Hilti DD 110-W Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
*351006*
351006
DD 110-W
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning sv
Bruksanvisning no
Käyttöohje
Οδηγιεςχρησεως el
Használati utasítás hu
Instrukcjaobsługi pl
Инструкцияпозксплуатации ru
Návod k obsluze cs
Návod na obsluhu sk
Navodila za uporabo sl
Ръководствозаобслужване bg
Instrucţiunideutilizare ro
Lietošanaspamācība lv
Instrukcija lt
Kasutusjuhend et
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DD 110‑W Diamantboorsysteem
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 102
2 Beschrijving 103
3 Toebehoren 105
4 Technische gegevens 105
5 Veiligheidsinstructies 106
6 Inbedrijfneming 109
7 Bediening 112
8 Verzorging en onderhoud 115
9 Foutopsporing 115
10 Afval voor hergebruik recyclen 117
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 117
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 118
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de diamantboormachine DD 110‑W bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
Diamantboormachine DD 110‑W
@
Zijhandgreep
;
Tandwielschakelaar
=
Aandrijving
%
Motor
&
Afdekking koolborstels
(
Service-indicatie
)
Aan-/uitschakelaar
+
Handgreep
§
Netsnoer incl. PRCD
/
Gereedschapopname
:
Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel)
·
Spoelkop
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
nl
102
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Gehoorbe-
scherming
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Werkschoe-
nen
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Symbolen
Slotsymbool Verwijzing
naar
beveiliging
tegen
diefstal
Service-
indicatie
Omwentelin-
gen per
minuut
Omwentelin-
gen per
minuut
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Op het apparaat
'Nat boren' boven het hoofd is verboden
Op het apparaat
Alleen werken met goed functionerende PRCD.
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De DD 110‑W is een elektrisch aangedreven diamantboorapparaat en specifiek voor het handgeleide droog boren in
metselwerk.
Naar boven gerichte werkzaamheden in de nat-boormodus zijn ten strengste verboden.
Het boren van materialen, waarbij stroomgeleidend stof vrijkomt (bijvoorbeeld magnesium) is niet toegestaan.
Gebruik voor de betreffende toepassing bij voorkeur een mobiele stofafzuiging, bijvoorbeeld de Hilti stofzuiger
VC 20‑U/UM, VC 40‑U/UM, VCU 40, VCU 40‑M oder VCD 50.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti boorkronen en DD 110-W accessoires.
Volg ook de veiligheids- en bedieningsinstructies voor de gebruikte toebehoren.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaatsen, werkplaatsen, renovaties, ombouw en nieuwbouw.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
nl
103
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelenkunnengevaaropleverenalsze door hiertoe ongeschoolde personen,
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
2.2 Toepassing bij verschillende uitvoeringen
Boorwerkzaamheden voor de
DD 110‑W
Boorkronen Boorrichting
Ondergrond
Natboren 25…132 mm (1"...5¼") Niet naar boven Beton
Droogboren 16…162 mm
(⁵⁄₈"...6½")
Alle richtingen Metselwerk (bijvoor-
beeld kalkzandsteen,
baksteen)
2.3 Tabel van de versnellingen en de bijbehorende boorkroondiameters
Versnelling
PCM boorkronen
droog
HDM boorkronen
droog
HWC boorkro-
nen nat
Nullasttoerental
1 42…162 mm
(1⁵⁄₈" ... 6¹⁄₂")
102…162 mm
(4" ... 6¹⁄₂")
122…132 mm
(4¾"...5¼")
650/min
2 16…87 mm
(⁵⁄₈" ... 3¹⁄₂")
25…112 mm
(1"...4½")
1.380/min
2.4 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
2.5 Inbegrepen bij de levering van de standaarduitrusting zijn:
1 Apparaat met zijhandgreep en gereedschap-
opname
1Handleiding
1 Hilti koffer of kartonnen verpakking
2.6 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Draaddoorsnede 1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 m
Netspanning 100 V niet aanbevolen niet aanbevolen niet aanbevolen 40 m
Netspanning 110‑120 V niet aanbevolen niet aanbevolen 30 m
Netspanning 220‑240 V 30 m 50 m
Gebruik geen verlengsnoer met een draadkern van 1,25 mm². Gebruik alleen geaarde verlengsnoeren.
2.7 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan: afgegeven vermogen in watt minstens het dubbele van wat op het typeplaatje
van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnende+5%en‑15%tenopzichtevande
nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
AANWIJZING
Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken. Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere
apparatenaansluitenengebruiken.
nl
104
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
3 Toebehoren
Omschrijving
Artikelnummer, beschrijving
Beveiliging tegen diefstal TPS (Theft Protection Sys-
tem) met Company Card, Company Remote en vrij-
schakelsleutel TPS‑K
Optioneel
Stofafzuiging 315773
Gereedschapopname M16 315774
Gereedschapopname BI+ 315791
Gereedschapsopname BR 315792
Gereedschapopname BT 315793
Flowmeter 305939
Tandkransboorkop 315794
Snelspanboorkop 315795
Insteekeinde M27 voor dozenboren 315805
Insteekeinde BI+ voor dozenboren 315806
Insteekeinde M27 voor boorkronen 315807
Insteekeinde BI+ voor boorkronen 315824
Zijhandgreep 315825
Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor boorkronen 315826
Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor boorkronen 315827
Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor dozenboren 315828
Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor dozenboren 331621
Voorboorhulp dozenboor 281318
Voorboorhulp dozenboor BI+ 209661
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
Afmetingen (L x B x H) 457 mm x 120 mm x 170 mm
Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 5,7 kg
Veiligheidsklasse I
AANWIJZING
Het apparaat wordt in verschillende versies, met een variërende nominale spanning aangeboden. De nominale
spanning en de nominale spanningsopname van het apparaat staan vermeld op het typeplaatje.
Nominale
spanning
[V]
100 110 110 120 220 230 240
Netfre-
quentie
(Hz)
50…60 50 60 60 50/60 50…60 50
Nominaal
ingangs-
vermogen
[W]
1.450 1.600 1.570 1.600 1.600 1.600
nl
105
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
Nominale
spanning
[V]
100 110 110 120 220 230 240
Nominale
stroom [A]
15 15,4 15 14,1
7,7
7,4 7,1
Nominaal
toerental
1e ver-
snelling
[omw/min]
650 650 650 650 650 650 650
Nominaal
toerental
2e ver-
snelling
[omw/min]
1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en vibratie-informatie (gemeten volgens EN 60745‑2‑1)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsniveau 95 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau 84 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Extra informatie, triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom)
Boren in kalkzandsteen (droog) met PCM‑boorkroon,
a
h, DD
12,0 m/s²
Boren in kalkzandsteen (droog) met HDM‑boorkroon,
a
h, DD
5,8 m/s²
Boren in beton (nat) met HWC‑boorkroon, a
h, DD
4,6 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
nl
106
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangendekleding,sieradenenlangeharenkun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
neren en niet vastklemmen en of onderdelen ge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
nl
107
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsinstructies voor boormachines
a) Gebruik de extra handgrepen die bij de levering
van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van con-
trole kan tot lichamelijk letsel leiden.
b) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
5.3 Aanvullende veiligheidsinstructies
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat bij boren uit de hand altijd met
beide handen vast aan de daarvoor bestemde
handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Voer tijdens werkzaamheden de stroomkabels,
verlengkabels en, indien van toepassing ook de
stofzuigerslang altijd naar achteren van het ge-
reedschap weg.Dit verkleint de kans om over kabels
of slangen te struikelen tijdens het werken.
f) Voorkom huidcontact met boorslib.
g) Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van
gereedschap! Het gereedschap kan te heet worden
door het gebruik.
h) Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat
het apparaat geen speelgoed is.
i) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
j) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
b) Controleer of het gereedschap het bij het appa-
raat passende opnamesysteem heeft en correct
in de gereedschapopname vergrendeld is.
c) Bij een stroomonderbreking het apparaat uitscha-
kelen en de stekker uit het stopcontact halen. Dit
voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt inge-
schakeld wanneer het weer onder spanning komt te
staan.
5.3.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Gebruik het apparaat nooit zonder de
meegeleverde PRCD (voor de GB-uitvoering
nooit zonder scheidingstransformator).
Controleer voor gebruik altijd de PRCD.
c) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang ze wanneer ze beschadigd zijn. Wordt het
net- of het verlengsnoer tijdens de werkzaamhe-
nl
108
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
den beschadigd, dan mag u het niet aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het risico van
een elektrische schok in.
d) Bescherm u tegen een elektrische schok. Ver-
mijd aanraking met geaarde delen, zoals buizen,
verwarmingselementen, fornuizen en koelkasten.
e) Gebruik geen adapterstekker om de aarding op
te heffen.
5.3.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte.
Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg
van stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid.
b) Sluit bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een
stofafzuigsysteem aan. Er mag niet worden ge-
boord in materialen die schadelijk zijn voor de
gezondheid (bijv. asbest).
c) Zorg ervoor dat u toestemming van de directie
heeft voor de boorwerkzaamheden. Boorwerk-
zaamheden aan gebouwen of andere structuren
kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het
scheiden van wapeningsijzer of dragende ele-
menten.
d) Voor werkzaamheden buiten worden rubberen
handschoenen en niet-slippend schoeisel aanbe-
volen.
e) Leid bij het werken het net- en het verlengsnoer
en de waterslang altijd naar achteren van het
apparaat weg.
5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt be-
vinden, moeten tijdens het gebruik van het appa-
raat een geschikte veiligheidsbril, veiligheidshelm,
gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen, vei-
ligheidsschoenen en een licht stofmasker dragen, in-
dien er tijdens de werkzaamheden stof vrijkomt.
6 Inbedrijfneming
ATTENTIE
De netspanning dient overeen te komen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet
aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
GEVAAR
Zet bij doorboringen door wanden het gebied achter
de wand af, omdat materiaal of de boorkern naar
achteren kan vallen. Zet bij doorboringen door pla-
fonds het gebied daaronder af, omdat materiaal of de
boorkern naar beneden kan vallen.
ATTENTIE
Het apparaat mag tijdens het verplaatsen niet zijn
aangesloten op het elektriciteitsnet. Haal de stekker
uit het stopcontact.
ATTENTIE
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele
Hilti boorkronen en DD 110-W accessoires. Voor ap-
paraten met een BI+ gereedschapopname zijn alleen
originele Hilti boorkronen toegestaan.
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
ATTENTIE
Het apparaat en de diamantboorkroon zijn zwaar. Er
kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Draag een helm,
werkhandschoenen en werkschoenen.
WAARSCHUWING
Erop letten dat de voedingskabel en de slangen niet
in aanraking komen met draaiende delen.
ATTENTIE
Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is.
Wacht tot de spindel stilstaat.
6.1 Voorbereiding op droogboren
6.1.1 Zijhandgreep positioneren 2
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
nl
109
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
3. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.1.2 Montage diamantboorkroon 3
GEVAAR
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Contro-
leer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplin-
teringen en scheuren, slijtage of sterke gebruiksspo-
ren. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brok-
stukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap
kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook
buiten het directe werkgebied.
AANWIJZING
Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de
snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt.
In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de
diamantsegmenten minder dan 2 mm is.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
ATTENTIE
Zorg ervoor dat de voorboorhulp stevig in de boor-
kroon bevestigd is.
ATTENTIE
Gebruik het apparaat bij toepassing van de voorboor-
hulp niet los, zonder contact met het te bewerken
materiaal.
AANWIJZING
De gereedschapsopnames BR, BT, M16, M27 worden
bevestigd met een geschikte steeksleutel.
De gereedschapsopname, adapter en het gereedschap
moeten schoon zijn.
1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
2. Bevestig de diamantboorkroon van voren aan de
vertanding van de gereedschapsopname (BI+) op
het apparaat en draai eraan totdat hij inklikt.
3. Sluit de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de gesloten klem te
draaien.
4. Controleer of de boorkroon goed in de gereed-
schapsopname bevestigd is door aan de diamant-
boorkroontetrekkenenhemheenenweertebe-
wegen.
6.1.3 Montage stofafzuiging (optioneel)
6.1.3.1 Dozenboor 4
1. Steekdevoorboorhulpmetdepuntvooruittotde
aanslag in het insteekeinde voor de dozenboor met
stofafzuiging.
2. Monteer het insteekeinde in de gereedschapop-
name volgens de Montage Diamantboorkroon.
3. Druk de blokkeerring en de stofafzuiging in de rich-
ting van het apparaat terug.
4. Monteer de dozenboor op het insteekeinde.
5. Schuif de stofafzuiging in de richting van het ge-
reedschap, tot deze tegen de boorkroon aanligt en
bevestig hem in deze positie, door de borgring in de
richting van de dozenboor te schuiven.
6. Controleer of de stofafzuiging vrij op het apparaat
draait.
6.1.3.2 Boorkroon
1. Monteer het insteekeinde voor de boorkroon met
stofafzuiging in de gereedschapopname volgens de
montage diamantboorkroon.
2. Monteer de boorkroon op het insteekeinde.
6.1.4 Toerental kiezen 5
ATTENTIE
Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is.
Wacht tot de spindel stilstaat.
Kies de instelling van de schakelaar, afhankelijk van
de toepasselijke boordiameter. Draai de schakelaar in de
aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon
draait (zie het hoofdstuk Beschrijving).
6.1.5 Demontage diamantboorkroon
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
AANWIJZING
Voor gereedschapsopnames BR, BT, M27, M16 blok-
keert u de gereedschapsopname en verwijdert u de
boorkroon met een geschikte steeksleutel.
1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
nl
110
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
2. Trek de bedieningshuls op de gereedschapsop-
name in de richting van de pijl naar het apparaat.
Hierdoor wordt de boorkroon ontgrendeld.
3. Verwijder de boorkroon.
6.2 Voorbereiding op natboren
6.2.1 Zijhandgreep positioneren 2
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
3. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.2.2 Wateraansluiting bevestigen 6
GEVAAR
Naar boven gerichte werkzaamheden in de
nat-boormodus zijn ten strengste verboden.
ATTENTIE
Controleer de slangen regelmatig op beschadigingen
en zorg ervoor dat de maximaal toelaatbare waterlei-
dingdruk van 6 bar niet wordt overschreden.
AANWIJZING
Gebruik alleen vers water of water zonder vuildeeltjes om
beschadiging van de componenten te voorkomen.
AANWIJZING
Als accessoire kan een flowmeter tussen de toevoer van
het apparaat en de watertoevoerleiding worden inge-
bouwd.
1. Sluit de waterregeling aan op het apparaat.
2. Breng de verbinding met de watertoevoer tot stand
6.2.3 Montage diamantboorkroon 3
GEVAAR
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Contro-
leer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplin-
teringen en scheuren, slijtage of sterke gebruiksspo-
ren. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brok-
stukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap
kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook
buiten het directe werkgebied.
AANWIJZING
Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de
snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt.
In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de
diamantsegmenten minder dan 2 mm is.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
ATTENTIE
Zorg ervoor dat de voorboorhulp stevig in de boor-
kroon bevestigd is.
ATTENTIE
Gebruik het apparaat bij toepassing van de voorboor-
hulp niet los, zonder contact met het te bewerken
materiaal.
AANWIJZING
De gereedschapsopnames BR, BT, M16, M27 worden
bevestigd met een geschikte steeksleutel.
De gereedschapsopname, adapter en het gereedschap
moeten schoon zijn.
1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
2. Bevestig de diamantboorkroon van voren aan de
vertanding van de gereedschapsopname (BI+) op
het apparaat en draai eraan totdat hij inklikt.
3. Sluit de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de gesloten klem te
draaien.
4. Controleer of de boorkroon goed in de gereed-
schapsopname bevestigd is door aan de diamant-
boorkroon te trekken en hem heen en weer te be-
wegen.
6.2.4 Toerental kiezen 5
ATTENTIE
Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is.
Wacht tot de spindel stilstaat.
Kies de instelling van de schakelaar, afhankelijk van
de toepasselijke boordiameter. Draai de schakelaar in de
aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon
draait (zie het hoofdstuk Beschrijving).
6.2.5 Demontage diamantboorkroon
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
AANWIJZING
Voor gereedschapsopnames BR, BT, M27, M16 blok-
keert u de gereedschapsopname en verwijdert u de
boorkroon met een geschikte steeksleutel.
nl
111
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
2. Trek de bedieningshuls op de gereedschapsop-
name in de richting van de pijl naar het apparaat.
Hierdoor wordt de boorkroon ontgrendeld.
3. Verwijder de boorkroon.
7Bediening
WAARSCHUWING
Erop letten dat de voedingskabel en de slangen niet
in aanraking komen met draaiende delen.
GEVAAR
Let er bij het werken met boorkronen met sleuven op,
dat uw vingers niet in de sleuven terecht komen.
ATTENTIE
Het apparaat en het boorproces veroorzaken geluids-
overlast. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan
het gehoor beschadigen.
ATTENTIE
Door het boren kunnen gevaarlijke splinters ontstaan. Af-
gesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel
veroorzaken. Gebruik een veiligheidsbril en een veilig-
heidshelm.
WAARSCHUWING
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
GEVAAR
De gebruiker moet bedacht zijn op plotseling blokke-
rend gereedschap en met beide voeten op een veilige
ondergrond staan.
7.1 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
AANWIJZING
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging
tegen diefstal" zijn uitgerust. Als het apparaat met deze
functie is uitgerust, dan kan het alleen met de bijbe-
horende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en ge-
bruikt.
7.1.1 Apparaat vrijschakelen
1. Zorg ervoor dat het apparaat van spanning wordt
voorzien. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knip-
pert. Het apparaat is nu gereed om signalen te
ontvangen van de vrijschakelsleutel.
2. Houd de vrijschakelsleutel of de sluiting van het
TPS horloge dicht bij het slotsymbool. Zodra de
gele lamp van de diefstalbeveiliging uitgaat, is het
apparaat vrijgeschakeld.
AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbro-
ken, bijv. bij een wisseling van de werkomgeving
of bij netuitval, dan kan het apparaat nog circa
20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekin-
gen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel
opnieuw worden vrijgeschakeld.
7.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie
voor het apparaat
AANWIJZING
Informatie over de activering en het gebruik van de dief-
stalbeveiligingvindt u in de handleiding"Beveiliging tegen
diefstal".
7.2 Lekstroomschakelaar PRCD inschakelen en
controleren
(voor de GB-uitvoering wordt als alternatief een schei-
dingstransformator gebruikt)
1. Steek de stekker van het apparaat in een geaard
stopcontact.
2. Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verschijnen.
3. Druk op de toets "TEST" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verdwijnen.
nl
112
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
4. WAARSCHUWING Als de weergave niet
verdwijnt, mag het apparaat niet verder worden
gebruikt. Laat het apparaat door gekwalificeerd
en vakkundig personeel repareren met originele
vervangingsonderdelen.
Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verschijnen.
7.3 Droogboren met stofafzuiging
ATTENTIE
Geleid tijdens de werkzaamheden de stofzuigerslang
altijd naar achteren van het gereedschap weg, zodat
hij niet met de boorkroon in contact kan komen.
ATTENTIE
Lees, voor het verwijderen van het opgezogen mate-
riaal, de handleiding van de gebruikte stofzuiger.
AANWIJZING
Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading
een antistatische stofzuiger.
7.3.1 Stofzuiger met stopcontact voor elektrisch
gereedschap 7
ATTENTIE
Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen
boorkronen met sleuven.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact
van de stofzuiger.
4. Steek de stekker van de stofzuiger in het stopcon-
tact en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD
in.
5. Breng het apparaat aan op de centreermarkering.
6. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
AANWIJZING De stofzuiger start tijdvertraagd na
het elektrisch gereedschap. Na het uitschakelen van
het elektrisch gereedschap schakelt de stofzuiger
tijdvertraagd uit.
7. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
geleidingssnede (optioneel).
8. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
9. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
10. Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede,
druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
7.3.2 Stofzuiger zonder stopcontact voor elektrisch
gereedschap
ATTENTIE
Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen
boorkronen met sleuven.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker van de stofzuiger in het stopcon-
tact en schakel de stofzuiger in.
4. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact
en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD in.
5. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
6. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
geleidingssnede (optioneel).
7. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
8. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
9. Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede,
druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
10. Laat de stofzuiger een paar seconden langer draaien
dan het gereedschap, om het resterende materiaal
op te zuigen.
7.4 Droogboren zonder stofafzuiging
AANWIJZING
Gebruik boorkronen met sleuven, wanneer u zonder stof-
afzuiging boort.
AANWIJZING
Verwijder de stofafzuiging of blokkeer deze tegen mee-
draaien.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact, wanneer u de
boorkern verwijdert.
GEVAAR
Draag een licht stofmasker.
nl
113
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
AANWIJZING
Het stof wordt in alle richtingen rondgeslingerd. Bo-
ren, vooral boven het hoofd, is zonder stofafzuiging
zeer onaangenaam, waardoor de prestaties niet opti-
maal zijn. Boven het hoofd boren zonder stofafzuiging
wordt daarom niet aanbevolen. Het wordt aanbevolen
de stofafzuiging met een geschikte stofzuiger voor droog
boren te gebruiken.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker in het stopcontact en druk de
schakelaar "Reset" van de PRCD in.
4. Breng het apparaat aan op de centreermarkering.
5. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
6. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
geleidingssnede (optioneel).
7. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
8. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
9. Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede,
druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
7.5 Natboren
WAARSCHUWING
Het water mag niet over de motor en de afdekking
lopen.
WAARSCHUWING
Het water loopt ongecontroleerd weg. Naar boven ge-
richt boren niet toegestaan!
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker in het stopcontact en druk de
schakelaar "Reset" van de PRCD in.
4. Breng het apparaat op de centreermarkering aan.
5. Open langzaam de waterregeling tot de gewenste
waterhoeveelheid stroomt.
6. Druk de aan-/uitschakelaar van het apparaat in.
7. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
zaagsnede (optioneel).
8. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
9. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
10. Positioneer de boorkroon in de zaagsnede, druk
de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
7.6 Uitschakelen
ATTENTIE
Draag bij het wisselen van gereedschap werkhand-
schoenen, omdat het gereedschap heet wordt door
het gebruik.
ATTENTIE
De boorkroon zit vol met stof of water en boorresten.
Zorg dat u stevig staat voor het extra gewicht van de
boorresten.
1. Trek de diamantboorkroon uit het boorgat.
2. Schakel het apparaat uit.
3. Sluit de waterregeling indien van toepassing.
7.7 Werkwijze bij vastzittende boorkroon
In geval van een vastzittende boorkroon wordt in eerste
instantie de slipkoppeling geactiveerd, tot de gebruiker
het apparaat uitschakelt. De boorkroon kan op de vol-
gendemanierenwordenlosgemaakt:
7.7.1 Losmaken van de boorkroon met de
steeksleutel
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Breng een geschikte steeksleutel bij het insteek-
einde aan en draai de boorkroon los.
3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact.
4. Ga verder met het boorproces.
7.8 Demontage
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
1. Voor het verwijderen van de boorkroon, zie hoofd-
stuk "Demontage diamantboorkroon".
2. Verwijder, indien vereist, de boorkern.
7.9 Transport en opslag
Open voor opslag van het apparaat de waterregulering.
ATTENTIE
Vooral bij temperaturen onder het vriespunt erop let-
ten dat geen water in het apparaat achterblijft.
nl
114
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen
onderdelen
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak
van uw gereedschap en de gereedschapopname tegen
corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie
gedrenkte poetsdoek.
Het insteekeinde altijd schoon en licht ingevet houden.
8.2 Verzorging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, met name de greepgedeelten, schoon
en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen silico-
nenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat
kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor worden beïnvloed.
8.3 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.4 Koolborstels vervangen 8
AANWIJZING
Wanneer het waarschuwingslampje met de steeksleutel
brandt, moeten de koolborstels worden vervangen.
GEVAAR
Het apparaat mag alleen door bevoegd, geïnstru-
eerd personeel bediend, onderhouden en gerepa-
reerd worden. Dit personeel moet speciaal op de
hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Wan-
neer de volgende aanwijzingen niet worden opgevolgd,
bestaat de mogelijkheid dat men in aanraking komt met
gevaarlijke elektrische spanning.
1. Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet.
2. Open de afdekking van de koolborstels links en
rechts van de motor.
3. Let erop hoe de koolborstels ingebouwd zijn. Haal
de versleten koolborstels uit het apparaat.
4. Plaats de nieuwe koolborstels weer precies zo terug
als de oude koolborstels gemonteerd waren (reser-
veonderdeelnummer: 100‑127 V: 39577; 220‑240 V:
39576).
AANWIJZING Let er bij het monteren op dat de
isolatie van de signaaldraad niet wordt beschadigd.
5. Schroef de afdekking van de koolborstels links en
rechts van de motor vast.
AANWIJZING Het waarschuwingslampje dooft
wanneer de koolborstels zijn vervangen.
8.5 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat werkt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap plaat-
sen, functie controleren. Steekverbin-
dingen, elektriciteitsleiding, PRCD en
netstekker controleren
Aan-/uitschakelaar defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Stroomtoevoer onderbroken Netsnoer en indien nodig stofzui-
ger, verlengsnoer, netstekker, PRCD,
controlerenenindiennodigdooreen
elektrotechnicus laten vervangen
Elektronica defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
nl
115
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat werkt niet Water in het apparaat Apparaat drogen.
Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Apparaatwerktnietende
service-indicatie brandt
Koolborstels versleten Koolborstels vervangen
Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels ver-
vangen 8
Apparaat werkt niet,
koolborstels vervangen,
service-indicatie brandt
Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
Service-indicatie brandt Koolborstels versleten; apparaat kan
nog enkele uren worden gebruikt.
Koolborstels moeten vervangen wor-
den.
Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels ver-
vangen 8
Service-indicatie knippert Toerentalstoring Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
Apparaat werkt niet, aanduiding
diefstalbeveiliging knippert geel.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (op-
tioneel bij apparaat met beveiliging
tegen diefstal).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
Motor draait. Diamantboorkroon
draait niet
Tandwielschakelaar niet ingeklikt Tandwielschakelaar bedienen tot de
inklikstand
Aandrijving defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Boorsnelheid vermindert Diamantboorkroon heeft geen grip Diamantboorkroon op slijpplaat slij-
pen
Diamantboorkroon heeft geen grip Verkeerde boorkroonspecificatie,
neem contact op met Hilti
Boorkern klemt in de diamantboor-
kroon
Boorkern verwijderen
Maximale boordiepte bereikt Boorkern verwijderen en boorkroon-
verlenging gebruiken
Diamantboorkroon defect Diamantboorkroon op beschadiging
controleren en eventueel vervangen
Slipkoppeling komt te snel in werking
of draait door
Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Stof verhindert voortgang bij het bo-
ren
Gebruik een geschikte stofafzuiging
Waterdruk/waterdoorstroming te
hoog
Waterhoeveelheid met waterregeling
reduceren
Waterhoeveelheid te gering Waterregeling openen
Watertoevoer controleren
Diamantboorkroon kan niet in
de gereedschapopname wor-
den geplaatst
Insteekeinde/gereedschapopname
vervuild of beschadigd
Insteekeinde/gereedschapopname
reinigen of eventueel vervangen
Boorsysteem heeft te veel spe-
ling
Boorkroon niet vast genoeg in de ge-
reedschapopname geschroefd
Vastschroeven
Insteekeinde defect Insteekeinde controleren en eventueel
vervangen
Er komt water vrij bij de spoel-
kop of het carter
Waterdruk te hoog Waterdruk reduceren
Dichtring defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Tijdens bedrijf stroomt water uit
de gereedschapopname
Boorkroon niet vast genoeg in de ge-
reedschapopname geschroefd
Vastschroeven
Insteekeinde/gereedschapopname
vervuild
Insteekeinde/gereedschapopname
reinigen
Afdichting gereedschapopname of
insteekeinde defect
Afdichting controleren en eventueel
vervangen
nl
116
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
Aanbevolen voorbehandeling bij milieuvriendelijke afvoer van boorslib
AANWIJZING
Vanuit milieu- en gezondheidsoogpunt kan de afvoer van boorstof problematisch zijn. Informeer bij de lokale instanties
naar de bestaande voorschriften.
Aanbevolen voorbehandeling bij milieuvriendelijke afvoer van boorslib
AANWIJZING
Vanuit milieuoogpunt is het afvoeren van boorslib in water of in de riolering zonder juiste voorbehandeling problema-
tisch. Informeer bij de lokale instanties naar de bestaande voorschriften.
1. Verzamel het boorslib (bijv. met de natzuiger).
2. Laat het boorslib neerslaan en breng de vaste bestanddelen naar een vuilstortplaats voor bouwafval. (Uitvlok-
kingsmiddelen kunnen het afscheidingsproces versnellen.)
3. Voor u het resterende water (basisch, pH waarde > 7) afvoert in de riolering, neutraliseert u dit door een zuur
neutralisatiemiddel toe te voegen of door het met veel water te verdunnen.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
nl
117
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Diamantboorsysteem
Type: DD 110‑W
Bouwjaar: 2008
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑1, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Johannes Wilfried Huber
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Senior Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Diamond
06/2015 06/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
118
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04

Documenttranscriptie

DD 110-W Bedienungsanleitung de Mode d’emploi fr Operating instructions Istruzioni d’uso Manual de instrucciones Manual de instruções Gebruiksaanwijzing Brugsanvisning Bruksanvisning Bruksanvisning Käyttöohje Οδηγιες χρησεως Használati utasítás Instrukcja obsługi Инструкция по зксплуатации it es pt nl da sv no fi el hu pl ru Návod k obsluze cs Navodila za uporabo sl Návod na obsluhu Ръководство за обслужване Instrucţiuni de utilizare sk bg ro Lietošanas pamācība lv Kasutusjuhend et Instrukcija Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 en lt OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD 110‑W Diamantboorsysteem Lees de handleiding voor het eerste gebruik beslist door. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. nl Inhoud 1 Algemene opmerkingen 2 Beschrijving 3 Toebehoren 4 Technische gegevens 5 Veiligheidsinstructies 6 Inbedrijfneming 7 Bediening 8 Verzorging en onderhoud 9 Foutopsporing 10 Afval voor hergebruik recyclen 11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Pagina 102 103 105 105 106 109 112 115 115 117 117 118 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding. In de tekst van deze handleiding wordt met »het apparaat« altijd de diamantboormachine DD 110‑W bedoeld. Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1 Diamantboormachine DD 110‑W Zijhandgreep Tandwielschakelaar Aandrijving Motor Afdekking koolborstels Service-indicatie Aan-/uitschakelaar Handgreep Netsnoer incl. PRCD Gereedschapopname Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel) Spoelkop @ ; = % & ( ) + § / : · 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 102 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen Waarschuwingstekens Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwing voor heet oppervlak Gebodstekens Veiligheidsbril dragen Op het apparaat Helm dragen Gehoorbescherming dragen Werkhandschoenen dragen 'Nat boren' boven het hoofd is verboden Op het apparaat Licht stofmasker dragen Werkschoenen dragen Vóór het gebruik de handleiding lezen nl Symbolen Alleen werken met goed functionerende PRCD. Slotsymbool Verwijzing naar beveiliging tegen diefstal Serviceindicatie Omwentelingen per minuut Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Type: Omwentelingen per minuut Materialen afvoeren voor recycling Serienr.: 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften De DD 110‑W is een elektrisch aangedreven diamantboorapparaat en specifiek voor het handgeleide droog boren in metselwerk. Naar boven gerichte werkzaamheden in de nat-boormodus zijn ten strengste verboden. Het boren van materialen, waarbij stroomgeleidend stof vrijkomt (bijvoorbeeld magnesium) is niet toegestaan. Gebruik voor de betreffende toepassing bij voorkeur een mobiele stofafzuiging, bijvoorbeeld de Hilti stofzuiger VC 20‑U/UM, VC 40‑U/UM, VCU 40, VCU 40‑M oder VCD 50. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti boorkronen en DD 110-W accessoires. Volg ook de veiligheids- en bedieningsinstructies voor de gebruikte toebehoren. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. De werkomgeving kan zijn: bouwplaatsen, werkplaatsen, renovaties, ombouw en nieuwbouw. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan aangegeven. Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt. Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. 103 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door hiertoe ongeschoolde personen, onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. 2.2 Toepassing bij verschillende uitvoeringen Boorwerkzaamheden voor de DD 110‑W Boorkronen ∅ Natboren Droogboren Boorrichting Ondergrond 25…132 mm (1"...5¼") Niet naar boven Beton 16…162 mm (⁵⁄₈"...6½") Alle richtingen Metselwerk (bijvoorbeeld kalkzandsteen, baksteen) 2.3 Tabel van de versnellingen en de bijbehorende boorkroondiameters nl Versnelling 1 2 PCM boorkronen droog HDM boorkronen droog HWC boorkronen nat 42…162 mm (1⁵⁄₈" ... 6¹⁄₂") 102…162 mm (4" ... 6¹⁄₂") 16…87 mm (⁵⁄₈" ... 3¹⁄₂") 122…132 mm (4¾"...5¼") 25…112 mm (1"...4½") Nullasttoerental 650/min 1.380/min 2.4 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel) Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 2.5 Inbegrepen bij de levering van de standaarduitrusting zijn: 1 1 1 Apparaat met zijhandgreep en gereedschapopname Handleiding Hilti koffer of kartonnen verpakking 2.6 Gebruik van verlengsnoeren Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes: Draaddoorsnede 1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm² Netspanning 100 V niet aanbevolen niet aanbevolen niet aanbevolen 40 m Netspanning 110‑120 V niet aanbevolen niet aanbevolen 30 m Netspanning 220‑240 V 30 m 50 m Gebruik geen verlengsnoer met een draadkern van 1,25 mm². Gebruik alleen geaarde verlengsnoeren. 2.7 Het gebruik van een generator of transformator Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: afgegeven vermogen in watt minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn. AANWIJZING Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd kan raken. Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. 104 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 3 Toebehoren Omschrijving Artikelnummer, beschrijving Beveiliging tegen diefstal TPS (Theft Protection System) met Company Card, Company Remote en vrijschakelsleutel TPS‑K Stofafzuiging Optioneel Gereedschapopname M16 315774 Gereedschapopname BI+ 315791 315773 Gereedschapsopname BR 315792 Gereedschapopname BT 315793 Flowmeter 305939 Tandkransboorkop 315794 Snelspanboorkop 315795 Insteekeinde M27 voor dozenboren 315805 Insteekeinde BI+ voor dozenboren 315806 Insteekeinde M27 voor boorkronen 315807 Insteekeinde BI+ voor boorkronen 315824 Zijhandgreep 315825 Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor boorkronen 315826 Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor boorkronen 315827 Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor dozenboren 315828 Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor dozenboren 331621 Voorboorhulp dozenboor 281318 Voorboorhulp dozenboor BI+ 209661 nl 4 Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden! Informatie over het apparaat en het gebruik ervan Afmetingen (L x B x H) 457 mm x 120 mm x 170 mm Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 5,7 kg Veiligheidsklasse I AANWIJZING Het apparaat wordt in verschillende versies, met een variërende nominale spanning aangeboden. De nominale spanning en de nominale spanningsopname van het apparaat staan vermeld op het typeplaatje. Nominale spanning [V] Netfrequentie (Hz) Nominaal ingangsvermogen [W] 100 110 110 120 220 230 240 50…60 50 60 60 50/60 50…60 50 1.450 1.600 1.570 1.600 1.600 1.600 105 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 Nominale spanning [V] Nominale stroom [A] Nominaal toerental 1e versnelling [omw/min] Nominaal toerental 2e versnelling [omw/min] nl 100 110 110 120 220 230 240 15 15,4 15 14,1 7,7 7,4 7,1 650 650 650 650 650 650 650 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 AANWIJZING Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluids- en vibratie-informatie (gemeten volgens EN 60745‑2‑1) Typisch A‑gekwalificeerd geluidsniveau 95 dB (A) Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau 84 dB (A) Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A) Extra informatie, triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom) Boren in kalkzandsteen (droog) met PCM‑boorkroon, 12,0 m/s² ah, DD Boren in kalkzandsteen (droog) met HDM‑boorkroon, ah, DD 5,8 m/s² Onzekerheid (K) 1,5 m/s² Boren in beton (nat) met HWC‑boorkroon, ah, DD 4,6 m/s² 5 Veiligheidsinstructies voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel). 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen a) WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met net- 106 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 5.1.1 Veiligheid op de werkplek Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het apparaat in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschapa) c) pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. 5.1.2 Elektrische veiligheid De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. a) 5.1.3 Veiligheid van personen Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico op letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of a) draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem kan de gevaren door stof beperken. 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat a) 107 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 nl is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. 5.1.5 Service a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft. 5.2 Veiligheidsinstructies voor boormachines Gebruik de extra handgrepen die bij de levering van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van controle kan tot lichamelijk letsel leiden. b) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. a) nl 5.3 Aanvullende veiligheidsinstructies 5.3.1 Veiligheid van personen Houd het apparaat bij boren uit de hand altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. e) Voer tijdens werkzaamheden de stroomkabels, verlengkabels en, indien van toepassing ook de stofzuigerslang altijd naar achteren van het gereedschap weg.Dit verkleint de kans om over kabels of slangen te struikelen tijdens het werken. f) Voorkom huidcontact met boorslib. g) Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van gereedschap! Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik. h) Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. i) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. j) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allera) 108 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrische gereedschappen Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werk vast te zetten. Op deze manier zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat te bedienen. b) Controleer of het gereedschap het bij het apparaat passende opnamesysteem heeft en correct in de gereedschapopname vergrendeld is. c) Bij een stroomonderbreking het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Dit voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld wanneer het weer onder spanning komt te staan. a) 5.3.3 Elektrische veiligheid Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. b) Gebruik het apparaat nooit zonder de meegeleverde PRCD (voor de GB-uitvoering nooit zonder scheidingstransformator). Controleer voor gebruik altijd de PRCD. c) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het apparaat, en laat dit in geval van beschadiging vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap beschadigd is, dient dit door een speciaal vervaardigd en goedgekeurd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang ze wanneer ze beschadigd zijn. Wordt het net- of het verlengsnoer tijdens de werkzaamhea) den beschadigd, dan mag u het niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. d) Bescherm u tegen een elektrische schok. Vermijd aanraking met geaarde delen, zoals buizen, verwarmingselementen, fornuizen en koelkasten. e) Gebruik geen adapterstekker om de aarding op te heffen. 5.3.4 Werkomgeving Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid. b) Sluit bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een stofafzuigsysteem aan. Er mag niet worden geboord in materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest). c) Zorg ervoor dat u toestemming van de directie heeft voor de boorwerkzaamheden. Boorwerkzaamheden aan gebouwen of andere structuren kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van wapeningsijzer of dragende elementen. d) Voor werkzaamheden buiten worden rubberen handschoenen en niet-slippend schoeisel aanbevolen. e) Leid bij het werken het net- en het verlengsnoer en de waterslang altijd naar achteren van het apparaat weg. 5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting a) nl De gebruiker en personen die zich in de buurt bevinden, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een geschikte veiligheidsbril, veiligheidshelm, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen, veiligheidsschoenen en een licht stofmasker dragen, indien er tijdens de werkzaamheden stof vrijkomt. 6 Inbedrijfneming ATTENTIE Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werkhandschoenen voor het wisselen van gereedschap. ATTENTIE De netspanning dient overeen te komen met de gegevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. ATTENTIE Het apparaat en de diamantboorkroon zijn zwaar. Er kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Draag een helm, werkhandschoenen en werkschoenen. GEVAAR Zet bij doorboringen door wanden het gebied achter de wand af, omdat materiaal of de boorkern naar achteren kan vallen. Zet bij doorboringen door plafonds het gebied daaronder af, omdat materiaal of de boorkern naar beneden kan vallen. WAARSCHUWING Erop letten dat de voedingskabel en de slangen niet in aanraking komen met draaiende delen. ATTENTIE Het apparaat mag tijdens het verplaatsen niet zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. Haal de stekker uit het stopcontact. ATTENTIE Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti boorkronen en DD 110-W accessoires. Voor apparaten met een BI+ gereedschapopname zijn alleen originele Hilti boorkronen toegestaan. ATTENTIE Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is. Wacht tot de spindel stilstaat. 6.1 Voorbereiding op droogboren 6.1.1 Zijhandgreep positioneren 2 ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 109 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 1. 2. 3. Open de houder van de zijhandgreep door aan de greep te draaien. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep te draaien. 6.1.2 Montage diamantboorkroon 3 6.1.3 Montage stofafzuiging (optioneel) 6.1.3.1 Dozenboor 4 1. 2. 3. nl GEVAAR Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplinteringen en scheuren, slijtage of sterke gebruikssporen. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook buiten het directe werkgebied. AANWIJZING Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt. In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de diamantsegmenten minder dan 2 mm is. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. ATTENTIE Zorg ervoor dat de voorboorhulp stevig in de boorkroon bevestigd is. ATTENTIE Gebruik het apparaat bij toepassing van de voorboorhulp niet los, zonder contact met het te bewerken materiaal. AANWIJZING De gereedschapsopnames BR, BT, M16, M27 worden bevestigd met een geschikte steeksleutel. De gereedschapsopname, adapter en het gereedschap moeten schoon zijn. 1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de open klem te draaien. 2. Bevestig de diamantboorkroon van voren aan de vertanding van de gereedschapsopname (BI+) op het apparaat en draai eraan totdat hij inklikt. 3. Sluit de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de gesloten klem te draaien. 4. Controleer of de boorkroon goed in de gereedschapsopname bevestigd is door aan de diamantboorkroon te trekken en hem heen en weer te bewegen. 110 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 4. 5. 6. Steek de voorboorhulp met de punt vooruit tot de aanslag in het insteekeinde voor de dozenboor met stofafzuiging. Monteer het insteekeinde in de gereedschapopname volgens de Montage Diamantboorkroon. Druk de blokkeerring en de stofafzuiging in de richting van het apparaat terug. Monteer de dozenboor op het insteekeinde. Schuif de stofafzuiging in de richting van het gereedschap, tot deze tegen de boorkroon aanligt en bevestig hem in deze positie, door de borgring in de richting van de dozenboor te schuiven. Controleer of de stofafzuiging vrij op het apparaat draait. 6.1.3.2 Boorkroon 1. 2. Monteer het insteekeinde voor de boorkroon met stofafzuiging in de gereedschapopname volgens de montage diamantboorkroon. Monteer de boorkroon op het insteekeinde. 6.1.4 Toerental kiezen 5 ATTENTIE Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is. Wacht tot de spindel stilstaat. Kies de instelling van de schakelaar, afhankelijk van de toepasselijke boordiameter. Draai de schakelaar in de aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon draait (zie het hoofdstuk Beschrijving). 6.1.5 Demontage diamantboorkroon ATTENTIE Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werkhandschoenen voor het wisselen van gereedschap. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. AANWIJZING Voor gereedschapsopnames BR, BT, M27, M16 blokkeert u de gereedschapsopname en verwijdert u de boorkroon met een geschikte steeksleutel. 1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de open klem te draaien. 2. 3. Trek de bedieningshuls op de gereedschapsopname in de richting van de pijl naar het apparaat. Hierdoor wordt de boorkroon ontgrendeld. Verwijder de boorkroon. 6.2 Voorbereiding op natboren 6.2.1 Zijhandgreep positioneren 2 ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 1. 2. 3. Open de houder van de zijhandgreep door aan de greep te draaien. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep te draaien. 6.2.2 Wateraansluiting bevestigen 6 GEVAAR Naar boven gerichte werkzaamheden in nat-boormodus zijn ten strengste verboden. de ATTENTIE Controleer de slangen regelmatig op beschadigingen en zorg ervoor dat de maximaal toelaatbare waterleidingdruk van 6 bar niet wordt overschreden. AANWIJZING Gebruik alleen vers water of water zonder vuildeeltjes om beschadiging van de componenten te voorkomen. AANWIJZING Als accessoire kan een flowmeter tussen de toevoer van het apparaat en de watertoevoerleiding worden ingebouwd. 1. 2. Sluit de waterregeling aan op het apparaat. Breng de verbinding met de watertoevoer tot stand 6.2.3 Montage diamantboorkroon 3 GEVAAR Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplinteringen en scheuren, slijtage of sterke gebruikssporen. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook buiten het directe werkgebied. AANWIJZING Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt. In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de diamantsegmenten minder dan 2 mm is. ATTENTIE Zorg ervoor dat de voorboorhulp stevig in de boorkroon bevestigd is. ATTENTIE Gebruik het apparaat bij toepassing van de voorboorhulp niet los, zonder contact met het te bewerken materiaal. AANWIJZING De gereedschapsopnames BR, BT, M16, M27 worden bevestigd met een geschikte steeksleutel. De gereedschapsopname, adapter en het gereedschap moeten schoon zijn. 1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de open klem te draaien. 2. Bevestig de diamantboorkroon van voren aan de vertanding van de gereedschapsopname (BI+) op het apparaat en draai eraan totdat hij inklikt. 3. Sluit de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de gesloten klem te draaien. 4. Controleer of de boorkroon goed in de gereedschapsopname bevestigd is door aan de diamantboorkroon te trekken en hem heen en weer te bewegen. 6.2.4 Toerental kiezen 5 ATTENTIE Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is. Wacht tot de spindel stilstaat. Kies de instelling van de schakelaar, afhankelijk van de toepasselijke boordiameter. Draai de schakelaar in de aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon draait (zie het hoofdstuk Beschrijving). 6.2.5 Demontage diamantboorkroon ATTENTIE Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werkhandschoenen voor het wisselen van gereedschap. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. AANWIJZING Voor gereedschapsopnames BR, BT, M27, M16 blokkeert u de gereedschapsopname en verwijdert u de boorkroon met een geschikte steeksleutel. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 111 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 nl 1. Open de gereedschapsopname (BI+) door in de richting van het symbool van de open klem te draaien. 2. 3. Trek de bedieningshuls op de gereedschapsopname in de richting van de pijl naar het apparaat. Hierdoor wordt de boorkroon ontgrendeld. Verwijder de boorkroon. 7 Bediening 7.1.1 Apparaat vrijschakelen 1. 2. nl WAARSCHUWING Erop letten dat de voedingskabel en de slangen niet in aanraking komen met draaiende delen. GEVAAR Let er bij het werken met boorkronen met sleuven op, dat uw vingers niet in de sleuven terecht komen. ATTENTIE Het apparaat en het boorproces veroorzaken geluidsoverlast. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor beschadigen. ATTENTIE Door het boren kunnen gevaarlijke splinters ontstaan. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. Gebruik een veiligheidsbril en een veiligheidshelm. Zorg ervoor dat het apparaat van spanning wordt voorzien. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert. Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen van de vrijschakelsleutel. Houd de vrijschakelsleutel of de sluiting van het TPS horloge dicht bij het slotsymbool. Zodra de gele lamp van de diefstalbeveiliging uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld. AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbroken, bijv. bij een wisseling van de werkomgeving of bij netuitval, dan kan het apparaat nog circa 20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekingen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel opnieuw worden vrijgeschakeld. 7.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie voor het apparaat AANWIJZING Informatie over de activering en het gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handleiding "Beveiliging tegen diefstal". 7.2 Lekstroomschakelaar PRCD inschakelen en controleren WAARSCHUWING Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereedschap. GEVAAR De gebruiker moet bedacht zijn op plotseling blokkerend gereedschap en met beide voeten op een veilige ondergrond staan. 7.1 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel) AANWIJZING Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal" zijn uitgerust. Als het apparaat met deze functie is uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 112 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 (voor de GB-uitvoering wordt als alternatief een scheidingstransformator gebruikt) 1. Steek de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact. 2. Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar PRCD. De indicatie moet verschijnen. 3. Druk op de toets "TEST" op de lekstroomschakelaar PRCD. De indicatie moet verdwijnen. 4. WAARSCHUWING Als de weergave niet verdwijnt, mag het apparaat niet verder worden gebruikt. Laat het apparaat door gekwalificeerd en vakkundig personeel repareren met originele vervangingsonderdelen. Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar PRCD. De indicatie moet verschijnen. 7.3 Droogboren met stofafzuiging ATTENTIE Geleid tijdens de werkzaamheden de stofzuigerslang altijd naar achteren van het gereedschap weg, zodat hij niet met de boorkroon in contact kan komen. ATTENTIE Lees, voor het verwijderen van het opgezogen materiaal, de handleiding van de gebruikte stofzuiger. AANWIJZING Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading een antistatische stofzuiger. 7.3.1 Stofzuiger met stopcontact voor elektrisch gereedschap 7 ATTENTIE Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen boorkronen met sleuven. AANWIJZING De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd. 1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en bevestig hem. 2. Monteer de voorboorhulp (optioneel). 3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact van de stofzuiger. 4. Steek de stekker van de stofzuiger in het stopcontact en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD in. 5. Breng het apparaat aan op de centreermarkering. 6. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch gereedschap in. AANWIJZING De stofzuiger start tijdvertraagd na het elektrisch gereedschap. Na het uitschakelen van het elektrisch gereedschap schakelt de stofzuiger tijdvertraagd uit. 7. Werk wanneer u met boren begint slechts met een lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe geleidingssnede (optioneel). 8. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand is gekomen (optioneel). 9. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optioneel). 10. Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede, druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren (optioneel). 7.3.2 Stofzuiger zonder stopcontact voor elektrisch gereedschap ATTENTIE Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen boorkronen met sleuven. AANWIJZING De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd. 1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en bevestig hem. 2. Monteer de voorboorhulp (optioneel). 3. Steek de stekker van de stofzuiger in het stopcontact en schakel de stofzuiger in. 4. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD in. 5. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch gereedschap in. 6. Werk wanneer u met boren begint slechts met een lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe geleidingssnede (optioneel). 7. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand is gekomen (optioneel). 8. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optioneel). 9. Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede, druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren (optioneel). 10. Laat de stofzuiger een paar seconden langer draaien dan het gereedschap, om het resterende materiaal op te zuigen. 7.4 Droogboren zonder stofafzuiging AANWIJZING Gebruik boorkronen met sleuven, wanneer u zonder stofafzuiging boort. AANWIJZING Verwijder de stofafzuiging of blokkeer deze tegen meedraaien. AANWIJZING De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact, wanneer u de boorkern verwijdert. GEVAAR Draag een licht stofmasker. 113 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 nl AANWIJZING Het stof wordt in alle richtingen rondgeslingerd. Boren, vooral boven het hoofd, is zonder stofafzuiging zeer onaangenaam, waardoor de prestaties niet optimaal zijn. Boven het hoofd boren zonder stofafzuiging wordt daarom niet aanbevolen. Het wordt aanbevolen de stofafzuiging met een geschikte stofzuiger voor droog boren te gebruiken. 1. 2. 3. 4. 5. nl 6. 7. 8. 9. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en bevestig hem. Monteer de voorboorhulp (optioneel). Steek de stekker in het stopcontact en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD in. Breng het apparaat aan op de centreermarkering. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch gereedschap in. Werk wanneer u met boren begint slechts met een lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe geleidingssnede (optioneel). Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand is gekomen (optioneel). Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optioneel). Positioneer de boorkroon in de geleidingssnede, druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren (optioneel). 7.5 Natboren 5. Open langzaam de waterregeling tot de gewenste waterhoeveelheid stroomt. 6. Druk de aan-/uitschakelaar van het apparaat in. 7. Werk wanneer u met boren begint slechts met een lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe zaagsnede (optioneel). 8. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand is gekomen (optioneel). 9. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optioneel). 10. Positioneer de boorkroon in de zaagsnede, druk de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren (optioneel). 7.6 Uitschakelen ATTENTIE Draag bij het wisselen van gereedschap werkhandschoenen, omdat het gereedschap heet wordt door het gebruik. ATTENTIE De boorkroon zit vol met stof of water en boorresten. Zorg dat u stevig staat voor het extra gewicht van de boorresten. 1. 2. 3. Trek de diamantboorkroon uit het boorgat. Schakel het apparaat uit. Sluit de waterregeling indien van toepassing. 7.7 Werkwijze bij vastzittende boorkroon In geval van een vastzittende boorkroon wordt in eerste instantie de slipkoppeling geactiveerd, tot de gebruiker het apparaat uitschakelt. De boorkroon kan op de volgende manieren worden losgemaakt: 7.7.1 Losmaken van de boorkroon met de steeksleutel WAARSCHUWING Het water mag niet over de motor en de afdekking lopen. 1. 2. 3. Haal de stekker uit het stopcontact. Breng een geschikte steeksleutel bij het insteekeinde aan en draai de boorkroon los. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. Ga verder met het boorproces. WAARSCHUWING Het water loopt ongecontroleerd weg. Naar boven gericht boren niet toegestaan! 4. AANWIJZING De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd. ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 1. 2. 3. 4. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en bevestig hem. Monteer de voorboorhulp (optioneel). Steek de stekker in het stopcontact en druk de schakelaar "Reset" van de PRCD in. Breng het apparaat op de centreermarkering aan. 114 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 7.8 Demontage 1. 2. Voor het verwijderen van de boorkroon, zie hoofdstuk "Demontage diamantboorkroon". Verwijder, indien vereist, de boorkern. 7.9 Transport en opslag Open voor opslag van het apparaat de waterregulering. ATTENTIE Vooral bij temperaturen onder het vriespunt erop letten dat geen water in het apparaat achterblijft. 8 Verzorging en onderhoud ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen onderdelen Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van uw gereedschap en de gereedschapopname tegen corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek. Het insteekeinde altijd schoon en licht ingevet houden. 8.2 Verzorging van het apparaat ATTENTIE Het apparaat, met name de greepgedeelten, schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor worden beïnvloed. menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 8.4 Koolborstels vervangen 8 AANWIJZING Wanneer het waarschuwingslampje met de steeksleutel brandt, moeten de koolborstels worden vervangen. GEVAAR Het apparaat mag alleen door bevoegd, geïnstrueerd personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Wanneer de volgende aanwijzingen niet worden opgevolgd, bestaat de mogelijkheid dat men in aanraking komt met gevaarlijke elektrische spanning. 1. 2. 3. 4. 8.3 Reparaties WAARSCHUWING Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regelmatig op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen correct functioneren. Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele- 5. Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet. Open de afdekking van de koolborstels links en rechts van de motor. Let erop hoe de koolborstels ingebouwd zijn. Haal de versleten koolborstels uit het apparaat. Plaats de nieuwe koolborstels weer precies zo terug als de oude koolborstels gemonteerd waren (reserveonderdeelnummer: 100‑127 V: 39577; 220‑240 V: 39576). AANWIJZING Let er bij het monteren op dat de isolatie van de signaaldraad niet wordt beschadigd. Schroef de afdekking van de koolborstels links en rechts van de motor vast. AANWIJZING Het waarschuwingslampje dooft wanneer de koolborstels zijn vervangen. 8.5 Controle na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet worden gecontroleerd of alle beschermende delen van het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren. 9 Foutopsporing Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat werkt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap plaatsen, functie controleren. Steekverbindingen, elektriciteitsleiding, PRCD en netstekker controleren Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Netsnoer en indien nodig stofzuiger, verlengsnoer, netstekker, PRCD, controleren en indien nodig door een elektrotechnicus laten vervangen Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Aan-/uitschakelaar defect Stroomtoevoer onderbroken Elektronica defect 115 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 nl nl Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat werkt niet Water in het apparaat Apparaat werkt niet en de service-indicatie brandt Koolborstels versleten Apparaat werkt niet, koolborstels vervangen, service-indicatie brandt Service-indicatie brandt Schade aan het apparaat Apparaat drogen. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Koolborstels vervangen Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels vervangen 8 Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. Koolborstels versleten; apparaat kan nog enkele uren worden gebruikt. Service-indicatie knippert Toerentalstoring Apparaat werkt niet, aanduiding diefstalbeveiliging knippert geel. Apparaat is niet vrijgeschakeld (optioneel bij apparaat met beveiliging tegen diefstal). Tandwielschakelaar niet ingeklikt Motor draait. Diamantboorkroon draait niet Boorsnelheid vermindert Aandrijving defect Diamantboorkroon heeft geen grip Diamantboorkroon heeft geen grip Boorkern klemt in de diamantboorkroon Maximale boordiepte bereikt Diamantboorkroon defect Slipkoppeling komt te snel in werking of draait door Stof verhindert voortgang bij het boren Waterdruk/waterdoorstroming te hoog Waterhoeveelheid te gering Diamantboorkroon kan niet in de gereedschapopname worden geplaatst Boorsysteem heeft te veel speling Insteekeinde/gereedschapopname vervuild of beschadigd Boorkroon niet vast genoeg in de gereedschapopname geschroefd Insteekeinde defect Er komt water vrij bij de spoelkop of het carter Waterdruk te hoog Tijdens bedrijf stroomt water uit de gereedschapopname Boorkroon niet vast genoeg in de gereedschapopname geschroefd Insteekeinde/gereedschapopname vervuild Afdichting gereedschapopname of insteekeinde defect 116 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 Dichtring defect Koolborstels moeten vervangen worden. Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels vervangen 8 Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. Apparaat vrijschakelen met de vrijschakelsleutel. Tandwielschakelaar bedienen tot de inklikstand Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Diamantboorkroon op slijpplaat slijpen Verkeerde boorkroonspecificatie, neem contact op met Hilti Boorkern verwijderen Boorkern verwijderen en boorkroonverlenging gebruiken Diamantboorkroon op beschadiging controleren en eventueel vervangen Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Gebruik een geschikte stofafzuiging Waterhoeveelheid met waterregeling reduceren Waterregeling openen Watertoevoer controleren Insteekeinde/gereedschapopname reinigen of eventueel vervangen Vastschroeven Insteekeinde controleren en eventueel vervangen Waterdruk reduceren Laat het apparaat door de Hilti-service repareren Vastschroeven Insteekeinde/gereedschapopname reinigen Afdichting controleren en eventueel vervangen 10 Afval voor hergebruik recyclen Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. Aanbevolen voorbehandeling bij milieuvriendelijke afvoer van boorslib AANWIJZING Vanuit milieu- en gezondheidsoogpunt kan de afvoer van boorstof problematisch zijn. Informeer bij de lokale instanties naar de bestaande voorschriften. Aanbevolen voorbehandeling bij milieuvriendelijke afvoer van boorslib AANWIJZING Vanuit milieuoogpunt is het afvoeren van boorslib in water of in de riolering zonder juiste voorbehandeling problematisch. Informeer bij de lokale instanties naar de bestaande voorschriften. 1. 2. 3. Verzamel het boorslib (bijv. met de natzuiger). Laat het boorslib neerslaan en breng de vaste bestanddelen naar een vuilstortplaats voor bouwafval. (Uitvlokkingsmiddelen kunnen het afscheidingsproces versnellen.) Voor u het resterende water (basisch, pH waarde > 7) afvoert in de riolering, neutraliseert u dit door een zuur neutralisatiemiddel toe te voegen of door het met veel water te verdunnen. 11 Fabrieksgarantie op de apparatuur Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 117 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 nl 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Diamantboorsysteem Type: DD 110‑W Bouwjaar: 2008 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑1, EN ISO 12100. nl Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 06/2015 118 Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069514 / 000 / 04 Johannes Wilfried Huber Senior Vice President Business Unit Diamond 06/2015 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388

Hilti DD 110-W Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding