Samsung AC100NN4DKH/EU Handleiding

Type
Handleiding
Airconditioner
Installatiehandleiding
AC***NN4DKH
Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
Voordat u het apparaat bedient, verzoeken wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en te bewaren
voor raadpleging in de toekomst.
2
Nederlands
Inhoud
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheidsinformatie
Installatieprocedure 5
Installatieprocedure
Stap 1 Accessoires controleren en voorbereiden
Stap 2 De installatielocatie kiezen
Stap 3 optioneel: Isoleren van het frame van de indoor unit
Stap 4 Installeren van de indoor unit
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de binnenunit
Stap 6 Snijden en affakkelen van de leidingen
Stap 7 De montageleidingen installeren en aansluiten op de koelmiddelleidingen (montageleiding)
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Stap 9 Isoleren van de koelmiddelleidingen
Stap 10 De afvoerslang en de afvoerpijp installeren
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten
Stap 12 Het stroomsnoer en de communicatiekabels aansluiten
Stap 13 optioneel: het stroomsnoer verlengen
Stap 14 Instellen van de binnenunit-adressen en de installatie-opties
Bijlagen 28
Probleemoplossing
3
Nederlands
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot
licht persoonlijk letsel of materiële schade.
Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen
zorgvuldig. Deze zijn van essentieel belang om de
veiligheid van de apparatuur te garanderen.
WAARSCHUWING
Koppel de stroomtoevoer naar de airconditioner altijd
los voordat onderhoud wordt gepleegd of toegang
wordt verkregen tot de interne onderdelen.
Controleer of het installeren en testen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Controleer of de airconditioner niet wordt geplaatst
op een zeer toegankelijke locatie.
Algemene informatie
WAARSCHUWING
Lees de inhoud van deze handleiding zorgvuldig door
voordat de airconditioner wordt geïnstalleerd en bewaar
de handleiding op een veilige plaats zodat deze na
installatie kan dienen als referentie.
Voor maximale veiligheid moeten personen die de
unit installeren, de volgende waarschuwingen altijd
zorgvuldig lezen.
Bewaar de werkings- en installatiehandleiding op een
veilige plaats en geef deze bij verkoop of overdracht van
de airconditioner aan de nieuwe eigenaar.
Deze handleiding legt de installatie uit van een
binnenunit met een gesplitst systeem met twee
units van SAMSUNG. Het gebruik van andere typen
eenheden met verschillende beheersystemen kan de
units beschadigen en de garantie ongeldig maken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg
van het gebruik van niet-conforme units.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit ongeautoriseerde aanpassingen of
onjuiste elektrische aansluitingen en de vereisten
zoals uiteengezet in de tabel 'Werkingslimieten' in de
handleiding. Dergelijke wijzigingen maken de garantie
onmiddellijk ongeldig.
De airconditioner mag alleen worden gebruikt voor de
toepassingen waarvoor het apparaat is ontworpen: de
binnenunit is niet geschikt voor installatie in ruimten die
worden ingezet als wasruimte.
Gebruik de units niet als deze zijn beschadigd. Als er
problemen optreden, schakel de unit dan uit en koppel
deze los van de stroomtoevoer.
Om elektrische schok, brand en letsel te
voorkomen, moet de unit altijd worden gestopt,
de beschermingsschakelaar worden uitgeschakeld
en contact worden opgenomen met de technische
ondersteuning van SAMSUNG als de unit rook
produceert, als het stroomsnoer heet of beschadigd is of
als de unit veel lawaai maakt.
Zorg ervoor dat de unit, elektrische aansluitingen,
leidingen met koelmiddel en beschermingen regelmatig
worden geïnspecteerd. Deze bewerkingen mogen alleen
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
De unit bevat bewegende delen, die te allen tijde buiten
bereik van kinderen moeten worden gehouden.
Probeer de unit niet zelf te repareren, te verplaatsen, te
wijzigen of opnieuw te installeren. Als deze bewerkingen
worden uitgevoerd door niet-geautoriseerd personeel,
kunnen deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
Plaats geen containers met vloeistof of andere objecten
op de unit.
Alle materialen die zijn gebruikt voor het vervaardigen
en verpakken van de airconditioner kunnen worden
gerecycled.
Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen
van de afstandsbediening (optioneel) moeten in
overeenstemming met de huidige wetgeving worden
afgevoerd.
De airconditioner bevat koelmiddel dat als speciaal
afval moet worden afgevoerd. Aan het eind van de
levensduur moet de airconditioner worden afgevoerd
naar geautoriseerde centra of worden geretourneerd
naar de verkoper zodat deze op juiste en veilige wijze
kan worden afgevoerd.
De unit installeren
WAARSCHUWING
BELANGRIJK: Bij het installeren van de unit moeten altijd
eerst de koelingsleidingen worden aangesloten en daarna
de elektrische verbindingen.
Demonteer de elektrische verbindingen voordat de
koelingsbuizen worden gedemonteerd.
Veiligheidsinformatie
4
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Inspecteer het product bij ontvangst om te verzekeren dat
het niet is beschadigd tijdens het transport. Als het product
beschadigd lijkt, INSTALLEER HET DAN NIET en meld de
schade onmiddellijk bij de transporteur of de verkoper (als de
installateur of de geautoriseerde technicus het materiaal bij de
verkoper heeft opgehaald).
Voer na het afronden van de installatie altijd een
functionele test uit. Leg de gebruiker ook uit hoe de
airconditioner moet worden bediend.
Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met
gevaarlijke substanties of in de buurt van apparatuur
waarbij open vlammen vrijkomen, om brand, explosies en/
of letsel te voorkomen.
Onze units moeten worden geïnstalleerd volgens
de ruimtevereisten zoals aangegeven in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van beide
zijden te garanderen en de uitvoering van onderhoud en
reparaties mogelijk te maken. De onderdelen van de unit
moeten toegankelijk en eenvoudig te demonteren zijn,
zonder mensen en voorwerpen in gevaar te brengen.
Om deze reden worden kosten voor toegang tot en
reparatie van de units (onder VEILIGE OMSTANDIGHEDEN,
zoals beschreven in geldende regelgevingen) met
harnassen, ladders, steigers of een ander hefsysteem,
indien niet is voldaan aan de voorwaarden in deze
installatiehandleiding, NIET gedekt door de garantie en
worden aan de eindklant doorbelast.
Stroomtoevoerleiding, zekering of
beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat de voeding in
overeenstemming is met huidige veiligheidsnormen.
Installeer de airconditioner altijd in overeenstemming
met de huidige plaatselijke veiligheidsnormen.
Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
Controleer of de spanning en frequentie van de
voeding overeenkomt met de specificaties en of de
geïnstalleerde stroom voldoende is om de werking
van elk ander huishoudelijk apparaat te waarborgen
dat op dezelfde elektrische leidingen is aangesloten.
Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen
hebben.
Controleer of de airconditioner op de voeding is
aangesloten in overeenstemming met de instructies
in het bedradingsdiagram dat in de handleiding is
opgenomen.
Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelinvoer, kabelsplitsingen, beschermingen...)
in overeenstemming zijn met de elektrische
specificaties en met de instructies in het
bedradingsschema. Controleer altijd of alle
aansluitingen in overeenstemming zijn met de
normen die van toepassing zijn op de installatie van
airconditioners.
Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn,
moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden
van de overspanningscategorie.
Zorg ervoor dat u het stroomsnoer niet wijzigt, de draad
niet verlengt en geen meerdere draden aansluit.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken
wegens slechte aansluiting, slechte isolatie of
overschrijding van de stroomgrens.
Wanneer de draad moet worden verlengd wegens
schade aan het stroomsnoer, raadpleeg dan
Stap
13 optioneel: het stroomsnoer verlengen
in de
installatiehandleiding.
LET OP
Zorg ervoor dat de kabels geaard zijn.
De aarddraad niet met de gasleiding, waterleiding,
lichtpaal of telefoondraad verbinden. Een elektrische
schok kan optreden, als de aarding niet voltooid is.
Installeer de stroomverbreker.
Een elektrische schok kan optreden, als de
stroomverbreker niet geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat het afdruipende gecondenseerde water
van de afvoerslang goed en veilig wegloopt.
Installeer de spanningskabel en communicatiekabel
van de binnen- en buitenunit ten minste 1 m vanaf de
elektrische toestel.
Installeer de binnenunit uit de buurt van de
verlichtingsapparaten met behulp van de ballast.
Als de draadloze afstandsbesturing wordt gebruikt,
mogelijk verbindingsfouten kunnen optreden als gevolg
van de ballast van de verlichtingsinrichting.
Veiligheidsinformatie
5
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 1 Accessoires controleren en
voorbereiden
De volgende accessoires worden geleverd met de
binnenunit. Het type en de hoeveelheid kan verschillen,
afhankelijk van de specificaties.
Patroonblad (1) Afvoerslang (1)
Isolatiebuis
(Vloeistofzijde 1, gaszijde 1)
Isolatieafvoerslang (1)
Installatiehandleiding (1) Gebruikershandleiding (1)
Kabelbinder (6) Beugel (1)
Stap 2 De installatielocatie kiezen
Vereisten voor de installatielocatie
Er mogen zich geen obstakels bevinden naast de
luchtinlaat en -uitlaat.
Plaats de binnenunit op een plafond dat het gewicht
kan dragen.
Houdt voldoende ruimte rondom de binnenunit vrij.
Controleer voor het installeren van de binnenunit of
de gekozen locatie goed gedraineerd wordt.
De binnenunit moet zodanig worden geïnstalleerd,
dat het buiten publiek geen toegang kan krijgen en
het niet kan worden aangeraakt door de gebruikers.
De airconditioner niet op de volgende plaatsen installeren.
Op plaatsen waar zich minerale olie of arseenzuur
bevindt. Waar vlambare harsdelen en de accessoires
kunnen vallen of water kan lekken. De capaciteit van de
warmtewisselaar kan verminderen of de airconditioner
is niet in orde.
De plaats waar bijtende gassen zoals zwavelzuur gas
genereert uit de ontluchtingspijp of luchtuitlaat.
De koperen leiding of aansluitleiding kan roesten en
koelmiddel kan lekken.
De plaats waar een machine elektromagnetische golven
genereert. De airconditioner mogelijk niet normaal
werkt als gevolg van het besturingssysteem.
De plaats waar er gevaar van bestaande brandbaar gas,
koolstofvezel of brandbare stof is.
De plaats waar thinner of benzine wordt verwerkt.
Lekkend gas en kan brand veroorzaken.
6
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
(Eenheid: mm)
55 55
240
950
840
330 237
302
370
185
92
351
166
A
120
C
186
133
B
101
890~910 (plafondopening)
735 (plafondopening)
890~910 (plafondopening)
Het subdoorvoergat is niet van toepassing op de Wind-Free-modellen.
735 (plafondopening)
950
71
60
41
Model AC052NN4DKH AC071NN4DKH AC090NN4DKH AC100NN4DKH AC120NN4DKH AC140NN4DKH
Behuizing Klein Groot Groot+
A 215 238
B 105 127
C 196 222
Netto afmetingen
(B x D x H)
mm 840 X 840 X 204 840 X 840 X 204 840 X 840 X 288 840 X 840 X 288 840 X 840 X 288 840 X 840 X 288
Nettogewicht kg 15 15 18 18 18 20
Aansluiting
vloeistofleiding
mm 6.35 6.35 9.52 9.52 9.52 9.52
Aansluiting gasleiding mm 12.7 15.88 15.88 15.88 15.88 15.88
Aansluiting
afvoerslang
mm Buitendiameter : 32, Binnendiameter : 26.5
7
Installatieprocedure
Nederlands
Ruimte benodigdheden
1500 mm of meer
Obstructie
1500 mm of meer
20 mm
17 mm
A
(Eenheid: mm)
Model
AC052NN4DKH
AC071NN4DKH
AC090NN4DKH
AC100NN4DKH
AC120NN4DKH
AC140NN4DKH
A 251 335
C: 1500 mm of meer
C
C
C
C
LET OP
De binnenunit moet volgend de gespecificeerde
afstanden worden geïnstalleerd om van ieder
zijde toegang te verkrijgen, om goede werking
te garanderen en reparatie van de unit. De
componenten van de binnenunit moet bereikbaar
en verwijderbaar zijn onder veilige condities voor
mensen en de unit.
Niet de uitlaat vasthouden tijdens het dragen van
de binnenunit om de mogelijkheid van breken te
voorkomen.
U moet de hangerplaat op de hoek vasthouden en de
binnenunit dragen.
Stap 3 optioneel: Isoleren van het
frame van de indoor unit
Bij het installeren van een type cassette binnenunit aan
het plafond wanneer de temperatuur boven 27°C en de
luchtvochtigheid meer dan 80% is, moet u een extra 10
mm dik polyethyleen isolatie of een vergelijkbaar type
isolatie om het lichaam van de binnenunit van toepassen.
Snijdt het deel waar de leidingen worden uitgetrokken
voor het isolatiewerk eruit.
D
C
A
E
B
Isoleer het einde van de leiding en een aantal buigingen
via afzonderlijke isolatie.
OPMERKING
A: Referentie voor de buitenomtrek van de unit
(Bij het isoleren van de kast van de binnenunit,
gebruikt u A als referentie voor de buitenomtrek.)
(Eenheid: mm)
Binnenunit A B C D E
4-wegscassette <S>
(840x204x840)
AC052NN4DKH
910X151 940X151 610X151 650X151 870X870
AC071NN4DKH
4-Wegscassette <L>
(840x288x840)
AC090NN4DKH
910X235 940X235 610X235 650X235 870X870
AC100NN4DKH
AC120NN4DKH
4-wegscassette <L+>
(840x288x840)
AC140NN4DKH
8
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 4 Installeren van de indoor unit
Bij de beslissing over de locatie van de airconditioner
dienen met de volgende beperkingen rekening te
worden gehouden.
1 Plaats het patroonblad op het plafond op de plaats
waar u de binnenunit wilt installeren.
OPMERKING
Het diagram is van papier gemaakt en kan
licht krimpen of uitrekken door temperatuur of
vochtigheid. Zorg daarom ervoor dat de juiste
afmetingen tussen de markeringen worden
behouden, voordat de gaten worden geboord.
2 Steek bout ankers, met gebruik making van
bestaande plafondsteunen of bouw een geschikte
drager, zoals weergegeven in figuur.
Beton
Gat in anker
Gat in
aansluiting
Ophangbout(M8)-commercieel leverbaar
Invoegen
3 Installeer de ophangbouten, afhankelijk van het type
plafond.
Plafondsteun
LET OP
Zorg dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht
van de binnenunit te dragen. Voordat de unit wordt
opgehangen, test de sterkte van elk verbonden
ophangbout.
Bedraagt de lengte van de ophangbout meer dan 1,5
meter, dient u trillingen te voorkomen.
4 Schroef acht paar moeren en sluitringen op de
ophangbouten, waardoor er plek ontstaat voor het
ophangen van de binnenunit.
LET OP
Allee ophangstaven moeten worden geïnstalleerd.
Het is belangrijk om voldoende ruimte te laten in het
verlaagde plafond, om toegang voor onderhoud of
reparaties aan de drainagebuis verbinding te hebben,
de koelmiddelleiding verbinding, of om het apparaat
zonodig te verwijderen.
5 Hang de binnenunit aan de ophangbouten tussen
twee moeren op. Snijd een stootkussen uit en plaats
het op de ophangbouten om de sluitringen op hun
plaats te houden. Verwijder de stopper en draai de
moeren aan om het apparaat vast te zetten.
6 Het apparaat op de juiste positie instellen, rekening
houdend met de opstellingsruimte van het voorpaneel.
Plaats het patroonblad op de binnenunit.
Pas de ruimte tussen het plafond en de binnenunit
aan met behulp van een afstandsmeter.
De binnenunit stevig bevestigen na het aanpassen
van het niveau van de unit met behulp van een
waterpas.
Verwijder het patroonblad, sluit de andere kabels
aan en installeer het voorpaneel.
Binnenunit
Plafond
Afmetingensjabloon
17 mm
20 mm
9
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de
binnenunit
De binnenunit wordt geleverd met stikstofgas (inert gas)
ingebracht in de fabriek. Daarom moeten alle inert gas
worden gespoeld alvorens het leidingwerk te monteren.
Schroef de knijpbuis aan het einde van elke
koelmiddelleiding.
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
OPMERKING
Om vuil of vreemde voorwerpen in de leidingen
tijdens de installatie te voorkomen, de knijpbuis
niet geheel verwijderen totdat u klaar bent om de
leidingen aan te sluiten.
Stap 6 Snijden en affakkelen van de
leidingen
1 Zorg ervoor dat u de benodigde gereedschappen
beschikbaar hebt: pijpsnijder, ruimer, affakkel
gereedschap en pijphouder.
2 Wilt u de leidingen verkorten, snijd ze met een
pijpsnijder, en zorg ervoor dat de snijrand op
een hoek van 90° blijft naar de kant van de buis.
Raadpleeg de onderstaande illustraties voor
voorbeelden van juist en onjuist afgesneden randen.
Buissnijder
Leiding
90°
Schuin
Ruw
Braam
90
3 Om gaslekken te voorkomen, verwijdert u alle
bramen van de afgesneden kant van de leiding met
een frees.
4 Plaats een wartelmoer op de buis en wijzig de flare.
Leiding
Wartel
D
A
Wartel
90° ±2°
R 0,4 tot 0,8 mm
D
L
45° ±2°
Buitendiameter
(D)
Diepte (A)
Afmetingen wartel
(L)
Ø6,35 mm 1,3 mm 8,7 tot 9,1 mm
Ø9,52 mm 1,8 mm 12,8 tot 13,2 mm
Ø12,70 mm 2,0 mm 16,2 tot 16,6 mm
Ø15,88 mm 2,2 mm 19,3 tot 19,7 mm
Ø19,05 mm 2,2 mm 23,6 tot 24,0 mm
5 Controleer de juiste flare, raadpleeg de onderstaande
illustraties voor voorbeelden van onjuist flaren.
Juist
Oplopend
Beschadigd
oppervlak
Ge-
barsten
Oneven
dikte
10
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 7 De montageleidingen
installeren en aansluiten
op de koelmiddelleidingen
(montageleiding)
Er zijn twee koelmiddelleidingen met verschillende
diameters:
Een kleiner exemplaar voor het vloeibare koelmiddel.
Een groter exemplaar voor het gasvormige
koelmiddel. De binnenkant van de koperen buis moet
schoon zijn en bevat geen stof.
1 Verwijder de knijpbuis op de leidingen en sluit de
montagepijpen aan op elke leiding, de moeren
vastdraaien, eerst handmatig en vervolgens met een
momentsleutel, een sleutel met het de volgende
koppelmoment.
2
3
3
1
Moment-
sleutel
Wartelmoer
Spanner
Verbinding
Buitendiameter (mm) Torsie (N•m)
ø6,35 14 tot 18
Ø9,52 34 tot 42
Ø12,70 49 tot 61
Ø15,88 68 tot 82
Ø19,05 100 tot 120
(1 N•m=10 kgf•cm)
OPMERKING
Als de leidingen moet worden ingekort, zie Stap 6
Snijden en affakkelen van de leidingen op pagina
9.
2 Zorg ervoor dat een isolatie wordt gebruikt dat dik
genoeg is om de koelmiddelleiding te bedekken
om het vallende condenswater op de grond aan
de buitenzijde van de buis te beschermen en het
rendement van de unit te verbeteren.
3 Snijd de resterende schuimisolatie af.
4 Zorg ervoor dat er geen scheuren of golven op het
gebogen gebied zijn.
5 Het kan nodig zijn om de isolatiedikte (10 mm of
meer) te verdubbelen om condensatie te voorkomen,
zelfs op de isolatie indien het geïnstalleerde gebied
warm en vochtig is.
LET OP
Sluit de binnenunit en de buitenunit aan met
behulp van leidingen met wartelaansluitingen (niet
meegeleverd). Gebruik voor de leidingen, geïsoleerd,
ongelaste, ontvet en gedesoxideerd koperen pijp
(Cu DHP type volgens ISO 1337 of UNI EN 12735-1),
˝ʪϑʀ˵̧̈ϩЭͱͱθиʪθ̧ʒθЇ̧̧ʪ͝Эɇ͝ϩʪ͔̈͝͝ϑϩʪߥࡡߣईđťɇ
ʪ͝Эͱͱθʪʪ͝ɵɇθϑϩʒθЇ̧Эɇ͝ϩʪ͝͔̈͝ϑϩʪߣߡࡡߨईđťɇࢋ
Koperleidingen voor sanitair gebruik zijn hiervoor niet
geschikt.
Voor afmetingen en limieten (hoogteverschil,
leidinglengte, max. bochten, koelmiddel, etc.) zie de
installatiehandleiding van de buitenunit.
Alle koelmiddel aansluitingen moet toegankelijk
zijn, om ofwel onderhoud van de unit of volledige
verwijdering mogelijk te maken.
Als de leidingen gesoldeerd dienen te worden, zorg
ervoor dat zuurstofvrije stikstof (OFN) door het
systeem stroomt.
Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05 MPa.
11
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken op
de binnenunit te identificeren.
Vóór het trekken van het vacuüm en hercirculeren van het
koelgas moet u het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met een drukregelaar)
bij een druk boven 0,2 MPa en onder 4 Mpa (meter), om
lekken van het koelmiddel op de koelmiddelverbindingen
onmiddellijk te kunnen detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 10 minuten en zet het
systeem met stikstof onder druk.
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
Stap 9 Isoleren van de koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt
u de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke koelmiddelleiding.
Geen
opening
NBR
OPMERKING
Zorg er altijd voor de naad van de leidingen naar
boven wijzen.
2 Wind isolerende tape rond de leidingen en de
afvoerslang het voor het vermijden van het te veel
samendrukken van de isolatie.
Leidingisolatie
Isolatiebuis
Zorg ervoor dat u de isolatie laat
overlappen.
Binnenunit
LET OP
Zorg ervoor dat u de isolatie goed wikkelt zonder
ruimte tussen te laten.
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, moeten aan de muur
met geschikte kanalen worden bevestigd.
LET OP
Zorg ervoor dat alle koelmiddelaansluitingen
toegankelijk zijn voor eenvoudig onderhoud en
verwijdering.
Installeer de isolatie zo dat deze niet breder wordt en
maak gebruik van tape op het verbindingsdeel om
dat voorkomen dat er vocht kan binnentreden.
Wikkel de koelmiddelleiding met isolatietape
wanneer deze wordt blootgesteld aan zonlicht.
Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van
de leiding.
Voeg de extra isolatie toe als de isolatieplaat dunner
wordt.
a x 3
Hanger
Extra isolatie
a
Isolatie van
koelmiddelleiding
5 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
Isoleer de leiding van de gas kant en vloeibare
kant, wijzend op de dikte van de isolatie die
moeten verschillen afhankelijk van de buismaat.
Standaard: Minder dan een binnentemperatuur
van 30°C, met een luchtvochtigheid van 85%. Als
de installatie in een vochtige omgeving wordt
geplaatst, gebruik dan een graad dikkere isolatie
volgens onderstaande tabel. Gebruik een dikkere als
de installatie in een ongunstige omgeving komt te
staan.
De warmteweerstand temperatuur van de isolator
moet meer dan 120°C bedragen.
12
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Leiding
Leidingafmeting
(
mm)
Isolatietype
(verwarming/koeling)
Opmerkingen
Standaard
(Minder
dan 30°C,
85%)
Hoge
vochtigheid
(Hoger dan
30°C, 85%)
EPDM, NBR
Vloeistofleiding
Ø6,35 tot Ø9,52 9 t 9 t
De interne
temperatuur
is hoger dan
120°C.
Ø12,7 tot Ø19,05 13t 13t
Gasleiding
ø6,35 13t 19t
Ø9,52
19t 25t
Ø12,70
Ø15,88
Ø19,05
Gebruik dezelfde isolatie dat genomen is voor
hoge luchtvochtigheid condities bij het installeren
op de plaasten en condities als hieronder
aangegeven.
<Geologische omstandigheid>
Locaties met hoge luchtvochtigheid zoals kustlijnen, hete
bronnen, meer- of rivieroevers en nokken (als een deel van
het gebouw bedekt is met aarde en zand)
<Bestemmingslocatie>
Plafond van een restaurant, sauna, zwembad enz.
<Staat van het gebouw>
Vloeren die regelmatig aan vocht en koeling worden
blootgesteld zijn niet gedekt. Bijvoorbeeld, leidingen
geïnstalleerd in een gang van een slaapzaal en studio naast
een uitgang dat regelmatig open en dicht gaat.
Plaatsen (waar leidingen zijn geïnstalleerd) die erg vochtig
zijn wegens gebrek aan ventilatie.
Stap 10 De afvoerslang en de
afvoerpijp installeren
1 Duw de geleverde afvoerslang zo ver mogelijk over
de afvoermof.
2 Zet de metalen klem vast zoals in de afbeelding
weergegeven.
3 Wikkel de geleverde lange afdichtbekleding over de
metalen klem en afvoerslang om te isoleren en zet
vast met klemmen.
4 Isoleer de gehele afvoerleiding binnen het gebouw
(veld levering).
Als de afvoerslang niet voldoende schuin gelegd
kan worden, voorzie de slang dan met verhoogde
afvoerleiding (veld levering).
5 Schuif de afvoerslang tot aan de isolatie als de
afvoerslang op de afvoermof aangesloten wordt.
Metalen klem
Afvoeraansluiting
Afvoerslang
Groot afdichtingsblok
Zorg ervoor dat u de afvoerslang
en de hoofdleiding goed verbindt.
Afvoerbuis
Afvoerslang
Verbinding pvc-buis + VP25
(Buitendiameter: 32 mm,
binnendiameter: 25 mm)
Afvoerbuis
LET OP
Controleer of de binnenunit evenwijdig is aan het
plafond met behulp van de waterpas.
Installeer de ventilatie om condensatie vlot af te
voeren.
Luchtventilatie
Plafond
13
Installatieprocedure
Nederlands
Als het nodig is om de hoogte van de afvoerbuis te
verhogen, dan de afvoerbuis recht binnen 300 mm
vanaf de ingang van de afvoerslang installeren.
Wordt het hoger dan 550 mm, dan kunnen er
waterlekken ontstaan.
Bandpakking
300 mm of
minder
550 mm of
minder
20 mm of meer
1/100 of meer
Afvoerslang
Plafond
Geef de slang geen opwaartse helling voorbij de
aansluitopening. Dit veroorzaakt het teruglopen van
het water als de unit wordt gestopt en resulteert in
waterlekken.
Onderhoek
Plafond
Gebruik geen kracht op de buizen van de unit
wanneer de afvoerslang wordt aangesloten. De slang
niet laten loshangen van zijn aansluiting op de unit.
Bevestig de slang zo dicht mogelijk bij de unit op een
muur, frame of andere ondersteuning.
Steunelementen
1 tot 1,5 m
1/100 of meer
Plafond
• Horizontaal installeren.
Binnenunit
Horizontaal zijn
Flexibele slang
Max. Toegestane as ruimte.
Binnenunit
Max. 20 mm
• Max. toegestane buigingshoek.
đɇуࢋߤߡઑ
Binnenunit
OPMERKING
Bij installatie van een geconcentreerde afvoerbuis,
zie onderstaande figuur.
Hoofd-afvoerbuis
Hanger
Gecentraliseerde horizontale afvoerbuis
(meer dan 1/100 helling)
500m of minder
1~1,5m
Hoofdontluchter
Individuele
ontluchter
14
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten
1 Voer een lektest uit bij het verbindingsdeel van de
flexibele slang en de afvoerbuis:
a Sluit een algemene slang aan op het aansluitdeel
van de flexibele slang van de binnenunit en giet
er water in.
Zuigslang
Flexibele slang
Controle-element
waterlek
b Na het ingieten van wat water, hermonteer
de rubberen kap op het aansluitdeel van
een flexibele slang van de binnenunit en
stevig vastzetten met een band om lekken te
voorkomen.
c Controleer de lektest bij het deel waar het
hechtmiddel voor de flexibele slang en de
afvoerbuis is gebruikt.
LET OP
De lektest moet minstens gedurende 24 uur
worden uitgevoerd.
2 Controleer de afvoer van het gecondenseerde water:
a Giet ongeveer 2 liter water in de afvoerbak van de
binnenunit, zoals weergegeven in de afbeelding.
b Wanneer de elektrische kabelaansluiting is
voltooid
De binnen- en buitenunit aanzetten.
Werking in de Cool modus.
LET OP
Alleen in de Cool modus kunt u de goede
werking van de afvoerpomp controleren.
Wanneer de elektrische kabelaansluiting niet is
voltooid
Verwijder de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
Sluit de voedingspanning (220~240V, 50 HZ) aan
op de L en N klemmen.
Hermonteer de deksel van de besturingskast van
de binnenunit.
LET OP
Als de vlotterschakelaar niet is gedetecteerd
wegens onvoldoende water in de afvoerbak,
werkt de afvoerpomp niet.
Als de voedingsspanning direct op de L en
N klemmen wordt aangesloten, kan een
communicatie fout verschijnen.
Na het controleren van de waterafvoer,
de unit uitzetten en loskoppelen van de
voedingsspanning.
Hermonteer de deksel van de besturingskast.
c Controleer of de afvoerpomp goed werkt.
d Controleer of de waterafvoer aan het einde van de
afvoerbuis goed werkt.
e Controleer op lekkages bij de afvoerbuis en het
aansluitdeel van de afvoerbuis.
f Wanneer een lek ontstaat, controleer dan of
de binnenunit horizontaal hangt en controleer
de aansluitdeel van de afvoerslang, afvoerbuis
aansluitdeel en afvoerpomp aansluiting.
g Wanneer de controle van de afvoer is voltooid en
er condenswater achterblijft in de afvoerbak, dan
het water verwijderen.
15
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 12 Het stroomsnoer en de
communicatiekabels aansluiten
LET OP
Denk er altijd aan om eerst de koelmiddelleidingen
aan te sluiten voordat de elektrische aansluitingen
gemaakt worden.
Bij het loskoppelen van het systeem, altijd eerst
de elektrische kabels losmaken voordat de
koelmiddelleidingen worden losgekoppeld.
LET OP
Vergeet ook niet de airco op het aardingssysteem aan
te sluiten voordat begonnen wordt met de elektrische
aansluitingen. Gebruik een krimpringaansluiting aan
het einde van elke draad.
De binnenunit wordt gevoed door de buitenunit via een
H07 RN-F aansluitkabel (of een meer spanningsmodel),
met isolatie in synthetisch rubber en een mantel
in polychloropreen (neopreen), volgens de eisen
vastgelegd in de standaard EN 60335-2-40.
1 Verwijder de schroef van de elektrische
componentenkast en verwijder de deksel.
2 Leidt de aansluitkabel door de zijkant van de
binnenunit en sluit de kabel op de klemmen volgens
onderstaande figuur aan.
3 Leidt het andere einde van de kabel via het plafond
en het gat in de muur naar de buitenunit.
4 Hermonteer de deksel van de elektrische
componentenkast en de schroef voorzichtig vastdraaien.
1 fase
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
Buitenunit
Binnenstroom Hoofdstroomsnoer Communicatiekabel
Kabel-
binder
1(L) 2(N)
N
L
Kabel-
klem
3-fasig
1(L) 2(N)
L2(S) L3(T)
N
L1(R)
Stroomsnoer
3 fasen 4 draden (AC 380V)
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
Binnenstroom Communicatiekabel
Kabel-
binder
Buitenunit
Ka-
belklem
Stroomtoevoer binnenunit
Stroomtoevoer Max/Min(V)
Stroomsnoer
binnenunit
220 tot 240V, 50 Hz
±10%
1,5 mm², 3 draden
Communicatiekabel
0,75 tot 1,5 mm², 2 draden
Wisselstroom: M4-schroef
Communicatie: M3.5 schroef
11
13
7, 5
9,0
18
13,8
(Eenheid: mm)
Aanhaalmoment (N • m)
M3,5 0,8 tot 1,2
M4 1,2 tot 1,8
1 N·m = 10 kgf·cm
Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245
IEC 66/CENELEC: H07RN-F)
16
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Omdat het externe voedingsspanning heeft wordt
verwezen naar de buitenunit installatiehandleiding
voor de HOOFDVOEDING.
LET OP
Als de binnenunit in een computer- of netwerkruimte
wordt geplaatst, maak dan gebruik van de dubbel
afgeschermde (aluminium tape / polyester
gevlochten + koper) communicatiekabel van het type
FROHH2R.
Selecteer het stroomsnoer volgens de relevante
lokale en nationale regelgevingen.
De draadafmetingen moeten voldoen aan de lokale
en nationale regelgevingen.
U moet het stroomsnoer aansluiten op de
stroomsnoeraansluiting en bevestigen met een klem.
De onevenwichtige stroom moet binnen 10% van de
geleverde voeding van hele binnenunits gehouden
worden.
Als de stroom bijzonder onevenwichtig is, kan dit
de levensduur van de condensator verkorten. Als
de onevenwichtige stroom meer dan 10% van de
geleverde voeding betreft, wordt de binnenunit
beschermd, gestopt en geeft een foutmelding aan
Sluit het stroomsnoer aan op de
hulpstroomonderbreker. Er moet een onderbreking
op alle polen van de stroomtoevoer worden voorzien
̈͝ʒʪЭɇϑϩʪɵʪʒθɇʒ̈͝˝्࣍ߤ͔͔࣎ࢋ
De kabel moet door een beschermgoot lopen.
De maximale lengte van de stroomsnoeren wordt
bepaald binnen 10% van het stroomverlies. Als het
die overschrijdt, moet u een andere manier voor de
stroomtoevoer zoeken.
De stroomverbreker (MCCB, ELB) moet meer capaciteit
hebben wanneer een groot aantal binnenunits is
aangesloten vanaf één stroomverbreker.
Gebruik een ronde drukaansluiting voor
aansluitingen op het vermogensklemmenblok.
Gebruik voor de bedrading het speciale stroomsnoer
en sluit het stevig aan. Maak het vervolgens vast
zodat er geen druk van buitenaf wordt uitgevoerd op
het klemmenbord.
Gebruik een geschikte schroevendraaier om
de aansluitschroeven vast te draaien. Een
schroevendraaier met een kleine kop breekt de kop
af en maakt correct vastdraaien onmogelijk.
Als u de aansluitschroeven te vast draait, kunnen ze
breken.
Stap 13 optioneel: het stroomsnoer
verlengen
1 Bereid de volgende hulpmiddelen voor.
Hulpmiddelen Spec. Vorm
Krimptang MH-14
Verbindingshuls
(mm)
20xØ6,5
(HxOD)
Isolatietape
Breedte 19
mm
Krimpbuisje (mm)
70xØ8,0
(LxOD)
2 Haal de afscherming los van het rubber en draad van
het stroomsnoer, zoals getoond in de afbeelding.
Haal 20 mm snoerafscherming los van de vooraf
geïnstalleerde buis.
LET OP
Raadpleeg de installatiehandleiding
voor informatie over de specificaties van
stroomsnoeren voor binnen- en buitenunits.
Na het loshalen van snoerdraden van de vooraf
geïnstalleerde buis moet een krimpbuisje worden
geplaatst.
Stroomsnoer
Vooraf geïnstalleerde buis voor het stroomsnoer
(Eenheid: mm)
(Eenheid: mm)
20 20
20
20
60
120
180
17
Installatieprocedure
Nederlands
3 Plaats de beide zijden van de kerndraad van het
stroomsnoer in de verbindingshuls.
Methode 1: Duw de kerndraad door de huls vanaf
beide kanten.
Methode 2: Draai de kernen samen en duw ze
door de huls.
Verbindingshuls Verbindingshuls
Methode 1 Methode 2
4 Comprimeer de twee punten met behulp van een
krimptool; draai om en comprimeer nog twee punten
op dezelfde locatie.
De compressiegrootte moet 8,0 zijn.
Afmeting
compressie
Trek na het comprimeren aan beide zijden
van de draad om te controleren dat er goed
samengedrukt is.
4 keer comprimeren.
5 mm
4 keer comprimeren.
5 mm
Methode 1 Methode 2
5 Omwikkel tweemaal of meer met isolatietape
en plaats het krimpbuisje in het midden van de
isolatietape.
Drie of meer lagen isolatie zijn vereist.
Methode 1 Methode 2
Isolatietape
35 mm40 mm
Isolatietape
6 Pas hitte toe op het krimpbuisje, zodat het
samenkrimpt.
Krimpbuisje
7 Omwikkel het buisje na het samenkrimpen met
isolatietape om het af te werken.
Isolatietape
LET OP
Zorg ervoor dat de verbindingsdelen niet zijn
blootgesteld aan de buitenomgeving.
Zorg ervoor dat u isolatietape en een krimpbuisje uit
goedgekeurd versterkt isolatiemateriaal gebruikt
dat hetzelfde niveau van houdspanning voor het
stroomsnoer heeft. (Overeenkomstig met de lokale
regelgeving voor extensies.)
WAARSCHUWING
In geval van het verlengen van de elektrische
bedrading mag GEEN rond gevormde drukaansluiting
worden gebruikt.
Onvolledige draadaansluitingen kunnen een
elektrische schok of brand veroorzaken.
18
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 14 Instellen van de binnenunit-
adressen en de installatie-opties
De adressen van de binnenunit en de installatie-opties
kunnen niet in één keer worden ingesteld: stel beide
apart in.
Algemene stappen voor het instellen van de
adressen en opties
Knop Temp Laag
Knop Temp Hoog
Knop Modus
Knop Fan Laag
Knop Fan Hoog
Instellen
van de optie
waarden
De modus
ingeven voor het
instellen van de
opties
OPMERKING
Het scherm van de afstandsbediening en knoppen
kunnen, afhankelijk van het model, variëren.
1 Voer de modus in voor het instellen van de opties:
a Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening
en plaats deze opnieuw.
b Houdt de knoppen
(Temp Hoog) en (Temp
Laag) gelijktijdig ingedrukt, plaats de batterijen
in de afstandsbediening.
c Wees er zeker van dat u in de goede modus bent
voor het instellen van de opties:
2 De optie waarden instellen.
LET OP
Het totaal aantal beschikbare nummers bedraagt 24:
SEG1 tot SEG24.
Omdat SEG1, SEG7, SEG13, en SEG19 de pagina
opties zijn gebruikt door de vorige modellen
afstandsbediening, worden de modi om in te stellen
voor deze opties automatisch overgeslagen.
Stel een 2-cijferige waarde in voor elke optie paar in
de volgende volgorde: SEG2 en SEG3
SEG4 en SEG5
SEG6 en SEG8 SEG9 en SEG10 SEG11 en SEG12
SEG14 en SEG15 SEG16 en SEG17 SEG18 en
SEG20
SEG21 en SEG22 SEG23 en SEG24
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0XXXXX
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1XXXXX
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2XXXXX
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3XXXXX
On (SEG1 tot SEG12) Off (SEG13 tot SEG24)
19
Installatieprocedure
Nederlands
Neem de stappen die in de onderstaande tabel staan:
Stappen Scherm afstandsbediening
1 Instellen van de SEG2 en SEG3 waarden:
a Instellen van de SEG2 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG2
b Instellen van de SEG3 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG3
2 Druk op de (Modus) knop. Cool en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
3 Instellen van de SEG4 en SEG5 waarden:
a Instellen van de SEG4 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG4
b Instellen van de SEG5 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG5
4 Druk op de (Modus) knop. Dry en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
5 Instellen van de SEG6 en SEG8 waarden:
a Instellen van de SEG6 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG6
b Instellen van de SEG8 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG8
20
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
6 Druk op de (Modus) knop. Fan en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
7 Instellen van de SEG9 en SEG10 waarden:
a Instellen van de SEG9 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG9
b Instellen van de SEG10 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG10
8 Druk op de (Modus) knop. Heat en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
9 Instellen van de SEG11 en SEG12 waarden:
a Instellen van de SEG11 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG11
b Instellen van de SEG12 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG12
10 Druk op de (Modus) knop. Auto en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
21
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
11 Instellen van de SEG14 en SEG15 waarden:
a Instellen van de SEG14 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG14
b Instellen van de SEG15 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG15
12 Druk op de (Modus) knop. Cool en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
13 Instellen van de SEG16 en SEG17 waarden:
a Instellen van de SEG16 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG16
b Instellen van de SEG17 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG17
14 Druk op de (Modus) knop. Dry en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
15 Instellen van de SEG18 en SEG20 waarden:
a Instellen van de SEG18 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG18
b Instellen van de SEG20 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG20
22
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
16 Druk op de (Modus) knop. Fan en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
17 Instellen van de SEG21 en SEG22 waarden:
a Instellen van de SEG21 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG21
b Instellen van de SEG22 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG22
18 Druk op de (Modus) knop. Heat en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
19 Instellen van de SEG23 en SEG24 waarden:
a Instellen van de SEG23 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG23
b Instellen van de SEG24 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG24
23
Installatieprocedure
Nederlands
3 Controleer of de optie waarden die u heeft ingesteld juist zijn door het herhaaldelijk indrukken van de (Modus)
knop
[
SEG21
,
SEG22
]
[
SEG23
,
SEG24
]
[
SEG2
,
SEG3
]
[
SEG4
,
SEG5
]
[
SEG6
,
SEG8
]
[
SEG9
,
SEG10
]
[
SEG11
,
SEG12
]
[
SEG14
,
SEG15
]
[
SEG16
,
SEG17
]
[
SEG18
,
SEG20
]
4 Bewaar de optie waarden in de binnenunit:
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van de binnenunit en druk vervolgens twee keer op
de
(Aan/uit)-knop op de afstandsbediening. Wees er zeker van dat dit commando door de binnenunit wordt
ontvangen. Als het succesvol is ontvangen, hoort u een kort geluid vanaf de binnenunit. Als het commando niet is
ontvangen, druk dan nogmaals op de
(Aan/uit)-knop.
5 Controleer of de airco werkt volgens de door u ingestelde optie waarden:
a Reset de binnen- of buitenunit.
Binnenunit : Houd de knoppen
(Instellen) en (Fan Laag) op de afstandsbediening gedurende 4
seconden gelijktijdig ingedrukt.
Buitenunit : Druk op de K3-knop.
b Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk vervolgens op de
(Aan/uit)
knop van de afstandsbediening.
24
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Het instellen van de binnenunit adressen
Optie nr. voor een binnenunit adres: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Wees er zeker van, voordat de binnenunit wordt geïnstalleerd, een adres in te stellen door het uitvoeren van de
volgende stappen:
1 Wees er zeker van dat de stroom naar
de binnenunit wordt geleverd. Als de
binnenunit niet is aangesloten, moet het een
stroomvoorziening bevatten.
F1
1(L)
2(M)
F2
V1
V2
F3
F4
Binnenunit
2 Stel een adres voor elke binnenunit in met behulp van de afstandsbediening, volgens uw airco systeem plan, met
verwijzing naar de volgende tabel en door het volgen van de volgende stappen in Algemene stappen voor het
instellen van de adressen en opties op pagina 18.
De binnenunit adressen (hoofd en RMC adressen) zijn standaard ingesteld op 0A0000-100000-200000-
300000.
Indien de binnenunits en buitenunits 1:1 overeenkomen, dan hoeft u geen hoofdadres in te stellen omdat de
buitenunit dat automatisch doet.
Als u een aan- of uit-controller gebruikt, stel dan het RMC-adres in.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus Hoofdadres instellen
Gereserveerd
Binnenunit nummer Binnenunit nummer
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0 Geen hoofdadres
0 tot 1 Tientallen 0 tot 9 Eenheden
1
Hoofdadres
instelmodus
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina
Gereserveerd
RMC adres instellen
Gereserveerd
Groepskanaal (x16) Groepsadres
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Geen RMC adres
RMC1 0 tot 2 RMC2 0 tot F
1
RMC adres
instelmodus
LET OP
Het hoofdadres moet op een waarde van 0 tot 14 worden ingesteld. Als u andere waarden instelt, zal de
communicatie fout optreden.
Als zowel de SEG5 en SEG6 is ingesteld in het gebied A tot F, veranderd het hoofdadres van de binnenunit niet.
Als de SEG3 op 0 is ingesteld, behoudt de binnenunit de bestaande hoofdadres zelfs als de SEG6 op een nieuwe
waarde wordt ingesteld.
Als de SEG9 op 0 is ingesteld, behoudt de binnenunit de bestaande RMC adres zelfs als de SEG11 en SEG12 op een
nieuwe waarden worden ingesteld.
25
Installatieprocedure
Nederlands
Instellen van de installatieopties in een batch
Installatieoptienr. voor een binnenunit: 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
1 Wees er zeker van dat de stroom naar
de binnenunit wordt geleverd. Als de
binnenunit niet is aangesloten, moet het een
stroomvoorziening bevatten.
F1
1(L)
2(M)
F2
V1
V2
F3
F4
Binnenunit
2 Stel de installatieopties van de binnenunits in volgens de volgende tabel en door de stappen te volgen in
Algemene stappen voor het instellen van de adressen en opties op pagina 18.
De installatieopties van de binnenunits zijn standaard ingesteld op 020000-100000-200000-300000.
De optie SEG20, afzonderlijke bediening met de afstandsbediening, staat toe om meerdere binnenunits
afzonderlijk te bedienen met behulp van de afstandsbediening.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Gereserveerd
Gebruik van externe
temperatuur sensor
Gebruik van centrale
regeling
Compensatie van de ventilator
TPM
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
02
0 Onbruik 0 Onbruik
0 Onbruik
1
Modus hoog
plafond
1 Gebruik 1 Gebruik
2
Kit voor hoog
plafond
3 Onbruik
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina
Gebruik van de
afvoerpomp
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
Verwijderen van dauw in
Wind-Free modus
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Onbruik
0
Bladstatus in
Wind-Free-modus
houden
1 Gebruik
2
Gebruik met
3 minuten
vertraging
1
(Standaard)
koelende werking
door het blad te
openen
26
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Functie Pagina
Gebruik van externe
regeling
De uitgang instellen van
externe regeling
S-Plasma ion Zoemer regeling Maximale filter gebruikstijd
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
2
0 Onbruik
0
Thermostaat
aan
0 Onbruik 0
Gebruik
van
zoemer
2 1000 uur
1
Aan/Uit
regeling
2 Regeling uit
1 Werking aan 1 Gebruik 1
Onbruik
van
zoemer
6 2000 uur
3
Scherm van
Aan/Uit-
regeling
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Functie Pagina
Afzonderlijke bediening
met de afstandsbediening
Verwarming instelling
compensatie
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
3
0 of 1 Binnen 1 0
0°C
(standaard)
2 Binnen 2 1 2°C
3 Binnen 3
25°C
4 Binnen 4
Zelf als u het gebruik van de optie afvoerpomp (SEG8) op 0 instelt, wordt deze automatisch ingesteld op 2 (de
afvoer pomp wordt gebruikt met 3 minuten vertraging).
Als u de optie maximale filter gebruikstijd (SEG18) instelt op een waarde anders dan 2 en 6, wordt deze
automatisch ingesteld op 2 (1000 uren).
Als u de optie afzonderlijke bediening met de afstandsbediening (SEG20) instelt op een waarde anders dan 0 tot
4, wordt deze automatisch ingesteld op 0 (binnen 1).
27
Installatieprocedure
Nederlands
Het afzonderlijk wijzigen van de adressen en opties
Als u de waarde van een specifieke optie wilt wijzigen zie de volgende tabel en volg de stappen in Algemene stappen
voor het instellen van de adressen en opties op pagina 18.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen
optiemodus
Tientallen positie
van de optie
nummer
Eenheden positie
van de optie
nummer
Nieuwe waarde
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0D
Optie
type
0 tot F
Tientallen
positie
waarde
0 tot 9
Eenheden
positie
waarde
0 tot 9
Nieuwe
waarde
0 tot F
Voorbeeld : De optie Zoemerregeling (SEG17) van de installatie-opties wijzigen naar 1 ongebruik.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen
optiemodus
Tientallen positie
van de optie
nummer
Eenheden positie
van de optie
nummer
Nieuwe waarde
Indicatie 0 D 2 1 7 1
28
Nederlands
Bijlagen
Probleemoplossing
Abnormale omstandigheden
Scherm met ledlamp
Opmerkingen
Bediening Ontdooien Timer Filter
Spanning reset XXX
Fout van de temperatuursensor in de binnenunit
(open/kort)
X
XX
Fout van warmtewisselaarsensor in de
binnenunit (Open/Kort)
XX
Fout van ventilatormotor in de binnenunit X X
X
Fout van de sensor buitentemperatuur
Fout van de temperatuursensor van de
condensator
Fout van de afvoertemperatuursensor
X X
Geen communicatie gedurende 2
minuten tussen binnen- en buitenunits
(Communicatiefout die langer dan 2 minuten
aanhoudt)
X
X
Fout in de buitenunit
Fout van de thermische zekering van het
klemmenblok (Open)
X
Detectie van de vlotterschakelaar X X
EEPROM-FOUT
EEPROM optie fout
Fout wegens verstopping buitenventiel X
Fout MDS (Bewegingssensor) XX
Fout wegens het verbinden van buitenunits die
de functie Wind-Free niet ondersteunen
X
: Aan, : Knipperend, X: Uit
Als u de airconditioner uitschakelt wanneer het led knippert, wordt het led ook uitgeschakeld.
29
Nederlands
Bijlagen
Memo
DB68-07676A-00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Samsung AC100NN4DKH/EU Handleiding

Type
Handleiding