11-12).
5. De beide onderste dwarsverstijvingen (E) de
overeenkomstige uitsparingen van één van de
tussenverstijvingen (C) in steken tot tegen de
aanslag (fig. 13). Onderste dwarsverstijvingen (E)
op de tussenverstijving (C) telkens
vastschroeven d.m.v. 2 schroeven (L), sluitringen
(K) en moeren (I) zoals voorgesteld in fig. 14-15.
6. Op dezelfde helft van het onderstel de beide
bovenste dwarsverstijvingen (F) de
overeenkomstige uitsparingen van het zijgedeelte
(B) in schuiven tot tegen de aanslag (fig. 16).
Telkens een hoekverstijving (D) mede de
uitsparing van het zijgedeelte (B) in steken. Let
wel dat de hoekverstijvingen (D) telkens slechts
aan één kant van het onderstel passen; dit is het
geval als de gaten in het zijgedeelte (B), in de
bovenste dwarsverstijvingen (F) en in de
hoekverstijvingen (D) overeenstemmen (fig. 17).
7. Dan de bovenste dwarsverstijvingen (F),
hoekverstijvingen (D) het zijgedeelte (B) telkens
vastschroeven met 2 schroeven (L), sluitringen
(K) en moeren (I) zoals voorgesteld in fig. 18-19.
8. De beide helften van het onderstel in elkaar
steken zodat de onderste en bovenste
dwarsverstijvingen (E, F) in de overeenkomstige
uitsparingen op het zijgedeelte (B) en
tussenverstijving (C) zitten (fig. 20).
9. Onderste dwarsverstijvingen (E) op de tweede
helft van het onderstel vastschroeven zoals
beschreven onder 5. (fig. 21/1).
10. Bovenste dwarsverstijvingen (F) op de tweede
helft van het onderstel vastschroeven zoals
beschreven onder 6. (fig. 21/2).
11. De vier rubberbuffers (32) aan de onderkant van
de zaag aftrekken (fig. 22).
12. De zaag op het onderstel plaatsen zodat de
gaten waarin de rubberbuffers (32) zaten
overeenstemmen met de 4 gaten aan de
bovenkant van de zaagopnames (J). Dan steekt u
de 4 schroeven (M) van boven door de
zaagvoeten en schroeft u de zaag vast op het
onderstel (fig. 23-24).
6.4 Nauwkeurig instellen van de aanslag voor
afkortsnede 90° (fig. 1, 25-27)
De draaitafel (17) in de 0° stand fixeren.
De vastzetschroef (22) losdraaien en met de
handgreep (1) de machinekop (4) helemaal naar
rechts neigen.
90° aanslagwinkelhaak (a) tussen zaagblad (7)
en draaitafel (17) aanleggen.
Justeerschroef (38) draaien tot de hoek tussen
zaagblad (7) en draaitafel (17) 90° bedraagt.
Controleer daarna de stand van de wijzer (20) op
de schaal (19). Indien nodig, wijzer (20)
losdraaien m.b.v. de kruiskopschroevendraaier,
naar de 0° stand van de schaal (19) brengen en
vastzetschroef terug aanhalen.
De aanslagwinkelhaak is niet bij de levering
begrepen.
6.5 Nauwkeurig instellen van de aanslag voor
versteksnede 45° (fig. 1, 25, 28-29)
De draaitafel (17) in de 0° stand fixeren.
De vastzetschroef (22) losdraaien en met de
handgreep (1) de machinekop (4) helemaal naar
links tot 45° neigen.
45°-aanslagwinkelhaak (b) tussen zaagblad (7)
en draaitafel (17) aanleggen.
Justeerschroef (37) draaien tot de hoek tussen
zaagblad (7) en draaitafel (17) exact 45°
bedraagt.
De aanslagwinkelhaak is niet bij de levering
begrepen.
7. Gebruik als hout/plasticzaag
7.1 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (fig. 1-3, 30)
Bij snijbreedten tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van
de zaag in de achterste positie worden gefixeerd
d.m.v. de vastzetschroef voor trekgeleiding (25).
Mocht de zaagbreedte meer dan 100 mm bedragen,
dient erop te worden gelet dat de vastzetschroef voor
trekgeleiding (25) los is en de machinekop (4)
bewegelijk is.
Machinekop (4) naar de bovenste stand brengen.
Machinekop (4) aan de handgreep (1) naar
achteren schuiven en, indien nodig, in deze stand
fixeren. (naargelang de snijbreedte).
Leg het te zagen hout op de aanslagrail (11) en
op de draaitafel(17).
Het materiaal op de vaststaande zaagtafel (18)
vastzetten m.b.v. de spaninrichting (8) zodat het
tijdens het zagen niet kan verschuiven.
Op de ontgrendelhefboom (3) drukken teneinde
de machinekop (4) vrij te zetten.
AAN / UIT-schakelaar (2) indrukken om de motor
in te schakelen.
Bij gefixeerde trekgeleiding (24): met de
handgreep (1) de machinekop (4) gelijkmatig en
met lichte druk omlaag bewegen tot het zaagblad
(7) het werkstuk heeft doorsneden.
Bij niet gefixeerde trekgeleiding (24): Kop (4) van
de machine helemaal naar voren trekken en dan
met de handgreep (1) gelijkmatig en met lichte
druk helemaal omlaag bewegen. Dan de
machinekop (4) traag en gelijkmatig helemaal
naar achteren schuiven tot het zaagblad (7) het
werkstuk volledig heeft doorsneden.
Na het zagen de machinekop (4) terug naar zijn
54
NL