Hilti DD 110-D Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
*274860*
274860
DD 110-D
Bedienungsanleitung de
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Gebruiksaanwijzing nl
Návod k obsluze cs
Návod na obsluhu sk
Instrukcja obsługi pl
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
DD 110-D
+≠ 23 4 5 7
8
1
9
6
1
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
DD 110-D
1/3
2
2 42
1
3
1
1
DD 110-D
2
3
1
6
4
110-D
2/5
2/5
1
23
4
5
67
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DD 110-D Diamantboorsysteem
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 45
2 Beschrijving 46
3 Toebehoren 48
4 Technische gegevens 48
5 Veiligheidsinstructies 49
6 Inbedrijfneming 52
7 Bediening 54
8 Verzorging en onderhoud 56
9 Foutopsporing 57
10 Afval voor hergebruik recyclen 58
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 58
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 59
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding betekent »het apparaat«
altijd de diamantboormachine DD 110.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
Diamantboormachine DD 110‑D
@
Zijhandgreep
;
Tandwielschakelaar
=
Aandrijving
%
Motor
&
Afdekking koolborstels
(
Service-indicatie
)
Aan-/uitschakelaar
+
Handgreep
§
Voedingssnoer
/
Gereedschapopname
:
Speciale uitvoering: TPS
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
nl
45
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Gehoorbe-
scherming
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Werkschoe-
nen
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Symbolen
Omwentelin-
gen per
minuut
Slotsymbool Verwijzing
naar
beveiliging
tegen
diefstal
Service-
indicatie
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De DD 110‑D is een elektrisch aangedreven diamantboorapparaat en specifiek voor het handgeleide droog boren met
diamantboorkronen en diamant-dozenboren in metselwerk.
Het apparaat is niet geschikt voor het boren in beton of gewapend beton.
Het boren van materialen, waarbij stroomgeleidend of brandbaar stof vrijkomt (bijvoorbeeld hout, magnesium) is niet
toegestaan.
Gebruik voor de betreffende toepassing bij voorkeur een mobiele stofafzuiging, bijvoorbeeld de Hilti stofzuiger VCU
40, VCU 40‑M of VCD 50.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti boorkronen en DD 110-D toebehoren.
Volg ook de veiligheids- en bedieningsinstructies voor de gebruikte toebehoren.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaatsen, werkplaatsen, renovaties, ombouw en nieuwbouw.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
nl
46
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
2.2 Toepassing bij verschillende uitvoeringen
Boorwerkzaamheden voor de
DD 110‑D
Boorkronen Boorrichting
Ondergrond
Doorbraak-boren 16…162 mm
(⁵⁄₈"...6¹⁄₂")
Alle richtingen Metselwerk (bijvoor-
beeld kalkzandsteen,
baksteen)
Blinde gaten-/dozenboor 16…162 mm
(⁵⁄₈"...6¹⁄₂")
Alle richtingen Metselwerk (bijvoor-
beeld kalkzandsteen,
baksteen)
2.3 Tabel van de versnellingen en de bijbehorende boorkroondiameters
Versnelling
PCM boorkronen
HDM boorkronen Nullasttoerental
1 42…162 mm
(1⁵⁄₈" ... 6¹⁄₂")
102…162 mm
(4" ... 6¹⁄₂")
650/min
21687mm
(⁵⁄₈" ... 3¹⁄₂")
1.380/min
2.4 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
2.5 Inbegrepen bij de levering van de standaarduitrusting zijn:
1 Apparaat met zijhandgreep en gereedschap-
opname
1Handleiding
1 Hilti koffer of kartonnen verpakking
2.6 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Draaddoorsnede 1,5 mm² 2 m 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 100 V niet aanbevolen niet aanbevolen niet aanbevolen 40 m
Netspanning 110‑120 V niet aanbevolen niet aanbevolen 30 m
Netspanning 220‑240 V 30 m 50 m
Gebruik geen verlengsnoer met een draadkern van 1,25 mm². Gebruik bij apparaten met PRCD alleen verlengsnoeren
die zijn voorzien van een aardedraad.
2.7 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan: afgegeven vermogen in watt minstens het dubbele van wat op het typeplaatje
van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnende+5%en‑15%tenopzichtevande
nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
AANWIJZING
Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken. Gebruik naast de generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere
apparaten.
nl
47
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
3 Toebehoren
Omschrijving
Artikelnummer, beschrijving
Beveiliging tegen diefstal TPS (Theft Protection Sys-
tem) met Company Card, Company Remote en vrij-
schakelsleutel TPS‑K
Optioneel
Stofafzuiging 315773
Gereedschapopname M16 315774
Gereedschapopname BI+ 315791
Gereedschapsopname BR 315792
Gereedschapopname BT 315793
Tandkransboorkop 315794
Snelspanboorkop 315795
Insteekeinde M27 voor dozenboren 315805
Insteekeinde BI+ voor dozenboren 315806
Insteekeinde M27 voor boorkronen 315807
Insteekeinde BI+ voor boorkronen 315824
Zijhandgreep 315825
Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor boorkronen 315826
Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor boorkronen 315827
Stofafzuiging met insteekeinde BI+ voor dozenboren 315828
Stofafzuiging met insteekeinde M27 voor dozenboren 331621
Voorboorhulp dozenboor 281318
Voorboorhulp dozenboor BI+ 209661
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
Afmetingen (L x B x H) 446 mm x 120 mm x 170 mm
Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 5,1 kg
Isolatieklasse II
Beschermingsklasse met PRCD I
AANWIJZING
Het apparaat wordt in verschillende uitvoeringen, met een variërende nominale spanning aangeboden. De nominale
spanning en de nominale spanningsopname van het apparaat staan vermeld op het typeplaatje.
Nominale
spanning
[V]
100 110 110 120 220 230 240
Netfre-
quentie
(Hz)
50…60 50 60 60 50/60 50…60 50
Nominaal
ingangs-
vermogen
[W]
1.450 1.600 1.570 1.600 1.600 1.600
nl
48
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
Nominale
spanning
[V]
100 110 110 120 220 230 240
Nominale
stroom [A]
15 15,4 15 14,1
7,7
7,4 7,1
Nominaal
toerental
1e ver-
snelling
[omw/min]
650 650 650 650 650 650 650
Nominaal
toerental
2e ver-
snelling
[omw/min]
1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380 1.380
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor
de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch apparaat. Als het elektrisch apparaat echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de
gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden
van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluidsinformatie (gemeten volgens EN 60745‑2‑1)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsniveau 95 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau 84 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Extra informatie volgens EN 60745‑1, triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom)
Boren in kalkzandsteen (droog) met PCM‑boorkroon,
a
h, DD
12 m/s²
Boren in kalkzandsteen (droog) met HDM‑boorkroon,
a
h, DD
5,8 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
penveroorzakenvonkendiehetstofofdedampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
nl
49
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangendekleding,sieradenenlangeharenkun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
neren en niet vastklemmen en of onderdelen ge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
nl
50
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsinstructies voor boormachines
a) Gebruik de extra handgrepen die bij de levering
van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van con-
trole kan tot lichamelijk letsel leiden.
b) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
5.3 Aanvullende veiligheidsinstructies
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat bij boren uit de hand altijd met
beide handen vast aan de daarvoor bestemde
handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Voer tijdens werkzaamheden de stroomkabels,
verlengkabels en, indien van toepassing ook de
stofzuigerslang altijd naar achteren van het ge-
reedschap weg.Dit verkleint de kans om over kabels
of slangen te struikelen tijdens het werken.
f) Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat
het apparaat geen speelgoed is.
g) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
h) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
b) Controleer of het gereedschap het bij het appa-
raat passende opnamesysteem heeft en correct
in de gereedschapopname vergrendeld is.
c) Bij een stroomonderbreking het apparaat uitscha-
kelen en de stekker uit het stopcontact halen. Dit
voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt inge-
schakeld wanneer het weer onder spanning komt te
staan.
5.3.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Is een PRCD bij de levering inbegrepen, gebruik
het apparaat dan nooit zonder de meegeleverde
PRCD (voor GB-versie nooit zonder scheidings-
trafo). Controleer voor gebruik altijd de PRCD.
c) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang ze wanneer ze beschadigd zijn. Wordt het
net- of het verlengsnoer tijdens de werkzaamhe-
den beschadigd, dan mag u het niet aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het risico van
een elektrische schok in.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroomschakelaar (RCD) met
maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is
aangesloten. Het gebruik van een lekstroomschake-
laar vermindert het risico van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
schakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afscha-
kelstroom aanbevolen.
nl
51
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
5.3.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte.
Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg
van stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid.
b) Sluit, bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt
een stofafzuigsysteem aan. Er mag niet worden
geboord in materialen die schadelijk zijn voor de
gezondheid (bijv. asbest).
5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt be-
vinden, moeten tijdens het gebruik van het appa-
raat een geschikte veiligheidsbril, veiligheidshelm,
gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen, vei-
ligheidsschoenen en een licht stofmasker dragen, in-
dien er tijdens de werkzaamheden stof vrijkomt.
6 Inbedrijfneming
ATTENTIE
De netspanning dient overeen te komen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet
aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
GEVAAR
Zet bij doorboringen door wanden het gebied achter
de wand af, omdat materiaal of de boorkern naar
achteren kan vallen. Zet bij doorboringen door pla-
fonds het gebied daaronder af, omdat materiaal of de
boorkern naar beneden kan vallen.
ATTENTIE
Het apparaat mag tijdens het verplaatsen niet zijn
aangesloten op het elektriciteitsnet. Haal de stekker
uit het stopcontact.
6.1 Zijhandgreep positioneren 2
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
3. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.2 Montage diamantboorkroon 3
GEVAAR
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Contro-
leer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplin-
teringen en scheuren, slijtage of sterke gebruiksspo-
ren. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brok-
stukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap
kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook
buiten het directe werkgebied.
AANWIJZING
Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de
snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt.
In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de
diamantsegmenten minder dan 2 mm is.
ATTENTIE
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti
boorkronen en DD 110-D toebehoren. Voor apparaten
met een BI+ gereedschapopname zijn alleen originele
Hilti boorkronen toegestaan.
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
nl
52
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
ATTENTIE
Zorg ervoor dat de voorboorhulp stevig in de boor-
kroon bevestigd is.
ATTENTIE
Gebruik het apparaat in combinatie met de voorboor-
hulp niet los, zonder contact met het te bewerken
materiaal.
AANWIJZING
De gereedschapopnames BR, BT, M16, M27 worden
bevestigd met een geschikte steeksleutel.
De gereedschaphouder, adapter en het gereedschap
moeten schoon zijn.
1. Open de gereedschapopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
2. Bevestig de diamantboorkroon van voren aan de
vertanding van de gereedschapopname (BI+) op het
apparaat en draai eraan totdat hij vergrendelt.
3. Sluit de gereedschapopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de gesloten klem te
draaien.
4. Controleer of de boorkroon goed in de gereed-
schapopname bevestigd is door aan de diamant-
boorkroontetrekkenenhemheenenweertebe-
wegen.
6.3 Montage stofafzuiging (optioneel)
6.3.1 Dozenboor 4
1. Steek de voorboorhulp met de punt vooruit tot de
aanslag in het insteekeinde voor de dozenboor met
stofafzuiging.
2. Monteer het insteekeinde in de gereedschapop-
name volgens de Montage Diamantboorkroon.
3. Druk de blokeerring en de stofafzuiging in de richting
van het apparaat terug.
4. Monteer de dozenboor op het insteekeinde.
5. Schuif de stofafzuiging in de richting van het ge-
reedschap, tot deze tegen de boorkroon aanligt en
bevestig hem in deze positie, door de borgring in de
richting van de dozenboor te schuiven.
6. Controleer of de stofafzuiging vrij op het apparaat
draait.
6.3.2 Boorkroon
1. Monteer het insteekeinde voor de boorkroon met
stofafzuiging in de gereedschapopname volgens de
Montage Diamantboorkroon.
2. Monteer de boorkroon op het insteekeinde.
6.4 Toerental kiezen 5
ATTENTIE
Niet schakelen wanneer het apparaat in bedrijf is.
Wacht tot de spindel stilstaat.
Kies de instelling van de schakelaar, afhankelijk van
de toepasselijke boordiameter. Draai de schakelaar in de
aanbevolen stand, terwijl u tegelijkertijd aan de boorkroon
draait (zie het hoofdstuk Beschrijving).
6.5 Demontage diamantboorkroon
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
AANWIJZING
Voor gereedschapopnames BR, BT, M27, M16 blokkeert
u de gereedschapopname en verwijdert u de boorkroon
met een geschikte steeksleutel.
1. Open de gereedschapopname (BI+) door in de rich-
ting van het symbool van de open klem te draaien.
2. Trek de bedieningshuls op de gereedschapopname
in de richting van de pijl naar het apparaat. Hierdoor
wordt de boorkroon ontgrendeld.
3. Verwijder de boorkroon.
nl
53
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
7Bediening
WAARSCHUWING
Erop letten dat de voedingskabel en de slangen niet
in aanraking komen met draaiende delen.
GEVAAR
Let er bij het werken met boorkronen met sleuven op,
dat uw vingers niet in de sleuven terecht komen.
ATTENTIE
Het apparaat en het boorproces veroorzaken geluids-
overlast. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan
het gehoor beschadigen.
ATTENTIE
Door het boren kunnen gevaarlijke splinters ontstaan. Af-
gesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel
veroorzaken. Gebruik een veiligheidsbril en een veilig-
heidshelm.
WAARSCHUWING
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
GEVAAR
De gebruiker moet bedacht zijn op plotseling blokke-
rend gereedschap en met beide voeten op een veilige
ondergrond staan.
7.1 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
AANWIJZING
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging
tegen diefstal" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende
vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
7.1.1 Apparaat vrijschakelen
1. Zorg ervoor dat het apparaat van spanning wordt
voorzien. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knip-
pert. Het apparaat is nu gereed om signalen te
ontvangen van de vrijschakelsleutel.
2. Houd de vrijschakelsleutel of de sluiting van het
TPS horloge dicht bij het slotsymbool. Zodra de
gele lamp van de diefstalbeveiliging uitgaat, is het
apparaat vrijgeschakeld.
AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbro-
ken, bijv. bij een wisseling van de werkomgeving of
bij netuitval, dan kan het apparaat nog ong. 20 minu-
ten functioneren. Bij langere onderbrekingen moet
het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel opnieuw
worden vrijgeschakeld.
7.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie
voor het apparaat
AANWIJZING
Informatie over de activering en het gebruik van de dief-
stalbeveiliging vindt u in de handleiding "Beveiliging tegen
diefstal".
7.2 Lekstroomschakelaar PRCD inschakelen en
controleren (indien aanwezig)
1. Steek de stekker van het apparaat in een geaard
stopcontact.
2. Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verschijnen.
3. Druk op de toets "TEST" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verdwijnen.
4. WAARSCHUWING Als de weergave niet
verdwijnt, mag het apparaat niet verder worden
gebruikt. Laat het apparaat door gekwalificeerd
en vakkundig personeel repareren met originele
vervangingsonderdelen.
Druk op de toets "Reset" op de lekstroomschakelaar
PRCD.
De indicatie moet verschijnen.
7.3 Werken met stofafzuiging
ATTENTIE
Geleid tijdens de werkzaamheden de stofzuigerslang
altijd naar achteren van het gereedschap weg, zodat
hij niet met de boorkroon in contact kan komen.
ATTENTIE
Lees, voor het verwijderen van het opgezogen mate-
riaal, de handleiding van de gebruikte stofzuiger.
AANWIJZING
Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading
een antistatische stofzuiger.
nl
54
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
7.3.1 Stofzuiger met stopcontact voor elektrisch
gereedschap 6
ATTENTIE
Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen
boorkronen met sleuven.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact
van de stofzuiger.
4. Steek de stekker in het stopcontact van de stofzui-
ger en druk, indien aanwezig, de schakelaar "Reset"
van de PRCD in.
5. Breng het apparaat op de centreermarkering aan.
6. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
AANWIJZING De stofzuiger start tijdvertraagd na
het elektrisch gereedschap. Na het uitschakelen van
het elektrisch gereedschap schakelt de stofzuiger
tijdvertraagd uit.
7. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
zaagsnede (optioneel).
8. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
9. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
10. Positioneer de boorkroon in de zaagsnede, druk
de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
7.3.2 Stofzuiger zonder stopcontact voor elektrisch
gereedschap
ATTENTIE
Gebruik, bij werkzaamheden met stofafzuiging geen
boorkronen met sleuven.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker van de stofzuiger in het stopcon-
tact en schakel de stofzuiger in.
4. Steek de stekker van het elektrisch gereedschap
in het stopcontact en druk, indien aanwezig, de
schakelaar "Reset" van de PRCD in.
5. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
6. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
zaagsnede (optioneel).
7. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar en
wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand is ge-
komen (optioneel).
8. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
9. Positioneer de boorkroon in de zaagsnede, druk
de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
10. Laat de stofzuiger een paar seconden langer draaien
dan het gereedschap, om het resterende materiaal
op te zuigen.
7.4 Werken zonder stofafzuiging
AANWIJZING
Gebruik boorkronen met sleuven, wanneer u zonder stof-
afzuiging boort.
AANWIJZING
Verwijder de stofafzuiging of blokkeer deze tegen mee-
draaien.
AANWIJZING
De optionele handelingen moeten bij het gebruik van de
tweedelige voorboorhulp worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact, wanneer u de
boorkern verwijdert.
GEVAAR
Draag een licht stofmasker.
AANWIJZING
Het stof wordt in alle richtingen rondgeslingerd. Bo-
ren, vooral boven het hoofd, is zonder stofafzuiging
zeer onaangenaam, waardoor de prestaties niet opti-
maal zijn. Boven het hoofd boren zonder stofafzuiging
wordt daarom niet aanbevolen. Het wordt aanbevolen
de stofafzuiging met een geschikte stofzuiger voor droog
boren te gebruiken.
1. Zet de zijhandgreep in de gewenste positie en be-
vestig hem.
2. Monteer de voorboorhulp (optioneel).
3. Steek de stekker in het stopcontact en druk, indien
aanwezig, de schakelaar "Reset" van de PRCD in.
4. Breng het apparaat op de centreermarkering aan.
5. Druk de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap in.
nl
55
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
6. Werk wanneer u met boren begint slechts met een
lichte druk tot de boorkroon gecentreerd is, en voer
de druk vervolgens op. Maak een 3-5 mm diepe
zaagsnede (optioneel).
7. Stop het apparaat door de aan‑/uitschakelaar los te
laten en wacht tot de boorkroon volledig tot stilstand
is gekomen (optioneel).
8. Verwijder de voorboorhulp uit de boorkroon (optio-
neel).
9. Positioneer de boorkroon in de zaagsnede, druk
de aan-/uitschakelaar in en ga verder met boren
(optioneel).
7.5 Uitschakelen en demonteren van het systeem
ATTENTIE
Draag bij het wisselen van gereedschap werkhand-
schoenen, omdat het gereedschap heet wordt door
het gebruik.
ATTENTIE
De boorkroon zit vol met stof en boorresten. Zorg dat u
stevig staat voor het extra gewicht van de boorresten.
AANWIJZING
Vervoer het apparaat bij voorkeur in de Hilti koffer.
1. Laat de aan‑/uitschakelaar van het elektrisch ge-
reedschap los en trek de boorkroon langzaam uit
het boorgat.
2. Schakel de stofzuiger uit, wanneer u er een gebruikt
heeft.
3. Zorg ervoor dat het gereedschap niet meer op het
elektriciteitsnet is aangesloten.
4. Verwijder, indien vereist, de boorkern.
5. Verwijder de boorkroon.
7.6 Werkwijze bij vastzittende boorkroon
In geval van een vastzittende boorkroon wordt in eerste
instantie de slipkoppeling geactiveerd, tot de gebruiker
het apparaat uitschakelt. De boorkroon kan op de vol-
gendemanierenwordenlosgemaakt:
7.6.1 Losmaken van de boorkroon met de
steeksleutel
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Breng een geschikte steeksleutel bij het insteek-
einde aan en draai de boorkroon los.
3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact.
4. Ga verder met het boorproces.
7.7 Transport
ATTENTIE
Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elek-
triciteitsnet.
AANWIJZING
Bewaar en vervoer het apparaat bij voorkeur in de koffer.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen
onderdelen
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak
van uw gereedschap en de gereedschapopname tegen
corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie
gedrenkte poetsdoek.
Het insteekeinde altijd schoon en licht ingevet houden.
8.2 Verzorging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, met name de greepgedeelten, schoon
en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen silico-
nenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat
kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor worden beïnvloed.
8.3 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.4 Koolborstels vervangen 7
AANWIJZING
Wanneer het waarschuwingslampje met de steeksleutel
brandt, moeten de koolborstels worden vervangen.
GEVAAR
Het apparaat mag alleen door bevoegd, geïnstru-
eerd personeel bediend, onderhouden en gerepa-
nl
56
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
reerd worden. Dit personeel moet speciaal op de
hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Wan-
neer de volgende aanwijzingen niet worden opgevolgd,
bestaat de mogelijkheid dat men in aanraking komt met
gevaarlijke elektrische spanning.
1. Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet.
2. Open de afdekking van de koolborstels links en
rechts van de motor.
3. Let erop hoe de koolborstels ingebouwd en de dra-
den gelegd zijn. Haal de versleten koolborstels uit
het apparaat.
4. Plaats de nieuwe koolborstels weer precies zo
terug als de oude koolborstels gemonteerd waren
(reserveonderdeelnummer: Koolborstels AO ML
100‑127 V: 39577; Koolborstels AO ML 220‑240 V:
39576).
AANWIJZING Let er bij het monteren op dat de
isolatie van de signaaldraad niet wordt beschadigd.
5. Schroef de afdekking van de koolborstels links en
rechts van de motor vast.
AANWIJZING De signaallamp dooft nadat de kool-
borstels zijn vervangen, wanneer het apparaat weer
op netspanning wordt aangesloten.
8.5 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat werkt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap plaat-
sen, functie controleren. Steekverbin-
dingen, elektriciteitsleiding, PRCD en
netstekker controleren
Koolborstels uitgeschakeld Koolborstels vervangen
Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels ver-
vangen 7
Aan-/uitschakelaar defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Stroomtoevoer onderbroken Netsnoer en indien nodig stofzui-
ger, verlengsnoer, netstekker, PRCD,
controlerenenindiennodigdooreen
elektrotechnicus laten vervangen
Elektronica defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Apparaatwerktnietende
service-indicatie brandt
Koolborstels versleten Koolborstels vervangen
Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels ver-
vangen 7
Apparaat werkt niet,
koolborstels vervangen,
service-indicatie brandt
Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
Service-indicatie brandt Koolborstels versleten; apparaat kan
nog enkele uren worden gebruikt.
Koolborstels moeten vervangen wor-
den.
Zie hoofdstuk: 8.4 Koolborstels ver-
vangen 7
Service-indicatie knippert Toerentalstoring Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
Apparaat werkt niet, aanduiding
diefstalbeveiliging knippert geel.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (op-
tioneel bij apparaat met beveiliging
tegen diefstal).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
Motor draait. Diamantboorkroon
draait niet
Tandwielschakelaar niet ingeklikt Tandwielschakelaar bedienen tot de
inklikstand
Aandrijving defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
nl
57
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Boorsnelheid vermindert Diamantboorkroon heeft geen grip Diamantboorkroon op slijpplaat slij-
pen
Diamantboorkroon heeft geen grip Verkeerde boorkroonspecificatie,
neem contact op met Hilti
Boorkern klemt in de diamantboor-
kroon
Boorkern verwijderen
Maximale boordiepte bereikt Boorkern verwijderen en boorkroon-
verlenging gebruiken
Diamantboorkroon defect Diamantboorkroon op beschadiging
controleren en eventueel vervangen
Slipkoppeling komt te snel in werking
of draait door
Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren
Stof verhindert voortgang bij het bo-
ren
Gebruik een geschikte stofafzuiging
Diamantboorkroon kan niet in
de gereedschapopname wor-
den geplaatst
Insteekeinde/gereedschapopname
vervuild of beschadigd
Insteekeinde/gereedschapopname
reinigen of eventueel vervangen
Boorsysteem heeft te veel spe-
ling
Boorkroon niet vast genoeg in de ge-
reedschapopname geschroefd
Vastschroeven
Insteekeinde defect Insteekeinde controleren en eventueel
vervangen
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
nl
58
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Diamantboorsysteem
Type: DD 110-D
Bouwjaar: 2007
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑1, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Johannes Wilfried Huber
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Senior Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Diamond
06/2015 06/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
59
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
*274860*
274860
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20150922
Printed: 20.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5127521 / 000 / 03
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19

Hilti DD 110-D Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding