bijgeleverde afstandsbediening in deze modus.
y
U kunt ook de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren. Raadpleeg de handleiding van uw iPod voor
de bediening.
■ Uw iPod in menubladermodus bedienen
De nummerlijst of afspeelinformatie wordt weergegeven op het voorpaneelscherm, zodat u nummers kunt selecteren en
weergeven of instellingen kunt aanpassen met behulp van de afstandsbediening in deze modus.
Opmerkingen
• U kunt niet de bedieningselementen van uw iPod gebruiken om handelingen uit te voeren.
• Tekens die niet op het voorpaneelscherm kunnen worden weergegeven, worden vervangen door strepen "_".
1 Druk op DOCK MODE om de menubladerstand te openen.
2 Druk herhaaldelijk op S/T/W/X om het gewenste menu te selecteren en druk vervolgens op
ENTER om het geselecteerde nummer af te spelen.
Niveau 1
Niveau 2
Playlists
Afspeellijst
Nummerlijst
Artists
Artiestenlijst
Albumlijst
Albums
Albumlijst
Nummerlijst
Songs
Nummerlijst
Niveau 3
Niveau 4
Nummerlijst
Genres
Genrelijst
Artiestenlijst
Albumlijst
Composers
Componistenlijst
Albumlijst
Nummerlijst
Settings
Instellingenlijst
ANDERE FUNCTIES
Opties
Nummerlijst
De instellingenlijst heeft de volgende 2 opties.
Shuffle
Gebruik deze functie om het systeem nummers of albums in willekeurige volgorde te laten afspelen.
Opties: Off, Songs, Album
U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken.
• Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren.
• Selecteer "Songs" om het systeem nummers in willekeurige volgorde te laten spelen.
• Selecteer "Album" om het systeem albums in willekeurige volgorde te laten spelen.
Repeat
Gebruik deze functie om het systeem een nummer of een reeks nummers te laten herhalen.
Opties: Off, One, All
U kunt naar elke optie overschakelen door op ENTER te drukken.
• Selecteer "Off" om deze functie te deactiveren.
• Selecteer "One" om het systeem één nummer te laten herhalen.
• Selecteer "All" om het systeem een reeks nummers te laten herhalen.
Opmerking
De inhoud van het iPod-menu varieert afhankelijk van het model of de generatie.
Nederlands
29 Nl
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
Bluetooth™-componenten gebruiken
U kunt de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) aansluiten op de DOCKaansluiting van de subwoofer/systeembediening en luisteren naar de muziek die is opgeslagen op uw Bluetoothcomponent (zoals een draagbare muziekspeler of computer met een Bluetooth-zender, enz.) zonder bekabeling tussen het
systeem en de Bluetooth-component. U moet de aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth-component op voorhand "koppelen".
■ Bedieningselementen en functies voor Bluetoothcomponenten
DOCK
Stel de invoer in op DOCK.
Bedieningsknoppen voor
weergave
BLUETOOTH ON/OFF
• Start of annuleer de koppeling.
• Maak of verbreek een verbinding
met een Bluetooth-component.
Bedien de weergave van een
Bluetooth-component.
p: Afspelen
e: Pauzeren
s: Stoppen
b/a:
Nummer verder/terug
■ De Yamaha Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth™-component koppelen
De koppeling moet worden uitgevoerd voordat u een Bluetooth-component voor het eerst gebruikt met de Yamaha
Bluetooth draadloze audio-ontvanger aangesloten op het systeem, of als de geregistreerde koppelingsgegevens werden
verwijderd. "Koppelen" verwijst naar het registreren van een Bluetooth-component voor Bluetooth-communicatie.
Om veiligheid te verzekeren, wordt een tijdslimiet van 8 minuten ingesteld voor het koppelen. Lees alle instructies en
zorg ervoor dat u ze begrijpt voordat u begint.
1 Sluit de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger aan op de DOCK-aansluiting van de
subwoofer/systeembediening. (☞ P. 14)
2 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen.
3 Schakel de Bluetooth-component in die u wilt koppelen en open vervolgens de koppelingsmodus.
Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie.
30 Nl
OPTIONELE APPARATUUR GEBRUIKEN
4 Houd BLUETOOTH ON gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt om het koppelen te starten.
"Searching..." verschijnt wanneer het koppelen start. Terwijl de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger zich
in de koppelingsmodus bevindt, knippert de DOCK-indicator op het voorpaneelscherm.
y
Druk op BLUETOOTH OFF om het koppelen te annuleren.
5 Controleer of de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent.
Als de Bluetooth-component de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent, verschijnt de audioontvangernaam ("YBA-10 YAMAHA" bijvoorbeeld) in de apparaatlijst van de Bluetooth-component.
6 Selecteer de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger in de apparaatlijst van de Bluetoothcomponent en voer vervolgens het wachtwoord "0000" in op de Bluetooth-component.
Als het koppelen is gelukt, verschijnt "Completed" op het voorpaneelscherm.
y
• Als het koppelen niet is gelukt binnen 8 minuten, verschijnt "Not found" en wordt de DOCK-indicator uitgeschakeld in het
voorpaneelscherm.
• Als het koppelen wordt geannuleerd tijdens het koppelen, verschijnt "Canceled" in het voorpaneelscherm.
Opmerking
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan met maximaal acht Bluetooth-componenten worden gekoppeld. Als het koppelen
succesvol is beëindigd met een negende component en de koppelingsgegevens zijn geregistreerd, worden de koppelingsgegevens van de
minst gebruikte component verwijderd.
■ Een verbinding tot stand brengen
1 Druk op DOCK om de invoer op DOCK in te stellen.
2 Druk op BLUETOOTH ON om een verbinding tot stand te brengen. "Searching..." verschijnt in
het voorpaneelscherm.
Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component vindt, verschijnt "BT connected" in het
voorpaneelscherm gedurende 3 seconden.
ANDERE FUNCTIES
Nadat het koppelen is gebeurd, maakt u een verbinding op het systeem of op de Bluetooth-component om de
communicatie tussen beide apparaten tot stand te brengen. De verbinding op het systeem kan alleen voor de meest
recentelijk aangesloten Bluetooth-component worden uitgevoerd.
y
• Als het systeem de laatst verbonden Bluetooth-component niet vindt, verschijnt "Not found" in het voorpaneelscherm.
• Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een andere Bluetooth-component dan de meest recent aangesloten, verbindt u
vanaf die Bluetooth-component. Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-component voor meer informatie.
■ Verbinding verbreken
Druk op DOCK en vervolgens op BLUETOOTH OFF om het systeem los te koppelen van
de Bluetooth-component.
"Disconnected" verschijnt op het voorpaneelscherm.
■ De Bluetooth-component weergeven
U kunt uw Bluetooth-component weergeven met de bijgeleverde afstandsbediening.
U kunt ook uw Bluetooth-component weergeven door ze rechtstreeks te bedienen.
y
31 Nl
Nederlands
Bediening met behulp van de afstandsbediening is alleen beschikbaar wanneer de verbinding tussen de Bluetooth-component die u wilt
weergeven en het systeem tot stand is gebracht.
HANDIGE BEDIENING
DE AUDIOVERTRAGING AANPASSEN
FPD TV-beelden worden soms na het geluid weergegeven. U kunt deze functie gebruiken om het geluid te vertragen om
het te synchroniseren met het videobeeld.
1 Druk op AUDIO DELAY om de
aanpassingsmodus te openen.
2 Druk S/T om de vertragingstijd aan te
passen.
Opties: 0 tot 240 ms
U kunt de vertragingstijd met 10 ms aanpassen.
Instellingswaarde
3
Druk opnieuw op AUDIO DELAY of ENTER
om de aanpassingsmodus te sluiten.
y
• De standaardinstelling is 0 ms en "DELAY OFF" verschijnt in
het voorpaneelscherm.
• Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron
zijn toegewezen.
Opmerking
Als u deze functie niet gebruikt binnen 30 seconden na het
activeren van de aanpassingsmodus gaat het systeem automatisch
uit de aanpassingsmodus.
32 Nl
AAN LAAG VOLUME LUISTEREN (NACHTLUISTERMODUS)
Nachtluistermodus laat u toe om duidelijker naar dialogen of stemmen te luisteren aan lager volume door luidere
geluidseffecten te onderdrukken. Deze functie is handig als u graag 's nachts naar films kijkt of muziek beluistert.
Druk op NIGHT.
"NIGHT ON" verschijnt in het voorpaneelscherm.
De NIGHT-indicator licht op wanneer de
nachtluistermodus is geselecteerd.
Licht op
NIGHT
y
• Druk opnieuw op NIGHT om de nachtluistermodus te verlaten.
• De versterkingsmodus voor gecomprimeerde muziek wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer deze functie is
ingeschakeld. (☞ P. 21)
• De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
DE VOLUMEBALANS AANPASSEN TIJDENS HET AFSPELEN
U kunt de volumebalans van de virtuele luidsprekers en subwoofer aanpassen.
SW +/–
Past het uitvoerniveau van het subwooferkanaal
aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
HANDIGE
BEDIENING
CENTER +/–
Past het uitvoerniveau van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
SUR. +/–
Past het uitvoerniveau van de virtuele
luidsprekerkanalen voor surround/surround
achteraan aan.
Bedieningsbereik: +6 tot –6
Nederlands
y
• U kunt het niveau van het luidsprekervolume ook wijzigen wanneer het testgeluid wordt weergegeven. (☞ P. 20)
• De instelling is ingesteld voor alle ingangsbronnen.
33 Nl
DE HELDERHEID VAN HET VOORPANEELSCHERM WIJZIGEN
U kunt de helderheid van het voorpaneelscherm wijzigen. U kunt het voorpaneelscherm ook uitschakelen om een film in
een donkerdere omgeving te bekijken.
Druk herhaaldelijk op DISP. MODE.
Elke keer u op DISP. MODE drukt, wijzigt de helderheid
van het voorpaneel.
DISP. MODE
Helder
Donker
* Door DISPLAY OFF te selecteren, wordt het
voorpaneelscherm uitgeschakeld nadat "DISPLAY OFF"
verschijnt in het voorpaneelscherm.
Het voorpaneelscherm licht tijdelijk op wanneer een
handeling wordt uitgevoerd terwijl de DISPLAY OFFmodus is geselecteerd.
Alleen de stroomindicator blijft branden in DISPLAY
OFF-modus.
y
De standaardinstelling is DIMMER OFF.
34 Nl
EXTRA INFORMATIE
EXTRA INFORMATIE
Problemen oplossen
Controleer de volgende items als er een probleem is met het systeem. Schakel het systeem uit, trek de stekker uit en
raadpleeg uw dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of Service Center als u het probleem niet kunt oplossen met de
volgende methodes of als een probleem hieronder niet vermeld staat.
Probleem
Apparaat wordt
ingeschakeld, maar
wordt onmiddellijk
terug uitgeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
Het netsnoer is mogelijk verkeerd
aangesloten.
Zorg ervoor dat het netsnoer stevig in het
stopcontact is gestoken.
15
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels correct zijn
aangesloten.
11
Dit systeem heeft mogelijk een zware
elektrische schok gekregen, bijvoorbeeld
van een bliksemstraal of overmatige
statische elektriciteit.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer
30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel
vervolgens het systeem opnieuw in.
16
Het volume staat mogelijk op
minimumniveau.
Wijzig de volumebalans.
De dempingsfunctie is mogelijk actief.
Schakel de dempingsfunctie uit.
De ingangsbron of instelling van de
ingang is mogelijk foutief.
Selecteer de juiste ingangsbron of -instelling.
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
Het geluid is te stil aan
één kant.
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
De luidsprekerkanalen
maken geen geluid met
uitzondering van de
voorste.
U luistert mogelijk naar stereogeluiden
zonder surround-modus.
Druk op een surround-modusknop om het
geluidsveldeffect in te schakelen.
De centrale luidspreker
maakt geen geluid.
Het volume van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal is mogelijk ingesteld
op het minimumniveau.
Pas het volumeniveau van het centrale virtuele
luidsprekerkanaal aan.
33
De surroundluidspreker maakt geen
geluid.
Het volume van de virtuele surroundluidsprekerkanalen is mogelijk ingesteld
op het minimumniveau.
Pas het volumeniveau van de virtuele surroundluidsprekerkanalen aan.
33
De subwoofer geeft
geen geluid weer.
Het volume van het subwooferkanaal is
mogelijk ingesteld op het
minimumniveau.
Pas het volumeniveau van de subwoofer aan.
Slecht geluid (ruis).
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
Het systeem werkt niet
correct.
Dit systeem ontvangt mogelijk een zware
elektrische schok, bijvoorbeeld van een
bliksemstraal of overmatige statische
elektriciteit, of een daling in
stroomtoevoer.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer
30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel
vervolgens het systeem opnieuw in.
De systeembedieningskabel is mogelijk
verkeerd aangesloten.
Sluit de systeemkabel stevig aan.
Het systeem is mogelijk in de buurt van
digitale apparatuur of apparatuur met
hoge frequentie geplaatst.
Plaats dit systeem uit de buurt van dergelijk
materiaal.
De luidsprekers geven
geen geluid weer.
16
16
11
11
18
33
11
16
EXTRA
INFORMATIE
11
—
35 Nl
Nederlands
Een digitaal apparaat of
apparaat met hoge
frequentie creëert
geluiden.
16, 33
EXTRA INFORMATIE
Probleem
Oorzaak
De afstandsbediening
bedient het systeem
niet.
Oplossing
Het systeem is mogelijk buiten het bereik
van de afstandsbediening.
Voor meer informatie over het bereik van de
afstandsbediening, raadpleeg "De
afstandsbediening gebruiken".
De afstandsbedieningssensor van dit
systeem is mogelijk blootgesteld aan
direct zonlicht of belichting.
Wijzig de belichting.
De batterijen zijn mogelijk leeg.
Vervang de batterijen.
Zie
pagina
7
—
7
■ Tuner
Probleem
Oorzaak
Stereo-FM-ontvangst
bevat ruis.
Oplossing
De eigenschappen van FM-stereouitzendingen veroorzaken dit probleem
mogelijk wanneer de zender te ver weg
ligt of de antenne van slechte kwaliteit is.
Er zijn storingen en een
zuivere ontvangst lukt
niet, zelfs niet met een
goede FM-antenne.
Er is een multipad-interferentie.
Er kan niet op de
gewenste zender
worden afgestemd met
de automatische
afstemmingsmethode.
Het signaal is te zwak.
Zie
pagina
Controleer de antenneverbindingen.
14
Probeer een directionele FM-antenne van hoge
kwaliteit.
—
Gebruik de handmatige afstemmingsmethode.
23
Pas de positie van de antenne aan om multipadinterferentie te elimineren.
Gebruik een directionele FM-antenne van hoge
kwaliteit.
Gebruik de handmatige afstemmingsmethode.
—
—
23
■ iPod
Opmerking
Controleer de verbinding met uw iPod (☞ P. 14) bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel.
Statusbericht
Oorzaak
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet door het
systeem ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst op het
universele Yamaha iPod-station (zoals
YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
dat op de DOCK-aansluiting van dit
systeem is aangesloten en de verbinding
tussen uw iPod en dit systeem is voltooid.
Disconnected
Uw iPod werd verwijderd uit het
universele Yamaha iPod-station (zoals
YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar)
dat op de DOCK-aansluiting van dit
systeem is aangesloten.
36 Nl
Oplossing
Zie
pagina
Alleen iPod (Click and Wheel), iPod nano, iPod mini
en iPod touch worden ondersteund.
—
Plaats uw iPod terug in het universele Yamaha iPodstation (YDS-10 of YDS-11, apart verkrijgbaar) dat
op de DOCK-aansluiting van dit systeem is
aangesloten.
14, 28
EXTRA INFORMATIE
■ Bluetooth
Opmerking
Controleer uw Bluetooth-component bij een transmissiefout zonder statusbericht op het voorpaneel.
Statusbericht
Searching...
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
De Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component
worden gekoppeld.
De Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) en de Bluetooth-component
zijn bezig met het maken van de
verbinding.
Completed
De koppeling is voltooid.
Canceled
De koppeling is geannuleerd.
Not found
Het systeem kan de Bluetooth-component
niet vinden tijdens het koppelen of
verbinden met de Bluetooth-component.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, apart verkrijgbaar) en de
Bluetooth-component is gemaakt.
Disconnected
De Bluetooth-component is losgekoppeld
van de Yamaha Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar).
Not Available
De koppeling wordt uitgevoerd wanneer
de Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) is aangesloten op de
Bluetooth-component.
Voer de koppeling uit wanneer de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, apart
verkrijgbaar) niet is aangesloten op de Bluetoothcomponent.
30
EXTRA
INFORMATIE
Nederlands
37 Nl
EXTRA INFORMATIE
Woordenlijst
■ AIR SURROUND XTREME
■ DTS
Nieuwe surroundtechnologie ontwikkeld door Yamaha
maakt surroundgeluid mogelijk met minder luidsprekers.
In vergelijking met traditionele voorsurroundtechnologie
zorgt AIR SURROUND XTREME voor een natuurlijk
surroundgeluidsveld.
Digitaal surround sound-systeem ontwikkeld door DTS,
Inc., dat 5.1-kanaals audio biedt. Met een overvloed aan
audiogegevens is het mogelijk om authentiek klinkende
effecten te voorzien.
■ Dolby Digital
Een kanaal is een audiotype dat op basis van bereik en
andere eigenschappen werd opgedeeld.
Bv. 7.1-kanaals
• Voorste luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
• Centrale luidspreker (1 kan.)
• Surround-luidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
• Surround-luidsprekers achteraan, links (1 kan.), rechts
(1 kan.)
• Subwoofer (1 kan.× 0.1* = 0.1 kan.)
Digitaal surround sound-systeem dat werd ontworpen
door Dolby Laboratories verschaft volledig
onafhankelijke multikanaals audio. Met 3 kanalen vooraan
(links, midden en rechts) en 2 surround-stereokanalen,
biedt Dolby Digital vijf audiokanalen met volledig bereik.
Met een extra kanaal, specifiek voor baseffecten (LFE
genaamd of low frequency effect), heeft het systeem in
totaal 5.1 kanalen (LFE telt als 0.1 kanaal). Door 2kanaals stereo te gebruiken voor de surround-luidsprekers
zijn nauwkeurigere bewegende geluidseffecten en
surround-geluidsomgevingen mogelijk dan met Dolby
Surround.
■ Dolby Pro Logic II
Het is een verbeterde matrixdecodeertechnologie die een
beter ruimtelijk en directioneel gevoel biedt op Dolby
Surround-geprogrammeerd materiaal, een overtuigend
driedimensionaal geluidsveld creëert op traditionele
stereo-muziekopnames en het is ideaal om de surroundervaring naar de wagen te brengen. Terwijl conventionele
surround-programmering volledig compatibel is met
Dolby Pro Logic II-decoders, kunnen soundtracks
specifiek worden gedecodeerd om volledig te kunnen
profiteren van Pro Logic II-weergave, inclusief linker- en
rechter-surround-kanalen.
38 Nl
■ Kanaal (kan.)
* In tegenstelling tot een volledige 1-kanaals band, een
component ontworpen om de lage frequenties te versterken
voor extra effect.
■ PCM (Pulse Code Modulation)
Een signaal dat wordt omgezet naar digitaal formaat
zonder compressie. Een cd wordt opgenomen met 16-bits
geluid aan 44,1 kHz, terwijl dvd-opnames variëren tussen
16 bits aan 48 kHz tot 24 bits aan 192 kHz, waardoor de
kwaliteit beter is dan bij de cd.
■ Samplefrequentie
Het aantal samples (proces voor het digitaliseren van
analoge signalen) per seconde. In principe, hoe hoger de
samplesnelheid, hoe breder het frequentiebereik dat kan
worden weergegeven en hoe hoger de gekwantificeerde
bitsnelheid, hoe fijner het geluid dat kan worden
weergegeven.
EXTRA INFORMATIE
Specificaties
YAS-71CU/YAS-81CU
FM Tuner
• Type .................................2-wegs magnetisch afgeschermd type met
akoestische suspensie
• Driver
Woofer .................Type met 8 cm kern en magnetische afscherming
× 4 (L2, R2)
Tweeter ...type van 2,5 cm met gebalanceerde dome en magnetische
afscherming × 2 (L1, R1)
• Frequentiebereik .................................... 120 Hz tot 20 kHz (-10 dB)
• Afmetingen (W × H × D)
[YAS-71] .......................................................... 800 × 105 × 100 mm
[YAS-81] ....................................................... 1.030 × 105 × 100 mm
• Gewicht
[YAS-71] .....................................................................................5 kg
[YAS-81] .....................................................................................6 kg
• Afstemmingsbereik
[Modellen voor USA en Canada]....................87,50 tot 107,90 MHz
[Andere modellen] ..........................................87,50 tot 108,00 MHz
• Antenne-ingang (ongebalanceerd) ........................................... 75 Ω
YAS-71SPX/YAS-81SPX
Versterker
• Minimum nuttig RMS-vermogen per kanaal
L/R ............................................55 W + 55 W (1 kHz 1% THD + N)
Subwoofer............................................55 W (100 Hz 1% THD + N)
• Maximaal vermogen per kanaal
L/R ..........................................70 W + 70 W (1 kHz 10% THD + N)
Subwoofer.......................................... 70 W (100 Hz 10% THD + N)
Subwoofer
• Type.......................................................................... Bass reflex-type
• Driver ......................type met 16 cm kern, magnetische afscherming
• Frequentiebereik....................................... 35 Hz tot 120 Hz (-10 dB)
Andere secties
• Stroomvoorziening
[model voor Taiwan].............................................. AC 110 V, 60 Hz
[Modellen voor USA en Canada]........................... AC 120 V, 60 Hz
[model voor China] ................................................ AC 220 V, 50 Hz
[model voor Korea] ................................................ AC 220 V, 60 Hz
[Modellen voor Azië en Europa]............................ AC 230 V, 50 Hz
[model voor Australië] ........................................... AC 240 V, 50 Hz
• Stroomverbruik ........................................................................ 50 W
• Stroomverbruik in waakstand .....................................1 W of minder
• Afmetingen (W × H × D) ................................. 194 × 450 × 400 mm
• Gewicht ..................................................................................... 13 kg
* Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die het
mogelijk maken om 7-kanaals surroud-geluid te bereiken met slechts
twee voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen.
"DTS" en "DTS Digital Surround" zijn gedeponeerde handelsmerken
van DTS, Inc.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro
Logic" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
EXTRA
INFORMATIE
Nederlands
39 Nl
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele
aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het
even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt
zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of
het onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het
product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of
vervanging van het product.
7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke formulieren en gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude
apparaten en Gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische
en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte
batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving
en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen
heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van
verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis
en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
40 Nl