Genius MERCURY CV Handleiding

Type
Handleiding
1
NEDERLANDS NEDERLANDS
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van
het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik
van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze docu-
mentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld,
zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
6) GENIUSaanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepa-
lingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
9) GENIUSis niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor
vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453
en EN 12445.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden geno-
men.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meer-
polige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is
geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele ge-
vaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging,
zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en
sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die
genoemd zijn onder punt “15”.
17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid
en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik
gemaakt wordt van componenten die niet door Szijn geproduceerd.
18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele onderdelen.
19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van
het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het
product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik
van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan
worden aangedreven.
23) Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat.
24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen,
en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar
te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed
aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de
aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 2006/42/EG )
Fabrikant: FAAC S.p.A.
Adres: Via Calari, 10 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
Verklaart dat: de aandrijving mod. Mercury
• is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines,
om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 2006/42/EG;
• voldoet aan de fundamentele veiligheidsvereisten van de volgende andere EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit
en verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het
wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van
Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen.
Bologna, 01 januari 2011 De Algemeen Directeur
A. Marcellan
2
NEDERLANDS NEDERLANDS
Deze aanwijzingen gelden voor de volgende modellen:
Mercury - Mercury C- Mercury V - Mercury CV
Met de automatische systemen
Mercury C
en
Mercury V
kunnen
gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen
worden geautomatiseerd.
Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving, en
elektronische besturingsapparatuur op het systeem zelf
(
Mercury C
) of een verbindingskaart voor op afstand bediende
apparatuur (
Mercury V
). Het systeem kan rechtstreeks op de
as van de kabeltrommels worden geïnstalleerd of met behulp
van een (optionele) kettingoverbrenging met een verhouding
van 1:1,5 of 1:2.
Het onomkeerbare systeem waarborgt mechanische blokkering
van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus
niet nodig een slot te installeren. De handmatige ontgrendeling
en het handbediende openingssysteem (op de modellen
waarvoor dit is voorzien) zorgen ervoor dat de deur ook kan
worden gemanoeuvreerd als er geen elektrische voeding is of
als het systeem niet werkt.
De automatische systemen Mercury zijn ontworpen en gebouwd voor
intern en extern gebruik.
2. AFMETINGEN EN BESCHRIJVING
AUTOMATISCH SYSTEEM MERCURY
1. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Voeding (Vac 50-60Hz) 230 (+6 –10%)
Elektromotor asynchroon, monofase 1450 rpm
Max. opgenomen vermogen (W) 800
Stroomopname (A) 3,5
Condensator (µF) 20
Thermische beveiliging wikkeling (°C) 140
Gebruiksfrequentie (S3) ROT 40%
Max. aantal achtereenvolgende cycli 5
Krachtafname holle passerende as, diam. 25,4
mm (1’’)
Draaisnelheid krachtafname (toeren/min.) 23
Nominaal koppel bij krachtafname (Nm) 50
Max. toerental krachtafname 24
Beschermingsgraad IP54
Omgevingstemperatuur (°C) -20 / +55
Max. gewicht van de motorvertraging (kg) 14
Hoeveelheid olie (l)
1
Opmerking: zie Tabel 1 voor de toepassingen met
kettingoverbrenging
Fig. 1
Tabel 1
Type Nominaal Snelheid Max. toerental
toepassing koppel kabelas kabelas
(Nm) (rpm)
Direct 50 23 24
Vertraging 1:1,5 75 17,2 18
Vertraging 1:2 100 11,5 12
Grafiek 1 laat zien met welk type toepassing de Mercury C kan worden
geïnstalleerd, door de maximum kracht in aanmerking te nemen die
nodig is om de deur F met de hand te openen, uitgedrukt in daN (1daN
= kracht die nodig is om 1,02 kg op te tillen), en de diameter van de
kabeltrommel Dt, uitgedrukt in millimeter. Als het bijvoorbeeld gaat
om een deur die kan worden verplaatst met een kracht van 60 daN
en de trommel heeft een diameter van 170 mm, moet de Mercury C
worden geïnstalleerd met een kettingoverbrenging van 1:1,5.
N.B. De kracht F kan worden gemeten met een dynamometer. Deze
houdt niet rechtstreeks verband met het gewicht van de deur, maar
met de balancering ervan.
Overbrenging
1:2
Overbrenging
1:1,5
Directe toepassing
Grafiek 1
3
NEDERLANDS NEDERLANDS
3. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Op afbeelding 3 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving
Mercury C
.Op afbeelding 4 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving
Mercury V
met apparatuur
GEO04
op afstand.
4. VOORBEREIDENDE CONTROLES
De constructie van de deur dient geschikt te zijn om te worden
geautomatiseerd, en moet voldoen aan de normen EN12604
en EN12605.
De kabelwikkelas moet voorzien zijn van een behuizing voor
de spie. Deze moet voldoende uitsteken aan de zijkant om
de aandrijving en de blokkeerkragen van de spie te kunnen
installeren (rechtstreekse montage van de aandrijving op
de as) of om de krans te kunnen bevestigen (montage met
kettingoverbrenging - optie). Sommige deurenfabrikanten
leveren speciale koppelingen met as, waarmee deuren kunnen
worden gemotoriseerd die zonder de aansluitmogelijkheid
geproduceerd zijn.
Controleer de efficiëntie van de lagers, de wieltjes, het
parachutesysteem, de rails en de verbindingen van de deur,
controleer of de trekkabels perfect in de groeven van de
trommels zitten, niet in contact komen met mechanische
onderdelen of vaste delen van de constructie, en of ze allemaal
een gelijke spanning hebben.
Controleer of de deur geen wrijving maakt: hij moet soepel en
regelmatig verschuiven, zowel bij opening als bij sluiting.
Controleer of de deur goed gebalanceerd is: in welk positie hij
ook gestopt wordt, hij moet stil blijven staan.
De Europese normen EN12604 en EN12453 stellen de
maximumlimiet voor de kracht die wordt toegepast op de
desbetreffende handgrepen, en die nodig is om de deur met de
hand te manoeuvreren, op 260 N voor handbediende deuren
en op 390 N voor gemotoriseerde deuren.
Raadpleeg de technische documentatie van de deur om na
te gaan welk koppel nodig is voor verplaatsing ervan, en welk
toerental nodig is voor volledige opening.
Controleer in tabel 1 welk type installatie (direct op de as, of
met kettingoverbrenging met vertraging) met de vermelde
specificaties correspondeert.
De efficiëntie en de veiligheid van het automatische systeem zijn
Aandrijving
Krachtafname
Bevestigingsplaat
Eindschakelaargroep
Lier
Behuizing voor apparatuur
Ontgrendelhendel
Bevestigingsbussen spie
Spie
Bevestigingsplaat 3D (optie)
Fig. 3
Laagspanningsleiding - Kabel 3 x 0,5 Bedieningen
Voedingsleiding - Kabel 3 x 1,5 Voeding 230Vac + Aarde
Voedingsleiding - 3 x 1,5 Voeding 230 Vac + aarde
Voedingsleiding - 4 x 1,5 Voeding motor + aarde + 2 x 0,5 waarschuwingslamp
Laagspanningsleiding - bedieningen apparatuur + veiligheidslijst
Laagspanningsleiding - 4 x 0,5 fotocellen Rx
Laagspanningsleiding - 2 x 0,5 fotocellen Tx
Laagspanningsleiding - radio-ontvanger
Laagspanningsleiding - 6 x 0,5 bedieningspaneel
Behuizing voor apparatuur
Fig. 4
Fig. 2
4
NEDERLANDS NEDERLANDS
5. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING
Om veilig te kunnen werken wordt geadviseerd de deur bij
installatie van de aandrijving volledig gesloten te houden, en
dit hoofdstuk helemaal te lezen alvorens met de installatie te
beginnen.
De aandrijving
Mercury C
heeft een krachtafnamepunt
met een diameter van 25,4 mm (1”). Als er een aandrijfas
met andere afmetingen aanwezig is, moet de (optionele)
kettingoverbrenging worden geïnstalleerd.
De handbedieningsmechanismen (ontgrendeling en aandrijving
met ketting) zijn bedoeld voor installatie met een hoogte tot
4 meter. Voor hogere installaties moeten de (optionele)
verlengingsbouwpakketten worden gebruikt.
De aandrijving is voorzien van vier microschakelaars met de
volgende functies:
•Eindschakelaarbijopening
•Eindschakelaarbijsluiting
•Veiligheidsschakelaarvan de lier (alleen bij modellen met
handbediend manoeuvreersysteem)
•Veiligheidsschakelaarvoorbedieningvandeontgrendeling
Met de bijgeleverde steunplaat kan de aandrijving worden
vastgezet op een afstand van maximaal 125 mm tussen het
verankeringspunt (muur of metalen constructie) en de as van
de krachtafname.
Vóór de installatie is het raadzaam te bepalen in welke richting
de krachtafname moet draaien (zie de paragrafen 5.2.1. en
5.2.2).
Voor alle informatie over de elektrische installatie, zie het
hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur” en de
hoofdstukken 3 en 6 van deze aanwijzingen.
De bijgeleverde handgreep kan worden gemonteerd door
gebruik te maken van de bevestigingspunten van de plaat op
de aandrijving, om de verplaatsingswerkzaamheden in de fasen
voorafgaand aan de installatie te vergemakkelijken.
5.1 WERKPOSITIE VAN DE AANDRIJVING
De aandrijving met handbediende verplaatsing met ketting
moet worden geïnstalleerd in de positie die wordt afgebeeld
op fig 5. Als er geen lier aanwezig is, kan de aandrijving in een
willekeurige positie worden geïnstalleerd.
Als de afstandsbediening van de ontgrendeling moet
worden geïnstalleerd, moet eerst worden nagegaan of de
ontgrendelhendel niet gehinderd wordt door onderdelen buiten
de aandrijving.
De bevestigingsplaat kan aan beide kanten van de aandrijving
worden gemonteerd.
nauw verbonden met hetgeen hierboven uiteengezet is; het is
daarom belangrijk contact op te nemen met de fabrikant of de
installateur van de deur als er problemen worden geconstateerd.
Verwijder de mechanische sluitingen van de deur, zodat de
deur, wanneer hij gesloten is, door het automatische systeem
wordt vergrendeld.
Verwijder het handbedieningsmechanisme, als dat aanwezig is.
Controleer of de installatie goed geaard is voor de elektrische
aansluiting van de aandrijving.
Fig. 5
5
NEDERLANDS NEDERLANDS
Fig. 8
5.3 MONTAGE VAN DE AANDRIJVING
•Ontgrendeldeaandrijvingmetbehulpvandehendel.
•Monteerdebevestigingsplaatopdeaandrijving,zonderde
schroeven aan te halen.
•Steekdekrachtafnameopdeaandrijfas.
•Plaatsdeaandrijving(zieparagraaf5.1)enlegdeplaat
tegen de ondergrond (muur of metalen constructie) waarop
u besloten heeft hem vast te zetten (zie afbeelding 7).
•Haaldeschroevenzonderforcerenaan,enhouddeplaat
tegen de ondergrond.
•Tekendepositievandemontagegatenafopdemuur.
•Verwijderdeaandrijving.
•Doehetvoorbereidendewerkvoordebevestiging.
•Steekdeeerstebevestigingsbusvandespieendespiezelf
op de as (zie afb. 2 ref. 8 en 9).
•Installeerdeaandrijvingweerzonderdeplaatteblokkeren.
•Zet de plaat vast tegen de ondergrond, haal de
blokkeerschroeven aan op de aandrijving met een koppel
van maximaal 18 Nm en steek de twee bevestigingsbus van
de spie erop.
•Zetdetweebussenvastnadatuhentegendekrachtafname
van de aandrijving heeft geplaatst.
•Blokkeerdeaandrijving.
Als u de bevestigingsplaat tegen de ondergrond wilt lassen,
moet dit lassen worden uitgevoerd zonder dat de aandrijving
gemonteerd is. Verder moet het verbindingsgebied van de
aandrijfas met de krachtafname hierbij worden beschermd.
Waar het niet mogelijk is de aandrijving te verwijderen, moet
hij worden beschermd.
Fig. 7
5.4 REGELING VAN DE LIER
Wikkel de bijgeleverde ketting helemaal af en verbind het ene
uiteinde met het uiteinde dat al in de lier is aangebracht, met
behulp van een van de bijgeleverde verbindingsschakels (zie
figuur 8).
Snij de ketting op maat af, maar zorg ervoor dat de onderkant
van de ring die hierdoor wordt gevormd de grond niet raakt
(zie afbeelding 9), en assembleer de overige twee uiteinden
van de kettingen.
Snijd het bandje door.
Regel de schroef van de balanceerveer (zie afbeelding 10) om
de steun van de lier helemaal te laten verdwijnen in de plastic
houder (zie afbeelding 11).
Controleer of de lier aankoppelt als er maar aan één van
de kettingsegmenten wordt getrokken, en of hij terugkeert in
Fig. 9
6
NEDERLANDS NEDERLANDS
neutrale positie wanneer het kettingsegment wordt losgelaten.
Blokkeer de bevestigingsmoer en controleer of de werking
van de aandrijving niet verhinderd of onderbroken wordt door
tussenkomst van de micro-veiligheidsschakelaar van de lier.
Het wordt geadviseerd een verankeringspunt voor te bereiden
voor het onderste deel van de ketting, zodat deze geen
obstakel vormt als er mensen of voertuigen passeren. Breng
de sticker waarop de openings- en sluitingsrichting worden
aangegeven duidelijke zichtbaar aan.
Als het verlengingsbouwpakket van de ketting wordt gebruikt,
moet de balanceerveer (fig. 10 ref. 3) worden vervangen door
de veer uit het bouwpakket zelf. Tevens wordt geadviseerd de
elementen van de verbindingsschakels aan elkaar vast te lijmen
bij de assemblage (zie fig. 8).
5.5 MONTAGE VAN DE HENDEL VOOR ONTGRENDELING OP
AFSTAND
Verricht de werkzaamheden terwijl de deur gesloten is.
Snijd de bedieningskabels op maat en monteer hen met de
hendel en de handgrepen (zie afbeelding 12), waarbij u dient
te bedenken dat de groene handgreep de kortste arm van de
hendel moet bedienen.
Op afbeelding 13 ziet u de positie van de hendel bij
geblokkeerde aandrijving, in de twee zij-aanzichten, en de
corresponderende posities van de ontgrendelkabel (met rode
handgreep) en de vergrendelkabel (met groene handgreep).
Steek de hendel in de aandrijving en controleer of deze de
eindschakelaar in beide richtingen bereikt met een hoek van
ongeveer 45-50°.
Monteer de bevestigingsschroef van de hendel.
Controleer of de op afstand bediende manoeuvre correct
plaatsvindt en of de bediening van de aandrijving, als
deze geblokkeerd is, niet verhinderd wordt door de micro-
veiligheidsschakelaar van de ontgrendeling.
Fig. 12
Fig. 11
Fig. 13
Handgreep voor ontgrendeling (rood)
Handgreep voor vergrendeling (groen)
Steun van de lier
Stelschroef en blokkeermoer
Balanceerveer van de ketting
Fig. 10
7
NEDERLANDS NEDERLANDS
Fig. 15
5.6 REGELING VAN DE EINDSCHAKELAARGROEP
Om de eindschakelaars voor het openen en sluiten af te stellen
moet de volgende procedure worden gevolgd:
Doe de industriële sectionele deur helemaal dicht.
Regel met behulp van de trimmer 1 de pijl omlaag door hem
met de klok mee naar + of tegen de klok in naar - te draaien
tot de eindschakelaar voor het sluiten wordt geactiveerd.
Zet de industriële sectionale deur vervolgens open.
Regel met behulp van de trimmer 1 de pijl omhoog door hem
met de klok mee naar + of tegen de klok in naar - te draaien
tot de eindschakelaar voor het openen wordt geactiveerd
(zie figuur 14).
Opmerking voor finetuning: het symbool “+” geeft aan dat het
element dat de microschakelaar activeert verder weg wordt
geschoven en de slag dus groter wordt, terwijl het symbool “-”
aangeeft dat hij dichterbij komt en de slag dus kleiner wordt.
Eindcontrole van de eindschakelaars voor het openen en
sluiten: Doe de deur met de hand open en dicht.
Controleer of de aandrijving daadwerkelijk de gewenste posities
voor het openen en sluiten bereikt; als dat niet het geval is, stel
de eindschakelaars dan bij met behulp van de trimmer 1.
5.6.1 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving Mercury C)
Op afbeelding 6 zijn de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven,
die worden aangedreven door de bedieningen IN1 en IN2
(zie afbeelding 15), en de positie van de eindschakelaars
FC1 en FC2.De beweging die wordt bediend door IN1 wordt
gestopt door FC1, de beweging die wordt bediend door IN2
wordt gestopt door FC2. Hieruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2
de draairichting is waarmee de deur wordt gesloten, IN2 de
bedieningsingang voor sluiting is, IN1 de bedieningsingang
voor opening, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het
stoppunt bij opening.
5.6.2 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving met
apparatuur GEO04)
Op afbeelding 6 worden de draairichtingen Dir1 en Dir2
aangegeven. De beweging in de richting Dir1 wordt gestopt
door FC1 en die van richting Dir2 door FC2. Heiruit volgt dat als
bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waardoor de deur gesloten
wordt, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt
bij opening.
FC2
FC1
DIR2
DIR1
Trimmer regeling eindschakelaar open en dicht
microschakelaar eindschakelaar open en dicht
Fig. 14
8
NEDERLANDS NEDERLANDS
Fig. 16
Fig. 17
Openen
Sluiten
Verhogen slag
Verleinen slag
Verleinen slag
Verhogen slag
9
NEDERLANDS NEDERLANDS
7. INBEDRIJFSTELLING
Nadat alle elektrische aansluitingen zijn gemaakt, de aandrijving
vergrendeld is en gecontroleerd is of de deur niet met de hand
kan worden verplaatst, dient het systeem te worden gevoed.
Als de aandrijving is voorzien van een lier, moet de sticker
waarop de verplaatsingsrichting wordt aangegeven voor
handmatig uitgevoerde manoeuvres voor opening en sluiting
vlak in de buurt van de ketting worden aangebracht.
7.1 Mercury met apparatuur
Voer enkele complete cycli uit om te controleren of het
automatische systeem correct functioneert.
Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”,
leg de werking van het systeem en de handelingen voor het
ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in
deze handleiding worden aangegeven.
7.2 Mercury met apparatuur GEO04
•Programmeer de apparatuur.
Controleer de status van de ingangen van de apparatuur en
ga na of alle veiligheidsvoorzieningen goed zijn aangesloten
(de corresponderende leds moeten branden).
Voer enkele complete cycli uit om na te gaan of het
automatische systeem en de hiermee verbonden
accessoires correct functioneren, en let in het bijzonder op
de veiligheidsvoorzieningen en de regeling van de duwkracht
van de aandrijving.
Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”,
leg de werking van het systeem en de handelingen voor het
ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in
deze handleiding worden aangegeven.
Fig. 18
6. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
LET OP: alvorens werkzaamheden op de kaart te verrichten
(verbindingen, onderhoud, enz.) moet altijd eerst de elektrische
voeding worden weggenomen.
De specificaties van de elektrische installatie zijn te vinden in
het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur”. Houd
voedingskabels altijd gescheiden van bedieningskabels.
Om elektrische storingen te vermijden dienen aparte hulzen te
worden gebruikt.De aandrijving Mercury C wordt geleverd met
de apparatuur erop aanwezig.De aandrijving Mercury V wordt
geleverd met gemonteerde verbindingskaart.
6.1 VERBINDINGEN MERCURY C
Bereid de kanalen voor zoals aangegeven op afbeelding 3,
en maak de externe verbindingen met de aandrijving van de
200BT zoals te zien is op afbeelding 15.
Voor het toewijzen van de commando’s OPEN en CLOSE aan
de ingangen IN1 en IN2, zie paragraaf 5.6.1.
Wijzig de interne verbindingen van de aandrijving niet.
Als u de aandrijving Mercury V wilt gebruiken (met
verbindingskaart erin) en de apparatuur op afstand, moet de
voeding van 230 V wisselstroom alleen naar de apparatuur
worden gebracht, en moeten de klemmen hiervan worden
verbonden met de desbetreffende klemmen van de
verbindingskaart.
De werking van de apparatuur is met “dead man” logica.
De commando’s voor opening en sluiting moeten met de
hand worden gehandhaafd gedurende de hele duur van
de manoeuvre. De commandogevers moeten coherent en
eenduidig worden geïdentificeerd, en op een zodanige plaats
worden geïnstalleerd dat de deur en het gebied eromheen
rechtstreeks in het oog kunnen worden gehouden door degene
die de manoeuvre uitvoert.
6.2 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE APPARATUUR GEO04
Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van afbeelding
4.Maak de verbindingen tussen de apparatuur GEO04 en de
verbindingskaart die op de aandrijving gemonteerd is, volgens
het schema van afbeelding 18 .Een eventuele STOP-knop moet
in serie geschakeld worden met de verbinding tussen de ingang
STOP van de GEO04 en SAFETY van de INTERFACE.
Voor de bedrading en de programmering van de GEO04, zie
de aanwijzingen die bij de apparatuur horen.
GEO04
10
NEDERLANDS NEDERLANDS
AUTOMATISCHE SYSTEMEN MERCURY
Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product
te gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de
toekomst.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Als de automatische systemen Mercury correct geïnstalleerd en
gebruikt worden, garanderen ze een hoge veiligheidsgraad.
Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels
ongewenste storingen worden voorkomen:
•Ga beslist nooit onder de sectionaaldeur staan.
Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich
in de buurt van de automatische systemen bevinden, vooral
tijdens de werking.
Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers
die de deur kunnen aandrijven buiten het bereik van kinderen.
Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te
spelen.
Houd de beweging van de deur niet opzettelijk tegen.
Voorkom dat takken of struiken de beweging van de deur
kunnen hinderen.
Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar.
Probeer de deur niet met de hand te bewegen als deze niet
eerst ontgrendeld is.
Verzeker u ervan dat er geen personen, dieren of voorwerpen
in de buurt van de deur zijn, voordat u deze gaat ontgrendelen.
Bij storingen moet de deur met de hand bediend of
ontgrendeld worden om binnen te kunnen en moet een
technische ingreep door gekwalificeerd personeel worden
afgewacht.
Als de aandrijving eenmaal ontgrendeld is, moet worden
gecontroleerd of de installatie niet gevoed wordt alvorens
de gemotoriseerde werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken
van het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen,
en wendt u zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel van
GENIUS .
Laat de werking van het automatische systeem, de
veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal
per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel.
Laat de deur controleren door gekwalificeerd personeel met de
door de fabrikant aanbevolen regelmaat, en met bijzondere
aandacht voor de veiligheids- en balanceersystemen.
Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische
systeem stilstaat.
BESCHRIJVING
De automatische systemen Mercury zijn uitermate geschikt
voor het bedienen van gebalanceerde sectionaaldeuren voor
industriële toepassingen.
Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving en
een elektronisch bedieningsapparaat in de aandrijving of
op afstand. Het onomkeerbare systeem garandeert een
mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor
niet in werking is, en het is dus niet nodig een slot te installeren.
Door de ontgrendeling van de aandrijving en een handbediend
manoeuvreersysteem (dit laatste alleen op de modellen
waarop het is voorzien) maken dat de deur kan worden
gemanoeuvreerd als de stroom uitgevallen is of het systeem
niet goed functioneert.
De deur is gewoonlijk gesloten; wanneer het commando tot
opening wordt gegeven, drijft de apparatuur de elektromotor
aan die de deur in geopende positie brengt waardoor toegang
mogelijk gemaakt wordt. Bij de “dead man” installaties moet
de bedieningsknop ingedrukt gehouden worden tijdens de hele
duur van de openings- of sluitingsmanoeuvre. Bij de automatisch
werkende systemen:
•als de automatische logica is ingesteld, sluit de deur weer na
de pauzetijd.
als de halfautomatische logica is ingesteld, moet een tweede
impuls worden gegeven om de deur weer te sluiten.
Een stopimpuls (indien aanwezig) laat de beweging altijd
stoppen.
Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem
in de verschillende logica’s, vraag de installatietechnicus.
Bij automatische systemen kunnen veiligheidsvoorzieningen
(veiligheidslijsten/fotocellen) aanwezig zijn die sluiting en/of
opening van de deur verhinderen wanneer er zich een obstakel
in het door hun beschermde gebied bevindt. Handmatige
opening in noodgevallen is mogelijk via het desbetreffende
ontgrendelsysteem.
Handbediening is mogelijk door de lier met ketting te gebruiken
(bij de modellen waarop dit is voorzien).
Tijdens manoeuvres met handbediening of ontgrendelde
aandrijving is de elektrische bediening buiten werking.
De lichtsignalering geeft, waar aanwezig, aan welke beweging
de deur aan het maken is.
HANDBEDIENING (Mercury met lier)
Als de deur moet worden bediend en het automatische
systeem is inactief omdat er geen elektrische voeding is of
omdat het systeem niet goed werkt, kan de deur met de hand
worden geopend en gesloten met behulp van de lier met
ketting. Controleer op het aanwijzingsbord welk deel van de
ketting moet worden bediend om de gewenste manoeuvre te
bewerkstelligen. Trek alleen het betreffende segment omlaag.
Als er geen aanwijzingsbord aanwezig is, trek dan aan één van
de twee kettingsegmenten zonder te forceren, en controleer
of de deur in de gewenste richting begint te bewegen. Bedien
anders het andere kettingsegment.
Tijdens de aandrijving van de lier wordt de elektrische bediening
van de aandrijving onderdrukt.
ONTGRENDELING VAN DE AANDRIJVING EN HERSTEL
VAN DE AUTOMATISCHE WERKING
De aandrijvingen Mercury zijn voorzien van een noodsysteem
dat van binnenuit bediend kan worden.
De aandrijving moet zo mogelijk met gesloten deur worden
ontgrendeld, en in elk geval mogen er beslist geen mensen,
dieren of voorwerpen vlak in de buurt aanwezig zijn.
Als het nodig is de deur met de hand aan te drijven doordat
de elektrische voeding ontbreekt of omdat het automatische
systeem niet goed werkt, moet de elektrische voeding
naar de installatie worden wegenomen en moet het
ontgrendelmechanisme als volgt worden gebruikt. Ontgrendel
de aandrijving door de kabel met de rode handgreep omlaag
te trekken (zie figuur 1) totdat de hendel tegen de eindaanslag
komt. Om de automatische werking te herstellen moet de
deur helemaal gesloten worden en moet u aan de kabel met
de groene handgreep trekken totdat de hendel weer in zijn
oorspronkelijke positie is teruggekeerd.
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Fig. 1

Documenttranscriptie

NEDERLANDS NEDERLANDS CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 2006/42/EG ) Fabrikant: FAAC S.p.A. Adres: Via Calari, 10 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË Verklaart dat: de aandrijving mod. Mercury • is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines, om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 2006/42/EG; • voldoet aan de fundamentele veiligheidsvereisten van de volgende andere EEG-richtlijnen: 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit en verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen. Bologna, 01 januari 2011 De Algemeen Directeur A. Marcellan WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “15”. 5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door Szijn geproduceerd. 6) GENIUSaanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele onderdelen. 3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 9) GENIUSis niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 23) Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat. 24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel. 25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen. 11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan 13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 1 NEDERLANDS NEDERLANDS AUTOMATISCH SYSTEEM MERCURY Deze aanwijzingen gelden voor de volgende modellen: Mercury - Mercury C- Mercury V - Mercury CV Met de automatische systemen Mercury C en Mercury V kunnen gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen worden geautomatiseerd. Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving, en elektronische besturingsapparatuur op het systeem zelf (Mercury C) of een verbindingskaart voor op afstand bediende apparatuur (Mercury V). Het systeem kan rechtstreeks op de as van de kabeltrommels worden geïnstalleerd of met behulp van een (optionele) kettingoverbrenging met een verhouding van 1:1,5 of 1:2. Het onomkeerbare systeem waarborgt mechanische blokkering van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus niet nodig een slot te installeren. De handmatige ontgrendeling en het handbediende openingssysteem (op de modellen waarvoor dit is voorzien) zorgen ervoor dat de deur ook kan worden gemanoeuvreerd als er geen elektrische voeding is of als het systeem niet werkt. De automatische systemen Mercury zijn ontworpen en gebouwd voor intern en extern gebruik. Tabel 1 Type Nominaal toepassing koppel (Nm) Direct 50 Vertraging 1:1,5 75 Vertraging 1:2 100 Snelheid kabelas (rpm) 23 17,2 11,5 Max. toerental kabelas 24 18 12 Grafiek 1 laat zien met welk type toepassing de Mercury C kan worden geïnstalleerd, door de maximum kracht in aanmerking te nemen die nodig is om de deur F met de hand te openen, uitgedrukt in daN (1daN = kracht die nodig is om 1,02 kg op te tillen), en de diameter van de kabeltrommel Dt, uitgedrukt in millimeter. Als het bijvoorbeeld gaat om een deur die kan worden verplaatst met een kracht van 60 daN en de trommel heeft een diameter van 170 mm, moet de Mercury C worden geïnstalleerd met een kettingoverbrenging van 1:1,5. N.B. De kracht F kan worden gemeten met een dynamometer. Deze houdt niet rechtstreeks verband met het gewicht van de deur, maar met de balancering ervan. Grafiek 1 1. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voeding (Vac 50-60Hz) 230 (+6 –10%) Elektromotor asynchroon, monofase 1450 rpm Max. opgenomen vermogen (W) 800 Stroomopname (A) 3,5 Condensator (µF) 20 Thermische beveiliging wikkeling (°C) 140 Gebruiksfrequentie (S3) ROT 40% Max. aantal achtereenvolgende cycli 5 Krachtafname holle passerende as, diam. 25,4 mm (1’’) Draaisnelheid krachtafname (toeren/min.) 23 Nominaal koppel bij krachtafname (Nm) 50 Max. toerental krachtafname 24 Beschermingsgraad IP54 Omgevingstemperatuur (°C) -20 / +55 Max. gewicht van de motorvertraging (kg) 14 Hoeveelheid olie (l) 1 Opmerking: zie Tabel 1 voor de toepassingen met kettingoverbrenging Overbrenging 1:2 Overbrenging 1:1,5 Directe toepassing 2. AFMETINGEN EN BESCHRIJVING Fig. 1 2 NEDERLANDS NEDERLANDS                      Aandrijving Krachtafname Bevestigingsplaat Eindschakelaargroep Lier Behuizing voor apparatuur Ontgrendelhendel Bevestigingsbussen spie Spie Bevestigingsplaat 3D (optie)  Voedingsleiding - 3 x 1,5 Voeding 230 Vac + aarde  Voedingsleiding - 4 x 1,5 Voeding motor + aarde + 2 x 0,5 waarschuwingslamp  Laagspanningsleiding - bedieningen apparatuur + veiligheidslijst  Laagspanningsleiding - 4 x 0,5 fotocellen Rx  Laagspanningsleiding - 2 x 0,5 fotocellen Tx  Laagspanningsleiding - radio-ontvanger  Laagspanningsleiding - 6 x 0,5 bedieningspaneel Fig. 4  Behuizing voor apparatuur Fig. 2 3. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN Op afbeelding 3 ziet u het schema van de elektrische aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving Mercury C.Op afbeelding 4 ziet u het schema van de elektrische aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving Mercury V met apparatuur GEO04 op afstand.  Laagspanningsleiding - Kabel 3 x 0,5 Bedieningen  Voedingsleiding - Kabel 3 x 1,5 Voeding 230Vac + Aarde 4. VOORBEREIDENDE CONTROLES De constructie van de deur dient geschikt te zijn om te worden geautomatiseerd, en moet voldoen aan de normen EN12604 en EN12605. De kabelwikkelas moet voorzien zijn van een behuizing voor de spie. Deze moet voldoende uitsteken aan de zijkant om de aandrijving en de blokkeerkragen van de spie te kunnen installeren (rechtstreekse montage van de aandrijving op de as) of om de krans te kunnen bevestigen (montage met kettingoverbrenging - optie). Sommige deurenfabrikanten leveren speciale koppelingen met as, waarmee deuren kunnen worden gemotoriseerd die zonder de aansluitmogelijkheid geproduceerd zijn. Controleer de efficiëntie van de lagers, de wieltjes, het parachutesysteem, de rails en de verbindingen van de deur, controleer of de trekkabels perfect in de groeven van de trommels zitten, niet in contact komen met mechanische onderdelen of vaste delen van de constructie, en of ze allemaal een gelijke spanning hebben. Controleer of de deur geen wrijving maakt: hij moet soepel en regelmatig verschuiven, zowel bij opening als bij sluiting. Controleer of de deur goed gebalanceerd is: in welk positie hij ook gestopt wordt, hij moet stil blijven staan. De Europese normen EN12604 en EN12453 stellen de maximumlimiet voor de kracht die wordt toegepast op de desbetreffende handgrepen, en die nodig is om de deur met de hand te manoeuvreren, op 260 N voor handbediende deuren en op 390 N voor gemotoriseerde deuren. Raadpleeg de technische documentatie van de deur om na te gaan welk koppel nodig is voor verplaatsing ervan, en welk toerental nodig is voor volledige opening. Controleer in tabel 1 welk type installatie (direct op de as, of met kettingoverbrenging met vertraging) met de vermelde specificaties correspondeert. De efficiëntie en de veiligheid van het automatische systeem zijn Fig. 3 3 NEDERLANDS NEDERLANDS nauw verbonden met hetgeen hierboven uiteengezet is; het is daarom belangrijk contact op te nemen met de fabrikant of de installateur van de deur als er problemen worden geconstateerd. Verwijder de mechanische sluitingen van de deur, zodat de deur, wanneer hij gesloten is, door het automatische systeem wordt vergrendeld. Verwijder het handbedieningsmechanisme, als dat aanwezig is. Controleer of de installatie goed geaard is voor de elektrische aansluiting van de aandrijving. 5.1 WERKPOSITIE VAN DE AANDRIJVING De aandrijving met handbediende verplaatsing met ketting moet worden geïnstalleerd in de positie die wordt afgebeeld op fig 5. Als er geen lier aanwezig is, kan de aandrijving in een willekeurige positie worden geïnstalleerd. Als de afstandsbediening van de ontgrendeling moet worden geïnstalleerd, moet eerst worden nagegaan of de ontgrendelhendel niet gehinderd wordt door onderdelen buiten de aandrijving. De bevestigingsplaat kan aan beide kanten van de aandrijving 5. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING worden gemonteerd. Om veilig te kunnen werken wordt geadviseerd de deur bij installatie van de aandrijving volledig gesloten te houden, en dit hoofdstuk helemaal te lezen alvorens met de installatie te beginnen. De aandrijving Mercury C heeft een krachtafnamepunt met een diameter van 25,4 mm (1”). Als er een aandrijfas met andere afmetingen aanwezig is, moet de (optionele) kettingoverbrenging worden geïnstalleerd. De handbedieningsmechanismen (ontgrendeling en aandrijving met ketting) zijn bedoeld voor installatie met een hoogte tot 4 meter. Voor hogere installaties moeten de (optionele) verlengingsbouwpakketten worden gebruikt. De aandrijving is voorzien van vier microschakelaars met de volgende functies: •Eindschakelaar bij opening •Eindschakelaar bij sluiting •Veiligheidsschakelaar van de lier (alleen bij modellen met handbediend manoeuvreersysteem) •Veiligheidsschakelaar voor bediening van de ontgrendeling Met de bijgeleverde steunplaat kan de aandrijving worden vastgezet op een afstand van maximaal 125 mm tussen het verankeringspunt (muur of metalen constructie) en de as van de krachtafname. Vóór de installatie is het raadzaam te bepalen in welke richting de krachtafname moet draaien (zie de paragrafen 5.2.1. en 5.2.2). Voor alle informatie over de elektrische installatie, zie het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur ” en de hoofdstukken 3 en 6 van deze aanwijzingen. De bijgeleverde handgreep kan worden gemonteerd door gebruik te maken van de bevestigingspunten van de plaat op de aandrijving, om de verplaatsingswerkzaamheden in de fasen voorafgaand aan de installatie te vergemakkelijken. Fig. 5 4 NEDERLANDS NEDERLANDS 5.4 REGELING VAN DE LIER Wikkel de bijgeleverde ketting helemaal af en verbind het ene uiteinde met het uiteinde dat al in de lier is aangebracht, met behulp van een van de bijgeleverde verbindingsschakels (zie figuur 8). Snij de ketting op maat af, maar zorg ervoor dat de onderkant van de ring die hierdoor wordt gevormd de grond niet raakt (zie afbeelding 9), en assembleer de overige twee uiteinden van de kettingen. Snijd het bandje door. Regel de schroef van de balanceerveer (zie afbeelding 10) om de steun van de lier helemaal te laten verdwijnen in de plastic houder (zie afbeelding 11). Controleer of de lier aankoppelt als er maar aan één van de kettingsegmenten wordt getrokken, en of hij terugkeert in 5.3 MONTAGE VAN DE AANDRIJVING •Ontgrendel de aandrijving met behulp van de hendel. •Monteer de bevestigingsplaat op de aandrijving, zonder de schroeven aan te halen. •Steek de krachtafname op de aandrijfas. •Plaats de aandrijving (zie paragraaf 5.1) en leg de plaat tegen de ondergrond (muur of metalen constructie) waarop u besloten heeft hem vast te zetten (zie afbeelding 7). •Haal de schroeven zonder forceren aan, en houd de plaat tegen de ondergrond. •Teken de positie van de montagegaten af op de muur. •Verwijder de aandrijving. •Doe het voorbereidende werk voor de bevestiging. •Steek de eerste bevestigingsbus van de spie en de spie zelf op de as (zie afb. 2 ref. 8 en 9). •Installeer de aandrijving weer zonder de plaat te blokkeren. •Zet de plaat vast tegen de ondergrond, haal de blokkeerschroeven aan op de aandrijving met een koppel van maximaal 18 Nm en steek de twee bevestigingsbus van de spie erop. •Zet de twee bussen vast nadat u hen tegen de krachtafname van de aandrijving heeft geplaatst. •Blokkeer de aandrijving. Als u de bevestigingsplaat tegen de ondergrond wilt lassen, moet dit lassen worden uitgevoerd zonder dat de aandrijving gemonteerd is. Verder moet het verbindingsgebied van de aandrijfas met de krachtafname hierbij worden beschermd. Waar het niet mogelijk is de aandrijving te verwijderen, moet hij worden beschermd. Fig. 8 Fig. 7 Fig. 9 5 NEDERLANDS NEDERLANDS neutrale positie wanneer het kettingsegment wordt losgelaten. Blokkeer de bevestigingsmoer en controleer of de werking van de aandrijving niet verhinderd of onderbroken wordt door tussenkomst van de micro-veiligheidsschakelaar van de lier. Het wordt geadviseerd een verankeringspunt voor te bereiden voor het onderste deel van de ketting, zodat deze geen obstakel vormt als er mensen of voertuigen passeren. Breng de sticker waarop de openings- en sluitingsrichting worden aangegeven duidelijke zichtbaar aan. Als het verlengingsbouwpakket van de ketting wordt gebruikt, moet de balanceerveer (fig. 10 ref. 3) worden vervangen door de veer uit het bouwpakket zelf. Tevens wordt geadviseerd de elementen van de verbindingsschakels aan elkaar vast te lijmen bij de assemblage (zie fig. 8). handgreep) en de vergrendelkabel (met groene handgreep). Steek de hendel in de aandrijving en controleer of deze de eindschakelaar in beide richtingen bereikt met een hoek van ongeveer 45-50°. Monteer de bevestigingsschroef van de hendel. Controleer of de op afstand bediende manoeuvre correct plaatsvindt en of de bediening van de aandrijving, als deze geblokkeerd is, niet verhinderd wordt door de microveiligheidsschakelaar van de ontgrendeling.     Steun van de lier  Stelschroef en blokkeermoer  Balanceerveer van de ketting Fig. 12 Fig. 10 Fig. 11 5.5 MONTAGE VAN DE HENDEL VOOR ONTGRENDELING OP AFSTAND Verricht de werkzaamheden terwijl de deur gesloten is. Snijd de bedieningskabels op maat en monteer hen met de hendel en de handgrepen (zie afbeelding 12), waarbij u dient te bedenken dat de groene handgreep de kortste arm van de hendel moet bedienen. Op afbeelding 13 ziet u de positie van de hendel bij geblokkeerde aandrijving, in de twee zij-aanzichten, en de corresponderende posities van de ontgrendelkabel (met rode      Handgreep voor ontgrendeling (rood)  Handgreep voor vergrendeling (groen) Fig. 13 6 NEDERLANDS NEDERLANDS 5.6 REGELING VAN DE EINDSCHAKELAARGROEP Om de eindschakelaars voor het openen en sluiten af te stellen moet de volgende procedure worden gevolgd: Doe de industriële sectionele deur helemaal dicht. Regel met behulp van de trimmer 1 de pijl omlaag door hem met de klok mee naar + of tegen de klok in naar - te draaien tot de eindschakelaar voor het sluiten wordt geactiveerd. Zet de industriële sectionale deur vervolgens open. Regel met behulp van de trimmer 1 de pijl omhoog door hem met de klok mee naar + of tegen de klok in naar - te draaien tot de eindschakelaar voor het openen wordt geactiveerd (zie figuur 14). Opmerking voor finetuning: het symbool “+” geeft aan dat het element dat de microschakelaar activeert verder weg wordt geschoven en de slag dus groter wordt, terwijl het symbool “-” aangeeft dat hij dichterbij komt en de slag dus kleiner wordt. Eindcontrole van de eindschakelaars voor het openen en sluiten: Doe de deur met de hand open en dicht. Controleer of de aandrijving daadwerkelijk de gewenste posities voor het openen en sluiten bereikt; als dat niet het geval is, stel de eindschakelaars dan bij met behulp van de trimmer 1. 5.6.1 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving Mercury C) Op afbeelding 6 zijn de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven, die worden aangedreven door de bedieningen IN1 en IN2 (zie afbeelding 15), en de positie van de eindschakelaars FC1 en FC2.De beweging die wordt bediend door IN1 wordt gestopt door FC1, de beweging die wordt bediend door IN2 wordt gestopt door FC2. Hieruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waarmee de deur wordt gesloten, IN2 de bedieningsingang voor sluiting is, IN1 de bedieningsingang voor opening, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt bij opening. 5.6.2 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving met apparatuur GEO04) Op afbeelding 6 worden de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven. De beweging in de richting Dir1 wordt gestopt door FC1 en die van richting Dir2 door FC2. Heiruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waardoor de deur gesloten wordt, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt bij opening. FC1  DIR2  DIR1 FC2  Trimmer regeling eindschakelaar open en dicht  microschakelaar eindschakelaar open en dicht   Fig. 15 Fig. 14 7 NEDERLANDS NEDERLANDS Openen Verleinen slag Verhogen slag Fig. 16 Sluiten Verleinen slag Verhogen slag Fig. 17 8 NEDERLANDS NEDERLANDS GEO04 Fig. 18 6. ELEKTRISCHE INSTALLATIE LET OP: alvorens werkzaamheden op de kaart te verrichten (verbindingen, onderhoud, enz.) moet altijd eerst de elektrische voeding worden weggenomen. De specificaties van de elektrische installatie zijn te vinden in het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur”. Houd voedingskabels altijd gescheiden van bedieningskabels. Om elektrische storingen te vermijden dienen aparte hulzen te worden gebruikt.De aandrijving Mercury C wordt geleverd met de apparatuur erop aanwezig.De aandrijving Mercury V wordt geleverd met gemonteerde verbindingskaart. 6.1 VERBINDINGEN MERCURY C Bereid de kanalen voor zoals aangegeven op afbeelding 3, en maak de externe verbindingen met de aandrijving van de 200BT zoals te zien is op afbeelding 15. Voor het toewijzen van de commando’s OPEN en CLOSE aan de ingangen IN1 en IN2, zie paragraaf 5.6.1. Wijzig de interne verbindingen van de aandrijving niet. Als u de aandrijving Mercur y V wilt gebruiken (met verbindingskaart erin) en de apparatuur op afstand, moet de voeding van 230 V wisselstroom alleen naar de apparatuur worden gebracht, en moeten de klemmen hiervan worden verbonden met de desbetreffende klemmen van de verbindingskaart. De werking van de apparatuur is met “dead man” logica. De commando’s voor opening en sluiting moeten met de hand worden gehandhaafd gedurende de hele duur van de manoeuvre. De commandogevers moeten coherent en eenduidig worden geïdentificeerd, en op een zodanige plaats worden geïnstalleerd dat de deur en het gebied eromheen rechtstreeks in het oog kunnen worden gehouden door degene die de manoeuvre uitvoert. 6.2 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE APPARATUUR GEO04 Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van afbeelding 4.Maak de verbindingen tussen de apparatuur GEO04 en de verbindingskaart die op de aandrijving gemonteerd is, volgens het schema van afbeelding 18 .Een eventuele STOP-knop moet in serie geschakeld worden met de verbinding tussen de ingang STOP van de GEO04 en SAFETY van de INTERFACE. Voor de bedrading en de programmering van de GEO04, zie de aanwijzingen die bij de apparatuur horen. 7. INBEDRIJFSTELLING Nadat alle elektrische aansluitingen zijn gemaakt, de aandrijving vergrendeld is en gecontroleerd is of de deur niet met de hand kan worden verplaatst, dient het systeem te worden gevoed. Als de aandrijving is voorzien van een lier, moet de sticker waarop de verplaatsingsrichting wordt aangegeven voor handmatig uitgevoerde manoeuvres voor opening en sluiting vlak in de buurt van de ketting worden aangebracht. 7.1 Mercury met apparatuur •Voer enkele complete cycli uit om te controleren of het automatische systeem correct functioneert. • Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg de werking van het systeem en de handelingen voor het ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in deze handleiding worden aangegeven. 7.2 Mercury met apparatuur GEO04 • Programmeer de apparatuur. • Controleer de status van de ingangen van de apparatuur en ga na of alle veiligheidsvoorzieningen goed zijn aangesloten (de corresponderende leds moeten branden). • Voer enkele complete cycli uit om na te gaan of het automatische systeem en de hiermee verbonden accessoires correct functioneren, en let in het bijzonder op de veiligheidsvoorzieningen en de regeling van de duwkracht van de aandrijving. • Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg de werking van het systeem en de handelingen voor het ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in deze handleiding worden aangegeven. 9 NEDERLANDS HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER AUTOMATISCHE SYSTEMEN MERCURY stoppen. Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem in de verschillende logica’s, vraag de installatietechnicus. Bij automatische systemen kunnen veiligheidsvoorzieningen (veiligheidslijsten/fotocellen) aanwezig zijn die sluiting en/of opening van de deur verhinderen wanneer er zich een obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt. Handmatige opening in noodgevallen is mogelijk via het desbetreffende ontgrendelsysteem. Handbediening is mogelijk door de lier met ketting te gebruiken (bij de modellen waarop dit is voorzien). Tijdens manoeuvres met handbediening of ontgrendelde aandrijving is de elektrische bediening buiten werking. De lichtsignalering geeft, waar aanwezig, aan welke beweging de deur aan het maken is. Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Als de automatische systemen Mercury correct geïnstalleerd en gebruikt worden, garanderen ze een hoge veiligheidsgraad. Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels ongewenste storingen worden voorkomen: • Ga beslist nooit onder de sectionaaldeur staan. • Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich in de buurt van de automatische systemen bevinden, vooral tijdens de werking. • Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers die de deur kunnen aandrijven buiten het bereik van kinderen. • Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te spelen. • Houd de beweging van de deur niet opzettelijk tegen. • Voorkom dat takken of struiken de beweging van de deur kunnen hinderen. • Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar. • Probeer de deur niet met de hand te bewegen als deze niet eerst ontgrendeld is. • Verzeker u ervan dat er geen personen, dieren of voorwerpen in de buurt van de deur zijn, voordat u deze gaat ontgrendelen. • Bij storingen moet de deur met de hand bediend of ontgrendeld worden om binnen te kunnen en moet een technische ingreep door gekwalificeerd personeel worden afgewacht. • Als de aandrijving eenmaal ontgrendeld is, moet worden gecontroleerd of de installatie niet gevoed wordt alvorens de gemotoriseerde werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen, en wendt u zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel van GENIUS . • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. • Laat de deur controleren door gekwalificeerd personeel met de door de fabrikant aanbevolen regelmaat, en met bijzondere aandacht voor de veiligheids- en balanceersystemen. • Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat. HANDBEDIENING (Mercury met lier) Als de deur moet worden bediend en het automatische systeem is inactief omdat er geen elektrische voeding is of omdat het systeem niet goed werkt, kan de deur met de hand worden geopend en gesloten met behulp van de lier met ketting. Controleer op het aanwijzingsbord welk deel van de ketting moet worden bediend om de gewenste manoeuvre te bewerkstelligen. Trek alleen het betreffende segment omlaag. Als er geen aanwijzingsbord aanwezig is, trek dan aan één van de twee kettingsegmenten zonder te forceren, en controleer of de deur in de gewenste richting begint te bewegen. Bedien anders het andere kettingsegment. Tijdens de aandrijving van de lier wordt de elektrische bediening van de aandrijving onderdrukt. ONTGRENDELING VAN DE AANDRIJVING EN HERSTEL VAN DE AUTOMATISCHE WERKING De aandrijvingen Mercury zijn voorzien van een noodsysteem dat van binnenuit bediend kan worden. De aandrijving moet zo mogelijk met gesloten deur worden ontgrendeld, en in elk geval mogen er beslist geen mensen, dieren of voorwerpen vlak in de buurt aanwezig zijn. Als het nodig is de deur met de hand aan te drijven doordat de elektrische voeding ontbreekt of omdat het automatische systeem niet goed werkt, moet de elektrische voeding naar de installatie worden wegenomen en moet het ontgrendelmechanisme als volgt worden gebruikt. Ontgrendel de aandrijving door de kabel met de rode handgreep omlaag te trekken (zie figuur 1) totdat de hendel tegen de eindaanslag komt. Om de automatische werking te herstellen moet de deur helemaal gesloten worden en moet u aan de kabel met de groene handgreep trekken totdat de hendel weer in zijn oorspronkelijke positie is teruggekeerd. BESCHRIJVING De automatische systemen Mercury zijn uitermate geschikt voor het bedienen van gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen. Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving en een elektronisch bedieningsapparaat in de aandrijving of op afstand. Het onomkeerbare systeem garandeert een mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus niet nodig een slot te installeren. Door de ontgrendeling van de aandrijving en een handbediend manoeuvreersysteem (dit laatste alleen op de modellen waarop het is voorzien) maken dat de deur kan worden gemanoeuvreerd als de stroom uitgevallen is of het systeem niet goed functioneert. De deur is gewoonlijk gesloten; wanneer het commando tot opening wordt gegeven, drijft de apparatuur de elektromotor aan die de deur in geopende positie brengt waardoor toegang mogelijk gemaakt wordt. Bij de “dead man” installaties moet de bedieningsknop ingedrukt gehouden worden tijdens de hele duur van de openings- of sluitingsmanoeuvre. Bij de automatisch werkende systemen: • als de automatische logica is ingesteld, sluit de deur weer na de pauzetijd. • als de halfautomatische logica is ingesteld, moet een tweede impuls worden gegeven om de deur weer te sluiten. • Een stopimpuls (indien aanwezig) laat de beweging altijd NEDERLANDS Fig. 1 10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Genius MERCURY CV Handleiding

Type
Handleiding