CS100 VELLEMAN - 15 -
X bevinden daar waar het signaal het luidst klinkt.
Opmerkingen:
• Indien een plek zoveel afval bevat dat dit aanleiding geeft tot misleidende signalen, vertraag en verkort dan de
slingerbewegingen.
• Recent begraven muntstukken kunnen anders reageren dan reeds langer begraven muntstukken omwille van de
oxidatie bij deze laatste.
• Bepaalde soorten spijkers, schroeven, bouten en andere ijzeren voorwerpen (zoals oude flesdoppen) oxideren
en creëren een “kringlicht”-effect. Dit “kringlicht”-effect wordt veroorzaakt door een mengeling van natuurlijke
stoffen in de grond en van de oxidatie van verschillende metalen. Door deze mengeling van metalen kan het
voorkomen dat signalen niet op een ‘vaste’ plaats weerklinken. Dit effect maakt het dan ook bijzonder moeilijk om
dergelijke voorwerpen precies te situeren. (Zie “De detector fijnafstellen”).
6. Storingen verhelpen
Indien uw detector niet naar behoren functioneert, volg dan onderstaande suggesties om de problemen te
verhelpen.
PROBLEEM SUGGESTIE
De detector toont of laat een verkeerd
signaal horen
Misschien beweegt u de zoekspoel te snel of niet in de juiste positie. Maak
tragere slingerbewegingen en houd de zoekspoel in de juiste positie. Zie “De
detector testen en gebruiken” en “Het doelwit bepalen”.
De detector kan valse signalen geven als hij geoxideerde metalen vindt.
Probeer het doelwit vanuit verschillende zoekhoeken (zie “Het doelwit
bepalen”) nader te bepalen. Indien de detector niet elke keer hetzelfde
signaal toont en laat horen, dan bestaat het doelwit waarschijnlijk uit zeer
zwaar geoxideerd metaal.
Er kunnen zich meerdere doelwitten bevinden op de plek die u doorzoekt.
Het doelwit kan gemaakt zijn uit een metaal dat de detector niet kent.
Wanneer de detector het doelwit
ontdekt, toont de detector niet de
juiste metaalsoort op het scherm, of
laat hij meer dan een soort toon
horen.
Indien het doelwit erg geoxideerd is, kan het gebeuren dat de detector niet de
juiste metaalsoort weergeeft. Dit is geen foutieve werking van de detector.
7. Zorg en onderhoud
Hou de metaaldetector droog. Indien de detector toch nat wordt, droog hem dan onmiddellijk af.
Vloeistoffen kunnen mineralen bevatten die de elektronische circuits aantasten.
Behandel de detector met zorg en voorzichtigheid. Door de detector te laten vallen, kunnen de circuits en
behuizingen beschadigd raken waardoor de detector niet meer naar behoren functioneert.
Gebruik en berg de detector enkel op plaatsen met een normale temperatuur op.
Extreme temperaturen kunnen de levensduur van elektronische onderdelen verminderen, de batterijen
beschadigen, en plastic onderdelen vervormen of doen smelten.
Hou de detector uit de buurt van stof en vuil, aangezien dit vervroegde slijtage van onderdelen kan
veroorzaken.
Maak de detector af en toe schoon met een vochtige doek zodat hij er nieuw blijft uitzien. Gebruik geen
bijtende chemische producten, reinigingsoplossingen of sterke detergenten om de detector te reinigen.