EINHELL Expert GE-CM 36/34 Li (2 x 3,0Ah) Handleiding

Type
Handleiding
NL
- 46 -
Dit apparaat mag niet door kinderen worden gebruikt. Op kinderen
moet toezicht worden gehouden om te voorkomen dat ze met het ap-
paraat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen wor-
den uitgevoerd. Het apparaat mag niet door personen met vermin-
derde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of door personen
met onvoldoende kennis of ervaring worden gebruikt, tenzij een voor
hen verantwoordelijke persoon op hen toeziet of hen instrueert.
Gevaar! - Handleiding lezen om het letselrisico te verminderen
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 46Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 46 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 47 -
Gevaar!
Bij het gebruik van toestellen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de in-
formatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht
u dit toestel aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding / veiligheidsins-
tructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk
voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan
niet-naleving van deze handleiding en van de vei-
ligheidsinstructies.
1. Veiligheidsaanwijzingen
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u
in de bijgaande brochure.
Gevaar!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzin-
gen. Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen voor de toekomst.
Verklaring van de gebruikte symbolen (zie
afbeelding 14)
1 Vóór inbedrijfstelling handleiding lezen!
2 Afstand houden!
3 Voorzichtig! - Scherpe snijmessen – voor on-
derhoudswerkzaamheden of bij beschadigin-
gen van de aansluitkabel veiligheidsstekker
uit het stopcontact verwijderen! Snijmessen
blijven na het uitschakelen van de motor
draaien!
4 Het toestel beschermen tegen regen en vocht
5 Gegarandeerd geluidsvermogensniveau
6 Accu verwijderen conform de milieuwetge-
ving
7 Alleen voor gebruik in droge ruimtes.
8 Beschermklasse II
9 Opslag van de accu’s alleen in droge ruimtes
met een omgevingstemperatuur van +10 °C
tot +40 °C. Accu’s alleen in geladen toestand
opbergen (min. 40% geladen).
2. Beschrijving van het gereedschap
en leveringsomvang
2.1 Beschrijving van het gereedschap
( g. 1/2)
1. Schakelbeugel
2. Bovenste schuifbeugel
3. Veiligheidsstekker
4. Draaggreep
5. Centrale maaihoogteverstelling
6. Uitwerpklep
7. Grasopvangkorf
8. Accu
9. Lader
10. Linker onderste schuifbeugel
11. Rechter onderste schuifbeugel
12. Bevestigingsschroeven met snelspanhendel
13. Afdekking snijgereedschap
14. Kabelhouder
15. Vulstandindicatie
16. Inschakelblokkering
2.2 Omvang van de levering en uitpakken
( g. 2)
Gelieve de volledigheid van het artikel te contro-
leren aan de hand van de beschreven omvang
van de levering. Indien er onderdelen ontbreken,
gelieve u dan binnen 5 werkdagen na aankoop
van het artikel te wenden tot ons servicecenter of
tot het verkooppunt waar u het apparaat heeft ge-
kocht, en leg een geldig bewijs van aankoop voor.
Gelieve daarvoor de garantietabel in de service-
informatie aan het einde van de handleiding in
acht te nemen.
Open de verpakking en neem het toestel
voorzichtig uit de verpakking.
Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede
verpakkings-/transportbeveiligingen (indien
aanwezig).
Controleer of de leveringsomvang compleet
is.
Controleer het toestel en de accessoires op
transportschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het
verloop van de garantieperiode.
Gevaar!
Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn
geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mo-
gen niet met plastic zakken, folies en kleine
stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstik-
kingsgevaar!
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 47Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 47 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 48 -
Omvang van de levering
Accu-grasmaaier
2x accu (bij 34.131.91 niet meegeleverd)
2x lader (bij 34.131.91 niet meegeleverd)
Originele handleiding
Veiligheidsinstructies
3. Reglementair gebruik
De grasmaaier is geschikt voor particulier gebruik
in de huis- en hobbytuin.
Als grasmaaier voor de particuliere huis- en hob-
bytuin worden diegene beschouwd die doorgaans
niet langer dan 50 uur jaarlijks overwegend wor-
den gebruikt voor het verzorgen van gras- en ga-
zonvlakten, maar niet in openbare plantsoenen,
sportpleinen en ook niet in de land- en bosbouw.
Let op! Wegens gevaar voor lichamelijk letsel
van de gebruiker mag de maaier niet worden
gebruikt voor het trimmen van heesters, heggen
en struikgewassen, om rankgewassen of gazon
te maaien en klein te maken op dakbeplantingen
of in balkonbakken en ook niet om voetpaden te
reinigen (af te zuigen) of als hakselaar voor het
kleinmaken van snoeisels van bomen en heggen.
De maaier mag evenmin worden gebruikt als mo-
torhakfrees en ook niet voor het gelijkmaken van
bodemverhe ngen, zoals b.v. molshopen.
Om veiligheidsredenen mag de maaier niet wor-
den gebruikt als aandrijfaggregaat voor andere
werkgereedschappen en gereedschapssets van
welke soort dan ook, tenzij die door de fabrikant
uitdrukkelijk toegestaan zijn.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Spanning ................................................ 36 V DC
Motortoerental:.....................................3400 min
-1
Beschermklasse: ..........................................IPX1
Beschermklasse: ...............................................III
Gewicht: .................................................... 11,8 kg
Maaibreedte: ............................................ 33,5 cm
Inhoud grasopvangkorf: .............................30 liter
Geluidsdrukniveau L
pA
: ........................ 83,4 dB(A)
Onzekerheid K
pA
: ...................................... 3 dB(A)
Gemeten geluidsdrukniveau L
WA
: ...... 89,64 dB(A)
Onzekerheid K
WA
: ................................ 1,40 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogen L
WA
: ..... 96 dB(A)
Trilling aan de steel a
h
: .......................... 2,5 m/s
2
Onzekerheid K: ........................................1,5 m/s
2
Maaihoogteverstelling: . 25 tot 65 mm in 5 trappen
2x Li-Ion accu Power-X-Change
Spanning: ............................................... 18 V DC
Capaciteit: ................................................. 3,0 Ah
Aantal cellen: .................................................. 10
2x lader Power-X-Charger
Ingangsspanning: ..............200-240 V ~ 50-60 Hz
Uitgangsspanning: ................................. 18 V DC
Uitgangsstroom: .......................................... 1,5 A
Beschermingsniveau: ...................................II /
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens de normen EN ISO 3744:1995, EN ISO
11094:1991 en EN ISO 20643:2008.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
Overbelast het toestel niet.
Laat het toestel indien nodig nazien.
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Draag handschoenen.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 48Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 48 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 49 -
Restrisico’s
Er blijven altijd restrisico’s bestaan, ook al
wordt dit elektrisch gereedschap zoals voor-
geschreven bediend. De volgende gevaren
kunnen zich voordoen in verband met de
bouwwijze en uitvoering van dit elektrisch
gereedschap:
1. Longletsel indien er geen geschikt stofmas-
ker wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien er geen geschikte ge-
hoorbescherming wordt gedragen.
Waarschuwing!
Dit apparaat genereert tijdens het bedrijf een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder
bepaalde omstandigheden een nadelige inv-
loed hebben op actieve of passieve medische
implantaten. Om het risico van ernstige of
dodelijke letsels te verminderen raden wij
personen met medische implantaten aan
hun arts en de fabrikant van het medische
implantaat te consulteren voordat het toestel
wordt bediend.
5. Vóór inbedrijfstelling
De grasmaaier wordt deels gemonteerd geleverd.
De schuifbeugel en de opvangkorf moeten wor-
den gemonteerd, voordat u de grasmaaier gebru-
ikt. Volg de gebruiksaanwijzing stap voor stap en
richt u bij de montage naar de afbeeldingen.
Aanwijzing! Noodzakelijke montagedelen
(schroeven, kabelgeleidingen enz.) of functionele
delen (bijv. stekker, sleutels enz.) kunnen in de
vormdelen van de verpakking zitten of aan het
apparaat.
Montage van de schuifbeugel (afbeelding
3 – 4a)
Trek de schuifbeugel uiteen. Arrêteer de beide
onderste stelen (10/11) met behulp van de mee-
geleverde snelspanhendels (12) zoals getoond in
afbeelding 3. Let daarbij op de vertanding van de
steelverstelling (A). Draai indien nodig de betref-
fende snelspanhendel (12) aan de schroefdraad
zo ver terug, dat deze vervolgens nog naar achter
kan worden omgeklapt.
Arrêteer daarna met de beide andere snelspan-
hendels (12) de bovenste schuifbeugel (2). Draai
ook hierbij de betre ende snelspanhendel maar
zo ver in de schroefdraad, dat deze weer naar
achter kan worden omgeklapt.
Door de beide onderste snelspanhendels (12)
open te klappen kunt u de schuinstand van de
hele steel instellen op 3 standen. Let er daarbij
op dat beide kanten op dezelfde positie zijn inge-
steld. Door de beide snelspanhendels (13) dicht
te klappen wordt de schuifbeugel weer ge xeerd.
Door de beide bovenste snelspanhendels (afb. 4,
pos. 12) open te klappen kunt u de schuinstand
van de bovenste schuifbeugel instellen op 3 stan-
den (afb. 4a). Let er daarbij op dat beide kanten
op dezelfde positie zijn ingesteld. Door de beide
snelspanhendels dicht te klappen wordt de schu-
ifbeugel weer ge xeerd.
Vervolgens bevestigt u met de kabelhouders (afb.
4, pos. 14) de aansluitleiding aan de bovenste en
aan de rechter onderste schuifbeugel.
Montage van de opvangkorf
Om de opvangkorf in te hangen moet de motor
worden uitgeschakeld en mag het snijmes niet
draaien. Uitwerpklep (afbeelding 5, pos. 6) met
één hand optillen. Met de andere hand de op-
vangkorf aan de handgreep vasthouden en van
boven inhangen.
Vulstandindicatie opvanginrichting
De opvanginrichting bezit een vulstandindicatie
(afb. 5a, pos. 15). Deze wordt geopend door de
luchtstroom, die de maaier tijdens het bedrijf ge-
nereert. Als de klep tijdens het maaien dichtvalt,
dan is de opvanginrichting vol en moet hij worden
leeggemaakt. Voor een foutloze werking van de
vulstandindicatie moeten de gaten onder de klep
altijd schoon en doorlatend zijn.
Verstelling van de maaihoogte
Let op!
Het verstellen van de maaihoogte mag alleen
worden uitgevoerd bij uitgeschakelde motor en uit
het stopcontact getrokken veiligheidsstekker.
e verstelling van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd (zie g. 6):
1. De hendel (5) naar beneden drukken.
2. De hefboom (5) op de gewenste maaihoogte
zetten.
3. De hefboom (5) loslaten en controleren of hij
goed vastzit in het arrêt.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 49Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 49 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 50 -
A ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 5 trappen van 25-65 mm
ingesteld en aan de schaal afgelezen worden.
Voordat u begint te maaien controleert u of het
maaigereedschap niet bot is, en of de beves-
tigingsmiddelen niet zijn beschadigd. Vervang
botte en/of beschadigde maaigereedschappen
om onbalans te vermijden. Bij deze controle de
motor afzetten en de veiligheidsstekker uit het
stopcontact trekken.
Laden van de accu (afbeelding 7)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendelknop (afbeelding 8, pos. C) indruk-
ken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (9) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (8) op de lader (9).
4. Onder punt ‘Indicatie lader’ vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
de lader
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Accu-capaciteitsindicator ( g. 8)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (pos. A). De accu-capaciteitsindicator (pos.
B) signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
Montage van de accu (afb. 9-10)
Open het accudeksel. Daarvoor zoals getoond in
afb. 9 de klikveer (afb. 9, pos. A) lostrekken en het
deksel omhoog klappen. Dan de beide accu’s zo-
als getoond in afb. 10 in de houders steken.
Aanwijzing!
De accu met de zwakkere laadtoestand resp. klei-
nere capaciteit (Ah) bepaalt de looptijd van het
apparaat. Gebruik daarom alleen accu’s met de-
zelfde vulstand resp. capaciteit (Ah). Combineer
nooit volle en halfvolle accu’s of accu’s met een
verschillende capaciteit (Ah) met elkaar. Laad
vóór inbedrijfstelling beide accu’s altijd tegelijker-
tijd op.
Sluit het accudeksel door het dicht te klappen.
6. Bediening
Voorzichtig!
De gazonmaaier is voorzien van een veiligheids-
schakeling om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onmiddellijk vóór ingebruikneming van de ga-
zonmaaier de veiligheidsstekker ( g. 11) inzetten
en bij elke onderbreking of aan het einde van het
werk de veiligheidsstekker terug verwijderen.
Opgelet!
Om een onopzettelijk inschakelen te verhinderen
is de grasmaaier uitgerust met een inschakel-
blokkering (afb. 12, pos. 16), die moet worden
ingedrukt voordat de schakelbeugel (afb. 12, pos.
1) kan worden geactiveerd. Als de schakelbeugel
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 50Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 50 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 51 -
wordt losgelaten, dan wordt de grasmaaier uitge-
schakeld. De starttijd kan enkele seconden be-
dragen. Voer deze procedure meermaals uit om
er zeker van te zijn dat uw apparaat correct werkt.
Voordat u reparatie- of onderhoudswerkzaamhe-
den aan het apparaat verricht, moet u zich ervan
vergewissen dat het mes niet draait en dat de vei-
ligheidsstekker uit het stopcontact is getrokken.
Waarschuwing! Open de uitwerpklep nooit
als de opvanginrichting leeg wordt gemaakt
en de motor nog draait. Het roterende mes
kan verwondingen veroorzaken.
Maak de uitwerpklep of de grasopvangzak steeds
zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen, moet u
voordien de motor stopzetten.
De door de geleidestangen gegeven veiligheid-
safstand tussen meskooi en gebruiker dient
steeds in acht te worden genomen. Tijdens het
maaien en veranderen van rijrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk
te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen
met slipvaste zolen met stroef pro el en een lan-
ge broek.
Maai steeds dwars over de helling. Op hellingen
van meer dan 15° mag om veiligheidsredenen het
gras niet met de maaier worden afgereden.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewe-
gen en trekken van de maaier. Struikelgevaar!
Instructies voor het correct maaien
Voor het gras afrijden is een overlappende werk-
wijze aan te bevelen.
Maai enkel met een scherp en intact mes zodat
de grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet
geel wordt.
Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u
de maaier in zo recht mogelijke banen. De banen
moeten elkaar steeds overlappen met enkele
centimeters, zodat er geen stroken blijven staan.
De looptijd van de accu, en daarmee de met een
acculading mogelijke oppervlaktecapaciteit in
vierkante meter, is grotendeels afhankelijk van
de eigenschappen van het gazon (bijv. dichtheid,
vocht, lengte, maaihoogte…) en van de maaisnel-
heid (staptempo). Voor de individuele aanpassing
van de oppervlaktecapaciteit wordt aanbevolen
om het gazon vaker, met hogere maaihoogte
en in een gepast tempo te maaien. Vaak in- en
uitschakelen van het apparaat tijdens het maai-
en verlaagt eveneens de oppervlaktecapaciteit.
Mocht de looptijd van de accu (oppervlaktecapa-
citeit) ondanks de boven genoemde maatregelen
niet tot tevredenheid stemmen, dan kunnen
accu’s met een grotere capaciteit (Ah) uitkomst
bieden.
Hoe vaak moet worden afgereden hangt in prin-
cipe ervan af hoe snel het gras groeit. In de hoof-
dgroeiperiode (mei – juni) twee keer per week,
anders eenmaal per week. De maaihoogte moet
tussen 4 en 6 cm liggen en het gras moet 4 tot 5
cm groeien voordat u het opnieuw afrijdt. Mocht
het gras ooit wat langer worden, maak dan ach-
teraf niet de fout het gras direct in één keer op de
normale hoogte terug te snijden. Dit schaadt het
gazon. Snij dan nooit meer dan de helft van de
grashoogte terug.
De onderkant van het koetswerk van de maaier
schoon houden en afgezet gras zeker verwijde-
ren. Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten,
doet afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert
het uitwerpen van het gras.
Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars
over de helling verlopen. Het wegglijden van de
maaier kan door schuin omhoog verplaatsen wor-
den voorkomen.
Kies de maaihoogte al naargelang de werkelijke
lengte van het gras. Rijd het gras in meerdere
beurten af, zodat het gazon per beurt maximaal 4
cm korter wordt gereden.
Voordat u eender welke controles aan het mes
uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan
dat het mes na het afzetten van de motor nog
enkele seconden blijft draaien. Probeer nooit om
het mes te stoppen. Controleer regelmatig of het
mes correct bevestigd, in perfecte staat en goed
geslepen is. Zo niet, het mes slijpen of vervangen.
Indien het roterende mes een voorwerp raakt,
de maaier uitschakelen en wachten tot het mes
helemaal stilstaat. Controleer vervolgens de toe-
stand van het mes en de meshouder. Indien die
beschadigd zijn moeten ze worden vervangen.
Zodra tijdens het gras afrijden grasresten bli-
jven liggen, moet de opvangkorf leeg worden
gemaakt. Let op! Alvorens de opvangkorf eraf
te nemen de motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangkorf eraf te nemen tilt u met één
hand de uitwerpklep op en met de andere hand
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 51Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 51 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 52 -
neemt u de opvangkorf aan het handvat eruit.
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt
de uitlaatklep bij het eraf nemen van de opvang-
korf dicht en sluit de achterste uitwerpopening.
Als daarbij grasresten in de opening blijven han-
gen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m terug
om het starten van de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op
het werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen, maar met de gepaste hulpmiddelen,
bijv. borstel of handveger.
Om te garanderen dat het gras goed wordt verza-
meld moet de opvangkorf na gebruik van binnen
worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken bij afgezette motor
en stilstaand maaigereedschap.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de
andere hand de opvangkorf aan het handvat vast-
houden en van boven vasthaken.
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact ( g. 11).
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
De grasmaaier mag niet met stromend water,
vooral niet onder hoge druk, worden schoon-
gemaakt.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt.
Maak de grasmaaier indien mogelijk schoon
met een borstel of doek.
7.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
7.3 Onderhoud
Afgesleten of beschadigde messen,
meshouder en bouten moeten per set door
een geautoriseerde vakman worden vervan-
gen teneinde de uitgebalanceerde toestand
te behouden.
Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
(schroeven, moeren enz.) steeds goed vast
aangehaald zijn zodat u veilig met de maaier
kunt werken.
Controleer de grasopvanginrichting vaker op
slijtageverschijnsels.
Vervang afgesleten of beschadigde onderde-
len.
Voor een lange levensduur is het aan te beve-
len alle te schroeven onderdelen alsook de
wielen en assen schoon te maken en vervol-
gens te oliën.
Door de gazonmaaier regelmatig te onder-
houden zal hij niet alleen lang meegaan en
goed werken, maar zal hij u ook in staat stel-
len uw gazon zorgvuldig en gemakkelijk af te
rijden.
Het meest aan slijtage blootgestelde onder-
deel is het mes. Controleer regelmatig de
toestand van het mes alsook de bevestiging
ervan. Als het mes afgesleten is moet het on-
middellijk worden vervangen of bijgeslepen.
Mochten er zich aan de maaier bovenmatige
trillingen voordoen betekent dit dat het mes
niet correct is uitgebalanceerd of door stoten
is vervormd. In dit geval moet het worden her-
steld of vervangen.
Binnen in het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
7.4 Vervangen van het mes
Om veiligheidsredenen is het aan te bevelen het
mes enkel door een geautoriseerde vakman te
laten vervangen. Let op! Werkhandschoenen
dragen! Gebruik enkel een origineel mes omdat
anders de werking en de veiligheid mogelijk niet
gewaarborgd zijn.
Om van mes te verwisselen gaat u als volgt te
werk:
1. Draai de bevestigingsschroef los (zie g. 13).
2. Neem het mes af en vervang het door een
nieuw mes.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 52Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 52 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 53 -
3. Bij de montage van het nieuwe mes dient u
op de montagerichting van het mes te letten.
De windvleugels van het mes moeten naar de
motorruimte wijzen (zie g. 13). De bevesti-
gingsdoorns dienen overeen te stemmen met
de stansgaten in het mes.
4. Vervolgens haalt u de bevestigingsschroef
m.b.v. de universele sleutel terug aan. Het
aanspankoppel moet ca. 25 Nm bedragen.
Aan het einde van het seizoen voert u een alge-
mene controle van de maaier uit en verwijdert u
al het achtergebleven gras en ander materiaal.
Telkens vóór begin van het seizoen zeker de toe-
stand van het mes controleren. Voor herstellingen
verzoeken wij u zich tot onze serviceplaats te
wenden. Gebruik enkel originele wisselstukken.
7.5 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
Reservemes artikelnr.: 34.054.52
8. Opslag en transport
Opslag
Bewaar het apparaat en het toebehoren op een
donkere, droge en vorstvrije plaats die voor
kinderen ontoegankelijk is. De optimale opslag-
temperatuur ligt tussen 5° C en 30° C. Bewaar het
apparaat in de originele verpakking.
Transport
Schakel het apparaat uit en isoleer het van de
stroomtoevoer, voordat u het transporteert.
Breng, indien voorhanden, transportbeveili-
gingen aan.
Bescherm het apparaat tegen schade en
sterke trillingen, die met name optreden bij
het transport in voertuigen.
Beveilig het apparaat tegen wegglijden en
kantelen.
9. Verwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking
is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan
naar de grondstofkringloop worden teruggevo-
erd. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit
diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof.
Defecte toestellen horen niet thuis in het huisvuil.
Om zich van het toestel naar behoren te ontdoen
dient het naar een geschikte verzamelplaats te
worden gebracht. Als u geen verzamelplaats kent
gelieve u dan bij de gemeente te informeren.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 53Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 53 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 54 -
10. Indicatie lader
Indicatiestatus
Betekenis en maatregel
Rode LED
Groene
LED
Uit Knippert Operationaliteit
De lader is aangesloten aan het net en operationeel; de accu zit niet in de
lader.
Aan Uit Laden
De lader laadt de accu in de snelle laadmodus. De laadduur vindt u direct
aan de lader.
Aanwijzing! Al naargelang de acculading kan de laadduur iets afwijken
van de vermelde tijden.
Uit Aan De accu is opgeladen en operationeel.
Daarna wordt tot aan de volledige lading omgeschakeld op een bu erla-
ding.
Laat de accu hiervoor ongeveer 15 min. langer in de lader zitten.
Maatregel:
Neem de accu uit de lader. Isoleer de lader van het net.
Knippert Uit Aanpassingslading
De lader bevindt zich in de modus behoedzame lading.
Hierbij wordt de accu om veiligheidsredenen langzamer geladen, hetgeen
meer tijd vergt. Dit kan de volgende oorzaken hebben:
- De accu werd zeer lange tijd niet meer geladen.
- De accutemperatuur ligt niet in het ideale bereik.
Maatregel:
Wacht tot het laadproces is afgesloten, de accu kan niettemin verder wor-
den geladen.
Knippert Knippert Fout
Laadproces is niet meer mogelijk. De accu is defect.
Maatregel:
Een defecte accu mag niet meer worden opgeladen.
Neem de accu uit de lader.
Aan Aan Temperatuurstoring
De accu is te warm (bijv. direct instralend zonlicht) of te koud (onder 0 °C).
Maatregel:
Neem de accu de lader uit en bewaar hem 1 dag bij kamertemperatuur
(ca. 20 °C).
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 54Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 54 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 55 -
11. Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaken Verhelpen
Motor start niet a) Aansluitingen aan de motor losge-
komen
b) Maaier staat in hoog gras
c) Maaierhuis verstopt geraakt
d) Veiligheidsstekker niet ingestoken
e) Accu niet naar behoren ingestoken
a) Door werkplaats van de klanten-
dienst laten controleren
b) Op laag gras of reeds afgereden
vlakte starten; Eventueel van maai-
hoogte veranderen
c) Huis schoonmaken zodat het mes
weer ongehinderd draait
d) Veiligheidsstekker insteken (zie 6.)
e) Accu verwijderen en opnieuw
insteken (zie 5.)
Motorvermogen
vermindert
a) Te lang of te vochtig gras
b) Maaierhuis verstopt geraakt
c) Mes ver versleten
d) Accucapaciteit gaat achteruit
a) Maaihoogte corrigeren
b) Huis reinigen
c) Mes vervangen
d) Accucapaciteit controleren en, indi-
en nodig, accu laden (zie 5.)
Geen schone snede a) Mes versleten
b) Verkeerde maaihoogte
a) Mes vervangen of bijslijpen
b) Maaihoogte corrigeren
Aanwijzing! Om de motor te beschermen is die voorzien van een thermoschakelaar die de mo-
tor in geval van overbelasting afzet en hem na een korte afkoelfase automatisch terug aanzet!
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 55Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 55 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 56 -
Enkel voor EU-landen
Elektrisch gereedschap hoort niet bij het huisvuil thuis!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG op afgedankte elektrische en elektronische toestellen en
omzetting in nationaal recht dienen afgedankte elektrische gereedschappen afzonderlijk te worden ver-
zameld en milieuvriendelijk te worden gerecycleerd.
Recyclagealternatief i.p.v. het toestel terug te sturen:
De eigenaar van het elektrische toestel is alternatief verplicht, i.p.v. het toestel terug te sturen, mede te
werken bij de behoorlijke recyclage in geval hij zich van het eigendom ontdoet. Het afgedankte toestel
kan hiervoor ook bij een verzamelplaats worden afgegeven die voor een verwijdering als bedoeld in de
wetgeving in zake recyclage en afvalverwerking zorgt. Hieronder vallen niet bij de afgedankte toestellen
gevoegde accessoires en hulpmiddelen zonder elektrische componenten.
Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of ge-
deeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 56Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 56 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 57 -
Ser vice-informatie
Wij werken in alle landen die in het garantiebewijs zijn genoemd, samen met competente servicepart-
ners, wier contactgegevens u kunt a eiden uit het garantiebewijs. Deze staan voor alle diensten zoals
reparatie, het verscha en van wisselstukken of slijtdelen of voor de aankoop van verbruiksmaterialen te
uwer beschikking.
U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage
door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen.
Categorie Voorbeeld
Slijtstukken* Koolborstels, Accu
Verbruiksmateriaal/verbruiksstukken* Mes
Ontbrekende onderdelen
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
Bij gebreken of defecten verzoeken wij u om de fout te melden op het internet onder www.isc-gmbh.info.
Gelieve te zorgen voor een nauwkeurige beschrijving van de fout en daarbij in elk geval de volgende
vragen te beantwoorden:
Heeft het toestel reeds eenmaal gewerkt of was het vanaf het begin defect?
Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom vóór het defect)?
Welke foutieve werkwijze vertoont het toestel volgens u (hoofdsymptoom)?
Beschrijf deze foutieve werkwijze.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 57Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 57 29.10.2018 13:02:3829.10.2018 13:02:38
NL
- 58 -
Garantiebewijs
Geachte klant,
onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit apparaat echter ooit
niet naar behoren functioneren, spijt dit ons ten zeerste en vragen u zich te wenden tot onze service-
dienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via
het vermelde servicetelefoonnummer. Voor eisen in verband met het recht garantie geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden zijn uitsluitend gericht aan de gebruikers, d.w.z. natuurlijke personen die
dit product niet in het kader van hun ambachtelijke noch van een andere zelfstandige activiteit willen
gebruiken. Deze garantievoorwaarden regelen aanvullende garantieprestaties, die de hieronder ge-
noemde fabrikant kopers van zijn nieuwe apparaten toezegt in aanvulling tot de wettelijke garantie.
Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor
u gratis.
2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan een door u aangekocht nieuw apparaat
van de hieronder genoemde fabrikant die aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout,
en is naar onze keuze beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervan-
ging ervan.
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor com-
mercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Van een garantiecontract is derhalve geen sprake, als
het apparaat binnen de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke of industriële bedrijven werd
ingezet of aan een daarmee gelijk te stellen belasting werd blootgesteld.
3. Van onze garantie zijn uitgesloten:
- Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de montagehandleiding of op
grond van ondeskundige installatie, als gevolg van niet-inachtneming van de gebruiksaanwijzing
(zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort) of niet-inachtneming
van de onderhouds- en veiligheidsvoorschriften, door blootstelling van het apparaat aan abnormale
omgevingsvoorwaarden of door nalatig onderhoud en verzorging.
- Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige toepassingen (zoals bijv. over-
belasting van het apparaat of de inzet van niet toegelaten gereedschappen of toebehoren), binnen-
dringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade),
gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade door vallen).
- Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot slijtage als gevolg
van gebruik, en als gevolg van normale of andere natuurlijke slijtage.
4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat.
Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vast-
stellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het indienen van garantieclaims na verloop van
de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt niet tot een
verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor
het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter
plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit.
5. Gelieve om een garantieclaim in te dienen het defecte apparaat aan te melden onder: www.isc-
gmbh.info. Houd het aankoopbewijs of een ander bewijs van uw aankoop van het nieuwe apparaat
bij de hand. Apparaten die zonder bijhorende bewijzen of zonder typeplaatje worden teruggestuurd,
worden op grond van de ontbrekende mogelijkheid om het apparaat toe te kennen uitgesloten van
de garantieprestatie. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie, dan bezorgen
wij u per omgaande een gerepareerd of nieuw apparaat terug.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om, mits betaling van de kosten, defecten van het apparaat te ver-
helpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres
op.
Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen
van deze garantie conform de service-informatie van deze handleiding.
Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 58Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 58 29.10.2018 13:02:3929.10.2018 13:02:39

Documenttranscriptie

NL Gevaar! - Handleiding lezen om het letselrisico te verminderen Dit apparaat mag niet door kinderen worden gebruikt. Op kinderen moet toezicht worden gehouden om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen worden uitgevoerd. Het apparaat mag niet door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of door personen met onvoldoende kennis of ervaring worden gebruikt, tenzij een voor hen verantwoordelijke persoon op hen toeziet of hen instrueert. - 46 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 46 29.10.2018 13:02:38 NL 2. Beschrijving van het gereedschap en leveringsomvang Gevaar! Bij het gebruik van toestellen dienen enkele veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u dit toestel aan andere personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding / veiligheidsinstructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan niet-naleving van deze handleiding en van de veiligheidsinstructies. 2.1 Beschrijving van het gereedschap (fig. 1/2) 1. Schakelbeugel 2. Bovenste schuifbeugel 3. Veiligheidsstekker 4. Draaggreep 5. Centrale maaihoogteverstelling 6. Uitwerpklep 7. Grasopvangkorf 8. Accu 9. Lader 10. Linker onderste schuifbeugel 11. Rechter onderste schuifbeugel 12. Bevestigingsschroeven met snelspanhendel 13. Afdekking snijgereedschap 14. Kabelhouder 15. Vulstandindicatie 16. Inschakelblokkering 1. Veiligheidsaanwijzingen De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in de bijgaande brochure. Gevaar! Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Nalatigheden bij de inachtneming van de veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen elektrische schok, brand en/of zware letsels tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor de toekomst. Verklaring van de gebruikte symbolen (zie afbeelding 14) 1 Vóór inbedrijfstelling handleiding lezen! 2 Afstand houden! 3 Voorzichtig! - Scherpe snijmessen – voor onderhoudswerkzaamheden of bij beschadigingen van de aansluitkabel veiligheidsstekker uit het stopcontact verwijderen! Snijmessen blijven na het uitschakelen van de motor draaien! 4 Het toestel beschermen tegen regen en vocht 5 Gegarandeerd geluidsvermogensniveau 6 Accu verwijderen conform de milieuwetgeving 7 Alleen voor gebruik in droge ruimtes. 8 Beschermklasse II 9 Opslag van de accu’s alleen in droge ruimtes met een omgevingstemperatuur van +10 °C tot +40 °C. Accu’s alleen in geladen toestand opbergen (min. 40% geladen). 2.2 Omvang van de levering en uitpakken (fig. 2) Gelieve de volledigheid van het artikel te controleren aan de hand van de beschreven omvang van de levering. Indien er onderdelen ontbreken, gelieve u dan binnen 5 werkdagen na aankoop van het artikel te wenden tot ons servicecenter of tot het verkooppunt waar u het apparaat heeft gekocht, en leg een geldig bewijs van aankoop voor. Gelieve daarvoor de garantietabel in de serviceinformatie aan het einde van de handleiding in acht te nemen. • Open de verpakking en neem het toestel voorzichtig uit de verpakking. • Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede verpakkings-/transportbeveiligingen (indien aanwezig). • Controleer of de leveringsomvang compleet is. • Controleer het toestel en de accessoires op transportschade. • Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het verloop van de garantieperiode. Gevaar! Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en kleine stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstikkingsgevaar! - 47 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 47 29.10.2018 13:02:38 NL 4. Technische gegevens Omvang van de levering • Accu-grasmaaier • 2x accu (bij 34.131.91 niet meegeleverd) • 2x lader (bij 34.131.91 niet meegeleverd) • Originele handleiding • Veiligheidsinstructies 3. Reglementair gebruik De grasmaaier is geschikt voor particulier gebruik in de huis- en hobbytuin. Als grasmaaier voor de particuliere huis- en hobbytuin worden diegene beschouwd die doorgaans niet langer dan 50 uur jaarlijks overwegend worden gebruikt voor het verzorgen van gras- en gazonvlakten, maar niet in openbare plantsoenen, sportpleinen en ook niet in de land- en bosbouw. Spanning ................................................ 36 V DC Motortoerental:.....................................3400 min-1 Beschermklasse: ..........................................IPX1 Beschermklasse: ...............................................III Gewicht:....................................................11,8 kg Maaibreedte:............................................33,5 cm Inhoud grasopvangkorf: .............................30 liter Geluidsdrukniveau LpA:........................ 83,4 dB(A) Onzekerheid KpA:...................................... 3 dB(A) Gemeten geluidsdrukniveau LWA: ...... 89,64 dB(A) Onzekerheid KWA: ................................ 1,40 dB(A) Gegarandeerd geluidsvermogen LWA:..... 96 dB(A) Trilling aan de steel ah: ..........................≤ 2,5 m/s2 Onzekerheid K: ........................................1,5 m/s2 Maaihoogteverstelling: . 25 tot 65 mm in 5 trappen Let op! Wegens gevaar voor lichamelijk letsel van de gebruiker mag de maaier niet worden gebruikt voor het trimmen van heesters, heggen en struikgewassen, om rankgewassen of gazon te maaien en klein te maken op dakbeplantingen of in balkonbakken en ook niet om voetpaden te reinigen (af te zuigen) of als hakselaar voor het kleinmaken van snoeisels van bomen en heggen. De maaier mag evenmin worden gebruikt als motorhakfrees en ook niet voor het gelijkmaken van bodemverheffingen, zoals b.v. molshopen. 2x Li-Ion accu Power-X-Change Spanning: ............................................... 18 V DC Capaciteit: ................................................. 3,0 Ah Aantal cellen: .................................................. 10 Om veiligheidsredenen mag de maaier niet worden gebruikt als aandrijfaggregaat voor andere werkgereedschappen en gereedschapssets van welke soort dan ook, tenzij die door de fabrikant uitdrukkelijk toegestaan zijn. De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald volgens de normen EN ISO 3744:1995, EN ISO 11094:1991 en EN ISO 20643:2008. De machine mag slechts voor werkzaamheden worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van welke aard dan ook is de gebruiker/ bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk. Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij geven geen garantie indien het gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt. 2x lader Power-X-Charger Ingangsspanning: ..............200-240 V ~ 50-60 Hz Uitgangsspanning: ................................. 18 V DC Uitgangsstroom: .......................................... 1,5 A Beschermingsniveau: ...................................II /  Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot een minimum! • Gebruik enkel intacte toestellen. • Onderhoud en reinig het toestel regelmatig. • Pas uw manier van werken aan het toestel aan. • Overbelast het toestel niet. • Laat het toestel indien nodig nazien. • • Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt. Draag handschoenen. - 48 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 48 29.10.2018 13:02:38 NL Restrisico’s Er blijven altijd restrisico’s bestaan, ook al wordt dit elektrisch gereedschap zoals voorgeschreven bediend. De volgende gevaren kunnen zich voordoen in verband met de bouwwijze en uitvoering van dit elektrisch gereedschap: 1. Longletsel indien er geen geschikt stofmasker wordt gedragen. 2. Gehoorschade indien er geen geschikte gehoorbescherming wordt gedragen. achter kan worden omgeklapt. Door de beide onderste snelspanhendels (12) open te klappen kunt u de schuinstand van de hele steel instellen op 3 standen. Let er daarbij op dat beide kanten op dezelfde positie zijn ingesteld. Door de beide snelspanhendels (13) dicht te klappen wordt de schuifbeugel weer gefixeerd. Waarschuwing! Dit apparaat genereert tijdens het bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden een nadelige invloed hebben op actieve of passieve medische implantaten. Om het risico van ernstige of dodelijke letsels te verminderen raden wij personen met medische implantaten aan hun arts en de fabrikant van het medische implantaat te consulteren voordat het toestel wordt bediend. 5. Vóór inbedrijfstelling De grasmaaier wordt deels gemonteerd geleverd. De schuifbeugel en de opvangkorf moeten worden gemonteerd, voordat u de grasmaaier gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing stap voor stap en richt u bij de montage naar de afbeeldingen. Aanwijzing! Noodzakelijke montagedelen (schroeven, kabelgeleidingen enz.) of functionele delen (bijv. stekker, sleutels enz.) kunnen in de vormdelen van de verpakking zitten of aan het apparaat. Montage van de schuifbeugel (afbeelding 3 – 4a) Trek de schuifbeugel uiteen. Arrêteer de beide onderste stelen (10/11) met behulp van de meegeleverde snelspanhendels (12) zoals getoond in afbeelding 3. Let daarbij op de vertanding van de steelverstelling (A). Draai indien nodig de betreffende snelspanhendel (12) aan de schroefdraad zo ver terug, dat deze vervolgens nog naar achter kan worden omgeklapt. Arrêteer daarna met de beide andere snelspanhendels (12) de bovenste schuifbeugel (2). Draai ook hierbij de betreffende snelspanhendel maar zo ver in de schroefdraad, dat deze weer naar Door de beide bovenste snelspanhendels (afb. 4, pos. 12) open te klappen kunt u de schuinstand van de bovenste schuifbeugel instellen op 3 standen (afb. 4a). Let er daarbij op dat beide kanten op dezelfde positie zijn ingesteld. Door de beide snelspanhendels dicht te klappen wordt de schuifbeugel weer gefixeerd. Vervolgens bevestigt u met de kabelhouders (afb. 4, pos. 14) de aansluitleiding aan de bovenste en aan de rechter onderste schuifbeugel. Montage van de opvangkorf Om de opvangkorf in te hangen moet de motor worden uitgeschakeld en mag het snijmes niet draaien. Uitwerpklep (afbeelding 5, pos. 6) met één hand optillen. Met de andere hand de opvangkorf aan de handgreep vasthouden en van boven inhangen. Vulstandindicatie opvanginrichting De opvanginrichting bezit een vulstandindicatie (afb. 5a, pos. 15). Deze wordt geopend door de luchtstroom, die de maaier tijdens het bedrijf genereert. Als de klep tijdens het maaien dichtvalt, dan is de opvanginrichting vol en moet hij worden leeggemaakt. Voor een foutloze werking van de vulstandindicatie moeten de gaten onder de klep altijd schoon en doorlatend zijn. Verstelling van de maaihoogte Let op! Het verstellen van de maaihoogte mag alleen worden uitgevoerd bij uitgeschakelde motor en uit het stopcontact getrokken veiligheidsstekker. e verstelling van de maaihoogte moet als volgt worden uitgevoerd (zie fig. 6): 1. De hendel (5) naar beneden drukken. 2. De hefboom (5) op de gewenste maaihoogte zetten. 3. De hefboom (5) loslaten en controleren of hij goed vastzit in het arrêt. - 49 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 49 29.10.2018 13:02:38 NL Aflezen van de maaihoogte De maaihoogte kan in 5 trappen van 25-65 mm ingesteld en aan de schaal afgelezen worden. Accu-capaciteitsindicator (fig. 8) Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindicator (pos. A). De accu-capaciteitsindicator (pos. B) signaleert de laadtoestand van de accu aan de hand van 3 LEDs. Voordat u begint te maaien controleert u of het maaigereedschap niet bot is, en of de bevestigingsmiddelen niet zijn beschadigd. Vervang botte en/of beschadigde maaigereedschappen om onbalans te vermijden. Bij deze controle de motor afzetten en de veiligheidsstekker uit het stopcontact trekken. Alle 3 LEDs branden: De accu is vol geladen. 2 of 1 LED(s) branden: De accu beschikt over voldoende restlading. Laden van de accu (afbeelding 7) 1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor de grendelknop (afbeelding 8, pos. C) indrukken. 2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het typeplaatje overeenstemt met de beschikbare netspanning. Steek de netstekker van de lader (9) in het stopcontact. De groene LED begint te knipperen. 3. Steek de accu (8) op de lader (9). 4. Onder punt ‘Indicatie lader’ vindt u een tabel met de betekenissen van de LED-indicatie aan de lader. 1 LED knippert: De accu is leeg, laad de accu op. Tijdens het laden kan de accu wat warm worden. Dit is echter normaal. Aanwijzing! De accu met de zwakkere laadtoestand resp. kleinere capaciteit (Ah) bepaalt de looptijd van het apparaat. Gebruik daarom alleen accu’s met dezelfde vulstand resp. capaciteit (Ah). Combineer nooit volle en halfvolle accu’s of accu’s met een verschillende capaciteit (Ah) met elkaar. Laad vóór inbedrijfstelling beide accu’s altijd tegelijkertijd op. Sluit het accudeksel door het dicht te klappen. Mocht het laden van de accupack niet mogelijk zijn, controleer dan • of aan het stopcontact de netspanning voorhanden is • of een foutloos contact aan de laadcontacten voorhanden is. Indien het laden van het accupack nog altijd niet mogelijk is, breng dan • de lader • en de accupack naar onze klantenservice. In het belang van een lange levensduur van de accupack is het raadzaam om op tijd voor het herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect van de accupack! Alle LEDs knipperen: De accu werd diep ontladen en is defect. Een defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen worden! Montage van de accu (afb. 9-10) Open het accudeksel. Daarvoor zoals getoond in afb. 9 de klikveer (afb. 9, pos. A) lostrekken en het deksel omhoog klappen. Dan de beide accu’s zoals getoond in afb. 10 in de houders steken. 6. Bediening Voorzichtig! De gazonmaaier is voorzien van een veiligheidsschakeling om onbevoegd gebruik te voorkomen. Onmiddellijk vóór ingebruikneming van de gazonmaaier de veiligheidsstekker (fig. 11) inzetten en bij elke onderbreking of aan het einde van het werk de veiligheidsstekker terug verwijderen. Opgelet! Om een onopzettelijk inschakelen te verhinderen is de grasmaaier uitgerust met een inschakelblokkering (afb. 12, pos. 16), die moet worden ingedrukt voordat de schakelbeugel (afb. 12, pos. 1) kan worden geactiveerd. Als de schakelbeugel - 50 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 50 29.10.2018 13:02:38 NL wordt losgelaten, dan wordt de grasmaaier uitgeschakeld. De starttijd kan enkele seconden bedragen. Voer deze procedure meermaals uit om er zeker van te zijn dat uw apparaat correct werkt. Voordat u reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat verricht, moet u zich ervan vergewissen dat het mes niet draait en dat de veiligheidsstekker uit het stopcontact is getrokken. en verlaagt eveneens de oppervlaktecapaciteit. Mocht de looptijd van de accu (oppervlaktecapaciteit) ondanks de boven genoemde maatregelen niet tot tevredenheid stemmen, dan kunnen accu’s met een grotere capaciteit (Ah) uitkomst bieden. Waarschuwing! Open de uitwerpklep nooit als de opvanginrichting leeg wordt gemaakt en de motor nog draait. Het roterende mes kan verwondingen veroorzaken. Maak de uitwerpklep of de grasopvangzak steeds zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen, moet u voordien de motor stopzetten. De door de geleidestangen gegeven veiligheidsafstand tussen meskooi en gebruiker dient steeds in acht te worden genomen. Tijdens het maaien en veranderen van rijrichting op bermen en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen met slipvaste zolen met stroef profiel en een lange broek. Maai steeds dwars over de helling. Op hellingen van meer dan 15° mag om veiligheidsredenen het gras niet met de maaier worden afgereden. Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen en trekken van de maaier. Struikelgevaar! Instructies voor het correct maaien Voor het gras afrijden is een overlappende werkwijze aan te bevelen. Maai enkel met een scherp en intact mes zodat de grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet geel wordt. Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u de maaier in zo recht mogelijke banen. De banen moeten elkaar steeds overlappen met enkele centimeters, zodat er geen stroken blijven staan. De looptijd van de accu, en daarmee de met een acculading mogelijke oppervlaktecapaciteit in vierkante meter, is grotendeels afhankelijk van de eigenschappen van het gazon (bijv. dichtheid, vocht, lengte, maaihoogte…) en van de maaisnelheid (staptempo). Voor de individuele aanpassing van de oppervlaktecapaciteit wordt aanbevolen om het gazon vaker, met hogere maaihoogte en in een gepast tempo te maaien. Vaak in- en uitschakelen van het apparaat tijdens het maai- Hoe vaak moet worden afgereden hangt in principe ervan af hoe snel het gras groeit. In de hoofdgroeiperiode (mei – juni) twee keer per week, anders eenmaal per week. De maaihoogte moet tussen 4 en 6 cm liggen en het gras moet 4 tot 5 cm groeien voordat u het opnieuw afrijdt. Mocht het gras ooit wat langer worden, maak dan achteraf niet de fout het gras direct in één keer op de normale hoogte terug te snijden. Dit schaadt het gazon. Snij dan nooit meer dan de helft van de grashoogte terug. De onderkant van het koetswerk van de maaier schoon houden en afgezet gras zeker verwijderen. Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten, doet afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert het uitwerpen van het gras. Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars over de helling verlopen. Het wegglijden van de maaier kan door schuin omhoog verplaatsen worden voorkomen. Kies de maaihoogte al naargelang de werkelijke lengte van het gras. Rijd het gras in meerdere beurten af, zodat het gazon per beurt maximaal 4 cm korter wordt gereden. Voordat u eender welke controles aan het mes uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan dat het mes na het afzetten van de motor nog enkele seconden blijft draaien. Probeer nooit om het mes te stoppen. Controleer regelmatig of het mes correct bevestigd, in perfecte staat en goed geslepen is. Zo niet, het mes slijpen of vervangen. Indien het roterende mes een voorwerp raakt, de maaier uitschakelen en wachten tot het mes helemaal stilstaat. Controleer vervolgens de toestand van het mes en de meshouder. Indien die beschadigd zijn moeten ze worden vervangen. Zodra tijdens het gras afrijden grasresten blijven liggen, moet de opvangkorf leeg worden gemaakt. Let op! Alvorens de opvangkorf eraf te nemen de motor afzetten en wachten tot het maaigereedschap tot stilstand is gekomen. Om de opvangkorf eraf te nemen tilt u met één hand de uitwerpklep op en met de andere hand - 51 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 51 29.10.2018 13:02:38 NL neemt u de opvangkorf aan het handvat eruit. Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt de uitlaatklep bij het eraf nemen van de opvangkorf dicht en sluit de achterste uitwerpopening. Als daarbij grasresten in de opening blijven hangen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m terug om het starten van de motor te vergemakkelijken. 7.2 Koolborstels Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolborstels door een bekwame elektricien nazien. Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een bekwame elektricien worden vervangen. Grasresten in het koetswerk van de maaier en op het werkgereedschap niet met de hand of de voet verwijderen, maar met de gepaste hulpmiddelen, bijv. borstel of handveger. Om te garanderen dat het gras goed wordt verzameld moet de opvangkorf na gebruik van binnen worden schoongemaakt. Opvangzak enkel vasthaken bij afgezette motor en stilstaand maaigereedschap. Uitwerpklep met één hand optillen en met de andere hand de opvangkorf aan het handvat vasthouden en van boven vasthaken. 7. Reiniging, onderhoud en bestellen van wisselstukken Gevaar! Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de netstekker uit het stopcontact (fig. 11). 7.1 Reiniging Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een schone doek af of blaas het met perslucht bij lage druk schoon. • De grasmaaier mag niet met stromend water, vooral niet onder hoge druk, worden schoongemaakt. • Het is aan te bevelen het toestel direct na elk gebruik te reinigen. • Reinig het toestel regelmatig met een vochtige doek en wat zachte zeep. Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de kunststofcomponenten van het toestel kunnen aantasten. Let er goed op dat geen water in het toestel terechtkomt. • Maak de grasmaaier indien mogelijk schoon met een borstel of doek. • 7.3 Onderhoud • Afgesleten of beschadigde messen, meshouder en bouten moeten per set door een geautoriseerde vakman worden vervangen teneinde de uitgebalanceerde toestand te behouden. • Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen (schroeven, moeren enz.) steeds goed vast aangehaald zijn zodat u veilig met de maaier kunt werken. • Controleer de grasopvanginrichting vaker op slijtageverschijnsels. • Vervang afgesleten of beschadigde onderdelen. • Voor een lange levensduur is het aan te bevelen alle te schroeven onderdelen alsook de wielen en assen schoon te maken en vervolgens te oliën. • Door de gazonmaaier regelmatig te onderhouden zal hij niet alleen lang meegaan en goed werken, maar zal hij u ook in staat stellen uw gazon zorgvuldig en gemakkelijk af te rijden. • Het meest aan slijtage blootgestelde onderdeel is het mes. Controleer regelmatig de toestand van het mes alsook de bevestiging ervan. Als het mes afgesleten is moet het onmiddellijk worden vervangen of bijgeslepen. Mochten er zich aan de maaier bovenmatige trillingen voordoen betekent dit dat het mes niet correct is uitgebalanceerd of door stoten is vervormd. In dit geval moet het worden hersteld of vervangen. • Binnen in het toestel zijn er geen andere te onderhouden onderdelen. 7.4 Vervangen van het mes Om veiligheidsredenen is het aan te bevelen het mes enkel door een geautoriseerde vakman te laten vervangen. Let op! Werkhandschoenen dragen! Gebruik enkel een origineel mes omdat anders de werking en de veiligheid mogelijk niet gewaarborgd zijn. Om van mes te verwisselen gaat u als volgt te werk: 1. Draai de bevestigingsschroef los (zie fig. 13). 2. Neem het mes af en vervang het door een nieuw mes. - 52 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 52 29.10.2018 13:02:38 NL 3. Bij de montage van het nieuwe mes dient u op de montagerichting van het mes te letten. De windvleugels van het mes moeten naar de motorruimte wijzen (zie fig. 13). De bevestigingsdoorns dienen overeen te stemmen met de stansgaten in het mes. 4. Vervolgens haalt u de bevestigingsschroef m.b.v. de universele sleutel terug aan. Het aanspankoppel moet ca. 25 Nm bedragen. Aan het einde van het seizoen voert u een algemene controle van de maaier uit en verwijdert u al het achtergebleven gras en ander materiaal. Telkens vóór begin van het seizoen zeker de toestand van het mes controleren. Voor herstellingen verzoeken wij u zich tot onze serviceplaats te wenden. Gebruik enkel originele wisselstukken. 9. Verwijdering en recyclage Het toestel bevindt zich in een verpakking om transportschade te voorkomen. Deze verpakking is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan naar de grondstofkringloop worden teruggevoerd. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Defecte toestellen horen niet thuis in het huisvuil. Om zich van het toestel naar behoren te ontdoen dient het naar een geschikte verzamelplaats te worden gebracht. Als u geen verzamelplaats kent gelieve u dan bij de gemeente te informeren. 7.5 Bestellen van wisselstukken: Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende gegevens te vermelden: • Type van het toestel • Artikelnummer van het toestel • Ident-nummer van het toestel • Wisselstuknummer van het benodigd stuk Actuele prijzen en info vindt u terug onder www.isc-gmbh.info Reservemes artikelnr.: 34.054.52 8. Opslag en transport Opslag Bewaar het apparaat en het toebehoren op een donkere, droge en vorstvrije plaats die voor kinderen ontoegankelijk is. De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 5° C en 30° C. Bewaar het apparaat in de originele verpakking. Transport • Schakel het apparaat uit en isoleer het van de stroomtoevoer, voordat u het transporteert. • Breng, indien voorhanden, transportbeveiligingen aan. • Bescherm het apparaat tegen schade en sterke trillingen, die met name optreden bij het transport in voertuigen. • Beveilig het apparaat tegen wegglijden en kantelen. - 53 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 53 29.10.2018 13:02:38 NL 10. Indicatie lader Indicatiestatus Groene Rode LED LED Uit Knippert Aan Uit Uit Aan Knippert Uit Knippert Knippert Aan Aan Betekenis en maatregel Operationaliteit De lader is aangesloten aan het net en operationeel; de accu zit niet in de lader. Laden De lader laadt de accu in de snelle laadmodus. De laadduur vindt u direct aan de lader. Aanwijzing! Al naargelang de acculading kan de laadduur iets afwijken van de vermelde tijden. De accu is opgeladen en operationeel. Daarna wordt tot aan de volledige lading omgeschakeld op een bufferlading. Laat de accu hiervoor ongeveer 15 min. langer in de lader zitten. Maatregel: Neem de accu uit de lader. Isoleer de lader van het net. Aanpassingslading De lader bevindt zich in de modus behoedzame lading. Hierbij wordt de accu om veiligheidsredenen langzamer geladen, hetgeen meer tijd vergt. Dit kan de volgende oorzaken hebben: - De accu werd zeer lange tijd niet meer geladen. - De accutemperatuur ligt niet in het ideale bereik. Maatregel: Wacht tot het laadproces is afgesloten, de accu kan niettemin verder worden geladen. Fout Laadproces is niet meer mogelijk. De accu is defect. Maatregel: Een defecte accu mag niet meer worden opgeladen. Neem de accu uit de lader. Temperatuurstoring De accu is te warm (bijv. direct instralend zonlicht) of te koud (onder 0 °C). Maatregel: Neem de accu de lader uit en bewaar hem 1 dag bij kamertemperatuur (ca. 20 °C). - 54 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 54 29.10.2018 13:02:38 NL 11. Foutopsporing Fout Motor start niet Mogelijke oorzaken a) Aansluitingen aan de motor losgekomen b) Maaier staat in hoog gras c) Maaierhuis verstopt geraakt d) Veiligheidsstekker niet ingestoken e) Accu niet naar behoren ingestoken Verhelpen a) Door werkplaats van de klantendienst laten controleren b) Op laag gras of reeds afgereden vlakte starten; Eventueel van maaihoogte veranderen c) Huis schoonmaken zodat het mes weer ongehinderd draait d) Veiligheidsstekker insteken (zie 6.) e) Accu verwijderen en opnieuw insteken (zie 5.) Motorvermogen vermindert a) Te lang of te vochtig gras b) Maaierhuis verstopt geraakt c) Mes ver versleten d) Accucapaciteit gaat achteruit a) Maaihoogte corrigeren b) Huis reinigen c) Mes vervangen d) Accucapaciteit controleren en, indien nodig, accu laden (zie 5.) Geen schone snede a) Mes versleten b) Verkeerde maaihoogte a) Mes vervangen of bijslijpen b) Maaihoogte corrigeren Aanwijzing! Om de motor te beschermen is die voorzien van een thermoschakelaar die de motor in geval van overbelasting afzet en hem na een korte afkoelfase automatisch terug aanzet! - 55 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 55 29.10.2018 13:02:38 NL Enkel voor EU-landen Elektrisch gereedschap hoort niet bij het huisvuil thuis! Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG op afgedankte elektrische en elektronische toestellen en omzetting in nationaal recht dienen afgedankte elektrische gereedschappen afzonderlijk te worden verzameld en milieuvriendelijk te worden gerecycleerd. Recyclagealternatief i.p.v. het toestel terug te sturen: De eigenaar van het elektrische toestel is alternatief verplicht, i.p.v. het toestel terug te sturen, mede te werken bij de behoorlijke recyclage in geval hij zich van het eigendom ontdoet. Het afgedankte toestel kan hiervoor ook bij een verzamelplaats worden afgegeven die voor een verwijdering als bedoeld in de wetgeving in zake recyclage en afvalverwerking zorgt. Hieronder vallen niet bij de afgedankte toestellen gevoegde accessoires en hulpmiddelen zonder elektrische componenten. Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of gedeeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH. Technische wijzigingen voorbehouden - 56 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 56 29.10.2018 13:02:38 NL Service-informatie Wij werken in alle landen die in het garantiebewijs zijn genoemd, samen met competente servicepartners, wier contactgegevens u kunt afleiden uit het garantiebewijs. Deze staan voor alle diensten zoals reparatie, het verschaffen van wisselstukken of slijtdelen of voor de aankoop van verbruiksmaterialen te uwer beschikking. U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen. Categorie Voorbeeld Slijtstukken* Koolborstels, Accu Verbruiksmateriaal/verbruiksstukken* Mes Ontbrekende onderdelen * niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen! Bij gebreken of defecten verzoeken wij u om de fout te melden op het internet onder www.isc-gmbh.info. Gelieve te zorgen voor een nauwkeurige beschrijving van de fout en daarbij in elk geval de volgende vragen te beantwoorden: • • • Heeft het toestel reeds eenmaal gewerkt of was het vanaf het begin defect? Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom vóór het defect)? Welke foutieve werkwijze vertoont het toestel volgens u (hoofdsymptoom)? Beschrijf deze foutieve werkwijze. - 57 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 57 29.10.2018 13:02:38 NL Garantiebewijs Geachte klant, onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit apparaat echter ooit niet naar behoren functioneren, spijt dit ons ten zeerste en vragen u zich te wenden tot onze servicedienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via het vermelde servicetelefoonnummer. Voor eisen in verband met het recht garantie geldt het volgende: 1. Deze garantievoorwaarden zijn uitsluitend gericht aan de gebruikers, d.w.z. natuurlijke personen die dit product niet in het kader van hun ambachtelijke noch van een andere zelfstandige activiteit willen gebruiken. Deze garantievoorwaarden regelen aanvullende garantieprestaties, die de hieronder genoemde fabrikant kopers van zijn nieuwe apparaten toezegt in aanvulling tot de wettelijke garantie. Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor u gratis. 2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan een door u aangekocht nieuw apparaat van de hieronder genoemde fabrikant die aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout, en is naar onze keuze beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervanging ervan. Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Van een garantiecontract is derhalve geen sprake, als het apparaat binnen de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke of industriële bedrijven werd ingezet of aan een daarmee gelijk te stellen belasting werd blootgesteld. 3. Van onze garantie zijn uitgesloten: - Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de montagehandleiding of op grond van ondeskundige installatie, als gevolg van niet-inachtneming van de gebruiksaanwijzing (zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort) of niet-inachtneming van de onderhouds- en veiligheidsvoorschriften, door blootstelling van het apparaat aan abnormale omgevingsvoorwaarden of door nalatig onderhoud en verzorging. - Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige toepassingen (zoals bijv. overbelasting van het apparaat of de inzet van niet toegelaten gereedschappen of toebehoren), binnendringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade), gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade door vallen). - Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot slijtage als gevolg van gebruik, en als gevolg van normale of andere natuurlijke slijtage. 4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat. Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vaststellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het indienen van garantieclaims na verloop van de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt niet tot een verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit. 5. Gelieve om een garantieclaim in te dienen het defecte apparaat aan te melden onder: www.iscgmbh.info. Houd het aankoopbewijs of een ander bewijs van uw aankoop van het nieuwe apparaat bij de hand. Apparaten die zonder bijhorende bewijzen of zonder typeplaatje worden teruggestuurd, worden op grond van de ontbrekende mogelijkheid om het apparaat toe te kennen uitgesloten van de garantieprestatie. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie, dan bezorgen wij u per omgaande een gerepareerd of nieuw apparaat terug. Uiteraard staan wij ook tot u dienst om, mits betaling van de kosten, defecten van het apparaat te verhelpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres op. Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen van deze garantie conform de service-informatie van deze handleiding. - 58 - Anl_GE_CM_36_34_Li_SPK2.indb 58 29.10.2018 13:02:39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

EINHELL Expert GE-CM 36/34 Li (2 x 3,0Ah) Handleiding

Type
Handleiding