Juno JBK111D5 Handleiding

Type
Handleiding
JBK111D5
Gebruik‐
saanwijzing
NL
Oven
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 6
Bedieningspaneel 7
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt
9
Dagelijks gebruik 9
Klokfuncties 11
Automatische programma's 13
Gebruik van de accessoires 14
Extra functies 15
Aanwijzingen en tips 17
Onderhoud en reiniging 29
Probleemoplossing 30
Energiezuinigheid 32
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
2
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
3
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een
explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
4
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een
deur), zorg er dan voor dat de deur
nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen
achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat,
de behuizing of de vloer veroorzaken.
Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na
gebruik.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brand en schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
Binnenverlichting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
Het type gloeilampje of halogeenlampje
dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is
alleen geschikt voor huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor
andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
5
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
1 2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
1
Bedieningspaneel
2
Display
3
Verwarmingselement
4
Lampje
5
Ventilator
6
Verwijderbare inschuifrail
7
Roosterhoogtes
Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
6
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
21 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tip‐
toets
Functie Beschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
3
OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch program‐
ma in te stellen (alleen als het apparaat is inge‐
schakeld).
4
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge‐
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is uit‐
geschakeld.
5
TEMPERATUUR/
SNEL OPWAR‐
MEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur van
de vleesthermometer instellen en controleren (in‐
dien aanwezig). Als u de knop drie seconden inge‐
drukt houdt, wordt de functie Snel opwarmen in-
en uitgeschakeld.
6
OMLAAG Omlaag gaan in het menu.
7
OMHOOG Omhoog gaan in het menu.
8
OK De selectie of instelling bevestigen.
9
OVENVERLICH‐
TING
Het in- of uitschakelen van het ovenlampje.
10
KLOK De klokfuncties instellen.
7
Tip‐
toets
Functie Beschrijving
11
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
Display
A B C
DEFG
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Lampje opwarmen / lampje Snel opwarmen
G. Nummer van een ovenfunctie/het programma
Andere indicaties op het display:
Sym‐
bool
Naam Beschrijving
Automatisch programma U kunt een automatisch programma kie‐
zen.
Mijn favoriete programma Het programma Favoriet is in werking.
/
kg / g Een automatisch programma met gewicht‐
invoer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt.
Température De actuele temperatuur wordt aangege‐
ven.
Température U kunt deze temperatuur wijzigen.
Licht U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
Voorverwarmindicatie
Als u de verwarmingsfunctie inschakelt,
verschijnt . De balkjes geven aan dat de
temperatuur in de oven toe- of afneemt.
Wanneer de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
8
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
Tijd instellen
Na de eerste aansluiting op het
elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op
het display enkele seconden branden. In
de volgende seconden toont het display
de softwareversie.
Als de weergave van de softwareversie uit
gaat, verschijnt h en 12:00 op het scherm.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Tik op .
3. Raak of aan om de minuten in
te stellen.
4. Raak of aan.
Het display Temperatuur/Tijd geeft de
nieuwe tijd weer.
Tijd veranderen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het
apparaat aanstaat.
Raak herhaaldelijk aan totdat in het
display knippert.
Om de nieuwe dagtijd in te stellen,
raadpleeg "Tijd instellen".
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Verwarmingsfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
Om op 2 rekstanden te
bakken en tegelijk voed‐
sel te drogen.Stel de
temperatuur 20 - 40 °C
lager in dan voor traditio‐
nele ovenbereiding.
Ovenfunctie Applicatie
Pizza Hete‐
lucht
Om gerechten op één ni‐
veau te bakken met in‐
tensief bruineren en een
krokantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40 °C
lager in dan voor traditio‐
nele bereiding.
Boven + on‐
derwarmte
(Boven-/
Onderwarm‐
te)
Voor het bakken en bra‐
den op een ovenniveau.
9
Ovenfunctie Applicatie
Lage Tempe‐
ratuur Garen
Voor het bereiden van
mals en sappig braad‐
vlees.
Onderwarm‐
teOnder‐
warmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
Hetelucht
(vochtig)
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Raadpleeg voor meer in‐
formatie 'Hints en tips',
hoofdstuk Bakken met
vochtige hete lucht. De
ovendeur dient tijdens de
bereiding gesloten te zijn
zodat de functie niet
wordt onderbroken en
om ervoor te zorgen dat
de oven werkt op de
hoogst mogelijke ener‐
gie-efficiëntie. Bij het ge‐
bruik van deze functie
kan de temparatuur in de
ruimte verschillen van de
ingestelde temperatuur.
Door het gebruik van de
restwarmte kan het op‐
warmvermogen worden
verminderd. Raadpleeg
voor algemene aanbeve‐
lingen over energiebe‐
sparing: 'Energie-efficiën‐
tie' hoofdstuk Energiebe‐
sparing.Deze functie
werd gebruik om te vol‐
doen aan de energie-effi‐
ciëntieklasse volgens EN
60350-1.
Ovenfunctie Applicatie
Ontdooien
Deze functie kan gebruikt
worden om bevroren
voedsel te ontdooien
zoals groente en fruit. De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Warm hou‐
den
Om het voedsel warm te
houden.
Grill
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
Grill Intens
Voor het roosteren van
plat voedsel in grote hoe‐
veelheden en voor het
maken van toast.
Circulatiegrill
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Ook om te
gratineren en te bruinen.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de 60 °C
komt.
De verwarmingsfunctie instellen
1. Schakel de oven in met .
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het nummer
van de verwarmingsfunctie weer.
2. Druk op of om een
verwarmingsfunctie in te stellen.
3. Druk op . Anders start de oven na 5
seconden automatisch.
Als u de oven activeert en geen
verwarmingsfunctie of programma instelt,
wordt de oven na 20 seconden
automatisch uitgeschakeld.
10
Temperatuur wijzigen
Druk op of om de temperatuur in
stappen te wijzigen: 5 °C.
Als de oven een ingestelde temperatuur
heeft bereikt, klinkt er een signaal en
verdwijnt de opwarmaanduiding.
Temperatuur opvragen
U kunt de huidige temperatuur in de oven
controleren als de functie of het
programma in werking is.
1. Druk op .
Het display geeft de temperatuur in de
oven aan.
2. Druk op of het display toont weer
na 5 seconden automatisch de
ingestelde temperatuur.
Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen is maar op een
aantal ovenfuncties beschikbaar. Als de
fouttoon in het instellingenmenu
ingeschakeld staat, klinkt het signaal als
de functie Snel opwarmen voor de
ingestelde functie beschikbaar is.
Raadpleeg het menu 'De instellingen
gebruiken' in het hoofdstuk 'Overige
functies'.
De functie Snel opwarmen verkort de
opwarmtijd.
Om de functie Snel opwarmen in te
schakelen drukt u op en houdt u deze
langer dan 3 seconden vast.
Als de functie Snel opwarmen is
ingeschakeld staat er op het display: .
KLOKFUNCTIES
Tabel klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
TIMER MET OP‐
TELFUNCTIE
Het tellen instellen dat aantoont hoe lang het apparaat in
werking is. Deze functie heeft geen invloed op de werking
van het apparaat.
DAGTIJD De tijd instellen. Zie 'De dagtijd instellen' om de tijd te wij‐
zigen.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Be‐
reidingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt
(uitstel) als het apparaat op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld.
SET+GO Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking
van het sensorveld met de benodigde instellingen gestart.
Timer met optelfunctie
De timer met optelfunctie is niet
geactiveerd als Duur of Einde
zijn ingesteld.
De timer met optelfunctie begint met tellen
als het apparaat met opwarmen start.
1. Raak om de timer met optelfunctie te
resetten aan.
2. Raak aan totdat op het display
"00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te
tellen.
11
De DUUR instellen
1. Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat het
display weergeeft.
knippert op het display.
3. Raak of aan om de minuten
van de DUUR in te stellen.
4. Raak aan om te bevestigen.
5. Gebruik of om de uren van de
DUUR in te stellen.
Als u tijdens het instellen
van de DUUR of
aanraakt, schakelt het
apparaat over naar de
instelling van de functie
EINDE.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
en tijdinstelling knippert in het display.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
Het EINDE instellen
1. Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat het
display weergeeft.
knippert op het display.
3. Gebruik of om het EINDE in te
stellen en of om te bevestigen.
U stelt eerst de minuten en dan de
uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt, klinkt
er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Symbool en de
tijdinstelling knipperen in het display. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
SET+GO instellen
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is ingesteld.
1. Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2. Stel de TIJDSDUUR in.
3. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display knippert.
4. Raak aan om de functie SET+GO
in te stellen.
Het display geeft en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunctie
wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
De KOOKWEKKER instellen
Gebruik de KOOKWEKKER om de tijd af
te tellen (maximaal 2 uur 30 minuten).
Deze functie heeft geen invloed op de
werking van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk gewenst moment
instellen, ook als het apparaat uit staat.
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik of om de
KOOKWEKKER in te stellen. U moet
eerst seconden en dan minuten en
uren instellen.
3. Raak
aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen "00:00" en
in het display.
4. Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
12
De tijdvertragingsfunctie
instellen
DUUR en EINDE kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt, wanneer het
apparaat op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld. In dit geval
wordt de DUUR eerst ingesteld, en dan
EINDE (zie "De DUUR instellen" en
"Het EINDE instellen").
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display
het statische symbool van de
ovenfunctie weer, met een
punt en . De punt geeft aan
welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Er zijn 9 automatische recepten. Gebruik
een automatisch programma of een recept
als u geen kennis over of ervaring in het
bereiden van een gerecht hebt. Het
display toont de rekstand en de
standaardkooktijden voor alle
automatische programma's.
Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 BIEFSTUK
2 GEROOSTERD VARKENSVLEES
3 HELE KIP
4 PIZZA
5 MUFFINS
6 QUICHE LORRAINE
7 WITBROOD
8 AARDAPPELGRATIN
9 LASAGNE
Automatische programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display toont en het nummer van
het automatische programma.
3. Raak of aan om het
automatische programma te kiezen.
4. Raak aan of wacht vijf seconden
tot het apparaat na vijf seconden
automatisch begint.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Het symbool
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een tiptoets aan, of open de deur
om het geluidssignaal te stoppen.
13
Automatische programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
3. Raak of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: kooktijd,
duursymbool, , een standaard gewicht,
een maateenheid (kg, gr).
4. Raak aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen
met of . Tik op .
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan, of open de deur
om het geluidssignaal te stoppen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaatsamen:
Plaats bakplaat tussen de geleiders van
de inschuifrails en het bakrooster op de
geleiders erboven.
14
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid. Deze
inkepingen zorgen er ook voor
dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van
het rooster afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
Gebruik van de functie Mijn
favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan van
uw favoriete temperatuur- en
tijdinstellingen van een ovenfunctie of
programma.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Voor het inschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd en
temperatuur veranderen.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat beëindigt
het programma Favoriet.
Gebruik van het kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat de oven per
ongeluk in werking wordt gesteld.
1. Deze functie kan ook in worden
geschakeld als de oven uitstaat. Stel
geen verwar,functie in.
2. Druk op en houd 3 seconden
ingedrukt.
3. Houd en gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Op het display verschijnt SAFE.
Herhaal stap 3 om het kinderslot uit te
schakelen.
Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
de oven in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Zet de oven aan om de functie in te
schakelen.
2. Schakel een ovenfunctie of -instelling
in.
3. Houd
en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een signaal.
Er verschijnt 'vergrendelt' op het display.
Herhaal stap 3 om de functievergrendeling
uit te schakelen.
U kunt de oven uitschakelen
als de functievergrendeling aan
is. Als u de oven uitzet,
schakelt de
functievergrendeling uit.
Gebruik van het instelmenu
Het instellingenmenu laat u toe om
functies in het hoofdmenu te activeren en
deactiveren. Het display toont SET en het
nummer van de instelling.
15
Beschrijving In te stellen waarde
1 QUICK START AAN/UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT
3
TOETSVOLUME
1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
4 FOUTTOON AAN/UIT
5 ONDERHOUDSMENU -
6 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1)
Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Druk op en houd 3 seconden
ingedrukt.
Het display geeft SET1 weer en "1"
knippert.
2. Druk op of om de instelling te
doen.
3. Druk op .
4. Druk op of om de waarde van
de instelling te wijzigen.
5. Druk op .
Druk om het Instelmenu te verlaten op
of houd ingedrukt.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat
na een tijdje automatisch uitgeschakeld
als een ovenfunctie werkt en u geen
instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische uitschakeling
werkt niet met de functies: licht,
langzaam garen, duur, einde,
tijduitstel.
Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug naar
helderheid voor overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de oven
blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven
is afgekoeld.
16
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en baktijden
in de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid
van de gebruikte ingrediënten.
Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. In de onderstaande tabel vindt u de
standaardinstellingen voor temperatuur,
kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin.
Als de cake niet overal even bruin
wordt, hoeft u de temperatuurinstelling
niet te wijzigen. De verschillen
verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek‐
stand.
De cake zakt in en
wordt klef, klonterig,
streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur la‐
ger in.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de bak‐
tijd niet verlagen door een hogere
temperatuur in te stellen.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let op de
kneedtijden, vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur
hoger in.
Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake
bakt, gebruikt u een kortere bak‐
tijd.
17
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De cake wordt ongelijk‐
matig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager instellen
en de baktijd verlengen.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig over
de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur
een beetje hoger in.
Bakken op één ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht -functie Tempe‐
ratuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Tulband of brioche Multi hetelucht 150 -
160
50 - 70 1
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Multi hetelucht 140 -
160
70 - 90 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Multi hetelucht 140 -
150
35 - 50 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven-/onder‐
warmte
160 35 - 50 1
Taartbodem van zand‐
taartdeeg
1)
Multi hetelucht 170 -
180
10 - 25 2
Taartbodem - zacht ca‐
kedeeg
Multi hetelucht 150 -
170
20 - 25 2
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago‐
naal geplaatst)
Multi hetelucht 160 70 - 90 2
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago‐
naal geplaatst)
Boven-/onder‐
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2)
Boven-/onder‐
warmte
160 -
170
70 - 90 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
18
Gebak op bakplaat
Gerecht -functie Tempe‐
ratuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Vlechtbrood / brood‐
krans
Boven-/onder‐
warmte
170 - 190 30 - 40 1
Kerststol
1)
Boven-/onder‐
warmte
160 - 180 50 - 70 1
Brood (roggebrood)
1)
Boven-/onder‐
warmte
1
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / eclairs
1)
Boven-/onder‐
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Biscuitrol
1)
Boven-/onder‐
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 2
Boter-/Suikerkoek
1)
Boven-/onder‐
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/roer‐
deeg)
2)
Multi hetelucht 150 - 160 35 - 55 2
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/roer‐
deeg)
2)
Boven-/onder‐
warmte
170 35 - 55 2
Vruchtentaart met krui‐
meldeeg
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 2
Plaatkoek met kwetsba‐
re garnering (bijvoor‐
beeld kwark, room, pud‐
dingvulling)
1)
Boven-/onder‐
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht -functie Tempe‐
ratuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 2
19
Gerecht -functie Tempe‐
ratuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Short bread / Zandtaart‐
deeg / Gebakreepjes
Multi hetelucht 140 20 - 35 2
Short bread / Zandtaart‐
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven-/onder‐
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 2
Eiwitgebak / schuimge‐
bak
Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 2
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 2
Klein bladerdeegge‐
bak
1)
Multi hetelucht 170 - 180 20 - 30 2
Broodjes
1)
Multi hetelucht 160 10 - 25 2
Broodjes
1)
Boven-/onder‐
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Small cakes / Kleine ca‐
kes
1)
Multi hetelucht 160 20 - 35 2
Small cakes / Kleine ca‐
kes
1)
Boven-/onder‐
warmte
170 20 - 35 2
1)
Oven voorverwarmen.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Pastaschotel Boven-/onder‐
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven-/onder‐
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1)
Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be‐
dekt met ge‐
smolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
20
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Zoete oven‐
schotels
Boven-/onder‐
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder‐
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groen‐
te
Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Multi hetelucht (vochtig)
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Pastagratin 200 - 220 45 - 60 1
Aardappelgratin 180 - 200 70 - 85 1
Moussaka 180 - 200 75 - 90 1
Lasagne 180 - 200 70 - 90 1
Cannelloni 180 - 200 65 - 80 1
Broodpudding 190 - 200 55 - 70 1
Rijstpudding 180 - 200 55 - 70 1
Appeltaart, gemaakt met roer‐
deeg (ronde taartvorm)
160 - 170 70 - 80 1
Witbrood 200 - 210 55 - 70 1
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Roomsoezen /
Eclairs
1)
160 - 180 25 - 45 1 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
21
Gebak / cakejes / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 /4
Short bread / Zand‐
taartdeeg/ Deegreep‐
jes
140 25 - 45 1 / 4
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4
Eiwitgebak, schuim‐
gebak
80 - 100 130 - 170 1 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4
Traag garen
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis.
Deze functie is niet geschikt voor
suddervlees of een vet varkensbraadstuk.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80 °C. Gebruik deze functie
niet voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen als u
gebruik maakt van de functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees in een diepe braadpan
in de oven op het bakrooster.
3. Selecteer de functie Lage temperatuur
garen.
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Biefstuk 1000 - 1.500
g
150 120 - 150 1
Runderbiefstuk 1000 - 1.500
g
150 90 - 110 1
Geroosterd kalfsvlees 1000 - 1.500
g
150 120 - 150 1
Steak 200 - 300 g 120 20 - 40 1
22
Pizza hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1)
200 - 230 15 - 20 2
Pizza (met veel garne‐
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 2
Taarten 180 - 200 40 - 55 1
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 1
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1
Ongedesemd brood
1)
230 - 250 10 - 20 2
Bladerdeegtaart
1)
160 - 180 45 - 55 2
Flammekuchen
1)
230 - 250 12 - 20 2
Piroggen (Russische va‐
riant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad grote braadstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Giet wat water op de bakplaat om het
inbranden van vrijkomende vleessappen
of vet te voorkomen.
Vlees met een korst kan in de braadslede
zonder deksel worden gebraden.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Om het vlees sappiger te houden:
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel of gebruik een braadzak.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
Roostertabel
Gebruik de eerste rekstand.
Rundvlees
Gebruik de functie:Boven-/Onderwarmte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Stoofvlees, 1
- 1,5 kg
230 120 -
150
Gebruik de functie:Circulatiegrill
23
Om de baktijd te berekenen
vermenigvuldigt u de tijd die in de
onderstaande tabel wordt gegeven met de
centimeters van de dikte van de filet.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Rosbief of
ossehaas:
rood
1)
190 - 200 5 - 6
Rosbief of
ossehaas:
medium
180 - 190 6 - 8
Rosbief of
ossehaas:
gaar
170 - 180 8 - 10
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gebruik de functie:Circulatiegrill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Schouder‐
stuk, nekstuk,
ham 1 - 1,5
kg
160 - 180 90 -
120
Karbonade,
sparerib 1 -
1,5 kg
170 - 180 60 -
90
Gehaktbrood,
0,75 kg - 1 kg
160 - 170 50 -
60
Varkens‐
schenkel
(voorge‐
kookt), 0,75
kg - 1 kg
150 - 170 90 -
120
Kalfsvlees
Gebruik de functie:Circulatiegrill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Gebraden
kalfsvlees 1
kg
160 - 180 120 -
150
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Kafsschenkel
1,5 - 2 kg
160 - 180 120 -
150
Lamsvlees
Gebruik de functie:Circulatiegrill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Lamsbout,
lamsgebraad,
1 - 1,5 kg
150 - 180 100 -
120
Lamsrug 1 -
1,5 kg
160 - 180 40 -
60
Wild
Gebruik de functie:Boven-/Onderwarmte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Hazenrug, ha‐
zenbout, tot 1
kg
1)
230 30 -
40
Ree-/herten‐
rug 1,5 - 2 kg
210 - 220 35 -
40
Ree-/herten‐
lende 1,5 - 2
kg
180 - 200 60 -
90
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gebruik de functie:Circulatiegrill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Kip, piepkui‐
ken 0,2 - 0,35
kg elk
200 - 220 30 -
50
Halve kip, 0,4
- 0,5 elk
190 - 210 35 -
50
Gevogeltede‐
len, 1 - 1,5 kg
190 - 210 50 -
70
24
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Eend, 1,5 - 2
kg
180 - 200 80 -
100
Vis (gestoomd)
Gebruik de functie:Boven-/Onderwarmte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Hele vis, 1 -
1,5 kg
210 - 220 45 -
60
Grill
Leg het de pan voor het opvangen van vet
op de eerste rekstand plaatsen.
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Grilltijd (min.) Roosterhoog‐
te
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi‐
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet,
medium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 0,5 - 1
kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Grill Intens
Verwarm de lege oven 3 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
Gerecht Grilltijd (min.) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 3
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet, kalfs‐
biefstukken
7 - 10 6 - 8 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 3
Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
25
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, be‐
vroren
190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizza snacks, bevro‐
ren
180 - 200 15 - 30 2
Patat, dun 200 - 220 20 - 30 2
Patat, dik 200 - 220 25 - 35 2
Aardappelpartjes/-kro‐
ketjes
220 - 230 20 - 35 2
Rösties 210 - 230 20 - 30 2
Lasagne / Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Pastaschotel, bevro‐
ren
160 - 180 40 - 60 2
Oven gegratineerde
kaas
170 - 190 20 - 30 2
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 2
Bevroren kant-en-klaarmaaltijden
Gerecht -functie Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren Boven-/onder‐
warmte
volgens
aanwijzin‐
gen van
de fabri‐
kant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
2
Patates frites
1)
(300 - 600 g)
Boven-/onder‐
warmte of Circu‐
latiegrill
200 - 220 volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
2
Baguettes Boven-/onder‐
warmte
volgens
aanwijzin‐
gen van
de fabri‐
kant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
2
26
Gerecht -functie Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vruchtencake Boven-/onder‐
warmte
volgens
aanwijzin‐
gen van
de fabri‐
kant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
2
1)
Patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren.
Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf
de bodem.
Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een
diep bord of schaal en zet deze
bovenop het bord in de oven. Verwijder
indien nodig de bakplaatsteunen.
Ge‐
recht
Hoeveel‐
heid (kg)
Ontdooi‐
tijd (min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje
in een groot bord leggen. Halver‐
wege de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om‐
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aard‐
beien
0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag‐
room.
Gebak 1.4 60 60 -
Inmaken - Onderwarmte
Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van
1 liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
27
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes‐
sen / frambozen / rij‐
pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur‐
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
Drogen - Multi hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 2
Paprika's 60 - 70 5 - 6 2
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 2
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 2
Kruiden 40 - 50 2 - 3 2
Pruimen 60 - 70 8 - 10 2
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 2
28
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 2
Peren 60 - 70 6 - 9 2
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon
met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en
laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Neem het vocht uit de ruimte na ieder
gebruik af.
Verwijderbare inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP! Wees voorzichtig bij
het verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
De deur verwijderen en
installeren
U kunt de ovendeur en het interne glazen
paneel verwijderen om het schoon te
maken. Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING! De deur is
zwaar.
1. Open de deur helemaal.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
29
A
A
3. Sluit de ovendeur in de eerste
openingsstand (in een hoek van
ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder
een opwaartse hoek weg van de oven.
5. Plaats de ovendeur met de buitenkant
omlaag op een zachte en egale
ondergrond.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleiding.
9. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit als de reiniging
voltooid is. Plaats de kleinste glasplaat
eerst, daarna de grotere glasplaten en de
deur.
WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat de glasplaten op de
juiste manier worden geplaatst,
anders kan het oppervlak van
de deur oververhit raken.
Het lampje vervangen
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
30
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inscha‐
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop‐
contact (zie het aansluitdia‐
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Als de oven uit staat, toont
het display de tijd niet.
Het display is uitgeschakeld.
Raak en tegelijkertijd
aan om het display opnieuw
te activeren.
De bereiding van de gerech‐
ten duurt te lang of de ge‐
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe‐
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
31
Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Juno
Modelidentificatie JBK111D5
Energie-efficiëntie Index 94.5
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
0.85 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐
lucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 43 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 29.6 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u
helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
32
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u de Hetelucht (vochtig) gebruikt, gaat
de verlichting na 30 seconden
automatisch uit. U kunt de verlichting weer
inschakelen, maar deze handeling
vermindert de verwachte
energiebesparingen.
Het display deactiveren
U kunt het display uitschakelen. Houd
en tegelijkertijd ingedrukt. Herhaal
deze stap om het display weer in te
schakelen.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
33
*
34
35
867343469-A-502017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Juno JBK111D5 Handleiding

Type
Handleiding