AL-KO 112774 Handleiding

Categorie
Gazon verticuteermachines
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

45
NL
474 184_a
45
Inhoudsopgave
Functionele delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . .45
Veiligheidsaanwijzingen op het apparaat . . . . . . . . . . .47
In deze handleiding gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . .47
Gebruik volgens bestemde doeleinden . . . . . . . . . . . . .47
Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Vóór de eerste ingebruikneming - accu opladen . . . . . .48
Voorbereiding voor de ingebruikneming . . . . . . . . . . . .49
Ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Accubedrijfsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Accu correct bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Zo maait u goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Maaimes vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Onderhoud, reiniging en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
EU-conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Functionele delen
Omslag pagina 3
1 Duwboom
2 Veiligheids-inschakelingshendel
3 Veiligheids-ontgrendelingsknop
4 Multifunctiebox
5 Rastering voor in hoogte verstelbare duwboom
6 Gras-vulstandindicator
7 2 x spangrepen voor in hoogte verstelbare duw-
boom
8 Vergrendeling voor multifunctiebox
9 Grasopvangbak
10 2 x behuizingsgrepen
11 Vergrendeling voor duwboom
12 Stroomcircuitonderbreker
13 Oplaadstatusindicator van de accu
14 Storingsindicator
15 Maaihoogteverstelling
16 Loopwielen
17 Afsluitdeksel van de accuschacht
18 Accuschacht
19 Accu met contactbus
20 Contactstekker
21 Maaimes
22 Oplaadapparaat met laadstatusindicator, laadstek-
ker en stroomstekker
Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen
Gelieve deze handleiding voor montage en inge-
bruikneming van uw apparaat zorgvuldig te lezen
en veiligheidsaanwijzingen strikt op te volgen.
Gebruik deze handleiding om vertrouwd te raken
met het apparaat, instellingsonderdelen, het juis-
te gebruik en veiligheidsaanwijzingen.
Wordt uw apparaat door andere personen
gebruikt, dan dient u de gebruikshandleiding bij
het apparaat mee te geven.
Alle veiligheidsaanwijzingen dienen steeds ook
voor uw persoonlijke veiligheid.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat voldoet aan de erkende techniekvoor-
schriften en de desbetreffende veiligheidsbepalingen
voor elektrische apparaten.
Om schade en gevaren als gevolg van het oneigenlijk
gebruik te voorkomen, dient men zich aan de
gebruikshandleiding te houden en deze zorgvuldig te
bewaren!
Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker van het
apparaat bij ongevallen met andere personen of bij
beschadiging van eigendom verantwoordelijk is!
Het gebruik van dit apparaat is niet bestemd voor
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vaardigheden, personen
zonder ervaring en/of gebrek aan kennis, tenzij onder
toezicht en ná instructies voor het gebruik door een
verantwoordelijke persoon.
Kinderen zijn zich niet bewust van de gevaren die dit
apparaat met zich meebrengt. Men dient daarom
nooit kinderen met dit apparaat te laten werken!
djitfeel muminim nee nak gnivegleger ekjilestaalP
opleggen voor gebruikers.
Houd rekening met de plaatselijke rusttijden van uw
gemeente!
Verpakkingsmaterialen, zoals bijv. foliezakken zijn
niet bedoeld voor kinderen!
Bescherm het apparaat tegen weersomstandigheden
(vochtigheid, vorst).
Veiligheidsaanwijzingen voor de bediening van
het apparaat
Gebruik het apparaat uitsluitend voor de bestemde
doeleinden! Gebruik het apparaat uitsluitend binnen
het aangegeven vermogenbereik.
Voor elk gebruik van het apparaat dient u de perfecte
staat van het apparaat te controleren. U mag het
apparaat niet gebruiken wanneer:
NL
46
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
46
– veiligheidsinrichtingen (inschakelingshendel,
veiligheidsafdekkingen) en/of de maai-inrichting
beschadigd of versleten zijn;
– het apparaat zichtbare schade heeft;
– het apparaat eens gevallen is.
Zet de veiligheidsinrichtingen nooit buiten gebruik.
Controleer het maaioppervlak alvorens met het maai-
en te beginnen om beschadiging van het apparaat
door voorwerpen of letsel van levende wezens te voor-
komen. Hierbij dient men stenen, stukken hout, dra-
den en vergelijkbare andere vreemde bestanddelen te
verwijderen. De door het maaimes gegrepen voorwer-
pen kunnen op ongecontroleerde wijze uit het appa-
raat worden geslingerd. Houd derden uit de nabijheid
van het gevarenbereik.
Draag tijdens het maaien geschikte werkkleding,
zoals stevige schoenen, lange broek en eventueel
handschoenen. Gebruik de grasmaaier niet met blote
voeten of lichte sandalen.
Het apparaat kan ernstig letsel veroorzaken! U bent
voor de veiligheid van het werkgebied verantwoorde-
lijk.
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes!
– Start het apparaat nooit in gekantelde stand - dit
kan ernstig letsel veroorzaken! Voor de aanloop in
hoog gras dient u de aanwijzingen in hoofdstuk
"Zo maait u goed" op te volgen.
Handen en voeten nooit in de nabijheid van het rote-
rende maaimes brengen. Dit kan ernstig letsel ver-
oorzaken! Houd altijd uw handen en voeten op een
voldoende afstand van het maaimes. Maaimessen
lopen na.
Til het apparaat nooit met draaiende motor op.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Schakel de motor
uit en verwijder de stroomonderbreker wanneer u
het apparaat naar en van het werkoppervlak moet
transporteren resp. het apparaat moet kantelen.
Let op, verwondingsgevaar door rondvliegende
delen! Start of activeer het apparaat niet wanneer de
multifunctiebox voor de grasopvangbak geopend is of
wanneer derden zich binnen het gevarengebied
ophouden.
Start of activeer het apparaat zoals beschreven is in
de gebruikshandleiding.
De veiligheids-inschakelingshendel en/of de veilig-
heids-ontgrendelingsknop mag nooit geblokkeerd
resp. kortgesloten worden.
Maai uitsluitend bij daglicht of bij voldoende kunst-
matige verlichting.
Gebruik het apparaat nooit in de regen of in een voch-
tige of natte omgeving.
Gebruik de grasmaaier nooit wanneer er personen,
vooral kinderen of dieren, in de buurt zijn!
Let bij het maaien altijd op een veilige en vaste stand,
ook op hellingen.
Niet op te steile hellingen maaien.
Duw het apparaat uitsluitend in looptempo.
Let op, verwondingsgevaar bij het per ongelijk
inschakelen! Het per ongeluk inschakelen kan tot
ernstig letsel leiden. Om dit te vermijden, verwijdert u
de stroomcircuitonderbreker wanneer:
– u het apparaat zonder toezicht laat staan;
– bij onderhoud, controle of reiniging van het
apparaat;
– bij het plaatsen van de accu;
– het apparaat bedrijfsstoringen aangeeft.
Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud en reini-
ging van het apparaat
Om onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit te
voeren, dient u de stroomcircuitonderbreker te ver-
wijderen.
Controleer regelmatig het maaimes op beschadigin-
gen en houd het in goede staat. Stompe, gebogen of
beschadigde maaimessen overbelasten het apparaat.
Laat regelmatige onderhoudswerkzaamheden door
de klantendienst van de fabrikant of door de bevoeg-
de specialist uitvoeren.
Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage
en vervormingen.
Controleer na uitvoering van onderhoud of reparatie
dat alle schroeven, bouten, moeren en veiligheidsin-
richtingen goed vastzitten resp. zijn aangedraaid.
Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met het
oplaadapparaat en de accu
De stroomspanning moet met de stroomgegevens
(V~) op het typeplaatje van het oplaadapparaat over-
eenkomen!
Let op, verwondingsgevaar door elektrische
schokken, zowel als brand- en explosiegevaar!
Om levensgevaarlijke situaties te voorkomen:
moet voor elk gebruik het oplaadapparaat, laadstekker
en stroomstekker in perfecte
moet een beschadigd oplaadapparaat onmiddellijk
worden vervangen. De accu
uitsluitend met het ori-
ginele
– moet het oplaadapparaat en de accu voor hitte en
vochtig heid worden beschermd;
– mag het oplaadapparaat en de accu niet in vloeistof
worden gedompeld;
– mag het apparaat uitsluitend met de originele
lithiumionen accu worden gebruikt;
– mag het oplaadapparaat uitsluitend voor het laden
van originele lithiumionen accu's worden gebruikt;
47
NL
474 184_a
47
– moet het oplaadapparaat en de accu in ongeopen-
de toestand blijven;
– mag het oplaadapparaat niet op een brandbare
ondergrond worden gebruikt;
– mogen tijdens het opladen geen licht ontvlambare
stoffen in de directe nabijheid van het oplaadappa-
raat zijn.
– moet de accu tegen hitte, langdurige zonnestraling
en brand worden beschermd. Bewaar de accu uit-
sluitend op plaatsen met een temperatuurbereik
van 0 °C tot max. +45 °C. Leg de accu niet op een
warmtebron.
– mag de accu nooit met metalen of andere elektrici-
teitsgeleidende delen worden overbrugd.
Let op, gevaar voor ongelukken! Plaats de accu
uitsluitend wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
De aansluiting van de accu op een ingeschakeld appa-
raat kan ongelukken veroorzaken.
Let op, verwondingsgevaar door bijtende vloei-
stof! Plaats de accu niet onder extreme omstandighe-
den zoals warmte en schokken. Verwondingsgevaar
door uitlopende elektrolytoplossing! Wanneer accu-
werkzuren in aanraking komen met de huid of de
ogen, dient men onmiddellijk de desbetreffende plek-
ken met water of neutraliserend middel goed te spoe-
len en een arts te bezoeken.
Let op, verwondingsgevaar door bijtende dam-
pen! Plaats de accu niet onder extreme omstandighe-
den zoals warmte en schokken. Verwondingsgevaar
door bijtende dampen! Zorg voor voldoende frisse lucht
en bezoek een arts bij irritatie van luchtwegen, huid of
ogen.
Veiligheidsaanwijzingen op het
apparaat
Uitleg van de symbolen op het apparaat
Opgelet
! Lees vóór de ingebruikneming de
bedieningshandleiding
Opgelet
! Verwondingsgevaar door
scherp maaimes!Vingers en voeten uit de
buurt houden! Voor alle werkzaamheden aan
het apparaat altijd eerst de stroomcircuiton-
derbreker verwijderen! Veiligheidsaanwijzin-
gen opvolgen!
Opgelet
! Verwondingsgevaar door rond-
vliegende delen! Houd derden ver uit de
nabijheid van het gevarengebied!
In deze handleiding gebruikte
symbolen
Algemeen waarschuwingsteken
Gevaar voor elektrische spanning
Nuttige aanwijzing
Let op, verwondingsgevaar door rote-
rend maaimes! Controleer dat het apparaat
is uitgeschakeld. Maaimes loopt nog even
door. Verwijder de stroomcircuitonderbreker
om veiligheidsredenen.
Veiligheidshandschoenen dragen
Recyclebaar/ GRS-inleveringsbak
voor batterijen
Afvalverwerkingsaanwijzing accu
Afvalverwerkingsaanwijzing apparaat
Accu mag niet warmer dan +45 °C worden
Accu tegen directe zonnestraling bescher-
men
Accu tegen brand beschermen
Accu mag niet als huishoudelijk afval wor-
den verwerkt
Gebruik volgens bestemde
doeleinden
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het maaien van
gazons en grasoppervlakken van particuliere huistuinen
of hobbytuinen. Het opvolgen van de aanwijzingen van
de fabrikant in de bedieningshandleiding is een voor-
waarde voor het gebruik van het apparaat volgens de
max. 45 °C
STOP
48
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
48
voorschriften. De bedieningshandleiding bevat ook
bedienings- onderhouds- en reparatievoorwaarden.
Wij wijzen er nadrukkelijk op dat wij volgens de wet pro-
ductaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn voor de
door onze apparaten veroorzaakte schade, in zoverre
deze door onvakkundige reparaties, door gebruik van
niet originele reserveonderdelen of door reparaties wor-
den veroorzaakt die niet door onze klantendienst of een
bevoegde specialist zijn uitgevoerd. Dit geldt ook voor
accessoires.
Dit apparaat is nietbestemd voor industrieel gebruik!
Leveringsomvang
Technische gegevens
Vóór de eerste ingebruikne
ming - accu opladen
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de "Veiligheidsaanwijzingen voor
de omgang met het oplaadapparaat en de accu" op in het
hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen".
De stroomspanning moet met de stroomgegevens
(V~) op het typeplaatje van het oplaadapparaat
overeenkomen.
Gebruik uitsluitend het meegeleverde oplaadap-
paraat met de bijbehorende originele lithiumio-
nen accu. Het oplaadapparaat mag uitsluitend op
droge plaatsen worden gebruikt.
Ter informatie
De meegeleverde accu is gedeeltelijk geladen.
Vóór het eerste gebruik dient u de accu volledig
op te laden. De oplaadtijd bedraagt bij de eerste
ingebruikneming circa 4,5 uur. Hierbij moet het
laadtemperatuurbereik tussen de 0 °C en +45 °C
liggen. Alleen op deze wijze wordt een hoge
levensduur van de accu behaald.
Een aanzienlijk kortere bedrijfsduur, ondanks
oplading, is een indicatie dat de accu verbruikt is
en moet worden vervangen. Gebruik uitsluitend
originele lithiumionen accu's die u via de klanten-
dienst van de fabrikant kunt verkrijgen.
Het oplaadapparaat en de accu kunnen tijdens het
opladen warm worden. Dit is normaal en geen
indicatie van een technisch defect.
De meegeleverde lithiumionen accu heeft geen
memory-effect en kan op elk moment, ongeacht
de laadstatus, worden opgeladen. Een vroegtijdi-
ge onderbreking van het opladen beschadigt de
accu niet. Een veiligheidsschakeling in het appa-
raat voorkomt dat de accu volledig leeg raakt.
Opladen
Haal de accu uit de verpakking
Afb.
A
A
Steek de laadstekker van het oplaadapparaat 22 in
de contactbus van de accu19. Steek nu het oplaad-
apparaat 22 in het stopcontact. Het opladen begint
wanneer de groene LED knippert.
Accu-Grasmaaier Powerline 3600 Li
Artikelnummer 112774
Vochtbescherming IPX 1
Maaibreedte 36 cm
Maaihoogte 1,6 - 7 cm / 7-traps
verstelbaar
Geluidsniveau 94 dB (A)
Geluidsdruk 81 dB
Gewicht circa 19 kg
Inhoud opvangbak 36 L
Beschermingsklasse III
Motor
Bedrijfsspanning 25,2 V
Toerental max. 3700/min
Accu
Type Li-Ion US 18650V1
Nominale spanning 25,2 V / 3,9 Ah
Oplaadapparaat
Ingangsspanning 100 V - 240 V
Nominaal stroomverbruik 50 W
Uitgangsspanning 25,9 V
Oplaadstroom 900 mA
Acculaadtijd max. 4,5 uur
Laadtemperatuurbereik 0 °C tot 45 °C
49
NL
474 184_a
49
Het opladen is beëindigd wanneer de laadindicator op
het oplaadapparaat groen oplicht. Haal na het opladen
eerst de stekker van het oplaadapparaat uit het stopcon-
tact en pas dan de laadstekker uit de accu
.
De laadtijd bij een volle oplading bedraagt circa
4,5 uur.
Voorbereiding voor de
ingebruikneming
Het apparaat is af fabriek met uitzondering van
accu
19
compleet gemonteerd.
Duwboom plaatsen
Afb.
B
D
B
Open de vergrendeling 11 om de duwboom 1 te
ontgrendelen.
C
Klap de duwboom 1in een stand waarin u het appa-
raat ergonomisch goed kunt bedienen. 6 rasterin-
gen en hiermee 6 verschillende hoogtes zijn moge-
lijk.
D
Vergrendel de duwboom 1 in de gekozen rastering
5door beide spangrepen 7 aan beide zijden hand-
matig aan te trekken.
Let er hierbij op dat vertandingen correct in elkaar
grijpen.
Accu plaatsen
Let op, verwondingsgevaar door
roterend en scherp maaimes!
Afb.
E
G
E
Open de afsluitdeksel 17 van de accu. Druk hiervoor
1 x licht op de deksel (zie afbeelding).
Let erop dat de contactstekker20 droog en vrij van
vuil blijft. Gebruik bij het plaatsen van de accu
19geen kracht
.
F
Schuif de accu 19 met lichte druk tot aan de aanslag
in de accuschacht 18. De contactbus van de accu
moet hierbij vast in de contactstekker 20 van het
apparaat zitten.
G
Sluit de afsluitdeksel 17 van de accu. Deze is bij een
correcte plaatsing van de accu gemakkelijk te slui-
ten. De afsluitdeksel 17 van de accu vergrendelt zich
met een "klik".
Instellen van de maaihoogte
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes! Maaihoogte uitsluitend bij uitgescha-
kelde motor instellen. Maaihoogte uitsluitend zo
laag instellen dat het maaimes bij ongelijke
ondergronden de grond niet raakt.
Plaats het apparaat op een stevige en vlakke
ondergrond.
Afb.
H
De maaihoogte is met de maaihoogteverstelling15 in
zeven trappen verstelbaar.
H
Om de maaihoogte in te stellen, kantelt u het appa-
raat licht met de voorste behuizingsgreep10. Trek de
maaihoogteverstelling 15 uit de rastering, verschuif
deze 15 in de gewenste stand en vervolgens opnieuw
in de rastering.
Voor een comfortabele bediening heeft de maai-
hoogteverstelling 15 een veermechanisme.
De schaalindeling aan de maaihoogteverstelling 15 geeft
de benaderde maaihoogte aan:
Trap 1* = 1,6 cm
Trap 2 = 2,5 cm
Trap 3 = 3 cm
Trap 4 = 4 cm
Trap 5 = 5 cm
Trap 6 = 6 cm
Trap 7 = 7 cm
*deze stand is uitsluitend voor siergras en zeer effen
oppervlakken geschikt.
Ingebruikneming
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de "Algemene veiligheidsaan-
wijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor
de bediening van het apparaat" van hoofdstuk
"Belangrijke veiligheidsaanwijzingen".
Opgelet, apparaatbescherming!
Controleer dat de grasopvangbak 9
geplaatst is.
max. 45 °C
STOP
50
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
50
Tijdens het maaien geschikte werkkleding, zoals
stevige schoenen, lange broek en eventueel hand-
schoenen. Gebruik de grasmaaier niet met blote
voeten of lichte sandalen.
Apparaat inschakelen/uitschakelen
Inschakelen: Afb.
I
I
Plaats de stroomcircuitonderbreker 12. Het appa-
raat dient daarbij op een vlakke ondergrond te
staan, zodat alle 4 de wielen de grond raken.
Om het apparaat te starten drukt u de veiligheids-
ontgrendelingsknop 3, in en met de andere hand
trekt u de veiligheids-inschakelingshendel 2 tegen
de duwboom 1. Is de motor opgestart, laat u de vei-
ligheids-ontgrendelingsknop3 los.
De motor start met een zachte aanloop. Loopt de
motor zwaar laat dan de veiligheids-inschake-
lingshendel 2 los. Reden hiervoor kan zijn dat het
apparaat in te hoog gras staat. In dergelijke geval-
len kantelt u het apparaat op de achterwielen
(duwboom 1 naar beneden drukken), maar uit-
sluitend zover als echt noodzakelijk is. Start de
motor opnieuw. Loopt de motor dan nog steeds
zwaar resp. blokkeren de wielen, raadpleeg dan
het hoofdstuk "Zo maait u goed" resp. "Verhel-
pen van storingen".
Uitschakelen: Afb.
J
K
Om de motor uit te schakelen, laat u de veiligheids-
inschakelingshendel 2 los. Door een geïntegreerde rem
komt het maaimes 21 binnen enkele seconden tot stil-
stand.
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes. Ondanks de geïntegreerde rem blijft
het maaimes nog even doorlopen. Blijf uit de
nabijheid van het maaimes, totdat de motor tot
volledige stilstand is gekomen.
Opgelet, apparaatbescherming! Laad de accu
niet op wanneer deze de max. werk temperatuur
overschreden resp. aan de directe zonnestraling is
blootgesteld. Hierdoor kan de accu stuk gaan.
J
Wanneer u het apparaat niet direct weer gaat
gebruiken, verwijder dan de stroomcircuitonderbre-
ker 12.
K
Het apparaat bevindt zich ook bij verwijderde
stroomcircuitonderbreker in de standby-modus.
Om een ontlading van de accu te vermijden,
dient u bij langdurig niet-gebruik de accu uit het
apparaat te halen. Hiervoor de afsluitdeksel 17 ope-
nen en de accu verwijderen.
Statusindicator [3 x groen / 1 x rood]
Het apparaat is voorzien van een statusindicator die de
laadstatus van de accu en eventuele storingen aangeeft.
De statusindicator bestaat uit de laadstatusindicator 13
[3 x LED groen] en een storingsindicator 14 [1 x LED
rood].
Zodra u het apparaat inschakelt wordt een zelftest
uitgevoerd, hierbij lichten alle LED's gedurende
circa 1 sec. kort op. Hierna wordt de laadstatus
met de laadstatusindicator 13 weergegeven.
Laadstatus (groene LED's):
3 x groen LED constant
aan
Laadstatus: ca. 100 - 60 %
2 x groen LED constant
aan
Laadstatus ca. 60 - 20 %
1 x groen LED constant
aan
Laadstatus < 20 %
1 x groen LED knipperend
Laadstatus : accu leeg
ACCU MOET NU WORDEN
OPGELADEN!
Indicatorstatus (rode LED):
Rood LED constant aan
Overbelasting of storing
Rood LED knipperend
Stroomcircuitonderbreker is
bij inschakeling niet ge -
plaatst. Motor start niet.
Opgelet, apparaatbescherming! Rood con-
stant oplichtend! Bij overbelasting schakelt de
elektronica het apparaat uit en gaat de rode LED
aan. Laat de veiligheids-inschakelingshendel los
en verwijder de stroomcircuitonderbreker. Voor-
dat u het apparaat opnieuw opstart en gebruikt,
dient u allereerst de oorzaak te achterhalen.
Meeraanwijzingen vindt u in de hoofdstukken"Zo
maait u goed" en "Verhelpen van storin-
gen". Wanneer de rode LED bij een nieuwe start-
poging nog altijd oplicht, is een onmiddellijke
controle nodig, eventueel door de klantenservice
van de fabrikant.
51
NL
474 184_a
51
Grasopvangbak
De grasopvangbak gebruiken
Het apparaat is met een vulstandindicator 6 uitgerust.
Zodra de vulstandindicator 6 de stand FULL aangeeft
resp. tijdens het maaien gemaaid gras op het gazon ach-
terblijft, is de grasopvangbak 9 vol en dient men deze
leeg te maken.
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes! Grasopvangbak 9 uitsluitend bij uitge-
schakelde motor verwijderen. Ondanks de geïnte-
greerde rem blijft het maaimes nog even doorlo-
pen. Blijf uit de nabijheid van de grasopvangbak,
totdat de motor tot volledige stilstand is geko-
men.
Afb.
L
O
L
Om de grasopvangbak 9 te verwijderen, opent u de
beide boxvergrendelingen 8.
M
Klap de multifunctiebox 4 naar achteren en houd
deze vast.
N
Til de grasopvangbak 9 aan de grepen aan de voor-
zijde zodat het gemaaide gras in de grasopvangbak
9 blijft. Maak de grasopvangbak 9.
O
Nadat u de bak heeft leeggemaakt, plaats u de mul-
tifunctiebox 4 opnieuw aan de achterzijde van het
apparaat. Plaats de grasopvangbak 9 eerst met de
achterzijde tussen de rechter en linker geleidingen
en vervolgens aan de voorzijde met de grepen. Bij
een correcte plaatsing van de grasopvangbak 9
klapt de multifunctiebox 4 naar voren en tegen de
behuizing. Sluit beide boxvergrendelingen 8.
Om een goed vulresultaat te behalen, dient u de
grasopvangbak 9 en vooral het uitwerpkanaal ná
gebruik te reinigen. Houd ook de oplegvlakken,
als ook de ronde roosteropeningen van de grasop-
vangbak, vrij van snijgoed. Houd tevens de multi-
functiebox van de grasopvangbak schoon.
Opgelet, apparaatbescherming! Snijgoed in
de maaierbehuizing resp. uitwerpkanaal niet met
hand of voet verwijderen, maar met geschikte
hulpmiddelen, zoals bijv. borstels of handbezems.
Om uw eigen veiligheid te waarborgen dient u
hiervoor de stroomcircuitonderbreker te verwijde-
ren.
Bij de laagste maaihoogtestand kan de werking
van de vulstandindicator, onder bijzondere
omstandigheden, worden beperkt.
Maaien zonder grasopvangbak
Door het hoge uitwerpbereik kan bij het maaien zonder
geplaatste grasopvangbak het snijgoed gelijkmatig over
het gazon worden verspreid.
Bij het maaien zonder grasopvangbak wordt geen
status van de vulstand aangegeven.
Accubedrijfsduur
De bedrijfsduur van de accu is in hoofdzaak afhankelijk
van de toestand van het gazon en de maaihoogte-instel-
ling. Een andere factor is het frequent in-/uitschakelen
tijdens het maaien, hetgeen eveneens de bedrijfsduur
van de accu kan verminderen.
Ga met de accu resp. het apparaat om zoals beschreven
in de aanwijzingen.
Een optimale bedrijfsduur van de accu behaalt u door het
gazon vaker te maaien en zo het gras kort te houden.
Looptijd in m
2
Verzorgd droog gazon,
dun gras, tot 400 m
2
Normaal gras,
tot 200 m
2
Normaal dicht gras,
tot 130 m
2
Maaien van 6 cm op 4 cm
Maaien van 8 cm op 4 cm
Maaien van 8 cm op 4 cm
52
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
52
Accu correct bewaren!
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de“Veiligheidsaanwijzingen
voor de omgang met het oplaadapparaat en de
accu" op in hethoofdstuk "Belangrijke veiligheids-
aanwijzingen".
Opgelet, apparaatbescherming! Een lege accu
mag niet leeg worden opgeslagen. De ontlading is
weliswaar gering maar bij een langdurige opslag
kan een lege accu stuk gaan. Volg daarom de vol-
gende aanwijzingen voor langdurig niet-gebruik
(bijv. in de wintermaanden):
accu wegzetten met een laadstatus van ca. 40 -
60 %.
accu op een droge, hooggelegen, gesloten,
vorstvrije plaats wegzetten met een tempera-
tuur tussen de 0 °C en + 45 °C. Bij een opslag-
temperatuur van +15 °C is de ontlading en che-
mische veroudering het minst. Vermijd directe
zonnestraling.
wordt de accu langer dan 6 maanden niet
gebruikt, laad de accu dan gedurende 2 uur op
tot ca. 40 - 60 % capaciteit.
Zo maait u goed
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de “Algemene veiligheids-
aanwijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen
voor de bediening van het apparaat" van hoofdstuk
"Belangrijke veiligheidsaanwijzingen".
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Opgelet, apparaatbescherming!
Wordt het maaimes door een vreemd voorwerp
geblokkeerd of de motor wordt overbelast dan
schakelt de elektronica het apparaat uit en
gaat de rode LED aan. Laat de veiligheids-
inschakelingshendel 2 los. Indien vereist, het
vreemde voorwerp verwijderen.
Zet de motor uit zodra u op een vreemd voor-
werp stuitt. Voordat u het apparaat opnieuw
opstart en gaat gebruiken, dient u het apparaat
op beschadigingen te controleren. Begint het
apparaat buitengewoon sterk te vibreren, dan
is een onmiddellijke controle nodig, eventueel
door de klantenservice van de fabrikant.
Reinig regelmatig de onderkant van de appa-
raatbehuizing en het uitwerpkanaal. Grasafzet-
tingen verwijderen, vooral in het rotatiebereik
van het maaimes. Grasafzettingen verzwaren
het startproces, beïnvloeden de maaikwaliteit
en het uitwerpen van gras.
Maai alleen met scherpe en in perfecte toestand ver-
kerende maaimessen, zodat grassprieten niet uitraf-
elen en het gras geel wordt.
Bij aanvang van de grasmaaiperiode en bij nieuw
aangelegde gazons dient u aanvankelijk een relatief
hoge maaihoogte te kiezen en bij de volgende maai-
processen geleidelijk te verlagen. Om een goed ver-
zorgd gazon te onderhouden dient aan het einde van
het maaien de maaihoogte op ca. 3 cm te worden
ingesteld, aangezien de sprieten aan de onderkant
wit verkleurd zijn en bij een te lage maaihoogte het
gazon geen frisse groene indruk geeft. De sprieten
drogen vooral in de zomer snel uit.
Maai het gazon bij voorkeur elke week. De groei gaat
bij het vaak maaien van het gras in de kort gemaaide
sprieten en maakt ze sterk. Maai het gras altijd in een
enigszins droge staat.
Wanneer u het gazon in trap 1 maait (deze stand is
uitsluitend voor siergras en vooral voor zeer even
oppervlakken geschikt), dient u na het maaien het
gazon goed te besproeien, aangezien anders het
gazon uitdroogt en geel wordt.
Om een mooi maaibeeld te behalen, duwt u het
apparaat in rechte lijnen en in looptempo. Daarbij
moeten de maailijnen elkaar altijd enkele centime-
ters overlappen, zodat er geen strepen ontstaan.
Maaien op hellingen en bermen
Let op, verwondingsgevaar door maaien op
hellingen en bermen! Men dient bij het maaien
op hellingen en bermen uiterst voorzichtig te zijn,
aangezien bij onachtzaamheid het apparaat
onder omstandigheden kan kantelen en u zich
ernstig kan verwonden. Volg daarom de volgende
veiligheidsaanwijzingen op:
– Let op een veilige stand en maai altijd dwars op de
helling.
– Duw het apparaat uitsluitend in looptempo.
Het wegglijden van het apparaat wordt door een lich-
te schuine maaistand naar boven verhinderd.
– Maai het gras nooit op te steile hellingen.
Struikelgevaar! Wees uiterst voorzichtig bij achter-
waartse bewegingen en bij het trekken van het appa-
raat.
max. 45 °C
53
NL
474 184_a
53
Maaimes vervangen
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de "Algemene veiligheidsaan-
wijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor
onderhoud en reiniging"van hoofdstuk "Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen".
Let op, verwondingsgevaar door
roterend en scherp maaimes!
Let op, verwondingsgevaar en apparaatbe-
scherming! Gebruik uitsluitend het door de
fabrikant meegeleverde originele maaimes.
Let op, verwondingsgevaar door scherp
maaimes! Draag bij alle werkzaamheden veilig-
heidshandschoenen.
Maaimes vervangen
Beschadigd of stomp maaimes 21 moet vervangen wor-
den. Het maaimes 21 mag niet worden bijgeslepen!
Afb.
P
P
Kantel het apparaat op de zijkant. Houd het maai-
mes 21 vast (veiligheidshandschoenen dragen)
en draai beide schroeven los.
Monteer het maaimes 21 zoals afgebeeld. Let er bij
de inbouw op dat de gebogen vleugel van het maai-
mes naar de behuizing wijst. Beide schroeven plaat-
sen. Maaimes vasthouden (veiligheidshand-
schoenen dragen) en schroeven met een aanhaal-
moment van 8 Nm vastschroeven.
STOP
Verhelpen van storingen
Reparaties aan het apparaat zijn uitsluitend door servicepunten van de fabrikant uit te voeren. Bestel uw reserveon-
derdelen bij uw specialist. Indien niet op voorraad, zorgt de specialist voor een snelle bestelling en levering.
Storingen treden meestal dan op wanneer het apparaat niet juist wordt behandeld, verzorgd en onderhouden. De
volgende tabel "Verhelpen van storingen"bevat de meest voorkomende storingen en informatie over hoe u
deze kunt verhelpen. Bij overige storingen dient u met het dichtstbijzijnde servicepunt van de fabrikant contact op
te nemen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Abnormale geluiden,
ratelend apparaat
Onrustige loop, sterke trillingen
van het apparaat
Schroeven van het maaimes of de
apparaatbehuizing zitten los
Maaimes beschadigd (onbalans)
Maaimesbevestiging aan de
motoras is los
Schroeven vastdraaien
Schroeven van het maaimes aan-
draaien. Beschadigde onderdelen
door de klantendienst van de fabri-
kant laten vervangen.
Gazon wordt geel,
onzuivere snijbeweging
Maaimes te stomp,
maaihoogte te laag
Maaimes vervangen
Maaihoogte hoger instellen
Maaimes correct monteren (zie
hoofdstuk “Maaimes vervangen“)
54
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
54
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Apparaat laat diepe sporen achter Grond doorweekt, gazon te nat Gazon laten drogen, nat gras niet
maaien
Motor start niet
Motor start niet, rode LED knippert
Falende accu
Accu defect
Accu niet opgeladen
Stroomcircuitonderbreker bij
inschakeling niet geplaatst
Accu controleren / accu plaatsen
Accu vervangen
Accu opladen
Stroomcircuitonderbreker plaatsen
Maaimes draait niet, motor slaat af.
Elektronica heeft motor door over-
belasting uitgeschakeld, rode LED
brandt
Blokkering door vreemde bestand-
delen of maaigoed
Maaihoogte te laag
Apparaat uitschakelen. Stroomcir-
cuitonderbreker en vreemde
bestanddelen verwijderen. Verge-
wis u ervan dat het maaimes vrij
kan draaien. Verwijder maaigoed
uit het uitwerpkanaal en het rota-
tiebereik van het maaimes.
Grasopvangbak leegmaken
Maaihoogte hoger instellen
Accubedrijfsduur wordt aanzienlijk
minder
Maaihoogte te laag
Gras te hoog of te vochtig
Maaisnelheid te hoog
Maaien met volle grasopvangbak
Accu opgebruikt
Maaihoogte hoger instellen
Gras laten drogen
Gebruik een langzamer werktempo
Controleer dat het maaimes vrij kan
draaien. Verwijder maaigoed uit
het uitwerpkanaal en het rotatiebe-
reik van het maaimes.
Grasopvangbak is eventueel vol.
Maaigoed valt terug in het rotatie-
bereik van het maaimes.
Accu vervangen. Gebruik uitslui-
tend originele accessoires van de
fabrikant.
Accu laadt niet op Laadstekker of contactbus vuil
Accu/oplaadapparaat defect
Contacten reinigen, laadstekker of
contactbus meerdere malen inste-
ken en verwijderen
Accu/oplaadapparaat vervangen.
Gebruik uitsluitend originele acces-
soires van de fabrikant
55
NL
474 184_a
55
Onderhoud, reiniging en
opslag
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de"Algemeneveiligheidsaan-
wijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor
onderhoud en reiniging" van hoofdstuk "Belangrij-
ke veiligheidsaanwijzingen".
Let op, verwondingsgevaar door
roterend en scherp maaimes!
Onderhoud
Let op, verwondingsgevaar door scherp
maaimes! Draag bij alle werkzaamheden veilig-
heidshandschoenen.
Het onderhoud omvat alle werkzaamheden die het
apparaat in een bedrijfsperfecte toestand behouden.
Door regelmatige controle (van schroefverbindingen
en op scheuren en beschadigingen) en het vervangen
van beschadigde of versleten onderdelen worden
ongevallen en uitvallen van het apparaat voorko-
men.
Vervang om veiligheidsredenen versleten of bescha-
digde onderdelen. Laat reparaties uitsluitend door de
klantendienst van de fabrikant of de bevoegde spe-
cialist uitvoeren.
Controleer regelmatig of het uitwerpkanaal en de
onderkant van het apparaat vrij van vuil en snijgoed
zijn.
Reiniging
Opgelet, apparaatbescherming! Dit apparaat
mag niet met een hogedrukreiniger of een harde
waterstraal worden gereinigd.
Houd het apparaat altijd schoon. Gebruik geen reini-
gings- resp. oplosmiddelen. Deze kunnen het appa-
raat onherstelbaar beschadigen. Chemische stoffen
kunnen de plastic delen van het apparaat aantasten.
Reinig het apparaat met een handveger of borstel en
een vochtige lap.
Controleer het uitwerpkanaal en de grasopvangbak,
zowel als de onderkant van het apparaat, regelmatig
op de aanwezigheid van vuil en snijgoed.
Opslag
Bewaar het apparaat in een droge, gesloten en vorst-
bestendige ruimte. De opslagruimte moet voor kin-
deren ontoegankelijk zijn.
Om bij de opslag ruimte te besparen, kunt u het
apparaat rechtop plaatsen.
Om een ontlading van de accu te vermijden, dient u
bij langdurig niet-gebruik de accu uit het apparaat te
halen.
Afb.
Q
R
Q
Maak beide spangrepen 7 aan beide zijden zover los
dat de vertandingen niet meer in elkaar grijpen.
Klap vervolgens de duwboom 1 naar voren.
R
Sluit de vergrendeling 8 om de duwboom 1 te ver-
grendelen.
Til het apparaat aan de voorste behui-
zingsgreep 10 en zet het apparaat rechtop.
Milieubescherming
Het apparaat en het verpakkingsmateriaal zijn uit recy-
clebare materialen vervaardigd.
Afvalverwerking van de
accu
Als gebruiker bent u wettelijk verplicht om gebruikte
batterijen en accu's voor gescheiden afvalverwerking in
te leveren.
Opgelet! Verwondingsgevaar door defecte,
lekkende accu!De gebruikte accu's bevatten
stoffen die in contact met de huid of bij het inade-
men letsel kunnen veroorzaken. Lekt de accu in
het apparaat dan mag u deze uitsluitend met rub-
beren handschoenen uit het apparaat halen en
dient u deze in een gesloten houder voor geschei-
den afvalverwerking in te leveren.
De ingebouwde lithiumionen accu moet gescheiden
van het apparaat als afval worden verwerkt.
Voor de afvalverwerking bestaan de volgende mogelijk-
heden:
– inleveren bij de specialist
– inleveren bij een inzamelingspunt met het GRS-teken
– gebruik van de speciale afvalcontainers van de
gemeente
STOP
56
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
56
Voor meer informatie over de afvalverwerking kunt u
terecht bij uw gemeente of gemeentebestuur.
Afvalverwerking
Dit symbool op het product, gebruikshandleiding of ver-
pakking wijst u erop dat het apparaat aan het einde van
de technische levensduur niet als normaal huishoudelijk
huisvuil mag worden verwerkt. Men dient het apparaat bij
een inzamelpunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparaten in te leveren, bijv. een
recyclingbedrijf.
Vraag aan uw gemeente waar u het apparaat voor recy-
cling kunt inleveren.
– Voor de afvalverwerking dient men batterijen/accu's
uit het apparaat te verwijderen!
57
NL
474 184_a
EG-conformiteitsverklaring NL
Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de
geharmoniseerdeEU-richtlijnen,EU-veiligheidsnormenendeproductspeciekenormen.
Product
Accumaaier
Serienummer
G1511515
Fabrikant
AL-KO Geräte GmbH
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
DUITSLAND
Gevolmachtigde
Anton Eberle
Ichenhauser Str. 14
89359 KOETZ
DEUTSCHLAND
Type
Powerline 3600 Li
EG-Richtlinien
2006/42/EG
2006/95/EG
2004/108/EG
2000/14/EG
Geharmoniseerde normen
DIN EN 60335-1
DIN EN 60335-2-77
DIN EN 50338
Geluidsniveau
gemeten / gegarandeerd
Powerline 3600 Li 94 / 96 dB(A)
Conformiteitsbeoordeling
2000 /14/EG
Bijlage VIII
Aangemelde instantie
TÜV Industrieservice GmbH
TÜV Süd Gruppe
Westendstraße 199
D-80686 München
Kötz, 2012-02-03
Antonio De Filippo, Managing Director
Garantie NL
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn voor garantie-
aanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door de
wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestem-
ming (bijvoorbeeld bedrijfsmatig of gemeentelijk gebru-
ik)
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering
xxx xxx (x)
verbrandingsmotoren – hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant
Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs wenden tot de distributeur of de
bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken
van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.

Documenttranscriptie

NL NL Inhoudsopgave Functionele delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . .45 Veiligheidsaanwijzingen op het apparaat . . . . . . . . . . .47 In deze handleiding gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . .47 Gebruik volgens bestemde doeleinden . . . . . . . . . . . . .47 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 Vóór de eerste ingebruikneming - accu opladen . . . . . .48 Voorbereiding voor de ingebruikneming . . . . . . . . . . . .49 Ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Accubedrijfsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Accu correct bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Zo maait u goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Maaimes vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Onderhoud, reiniging en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 EU-conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 Functionele delen Omslag pagina 3 1 Duwboom 2 Veiligheids-inschakelingshendel 3 Veiligheids-ontgrendelingsknop 4 Multifunctiebox 5 Rastering voor in hoogte verstelbare duwboom 6 Gras-vulstandindicator 7 2 x spangrepen voor in hoogte verstelbare duwboom 8 Vergrendeling voor multifunctiebox 9 Grasopvangbak 10 2 x behuizingsgrepen 11 Vergrendeling voor duwboom 12 Stroomcircuitonderbreker 13 Oplaadstatusindicator van de accu 14 Storingsindicator 15 Maaihoogteverstelling 16 Loopwielen 17 Afsluitdeksel van de accuschacht 18 Accuschacht 19 Accu met contactbus 20 Contactstekker 21 Maaimes 22 Oplaadapparaat met laadstatusindicator, laadstekker en stroomstekker 474 184_a Belangrijke veiligheidsaanwijzingen Gelieve deze handleiding voor montage en ingebruikneming van uw apparaat zorgvuldig te lezen en veiligheidsaanwijzingen strikt op te volgen. Gebruik deze handleiding om vertrouwd te raken met het apparaat, instellingsonderdelen, het juiste gebruik en veiligheidsaanwijzingen. Wordt uw apparaat door andere personen gebruikt, dan dient u de gebruikshandleiding bij het apparaat mee te geven. Alle veiligheidsaanwijzingen dienen steeds ook voor uw persoonlijke veiligheid. Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit apparaat voldoet aan de erkende techniekvoorschriften en de desbetreffende veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten. Om schade en gevaren als gevolg van het oneigenlijk gebruik te voorkomen, dient men zich aan de gebruikshandleiding te houden en deze zorgvuldig te bewaren! Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker van het apparaat bij ongevallen met andere personen of bij beschadiging van eigendom verantwoordelijk is! Het gebruik van dit apparaat is niet bestemd voor personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaardigheden, personen zonder ervaring en/of gebrek aan kennis, tenzij onder toezicht en ná instructies voor het gebruik door een verantwoordelijke persoon. Kinderen zijn zich niet bewust van de gevaren die dit apparaat met zich meebrengt. Men dient daarom nooit kinderen met dit apparaat te laten werken! Plaatselijke regelgeving kan een minimumleeftijd opleggen voor gebruikers. Houd rekening met de plaatselijke rusttijden van uw gemeente! Verpakkingsmaterialen, zoals bijv. foliezakken zijn niet bedoeld voor kinderen! Bescherm het apparaat tegen weersomstandigheden (vochtigheid, vorst). Veiligheidsaanwijzingen voor de bediening van het apparaat Gebruik het apparaat uitsluitend voor de bestemde doeleinden! Gebruik het apparaat uitsluitend binnen het aangegeven vermogenbereik. Voor elk gebruik van het apparaat dient u de perfecte staat van het apparaat te controleren. U mag het apparaat niet gebruiken wanneer: 45 45 – veiligheidsinrichtingen (inschakelingshendel, veiligheidsafdekkingen) en/of de maai-inrichting beschadigd of versleten zijn; – het apparaat zichtbare schade heeft; – het apparaat eens gevallen is. Zet de veiligheidsinrichtingen nooit buiten gebruik.  Controleer het maaioppervlak alvorens met het maaien te beginnen om beschadiging van het apparaat door voorwerpen of letsel van levende wezens te voorkomen. Hierbij dient men stenen, stukken hout, draden en vergelijkbare andere vreemde bestanddelen te verwijderen. De door het maaimes gegrepen voorwerpen kunnen op ongecontroleerde wijze uit het apparaat worden geslingerd. Houd derden uit de nabijheid van het gevarenbereik.  Draag tijdens het maaien geschikte werkkleding, zoals stevige schoenen, lange broek en eventueel handschoenen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of lichte sandalen.  Het apparaat kan ernstig letsel veroorzaken! U bent voor de veiligheid van het werkgebied verantwoordelijk.  Let op, verwondingsgevaar door roterend maaimes! – Start het apparaat nooit in gekantelde stand - dit kan ernstig letsel veroorzaken! Voor de aanloop in hoog gras dient u de aanwijzingen in hoofdstuk "Zo maait u goed" op te volgen. – Handen en voeten nooit in de nabijheid van het roterende maaimes brengen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken! Houd altijd uw handen en voeten op een voldoende afstand van het maaimes. Maaimessen lopen na. – Til het apparaat nooit met draaiende motor op. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Schakel de motor uit en verwijder de stroomonderbreker wanneer u het apparaat naar en van het werkoppervlak moet transporteren resp. het apparaat moet kantelen.  Let op, verwondingsgevaar door rondvliegende delen! Start of activeer het apparaat niet wanneer de multifunctiebox voor de grasopvangbak geopend is of wanneer derden zich binnen het gevarengebied ophouden.  Start of activeer het apparaat zoals beschreven is in de gebruikshandleiding.  De veiligheids-inschakelingshendel en/of de veiligheids-ontgrendelingsknop mag nooit geblokkeerd resp. kortgesloten worden.  Maai uitsluitend bij daglicht of bij voldoende kunstmatige verlichting.  Gebruik het apparaat nooit in de regen of in een vochtige of natte omgeving.  Gebruik de grasmaaier nooit wanneer er personen, vooral kinderen of dieren, in de buurt zijn! 46 46  Let bij het maaien altijd op een veilige en vaste stand, ook op hellingen.  Niet op te steile hellingen maaien.  Duw het apparaat uitsluitend in looptempo.  Let op, verwondingsgevaar bij het per ongelijk inschakelen! Het per ongeluk inschakelen kan tot ernstig letsel leiden. Om dit te vermijden, verwijdert u de stroomcircuitonderbreker wanneer: – u het apparaat zonder toezicht laat staan; – bij onderhoud, controle of reiniging van het apparaat; – bij het plaatsen van de accu; – het apparaat bedrijfsstoringen aangeeft. Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud en reiniging van het apparaat  Om onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit te voeren, dient u de stroomcircuitonderbreker te verwijderen.  Controleer regelmatig het maaimes op beschadigingen en houd het in goede staat. Stompe, gebogen of beschadigde maaimessen overbelasten het apparaat. Laat regelmatige onderhoudswerkzaamheden door de klantendienst van de fabrikant of door de bevoegde specialist uitvoeren.  Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage en vervormingen.  Controleer na uitvoering van onderhoud of reparatie dat alle schroeven, bouten, moeren en veiligheidsinrichtingen goed vastzitten resp. zijn aangedraaid. Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met het oplaadapparaat en de accu  De stroomspanning moet met de stroomgegevens (V~) op het typeplaatje van het oplaadapparaat overeenkomen!  Let op, verwondingsgevaar door elektrische schokken, zowel als brand- en explosiegevaar! Om levensgevaarlijke situaties te voorkomen: – moet voor elk gebruik het oplaadapparaat, laadstekker en stroomstekker in perfecte – moet een beschadigd oplaadapparaat onmiddellijk worden vervangen. De accu uitsluitend met het originele – moet het oplaadapparaat en de accu voor hitte en vochtigheid worden beschermd; – mag het oplaadapparaat en de accu niet in vloeistof worden gedompeld; – mag het apparaat uitsluitend met de originele lithiumionen accu worden gebruikt; – mag het oplaadapparaat uitsluitend voor het laden van originele lithiumionen accu's worden gebruikt; Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL – moet het oplaadapparaat en de accu in ongeopende toestand blijven; – mag het oplaadapparaat niet op een brandbare ondergrond worden gebruikt; – mogen tijdens het opladen geen licht ontvlambare stoffen in de directe nabijheid van het oplaadapparaat zijn. – moet de accu tegen hitte, langdurige zonnestraling en brand worden beschermd. Bewaar de accu uitsluitend op plaatsen met een temperatuurbereik van 0 °C tot max. +45 °C. Leg de accu niet op een warmtebron. – mag de accu nooit met metalen of andere elektriciteitsgeleidende delen worden overbrugd.  Let op, gevaar voor ongelukken! Plaats de accu uitsluitend wanneer het apparaat uitgeschakeld is. De aansluiting van de accu op een ingeschakeld apparaat kan ongelukken veroorzaken.  Let op, verwondingsgevaar door bijtende vloeistof! Plaats de accu niet onder extreme omstandigheden zoals warmte en schokken. Verwondingsgevaar door uitlopende elektrolytoplossing! Wanneer accuwerkzuren in aanraking komen met de huid of de ogen, dient men onmiddellijk de desbetreffende plekken met water of neutraliserend middel goed te spoelen en een arts te bezoeken.  Let op, verwondingsgevaar door bijtende dampen! Plaats de accu niet onder extreme omstandigheden zoals warmte en schokken. Verwondingsgevaar door bijtende dampen! Zorg voor voldoende frisse lucht en bezoek een arts bij irritatie van luchtwegen, huid of ogen. Opgelet! Verwondingsgevaar door rondvliegende delen! Houd derden ver uit de nabijheid van het gevarengebied! In deze handleiding gebruikte symbolen Algemeen waarschuwingsteken Gevaar voor elektrische spanning Nuttige aanwijzing STOP Veiligheidshandschoenen dragen Recyclebaar/ GRS-inleveringsbak voor batterijen Afvalverwerkingsaanwijzing accu Veiligheidsaanwijzingen op het apparaat Uitleg van de symbolen op het apparaat Opgelet! Lees vóór de ingebruikneming de bedieningshandleiding Let op, verwondingsgevaar door roterend maaimes! Controleer dat het apparaat is uitgeschakeld. Maaimes loopt nog even door. Verwijder de stroomcircuitonderbreker om veiligheidsredenen. Afvalverwerkingsaanwijzing apparaat max. 45 °C – Accu mag niet warmer dan +45 °C worden – Accu tegen directe zonnestraling bescher- men – Accu tegen brand beschermen – Accu mag niet als huishoudelijk afval wor- Opgelet! Verwondingsgevaar door scherp maaimes!Vingers en voeten uit de buurt houden! Voor alle werkzaamheden aan het apparaat altijd eerst de stroomcircuitonderbreker verwijderen! Veiligheidsaanwijzingen opvolgen! den verwerkt Gebruik volgens bestemde doeleinden Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het maaien van gazons en grasoppervlakken van particuliere huistuinen of hobbytuinen. Het opvolgen van de aanwijzingen van de fabrikant in de bedieningshandleiding is een voorwaarde voor het gebruik van het apparaat volgens de 47 474 184_a 47 voorschriften. De bedieningshandleiding bevat ook bedienings- onderhouds- en reparatievoorwaarden. Wij wijzen er nadrukkelijk op dat wij volgens de wet productaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn voor de door onze apparaten veroorzaakte schade, in zoverre deze door onvakkundige reparaties, door gebruik van niet originele reserveonderdelen of door reparaties worden veroorzaakt die niet door onze klantendienst of een bevoegde specialist zijn uitgevoerd. Dit geldt ook voor accessoires. Dit apparaat is nietbestemd voor industrieel gebruik! Leveringsomvang Vóór de eerste ingebruikne ming - accu opladen Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de "Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met het oplaadapparaat en de accu" op in het hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". De stroomspanning moet met de stroomgegevens (V~) op het typeplaatje van het oplaadapparaat overeenkomen. Gebruik uitsluitend het meegeleverde oplaadapparaat met de bijbehorende originele lithiumionen accu. Het oplaadapparaat mag uitsluitend op droge plaatsen worden gebruikt. Ter informatie Technische gegevens Accu-Grasmaaier Artikelnummer Vochtbescherming Maaibreedte Maaihoogte Geluidsniveau Geluidsdruk Gewicht Inhoud opvangbak Beschermingsklasse Motor Bedrijfsspanning Toerental Accu Type Nominale spanning Oplaadapparaat Ingangsspanning Nominaal stroomverbruik Uitgangsspanning Oplaadstroom Acculaadtijd Laadtemperatuurbereik Powerline 3600 Li 112774 IPX 1 36 cm 1,6 - 7 cm / 7-traps verstelbaar 94 dB (A) 81 dB circa 19 kg 36 L III 25,2 V max. 3700/min Li-Ion US 18650V1 25,2 V / 3,9 Ah 100 V - 240 V 50 W 25,9 V 900 mA max. 4,5 uur 0 °C tot 45 °C De meegeleverde accu is gedeeltelijk geladen. Vóór het eerste gebruik dient u de accu volledig op te laden. De oplaadtijd bedraagt bij de eerste ingebruikneming circa 4,5 uur. Hierbij moet het laadtemperatuurbereik tussen de 0 °C en +45 °C liggen. Alleen op deze wijze wordt een hoge levensduur van de accu behaald. Een aanzienlijk kortere bedrijfsduur, ondanks oplading, is een indicatie dat de accu verbruikt is en moet worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele lithiumionen accu's die u via de klantendienst van de fabrikant kunt verkrijgen. Het oplaadapparaat en de accu kunnen tijdens het opladen warm worden. Dit is normaal en geen indicatie van een technisch defect. De meegeleverde lithiumionen accu heeft geen memory-effect en kan op elk moment, ongeacht de laadstatus, worden opgeladen. Een vroegtijdige onderbreking van het opladen beschadigt de accu niet. Een veiligheidsschakeling in het apparaat voorkomt dat de accu volledig leeg raakt. Opladen Haal de accu uit de verpakking Afb. A A Steek de laadstekker van het oplaadapparaat 22 in de contactbus van de accu19. Steek nu het oplaadapparaat 22 in het stopcontact. Het opladen begint wanneer de groene LED knippert. 48 48 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL Het opladen is beëindigd wanneer de laadindicator op het oplaadapparaat groen oplicht. Haal na het opladen eerst de stekker van het oplaadapparaat uit het stopcontact en pas dan de laadstekker uit de accu. De laadtijd bij een volle oplading bedraagt circa 4,5 uur. Voorbereiding voor de ingebruikneming Het apparaat is af fabriek met uitzondering van accu 19 compleet gemonteerd. Duwboom plaatsen Afb. B – D B Open de vergrendeling 11 om de duwboom 1 te ontgrendelen. C Klap de duwboom 1in een stand waarin u het apparaat ergonomisch goed kunt bedienen. 6 rasteringen en hiermee 6 verschillende hoogtes zijn mogelijk. D Vergrendel de duwboom 1 in de gekozen rastering 5door beide spangrepen 7 aan beide zijden handmatig aan te trekken. Let er hierbij op dat vertandingen correct in elkaar grijpen. Accu plaatsen STOP Let op, verwondingsgevaar door roterend en scherp maaimes! ten. De afsluitdeksel 17 van de accu vergrendelt zich met een "klik". Instellen van de maaihoogte Let op, verwondingsgevaar door roterend maaimes! Maaihoogte uitsluitend bij uitgeschakelde motor instellen. Maaihoogte uitsluitend zo laag instellen dat het maaimes bij ongelijke ondergronden de grond niet raakt. Plaats het apparaat op een stevige en vlakke ondergrond. Afb. H De maaihoogte is met de maaihoogteverstelling15 in zeven trappen verstelbaar. H Om de maaihoogte in te stellen, kantelt u het appa- raat licht met de voorste behuizingsgreep10. Trek de maaihoogteverstelling 15 uit de rastering, verschuif deze 15 in de gewenste stand en vervolgens opnieuw in de rastering. Voor een comfortabele bediening heeft de maaihoogteverstelling 15 een veermechanisme. De schaalindeling aan de maaihoogteverstelling 15 geeft de benaderde maaihoogte aan: Trap 1* = 1,6 cm Trap 2 = 2,5 cm Trap 3 = 3 cm Trap 4 = 4 cm Trap 5 = 5 cm Trap 6 = 6 cm Trap 7 = 7 cm *deze stand is uitsluitend voor siergras en zeer effen oppervlakken geschikt. Afb. E – G E Open de afsluitdeksel 17 van de accu. Druk hiervoor 1 x licht op de deksel (zie afbeelding). Let erop dat de contactstekker20 droog en vrij van vuil blijft. Gebruik bij het plaatsen van de accu 19geen kracht. F Schuif de accu 19 met lichte druk tot aan de aanslag in de accuschacht 18. De contactbus van de accu moet hierbij vast in de contactstekker 20 van het apparaat zitten. G Sluit de afsluitdeksel 17 van de accu. Deze is bij een correcte plaatsing van de accu gemakkelijk te slui- Ingebruikneming Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de "Algemene veiligheidsaanwijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor de bediening van het apparaat" van hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". Opgelet, apparaatbescherming! max. 45 °C Controleer dat de grasopvangbak 9 geplaatst is. 49 474 184_a 49 Tijdens het maaien geschikte werkkleding, zoals stevige schoenen, lange broek en eventueel handschoenen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of lichte sandalen. Apparaat inschakelen/uitschakelen Inschakelen: Afb. I I Plaats de stroomcircuitonderbreker 12. Het apparaat dient daarbij op een vlakke ondergrond te staan, zodat alle 4 de wielen de grond raken. Om het apparaat te starten drukt u de veiligheidsontgrendelingsknop 3, in en met de andere hand trekt u de veiligheids-inschakelingshendel 2 tegen de duwboom 1. Is de motor opgestart, laat u de veiligheids-ontgrendelingsknop3 los. De motor start met een zachte aanloop. Loopt de motor zwaar laat dan de veiligheids-inschakelingshendel 2 los. Reden hiervoor kan zijn dat het apparaat in te hoog gras staat. In dergelijke gevallen kantelt u het apparaat op de achterwielen (duwboom 1 naar beneden drukken), maar uitsluitend zover als echt noodzakelijk is. Start de motor opnieuw. Loopt de motor dan nog steeds zwaar resp. blokkeren de wielen, raadpleeg dan het hoofdstuk "Zo maait u goed" resp. "Verhelpen van storingen". Uitschakelen: Afb. J – K Om de motor uit te schakelen, laat u de veiligheidsinschakelingshendel 2 los. Door een geïntegreerde rem komt het maaimes 21 binnen enkele seconden tot stilstand. Let op, verwondingsgevaar door roterend maaimes. Ondanks de geïntegreerde rem blijft het maaimes nog even doorlopen. Blijf uit de nabijheid van het maaimes, totdat de motor tot volledige stilstand is gekomen. Opgelet, apparaatbescherming! Laad de accu niet op wanneer deze de max. werktemperatuur overschreden resp. aan de directe zonnestraling is blootgesteld. Hierdoor kan de accu stuk gaan. J Wanneer u het apparaat niet direct weer gaat gebruiken, verwijder dan de stroomcircuitonderbreker 12. K Het apparaat bevindt zich ook bij verwijderde stroomcircuitonderbreker in de standby-modus. Om een ontlading van de accu te vermijden, dient u bij langdurig niet-gebruik de accu uit het apparaat te halen. Hiervoor de afsluitdeksel 17 openen en de accu verwijderen. Statusindicator [3 x groen / 1 x rood] Het apparaat is voorzien van een statusindicator die de laadstatus van de accu en eventuele storingen aangeeft. De statusindicator bestaat uit de laadstatusindicator 13 [3 x LED groen] en een storingsindicator 14 [1 x LED rood]. Zodra u het apparaat inschakelt wordt een zelftest uitgevoerd, hierbij lichten alle LED's gedurende circa 1 sec. kort op. Hierna wordt de laadstatus met de laadstatusindicator 13 weergegeven. Laadstatus (groene LED's): 3 x groen LED constant aan Laadstatus: ca. 100 - 60 % 2 x groen LED constant aan Laadstatus ca. 60 - 20 % 1 x groen LED constant aan Laadstatus < 20 % 1 x groen LED knipperend Laadstatus : accu leeg ACCU MOET NU WORDEN OPGELADEN! Indicatorstatus (rode LED): Rood LED constant aan Overbelasting of storing Rood LED knipperend Stroomcircuitonderbreker is bij inschakeling niet geplaatst. Motor start niet. Opgelet, apparaatbescherming! Rood constant oplichtend! Bij overbelasting schakelt de elektronica het apparaat uit en gaat de rode LED aan. Laat de veiligheids-inschakelingshendel los en verwijder de stroomcircuitonderbreker. Voordat u het apparaat opnieuw opstart en gebruikt, dient u allereerst de oorzaak te achterhalen. Meeraanwijzingen vindt u in de hoofdstukken"Zo maait u goed" en "Verhelpen van storingen". Wanneer de rode LED bij een nieuwe startpoging nog altijd oplicht, is een onmiddellijke controle nodig, eventueel door de klantenservice van de fabrikant. 50 50 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL Grasopvangbak De grasopvangbak gebruiken Het apparaat is met een vulstandindicator 6 uitgerust. Zodra de vulstandindicator 6 de stand FULL aangeeft resp. tijdens het maaien gemaaid gras op het gazon achterblijft, is de grasopvangbak 9 vol en dient men deze leeg te maken. Bij de laagste maaihoogtestand kan de werking van de vulstandindicator, onder bijzondere omstandigheden, worden beperkt. Maaien zonder grasopvangbak Door het hoge uitwerpbereik kan bij het maaien zonder geplaatste grasopvangbak het snijgoed gelijkmatig over het gazon worden verspreid. Bij het maaien zonder grasopvangbak wordt geen status van de vulstand aangegeven. Let op, verwondingsgevaar door roterend maaimes! Grasopvangbak 9 uitsluitend bij uitgeschakelde motor verwijderen. Ondanks de geïntegreerde rem blijft het maaimes nog even doorlopen. Blijf uit de nabijheid van de grasopvangbak, totdat de motor tot volledige stilstand is gekomen. Afb. L – O L Om de grasopvangbak 9 te verwijderen, opent u de beide boxvergrendelingen 8. Klap M de multifunctiebox 4 naar achteren en houd deze vast. N Til de grasopvangbak 9 aan de grepen aan de voorzijde zodat het gemaaide gras in de grasopvangbak 9 blijft. Maak de grasopvangbak 9. O Nadat u de bak heeft leeggemaakt, plaats u de multifunctiebox 4 opnieuw aan de achterzijde van het apparaat. Plaats de grasopvangbak 9 eerst met de achterzijde tussen de rechter en linker geleidingen en vervolgens aan de voorzijde met de grepen. Bij een correcte plaatsing van de grasopvangbak 9 klapt de multifunctiebox 4 naar voren en tegen de behuizing. Sluit beide boxvergrendelingen 8. Om een goed vulresultaat te behalen, dient u de grasopvangbak 9 en vooral het uitwerpkanaal ná gebruik te reinigen. Houd ook de oplegvlakken, als ook de ronde roosteropeningen van de grasopvangbak, vrij van snijgoed. Houd tevens de multifunctiebox van de grasopvangbak schoon. Accubedrijfsduur De bedrijfsduur van de accu is in hoofdzaak afhankelijk van de toestand van het gazon en de maaihoogte-instelling. Een andere factor is het frequent in-/uitschakelen tijdens het maaien, hetgeen eveneens de bedrijfsduur van de accu kan verminderen. Ga met de accu resp. het apparaat om zoals beschreven in de aanwijzingen. Een optimale bedrijfsduur van de accu behaalt u door het gazon vaker te maaien en zo het gras kort te houden. Looptijd in m2 Maaien van 6 cm op 4 cm Verzorgd droog gazon, dun gras, tot 400 m2 Normaal gras, tot 200 m2 Maaien van 8 cm op 4 cm Maaien van 8 cm op 4 cm Normaal dicht gras, tot 130 m2 Opgelet, apparaatbescherming! Snijgoed in de maaierbehuizing resp. uitwerpkanaal niet met hand of voet verwijderen, maar met geschikte hulpmiddelen, zoals bijv. borstels of handbezems. Om uw eigen veiligheid te waarborgen dient u hiervoor de stroomcircuitonderbreker te verwijderen. 51 474 184_a 51 max. 45 °C Accu correct bewaren! Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de“Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met het oplaadapparaat en de accu" op in hethoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". Opgelet, apparaatbescherming! Een lege accu mag niet leeg worden opgeslagen. De ontlading is weliswaar gering maar bij een langdurige opslag kan een lege accu stuk gaan. Volg daarom de volgende aanwijzingen voor langdurig niet-gebruik (bijv. in de wintermaanden): – accu wegzetten met een laadstatus van ca. 40 60 %. – accu op een droge, hooggelegen, gesloten, vorstvrije plaats wegzetten met een temperatuur tussen de 0 °C en + 45 °C. Bij een opslagtemperatuur van +15 °C is de ontlading en chemische veroudering het minst. Vermijd directe zonnestraling. – wordt de accu langer dan 6 maanden niet gebruikt, laad de accu dan gedurende 2 uur op tot ca. 40 - 60 % capaciteit. Zo maait u goed Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de “Algemene veiligheidsaanwijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor de bediening van het apparaat" van hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". ALGEMENE AANWIJZINGEN Opgelet, apparaatbescherming! – Wordt het maaimes door een vreemd voorwerp geblokkeerd of de motor wordt overbelast dan schakelt de elektronica het apparaat uit en gaat de rode LED aan. Laat de veiligheidsinschakelingshendel 2 los. Indien vereist, het vreemde voorwerp verwijderen. – Zet de motor uit zodra u op een vreemd voorwerp stuitt. Voordat u het apparaat opnieuw opstart en gaat gebruiken, dient u het apparaat op beschadigingen te controleren. Begint het apparaat buitengewoon sterk te vibreren, dan is een onmiddellijke controle nodig, eventueel door de klantenservice van de fabrikant.      – Reinig regelmatig de onderkant van de apparaatbehuizing en het uitwerpkanaal. Grasafzettingen verwijderen, vooral in het rotatiebereik van het maaimes. Grasafzettingen verzwaren het startproces, beïnvloeden de maaikwaliteit en het uitwerpen van gras. Maai alleen met scherpe en in perfecte toestand verkerende maaimessen, zodat grassprieten niet uitrafelen en het gras geel wordt. Bij aanvang van de grasmaaiperiode en bij nieuw aangelegde gazons dient u aanvankelijk een relatief hoge maaihoogte te kiezen en bij de volgende maaiprocessen geleidelijk te verlagen. Om een goed verzorgd gazon te onderhouden dient aan het einde van het maaien de maaihoogte op ca. 3 cm te worden ingesteld, aangezien de sprieten aan de onderkant wit verkleurd zijn en bij een te lage maaihoogte het gazon geen frisse groene indruk geeft. De sprieten drogen vooral in de zomer snel uit. Maai het gazon bij voorkeur elke week. De groei gaat bij het vaak maaien van het gras in de kort gemaaide sprieten en maakt ze sterk. Maai het gras altijd in een enigszins droge staat. Wanneer u het gazon in trap 1 maait (deze stand is uitsluitend voor siergras en vooral voor zeer even oppervlakken geschikt), dient u na het maaien het gazon goed te besproeien, aangezien anders het gazon uitdroogt en geel wordt. Om een mooi maaibeeld te behalen, duwt u het apparaat in rechte lijnen en in looptempo. Daarbij moeten de maailijnen elkaar altijd enkele centimeters overlappen, zodat er geen strepen ontstaan. Maaien op hellingen en bermen Let op, verwondingsgevaar door maaien op hellingen en bermen! Men dient bij het maaien op hellingen en bermen uiterst voorzichtig te zijn, aangezien bij onachtzaamheid het apparaat onder omstandigheden kan kantelen en u zich ernstig kan verwonden. Volg daarom de volgende veiligheidsaanwijzingen op: – Let op een veilige stand en maai altijd dwars op de helling. – Duw het apparaat uitsluitend in looptempo. – Het wegglijden van het apparaat wordt door een lichte schuine maaistand naar boven verhinderd. – Maai het gras nooit op te steile hellingen. – Struikelgevaar! Wees uiterst voorzichtig bij achterwaartse bewegingen en bij het trekken van het apparaat. 52 52 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL Maaimes vervangen Maaimes vervangen Beschadigd of stomp maaimes 21 moet vervangen worden. Het maaimes 21 mag niet worden bijgeslepen! Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de "Algemene veiligheidsaanwijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud en reiniging"van hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". Let op, verwondingsgevaar door roterend en scherp maaimes! STOP Let op, verwondingsgevaar en apparaatbescherming! Gebruik uitsluitend het door de fabrikant meegeleverde originele maaimes. Afb. P P Kantel het apparaat op de zijkant. Houd het maaimes 21 vast (veiligheidshandschoenen dragen) en draai beide schroeven los. Monteer het maaimes 21 zoals afgebeeld. Let er bij de inbouw op dat de gebogen vleugel van het maaimes naar de behuizing wijst. Beide schroeven plaatsen. Maaimes vasthouden (veiligheidshandschoenen dragen) en schroeven met een aanhaalmoment van 8 Nm vastschroeven. Let op, verwondingsgevaar door scherp maaimes! Draag bij alle werkzaamheden veiligheidshandschoenen. Verhelpen van storingen Reparaties aan het apparaat zijn uitsluitend door servicepunten van de fabrikant uit te voeren. Bestel uw reserveonderdelen bij uw specialist. Indien niet op voorraad, zorgt de specialist voor een snelle bestelling en levering. Storingen treden meestal dan op wanneer het apparaat niet juist wordt behandeld, verzorgd en onderhouden. De volgende tabel "Verhelpen van storingen" bevat de meest voorkomende storingen en informatie over hoe u deze kunt verhelpen. Bij overige storingen dient u met het dichtstbijzijnde servicepunt van de fabrikant contact op te nemen. Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Abnormale geluiden, ratelend apparaat Schroeven van het maaimes of de apparaatbehuizing zitten los Schroeven vastdraaien Onrustige loop, sterke trillingen van het apparaat Maaimes beschadigd (onbalans) Maaimesbevestiging aan de motoras is los Schroeven van het maaimes aandraaien. Beschadigde onderdelen door de klantendienst van de fabrikant laten vervangen. Gazon wordt geel, onzuivere snijbeweging Maaimes te stomp, maaihoogte te laag Maaimes vervangen Maaihoogte hoger instellen Maaimes correct monteren (zie hoofdstuk “Maaimes vervangen“) 474 184_a 53 53 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat laat diepe sporen achter Grond doorweekt, gazon te nat Gazon laten drogen, nat gras niet maaien Motor start niet Falende accu Accu defect Accu niet opgeladen Stroomcircuitonderbreker bij inschakeling niet geplaatst Accu controleren / accu plaatsen Accu vervangen Accu opladen Stroomcircuitonderbreker plaatsen Blokkering door vreemde bestanddelen of maaigoed Apparaat uitschakelen. Stroomcircuitonderbreker en vreemde bestanddelen verwijderen. Vergewis u ervan dat het maaimes vrij kan draaien. Verwijder maaigoed uit het uitwerpkanaal en het rotatiebereik van het maaimes. Grasopvangbak leegmaken Maaihoogte te laag Maaihoogte hoger instellen Maaihoogte te laag Gras te hoog of te vochtig Maaisnelheid te hoog Maaihoogte hoger instellen Gras laten drogen Gebruik een langzamer werktempo Controleer dat het maaimes vrij kan draaien. Verwijder maaigoed uit het uitwerpkanaal en het rotatiebereik van het maaimes. Maaien met volle grasopvangbak Grasopvangbak is eventueel vol. Maaigoed valt terug in het rotatiebereik van het maaimes. Accu opgebruikt Accu vervangen. Gebruik uitsluitend originele accessoires van de fabrikant. Laadstekker of contactbus vuil Contacten reinigen, laadstekker of contactbus meerdere malen insteken en verwijderen Accu/oplaadapparaat defect Accu/oplaadapparaat vervangen. Gebruik uitsluitend originele accessoires van de fabrikant Motor start niet, rode LED knippert Maaimes draait niet, motor slaat af. Elektronica heeft motor door overbelasting uitgeschakeld, rode LED brandt Accubedrijfsduur wordt aanzienlijk minder Accu laadt niet op 54 54 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL Onderhoud, reiniging en opslag Opslag  Voor uw veiligheid Volg onvoorwaardelijk de"Algemeneveiligheidsaanwijzingen" op en de "Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud en reiniging" van hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen". STOP Let op, verwondingsgevaar door roterend en scherp maaimes! Onderhoud    Let op, verwondingsgevaar door scherp maaimes! Draag bij alle werkzaamheden veiligheidshandschoenen. Het onderhoud omvat alle werkzaamheden die het apparaat in een bedrijfsperfecte toestand behouden. Door regelmatige controle (van schroefverbindingen en op scheuren en beschadigingen) en het vervangen van beschadigde of versleten onderdelen worden ongevallen en uitvallen van het apparaat voorkomen. Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen. Laat reparaties uitsluitend door de klantendienst van de fabrikant of de bevoegde specialist uitvoeren. Controleer regelmatig of het uitwerpkanaal en de onderkant van het apparaat vrij van vuil en snijgoed zijn.   Afb. Q – R Q Maak beide spangrepen 7 aan beide zijden zover los dat de vertandingen niet meer in elkaar grijpen. Klap vervolgens de duwboom 1 naar voren. R Sluit de vergrendeling 8 om de duwboom 1 te vergrendelen. Til het apparaat aan de voorste behuizingsgreep 10 en zet het apparaat rechtop. Milieubescherming Het apparaat en het verpakkingsmateriaal zijn uit recyclebare materialen vervaardigd. Afvalverwerking van de accu Als gebruiker bent u wettelijk verplicht om gebruikte batterijen en accu's voor gescheiden afvalverwerking in te leveren. Reiniging   Opgelet, apparaatbescherming! Dit apparaat mag niet met een hogedrukreiniger of een harde waterstraal worden gereinigd. Houd het apparaat altijd schoon. Gebruik geen reinigings- resp. oplosmiddelen. Deze kunnen het apparaat onherstelbaar beschadigen. Chemische stoffen kunnen de plastic delen van het apparaat aantasten. Reinig het apparaat met een handveger of borstel en een vochtige lap. Controleer het uitwerpkanaal en de grasopvangbak, zowel als de onderkant van het apparaat, regelmatig op de aanwezigheid van vuil en snijgoed. Bewaar het apparaat in een droge, gesloten en vorstbestendige ruimte. De opslagruimte moet voor kinderen ontoegankelijk zijn. Om bij de opslag ruimte te besparen, kunt u het apparaat rechtop plaatsen. Om een ontlading van de accu te vermijden, dient u bij langdurig niet-gebruik de accu uit het apparaat te halen.  Opgelet! Verwondingsgevaar door defecte, lekkende accu! De gebruikte accu's bevatten stoffen die in contact met de huid of bij het inademen letsel kunnen veroorzaken. Lekt de accu in het apparaat dan mag u deze uitsluitend met rubberen handschoenen uit het apparaat halen en dient u deze in een gesloten houder voor gescheiden afvalverwerking in te leveren. De ingebouwde lithiumionen accu moet gescheiden van het apparaat als afval worden verwerkt. Voor de afvalverwerking bestaan de volgende mogelijkheden: – inleveren bij de specialist – inleveren bij een inzamelingspunt met het GRS-teken – gebruik van de speciale afvalcontainers van de gemeente 55 474 184_a 55 Voor meer informatie over de afvalverwerking kunt u terecht bij uw gemeente of gemeentebestuur. Afvalverwerking Dit symbool op het product, gebruikshandleiding of verpakking wijst u erop dat het apparaat aan het einde van de technische levensduur niet als normaal huishoudelijk huisvuil mag worden verwerkt. Men dient het apparaat bij een inzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparaten in te leveren, bijv. een recyclingbedrijf. Vraag aan uw gemeente waar u het apparaat voor recycling kunt inleveren. – Voor de afvalverwerking dient men batterijen/accu's uit het apparaat te verwijderen! 56 56 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL EG-conformiteitsverklaring NL Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de geharmoniseerde EU-richtlijnen, EU-veiligheidsnormen en de productspecifieke normen. Product Accumaaier Serienummer G1511515 Fabrikant AL-KO Geräte GmbH Ichenhauser Str. 14 D-89359 Kötz DUITSLAND Gevolmachtigde Anton Eberle Ichenhauser Str. 14 89359 KOETZ DEUTSCHLAND Type Powerline 3600 Li EG-Richtlinien 2006/42/EG 2006/95/EG 2004/108/EG 2000/14/EG Geharmoniseerde normen DIN EN 60335-1 Geluidsniveau gemeten / gegarandeerd Powerline 3600 Li 94 / 96 dB(A) DIN EN 60335-2-77 DIN EN 50338 Conformiteitsbeoordeling 2000 /14/EG Bijlage VIII Aangemelde instantie TÜV Industrieservice GmbH TÜV Süd Gruppe Westendstraße 199 D-80686 München Kötz, 2012-02-03 Antonio De Filippo, Managing Director Garantie NL Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht. Onze garantietoezegging geldt enkel bij: De garantie vervalt bij: „„ correcte behandeling van het apparaat „„ inachtneming van de bedieningshandleiding „„ gebruik van originele reserveonderdelen „„ pogingen tot reparatie van het apparaat „„ technische wijzigingen aan het apparaat „„ gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming (bijvoorbeeld bedrijfsmatig of gemeentelijk gebruik) Uitgesloten van de garantie zijn: „„ lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage „„ slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering xxx xxx (x) „„ verbrandingsmotoren – hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs wenden tot de distributeur of de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht. 474 184_a 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

AL-KO 112774 Handleiding

Categorie
Gazon verticuteermachines
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor