Sony XA-V7W Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3-243-056-31(1)
XAV-7W
Media Center/
Receiver
Installation/Connections
Installation/Anschluss
Installation/Connexions
Installazione/Collegamenti
Montage/Aansluitingen
GB
DE
© 2002 Sony Corporation
Notice to dealers and installers
Please return this manual to the customer after the installation is completed.
Hinweis für Händler und Techniker
Geben Sie bitte diese Anleitung nach erfolgter Installation an den Kunden
zurück.
Avis aux revendeurs et installateurs
Veuillez rendre ce manuel au client une fois l’installation achevée.
Nota per i rivenditori e il personale di installazione
Dopo aver completato l’installazione, si prega di restituire il presente manuale
al cliente.
Verzoek aan dealers en installateurs
Overhandigt u deze installatiehandleiding a.u.b. aan de klant wanneer de
installatie van het toestel is voltooid.
IT
NL
FR
2
Dit toestel is ontworpen voor gebruik
op 12 V gelijkstroom van een negatief
geaarde auto-accu
Dit toestel is niet geschikt voor inbouw in
vrachtwagens en andere voertuigen met een 24 V
accu. De verkeerde aanpassing zou gevaar voor
brand of ernstige schade kunnen veroorzaken.
Niet trachten het toestel te
demonteren of aan te passen
Dat kan gevaar opleveren voor elektrische
schokken, persoonlijk letsel of brandgevaar. Sluit
nooit de voedingskabel van andere apparatuur
direct aan op de voedingskabel van dit toestel. Als
u niet zeker bent van de meest veilige wijze om dit
toestel te installeren, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Niet installeren op plaatsen waar het
toestel de werking van de
veiligheidsluchtzak kan hinderen
Als de veiligheidsluchtzak niet vrijelijk
opgeblazen kan worden, riskeert u ongelukken
met mogelijk ernstig letsel.
Uitsluitend de voorgeschreven
zekering gebruiken
Als de zekering vervangen moet worden, mag u
uitsluitend een zekering van hetzelfde amperage
(stroomsterkte) gebruiken. Anders kan er
brandgevaar ontstaan.
Niet de ventilatie-openingen
blokkeren
Als u het toestel installeert onder de vloermat of
de interieurbekleding van de auto, kunnen de
ventilatie-openingen en koelvinnen van het toestel
niet voldoende warmte afvoeren, waardoor
oververhitting kan ontstaan, met gevaar voor
brand of ernstige ongelukken.
Waarschuwingen
Zorg dat er geen draden bekneld kunnen raken
onder schroeven of bewegende delen (zoals de
instelrail van de stoelen e.d.).
Schakel voor het maken van aansluitingen eerst
het contact van de auto uit, om kortsluiting te
voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen
Sluit de gele en rode stroomvoorzieningskabels
pas aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Sluit alle aarddraden aan op een
gemeenschappelijk aardpunt.
Alle niet aangesloten draadeinden dient u om
veiligheidsredenen te omwikkelen met
isolatieband.
Opmerkingen over de (gele)
stroomvoorzieningskabel
Als u dit toestel aansluit in combinatie met
andere stereo-apparatuur, moet de
stroomcapaciteit van de aangesloten
autostroomkring groter zijn dan de som van de
zekeringen van alle afzonderlijke componenten.
Als de capaciteit van geen enkele
autostroomkring toereikend is, dient u dit
toestel rechtstreeks te verbinden met de auto-
accu.
Voor veilig verkeer
Houdt u zich altijd aan de plaatselijk geldende
verkeersregels.
3
Inhoudsopgave
Voorzorgsmaatregelen ................................................................................................. 2
Onderdelenlijst.............................................................................................................. 4
1 Installeren van het hoofdapparaat ........................................................................ 5
Alvorens te gaan installeren ............................................................................................... 5
Werkwijze voor het installeren........................................................................................... 7
Installeren van de XA-114 aansluitdoos............................................................................ 8
Aansluiten van de aansluitdoos......................................................................................... 8
2 Aansluiten van het hoofdapparaat........................................................................ 9
Aansluitvoorbeelden .................................................................................................. 10
Veiligheidsaansluitingen ............................................................................................ 12
Aansluiten van de schakeldraadklem ............................................................................. 12
Aansluiten van de handremschakeling .......................................................................... 12
3 Aansluitingen voor uw autostereo-installatie .................................................... 13
4 Na het installeren en aansluiten .......................................................................... 16
Sierlijst rond het voorpaneel verwijderen ................................................................ 17
4
12 3
4
*1
56
78 9
q; qa qs
Onderdelenlijst
De nummers in dit overzicht verwijzen naar die in de montage-aanwijzingen.
×2
*
1
In de verpakking aan het hoofdapparaat bevestigd.
*
2
Met deze haak kunt u de zekering vervangen en het toestel
verwijderen.
Zie voor nadere aanwijzingen de bedieningshandleiding.
VOORZICHTIG
Pas op bij het
hanteren van de
inbouwslede q; dat u
zich niet bezeert.
×2
2,5 m
×2
qd qf qg
*2
qh
5
Inbouwhoek
Het toestel moet zo mogelijk horizontaal
worden gemonteerd en in elk geval niet
meer dan 25 graden hellend. Als het
toestel verder uit het lood staat, kan het
beeldscherm niet goed open en dicht
schuiven.
Opmerking
Plaats de apparatuur en de bijbehorende
aansluitsnoeren op ruime afstand van
elkaar.
Installeer het hoofdapparaat van de
radio/multimedia-regeleenheid en de
aansluitdoos 1 niet te dicht bijeen.
1 Installeren van het hoofdapparaat
Alvorens te gaan installeren
Dit toestel is ontworpen vanuit het oogmerk van veiligheid voor
alles, maar als het installeren niet juist wordt verricht, kunnen er
ongelukken gebeuren. Controleer daarom voor het installeren
zorgvuldig de onderstaande punten.
Installeer het hoofdapparaat op een geschikte plaats in of onder
het dashboard en de aansluitdoos bijvoorbeeld onder de stoel van
de voorpassagier e.d.
Als het beeldscherm in geopende stand dichtbij een
luchtuitstroomopening van de airconditioning komt, dient u die
opening af te sluiten.
Installeer het toestel zo dat het beeldscherm in geopende stand
de bestuurder niet in de weg zit en geen belangrijke schakelaars
voor noodknipperlichten e.d. blokkeert.
Installeer het toestel (de beeldscherm-eenheid) niet op plaatsen
waar het kan worden blootgesteld aan erg hoge of lage
temperaturen. (Het paneel zou daardoor kunnen kromtrekken
en het LCD beeldscherm beschadigd kunnen worden.)
Plaatsen in direct zonlicht kunnen ook erg heet worden en die
moet u bij het installeren dan ook vermijden.
Keuze van een geschikte installatieplaats
1
Draai de contactsleutel in de OFF stand of trek hem
uit het contactslot.
2
Plaats het hoofdapparaat en de aansluitdoos in de
gekozen opstelling, om de vereiste snoerlengte en
de beweging van het beeldscherm te controleren.
6
Afmetingen van het inbouwpaneel
25,5
17,3
6,2
22,5
25
33,6 44,7 55,7 20,6
18
171
175,4
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren
Ga bij het installeren voorzichtig met het toestel om. Als het
toestel valt of als er iets hard tegenaan stoot, kan het
uitschuifmechanisme van het beeldscherm defect raken door
een deuk in de behuizing of een andere beschadiging.
T/N
T/N T/N
TT
T
N
N
N
Om te zorgen dat het beeldscherm goed open en dicht kan
schuiven, moet er een speling van tenminste 147 mm zijn tussen
de dichtstbijzijnde stand van de schakelpook en het oppervlak
waar u het toestel inbouwt.
In sommige gevallen zou de schakelpook in een bepaalde stand
tegen het beeldscherm aan kunnen komen. Let vooral op dat
het toestel de bediening van de auto niet in de weg zit.
Bij installeren van dit toestel samen met andere autostereo-
apparatuur (enkel DIN inbouwformaat) in de verticale
opstelling van een audiotoren, dient u deze radio/multimedia-
regeleenheid in de bovenste plaats te installeren.
Schakelpook
Tenminste
147 mm open
ruimte voor het
toestel
Opmerking
Als u de installatie-afmetingen in het
schema rechts niet nauwkeurig
aanhoudt, kan het beeldscherm niet
soepel open gaan. In dat geval dient u de
installatieplaats nog eens zorgvuldig te
meten en zodanig aan te passen dat de
hier gegeven afmetingen worden
gevolgd. Bij sommige auto’s kan een
afzonderlijke los verkrijgbare inbouwset
nodig zijn.
(Raadpleeg voor nadere bijzonderheden
uw dealer.)
Middenas
Eenheid: mm
7
Werkwijze voor het installeren
Installatievoorbeeld
Let bij het installeren van het toestel op dat het beeldscherm
ingeschoven en goed gesloten is.
Als het beeldscherm geopend is, kan er bij het installeren druk op
worden uitgeoefend, hetgeen tot beschadiging kan leiden.
1
2
3
4
q;
6
9
9
6
9
6
7
qa
qs
qd
q;
Indien nodig, kunt u deze
lipjes uitbuigen om het
toestel stevig op zijn
plaats te houden.
Dashboard
182 mm
53 mm
Brandschot
Opmerkingen
•Druk tijdens het installeren niet op de
toetsen op het voorpaneel van het
toestel en duw niet te hard tegen enig
deel van het toestel.
Plaats geen voorwerpen bovenop het
toestel.
Gebruik voor het installeren alleen de
bijgeleverde panschroeven 6. Als u
andere schroeven moet gebruiken, let
dan op dat die overeenkomen met de
onderstaande afmetingen.
Langere schroeven zouden het toestel
van binnen kunnen beschadigen.
5 mm
6 mm
Er kunnen ook beschadigingen
ontstaan als de schroeven direct in het
toestel worden geschroefd, zonder de
beugels of slede van de oorspronkelijk
geplaatste autoradio e.d.
Als u de sierlijst rond het voorpaneel
verwijdert
Sierlijst van
het voorpaneel
4
Zorg dat de sierlijst van het voorpaneel
niet kwijt raakt, want u kunt die later
nodig hebben als u het toestel in een
andere auto wilt inbouwen.
Zie voor nadere aanwijzingen de
paragraaf “Sierlijst rond het voorpaneel
verwijderen” (op blz. 17).
8
Installeren van de XA-114 aansluitdoos
Knip een stuk klitband 8 van de juiste lengte af en bevestig
daarmee de aansluitdoos 1 op de vloermat e.d.
Opmerkingen
Zorg dat de plaats voor inbouw goed
schoon is.
Installeer de aansluitdoos niet:
- op een plaats met hoge temperaturen
- in de volle zon, in de warme
luchtstroom van de autoverwarming,
of op andere plaatsen waar de
temperatuur hoog kan oplopen.
Zorg bij aanbrengen van het klitband
aan de onderkant van de aansluitdoos
dat het naamplaatje in het midden niet
wordt afgedekt.
Vastmaken van de aansluitstekker
Steek de stekker in de aansluitbus en
druk hem aan totdat hij vastklikt. Om de
stekker los te maken, hier drukken en de
stekker lostrekken.
Aansluiten van de aansluitdoos
Zie tevens de beschrijving onder 3 “Aansluitingen voor uw
autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m 15).
Aansluitstekker 3 insteken en aandrukken totdat die
vastklikt.
Klitband 8
Klitband 8
Op de installatieplaats plakken
Aansluitstekker 3 voor
verbinding hoofdapparaat/
aansluitdoos
naar radio/multimedia-
regeleenheid
9
Zie tevens de beschrijving onder 3 “Aansluitingen voor uw
autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m 15).
Aansluitstekkers 2 en 3 insteken en aandrukken totdat ze
vastklikken.
2 Aansluiten van het hoofdapparaat
Vastmaken van de aansluitstekkers
Steek de stekker in de aansluitbus en
druk hem aan totdat hij vastklikt. Om
de stekker los te maken, hier drukken
en de stekker lostrekken.
naar
aansluitdoos
Aansluitstekker 3
voor verbinding
hoofdapparaat/
aansluitdoos
Stroomvoorzieningskabel 2
(voor hoofdapparaat)
Ook deze stekker insteken en
aandrukken totdat hij vastklikt. Voor
losmaken hier drukken en de stekker
lostrekken.
10
Aansluitvoorbeelden
Nadere aanwijzingen vindt u onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m
15). Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in uw stereo-installatie.
Luidspreker-aansluitingen
SUB WOOFER
OUT(MONO)
FRONT AUDIO
OUT
SUB WOOFER
OUT(MONO)
REAR AUDIO
OUT
Opmerkingen
Sluit altijd eerst de aardleiding aan voordat u een versterker aansluit.
Als u een of meer los verkrijgbare eindversterkers aansluit en geen gebruik maakt van de ingebouwde versterker,
zal de bedieningspieptoon niet werken.
Radio/multimedia-regeleenheid
(hoofdapparaat)
Actieve lagetonen-
luidspreker
(los verkrijgbaar)
Voorluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Achterluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Radio/
multimedia-
regeleenheid
(hoofdapparaat)
Actieve lagetonen-
luidspreker
(los verkrijgbaar)
Voorluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Achterluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Eindversterkers
(los verkrijgbaar)
11
Aansluiten van los verkrijgbare accessoires
De aangegeven apparatuur, uitgezonderd het hoofdapparaat en de aansluitdoos, is optioneel
verkrijgbaar.
CONTROL(OUT)
CONTROL(IN)
OUTPUT VIDEO IN
INPUT1/2
INPUT
INPUT
CONTROL
XAV
REAR MONITOR OUTPUT
Tip
Bij aansluiten van twee of meer CD/minidisc-wisselaars zult u de (los verkrijgbare) XA-C30 geluidsbronkiezer nodig
hebben.
Radio/multimedia-
regeleenheid
(hoofdapparaat)
XA-C30
geluidsbronkiezer
CD/minidisc-
wisselaar
Beeldscherm
Aansluitdoos
(bijgeleverd)
DVX-100 of video-
apparatuur
CD/minidisc-
wisselaar
12
Aansluiten van de schakeldraadklem
Leg de draden zorgvuldig in de schakeldraadklem en klem die
stevig dicht, zoals hieronder aangegeven.
Aansluiten van de handremschakeling
Vergeet niet om de (lichtgroene) parkeerstanddraad te verbinden
met de draad van de handremschakeling. De plaats van deze
handremschakeldraad is afhankelijk van uw model auto. Zie het
onderstaande aansluitschema en raadpleeg voor nadere
bijzonderheden uw autodealer of uw dichtstbijzijnde Sony dealer.
Handrem-
waarschuwingslampje
Radio/multimedia-
regeleenheid
(hoofdapparaat)
Handrem-
schakeldraad
Parkeerstanddraad
(lichtgroen)
Handremschakelaar
Carrosserie-
aarding
Handrem-schakeldraad
Voetrem-type
Handrem-schakeldraad
Handrem-type
Schakeldraadklem 5
Veiligheidsaansluitingen
Nadere aanwijzingen vindt u onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op de volgende
pagina).
Opmerkingen
Sluit de stroomvoorzieningskabel pas
aan nadat alle andere aansluitingen in
orde zijn.
Als de draad van de
handremschakeling te dun is voor de
schakeldraadklem, kunt u de
parkeerstanddraad er ook rechtstreeks
mee verbinden, zonder de
schakeldraadklem te gebruiken.
Handrem-
schakeldraad
Schakeldraadklem
5
Parkeerstanddraad
(lichtgroen)
Accuvoeding
13
3 Aansluitingen voor uw autostereo-installatie
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in uw stereo-
installatie.
Zie ook de “Veiligheidsaansluitingen” op blz. 12.
De hier vermelde componenten, uitgezonderd de bijgeleverde accessoires, zijn los verkrijgbaar. Voor
het aansluiten van dergelijke componenten is het aanbevolen de daarbij geleverde
gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen.
Voor de technische specificaties en andere informatie over de los verkrijgbare apparatuur kunt u het
best contact opnemen met uw dealer.
Voorkomen van ongelukken door kortsluiting
Om het gevaar van ongelukken door kortsluiting te vermijden, mag u de (rode en gele)
stroomvoorzieningskabels pas aansluiten nadat alle andere aansluitingen in orde zijn, en dan alleen
wanneer de contactsleutel in de OFF stand is gezet.
Anders zou een per ongeluk veroorzaakte kortsluiting gevaar voor een elektrische schok en ernstige
schade kunnen veroorzaken.
Als er een zekering is gesprongen, controleert dan de bedrading en zoek de oorzaak van de storing op
voordat u een nieuwe zekering plaatst. Bij het vervangen van de zekering mag u uitsluitend een zekering
van hetzelfde amperage (stroomsterkte) gebruiken. Gebruik van een ander type zekering of een stuk
metaaldraad is gevaarlijk en kan ernstige schade veroorzaken.
Let op dat u alle onderstaande draden goed aansluit.
Als u iets achterwege laat, is er gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en kan de
apparatuur defect raken.
•Verbind de groene draad met de handrem-schakeldraad van de auto.
•Verbind de gele draad met de accuvoeding van de auto.
•Verbind de rode draad met de accessoire-stroomaansluiting van de auto.
•Verbind de zwarte draad met een metalen deel van het autochassis of de carrosserie.
* Verwissel vooral de gele en rode draden niet, want daardoor zal de inhoud van het geheugen
verloren gaan.
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
Nalatigheid kan leiden tot gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en defecten aan de
apparatuur.
Omwikkel alle niet aangesloten draadeinden met isolatieband, om kortsluiting te voorkomen.
Houd de FM/MG/LG antennekabel, de platte aansluitkabel, de tulpstekkersnoeren en de
stroomvoorzieningsdraden zo ver mogelijk van elkaar verwijderd, om onderlinge elektrische storing te
voorkomen.
•Voor het losmaken van de platte kabels en andere aansluitingen dient u altijd de stekker vast te
pakken. Trek niet aan de kabel of enig snoer, anders kunnen de stroomdraden breken.
Betreffende de bedienings- en stroomvoorzieningsdraden
De (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne levert +12 V gelijkstroom wanneer u
instelt op radio-ontvangst of de AF (Alternatieve Frequenties) of TA (verkeersinformatie) functie
inschakelt.
Als uw auto is voorzien van een ingebouwde FM/MG/LG antenne in de zijruit of de achterruit, sluit u
dan de (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne of de (rode) accessoire-
stroomvoorzieningsdraad aan op de stroomaansluiting van de bestaande antenneversterker. Raadpleeg
voor nadere aanwijzingen uw dealer.
Een automatische antenne zonder relaisdoos is niet met dit toestel te gebruiken.
Aansluiting voor instandhouding van het geheugen
Zolang de gele stroomvoorzieningsdraad is aangesloten, zal het geheugencircuit altijd van stroom
worden voorzien, ook wanneer het contact van de auto is uitgeschakeld.
Betreffende de luidspreker-aansluitingen
Zorg dat het toestel is uitgeschakeld voordat u de luidsprekers gaat aansluiten.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8 ohm met een ruime vermogenscapaciteit, om ook
bij groot volume beschadiging te voorkomen.
Zorg dat de luidspreker-aansluitingen geen contact maken met het chassis van de auto en vermijd ook
onderling contact tussen de aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekers.
•Verbind de aardleiding van dit toestel niet met de negatieve (-) aansluiting van de luidspreker.
•Probeer niet om de luidsprekers in parallel door te verbinden.
Sluit alleen passive luidsprekers aan. Door het aansluiten van actieve luidsprekers (met ingebouwde
versterker) kan dit toestel beschadigd worden.
Om storingen en defecten te voorkomen, mag u niet de vast luidsprekersnoeren in uw auto gebruiken
als er daarin een gemeenschappelijke negatieve (-) aansluiting voor de linker en rechter luidsprekers
wordt gebruikt.
•Verbind de luidsprekersnoeren van dit toestel niet met elkaar.
14
13 5 7
24 68
57
4
68
XAV
Aansluitdoos
1
Aansluitstekker 3 voor
verbinding hoofdapparaat/
aansluitdoos
Actieve lagetonen-
luidspreker
(los verkrijgbaar)
Radio/multimedia-
regeleenheid
(hoofdapparaat)
Stroomvoorzieningskabels
2
Lichtblauw
Lichtgroen (2 m)
Handrem-
schakeldraad van
de auto
Schakeldraadklem 5
Blauw/wit
Bedieningssatelliet
RM-X4S
(los verkrijgbaar)
Voorluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Achterluidsprekers
(los verkrijgbaar)
Tulpstekkersnoeren
(los verkrijgbaar)
Tulpstekkersnoeren
(los verkrijgbaar)
Maximale stroomsterkte
0,3 A
Eindversterkers
(los verkrijgbaar)
A AMP REM
B ATT
Antenne-
verloopstekker qh
vanaf een
auto-antenne*
C vanaf de luidspreker-aansluiting van de auto
D
vanaf de stroomvoorzieningsaansluiting
van de auto
Zie voor nadere
bijzonderheden het
“stroomvoorzienings-
aansluitschema” op
de volgende pagina.
A Naar de AMP REMOTE IN aansluiting van een los verkrijgbare eindversterker
Deze aansluiting is alleen voor een versterker. Aansluiten van andere apparatuur
kan schade aan het toestel veroorzaken.
B Naar de interface-kabel van een autotelefoon
Waarschuwing
Als uw automatische antenne geen relaisdoos heeft, kan het aansluiten van dit toestel
met de bijgeleverde stroomvoorzieningskabels 2 schade aan de antenne veroorzaken.
* Opmerking voor het aansluiten van de antenne
Als uw antenne een ISO type is (volgens de normen van de Internationale
Organisatie voor Standaardisering), gebruikt u voor het aansluiten dan de
bijgeleverde antenne-verloopstekker qh en sluit u die aan op de antenne-
aansluiting van het hoofdapparaat.
Zekering
(10 A)
1 Paars
2
3 Grijs
4
5 Wit
6
7 Groen
8
+ Luidspreker rechtsachter
Luidspreker rechtsachter
+ Luidspreker rechtsvoor
Luidspreker rechtsvoor
+ Luidspreker linksvoor
Luidspreker linksvoor
+ Luidspreker linksachter
Luidspreker linksachter
De negatieve polariteitposities 2, 4, 6 en 8
hebben gestreepte snoeren.
C vanaf de luidspreker-aansluiting van
de auto
D
vanaf de stroomvoorzieningsaansluiting
van de auto
4 Geel
continue stroomvoorziening
5 Blauw
automatische antenneregeling
6 Oranje/
geschakelde stroomvoorziening
wit
voor de verlichting
7 Rood
geschakelde stroomvoorziening
8 Zwart aarde
Posities 1, 2 en 3 hebben geen pennetjes.
15
Stroomvoorzienings-aansluitschema
De hulpstroomaansluiting kan verschillen, afhankelijk van het model auto. Controleer het
aansluitschema van de hulpstroomstekker van uw auto om te zien of de aansluitingen precies
overeenkomen. Er zijn drie basistypen (hieronder afgebeeld). Het kan nodig zijn om de plaats van de
rode en gele draden in het stroomvoorzieningssnoer van uw auto-stereo te verwisselen. Nadat u de
aansluitingen en de geschakelde stroomvoorzieningsdraden juist bij elkaar hebt gepast, kunt u het toestel
aansluiten op de stroomvoorziening van de auto. Als u vragen hebt of problemen met het aansluiten van
dit toestel die in deze handleiding niet aan de orde komen, raadpleeg dan a.u.b. uw autodealer.
A
Rood
Geel
B
Rood
Geel
Rood
Geel
4 Geel geschakelde stroomvoorziening
7 Rood continue stroomvoorziening
C
Rood
Geel
Rood
Geel
Auto met contactslot zonder ACC stand
4 Geel continue stroomvoorziening
7 Rood geschakelde stroomvoorziening
Hulpstroomstekker
Rood
Geel
16
Opmerking
Om de kans op beschadiging te
vermijden, mag u voor het indrukken
van de terugsteltoets geen scherpe naald
of paperclip gebruiken en ook niet te
hard doordrukken.
4 Na het installeren en aansluiten
1
Start de motor van de auto.
2
Controleer of de remlichten, de andere lichten, de
claxon, de richtingaanwijzers en alle andere
elektrische voorzieningen normaal werken.
3
Gebruik een spits voorwerp zoals een pen of
potlood om de Reset terugsteltoets voorop het
toestel in te drukken.
Wanneer u de Reset terugsteltoets indrukt, wordt de stereo-
installatie ingeschakeld.
Reset
terugsteltoets
Waarschuwing voor gebruik in een auto waarvan
het contactslot geen ACC (accessoire) stand heeft
Houd na uitschakelen van het contact altijd even de OFF toets
van het toestel 2 seconden lang ingedrukt, zodat de
tijdsaanduiding dooft.
Als u de OFF toets maar heel even kort indrukt, zal de
tijdsaanduiding stroom van de auto-accu blijven trekken en die
geleidelijk uitputten.
17
BA
1
Trek de onderrand van de sierlijst
rond het voorpaneel naar voren
(volgens pijl A), zodat er wat
speling komt tussen de sierlijst en
het toestel.
2
Plaats een muntstuk of iets
dergelijks in de ontstane gleuf en
wrik met een korte draai de sierlijst
los.
Ga voorzichtig te werk, om het toestel niet te
beschadigen.
Wrik eerst de rechterkant los en dan de
linkerkant.
3
Trek nu de onderkant van de
sierlijst zijwaarts los van het
voorpaneel (volgens pijl B) en
verwijder de sierlijst van het
toestel.
Opmerking
Let op dat u de plastic delen onderaan het toestel niet
samen met de sierlijst van het voorpaneel lostrekt.
Sierlijst rond het voorpaneel verwijderen
Sierlijst rond
het voorpaneel
4
Pas op dat u de plastic delen onderaan het
voorpaneel niet lostrekt.
Plaats een muntstuk tussen het
toestel en de sierlijst en wrik met
een korte draai de sierlijst los.
Om de sierlijst rond het voorpaneel van het
toestel te verwijderen, volgt u de onderstaande
aanwijzingen.

Documenttranscriptie

3-243-056-31(1) Media Center/ Receiver Installation/Connections GB Installation/Anschluss DE Installation/Connexions FR Installazione/Collegamenti IT Montage/Aansluitingen NL Notice to dealers and installers Please return this manual to the customer after the installation is completed. Hinweis für Händler und Techniker Geben Sie bitte diese Anleitung nach erfolgter Installation an den Kunden zurück. Avis aux revendeurs et installateurs Veuillez rendre ce manuel au client une fois l’installation achevée. Nota per i rivenditori e il personale di installazione Dopo aver completato l’installazione, si prega di restituire il presente manuale al cliente. Verzoek aan dealers en installateurs Overhandigt u deze installatiehandleiding a.u.b. aan de klant wanneer de installatie van het toestel is voltooid. XAV-7W © 2002 Sony Corporation Voorzorgsmaatregelen Dit toestel is ontworpen voor gebruik op 12 V gelijkstroom van een negatief geaarde auto-accu Dit toestel is niet geschikt voor inbouw in vrachtwagens en andere voertuigen met een 24 V accu. De verkeerde aanpassing zou gevaar voor brand of ernstige schade kunnen veroorzaken. Niet trachten het toestel te demonteren of aan te passen Dat kan gevaar opleveren voor elektrische schokken, persoonlijk letsel of brandgevaar. Sluit nooit de voedingskabel van andere apparatuur direct aan op de voedingskabel van dit toestel. Als u niet zeker bent van de meest veilige wijze om dit toestel te installeren, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Niet installeren op plaatsen waar het toestel de werking van de veiligheidsluchtzak kan hinderen Als de veiligheidsluchtzak niet vrijelijk opgeblazen kan worden, riskeert u ongelukken met mogelijk ernstig letsel. Uitsluitend de voorgeschreven zekering gebruiken Als de zekering vervangen moet worden, mag u uitsluitend een zekering van hetzelfde amperage (stroomsterkte) gebruiken. Anders kan er brandgevaar ontstaan. Niet de ventilatie-openingen blokkeren Als u het toestel installeert onder de vloermat of de interieurbekleding van de auto, kunnen de ventilatie-openingen en koelvinnen van het toestel niet voldoende warmte afvoeren, waardoor oververhitting kan ontstaan, met gevaar voor brand of ernstige ongelukken. Waarschuwingen • Zorg dat er geen draden bekneld kunnen raken onder schroeven of bewegende delen (zoals de instelrail van de stoelen e.d.). • Schakel voor het maken van aansluitingen eerst het contact van de auto uit, om kortsluiting te voorkomen. 2 • Sluit de gele en rode stroomvoorzieningskabels pas aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Sluit alle aarddraden aan op een gemeenschappelijk aardpunt. • Alle niet aangesloten draadeinden dient u om veiligheidsredenen te omwikkelen met isolatieband. Opmerkingen over de (gele) stroomvoorzieningskabel • Als u dit toestel aansluit in combinatie met andere stereo-apparatuur, moet de stroomcapaciteit van de aangesloten autostroomkring groter zijn dan de som van de zekeringen van alle afzonderlijke componenten. • Als de capaciteit van geen enkele autostroomkring toereikend is, dient u dit toestel rechtstreeks te verbinden met de autoaccu. Voor veilig verkeer Houdt u zich altijd aan de plaatselijk geldende verkeersregels. Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ................................................................................................. 2 Onderdelenlijst .............................................................................................................. 4 1 Installeren van het hoofdapparaat ........................................................................ 5 Alvorens te gaan installeren ............................................................................................... 5 Werkwijze voor het installeren ........................................................................................... 7 Installeren van de XA-114 aansluitdoos ............................................................................ 8 Aansluiten van de aansluitdoos ......................................................................................... 8 2 Aansluiten van het hoofdapparaat ........................................................................ 9 Aansluitvoorbeelden .................................................................................................. 10 Veiligheidsaansluitingen ............................................................................................ 12 Aansluiten van de schakeldraadklem ............................................................................. 12 Aansluiten van de handremschakeling .......................................................................... 12 3 Aansluitingen voor uw autostereo-installatie .................................................... 13 4 Na het installeren en aansluiten .......................................................................... 16 Sierlijst rond het voorpaneel verwijderen ................................................................ 17 3 Onderdelenlijst De nummers in dit overzicht verwijzen naar die in de montage-aanwijzingen. 1 2 3 5 6 2,5 m 4 *1 ×2 7 8 9 ×2 ×2 q; qa qs qd qf qg qh *1 In de verpakking aan het hoofdapparaat bevestigd. *2 Met deze haak kunt u de zekering vervangen en het toestel verwijderen. Zie voor nadere aanwijzingen de bedieningshandleiding. VOORZICHTIG Pas op bij het hanteren van de inbouwslede q; dat u zich niet bezeert. 4 *2 1 Installeren van het hoofdapparaat Inbouwhoek Het toestel moet zo mogelijk horizontaal worden gemonteerd en in elk geval niet meer dan 25 graden hellend. Als het toestel verder uit het lood staat, kan het beeldscherm niet goed open en dicht schuiven. Opmerking Plaats de apparatuur en de bijbehorende aansluitsnoeren op ruime afstand van elkaar. Installeer het hoofdapparaat van de radio/multimedia-regeleenheid en de aansluitdoos 1 niet te dicht bijeen. Alvorens te gaan installeren Dit toestel is ontworpen vanuit het oogmerk van veiligheid voor alles, maar als het installeren niet juist wordt verricht, kunnen er ongelukken gebeuren. Controleer daarom voor het installeren zorgvuldig de onderstaande punten. Installeer het hoofdapparaat op een geschikte plaats in of onder het dashboard en de aansluitdoos bijvoorbeeld onder de stoel van de voorpassagier e.d. • Als het beeldscherm in geopende stand dichtbij een luchtuitstroomopening van de airconditioning komt, dient u die opening af te sluiten. • Installeer het toestel zo dat het beeldscherm in geopende stand de bestuurder niet in de weg zit en geen belangrijke schakelaars voor noodknipperlichten e.d. blokkeert. • Installeer het toestel (de beeldscherm-eenheid) niet op plaatsen waar het kan worden blootgesteld aan erg hoge of lage temperaturen. (Het paneel zou daardoor kunnen kromtrekken en het LCD beeldscherm beschadigd kunnen worden.) Plaatsen in direct zonlicht kunnen ook erg heet worden en die moet u bij het installeren dan ook vermijden. Keuze van een geschikte installatieplaats 1 Draai de contactsleutel in de OFF stand of trek hem uit het contactslot. 2 Plaats het hoofdapparaat en de aansluitdoos in de gekozen opstelling, om de vereiste snoerlengte en de beweging van het beeldscherm te controleren. 5 Afmetingen van het inbouwpaneel 175,4 Middenas 22,5 6,2 171 25 25,5 Als u de installatie-afmetingen in het schema rechts niet nauwkeurig aanhoudt, kan het beeldscherm niet soepel open gaan. In dat geval dient u de installatieplaats nog eens zorgvuldig te meten en zodanig aan te passen dat de hier gegeven afmetingen worden gevolgd. Bij sommige auto’s kan een afzonderlijke los verkrijgbare inbouwset nodig zijn. (Raadpleeg voor nadere bijzonderheden uw dealer.) 17,3 Opmerking 18 33,6 44,7 55,7 20,6 Eenheid: mm Voorzorgsmaatregelen bij het installeren • Ga bij het installeren voorzichtig met het toestel om. Als het toestel valt of als er iets hard tegenaan stoot, kan het uitschuifmechanisme van het beeldscherm defect raken door een deuk in de behuizing of een andere beschadiging. T T N T N T/N N T/N T/N • Om te zorgen dat het beeldscherm goed open en dicht kan schuiven, moet er een speling van tenminste 147 mm zijn tussen de dichtstbijzijnde stand van de schakelpook en het oppervlak waar u het toestel inbouwt. Schakelpook Tenminste 147 mm open ruimte voor het toestel • In sommige gevallen zou de schakelpook in een bepaalde stand tegen het beeldscherm aan kunnen komen. Let vooral op dat het toestel de bediening van de auto niet in de weg zit. • Bij installeren van dit toestel samen met andere autostereoapparatuur (enkel DIN inbouwformaat) in de verticale opstelling van een audiotoren, dient u deze radio/multimediaregeleenheid in de bovenste plaats te installeren. 6 Als u de sierlijst rond het voorpaneel verwijdert Werkwijze voor het installeren Installatievoorbeeld Let bij het installeren van het toestel op dat het beeldscherm ingeschoven en goed gesloten is. Als het beeldscherm geopend is, kan er bij het installeren druk op worden uitgeoefend, hetgeen tot beschadiging kan leiden. Sierlijst van het voorpaneel 4 Zorg dat de sierlijst van het voorpaneel niet kwijt raakt, want u kunt die later nodig hebben als u het toestel in een andere auto wilt inbouwen. Zie voor nadere aanwijzingen de paragraaf “Sierlijst rond het voorpaneel verwijderen” (op blz. 17). 182 1 mm 53 mm q; Opmerkingen • Druk tijdens het installeren niet op de toetsen op het voorpaneel van het toestel en duw niet te hard tegen enig deel van het toestel. • Plaats geen voorwerpen bovenop het toestel. • Gebruik voor het installeren alleen de bijgeleverde panschroeven 6. Als u andere schroeven moet gebruiken, let dan op dat die overeenkomen met de onderstaande afmetingen. Langere schroeven zouden het toestel van binnen kunnen beschadigen. 2 Indien nodig, kunt u deze lipjes uitbuigen om het toestel stevig op zijn plaats te houden. 5 mm 6 mm Er kunnen ook beschadigingen ontstaan als de schroeven direct in het toestel worden geschroefd, zonder de beugels of slede van de oorspronkelijk geplaatste autoradio e.d. 3 7 6 6 9 9 9 4 6 Dashboard Brandschot q; qa qs qd 7 Installeren van de XA-114 aansluitdoos Knip een stuk klitband 8 van de juiste lengte af en bevestig daarmee de aansluitdoos 1 op de vloermat e.d. Opmerkingen • Zorg dat de plaats voor inbouw goed schoon is. • Installeer de aansluitdoos niet: - op een plaats met hoge temperaturen - in de volle zon, in de warme luchtstroom van de autoverwarming, of op andere plaatsen waar de temperatuur hoog kan oplopen. • Zorg bij aanbrengen van het klitband aan de onderkant van de aansluitdoos dat het naamplaatje in het midden niet wordt afgedekt. Klitband 8 Klitband 8 Op de installatieplaats plakken Aansluiten van de aansluitdoos Zie tevens de beschrijving onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m 15). Vastmaken van de aansluitstekker Steek de stekker in de aansluitbus en druk hem aan totdat hij vastklikt. Om de stekker los te maken, hier drukken en de stekker lostrekken. Aansluitstekker 3 voor verbinding hoofdapparaat/ aansluitdoos naar radio/multimediaregeleenheid Aansluitstekker 3 insteken en aandrukken totdat die vastklikt. 8 2 Aansluiten van het hoofdapparaat Zie tevens de beschrijving onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m 15). Vastmaken van de aansluitstekkers Steek de stekker in de aansluitbus en druk hem aan totdat hij vastklikt. Om de stekker los te maken, hier drukken en de stekker lostrekken. naar aansluitdoos Ook deze stekker insteken en aandrukken totdat hij vastklikt. Voor losmaken hier drukken en de stekker lostrekken. Aansluitstekker 3 voor verbinding hoofdapparaat/ aansluitdoos Stroomvoorzieningskabel 2 (voor hoofdapparaat) Aansluitstekkers 2 en 3 insteken en aandrukken totdat ze vastklikken. 9 Aansluitvoorbeelden Nadere aanwijzingen vindt u onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op blz. 13 t/m 15). Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in uw stereo-installatie. Luidspreker-aansluitingen Voorluidsprekers (los verkrijgbaar) Radio/multimedia-regeleenheid (hoofdapparaat) SUB WOOFER OUT(MONO) Achterluidsprekers (los verkrijgbaar) Actieve lagetonenluidspreker (los verkrijgbaar) Radio/ multimediaregeleenheid (hoofdapparaat) Voorluidsprekers (los verkrijgbaar) FRONT AUDIO OUT Eindversterkers (los verkrijgbaar) SUB WOOFER OUT(MONO) REAR AUDIO OUT Achterluidsprekers (los verkrijgbaar) Actieve lagetonenluidspreker (los verkrijgbaar) Opmerkingen • Sluit altijd eerst de aardleiding aan voordat u een versterker aansluit. • Als u een of meer los verkrijgbare eindversterkers aansluit en geen gebruik maakt van de ingebouwde versterker, zal de bedieningspieptoon niet werken. 10 Aansluiten van los verkrijgbare accessoires De aangegeven apparatuur, uitgezonderd het hoofdapparaat en de aansluitdoos, is optioneel verkrijgbaar. CONTROL(OUT) CONTROL(IN) XA-C30 geluidsbronkiezer CD/minidiscwisselaar INPUT OUTPUT VIDEO IN Beeldscherm CONTROL CD/minidiscwisselaar INPUT REAR MONITOR OUTPUT Aansluitdoos (bijgeleverd) Radio/multimediaregeleenheid (hoofdapparaat) XAV INPUT1/2 DVX-100 of videoapparatuur Tip Bij aansluiten van twee of meer CD/minidisc-wisselaars zult u de (los verkrijgbare) XA-C30 geluidsbronkiezer nodig hebben. 11 Veiligheidsaansluitingen Nadere aanwijzingen vindt u onder 3 “Aansluitingen voor uw autostereo-installatie” (op de volgende pagina). Aansluiten van de schakeldraadklem Opmerkingen • Sluit de stroomvoorzieningskabel pas aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Als de draad van de handremschakeling te dun is voor de schakeldraadklem, kunt u de parkeerstanddraad er ook rechtstreeks mee verbinden, zonder de schakeldraadklem te gebruiken. Leg de draden zorgvuldig in de schakeldraadklem en klem die stevig dicht, zoals hieronder aangegeven. Handremschakeldraad Schakeldraadklem 5 Parkeerstanddraad (lichtgroen) Aansluiten van de handremschakeling Vergeet niet om de (lichtgroene) parkeerstanddraad te verbinden met de draad van de handremschakeling. De plaats van deze handremschakeldraad is afhankelijk van uw model auto. Zie het onderstaande aansluitschema en raadpleeg voor nadere bijzonderheden uw autodealer of uw dichtstbijzijnde Sony dealer. Accuvoeding Handremwaarschuwingslampje Handremschakeldraad Schakeldraadklem 5 Parkeerstanddraad (lichtgroen) Radio/multimediaregeleenheid (hoofdapparaat) Handremschakelaar Carrosserieaarding Handrem-schakeldraad Voetrem-type 12 Handrem-type Handrem-schakeldraad 3 Aansluitingen voor uw autostereo-installatie Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in uw stereoinstallatie. Zie ook de “Veiligheidsaansluitingen” op blz. 12. • De hier vermelde componenten, uitgezonderd de bijgeleverde accessoires, zijn los verkrijgbaar. Voor het aansluiten van dergelijke componenten is het aanbevolen de daarbij geleverde gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen. Voor de technische specificaties en andere informatie over de los verkrijgbare apparatuur kunt u het best contact opnemen met uw dealer. Voorkomen van ongelukken door kortsluiting Om het gevaar van ongelukken door kortsluiting te vermijden, mag u de (rode en gele) stroomvoorzieningskabels pas aansluiten nadat alle andere aansluitingen in orde zijn, en dan alleen wanneer de contactsleutel in de OFF stand is gezet. Anders zou een per ongeluk veroorzaakte kortsluiting gevaar voor een elektrische schok en ernstige schade kunnen veroorzaken. Als er een zekering is gesprongen, controleert dan de bedrading en zoek de oorzaak van de storing op voordat u een nieuwe zekering plaatst. Bij het vervangen van de zekering mag u uitsluitend een zekering van hetzelfde amperage (stroomsterkte) gebruiken. Gebruik van een ander type zekering of een stuk metaaldraad is gevaarlijk en kan ernstige schade veroorzaken. Let op dat u alle onderstaande draden goed aansluit. Als u iets achterwege laat, is er gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en kan de apparatuur defect raken. • Verbind de groene draad met de handrem-schakeldraad van de auto. • Verbind de gele draad met de accuvoeding van de auto. • Verbind de rode draad met de accessoire-stroomaansluiting van de auto. • Verbind de zwarte draad met een metalen deel van het autochassis of de carrosserie. * Verwissel vooral de gele en rode draden niet, want daardoor zal de inhoud van het geheugen verloren gaan. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht. Nalatigheid kan leiden tot gevaar voor een elektrische schok of beschadiging en defecten aan de apparatuur. • Omwikkel alle niet aangesloten draadeinden met isolatieband, om kortsluiting te voorkomen. • Houd de FM/MG/LG antennekabel, de platte aansluitkabel, de tulpstekkersnoeren en de stroomvoorzieningsdraden zo ver mogelijk van elkaar verwijderd, om onderlinge elektrische storing te voorkomen. • Voor het losmaken van de platte kabels en andere aansluitingen dient u altijd de stekker vast te pakken. Trek niet aan de kabel of enig snoer, anders kunnen de stroomdraden breken. Betreffende de bedienings- en stroomvoorzieningsdraden • De (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne levert +12 V gelijkstroom wanneer u instelt op radio-ontvangst of de AF (Alternatieve Frequenties) of TA (verkeersinformatie) functie inschakelt. • Als uw auto is voorzien van een ingebouwde FM/MG/LG antenne in de zijruit of de achterruit, sluit u dan de (blauwe) bedieningsdraad voor de automatische antenne of de (rode) accessoirestroomvoorzieningsdraad aan op de stroomaansluiting van de bestaande antenneversterker. Raadpleeg voor nadere aanwijzingen uw dealer. • Een automatische antenne zonder relaisdoos is niet met dit toestel te gebruiken. Aansluiting voor instandhouding van het geheugen Zolang de gele stroomvoorzieningsdraad is aangesloten, zal het geheugencircuit altijd van stroom worden voorzien, ook wanneer het contact van de auto is uitgeschakeld. Betreffende de luidspreker-aansluitingen • Zorg dat het toestel is uitgeschakeld voordat u de luidsprekers gaat aansluiten. • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8 ohm met een ruime vermogenscapaciteit, om ook bij groot volume beschadiging te voorkomen. • Zorg dat de luidspreker-aansluitingen geen contact maken met het chassis van de auto en vermijd ook onderling contact tussen de aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekers. • Verbind de aardleiding van dit toestel niet met de negatieve (-) aansluiting van de luidspreker. • Probeer niet om de luidsprekers in parallel door te verbinden. • Sluit alleen passive luidsprekers aan. Door het aansluiten van actieve luidsprekers (met ingebouwde versterker) kan dit toestel beschadigd worden. • Om storingen en defecten te voorkomen, mag u niet de vast luidsprekersnoeren in uw auto gebruiken als er daarin een gemeenschappelijke negatieve (-) aansluiting voor de linker en rechter luidsprekers wordt gebruikt. • Verbind de luidsprekersnoeren van dit toestel niet met elkaar. 13 Voorluidsprekers (los verkrijgbaar) Aansluitdoos 1 Eindversterkers Tulpstekkersnoeren (los verkrijgbaar) (los verkrijgbaar) Aansluitstekker 3 voor verbinding hoofdapparaat/ aansluitdoos XAV Achterluidsprekers (los verkrijgbaar) Bedieningssatelliet RM-X4S (los verkrijgbaar) Tulpstekkersnoeren (los verkrijgbaar) Actieve lagetonenluidspreker (los verkrijgbaar) Radio/multimediaregeleenheid (hoofdapparaat) Schakeldraadklem 5 Handremschakeldraad van de auto Antenneverloopstekker qh Lichtgroen (2 m) A AMP REM Maximale stroomsterkte 0,3 A vanaf een auto-antenne* Blauw/wit Lichtblauw B ATT Stroomvoorzieningskabels 2 1 3 5 7 C vanaf de luidspreker-aansluiting van de auto 2 4 6 8 C vanaf de luidspreker-aansluiting van de auto D vanaf de stroomvoorzieningsaansluiting van de auto 1 Paars + Luidspreker rechtsachter 4 Geel continue stroomvoorziening 2 – Luidspreker rechtsachter 5 Blauw automatische antenneregeling 3 Grijs + Luidspreker rechtsvoor 4 – Luidspreker rechtsvoor 6 Oranje/ geschakelde stroomvoorziening wit voor de verlichting 5 Wit + Luidspreker linksvoor 7 Rood geschakelde stroomvoorziening 6 – Luidspreker linksvoor 8 Zwart aarde 7 Groen + Luidspreker linksachter Posities 1, 2 en 3 hebben geen pennetjes. 8 – Luidspreker linksachter De negatieve polariteitposities 2, 4, 6 en 8 hebben gestreepte snoeren. 5 7 D vanaf de stroomvoorzieningsaansluiting van de auto 4 6 8 Zekering (10 A) A Naar de AMP REMOTE IN aansluiting van een los verkrijgbare eindversterker Deze aansluiting is alleen voor een versterker. Aansluiten van andere apparatuur kan schade aan het toestel veroorzaken. B Naar de interface-kabel van een autotelefoon Waarschuwing Als uw automatische antenne geen relaisdoos heeft, kan het aansluiten van dit toestel met de bijgeleverde stroomvoorzieningskabels 2 schade aan de antenne veroorzaken. * Opmerking voor het aansluiten van de antenne Als uw antenne een ISO type is (volgens de normen van de Internationale Organisatie voor Standaardisering), gebruikt u voor het aansluiten dan de bijgeleverde antenne-verloopstekker qh en sluit u die aan op de antenneaansluiting van het hoofdapparaat. 14 Zie voor nadere bijzonderheden het “stroomvoorzieningsaansluitschema” op de volgende pagina. Stroomvoorzienings-aansluitschema De hulpstroomaansluiting kan verschillen, afhankelijk van het model auto. Controleer het aansluitschema van de hulpstroomstekker van uw auto om te zien of de aansluitingen precies overeenkomen. Er zijn drie basistypen (hieronder afgebeeld). Het kan nodig zijn om de plaats van de rode en gele draden in het stroomvoorzieningssnoer van uw auto-stereo te verwisselen. Nadat u de aansluitingen en de geschakelde stroomvoorzieningsdraden juist bij elkaar hebt gepast, kunt u het toestel aansluiten op de stroomvoorziening van de auto. Als u vragen hebt of problemen met het aansluiten van dit toestel die in deze handleiding niet aan de orde komen, raadpleeg dan a.u.b. uw autodealer. Hulpstroomstekker A Rood Rood Geel Geel 4 Geel continue stroomvoorziening 7 Rood geschakelde stroomvoorziening B Rood Rood Geel Geel 4 Geel geschakelde stroomvoorziening 7 Rood continue stroomvoorziening C Rood Rood Geel Geel Auto met contactslot zonder ACC stand 15 4 Na het installeren en aansluiten 1 Start de motor van de auto. of de remlichten, de andere lichten, de 2 Controleer claxon, de richtingaanwijzers en alle andere elektrische voorzieningen normaal werken. Opmerking Om de kans op beschadiging te vermijden, mag u voor het indrukken van de terugsteltoets geen scherpe naald of paperclip gebruiken en ook niet te hard doordrukken. een spits voorwerp zoals een pen of 3 Gebruik potlood om de Reset terugsteltoets voorop het toestel in te drukken. Reset terugsteltoets Wanneer u de Reset terugsteltoets indrukt, wordt de stereoinstallatie ingeschakeld. Waarschuwing voor gebruik in een auto waarvan het contactslot geen ACC (accessoire) stand heeft Houd na uitschakelen van het contact altijd even de OFF toets van het toestel 2 seconden lang ingedrukt, zodat de tijdsaanduiding dooft. Als u de OFF toets maar heel even kort indrukt, zal de tijdsaanduiding stroom van de auto-accu blijven trekken en die geleidelijk uitputten. 16 Sierlijst rond het voorpaneel verwijderen Om de sierlijst rond het voorpaneel van het toestel te verwijderen, volgt u de onderstaande aanwijzingen. Plaats een muntstuk tussen het toestel en de sierlijst en wrik met een korte draai de sierlijst los. Pas op dat u de plastic delen onderaan het voorpaneel niet lostrekt. A B Sierlijst rond het voorpaneel 4 de onderrand van de sierlijst 1 Trek rond het voorpaneel naar voren (volgens pijl A), zodat er wat speling komt tussen de sierlijst en het toestel. een muntstuk of iets 2 Plaats dergelijks in de ontstane gleuf en wrik met een korte draai de sierlijst los. Ga voorzichtig te werk, om het toestel niet te beschadigen. Wrik eerst de rechterkant los en dan de linkerkant. nu de onderkant van de 3 Trek sierlijst zijwaarts los van het voorpaneel (volgens pijl B) en verwijder de sierlijst van het toestel. Opmerking Let op dat u de plastic delen onderaan het toestel niet samen met de sierlijst van het voorpaneel lostrekt. 17
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82

Sony XA-V7W Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor