13
3 Aansluitingen voor uw autostereo-installatie
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in uw stereo-
installatie.
Zie ook de “Veiligheidsaansluitingen” op blz. 12.
• De hier vermelde componenten, uitgezonderd de bijgeleverde accessoires, zijn los verkrijgbaar. Voor
het aansluiten van dergelijke componenten is het aanbevolen de daarbij geleverde
gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen.
Voor de technische specificaties en andere informatie over de los verkrijgbare apparatuur kunt u het
best contact opnemen met uw dealer.
Voorkomen van ongelukken door kortsluiting
Om het gevaar van ongelukken door kortsluiting te vermijden, mag u de (rode en gele)
stroomvoorzieningskabels pas aansluiten nadat alle andere aansluitingen in orde zijn, en dan alleen
wanneer de contactsleutel in de OFF stand is gezet.
Anders zou een per ongeluk veroorzaakte kortsluiting gevaar voor een elektrische schok en ernstige
schade kunnen veroorzaken.
Als er een zekering is gesprongen, controleert dan de bedrading en zoek de oorzaak van de storing op
voordat u een nieuwe zekering plaatst. Bij het vervangen van de zekering mag u uitsluitend een zekering
van hetzelfde amperage (stroomsterkte) gebruiken. Gebruik van een ander type zekering of een stuk
metaaldraad is gevaarlijk en kan ernstige schade veroorzaken.
Let op dat u alle onderstaande draden goed aansluit.
Als u iets achterwege laat, is er gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en kan de
apparatuur defect raken.
•Verbind de groene draad met de handrem-schakeldraad van de auto.
•Verbind de gele draad met de accuvoeding van de auto.
•Verbind de rode draad met de accessoire-stroomaansluiting van de auto.
•Verbind de zwarte draad met een metalen deel van het autochassis of de carrosserie.
* Verwissel vooral de gele en rode draden niet, want daardoor zal de inhoud van het geheugen
verloren gaan.
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
Nalatigheid kan leiden tot gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en defecten aan de
apparatuur.
• Omwikkel alle niet aangesloten draadeinden met isolatieband, om kortsluiting te voorkomen.
• Houd de FM/MG/LG antennekabel, de platte aansluitkabel, de tulpstekkersnoeren en de
stroomvoorzieningsdraden zo ver mogelijk van elkaar verwijderd, om onderlinge elektrische storing te
voorkomen.
•Voor het losmaken van de platte kabels en andere aansluitingen dient u altijd de stekker vast te
pakken. Trek niet aan de kabel of enig snoer, anders kunnen de stroomdraden breken.
Betreffende de bedienings- en stroomvoorzieningsdraden
• De (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne levert +12 V gelijkstroom wanneer u
instelt op radio-ontvangst of de AF (Alternatieve Frequenties) of TA (verkeersinformatie) functie
inschakelt.
• Als uw auto is voorzien van een ingebouwde FM/MG/LG antenne in de zijruit of de achterruit, sluit u
dan de (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne of de (rode) accessoire-
stroomvoorzieningsdraad aan op de stroomaansluiting van de bestaande antenneversterker. Raadpleeg
voor nadere aanwijzingen uw dealer.
• Een automatische antenne zonder relaisdoos is niet met dit toestel te gebruiken.
Aansluiting voor instandhouding van het geheugen
Zolang de gele stroomvoorzieningsdraad is aangesloten, zal het geheugencircuit altijd van stroom
worden voorzien, ook wanneer het contact van de auto is uitgeschakeld.
Betreffende de luidspreker-aansluitingen
• Zorg dat het toestel is uitgeschakeld voordat u de luidsprekers gaat aansluiten.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8 ohm met een ruime vermogenscapaciteit, om ook
bij groot volume beschadiging te voorkomen.
• Zorg dat de luidspreker-aansluitingen geen contact maken met het chassis van de auto en vermijd ook
onderling contact tussen de aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekers.
•Verbind de aardleiding van dit toestel niet met de negatieve (-) aansluiting van de luidspreker.
•Probeer niet om de luidsprekers in parallel door te verbinden.
• Sluit alleen passive luidsprekers aan. Door het aansluiten van actieve luidsprekers (met ingebouwde
versterker) kan dit toestel beschadigd worden.
• Om storingen en defecten te voorkomen, mag u niet de vast luidsprekersnoeren in uw auto gebruiken
als er daarin een gemeenschappelijke negatieve (-) aansluiting voor de linker en rechter luidsprekers
wordt gebruikt.
•Verbind de luidsprekersnoeren van dit toestel niet met elkaar.