Sony Cyber-SHOT DSC-S600 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
2
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Europa
Voor klanten in Nederland
NL
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het IC-
opnamemedium "Memory Stick Duo". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": U kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken.
"Memory Stick": U kunt in deze
camera geen "Memory Stick"
gebruiken.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 90.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-adapter
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens, die scherpe beelden met
uitstekend contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Ingebouwd geheugen en reserve
"Memory Stick Duo"
• Als u de camera uitschakelt of het deksel van het
batterijvak of de "Memory Stick Duo" opent
terwijl het toegangslampje brandt, kunnen de
gegevens in het ingebouwde geheugen of op de
"Memory Stick Duo" beschadigd raken. Zorg
ervoor dat u een reservekopie maakt om het
risico van gegevensverlies te vermijden. Zie
bladzijden 21 en 54 over hoe u een reservekopie
maakt.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
• Deze camera is niet stofdicht, niet
spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees
"Voorzorgsmaatregelen" (blz. 94) alvorens de
camera te bedienen.
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 94).
NL
NL
4
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie,
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of
groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal
en heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm
zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of bewerkt, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Zwarte (witte/rode/
blauwe/groene)
punten
NL
5
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De batterijen voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiks-
aanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen) t blz. 23
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 25
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 41
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiks-
aanwijzing
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 51
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers)
t blz. 69
2
1
NL
6
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 9
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13
Indicators op het scherm ........................................................................ 15
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) ... 21
Levensduur van de batterijen en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken ..............................................................................22
De functieknop gebruiken .......................................................................23
De menuonderdelen gebruiken...................................................... 25
Menuonderdelen ................................................................................ 26
Menu voor opnemen ............................................................................... 27
(Camera)
(EV)
9 (Scherpstellen)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
(Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
De camera leren gebruiken
Het menu gebruiken
M
NL
7
Menu voor weergeven .............................................................................34
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................41
Camera...............................................................................................42
AF-functie
Digitale zoom
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Intern geheugen-tool..........................................................................45
Formaat
Memory Stick tool ..............................................................................46
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Setup 1 ...............................................................................................48
Pieptoon
Taal
Initialiseren
Setup 2 ...............................................................................................49
Bestandsnr.
USB-aansl.
Klokinstel.
Het Setup-scherm gebruiken
1
2
NL
8
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 51
De bijgeleverde software installeren ....................................................... 53
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera
(met behulp van een "Memory Stick Duo")................................................ 61
De bijgeleverde software gebruiken........................................................ 62
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 66
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 68
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer ...69
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 73
Problemen oplossen ............................................................................... 75
Foutcodes en meldingen......................................................................... 87
Over de "Memory Stick".......................................................................... 90
Over de batterijen ................................................................................... 92
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 94
Technische gegevens.............................................................................. 95
De camera met uw computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
...................................................................................................... 96
De camera leren gebruiken
NL
9
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
t 9 (Scherpstellen) (blz. 28)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (direct hieronder).
Scherp-
stellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Druk de sluiterknop
gelijk helemaal in.
Druk de
sluiterknop tot
halverwege in.
AE/AF-
vergrendelingsindicator
Knippert , licht op/
piept
Druk daarna de
sluiterknop
helemaal in.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
Scherpstellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u
hoe u de diverse camerafuncties moet
gebruiken, zoals de functieknop (blz. 23), de
menu’s (blz. 25), enz.
NL
10
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 30
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
EV:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen.
t blz. 27
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t stap 5 in "Lees
dit eerst"
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Als de belichting onvoldoende is wordt het beeld echter donkerder.
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO =
Gevoeligheid van het opnamemedium
Belichting:
De camera leren gebruiken
NL
11
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 29).
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Kleur
Over het effect van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht
Eigenschappen van
het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 6M
2816 pixels × 2112 pixels = 5.947.392 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixels
NL
12
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 84).
*** U kunt een nog hogere beeldkwaliteit krijgen door de camera aan te sluiten via een "Memory Stick"-
gleuf of een USB-aansluiting.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 30)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
Pixel
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit
en groot bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
van maximaal A4-
formaat
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit
en klein bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
6M (2816×2112) Groter
Kleiner
Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een
hoge resolutie op A5-formaat
3:2* (2816×1872)
3M (2048×1536)
2M (1632×1224) Voor afdrukken op briefkaartformaat
VGA(E-Mail)
(640×480)
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten,
of voor het maken van webpagina’s
16:9(HDTV)**
(1920×1080)
Voor het bekijken van beelden op een
breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele
televisie***
De camera leren gebruiken
NL
13
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A POWER-toets/POWER-lampje
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (44)
E Microfoon
F Lens
G Zoekervenster
A AE/AF-vergrendelingslampje/
zelfontspannerlampje (groen)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
B Flitserlaadlampje/Opnamelampje
(oranje) (t stap 5 in "Lees dit eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Functieknop (23)
E MENU-toets (25)
F LCD-scherm (19)
G (Schermstatus) toets (19)
H (Beeldformaat/Wissen) toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
I Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/ (Index) toets
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/
z (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
Menu uit: / / / (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
6
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
5
qgqh qj qk qlw;
NL
14
K Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst")
L Deksel voor de batterijen (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
M Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
N OPEN-toets (t stap 1 in "Lees dit
eerst")
O Afsluitkapje van USB-aansluiting
P USB-aansluiting (55)
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig bevestigen op een statief waarvan
de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien
kan hierdoor de camera beschadigd worden.
• Haal de camera na gebruik van het statief.
R Luidspreker (onderkant)
S "Memory Stick Duo"-deksel (t stap 3
in "Lees dit eerst")
T Afsluitkapje van
netspanningsadaptersnoer
Het gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
• Zorg ervoor dat het snoer niet bekneld
raakt wanneer u het deksel dicht doet.
De camera leren gebruiken
NL
15
Indicators op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
A
B
1
2
3
4
5
Scherm Indicatior
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
z AE/AF-vergrendeling
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Opnamefunctie (23, 30)
Witbalans (29)
STBY
OPNEMEN
Standby/Opname voor
bewegende beelden
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Camerafunctie
(Scènekeuze) (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Camerafunctie
(Programma) (23)
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Zoomvergroting (42,
t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Vermindering van het rode-
ogeneffect (43)
Scherpte (33)
Verzadiging (32)
Contrast (33)
AF-verlichting (44)
Lichtmeetfunctie
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Beeldeffect (32)
Scherm Indicator
AF-functie (42)
Indicator van AF-
bereikzoekerframe (28)
M
SL
1.3
ON
S AF M A F
NL
16
C
D
E
Scherm Indicator
Beeldformaat (30,
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
FINE STD Beeldkwaliteit (30)
Opnamemap (46)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(20)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (20)
1/30" Multi Burst-interval (32)
400 Resterend aantal
opneembare beelden (20)
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (87)
ISO-nummer (30)
Scherm Indicator
Trillingswaarschuwing (9)
• Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
flitser te gebruiken om een
betere belichting te
verkrijgen, of het statief
o.i.d. te gebruiken om de
camera te stabiliseren.
1M
101
E Waarschuwing voor
zwakke batterijen (22, 87)
+ Dradenkruis van de spot-
lichtmeting (t step 5 in
"Lees dit eerst")
AF-bereikzoekerframe (28)
Scherm Indicator
NR lange-sluitertijd
• Bij gebruik van bepaalde
sluitertijden*, wordt
automatisch de NR lange
sluitertijdfunctie
ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen.
* Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan 1/6
seconde (als [ISO] is
ingesteld op [Autom.],
[80], [100] of [200]).
Als de sluitertijd gelijk is
aan of langer is dan 1/25
seconde (als [ISO] is
ingesteld op [400], [800]
of [1000]).
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde (27)
(niet afgebeeld
op het scherm
op de
voorgaande
bladzijde)
Menu/Gidsmenu (25)
Scherm Indicator
De camera leren gebruiken
NL
17
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
M
Scherm Indicator
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
Opnamefunctie (23, 30)
Beeldformaat (30,
t stap 4 in "Lees dit
eerst")
- Beveiliging (35)
Afdrukmarkering (DPOF)
(73)
Map veranderen (34)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Stap
12/16
Beeld-voor-beeld-weergave
(30)
N Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Vo lu m e ( t stap 6 in "Lees
dit eerst")
Scherm Indicator
101-0012 Map-bestandsnummer (34)
Weergavebalk (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
M
1M
1.3
NL
18
C
D
E
Scherm Indicator
PictBridge-aansluiting (70)
Opnamemap (46)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (34)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Resterende opslagcapaciteit
van het interne geheugen
(20)
Resterende opslagcapaciteit
van de "Memory Stick"
(20)
8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map (34)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (87)
00:00:12 Teller (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
Scherm Indicator
Koppel de USB-kabel niet
los (71)
+2.0EV Belichtingswaarde (27)
ISO-nummer (30)
Lichtmeetfunctie
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Flitser
Witbalans (29)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
101
101
Scherm Indicator
2006 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld (50)
Menu/Gidsmenu (25)
z PAUZE
z AFSP.
De Multi Burst-beelden
achter elkaar weergeven
(30)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden kiezen
VOLUME
Volumeniveau instellen
DPOF
De camera leren gebruiken
NL
19
Het weergavescherm veranderen
Iedere keer als u op de -toets
(Schermstatus) drukt, veranderen de
aanduidingen op het scherm als volgt.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoomfunctie niet meer (blz. 42) en
wordt [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.]
(blz. 42). Als u (Flitsfunctie)/
(Zelfontspanner)/ (Lichtmeetfunctie)
kiest, wordt het beeld ongeveer twee seconden
afgebeeld.
VGA
96
Indicators uit
LCD-scherm uit
Indicators aan
Tijdens weergave
wordt de
beeldinformatie
afgebeeld.
NL
20
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in
deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in het interne geheugen is gelijk aan dat van
een van 32 MB "Memory Stick Duo".
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn]
op de bovenste regel en op [Standaard] op de onderste regel)
(Eenheden: Beelden)
• Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
• Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld.
• U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 37).
De opnameduur van bewegende beelden (Eenheden: uren : minuten : seconden)
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO Duo".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 11.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
6M 10 21 42 77 157 322 660
19 39 79 142 290 592 1215
3:2 10 21 42 77 157 322 660
19 39 79 142 290 592 1215
3M 20 41 82 148 302 617 1266
37 74 149 264 537 1097 2250
2M 33 66 133 238 484 988 2025
61 123 246 446 907 1852 3798
VGA(E-Mail) 196 394 790 1428 2904 5928 12154
491 985 1975 3571 7261 14821 30385
16:9(HDTV) 33 66 133 238 484 988 2025
61 123 246 446 907 1852 3798
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
640(Fijn) – – – 0:02:57 0:06:02 0:12:20 0:25:18
640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09
160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25
De camera leren gebruiken
NL
21
Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen
in het interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
• Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 47).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 54 t/m 58 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera
is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
• Door de camera met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op een computer, kunt u de beeldgegevens
die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen, kopiëren naar de vaste schijf van de computer,
maar u kunt geen beeldgegevens vanaf de vaste schijf van de computer kopiëren naar het interne geheugen
van de camera.
Als een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd) is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
NL
22
Levensduur van de batterijen en aantal beelden
dat kan worden opgenomen/bekeken
De tabellen geven bij benadering het
maximale aantal beelden aan dat kan
worden opgenomen/weergegeven samen
met de gebruiksduur van de batterijen
wanneer u beelden opneemt in de
[Normaal]-functie met nieuwe batterijen bij
een omgevingstemperatuur van 25°C. Het
aantal beelden dat kan worden opgenomen
of weergegeven maken het mogelijk de
"Memory Stick Duo" te wisselen, indien
noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de gebruiksduur van de
batterijen neemt af onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is.
– Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt.
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt.
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat.
– Wanneer de batterijen zwak zijn.
Bij opname van stilstaande beelden
• Opnemen in de volgende situaties:
– (Beeldkwaliteit) staat op [Fijn].
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat.
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt.
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W-
en T-kant omschakelt.
– Als de flitser iedere twee opnamen eenmaal
afgaat.
– Als de camera na iedere tien opnamen
eenmaal uit-en ingeschakeld wordt.
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• Het aantal opneembare beelden en de
gebruiksduur van de batterijen verandert niet
met de beeldgrootte.
Weergeven van stilstaande beelden
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Batterij
LCD-
scherm
Aantal
beelden
(Ong.)
Gebruiks-
duur
(min.)
(Ong.)
Alkaline
(bijgeleverd)
Aan 130 65
Uit 170 85
NH-AA-DB
(Ni-MH)
(niet
bijgeleverd)
Aan 460 230
Uit 580 290
Batterij Aantal beelden
Gebruiksduur
(min.)
Alkaline
(bijgeleverd)
Ong.
7000
Ong.
350
NH-AA-DB
(Ni-MH) (niet
bijgeleverd)
Ong.
10600
Ong.
530
Batterij
LCD-scherm
aan
LCD-scherm
uit
Alkaline
(bijgeleverd)
Ong.
120 min.
Ong.
170 min.
NH-AA-DB
(Ni-MH) (niet
bijgeleverd)
Ong.
250 min.
Ong.
350 min.
De camera leren gebruiken
NL
23
De functieknop gebruiken
Stel de functieknop in op de gewenste functie.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Autom.: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 26)
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
Regeltoets
Functieknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit eerst"
: Weergaven/bewerken
t stap 6 in "Lees dit eerst"
NL
24
Scènekeuzefunctie
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Flitser AF-bereikzoeker Witbalans Burst/Multi Burst Flitsniveau
—
——
Autom. —
/
/
/
SL
Het menu gebruiken
NL
25
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand.
Afhankelijk van de stand van de functieknop en de (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende
menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het item op het scherm
verschijnt.
• Als de functieknop in de stand staat, drukt u op
z nadat u een item hebt gekozen.
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicator v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicator met de regeltoets.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
v/V/b/B toets
z toets
Functieknop
Regeltoets
MENU-toets
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
26
Menuonderdelen
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen
de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
* De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 24).
**Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
( : beschikbaar)
Stand van functieknop:
Autom. Programma Scène
Menu voor opnemen (blz. 27)
(Camera)
—
—
(EV) — —
9 (Scherpstellen) — —
WB (Witbalans) — —
ISO — — —
(Beeldkwaliteit) — — —
Mode (Opn.functie) — —
(Interval) —
*
——
(Flitsniveau) —
*
——
PFX (Beeldeffect) — —
(Verzadiging) — — — —
(Contrast) — — — —
(Scherpte) — — — —
(Setup)
—
Menu voor weergeven (blz. 34)
(Map) ————
- (Beveiligen) — — — —
DPOF ————
(Afdrukken) — — — —
(Dia) — — — —
(Ander form.) — — — —
(Roteren) — — — —
(Opdelen) ————
(Setup) — — — —
Trimm en** ————
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
27
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Kies de camerafunctie voor stilstaand beeld. t blz. 23, stap 5 in "Lees dit eerst"
Met deze instelling kunt u de belichting
handmatig instellen.
Naar – Naar +
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
(Camera)
(EV)
M +2.0EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
m –2.0EV
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
28
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u digitale zoomfunkct of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert de aanduiding of , en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar.
9 (Scherpstellen)
Midden-AF
()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
Multi-AF
(Multipoint-AF)
(Stilstaand beeld )
(Bewegend beeld )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Indicator van AF-
bereikzoekerframe
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
29
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF]
gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt langs de rand. In dat geval gaat u als
volgt te werk.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AF-
bereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp
te stellen (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt
herhalen.
2 Wanneer de indicator van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de
lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld
vreemd lijken.
• Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 11
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 24).
WB (Witbalans)
n (Lamplicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
AE/AF-vergrendelingsindicator
AF-bereikzoekerframe
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
30
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
• Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 10
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 11
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet
wanneer u op de sluiterknop drukt.
ISO
1000
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
800
400
200
100
80
Autom.
(Beeldkwaliteit)
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
Mode (Opn.functie)
Multi Burst ( )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaand-
beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 32).
Burst ( )
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
31
Over [Multi Burst]
• U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de
volgende procedures:
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat
• Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als
een enkel beeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 24).
Over [Burst]
• De flitser staat op (Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de batterijlading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie
(blz. 24).
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
6M 7 12
3:2 7 12
3M 12 21
2M 19 35
VGA(E-Mail) 100 100
16:9(HDTV) 19 35
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
32
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 30).
• (Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties.
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
• Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 24).
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De verzadiging van het beeld instellen.
(Interval)
1/7.5
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 30).
1/15
1/30
(Flitsniveau)
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
PFX (Beeldeffect)
Z-W ( )
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
Sepia ( )
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Uit
Geen effect.
(Verzadiging)
+ ( )
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
– ( )
Naar –: De kleuren worden donkerder.
M
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
33
Het contrast van het beeld instellen.
De scherpte van het beeld instellen.
Zie blz. 41.
(Contrast)
+ ( )
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
– ( )
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
+ ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
34
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een
"Memory Stick Duo".
1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de map
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 46).
U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 46)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 47)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld
in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
(Map)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
35
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op
z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicator wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De - indicator wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u daarna op z.
Kies [Aan] met B en druk daarna op z.
- (Beveiligen)
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
-
- (groen)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
36
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
in de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicator grijs te laten worden.
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z.
Kies [Uit] met
B en druk daarna op z.
• Merk op dat door het formatteren van het intern geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens zullen
worden gewist die op het opnamemedium zijn opgenomen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze
beelden zullen niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
Met deze instelling kunt u een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
afdrukken (blz. 73).
Zie blz. 69.
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
37
Beeld
Herhalen
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
• Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" zijn
opgeslagen.
Aan
Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
(Ander form.)
6M
3M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
38
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 4 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat verandert van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs
de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld.
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende
beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
(Roteren)
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
Het menu gebruiken
NL
39
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
Wissen Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 25
NL
40
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 35)
Zie blz. 41.
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 6 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand
.
1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu af te beelden.
2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z.
3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
• U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9.
• U kunt beelden die worden weergegeven met Quick Review niet trimmen.
(Setup)
Trimmen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het trimmen geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
41
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regeltoets, ga naar de instelling (Setup), en druk daarna
nog een keer op B.
4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De rand rond het gekozen onderdeel wordt geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het (Setup)-scherm uit te schakelen.
Om terug te keren naar het menu vanaf het scherm (Setup), drukt u herhaaldelijk op b op
de regeltoets.
De (Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B toets
z toets
Functieknop
Regeltoets
MENU-toets
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
NL
42
Camera
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
• Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de
[Enkelvoud.] functie.
Met deze instelling kunt u de digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
• Er wordt meer batterijlading verbruikt dan in de [Enkelvoud.]
functie.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [6M] of [3:2].
• De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
()
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
3M Ong. 4,1×
2M Ong. 5,2×
VGA(E-Mail) Ong. 13×
16:9(HDTV) Ong. 4,4×
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
Het Setup-scherm gebruiken
NL
43
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld.
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De of indicator
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicator
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
NL
44
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de indicator afgebeeld.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 3,5 m (W)/2,5 m (T) wordt
aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie) of (landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het
opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
AF-verlicht.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
ON
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
Het Setup-scherm gebruiken
NL
45
Intern geheugen-tool
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
• Merk op dat door het interne geheugen te formatteren alle daarin opgeslagen data onherroepelijk gewist
zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Formaat
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
NL
46
Memory Stick tool
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is
reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" opgeslagen beeldgegevens
onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen
beelden in op te slaan.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
• Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 34.
• Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
• U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer,
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59).
Formaat
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Opnamemap maken
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
Het Setup-scherm gebruiken
NL
47
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
2 Kies de gewenste map met b/B, en [OK] met v en druk daarna op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het kopiëren begint.
• Gebruik batterijen met voldoende lading of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren met de batterijen als voeding, terwijl slechts weinig batterijlading resteert,
kunnen de batterijen tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens
eventueel beschadigd raken.
• U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de
"Memory Stick Duo" eruit en voert u daarna [Formaat] uit van (Intern geheugen-tool) (blz. 45).
• U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd.
Opnamemap wijz.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap
geannuleerd.
Kopiëren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
NL
48
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regeltoets/sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
Het Setup-scherm gebruiken
NL
49
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met behulp
van de USB-kabel.
Bestandsnr.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terug stel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (blz. 69).
PTP
Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar
de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 55).
Autom.
De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met
een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 55 en
69).
• Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar
kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.],
verandert u de instelling naar [PictBridge].
• Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet
op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op
[Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage].
Voor informatie over de bediening
t
blz. 41
NL
50
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
Klokinstel.
OK
Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
De camera met uw computer gebruiken
NL
51
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 66).
Dit gedeelte beschrijft Engelse versie van
de menuteksten.
De bijgeleverd software installeren (blz. 53)
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 54)
Beelden bekijken op uw computer
Werken met beelden met behulp van de bijgeleverde software (blz. 62)
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden weergeven die gesorteerd zijn op datum
• Beelden bewerken
Beelden afdrukken
NL
52
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm:
Computerscherm; 800 × 600 pixels of
meer
Kleurkwaliteit; High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Aanbevolen configuratie voor het
gebruik van de bijgeleverde software
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luidsprekers
CPU/Geheugen: Pentium III 500 MHz of
sneller, 128 MB RAM of meer
(Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 256 MB RAM of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Computerscherm:
Computerscherm; 800 × 600 pixels of
meer
Kleurkwaliteit; High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 49.
• Wanneer de computer intwaakt uit de waak- of
slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen uw camera en uw computer zich niet op
hetzelfde moment herstelt.
Aanbevolen computeromgeving
De camera met uw computer gebruiken
NL
53
De bijgeleverde software installeren
U kunt de bijgeleverde software installeren
volgens de onderstaande procedure.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
mag u de camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de software hebt geïnstalleerd.
• In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
• Nadat de bijgeleverde software is geïnstalleerd,
wordt automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op (My Computer) t
(CYBERSHOTSOFT).
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje naast [I accept the terms of
the license agreement] (Ik accepteer de
voorwaarden in de licentie
overeenkomst) aan en klikt u daarna op
[Next].
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld,
start u de computer opnieuw op aan de
hand van de aanwijzingen op het
scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit als de
installatie voltooid is.
NL
54
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera
en steek deze in een Memory Stick Duo-
adapter. Steek de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 4 uit op bladzijden 54
t/m 58 om de beelden te kopiëren.
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
moet u de bijgeleverde software installeren
vóórdat u verder gaat. Als op de computer
Windows XP draait, hoeft u het niet te
installeren.
• De schermen die in dit gedeelte als illustratie
worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het
kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick
Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met daarop opgenomen beelden
in de camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Gebruik in de camera batterijen
met voldoende lading of sluit de
camera aan op netvoeding met
behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd).
• Als u probeert beeldbestanden naar uw
computer te kopiëren met de batterijen als
voeding, terwijl slechts weinig batterijlading
resteert, kan het kopiëren mislukken en/of
de gegevens eventueel beschadigd raken
omdat de batterijen voortijdig leeg raken.
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
De camera met uw computer gebruiken
NL
55
3 Zet de functieknop in de stand
en schakel daarna de camera en
de computer in.
• Als op de computer Windows XP draait,
wordt de "AutoPlay Wizard" (wizard voor
automatisch afspelen) automatisch
afgebeeld.
"USB-functie Mass Storage" wordt
afgebeeld op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicators rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (blz. 49).
• Als op de computer Windows 2000/Me draait,
volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B:
Beelden naar een computer kopiëren" op
blz. 57.
• Voor Windows XP, als het wizard-venster niet
automatisch wordt afgebeeld, volgt u de
procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 57.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
POWER
1Naar de
USB-
aansluiting
USB-kabel
2Naar de
USB-
aansluiting
Fase 3-A: Beelden naar een
computer kopiëren
Toegangs-
indicators*
NL
56
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 2 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera’s) t [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen
worden op het computerscherm
weergegeven.
• Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
3 Klik op het selectievakje van niet-
gewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1
2
1
2
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
57
5 Vink het selectievakje aan naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om deze te selecteren en
klik daarna op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de USB-kabel los
(blz. 59). Volg daarna opnieuw de procedure
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op blz. 55.
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 3-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 55.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1 Dubbelklik op [My Computer]
t [Removable Disk] t [DCIM].
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 81.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen. Klik
daarna met de rechtermuisknop
op een beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
• Voor verdere informatie over de
opslagbestemming van de beeldbestanden,
zie blz. 59.
Fase 3-B: Beelden naar een
computer kopiëren
1
2
2
1
NL
58
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap al een beeld met
dezelfde bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert (blz. 61), u dat beeld mogelijk niet
meer kan weergeven met de camera.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
1 Klik op [Start] t
[My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
1
2
Fase 4: Beelden bekijken op uw
computer
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
59
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de USB-kabel
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Het apparaat is aangesloten.
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
zijn de mappen als volgt:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Interm geheugen; alleen "101_SONY"
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MSSONY".
De USB-verbinding verwijderen
Dubbelklik hier
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
A
B
C
NL
60
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegend-
beeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
• Voor meer informatie over mappen, zie
bladzijden 34 en 46.
De camera met uw computer gebruiken
NL
61
Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven
op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 46) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u een
ander nummer invoeren.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
1
2
NL
62
De bijgeleverde software gebruiken
Door de software volledig te benutten kunt
u beter dan ooit gebruik maken van de
stilstaande en bewegende beelden van de
camera.
Dit gedeelte beschrijft de software en
beschrijft de basisbediening.
Met de software kunt u:
• Beelden importeren die met de camera zijn
opgenomen en ze op het beeldscherm
weergeven.
• De beelden op de computer organiseren op een
kalender op opnamedatum voor weergave.
• De stilstaande beelden retoucheren, afdrukken
en als e-mailbijlagen versturen, hun
opnamedatum wijzigen en nog veel meer.
• Voor meer informatie over de bijgeleverde
software moet u de online Help-functie
raadplegen.
Om de online Help-functie te raadplegen,
klikt u op [Start] t [Programs] (in
Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Help] t [Cyber-shot
Viewer].
De software opstarten
Dubbelklik op de snelkoppeling (Cyber-
shot Viewer) op het bureaublad.
Of via het Start-menu: Klik op [Start]
t [Programs] (in Windows XP, [All
Programs]) t [Sony Picture Utility]
t [Cyber-shot Viewer].
De software afsluiten
Klik op de toets in de rechterbovenhoek
van het scherm.
Voer onderstaande stappen uit om de
beelden van de camera te importeren en
weer te geven.
Beelden importeren
1 Zorg ervoor dat "Media Check
Tool"* (Media-
controlehulpprogramma) draait.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
als er een "Memory Stick" is geplaatst of
een camera is aangesloten.
Kijk na of de snelkoppeling van
(Media Check Tool) op de taakbalk
aanwezig is.
• Als er geen snelkoppeling van de
aanwezig is: Klik op [Start] t [Programs]
(in Windows XP, [All Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Cyber-shot Viewer] t
[Tools] t [Media Check Tool].
2 Sluit de camera aan op de
computer met de USB-kabel.
Na automatische herkenning van de
camera wordt het scherm [Import
Images] (Beelden importeren)
afgebeeld.
• Voor gebruik van de "Memory Stick"-gleuf
moet u eerst blz. 54 raadplegen.
• Als in Windows XP de "AutoPlay Wizard"
(wizard voor automatisch afspelen) opstart,
moet u deze afsluiten.
De bijgeleverde software
gebruiken
Overzicht van de software
De software opstarten en
afsluiten
Basisbediening
De camera met uw computer gebruiken
NL
63
3 Beelden importeren.
Klik op de toets [Import] (Importeren)
om het importeren van beelden te
starten.
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures" (Mijn afbeeldingen), waarvan
de naam is samengesteld uit de datum
waarop geïmporteerd is.
• Zie blz. 65 voor aanwijzingen hoe u de
"Folder to be imported" kunt veranderen.
Beelden bekijken
1 Controleren van de
geïmporteerde beelden
Als het importeren voltooid is wordt de
software opgestart. Miniaturen van de
geïmporteerde beelden worden
weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als de
standaardmap in "Viewed folders"
(Afgebeelde mappen).
• Dubbelklik op een miniatuur voor weergave
van het daadwerkelijke beeld.
2 Bekijken van de beelden in
"Viewed folders" (Afgebeelde
mappen) die op opnamedatum
gesorteerd zijn op een kalender
1Klik op het tabblad [Calendar]
(kalender).
De lijst met jaren, waarin de beelden
zijn opgenomen, wordt afgebeeld.
2Klik op het jaar.
De beelden die in dat jaar zijn
opgenomen worden weergegeven,
gesorteerd op de kalender op
opnamedatum.
3Om de beelden per maand weer te
geven, klik op de gewenste maand.
Miniaturen van de beelden, die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Om de beelden per uur weer te geven,
klik op de gewenste dag.
Miniaturen van de beelden die op die
dag zijn opgenomen, worden gesorteerd
op uur weergegeven.
Jaarweergavescherm
Maandweergavescherm
1
2
3
4
NL
64
Uurweergavescherm
• Om beelden van een bepaald jaar of maand
weer te geven, klik op de betreffende
periode links op het scherm.
3 Weergave van afzonderlijke
beelden
Op het uurweergavescherm, dubbelklik
op een miniatuur om het daadwerkelijke
beeld weer te geven in een apart venster.
• U kunt de weergegeven beelden bewerken
door op de toolbar-toets te drukken.
Weergave van de beelden op het
gehele scherm
Voor weergave van een diavoorstelling van
de huidige beelden op het gehele scherm,
klik op de -toets.
• Om de diavoorstelling weer te geven of in de
pauzestand te zetten, klik op de -toets
linksonder op het scherm.
• Om de diavoorstelling te stoppen, klik op de
-toets linksonder op het scherm.
De camera met uw computer gebruiken
NL
65
Beelden die opgeslagen zijn op de
computer voorbereiden voor
weergave
U kunt beelden, die voorheen opgeslagen
waren op de computer, weergeven met de
software. Om weergave mogelijk te maken,
moet u de map die de beelden bevat
aanmelden als een van de "Viewed folders".
Uit het menu [File] (Bestand), kies
[Register Viewed Folders...]
(Weergavemappen aanmelden...) om het
instelmenu van "Viewed folders" voor
aanmelding af te beelden.
Klik op de toets [Add...] (Toevoegen...) en
specificeer daarna de map met de beelden
die geïmporteerd moet worden om deze
map als een "Viewed folder" aan te melden.
• Beelden in elke submap van de "Viewed
folders" worden ook aangemeld.
De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen
Voor het veranderen van de "Folder to be
imported", opent u het scherm "Import
Settings" (Importinstellingen).
Voor weergave van het scherm "Import
Settings", kiest u [Image Import Settings...]
(Beeldimportinstellingen...) uit het menu
[File] (Bestand).
Kies de "Folder to be imported" uit.
• U kunt de "Folder to be imported" uit de
mappen die aangemeld zijn als "Viewed folders"
specificeren.
Verversen van de aanmeldinformatie
Om de aanmeldinformatie te verversen,
kies [Update Database] (Database
bijwerken) uit het menu [Tools] (Extra).
• Het verversen van de database kan enige tijd
duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of mappen in
"Viewed folders" wijzigt, is daarna weergave
daarvan met deze software niet mogelijk. In dat
geval moet u de database verversen.
Andere softwarefuncties
1
2
Technische ondersteuning
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op Sony Customer Support-
website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
1
2
NL
66
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar uw computer
kopiëren.
• De bijgeleverde software is niet compatibel met
Macintosh computers.
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2
of Mac OS X (v10.0 of hoger)
USB-poort: Standaard geleverd
Opmerkingen over het aansluiten van
uw camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
station dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij het aansluiten van een computer, te weten de
functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass
Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de
functies [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie
over [PTP], zie blz. 49.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspend-
of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 54.
2 Sluit de USB-kabel aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
blz. 55.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt weergeven
zijn opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 59.
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
De camera met uw computer gebruiken
NL
67
Volg de hieronder vermelde procedure eerst
wanneer:
• Loskoppelen van de USB-kabel
• Eruit halen van een "Memory Stick Duo"
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde
geheugen
• Uitschakelen van de camera
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" op het pictogram van "Trash" en
laat het erin vallen.
De camera is losgekoppeld van de
computer.
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
De USB-verbinding verwijderen
Extra informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen
vindt u op Sony Customer Support-
website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
NL
68
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de
[16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen
worden afgesneden. Controleer dus voordat u
gaat afdrukken (blz. 84).
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer
(blz. 69)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibele printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"-
compatibele printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software en deze vervolgens afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 73)
U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met
uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
NL
69
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• Het aantal beelden dat als indexbeeld kan
worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de
printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de indicator gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
Bereid de camera voor om deze met behulp
van een USB-kabel aan te sluiten op de
printer. Als de camera is aangesloten op een
printer die wordt herkend wanneer [USB-
aansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1
overbodig.
• Wij adviseren u om batterijen met voldoende
lading of een netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat
de stroom tijdens het afdrukken wegvalt.
1 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
2 Druk op B op de regeltoets en
kies (Setup).
3 Kies [ ] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met v/V/B.
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
De USB-functie is nu ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regeltoets
MENU-toets
2
NL
70
1 Sluit de USB-aansluiting van
de camera met behulp van de
bijgeleverde USB-kabel aan op de
USB-aansluiting van de printer.
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
indicator afgebeeld.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden afgebeeld.
Ongeacht de stand van de functieknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u
klaar bent met fase 2.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regeltoets en druk
daarna op z.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 73),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
USB-kabel
2Naar de USB-
aansluiting
1Naar de
USB-
aansluiting
Fase 3: Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
NL
71
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het
aantal van hetzelfde beeld dat u naast en
onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als
een indexbeeld wilt afdrukken.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel niet los terwijl de
indicator (USB-kabel niet
loskoppelen) op het scherm wordt
afgebeeld.
Andere beelden afdrukken
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 69) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 70) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
indicator
NL
72
4 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V,
en druk daarna op z.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
v/V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een (afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in deze map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 70).
Stilstaande beelden afdrukken
NL
73
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
daarop de beelden die u met uw camera
hebt opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukwinkel. Als de winkel een
fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt
van DPOF, kunt u van tevoren een
(afdruk-)markering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
• U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee
naar de afdrukwinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een
(afdruk-)markering kunt aanbrengen op
beelden in de "Memory Stick Duo" die u
later wilt afdrukken.
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibele
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een winkel
• Vraag aan de fotoafdrukwinkel welke typen
"Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick Duo" niet door uw
fotoafdrukwinkel kan worden verwerkt, kopieert
u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander
medium, zoals een CD-R en neemt u die mee
naar de winkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
Een (afdruk-)markering wordt op
het beeld aangebracht.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
NL
74
1 Geef het indexscherm weer
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op
z.
Een groene markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren, kiest u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in deze map] in stap 4 en druk
daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna op
z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
Groene
markering
Problemen oplossen
NL
75
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
1 Controleer de punten op bladzijde 76 t/m 86.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 87.
2 Haal de batterijen eruit, plaats deze na ongeveer een minuut terug en
schakel de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 48).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
NL
76
De batterij-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende
batterijlading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 94).
• Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery verschilt de afgebeelde
resterende tijdsduur van de werkelijke tijdsduur.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Als bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen de polen van de batterijen of de
aansluitpunten in het batterijvak vuil zijn kunnen de batterijen niet voldoende worden
opgeladen. Maak ze schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks (blz. 93).
• Bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen verschilt de afgebeelde resterende tijdsduur
van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het geheugeneffect (blz. 93), enz. Verbruik de
batterijlading volledig en laad daarna de batterijen volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur
juist is.
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
De batterijen lopen te snel leeg.
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 92).
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
• Laad de nikkel-metaalhydridebatterijen voor gebruik voldoende op.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de batterijen op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) op de juiste manier aan.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de
camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Batterijen en stroomvoorziening
Problemen oplossen
NL
77
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 19).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo" (blz. 20). Als deze vol is, doet u het volgende:
– Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden opneemt.
• Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden opneemt.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20 en 90).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de functieknop in een andere stand dan (blz. 23).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 16). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder
van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 12 cm voor groothoek
(W) of 50 cm voor telefoto (T).
• (Landschapsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het
opnemen van stilstaande beelden.
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 42).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
NL
78
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 42).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [6M] of [3:2].
– U in de Multi Burst-functie opneemt.
– U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitsfunctie is ingesteld op (niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 30).
– (Hoge gevoeligheidsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie,
of is gekozen.
• Stel de flitsfunctie in op (altijd flitsen) om stilstaande beelden op te nemen wanneer
(sneeuwfunctie), (strandfunctie) of (landschapsfunctie) is gekozen in de
scènekeuzefunctie.
Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
• Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen.
Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 27).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst") of stel de belichting in (blz. 27).
• Schakel het scherm in (blz. 19).
Het beeld is te licht.
• U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 27).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 32).
Problemen oplossen
NL
79
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 43).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Het fenomeen van de parallax treedt op als het onderwerp dicht bij de camera is. Om te
controleren tot welke afstand een opname nog mogelijk is moet u het LCD-scherm gebruiken.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst").
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in
"Lees dit eerst").
• De batterijen zijn zwak. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Raadpleeg "Computers" (blz. 80) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Zet de functieknop op (blz. 23).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 61).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 59 en 67).
Beelden bekijken
NL
80
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Tijdens de weergave van bewegende beelden kunnen de kleuren ongelijkmatig
zijn.
• Dit is normaal. De opgenomen beelden worden hierdoor niet aangetast.
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 36).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
beveiligt (blz. 35) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 90) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 36).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 52 voor Windows en blz. 66 voor
Macintosh.
Beelden wissen/bewerken
Computers
Problemen oplossen
NL
81
Uw computer herkent uw camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Als de batterijlading laag is, vervangt u deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"), of u maakt gebruik van een
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 14).
• Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 55).
• Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze daarna weer
stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld (blz. 55).
• Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 49).
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 55).
• De bijgeleverde software is niet geïnstalleerd. Installeer de bijgeleverde software (blz. 53).
• De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de USB-kabel op de
computer hebt aangesloten voordat u de bijgeleverde software hebt geïnstalleerd. Wis het
foutief herkende apparaat van de computer en installeer de bijgeleverde software (zie het
volgende punt).
Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de
computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar
aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows Me draait, klikt u op het tabblad [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de bijgeleverde software (blz. 53).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de bijgeleverde USB-kabel op de juiste wijze aan op de
computer (blz. 55).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 55 en 66).
• Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer,
kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een
"Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 46).
NL
82
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start de bijgeleverde software
niet automatisch op.
• Start de "Media Check Tool" (Media-controlehulpprogramma) (blz. 62) op.
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Bij gebruik van de bijgeleverde software raadpleeg de on-line Help-functie.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 59).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 61).
Beelden worden met de bijgeleverde software niet op de juiste wijze
weergegeven.
• Zorg ervoor dat de map met beelden is aangemeld in "Viewed folders". Als weergave van de
beelden niet mogelijk is, ook al is de map aangemeld in "Viewed folders", moet u de database
verversen (blz. 65).
U kunt de beelden, die u met de bijgeleverde software geïmporteerd hebt, niet
terugvinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstelling verandert hebt, moet u "De "Folder to be imported" (Mappen
voor importeren) veranderen" op blz. 65 raadplegen en nakijken welke map bij het importeren
in gebruik is.
U wilt de "Folder to be imported" veranderen.
• Open het scherm "Import Settings" om "Folder to be imported" te veranderen. U kunt een
andere map specificeren, nadat u deze met behulp van de software aangemeld heeft in
"Viewed folders" (blz. 65).
Problemen oplossen
NL
83
Alle geïmporteerde beelden worden met de datum 1 Januari weergegeven op
de kalender.
• Op de camera is de datum nog niet ingesteld. Stel de datum op de camera in.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl
het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet
meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten
(blz. 90).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick" gleuf.
• Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen.
Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op
te nemen met de betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer
op elkaar aan (blz. 54 t/m 55). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
"Memory Stick Duo"
NL
84
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 45) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick Duo".
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen).
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
• Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op
[16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn.
• Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en
afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
Intern geheugen
Afdrukken
Problemen oplossen
NL
85
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 49).
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op
de printer, moet u de gebruikshandleiding van de printer raadplegen.
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera en de printer op de juiste wijze met behulp van de USB-kabel zijn
aangesloten.
• Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de
printer.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt
afdrukken, koppelt u de USB-kabel los, schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u
vervolgens de USB-kabel weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de indicator (USB-kabel niet loskoppelen)
uitging.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 71).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
PictBridge-compatibele printer
NL
86
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is
veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 71) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
De camera werkt niet.
• Gebruik het type batterijen dat voor deze camera geschikt is (blz. 92).
• De batterijen zijn bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Vervang deze door nieuwe
batterijen of opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Haal de batterijen eruit, plaats deze
na ongeveer een minuut terug, en schakel de camera in.
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
• Zie blz. 15.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 94).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst") of gebruik de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd).
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Overige
Problemen oplossen
NL
87
Foutcodes en meldingen
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Schakel de camera uit en daarna
weer in en plaats de "Memory Stick
Duo" meerdere keren opnieuw.
• Het ingebouwde geheugen heeft een
formatteringsfout begaan, of een niet-
geformatteerde "Memory Stick Duo" is
geplaatst. Formatteer het ingebouwde
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(blz. 45 en 46).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in deze camera worden gebruikt, of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 90).
E:61:ss
E:91:ss
E:92:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 48) en schakel deze daarna weer
in.
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
Schakel uit en weer in
• Door een probleem met de lens is een
storing opgetreden.
E
• De batterijen zijn zwak. Vervang deze
door nieuwe batterijen of opgeladen
nikkel-metaalhydridebatterijen
(t stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
batterijen, kan de indicator knipperen
ondanks dat nog 5 of 10 minuten
gebruiksduur van de batterijen resteert.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste wijze.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 90).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet in de camera worden gebruikt
(blz. 90).
Zelfdiagnosefunctie Meldingen
NL
88
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(blz. 45 en 46).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo"
met een schrijfbeveiligingsschakelaar
terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat. Zet de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen (blz. 90).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden of bestanden
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 61).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een andere map (blz. 46).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer aanmaken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 47).
Bestandsfout
• Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 36).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Ongeldige bediening
• U probeert een bestand weer te geven
dat niet compatibel is met deze camera.
(Trillingswaarschuwing-
indicator)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
Problemen oplossen
NL
89
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO
Duo". Plaats een "Memory Stick PRO
Duo" of stel het beeldformaat in op een
ander formaat dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een
foutmelding op de printer, moet u de
gebruikshandleiding van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in deze map] uit te
voeren terwijl een map was gekozen
waarin uitsluitend bewegende beelden
zitten. U kunt bewegende beelden niet
afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de USB-kabel
niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
NL
90
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van versleutelingstechnologie. Opnemen/
weergeven van gegevens waarbij MagicGate
functies zijn vereist, kan niet met deze camera
worden uitgevoerd.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
640(Fijn) Bewegende beelden kunnen worden
opgenomen op beeldformaat.
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick Duo" die op een computer is
geformatteerd niet garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK hebt gezet.
Sommige "Memory Stick Duo" hebben
geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Bij een
"Memory Stick Duo" voorzien van een
schrijfbeveiligingsschakelaar, kan de stand
en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar verschillend
zijn, afhankelijk van de "Memory Stick
Duo".
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt gehaald of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Druk niet hard wanneer u in het
aantekeningenvak schrijft.
• Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitingen van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
"Memory Stick"-type Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick —
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1
Memory Stick PRO —
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2*3
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
Ruimte voor
aantekeningen
Overige
NL
91
• Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet
vallen.
• Demonteer of transformeer de "Memory Stick
Duo" niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen
het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze
per ongeluk inslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over de Memory Stick
Duo-adapter (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat steekt zonder gebruik te
maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan
het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het
apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed
op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken, en steek deze
daarna er helemaal in. In de verkeerde richting
insteken kan tot een defect leiden.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken, in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
moet u er goed opletten dat de Memory Stick
Duo-adapter in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
NL
92
Over de batterijen
Batterijen die wel en niet met deze camera gebruikt kunnen worden
* Dubbelpak NH-AA-2DB, enz.
** Als u bovenvermeld type batterijen gebruikt, kan vanwege de eigenschappen van deze batterijen, zoals
een spanningsdip van de batterijen, de volledige functionaliteit van de camera niet worden
gegarandeerd.
Over alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery
• Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery kunnen niet opgeladen worden.
• Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery hebben een kortere gebruiksduur in vergelijking met de
nikkel-metaalhydridebatterijen. Daarom kan de stroomvoorziening wegvallen ondanks dat de batterij-
restladingsindicator aangeeft dat de batterijen nog voldoende lading hebben.
• De prestaties van de batterijen verschilt sterk afhankelijk van de fabrikant en het type van de batterijen,
waardoor in sommige gevallen de levensduur van de batterijen bijzonder kort kan zijn. Dit is met name het
geval bij lage omgevingstemperaturen en het kan onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen lager dan
5°C.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd.
• Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery wordt door de batterij-restladingsindicator
niet de juiste informatie weergegeven.
• Als gevolg van de eigenschappen van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery is er een groot
verschil tussen de beschikbare opnameduur en de beschikbare weergaveduur. Daarom kan de camera
worden uitgeschakeld, terwijl de lens is uitgeschoven, wanneer u de functieknop draait. Vervang in dat
geval de batterijen door nieuwe. Door gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen bent u in staat om
gedurende een langere tijd opnamen te maken.
Batterijtype bijgeleverd ondersteund oplaadbaar
Alkalinebatterijen, type R6 (AA-formaat)
aa
—
Nikkel-metaalhydridebatterijen, type HR 15/51:HR6
(AA-formaat)*
—
aa
Oxy Nickel Primary Battery, type ZR6 (AA-formaat) — a —
Mangaanbatterijen** — — —
Lithiumbatterijen** — — —
Nikkel-cadmiumbatterijen** — — —
Overige
NL
93
Nikkel-metaalhydridebatterijen
• Trek de buitenbekleding niet los en beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan de
buitenbekleding gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of batterijen die op een of andere manier zijn
gescheurd. Dergelijke batterijen kunnen lekken, exploderen of oververhit raken, waardoor brandwonden
en ander persoonlijk letsel kunnen ontstaan. Dergelijke batterijen kunnen ook de batterijlader
beschadigen.
• Zorg ervoor dat de nikkel-metaalhydridebatterijen niet samen met metalen voorwerpen gedragen of
opgeborgen worden. Metalen voorwerpen kunnen de + en – polen kortsluiten, waardoor het gevaar van
verhitting en brand bestaat.
• Als de polen van de nikkel-metaalhydridebatterijen vuil zijn, is het mogelijk dat de batterijen niet goed
worden opgeladen. Veeg ze schoon met een droge doek, enz.
• Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkel-metaalhydridebatterijen gedurende een lange tijd niet
gebruikt zijn, kunnen ze niet volledig worden opgeladen. Dit is een eigenschap van dit type batterijen en
geen defect. Als dit gebeurt, moet u meerdere keren de lading volledig opgebruiken en de batterijen
opnieuw opladen om het probleem te verhelpen.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt voordat de bestaande lading volledig is opgebruikt, kan
de waarschuwingsindicator voor zwakke batterijen eerder dan verwacht worden afgebeeld. Dit wordt het
"geheugeneffect"* genoemd. Als dit probleem zich voordoet, kan het worden opgelost door de batterijen
alleen op te laden nadat de bestaande lading is opgebruikt.
* Het "geheugeneffect" – de situatie waarin de maximale lading van een batterij tijdelijk lager is.
• Als u de lading van de batterijen volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de diavoorstelling-
weergavefunctie (blz. 36) en laat u deze hierin staan totdat de lading in de batterijen volledig is
opgebruikt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De batterijen zijn niet waterbestendig.
NL
94
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
• Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. (In het geval van
alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery
liggen de temperaturen tussen 5°C en 40°C.) Het
maken van opnamen op extreem koude of warme
plaatsen met temperaturen die buiten het
bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Plaats batterijen met voldoende lading in de
camera of sluit de camera met behulp van de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op
netvoeding en laat de camera gedurende 24 uur of
langer uitgeschakeld liggen.
Overige
NL
95
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldsysteem 7,18 mm (1/2,5 type) kleuren-
CCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 6 183 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 6 003 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 5,1 – 15,3 mm (31 – 93 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2,8 – 5,1
Automatische omschakeling
van ND-filter
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Scènekeuze (7 functies)
Witbalans Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, TL-verlichting,
Gloeilampen
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie
2.21
voldoet aan JPEG, DPOF-
compatibel
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium Intern geheugen (32 MB)
"Memory Stick Duo"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Autom.): Ong.
0,2 m tot 7,0 m (W)/Ong. 0,5 m
tot 3,8 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
USB-aansluiting mini-B
USB-verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm 5,1 cm (2,0 type) TFT-
aansturing
Totaal aantal beeldpunten
84 960 (354×240) beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Voeding Alkalinebatterijen, type R6
(AA-formaat) (2 stuks), 3 V
Nikkel-metaalhydridebatterijen,
type HR 15/51:HR6 (AA-
formaat) (2 stuks, niet
bijgeleverd), 2,4 V
Oxy Nickel Primary Battery,
type ZR6 (AA-formaat)
(2 stuks, niet bijgeleverd), 3 V
Netspanningsadapter, model
AC-LS5K (niet bijgeleverd),
4,2 V
Stroomverbruik
(tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm)
1,0 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen 99,9×52,0×36,8 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende
delen)
Gewicht Ong. 181 g (inclusief twee
batterijen, polsriem, enz.)
Microfoon Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge Compatibel
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
96
Index
Index
A
Aansluiten
Computer.......................55
Printer............................70
Aantal beelden/
opnameduur...................20
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-vergrendelings-
indicator.........................29
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe..........28
Afdrukken.............................68
Enkelbeeldfunctie..........69
Indexfunctie...................69
Afdrukmarkering..................73
AF-functie ............................42
AF-vergrendeling..................29
AF-verlichting ......................44
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Auto Review.........................44
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Automatische scherpstelling...9
Automatische uitschakelfunctie
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
B
Batterijen
Batterij-
restladingsindicator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Levensduur van de
batterijen........................22
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Beeldbestand-
geheugenlocaties........... 59
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen......... 59
Beeldeffect ........................... 32
Beelden afdrukken in een
winkel ........................... 73
Beelden kopiëren naar uw
computer....................... 54
Beeldformaat........................ 11
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit................ 11, 30
Belichting............................. 10
Bestandsnaam ...................... 59
Bestandsnummer.................. 49
Besturingssysteem ......... 52, 66
Beveiliging........................... 35
Bewolkt................................ 29
Burst..................................... 30
C
Camera................................. 42
CD-ROM.............................. 53
Compressieverhouding......... 12
Computer ............................. 51
Aanbevolen-
omgeving ................ 52, 66
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven
op de camera................. 61
Beelden kopiëren.... 54, 66
Macintosh ..................... 66
Software........................ 62
Windows....................... 51
Condensvorming.................. 94
Contrast................................ 33
D
Daglicht ................................29
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Dia ........................................36
Diafragma.............................10
Digitale zoom .......................42
DPOF....................................73
Dradenkruis van de spot-
lichtmeting
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
E
Effectief aantal pixels...........95
Enkel.....................................42
Enkelbeeldafdrukfunctie ......69
EV.........................................27
Extensie ..........................59, 61
F
Fijn .......................................30
Flitsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Flitsniveau ............................32
Fluorescerend .......................29
Formaat veranderen..............37
Formatteren ....................45, 46
Foutcodes en meldingen.......87
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen........................23
H
Hoge-gevoeligheidsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Index
NL
97
I
Indexafdrukfunctie................69
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Indicator van AF-
bereikzoekerframe.........28
Indicator.............. zie "Scherm"
Initialiseren ...........................48
Installeren .............................53
Intern geheugen ....................21
Intern geheugen-tool.............45
Interne oplaadbare batterij ....94
Interval..................................32
ISO..................................10, 30
J
JPG........................................60
K
Kleur .....................................11
Klokinstel..............................50
Kopiëren................................47
L
Lamplicht..............................29
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
LCD-scherm ....... zie "Scherm"
Lichtmeetfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Lichtmeting met meerdere
patronen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
M
M AF ....................................42
Macintosh-computer ............ 66
Aanbevolen-
omgeving....................... 66
Map ...................................... 34
Aanmaken ..................... 46
Wijzigen........................ 47
Mass Storage ........................ 49
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
"Memory Stick Duo"............ 90
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 en 4 in "Lees dit
eerst"
Aantal beelden/
opnameduur .................. 20
Schrijf-beveiligings-
schakelaar......................90
Memory Stick tool ...............46
Menu .................................... 25
Onderdelen.................... 26
Opnamestand ................ 27
Weergeven..................... 34
Menu voor opnemen ............ 27
Menu voor weergeven.......... 34
Midden-AF........................... 28
Mode .................................... 30
Monitor.................................42
Monochroom ........................ 32
MPG..................................... 60
Multi AF............................... 28
Multi Burst ........................... 30
Multipoint-AF ...................... 28
N
Netspanningsadapter............ 14
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NR lange-sluitertijd.............. 16
O
Onderbelichting ....................10
Opdelen.................................38
Opname functie ....................30
Opnamemap maken ..............46
Opnamemap wijzigen...........47
Opnamestand
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Optische zoom ......................42
Overbelichting ......................10
P
Parallax .................................79
PC ....................zie "Computer"
PFX.......................................32
PictBridge .......................49, 69
Pieptoon................................48
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Pixel ......................................11
Plaats van de onderdelen ......13
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Precisie-digitale-zoom ..........42
Problemen oplossen..............75
PTP .......................................49
Q
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
98
R
Rechtstreeks afdrukken ........69
Reiniging ..............................94
Roteren .................................38
S
S AF......................................42
Scènekeuzefunctie................24
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Scherm
Het weergavescherm
veranderen.....................19
Indicator ........................15
Scherpstellen ....................9, 28
Scherpte................................33
Schrijf-beveiligings-
schakelaar......................90
Sepia.....................................32
Setup.........................33, 40, 41
Camera ..........................42
Intern geheugen-tool .....45
Memory Stick tool.........46
Setup 1...........................48
Setup 2...........................49
Setup 1..................................48
Setup 2..................................49
Slimme-zoomfunctie ............42
Sluitertijd ..............................10
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Software................................62
Spot-lichtmeting
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Standaard ............................. 30
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
T
Taal....................................... 48
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Technische gegevens............ 95
Tot halverwege indrukken...... 9
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Trimmen............................... 40
U
USB-aansluiting................... 49
USB-kabel...................... 55, 70
V
Vermindering van het rode-
ogeneffect ..................... 43
Verzadiging .......................... 32
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Voorzorgsmaatregelen.......... 94
W
Wazige beelden...................... 9
WB....................................... 29
Weergave........zie "Weergeven"
Weergaven/bewerken ........... 23
Weergavezoom
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Weergeven
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer ..............51
Aanbevolen-
omgeving.......................52
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans..............................29
Z
Zachte-klikfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zelfdiagnosefunctie..............87
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Z-W ......................................32
NL
99
Handelsmerken
• is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo", , "MagicGate"
en zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de V.S. en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.

Documenttranscriptie

Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Voor klanten in Europa Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden. Let op De elektromagnetische velden bij de specifieke frequenties kunnen het beeld en het geluid van deze camera beïnvloeden. Opmerking Als door statische elektriciteit of elektromagnetisme de gegevensoverdracht tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u deze weer aan. Voor klanten in Nederland Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. NL 2 Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze verwerkt worden. Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Geen compensatie voor de inhoud van de opnamen Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick". • Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van uw camera of opnamemedia, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. "Memory Stick Duo": U kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken. Ingebouwd geheugen en reserve "Memory Stick Duo" "Memory Stick": U kunt in deze camera geen "Memory Stick" gebruiken. • Als u de camera uitschakelt of het deksel van het batterijvak of de "Memory Stick Duo" opent terwijl het toegangslampje brandt, kunnen de gegevens in het ingebouwde geheugen of op de "Memory Stick Duo" beschadigd raken. Zorg ervoor dat u een reservekopie maakt om het risico van gegevensverlies te vermijden. Zie bladzijden 21 en 54 over hoe u een reservekopie maakt. Opmerkingen over opnemen/ weergeven Andere geheugenkaarten kunnen niet worden gebruikt. • Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie blz. 90. Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te steken. Memory Stick Duo-adapter Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland. • Deze camera is niet stofdicht, niet spatwaterdicht en niet waterdicht. Lees "Voorzorgsmaatregelen" (blz. 94) alvorens de camera te bedienen. • Maak een proefopname om te controleren of de camera juist werkt voordat u eenmalige gebeurtenissen opneemt. • Let er goed op dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera binnendringt, kan een storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden verholpen. • Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht. Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. Of het kan een storing van de camera veroorzaken. • Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de camera dan niet goed kan opnemen of weergeven. • Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen gebruikt, kunnen storingen optreden. • Als er condens op de camera is gevormd, verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt (blz. 94). NL NL 3 • Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en het weigeren om beelden op te nemen, maar kan ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en beeldgegevens vervormen, beschadigen of verloren doen gaan. • Maak het venster van de flitser schoon vóór deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het venster van de flitser doen verbranden of vastbakken waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt. Opmerkingen over het LCD-scherm, de LCD-zoeker (voor modellen met een LCD-zoeker) en de lens • Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Soms kunnen er op het LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Zwarte (witte/rode/ blauwe/groene) punten • Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Deze camera is uitgerust met een elektrische zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. NL 4 Opmerkingen over de compatibiliteit van beeldgegevens • Deze camera voldoet aan de universele DCF (Design rule for Camera File system)-norm zoals vastgesteld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • Er worden geen garanties gegeven dat beelden, welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of bewerkt, kunnen worden weergegeven op deze camera. Waarschuwing over copyright Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. De beelden in deze gebruiksaanwijzing De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Alle mogelijkheden van de camera gebruiken Bereid de camera voor en neem eenvoudig beelden op "Lees dit eerst" (los boekje) 1 De batterijen voorbereiden 2 De camera inschakelen/de klok instellen 3 Plaats een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) 4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken 5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) 6 Beelden weergeven/wissen Leer uw camera beter kennen Deze gebruiksaanwijzing • Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd automatisch opnemen) t blz. 23 • Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het menu t blz. 25 1 2 • De standaardinstellingen veranderen t blz. 41 De camera aansluiten op een PC of printer Deze gebruiksaanwijzing • Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse manieren te bewerken t blz. 51 • Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers) t blz. 69 NL 5 Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9 Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9 Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10 Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11 Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13 Indicators op het scherm ........................................................................ 15 Het weergavescherm veranderen ........................................................... 19 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20 Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) ... 21 Levensduur van de batterijen en aantal beelden dat kan worden opgenomen/bekeken .............................................................................. 22 De functieknop gebruiken ....................................................................... 23 Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 25 Menuonderdelen ................................................................................ 26 Menu voor opnemen ............................................................................... 27 (Camera) (EV) 9 (Scherpstellen) WB (Witbalans) ISO (Beeldkwaliteit) Mode (Opn.functie) M (Interval) (Flitsniveau) PFX (Beeldeffect) (Verzadiging) (Contrast) (Scherpte) (Setup) NL 6 Menu voor weergeven .............................................................................34 (Map) - (Beveiligen) DPOF (Afdrukken) (Dia) (Ander form.) (Roteren) (Opdelen) (Setup) Trimmen Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................41 Camera...............................................................................................42 AF-functie Digitale zoom Rode-ogeneff. AF-verlicht. Auto Review Intern geheugen-tool..........................................................................45 Formaat Memory Stick tool ..............................................................................46 Formaat Opnamemap maken Opnamemap wijz. Kopiëren 1 Setup 1 ...............................................................................................48 Pieptoon Taal Initialiseren 2 Setup 2 ...............................................................................................49 Bestandsnr. USB-aansl. Klokinstel. NL 7 De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer ....................................................... 51 De bijgeleverde software installeren ....................................................... 53 Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54 Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo")................................................ 61 De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 62 Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 66 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 68 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer ...69 Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 73 Problemen oplossen Problemen oplossen ............................................................................... 75 Foutcodes en meldingen......................................................................... 87 Overige Over de "Memory Stick" .......................................................................... 90 Over de batterijen ................................................................................... 92 Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 94 Technische gegevens.............................................................................. 95 Index...................................................................................................... 96 NL 8 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Scherpstellen De camera leren gebruiken Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u hoe u de diverse camerafuncties moet gebruiken, zoals de functieknop (blz. 23), de menu’s (blz. 25), enz. Het onderwerp met succes scherpstellen Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp (Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop gelijk helemaal in. Druk de sluiterknop tot halverwege in. AE/AFvergrendelingsindicator Knippert , licht op/ piept Druk daarna de sluiterknop helemaal in. Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t 9 (Scherpstellen) (blz. 28) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (direct hieronder). Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is. NL 9 Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in de camera valt Diafragma = De grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met behulp van de hieronder beschreven functies. EV: Hiermee kunt u de belichting die door de camera is ingesteld veranderen. t blz. 27 Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het deel van het onderwerp veranderen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen. t stap 5 in "Lees dit eerst" De ISO-gevoeligheid instellen ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. De ISO-gevoeligheid instellen t blz. 30 Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Als de belichting onvoldoende is wordt het beeld echter donkerder. NL 10 Kleur Over het effect van de lichtbron De camera leren gebruiken De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen Weer/lichtbron Eigenschappen van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 29). Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels. Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 6M 2816 pixels × 2112 pixels = 5.947.392 pixels Pixels 2 Beeldformaat: VGA(E-Mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels NL 11 Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst") Pixel Veel pixels (Hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Voorbeeld: Afdrukken van maximaal A4formaat Weinig pixels (Lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: Beeld versturen als bijlage bij e-mailberichten De standaardinstellingen worden aangegeven met Beeldformaat 6M (2816×2112) . Aanwijzingen voor gebruik Groter Voor afdrukken op A4-formaat of beelden met een hoge resolutie op A5-formaat 3:2* (2816×1872) 3M (2048×1536) 2M (1632×1224) VGA(E-Mail) (640×480) 16:9(HDTV)** (1920×1080) Voor afdrukken op briefkaartformaat Kleiner Voor het opnemen van een groot aantal beelden Voor het versturen van beelden met e-mailberichten, of voor het maken van webpagina’s Voor het bekijken van beelden op een breedbeeldtelevisie of Hi-Vision-compatibele televisie*** * De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz. ** Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 84). *** U kunt een nog hogere beeldkwaliteit krijgen door de camera aan te sluiten via een "Memory Stick"gleuf of een USB-aansluiting. De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 30) U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. NL 12 Plaats van de onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 2 9 2 q; 5 6 7 3 qa 4 qs 5 qd De camera leren gebruiken 1 1 6 7 8 qf 3 4 A POWER-toets/POWER-lampje (t stap 2 in "Lees dit eerst") B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit eerst") C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst") D Zelfontspannerlampje (t stap 5 in "Lees dit eerst")/AF-verlichting (44) E Microfoon F Lens G Zoekervenster qgqh qj qk qlw; A AE/AF-vergrendelingslampje/ zelfontspannerlampje (groen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") B Flitserlaadlampje/Opnamelampje (oranje) (t stap 5 in "Lees dit eerst") C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst") D Functieknop (23) E MENU-toets (25) F LCD-scherm (19) G H (Schermstatus) toets (19) (Beeldformaat/Wissen) toets (t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst") I Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T) (t stap 5 in "Lees dit eerst") Voor weergeven: / (Weergavezoom) toets/ (Index) toets (t stap 6 in "Lees dit eerst") J Regeltoets Menu aan: v/V/b/B/z (t stap 2 in "Lees dit eerst") Menu uit: / / "Lees dit eerst") / (t stap 5 in NL 13 K Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst") L Deksel voor de batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst") M Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit eerst") T Afsluitkapje van netspanningsadaptersnoer Het gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) N OPEN-toets (t stap 1 in "Lees dit eerst") O Afsluitkapje van USB-aansluiting P USB-aansluiting (55) Q Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera niet stevig bevestigen op een statief waarvan de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien kan hierdoor de camera beschadigd worden. • Haal de camera na gebruik van het statief. R Luidspreker (onderkant) S "Memory Stick Duo"-deksel (t stap 3 in "Lees dit eerst") • Zorg ervoor dat het snoer niet bekneld raakt wanneer u het deksel dicht doet. NL 14 Indicators op het scherm Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. A Scherm Indicatior z 1 AE/AF-vergrendeling (t stap 5 in "Lees dit eerst") 3 4 De camera leren gebruiken Batterij-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") Bij opname van stilstaande beelden Opnamefunctie (23, 30) M Witbalans (29) 2 5 STBY OPNEMEN Bij opname van bewegende beelden Standby/Opname voor bewegende beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst") Camerafunctie (Scènekeuze) (t stap 5 in "Lees dit eerst") Camerafunctie (Programma) (23) SL Flitsfunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst") 1.3 Zoomvergroting (42, t stap 5 in "Lees dit eerst") Vermindering van het rodeogeneffect (43) Scherpte (33) Verzadiging (32) Contrast (33) ON AF-verlichting (44) Lichtmeetfunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst") Beeldeffect (32) B Scherm Indicator S AF M AF AF-functie (42) Indicator van AFbereikzoekerframe (28) NL 15 C Scherm 1M FINE STD 101 Scherm Indicator Indicator E Beeldformaat (30, t stap 4 in "Lees dit eerst") Waarschuwing voor zwakke batterijen (22, 87) + Dradenkruis van de spotlichtmeting (t step 5 in "Lees dit eerst") AF-bereikzoekerframe (28) Beeldkwaliteit (30) Opnamemap (46) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (20) E Scherm NR lange-sluitertijd Resterende opslagcapaciteit van de "Memory Stick" (20) 00:00:00 [00:28:05] Opnameduur [maximale opnameduur] (20) 1/30" Multi Burst-interval (32) 400 Resterend aantal opneembare beelden (20) • Bij gebruik van bepaalde sluitertijden*, wordt automatisch de NR lange sluitertijdfunctie ingeschakeld om de beeldruis te verminderen. * Als de sluitertijd gelijk is aan of langer is dan 1/6 seconde (als [ISO] is ingesteld op [Autom.], [80], [100] of [200]). Als de sluitertijd gelijk is aan of langer is dan 1/25 seconde (als [ISO] is ingesteld op [400], [800] of [1000]). Zelfontspanner (t stap 5 in "Lees dit eerst") C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (87) ISO-nummer (30) D Scherm Indicator Trillingswaarschuwing (9) • Geeft aan dat trillingen kunnen verhinderen dat de beelden scherp worden opgenomen als gevolg van onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt afgebeeld, kunt u toch het beeld opnemen. Wij adviseren u echter de flitser te gebruiken om een betere belichting te verkrijgen, of het statief o.i.d. te gebruiken om de camera te stabiliseren. NL 16 Indicator 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (27) Menu/Gidsmenu (25) (niet afgebeeld op het scherm op de voorgaande bladzijde) Bij weergave van stilstaande beelden M A Scherm Indicator De camera leren gebruiken Batterij-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") Opnamefunctie (23, 30) M 1M Beeldformaat (30, t stap 4 in "Lees dit eerst") Beveiliging (35) - Afdrukmarkering (DPOF) (73) Bij weergave van bewegende beelden Map veranderen (34) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. 1.3 Zoomvergroting (t stap 6 in "Lees dit eerst") Stap 12/16 Beeld-voor-beeld-weergave (30) N Weergave (t stap 6 in "Lees dit eerst") Volume (t stap 6 in "Lees dit eerst") B Scherm Indicator 101-0012 Map-bestandsnummer (34) Weergavebalk (t stap 6 in "Lees dit eerst") NL 17 C Scherm 101 E Indicator Scherm Indicator PictBridge-aansluiting (70) 2006 1 1 9:30 AM Opgenomen datum/tijd van het weergavebeeld (50) Opnamemap (46) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. 101 Weergavemap (34) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen (20) Resterende opslagcapaciteit van de "Memory Stick" (20) 8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen map (34) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (87) 00:00:12 Teller (t stap 6 in "Lees dit eerst") D Scherm Indicator Koppel de USB-kabel niet los (71) +2.0EV Belichtingswaarde (27) ISO-nummer (30) Lichtmeetfunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst") Flitser Witbalans (29) 500 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde Weergavebeeld (t stap 6 in "Lees dit eerst") NL 18 DPOF z PAUZE z AFSP. Menu/Gidsmenu (25) De Multi Burst-beelden achter elkaar weergeven (30) VORIGE/ Beelden kiezen VOLGENDE VOLUME Volumeniveau instellen Het weergavescherm veranderen Iedere keer als u op de -toets (Schermstatus) drukt, veranderen de aanduidingen op het scherm als volgt. De camera leren gebruiken Indicators uit LCD-scherm uit Indicators aan VGA 96 Tijdens weergave wordt de beeldinformatie afgebeeld. • Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de digitale zoomfunctie niet meer (blz. 42) en wordt [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.] (blz. 42). Als u (Flitsfunctie)/ (Zelfontspanner)/ (Lichtmeetfunctie) kiest, wordt het beeld ongeveer twee seconden afgebeeld. NL 19 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in het interne geheugen is gelijk aan dat van een van 32 MB "Memory Stick Duo". Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn] op de bovenste regel en op [Standaard] op de onderste regel) (Eenheden: Beelden) Capaciteit Formaat 32MB 6M 3:2 3M 2M VGA(E-Mail) 16:9(HDTV) 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 10 21 42 77 157 322 660 19 39 79 142 290 592 1215 10 21 42 77 157 322 660 19 39 79 142 290 592 1215 20 41 82 148 302 617 1266 37 74 149 264 537 1097 2250 33 66 133 238 484 988 2025 61 123 246 446 907 1852 3798 196 394 790 1428 2904 5928 12154 491 985 1975 3571 7261 14821 30385 33 66 133 238 484 988 2025 61 123 246 446 907 1852 3798 • Het aantal vermelde beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal]. • Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicator ">9999" afgebeeld. • U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], blz. 37). De opnameduur van bewegende beelden Capaciteit Formaat 640(Fijn) 32MB 64MB (Eenheden: uren : minuten : seconden) 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 0:25:18 – – – 0:02:57 0:06:02 0:12:20 640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09 160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25 • Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". • Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 11. • Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera, kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat. NL 20 Als u geen "Memory Stick Duo" hebt (Opnemen in het interne geheugen) De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. De camera leren gebruiken • Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B Intern geheugen [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen. Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 47). Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf Volg de procedure op bladzijden 54 t/m 58 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne geheugen. • Door de camera met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op een computer, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen, kopiëren naar de vaste schijf van de computer, maar u kunt geen beeldgegevens vanaf de vaste schijf van de computer kopiëren naar het interne geheugen van de camera. NL 21 Levensduur van de batterijen en aantal beelden dat kan worden opgenomen/bekeken De tabellen geven bij benadering het maximale aantal beelden aan dat kan worden opgenomen/weergegeven samen met de gebruiksduur van de batterijen wanneer u beelden opneemt in de [Normaal]-functie met nieuwe batterijen bij een omgevingstemperatuur van 25°C. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen of weergegeven maken het mogelijk de "Memory Stick Duo" te wisselen, indien noodzakelijk. Merk op dat afhankelijk van de gebruiksomstandigheden de werkelijke aantallen lager kunnen uitvallen dan hier aangegeven. • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven en de gebruiksduur van de batterijen neemt af onder de volgende omstandigheden: – Wanneer de omgevingstemperatuur laag is. – Wanneer de flitser veelvuldig wordt gebruikt. – Wanneer de camera veelvuldig in- en uitgeschakeld wordt. – Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt. – Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat. – Wanneer de batterijen zwak zijn. Bij opname van stilstaande beelden Batterij LCDscherm Aantal beelden (Ong.) Gebruiksduur (min.) (Ong.) Alkaline (bijgeleverd) Aan 130 65 Uit 170 85 NH-AA-DB (Ni-MH) (niet bijgeleverd) Aan 460 230 Uit 580 290 • Opnemen in de volgende situaties: – (Beeldkwaliteit) staat op [Fijn]. – Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat. – Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt. – Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt. – Als de flitser iedere twee opnamen eenmaal afgaat. NL 22 – Als de camera na iedere tien opnamen eenmaal uit-en ingeschakeld wordt. • De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) • Het aantal opneembare beelden en de gebruiksduur van de batterijen verandert niet met de beeldgrootte. Weergeven van stilstaande beelden Aantal beelden Gebruiksduur (min.) Alkaline (bijgeleverd) Ong. 7000 Ong. 350 NH-AA-DB (Ni-MH) (niet bijgeleverd) Ong. 10600 Ong. 530 Batterij • Weergeven van enkelvoudige beelden op volgorde met tussenpozen van drie seconden Bij opname van bewegende beelden LCD-scherm aan LCD-scherm uit Alkaline (bijgeleverd) Ong. 120 min. Ong. 170 min. NH-AA-DB (Ni-MH) (niet bijgeleverd) Ong. 250 min. Ong. 350 min. Batterij • Continu bewegende beelden opnemen met beeldformaat [160] De functieknop gebruiken Stel de functieknop in op de gewenste functie. Functieknop De camera leren gebruiken : Opnemen van bewegende beelden Regeltoets t stap 5 in "Lees dit eerst" : Weergaven/bewerken t stap 6 in "Lees dit eerst" Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Autom.: Automatische instelfunctie Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in "Lees dit eerst" Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 26) : Scènekeuzefunctie Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène. t stap 5 in "Lees dit eerst" NL 23 Scènekeuzefunctie Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst" Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de meest geschikte combinatie van functie-instellingen. ( : u kunt de gewenste instelling kiezen) Flitser AF-bereikzoeker Witbalans Burst/Multi Burst Flitsniveau — — SL / / / NL 24 Autom. — — Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken v/V/b/B toets Functieknop z toets MENU-toets Regeltoets Het menu gebruiken 1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand. Afhankelijk van de stand van de functieknop en de menuonderdelen beschikbaar. (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies het gewenste menuonderdeel met b/B op de regeltoets. • Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het item op het scherm verschijnt. • Als de functieknop in de stand staat, drukt u op z nadat u een item hebt gekozen. 4 Kies de gewenste instelling met v/V. De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. • Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicator v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te beelden, kiest u deze indicator met de regeltoets. • Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen. NL 25 Menuonderdelen Voor informatie over de bediening t blz. 25 De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld. ( : beschikbaar) Stand van functieknop: Autom. Programma Scène Menu voor opnemen (blz. 27) (Camera) (EV) — — — 9 (Scherpstellen) — — WB (Witbalans) — ISO — — — — — — (Beeldkwaliteit) — Mode (Opn.functie) M (Interval) — (Flitsniveau) — PFX (Beeldeffect) (Verzadiging) (Contrast) (Scherpte) — — * — — * — — — — — — — — — — — — — — — — (Setup) — Menu voor weergeven (blz. 34) (Map) — — — — - (Beveiligen) — — — — DPOF — — — — — — — — (Afdrukken) (Dia) — — — — (Ander form.) — — — — (Roteren) — — — — (Opdelen) — — — — (Setup) — — — — Trimmen** — — — — * De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 24). **Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom. NL 26 — Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening t blz. 25 De standaardinstellingen worden aangegeven met . (Camera) Kies de camerafunctie voor stilstaand beeld. t blz. 23, stap 5 in "Lees dit eerst" (EV) Naar – Het menu gebruiken Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen. Naar + M +2.0EV Naar +: Maakt het beeld helderder. 0EV De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld. m –2.0EV Naar –: Maakt het beeld donkerder. • Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10 • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. NL 27 Voor informatie over de bediening t blz. 25 9 (Scherpstellen) Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie. Midden-AF ( ) Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het zoekerframe. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. AF-bereikzoekerframe Indicator van AFbereikzoekerframe Multi-AF (Multipoint-AF) (Stilstaand beeld (Bewegend beeld Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het hele bereik van het zoekerframe. ) ) • Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. AF-bereikzoekerframe Indicator van AFbereikzoekerframe • AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling). • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen. • Wanneer u digitale zoomfunkct of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert de aanduiding of , en wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld. • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar. NL 28 Voor informatie over de bediening t blz. 25 z Als het onderwerp niet scherpgesteld is Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt langs de rand. In dat geval gaat u als volgt te werk. 1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AFbereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp te stellen (AF-vergrendeling). AE/AF-vergrendelingsindicator Het menu gebruiken AF-bereikzoekerframe Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt herhalen. 2 Wanneer de indicator van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in. WB (Witbalans) Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken. n (Lamplicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio. (Fluorescerend) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. (Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht. (Daglicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. Autom. Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans automatisch ingesteld. • Voor verdere informatie over de witbalans t blz. 11 • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, ondanks dat u [ ] (Fluorescerend) hebt ingesteld. • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 24). NL 29 Voor informatie over de bediening t blz. 25 ISO Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe gevoeliger voor licht. 1000 Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 800 400 200 100 80 Autom. • Voor verdere informatie over de ISO-lichtgevoeligheid t blz. 10 • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. (Beeldkwaliteit) Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden. Fijn (FINE) Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. Standaard (STD) Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. • Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 11 Mode (Opn.functie) Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet wanneer u op de sluiterknop drukt. Multi Burst ( M ) Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. • U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval] functie (blz. 32). Burst ( ) Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld opnemen. Normaal NL 30 Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar opgenomen. Voor informatie over de bediening t blz. 25 Het menu gebruiken Over [Multi Burst] • U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de volgende procedures: – Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets. – Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te hervatten. • U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie – Wissen van een frame in een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie – Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat • Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als een enkel beeld met 16 frames. • Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M. • Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te nemen in de Multi Burst-functie (blz. 24). Over [Burst] • De flitser staat op (Niet flitsen). • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Als de batterijlading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie. • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie (blz. 24). Maximaal aantal opnamen achter elkaar (Eenheden: beelden) Kwaliteit Fijn Standaard 6M 7 12 3:2 7 12 3M 12 21 Formaat 2M 19 35 VGA(E-Mail) 100 100 16:9(HDTV) 19 35 NL 31 Voor informatie over de bediening t blz. 25 M (Interval) Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 30). 1/7.5 • Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (Opn.functie) op het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi Burst] (blz. 30). 1/15 1/30 • M (Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties. (Flitsniveau) Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager. • Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst" • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 24). PFX (Beeldeffect) Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten. Z-W ( Sepia ( ) Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit) opgenomen. ) Uit Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse foto) opgenomen. Geen effect. • Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld. (Verzadiging) De verzadiging van het beeld instellen. +( ) Naar +: De kleuren worden helderder. Normaal –( NL 32 ) Naar –: De kleuren worden donkerder. Voor informatie over de bediening t blz. 25 (Contrast) Het contrast van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het contrast wordt groter. Normaal –( ) Naar –: Het contrast wordt kleiner. Het menu gebruiken (Scherpte) De scherpte van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: Het beeld wordt waziger. (Setup) Zie blz. 41. NL 33 Menu voor weergeven De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor informatie over de bediening t blz. 25 . (Map) Kiest de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een "Memory Stick Duo". OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de keuze geannuleerd. 1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. z Over de map De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo" (blz. 46). U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken. • Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 46) • Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 47) • Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan. NL 34 Voor informatie over de bediening t blz. 25 - (Beveiligen) Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiliging opgeheven. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. Het menu gebruiken 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z. Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-)indicator wordt op het beeld afgebeeld. - 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies - (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z. 4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z. 5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z. Een groene - indicator wordt op het gekozen beeld afgebeeld. - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Kies [OK] met B en druk daarna op z. De - indicator wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u daarna op z. Kies [Aan] met B en druk daarna op z. NL 35 Voor informatie over de bediening t blz. 25 Om de beveiliging te annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". in de indexfunctie 1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de - indicator grijs te laten worden. 3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Kies [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Kies [Uit] met B en druk daarna op z. • Merk op dat door het formatteren van het intern geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens zullen worden gewist die op het opnamemedium zijn opgenomen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze beelden zullen niet kunnen worden hersteld. • Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren. DPOF Met deze instelling kunt u een afdrukken (blz. 73). (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt (Afdrukken) Zie blz. 69. (Dia) Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling). Interval 3 sec 5 sec 10 sec 30 sec 1 min NL 36 Het interval voor een diavoorstelling instellen. Voor informatie over de bediening t blz. 25 Beeld Map Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map. Alle Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen. Herhalen Aan Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave. Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. Start Zie de onderstaande procedure. Annul. De diavoorstelling annuleren. Het menu gebruiken Uit 1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regeltoets. 2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z. De diavoorstelling begint. Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z. • Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B. • De intervaltijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz. (Ander form.) Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 6M 3M 2M Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn. t stap 4 in "Lees dit eerst" VGA Annul. Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z. 4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. NL 37 Voor informatie over de bediening t blz. 25 • Voor verdere informatie over [Beeldformaat] tstap 4 in "Lees dit eerst" • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet veranderen. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9. • Wanneer u het formaat verandert van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld. (Roteren) Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies 4 Kies [ (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z. ] met v en roteer daarna het beeld met b/B. 5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z. • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt. (Opdelen) Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt. • Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt. NL 38 OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het knippen geannuleerd. Voor informatie over de bediening t blz. 25 Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer 101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist. Het menu gebruiken 1 Knippen van scène A. Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005. 2 Knippen van scène B. Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007. 3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. Wissen Wissen 4 Alleen de gewenste scène blijft over. Procedure 1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z. 4 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het weergeven van de bewegende beelden begint. NL 39 Voor informatie over de bediening t blz. 25 5 Druk op z op het gewenste knippunt. • Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt aan met behulp van b/B. • Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw. 6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z. 7 Kies [OK] met v en druk daarna op z. De bewegende beelden worden geknipt. • De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaand beeld – Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde bewegende beelden (blz. 35) (Setup) Zie blz. 41. Trimmen Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 6 in "Lees dit eerst") als een nieuw bestand. Trimmen Zie de onderstaande procedure. Terug Hiermee wordt het trimmen geannuleerd. 1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu af te beelden. 2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z. 3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z. Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld. • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren. • U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2 of 16:9. • U kunt beelden die worden weergegeven met Quick Review niet trimmen. NL 40 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm. v/V/b/B toets Functieknop z toets MENU-toets Regeltoets Het Setup-scherm gebruiken 1 Schakel de camera in. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Druk op B op de regeltoets, ga naar de instelling (Setup), en druk daarna nog een keer op B. 4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en kies het onderdeel dat u wilt instellen. De rand rond het gekozen onderdeel wordt geel. 5 Druk op z om de instelling in te voeren. Druk op MENU om het (Setup)-scherm uit te schakelen. Om terug te keren naar het menu vanaf het scherm (Setup), drukt u herhaaldelijk op b op de regeltoets. De (Setup)-instelling annuleren Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 41 Camera Voor informatie over de bediening t blz. 41 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen. Enkelvoud. (S AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. • Er wordt meer batterijlading verbruikt dan in de [Enkelvoud.] functie. • Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de [Enkelvoud.] functie. Digitale zoom Met deze instelling kunt u de digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie. Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [6M] of [3:2]. • De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de onderstaande tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitale-zoom) ( ) Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert. Uit Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie Formaat NL 42 Maximale zoomvergrotingsfactor 3M Ong. 4,1× 2M Ong. 5,2× VGA(E-Mail) Ong. 13× 16:9(HDTV) Ong. 4,4× Voor informatie over de bediening t blz. 41 • Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Zoom-vergrotingsindicator Het Setup-scherm gebruiken • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Rode-ogeneff. Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. NL 43 Voor informatie over de bediening t blz. 41 AF-verlicht. De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicator afgebeeld. Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. • Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal ongeveer 3,5 m (W)/2,5 m (T) wordt aanbevolen.) • De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie) of (landschapsfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie. • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken. Auto Review Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden. Aan Hiermee wordt de Auto Review gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. NL 44 Intern geheugen-tool Voor informatie over de bediening t blz. 41 Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Formaat Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren. • Merk op dat door het interne geheugen te formatteren alle daarin opgeslagen data onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Het Setup-scherm gebruiken 1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het formatteren is klaar. NL 45 Memory Stick tool Voor informatie over de bediening t blz. 41 Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Formaat De "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. 1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het formatteren is klaar. Opnamemap maken Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen beelden in op te slaan. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd. 1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. • • • • NL 46 Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 34. Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. • U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer, enz. • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. • Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59). Voor informatie over de bediening t blz. 41 Opnamemap wijz. Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd. 1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Het map-keuzescherm wordt afgebeeld. Het Setup-scherm gebruiken 2 Kies de gewenste map met b/B, en [OK] met v en druk daarna op z. • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap. • U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. Kopiëren Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar een "Memory Stick Duo". OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd. 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter. 2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt. 3 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het kopiëren begint. • Gebruik batterijen met voldoende lading of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de batterijen als voeding, terwijl slechts weinig batterijlading resteert, kunnen de batterijen tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens eventueel beschadigd raken. • U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" eruit en voert u daarna [Formaat] uit van (Intern geheugen-tool) (blz. 45). • U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo". • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd. NL 47 1 Setup 1 Voor informatie over de bediening t blz. 41 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Pieptoon Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als u de regeltoets/sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen worden afgebeeld. Initialiseren Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee annuleert u het terugstellen. 1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen. • Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken. NL 48 2 Setup 2 Voor informatie over de bediening t blz. 41 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr. Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden toegekend aan de beelden. Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) Het Setup-scherm gebruiken Reeks USB-aansl. Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met behulp van de USB-kabel. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (blz. 69). PTP Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 55). Autom. De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 55 en 69). • Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [PictBridge]. • Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage]. NL 49 Voor informatie over de bediening t blz. 41 Klokinstel. Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. NL 50 OK Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen" (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Annul. Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd. De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Voor informatie over het gebruik van een Macintosh-computer, leest u "Uw Macintosh-computer gebruiken" (blz. 66). Dit gedeelte beschrijft Engelse versie van de menuteksten. De bijgeleverd software installeren (blz. 53) De camera met uw computer gebruiken Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 54) Beelden bekijken op uw computer Werken met beelden met behulp van de bijgeleverde software (blz. 62) • Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen • Beelden weergeven die gesorteerd zijn op datum • Beelden bewerken Beelden afdrukken NL 51 Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten dient aan de volgende vereisten te voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition, of Windows XP Professional • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller USB-poort: Standaard geleverd Computerscherm: Computerscherm; 800 × 600 pixels of meer Kleurkwaliteit; High Color (16-bits kleuren, 65.000 kleuren) of beter Aanbevolen configuratie voor het gebruik van de bijgeleverde software Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition, of Windows XP Professional Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luidsprekers CPU/Geheugen: Pentium III 500 MHz of sneller, 128 MB RAM of meer (Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 256 MB RAM of meer) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—200 MB of meer NL 52 Computerscherm: Computerscherm; 800 × 600 pixels of meer Kleurkwaliteit; High Color (16-bits kleuren, 65.000 kleuren) of beter Opmerkingen over het aansluiten van uw camera op een computer • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij het aansluiten van een computer, te weten de functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 49. • Wanneer de computer intwaakt uit de waak- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie tussen uw camera en uw computer zich niet op hetzelfde moment herstelt. De bijgeleverde software installeren U kunt de bijgeleverde software installeren volgens de onderstaande procedure. • Als op de computer Windows 2000/Me draait, mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de software hebt geïnstalleerd. • In Windows 2000/XP logt u in als beheerder. • Nadat de bijgeleverde software is geïnstalleerd, wordt automatisch het USB-stuurprogramma geïnstalleerd. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien. Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm. 5 Haal de CD-ROM eruit als de installatie voltooid is. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. De camera met uw computer gebruiken • Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op (My Computer) t (CYBERSHOTSOFT). 2 Klik op [Install]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt. 3 Kies de gewenste taal en klik daarna op [Next]. Het scherm "License Agreement" (Licentie overeenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, vinkt u het selectievakje naast [I accept the terms of the license agreement] (Ik accepteer de voorwaarden in de licentie overeenkomst) aan en klikt u daarna op [Next]. NL 53 Beelden kopiëren naar uw computer Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. U kunt als volgt de beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. Voor een computer met een "Memory Stick"-gleuf Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in een Memory Stick Duoadapter. Steek de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. 2 Gebruik in de camera batterijen met voldoende lading of sluit de camera aan op netvoeding met behulp van de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Voor een computer zonder een "Memory Stick"-gleuf Voer de Fasen 1 t/m 4 uit op bladzijden 54 t/m 58 om de beelden te kopiëren. • Als op de computer Windows 2000/Me draait, moet u de bijgeleverde software installeren vóórdat u verder gaat. Als op de computer Windows XP draait, hoeft u het niet te installeren. • De schermen die in dit gedeelte als illustratie worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". Fase 1: De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met daarop opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. NL 54 • Als u probeert beeldbestanden naar uw computer te kopiëren met de batterijen als voeding, terwijl slechts weinig batterijlading resteert, kan het kopiëren mislukken en/of de gegevens eventueel beschadigd raken omdat de batterijen voortijdig leeg raken. 3 Zet de functieknop in de stand "USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld op het scherm van de camera. en schakel daarna de camera en de computer in. Toegangsindicators* POWER Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicators rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 49). 1Naar de USBaansluiting USB-kabel De camera met uw computer gebruiken Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten Fase 3-A: Beelden naar een computer kopiëren • Als op de computer Windows 2000/Me draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 57. • Voor Windows XP, als het wizard-venster niet automatisch wordt afgebeeld, volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 57. Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van beelden naar de map "My Documents". 2Naar de USBaansluiting • Als op de computer Windows XP draait, wordt de "AutoPlay Wizard" (wizard voor automatisch afspelen) automatisch afgebeeld. NL 55 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in Fase 2 en het wizard-venster automatisch op het computerscherm wordt afgebeeld, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] (Beelden kopiëren naar een map op mijn computer met de Microsoft-wizard voor scanners en camera’s) t [OK]. 1 3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet meer zijn geselecteerd en dus niet worden gekopieerd, en klik daarna op [Next]. 1 2 Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt. 4 Kies de naam en de bestemming 2 van de beelden en klik daarna op [Next]. Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt. 1 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen worden op het computerscherm weergegeven. • Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen weergegeven. 2 Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options" (Overige opties). • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. NL 56 5 Vink het selectievakje aan naast [Nothing. I'm finished working with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het werken met deze beelden) om deze te selecteren en klik daarna op [Next]. 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Removable Disk] t [DCIM]. 1 2 6 Klik op [Finish]. Het wizard-venster wordt gesloten. • Om verder te gaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de USB-kabel los (blz. 59). Volg daarna opnieuw de procedure beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 55. De camera met uw computer gebruiken Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" (Voltooien van wizard voor scanner en camera) verschijnt. • Als het pictogram "Removable Disk" niet wordt afgebeeld, zie blz. 81. 2 Dubbelklik op de map waarin de beeldbestanden die u wilt kopiëren zijn opgeslagen. Klik daarna met de rechtermuisknop op een beeldbestand zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Copy]. 1 Fase 3-B: Beelden naar een computer kopiëren 2 • Als op de computer Windows XP draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-A: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 55. Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. • Voor verdere informatie over de opslagbestemming van de beeldbestanden, zie blz. 59. NL 57 3 Dubbelklik op de map [My Documents]. Klik daarna met de rechtermuisknop in het venster "My Documents" zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Paste]. Fase 4: Beelden bekijken op uw computer Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de map "My Documents". 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 2 1 2 De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als in de bestemmingsmap al een beeld met dezelfde bestandsnaam zit, wordt een bevestigingsmelding voor overschrijven afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig beeldbestand te overschrijven, verandert u eerst de bestandnaam in een andere naam en kopieert u daarna het beeldbestand. Merk echter op dat wanneer u de bestandsnaam verandert (blz. 61), u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera. 1 De inhoud van de map "My Documents" wordt afgebeeld. • Als op de computer een ander besturingssysteem dan Windows XP draait, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. NL 58 De USB-verbinding verwijderen Volg de hieronder vermelde procedure eerst wanneer: • Loskoppelen van de USB-kabel • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde geheugen • Uitschakelen van de camera Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: Mappen afbeelden onder Windows XP x Voor Windows 2000/Me/XP 1 Dubbelklik op de taakbalk. 2 Klik op (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. De camera met uw computer gebruiken Dubbelklik hier A B 4 Klik op [OK]. Het apparaat is aangesloten. • Als op de computer Windows XP draait, kunt u stap 4 overslaan. C A Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie B Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen op deze camera Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt, zijn de mappen als volgt: – "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF" – Interm geheugen; alleen "101_SONY" C Een map met bewegende-beeldgegevens, enz., die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MSSONY". NL 59 • Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven, waarbij ssss staat voor ieder getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Bewegende-beeldbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt: MOV0ssss.THM • Voor meer informatie over mappen, zie bladzijden 34 en 46. NL 60 Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo") Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Klik met de rechtermuisknop op 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" volgens de onderstaande procedure. 1Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Copy]. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in het venster [My Computer]. De camera met uw computer gebruiken • Als de bestandsnaam die door de camera werd gegeven niet is veranderd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe map aan met uw camera (blz. 46) en kopieert u daarna het beeldbestand. • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik daarna op [Paste]. • sss betekent ieder willekeurig nummer van 100 t/m 999. het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0ssss". Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor ssss. 1 2 • Als de bevestigingsmelding voor overschrijven wordt afgebeeld, moet u een ander nummer invoeren. NL 61 De bijgeleverde software gebruiken De bijgeleverde software gebruiken Door de software volledig te benutten kunt u beter dan ooit gebruik maken van de stilstaande en bewegende beelden van de camera. Dit gedeelte beschrijft de software en beschrijft de basisbediening. Overzicht van de software Met de software kunt u: • Beelden importeren die met de camera zijn opgenomen en ze op het beeldscherm weergeven. • De beelden op de computer organiseren op een kalender op opnamedatum voor weergave. • De stilstaande beelden retoucheren, afdrukken en als e-mailbijlagen versturen, hun opnamedatum wijzigen en nog veel meer. • Voor meer informatie over de bijgeleverde software moet u de online Help-functie raadplegen. Om de online Help-functie te raadplegen, klikt u op [Start] t [Programs] (in Windows XP, [All Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Cyber-shot Viewer]. De software opstarten en afsluiten Basisbediening Voer onderstaande stappen uit om de beelden van de camera te importeren en weer te geven. Beelden importeren 1 Zorg ervoor dat "Media Check Tool"* (Mediacontrolehulpprogramma) draait. * "Media Check Tool" is een programma dat automatisch beelden herkent en importeert als er een "Memory Stick" is geplaatst of een camera is aangesloten. Kijk na of de snelkoppeling van (Media Check Tool) op de taakbalk aanwezig is. • Als er geen snelkoppeling van de aanwezig is: Klik op [Start] t [Programs] (in Windows XP, [All Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Cyber-shot Viewer] t [Tools] t [Media Check Tool]. 2 Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel. Na automatische herkenning van de camera wordt het scherm [Import Images] (Beelden importeren) afgebeeld. De software opstarten Dubbelklik op de snelkoppeling (Cybershot Viewer) op het bureaublad. Of via het Start-menu: Klik op [Start] t [Programs] (in Windows XP, [All Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Cyber-shot Viewer]. De software afsluiten Klik op de toets van het scherm. NL 62 in de rechterbovenhoek • Voor gebruik van de "Memory Stick"-gleuf moet u eerst blz. 54 raadplegen. • Als in Windows XP de "AutoPlay Wizard" (wizard voor automatisch afspelen) opstart, moet u deze afsluiten. 3 Beelden importeren. Klik op de toets [Import] (Importeren) om het importeren van beelden te starten. 2 Bekijken van de beelden in "Viewed folders" (Afgebeelde mappen) die op opnamedatum gesorteerd zijn op een kalender 1Klik op het tabblad [Calendar] (kalender). De lijst met jaren, waarin de beelden zijn opgenomen, wordt afgebeeld. De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures" (Mijn afbeeldingen), waarvan de naam is samengesteld uit de datum waarop geïmporteerd is. • Zie blz. 65 voor aanwijzingen hoe u de "Folder to be imported" kunt veranderen. 1 Controleren van de geïmporteerde beelden Als het importeren voltooid is wordt de software opgestart. Miniaturen van de geïmporteerde beelden worden weergegeven. 3Om de beelden per maand weer te geven, klik op de gewenste maand. Miniaturen van de beelden, die in die maand zijn opgenomen, worden weergegeven. De camera met uw computer gebruiken Beelden bekijken 2Klik op het jaar. De beelden die in dat jaar zijn opgenomen worden weergegeven, gesorteerd op de kalender op opnamedatum. 4Om de beelden per uur weer te geven, klik op de gewenste dag. Miniaturen van de beelden die op die dag zijn opgenomen, worden gesorteerd op uur weergegeven. Jaarweergavescherm 1 2 3 Maandweergavescherm • De map "My Pictures" is ingesteld als de standaardmap in "Viewed folders" (Afgebeelde mappen). • Dubbelklik op een miniatuur voor weergave van het daadwerkelijke beeld. 4 NL 63 Uurweergavescherm Weergave van de beelden op het gehele scherm Voor weergave van een diavoorstelling van de huidige beelden op het gehele scherm, klik op de -toets. • Om beelden van een bepaald jaar of maand weer te geven, klik op de betreffende periode links op het scherm. 3 Weergave van afzonderlijke beelden Op het uurweergavescherm, dubbelklik op een miniatuur om het daadwerkelijke beeld weer te geven in een apart venster. • U kunt de weergegeven beelden bewerken door op de toolbar-toets te drukken. NL 64 • Om de diavoorstelling weer te geven of in de pauzestand te zetten, klik op de -toets linksonder op het scherm. • Om de diavoorstelling te stoppen, klik op de -toets linksonder op het scherm. Andere softwarefuncties Beelden die opgeslagen zijn op de computer voorbereiden voor weergave U kunt beelden, die voorheen opgeslagen waren op de computer, weergeven met de software. Om weergave mogelijk te maken, moet u de map die de beelden bevat aanmelden als een van de "Viewed folders". Uit het menu [File] (Bestand), kies [Register Viewed Folders...] (Weergavemappen aanmelden...) om het instelmenu van "Viewed folders" voor aanmelding af te beelden. De "Folder to be imported" (Mappen voor importeren) veranderen Voor het veranderen van de "Folder to be imported", opent u het scherm "Import Settings" (Importinstellingen). Voor weergave van het scherm "Import Settings", kiest u [Image Import Settings...] (Beeldimportinstellingen...) uit het menu [File] (Bestand). 1 2 De camera met uw computer gebruiken 1 Kies de "Folder to be imported" uit. • U kunt de "Folder to be imported" uit de mappen die aangemeld zijn als "Viewed folders" specificeren. Verversen van de aanmeldinformatie 2 Klik op de toets [Add...] (Toevoegen...) en specificeer daarna de map met de beelden die geïmporteerd moet worden om deze map als een "Viewed folder" aan te melden. • Beelden in elke submap van de "Viewed folders" worden ook aangemeld. Om de aanmeldinformatie te verversen, kies [Update Database] (Database bijwerken) uit het menu [Tools] (Extra). • Het verversen van de database kan enige tijd duren. • Als u de naam van beeldbestanden of mappen in "Viewed folders" wijzigt, is daarna weergave daarvan met deze software niet mogelijk. In dat geval moet u de database verversen. Technische ondersteuning Extra informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op Sony Customer Supportwebsite voor klantenondersteuning. http://www.sony.net/ NL 65 Uw Macintosh-computer gebruiken U kunt de beelden naar uw computer kopiëren. • De bijgeleverde software is niet compatibel met Macintosh computers. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten dient aan de volgende vereisten te voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2 of Mac OS X (v10.0 of hoger) USB-poort: Standaard geleverd Opmerkingen over het aansluiten van uw camera op een computer • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij het aansluiten van een computer, te weten de functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 49. • Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. NL 66 Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 1: De camera en de computer voorbereiden" op blz. 54. 2 Sluit de USB-kabel aan. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 55. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram t [DCIM] t de map waarin de beelden die u wilt weergeven zijn opgeslagen. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de harde schijf en zet ze erop neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Voor informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie blz. 59. 4 Beelden weergeven op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat beeldbestand te openen. De USB-verbinding verwijderen Volg de hieronder vermelde procedure eerst wanneer: • Loskoppelen van de USB-kabel • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde geheugen • Uitschakelen van de camera Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" op het pictogram van "Trash" en laat het erin vallen. De camera is losgekoppeld van de computer. De camera met uw computer gebruiken • Als op de computer Mac OS X v10.0 draait, volgt u bovenstaande procedure nadat u de computer hebt uitgeschakeld. Extra informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op Sony Customer Supportwebsite voor klantenondersteuning. http://www.sony.net/ NL 67 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de [16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen worden afgesneden. Controleer dus voordat u gaat afdrukken (blz. 84). Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer (blz. 69) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibele printer. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden afdrukken met behulp van een computer U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met behulp van de bijgeleverde software en deze vervolgens afdrukken. Beelden afdrukken in een winkel (blz. 73) U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukwinkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. NL 68 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. • "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) Fase 1: De camera voorbereiden Bereid de camera voor om deze met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op de printer. Als de camera is aangesloten op een printer die wordt herkend wanneer [USBaansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig. Indextoets In de enkelbeeldfunctie U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. MENU-toets Regeltoets • Wij adviseren u om batterijen met voldoende lading of een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat de stroom tijdens het afdrukken wegvalt. In de indexfunctie 1 2 Stilstaande beelden afdrukken U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 1 Druk op MENU om het menu af te beelden. 2 Druk op B op de regeltoets en kies 3 Kies [ (Setup). ] (Setup 2) met V en kies daarna [USB-aansl.] met v/V/B. • Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. • Het aantal beelden dat als indexbeeld kan worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de printer. • U kunt bewegende beelden niet afdrukken. • Als de indicator gedurende ongeveer vijf seconden op het scherm van de camera knippert (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 2 4 Kies [PictBridge] met B/v en druk daarna op z. De USB-functie is nu ingesteld. NL 69 Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de USB-aansluiting van de camera met behulp van de bijgeleverde USB-kabel aan op de USB-aansluiting van de printer. 1Naar de USBaansluiting Fase 3: Afdrukken Ongeacht de stand van de functieknop, wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u klaar bent met fase 2. 1 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V op de regeltoets en druk daarna op z. [Alle in deze map] Drukt alle beelden in de map af. [DPOF-beeld] USB-kabel 2Naar de USBaansluiting Drukt alle beelden met een (afdruk-)markering af (blz. 73), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. 1Kies de beelden die u wilt afdrukken met b/B en druk daarna op z. De markering verschijnt op het gekozen beeld. 2 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator afgebeeld. • Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure. 2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna op z. [Dit beeld] Drukt het weergegeven beeld af. • Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als een indexbeeld. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden afgebeeld. NL 70 2 Kies de afdrukinstellingen met v/V/b/B. 3 Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de USB-kabel niet los terwijl de indicator (USB-kabel niet loskoppelen) op het scherm wordt afgebeeld. [Index] indicator Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken. [Formaat] Kies de grootte van het afdrukvel. [Datum] Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd op de beelden te projecteren. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Kies het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld zal worden afgedrukt als een enkelbeeld. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: Kies het aantal vellen waarop u het indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als een indexbeeld wilt afdrukken. • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden op één blad passen. Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste beeld met v/V en volg vervolgens de procedure vanaf stap 1. Stilstaande beelden afdrukken • Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd in de gekozen volgorde worden geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. Andere beelden afdrukken Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (blz. 69) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (blz. 70) uit en ga daarna als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu afgebeeld. Kies [Annul.] om het afdrukmenu te verlaten en ga daarna als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies (Afdrukken) met B en druk daarna op z. NL 71 4 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V, en druk daarna op z. [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. Kies het beeld dat u wilt afdrukken met v/V/b/B en druk daarna op z om de markering af te beelden. (Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure.) Druk daarna op MENU. [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-) markering af, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Drukt alle beelden in de map af. 5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3: Afdrukken" (blz. 70). NL 72 Beelden afdrukken in een winkel U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukwinkel. Als de winkel een fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een (afdruk-)markering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen. • U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie MENU-toets Regeltoets 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een (afdruk-)markering kunt aanbrengen op beelden in de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. beelden. 3 Kies DPOF met b/B en druk Stilstaande beelden afdrukken • U kunt ook de beelden met een (afdruk-)markering afdrukken op een printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of een PictBridge-compatibele printer gebruiken. • Bewegende beelden kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u beelden markeert die zijn opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld in 16 vakjes. 2 Druk op MENU om het menu af te daarna op z. Een (afdruk-)markering wordt op het beeld aangebracht. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een winkel • Vraag aan de fotoafdrukwinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als een "Memory Stick Duo" niet door uw fotoafdrukwinkel kan worden verwerkt, kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een CD-R en neemt u die mee naar de winkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie ervan op een vaste schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u daarna op z. Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. NL 73 Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer 8 Kies [OK] met B en druk daarna op z. De markering wordt wit. (t stap 6 in "Lees dit eerst"). 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Kies DPOF met b/B en druk daarna op z. 4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z. • U kunt geen markering aanbrengen in [Alle in deze map]. 5 Kies het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk daarna op z. Een groene markering wordt op het gekozen beeld afgebeeld. Groene markering 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Druk op MENU. NL 74 Als u het markeren wilt annuleren, kiest u in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8 [Sluiten], en drukt u daarna op z. Kies de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk daarna op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Kies [Alle in deze map] in stap 4 en druk daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna op z. Problemen oplossen Problemen oplossen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 1 Controleer de punten op bladzijde 76 t/m 86. Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie blz. 87. 2 Haal de batterijen eruit, plaats deze na ongeveer een minuut terug en schakel de camera in. 3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 48). 4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren. Problemen oplossen NL 75 Batterijen en stroomvoorziening De batterij-restladingsindicator is onjuist, of voldoende resterende batterijlading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt. • Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 94). • Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery verschilt de afgebeelde resterende tijdsduur van de werkelijke tijdsduur. • De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel- metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Als bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen de polen van de batterijen of de aansluitpunten in het batterijvak vuil zijn kunnen de batterijen niet voldoende worden opgeladen. Maak ze schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks (blz. 93). • Bij gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen verschilt de afgebeelde resterende tijdsduur van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het geheugeneffect (blz. 93), enz. Verbruik de batterijlading volledig en laad daarna de batterijen volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is. • De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe. De batterijen lopen te snel leeg. • U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 92). • De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe. • Laad de nikkel-metaalhydridebatterijen voor gebruik voldoende op. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de batterijen op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Sluit de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) op de juiste manier aan. • De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel- metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De batterijen kunnen niet meer worden gebruikt. Vervang ze door nieuwe. De camera schakelt plotseling uit. • Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de camera weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). • De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). NL 76 Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt ingeschakeld. • Schakel het scherm in (blz. 19). De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (blz. 20). Als deze vol is, doet u het volgende: – Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 90). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden opneemt. • Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden opneemt. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Doe het volgende: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20 en 90). Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • Zet de functieknop in een andere stand dan (blz. 23). Problemen oplossen Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 16). Dit is normaal. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 12 cm voor groothoek (W) of 50 cm voor telefoto (T). • (Landschapsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29. De zoomfunctie werkt niet. • U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 42). • Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden. NL 77 De slimme-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 42). • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer: – Het beeldformaat is ingesteld op [6M] of [3:2]. – U in de Multi Burst-functie opneemt. – U bewegende beelden opneemt. De flitser werkt niet. • De flitsfunctie is ingesteld op (niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst"). • U kunt de flitser niet gebruiken wanneer: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 30). – (Hoge gevoeligheidsfunctie) of (Schemerfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie, of is gekozen. • Stel de flitsfunctie in op (sneeuwfunctie), scènekeuzefunctie. (altijd flitsen) om stilstaande beelden op te nemen wanneer (strandfunctie) of (landschapsfunctie) is gekozen in de Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser. • Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 27). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst") of stel de belichting in (blz. 27). • Schakel het scherm in (blz. 19). Het beeld is te licht. • U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de belichting (blz. 27). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de beeldeffect-functie (blz. 32). NL 78 Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 43). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst"). • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk opneembare bereik. • Het fenomeen van de parallax treedt op als het onderwerp dicht bij de camera is. Om te controleren tot welke afstand een opname nog mogelijk is moet u het LCD-scherm gebruiken. Punten verschijnen en blijven op het scherm. • Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4, t "Lees dit eerst"). Problemen oplossen Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • De batterijen zijn zwak. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel- metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Beelden bekijken Raadpleeg "Computers" (blz. 80) met betrekking tot de onderstaande punten. De camera kan geen beelden weergeven. • Zet de functieknop op (blz. 23). • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 61). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 59 en 67). NL 79 Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Tijdens de weergave van bewegende beelden kunnen de kleuren ongelijkmatig zijn. • Dit is normaal. De opgenomen beelden worden hierdoor niet aangetast. Beelden wissen/bewerken De camera kan geen beeld wissen. • Annuleer de beveiliging (blz. 36). • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 90). U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden beveiligt (blz. 35) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK zet (blz. 90) om per ongeluk wissen te voorkomen. De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen. De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld. • De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (blz. 36). • Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. Computers U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 52 voor Windows en blz. 66 voor Macintosh. NL 80 Uw computer herkent uw camera niet. • Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). • Als de batterijlading laag is, vervangt u deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel- metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"), of u maakt gebruik van een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 14). • Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 55). • Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie Mass Storage" wordt afgebeeld (blz. 55). • Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 49). • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USBaansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 55). • De bijgeleverde software is niet geïnstalleerd. Installeer de bijgeleverde software (blz. 53). • De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera met de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat u de bijgeleverde software hebt geïnstalleerd. Wis het foutief herkende apparaat van de computer en installeer de bijgeleverde software (zie het volgende punt). Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De Problemen oplossen onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het "System Properties" venster wordt geopend. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. • Op een computer die op Windows Me draait, klikt u op het tabblad [Device Manager]. Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer de bijgeleverde software (blz. 53). U kunt geen beelden kopiëren. • Sluit de camera met behulp van de bijgeleverde USB-kabel op de juiste wijze aan op de computer (blz. 55). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 55 en 66). • Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer, kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 46). NL 81 Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start de bijgeleverde software niet automatisch op. • Start de "Media Check Tool" (Media-controlehulpprogramma) (blz. 62) op. • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Bij gebruik van de bijgeleverde software raadpleeg de on-line Help-functie. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54). U kunt een beeld niet afdrukken. • Controleer de printerinstellingen. Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de camera weergegeven worden. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 59). • Bedien op de juiste wijze (blz. 61). Beelden worden met de bijgeleverde software niet op de juiste wijze weergegeven. • Zorg ervoor dat de map met beelden is aangemeld in "Viewed folders". Als weergave van de beelden niet mogelijk is, ook al is de map aangemeld in "Viewed folders", moet u de database verversen (blz. 65). U kunt de beelden, die u met de bijgeleverde software geïmporteerd hebt, niet terugvinden. • Kijk in de map "My Pictures". • Als u de standaardinstelling verandert hebt, moet u "De "Folder to be imported" (Mappen voor importeren) veranderen" op blz. 65 raadplegen en nakijken welke map bij het importeren in gebruik is. U wilt de "Folder to be imported" veranderen. • Open het scherm "Import Settings" om "Folder to be imported" te veranderen. U kunt een andere map specificeren, nadat u deze met behulp van de software aangemeld heeft in "Viewed folders" (blz. 65). NL 82 Alle geïmporteerde beelden worden met de datum 1 Januari weergegeven op de kalender. • Op de camera is de datum nog niet ingesteld. Stel de datum op de camera in. "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst"). Op de "Memory Stick Duo" kan niet worden opgenomen. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 90). • De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)]. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 90). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. Problemen oplossen • Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten (blz. 90). De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick" gleuf. • Controleer of de computer en de kaartlezer de "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen. Gebruikers van computers en kaartlezers van andere fabrikanten dan Sony, dienen contact op te nemen met de betreffende fabrikanten. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer op elkaar aan (blz. 54 t/m 55). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo". NL 83 Intern geheugen De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen zijn opgeslagen, niet weergeven. • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst"). Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen. • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit (t stap 4 in "Lees dit eerst"). De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 45) om het interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd. Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet kopiëren "Memory Stick Duo". • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen). Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren naar het interne geheugen. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items. De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden. • Als u een beeld afdrukt dat werd opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9(HDTV)], kunnen beide randen van het beeld afgesneden zijn. • Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden. NL 84 PictBridge-compatibele printer Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen. • De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 49). • Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de gebruikshandleiding van de printer raadplegen. Kan geen beelden afdrukken. • Controleer of de camera en de printer op de juiste wijze met behulp van de USB-kabel zijn aangesloten. • Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de printer. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de USB-kabel los, schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u vervolgens de USB-kabel weer aan. • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt. De afdrukopdracht is geannuleerd. (USB-kabel niet loskoppelen) Problemen oplossen • U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de indicator uitging. In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de beelden niet worden afgedrukt. • De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. Vraag het de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 71). Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. NL 85 Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt. • Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de camera (blz. 71) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. Overige De camera werkt niet. • Gebruik het type batterijen dat voor deze camera geschikt is (blz. 92). • De batterijen zijn bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet. • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Haal de batterijen eruit, plaats deze na ongeveer een minuut terug, en schakel de camera in. Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet. • Zie blz. 15. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 94). De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt. • Dit is normaal. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel- metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst") of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). NL 86 Foutcodes en meldingen Zelfdiagnosefunctie Als een foutcode met een letter begint, heeft de zelfdiagnosefunctie van de camera een storing vastgesteld. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Als u niet in staat bent de storing te verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen de vermelde corrigerende handelingen hebt uitgevoerd, neemt u contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende Sony-servicecentrum. C:32:ss • Er is een probleem met de hardware van de camera. Schakel het apparaat uit en daarna weer in. Meldingen Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit. Schakel uit en weer in • Door een probleem met de lens is een storing opgetreden. E • De batterijen zijn zwak. Vervang deze door nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en het type batterijen, kan de indicator knipperen ondanks dat nog 5 of 10 minuten gebruiksduur van de batterijen resteert. C:13:ss • De camera kan geen gegevens lezen E:61:ss E:91:ss E:92:ss • Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van de camera (blz. 48) en schakel deze daarna weer in. Systeemfout • Schakel de camera uit en daarna weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Fout van intern geheugen Problemen oplossen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Schakel de camera uit en daarna weer in en plaats de "Memory Stick Duo" meerdere keren opnieuw. • Het ingebouwde geheugen heeft een formatteringsfout begaan, of een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" is geplaatst. Formatteer het ingebouwde geheugen of de "Memory Stick Duo" (blz. 45 en 46). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 90). • Schakel de camera uit en daarna weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 90). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil. Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 90). NL 87 Formatteringsfout • Formatteer het medium opnieuw (blz. 45 en 46). Memory Stick vergrendeld • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 90). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer aanmaken. Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 47). Bestandsfout Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick • Wis overbodige beelden of bestanden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo". Geen bestand • Er zijn geen beelden opgenomen in het interne geheugen. Geen bestanden in deze map • Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden. Bestandsbeveiliging • Schakel de beveiliging uit (blz. 36). Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Kan niet opdelen • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen bewegend beeld. • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. • U hebt de bediening niet juist uitgevoerd toen u beelden kopieerde vanaf uw computer (blz. 61). Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map (blz. 46). NL 88 Ongeldige bediening • U probeert een bestand weer te geven dat niet compatibel is met deze camera. (Trillingswaarschuwingindicator) • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief of zet de camera op een andere manier vast. 640(Fijn) is niet beschikbaar • Bewegende beelden met beeldformaat 640(Fijn) kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat in op een ander formaat dan [640(Fijn)]. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken beschadigd is. • Het is mogelijk dat de Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridge-compatibel is. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de gebruikshandleiding van de printer raadplegen. gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de USB-kabel niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is. Problemen oplossen Geen afdrukbaar beeld • U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren zonder één DPOF (afdruk-)markering op een of meerdere beelden aan te brengen. • U probeerde [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was gekozen waarin uitsluitend bewegende beelden zitten. U kunt bewegende beelden niet afdrukken. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. NL 89 Overige Over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera staan vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". "Memory Stick"-type Opnemen/ weergeven Memory Stick (zonder MagicGate) — Memory Stick (met MagicGate) — Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a Memory Stick Duo (met MagicGate) a MagicGate Memory Stick — MagicGate Memory Stick Duo a*1 *1*2 Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2*3 *1 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Opnemen/ weergeven van gegevens waarbij MagicGate functies zijn vereist, kan niet met deze camera worden uitgevoerd. *2 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. *3 640(Fijn) Bewegende beelden kunnen worden opgenomen op beeldformaat. • Wij kunnen de juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd niet garanderen in deze camera. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. NL 90 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK hebt gezet. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar Ruimte voor aantekeningen Sommige "Memory Stick Duo" hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Bij een "Memory Stick Duo" voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar, kan de stand en/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar verschillend zijn, afhankelijk van de "Memory Stick Duo". • De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • We raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Druk niet hard wanneer u in het aantekeningenvak schrijft. • Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat erbij geleverd werd. • Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet vallen. • Demonteer of transformeer de "Memory Stick Duo" niet. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per ongeluk inslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerking betreffende de "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. Opmerkingen over de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) Overige • Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat steekt zonder gebruik te maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het apparaat te halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden. • Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een Memory Stick Duo-adapter is gestoken, in een "Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt, moet u er goed opletten dat de Memory Stick Duo-adapter in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de camera kan worden beschadigd. • Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. NL 91 Over de batterijen Batterijen die wel en niet met deze camera gebruikt kunnen worden Batterijtype bijgeleverd ondersteund oplaadbaar Alkalinebatterijen, type R6 (AA-formaat) a a — Nikkel-metaalhydridebatterijen, type HR 15/51:HR6 (AA-formaat)* — a a Oxy Nickel Primary Battery, type ZR6 (AA-formaat) — a — Mangaanbatterijen** — — — Lithiumbatterijen** — — — Nikkel-cadmiumbatterijen** — — — * Dubbelpak NH-AA-2DB, enz. ** Als u bovenvermeld type batterijen gebruikt, kan vanwege de eigenschappen van deze batterijen, zoals een spanningsdip van de batterijen, de volledige functionaliteit van de camera niet worden gegarandeerd. Over alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery • Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery kunnen niet opgeladen worden. • Alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery hebben een kortere gebruiksduur in vergelijking met de nikkel-metaalhydridebatterijen. Daarom kan de stroomvoorziening wegvallen ondanks dat de batterijrestladingsindicator aangeeft dat de batterijen nog voldoende lading hebben. • De prestaties van de batterijen verschilt sterk afhankelijk van de fabrikant en het type van de batterijen, waardoor in sommige gevallen de levensduur van de batterijen bijzonder kort kan zijn. Dit is met name het geval bij lage omgevingstemperaturen en het kan onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen lager dan 5°C. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. • Bij gebruik van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery wordt door de batterij-restladingsindicator niet de juiste informatie weergegeven. • Als gevolg van de eigenschappen van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery is er een groot verschil tussen de beschikbare opnameduur en de beschikbare weergaveduur. Daarom kan de camera worden uitgeschakeld, terwijl de lens is uitgeschoven, wanneer u de functieknop draait. Vervang in dat geval de batterijen door nieuwe. Door gebruik van nikkel-metaalhydridebatterijen bent u in staat om gedurende een langere tijd opnamen te maken. NL 92 Nikkel-metaalhydridebatterijen • Trek de buitenbekleding niet los en beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan de buitenbekleding gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of batterijen die op een of andere manier zijn gescheurd. Dergelijke batterijen kunnen lekken, exploderen of oververhit raken, waardoor brandwonden en ander persoonlijk letsel kunnen ontstaan. Dergelijke batterijen kunnen ook de batterijlader beschadigen. • Zorg ervoor dat de nikkel-metaalhydridebatterijen niet samen met metalen voorwerpen gedragen of opgeborgen worden. Metalen voorwerpen kunnen de + en – polen kortsluiten, waardoor het gevaar van verhitting en brand bestaat. • Als de polen van de nikkel-metaalhydridebatterijen vuil zijn, is het mogelijk dat de batterijen niet goed worden opgeladen. Veeg ze schoon met een droge doek, enz. • Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkel-metaalhydridebatterijen gedurende een lange tijd niet gebruikt zijn, kunnen ze niet volledig worden opgeladen. Dit is een eigenschap van dit type batterijen en geen defect. Als dit gebeurt, moet u meerdere keren de lading volledig opgebruiken en de batterijen opnieuw opladen om het probleem te verhelpen. • Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt voordat de bestaande lading volledig is opgebruikt, kan de waarschuwingsindicator voor zwakke batterijen eerder dan verwacht worden afgebeeld. Dit wordt het "geheugeneffect"* genoemd. Als dit probleem zich voordoet, kan het worden opgelost door de batterijen alleen op te laden nadat de bestaande lading is opgebruikt. * Het "geheugeneffect" – de situatie waarin de maximale lading van een batterij tijdelijk lager is. • Als u de lading van de batterijen volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 36) en laat u deze hierin staan totdat de lading in de batterijen volledig is opgebruikt. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. • Stel de batterijen niet bloot aan water. De batterijen zijn niet waterbestendig. Overige NL 93 Voorzorgsmaatregelen x Laat de camera niet liggen op de volgende plaatsen • Op zeer warme plaatsen Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto, kan de camerabehuizing door de hitte vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron De camerabehuizing kan verkleuren of vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Op plaatsen onderhevig aan trillingen • In de buurt van een sterk magnetisch veld • Op zanderige of stoffige plaatsen Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de camera een storing optreden en in bepaalde gevallen kan deze storing niet worden verholpen. x Reiniging Het LCD-scherm reinigen Veeg het schermoppervlak schoon met een LCDreinigingsset (niet bijgeleverd) om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Reiniging van de lens Veeg de lens schoon met een zachte doek om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. De buitenkant van de camera reinigen Maak de buitenkant van de camera schoon met een zachte doek bevochtigd met water en veeg het oppervlak daarna droog met een droge doek. Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen beschadigen. • Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine, alcohol, wegwerpreinigingsdoeken, insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden, enz. • Raak de camera niet aan als bovenstaande middelen op uw handen zit. • Laat de camera niet langdurig in contact met rubber of vinyl. x Bedrijfstemperatuur NL 94 Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. (In het geval van alkalinebatterijen/Oxy Nickel Primary Battery liggen de temperaturen tussen 5°C en 40°C.) Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. x Condensvorming Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: • De camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht. • De camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Hoe condensvorming te voorkomen Wanneer u de camera vanuit een koude naar een warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze gedurende ongeveer een uur wennen aan de nieuwe omgevingsomstandigheden. Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. x Interne oplaadbare batterij Deze camera is uitgerust met een interne, oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede andere instellingen bij te houden, ongeacht of de camera is ingeschakeld of niet. Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van de camera voortdurend opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig uitgeput. In dat geval moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u de camera gaat gebruiken. Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt, kunt u de camera toch gebruiken zolang u de datum en tijd niet opneemt. Oplaadmethode Plaats batterijen met voldoende lading in de camera of sluit de camera met behulp van de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op netvoeding en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. Technische gegevens Camera [Stroomvoorziening, algemeen] Voeding [Systeem] Beeldsysteem 7,18 mm (1/2,5 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter Totaal aantal pixels van de camera Ong. 6 183 000 pixels Effectief aantal pixels van de camera Ong. 6 003 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Tessar 3× zoomlens f = 5,1 – 15,3 mm (31 – 93 mm omgerekend naar een 35 mm fotocamera) F2,8 – 5,1 Automatische omschakeling van ND-filter Belichtingsregeling Automatische belichting, Scènekeuze (7 functies) Witbalans Automatisch, Daglicht, Bewolkt, TL-verlichting, Gloeilampen Bestandsformaat (voldoet aan DCF) Stilstaande beelden: Exif Versie 2.21 voldoet aan JPEG, DPOFcompatibel Bewegende beelden: Voldoet aan MPEG1 (mono) Opnamemedium Intern geheugen (32 MB) "Memory Stick Duo" Flitser [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] Stroomverbruik (tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm) 1,0 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen 99,9×52,0×36,8 mm (B/H/D, exclusief uitstekende delen) Gewicht Ong. 181 g (inclusief twee batterijen, polsriem, enz.) Microfoon Electret-condesatormicrofoon Luidspreker Dynamische luidspreker Exif Print Compatibel PRINT Image Matching III Compatibel PictBridge Compatibel Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Overige Aanbevolen afstand (ISO ingesteld op Autom.): Ong. 0,2 m tot 7,0 m (W)/Ong. 0,5 m tot 3,8 m (T) Alkalinebatterijen, type R6 (AA-formaat) (2 stuks), 3 V Nikkel-metaalhydridebatterijen, type HR 15/51:HR6 (AAformaat) (2 stuks, niet bijgeleverd), 2,4 V Oxy Nickel Primary Battery, type ZR6 (AA-formaat) (2 stuks, niet bijgeleverd), 3 V Netspanningsadapter, model AC-LS5K (niet bijgeleverd), 4,2 V USB-aansluiting mini-B USB-verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) [LCD-scherm] LCD-scherm 5,1 cm (2,0 type) TFTaansturing Totaal aantal beeldpunten 84 960 (354×240) beeldpunten NL 95 Index Index A Aansluiten Beeldbestandgeheugenlocaties........... 59 Computer.......................55 Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen ......... 59 Printer............................70 Beeldeffect ........................... 32 Aantal beelden/ opnameduur...................20 Beelden afdrukken in een winkel ........................... 73 Achteruitspoelen/ Vooruitspoelen t stap 6 in "Lees dit eerst" Beelden kopiëren naar uw computer ....................... 54 De camera vasthouden t stap 5 in "Lees dit eerst" De klok instellen t stap 2 in "Lees dit eerst" Dia ........................................ 36 Diafragma.............................10 AE/AF-vergrendelingsindicator.........................29 t stap 4 in "Lees dit eerst" Digitale zoom ....................... 42 t stap 5 in "Lees dit eerst" Beeldkwaliteit ................ 11, 30 AF-bereikzoekerframe..........28 Bestandsnaam ...................... 59 Afdrukken.............................68 Enkelbeeldfunctie..........69 Bestandsnummer.................. 49 Indexfunctie...................69 Beveiliging ........................... 35 Afdrukmarkering ..................73 Bewolkt ................................ 29 AF-functie ............................42 Burst..................................... 30 AF-verlichting ......................44 Altijd flitsen t stap 5 in "Lees dit eerst" Auto Review .........................44 Automatische instelfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Automatische scherpstelling...9 Automatische uitschakelfunctie t stap 2 in "Lees dit eerst" Belichting............................. 10 Besturingssysteem ......... 52, 66 Batterijen Batterijrestladingsindicator t stap 1 in "Lees dit eerst" Levensduur van de batterijen........................22 Plaatsen/Verwijderen t stap 1 in "Lees dit eerst" DPOF....................................73 Dradenkruis van de spotlichtmeting t stap 5 in "Lees dit eerst" E Effectief aantal pixels ...........95 Enkel..................................... 42 Enkelbeeldafdrukfunctie ...... 69 C EV......................................... 27 Camera ................................. 42 Extensie .......................... 59, 61 CD-ROM.............................. 53 F Compressieverhouding......... 12 Computer ............................. 51 Aanbevolenomgeving ................ 52, 66 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera................. 61 Beelden kopiëren .... 54, 66 Macintosh ..................... 66 B NL Daglicht ................................ 29 Beeldformaat........................ 11 AF-vergrendeling..................29 96 D Software........................ 62 Windows ....................... 51 Condensvorming .................. 94 Contrast ................................ 33 Fijn ....................................... 30 Flitsfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Flitsniveau ............................ 32 Fluorescerend ....................... 29 Formaat veranderen .............. 37 Formatteren .................... 45, 46 Foutcodes en meldingen ....... 87 G Geprogrammeerd automatisch opnemen........................ 23 H Hoge-gevoeligheidsfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" I M O Indexafdrukfunctie................69 M AF .................................... 42 Onderbelichting ....................10 Indexscherm t stap 6 in "Lees dit eerst" Macintosh-computer ............ 66 Opdelen.................................38 Aanbevolenomgeving....................... 66 Opname functie ....................30 Indicator van AFbereikzoekerframe .........28 Map ...................................... 34 Opnamemap wijzigen ...........47 Aanmaken ..................... 46 Indicator.............. zie "Scherm" Initialiseren ...........................48 Installeren .............................53 Intern geheugen-tool.............45 "Memory Stick Duo"............ 90 Interne oplaadbare batterij ....94 Plaatsen/Verwijderen t stap 3 en 4 in "Lees dit eerst" Interval ..................................32 ISO..................................10, 30 Aantal beelden/ opnameduur .................. 20 J Schrijf-beveiligingsschakelaar...................... 90 JPG........................................60 Memory Stick tool ............... 46 Menu .................................... 25 Kleur .....................................11 Onderdelen.................... 26 Klokinstel..............................50 Opnamestand ................ 27 Kopiëren................................47 Lamplicht ..............................29 Landschapsfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Langzame synchro t stap 5 in "Lees dit eerst" Lichtmeetfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Lichtmeting met meerdere patronen t stap 5 in "Lees dit eerst" Weergeven..................... 34 Menu voor opnemen ............ 27 Menu voor weergeven .......... 34 Stilstaand beeld t stap 5 in "Lees dit eerst" Opnemen van bewegende beelden t stap 5 in "Lees dit eerst" Optische zoom ......................42 Overbelichting ......................10 P Parallax .................................79 PC ....................zie "Computer" PFX.......................................32 PictBridge .......................49, 69 Pieptoon ................................48 t stap 5 in "Lees dit eerst" Midden-AF........................... 28 Mode .................................... 30 Monitor................................. 42 Monochroom ........................ 32 Pixel ......................................11 Plaats van de onderdelen ......13 MPG ..................................... 60 Polsriem t in "Lees dit eerst" Multi AF............................... 28 Precisie-digitale-zoom ..........42 Multi Burst ........................... 30 Problemen oplossen..............75 Multipoint-AF ...................... 28 PTP .......................................49 N Q Netspanningsadapter ............ 14 t stap 1 in "Lees dit eerst" Index LCD-scherm ....... zie "Scherm" Bewegende beelden t stap 5 in "Lees dit eerst" Mass Storage ........................ 49 Meegeleverde accessoires t in "Lees dit eerst" L Opnamestand Wijzigen ........................ 47 Intern geheugen ....................21 K Opnamemap maken ..............46 Quick Review t stap 5 in "Lees dit eerst" NR lange-sluitertijd.............. 16 NL 97 R Spot-lichtmeting t stap 5 in "Lees dit eerst" Reiniging ..............................94 Standaard ............................. 30 Bewegende beelden t stap 6 in "Lees dit eerst" Roteren .................................38 Strandfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Stilstaand beeld t stap 6 in "Lees dit eerst" S S AF......................................42 Scènekeuzefunctie ................24 t stap 5 in "Lees dit eerst" t stap 2 in "Lees dit eerst" Schemer-portretfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" t stap 5 in "Lees dit eerst" Indicator ........................15 Scherpstellen ....................9, 28 Scherpte ................................33 Schrijf-beveiligingsschakelaar ......................90 Sepia .....................................32 Setup.........................33, 40, 41 Camera ..........................42 Intern geheugen-tool .....45 Memory Stick tool.........46 Setup 1...........................48 Setup 2...........................49 Setup 1 ..................................48 Setup 2 ..................................49 Slimme-zoomfunctie ............42 Sluitertijd ..............................10 Sneeuwfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Software................................62 Aanbevolenomgeving....................... 52 Taal....................................... 48 Technische gegevens............ 95 Het weergavescherm veranderen .....................19 NL Windows-computer .............. 51 T Schemerfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Scherm 98 Weergeven Rechtstreeks afdrukken ........69 Tot halverwege indrukken...... 9 Trimmen............................... 40 U USB-aansluiting................... 49 USB-kabel...................... 55, 70 V Vermindering van het rodeogeneffect ..................... 43 Verzadiging .......................... 32 VGA t stap 4 in "Lees dit eerst" Volume t stap 6 in "Lees dit eerst" Voorzorgsmaatregelen.......... 94 W Wazige beelden ...................... 9 WB ....................................... 29 Weergave........zie "Weergeven" Weergaven/bewerken ........... 23 Weergavezoom t stap 6 in "Lees dit eerst" Wissen t stap 6 in "Lees dit eerst" Witbalans.............................. 29 Z Zachte-klikfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Zelfdiagnosefunctie .............. 87 Zelfontspanner t stap 5 in "Lees dit eerst" Zoom t stap 5 in "Lees dit eerst" Z-W ......................................32 Handelsmerken • is een handelsmerk van Sony Corporation. • "Memory Stick", • • • • , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO , "MagicGate" zijn handelsmerken van Duo", en Sony Corporation. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Intel, MMX en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde systeem- en productnamen zijn in het algemeen handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars of fabrikanten. Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende gevallen weggelaten. NL 99
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199

Sony Cyber-SHOT DSC-S600 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor