JBSYSTEMS CD 410 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de JBSYSTEMS CD 410 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
User’s Guide
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Bedienungsanleitung
Manual de instrucciones
Manual do utilizador
CD 410 18 CD 410 18
NEDERLANDS
VOOR GEBRUIK
Gebruiksaanwijzing
De plaats van installatie moet zeer zorgvuldig gekozen worden.
Vermijd plaatsen waar direct zonlicht opvalt en de nabijheid van
warmtebronnen (ook versterkers). Vermijd plaatsen waar
vibraties zijn, alsook plaatsen met veel vocht, koude, hitte, stof
of rook (vb. nicotine-neerslag).
Draag uiterste zorg voor uw CD’s. Behandel ze nooit met
vochtige of vuile handen. Bevuilde CD’s moeten voorzichtig
gereinigd worden, dit ENKEL met speciaal hiervoor ontwikkelde
doekjes en producten. Plaats de CD’s na gebruik onmiddellijk
weer in hun etui. Houd uw CD’s uit direct zonlicht en uit de
nabijheid van warmtebronnen.
Te ernstig beschadigde CD’s mogen niet afgespeeld worden, zij
kunnen uw toestel ernstig beschadigen.
Wanneer de CD-speler van een koude naar een warme ruimte
wordt gebracht, kan condensatie optreden op de lasers. In dat
geval moet de CD-speler gedurende +/- 1 uur aangeschakeld
worden, zonder hem af te spelen. De condensatie zal langzaam
verdampen. Het is aan te raden om de CD-speler te gebruiken
bij een temperatuur tussen 5° en 35° C.
CD 410 19
AANSLUITINGEN
De aansluitingen met de meegeleverde kabels, zijn zeer eenvoudig
uit te voeren en bestaan uit 2 delen per kant:
2 x DIN-kabel, één voor elke kant, aan te sluiten tussen de
voorziene connectors op beide units.
2 x RCA Cinch kabels, één voor elke kant, aan te sluiten op de
stereo/line (CD, Video, Tape) van uw mengpaneel of voorver-
sterker.
Wanneer het toestel gedurende een lange periode nietmeer ge-
bruikt wordt, moet de netstekker uit het stopcontact verwijderd
worden.
CD UNIT
1. Aan/uit schakelaar
2. CD disc-lader
3. OPEN/CLOSE
Deze knop heeft dezelfde functie als deze van de control
unit. Hij dient om de lader te openen en te sluiten. Doe
dit nooit met de hand! De knop werkt enkel wanneer de
desbetreffende CD in STOP of PAUZE-mode staat. Even-
wel, indien met de OPEN/CLOSE knop gedurende 1,5
sec. ingedrukt houdt, keert het toestel automatisch terug
naar de STOP MODE.
4. Remote control connector
Verbindt deze connector, a.d.h.v. het bijgeleverde DIN-
snoer, met de controller unit.
5. LINE OUT 1 & 2
Verbindt deze audio-uitgangen a.d.h.v. de bijgeleverde
RCA-snoeren met een mengpaneel of voorversterker.
CONTROL UNIT
CD 410 21
1. OPEN/CLOSE
Idem als CD unit.
2. TIME BUTTON
Hiermee selecteert u de gewenste tijdsaanduiding: elapsed
time (verstreken tijd), remain time (resterende tijd) en total
remain time (totaal resterende tijd van hele CD).
3. LCD display
4. LOOP (lus toets)
Druk 1x op deze toets om het startpunt van een lus in te
stellen. Druk nogmaals om het eindpunt vast te leggen.
5. PITCH - Knop
Wanneer u deze toets langer dan een halve seconde indrukt,
verlaagt de weergavesnelheid (BPM) met – 16%. Wanneer u
deze toets terug loslaat, wordt het originele tempo hersteld.
Wanneer u deze toets 1x kort indrukt, vertraagt het tempo
heel even. De functie hiervan is het op mekaar afstellen van de
fase van de beats nadat de beide zijden reeds op dezelfde
beatsnelheid lopen (BPM).
6. PITCH + Knop
Wanneer u deze toets langer dan een halve seconde indrukt,
verhoogt de weergavesnelheid (BPM) met + 16%. Wanneer u
deze toets terug loslaat, wordt het originele tempo hersteld.
Wanneer u deze toets 1x kort indrukt, verhoogt het tempo heel
even. De functie hiervan is het op mekaar afstellen van de fase
van de beats nadat de beide zijden reeds op dezelfde beat-
snelheid lopen (BPM).
7. PITCH ON/OFF knop
PITCH OFF: Weergavesnelheid blijft constant, kan niet veran-
derd worden. PITCH ON: CD speelt op de snelheid die werd
ingesteld met de pitchfader (8). De LED brandt wanneer deze
ingeschakeld is.
8. PITCH FADER (snelheidsregelaar)
Wanneer de PITCH (7) ingeschakeld is, kan u met deze
schuiver de snelheid van afspelen veranderen en aldus het
tempo (BPM) van beide units op elkaar afstemmen.
CD 410 22
9. PLAY / PAUSE
Druk eenmaal op deze knop om de weergave van de CD te
starten. Druk nogmaals om het in pauze te zetten.
Een derde maal drukken, start de CD opnieuw.
10. SGL/CTN (Single/Continuous)
Kies tussen SINGLE-mode (1 track) of CONTINUOUS-mode
(weergave van alle tracks na elkaar).
11. CUE knop
Wanneer u in PAUSE of SEARCH-mode op deze knop drukt,
markeert u dit punt van het CD-plaatje in het geheugen. Op de
display verschijnt ‘CUE’. Telkens u nu tijdens het afspelen op
de CUE-toets drukt, keert de laser terug naar het vastgelegde
punt en gaat in PAUZE staan. Het vorige CUE-punt wordt auto-
matisch gewist bij het instellen van een nieuw punt.
Wanneer men vanuit een PAUSE-mode terug op PLAY drukt, of
wanneer men een nieuwe track kiest, wordt het oude CUE punt
eveneens vervangen door dit beginpunt. Wanneer men in CUE-
mode opnieuw de CUE-toets indrukt, start de weergave vanaf
het CUE punt en stopt wanneer men de CUE-toets weer los-
laat. Dit laat toe om het CUE-punt te evalueren of om een
‘jingle’ tussen te voegen.
12. PROGRAM – knop
Deze toets laat u toe een weergavevolgorde van de CD
nummers vast te leggen. Wanneer u op de PROGRAM toets
drukt, stopt de weergave en start de PROGRAM mode. Kies
vervolgens de gewenste track a.d.h.v. de SKIP-toetsen (13 en
16) en druk vervolgens nogmaals op de PROGRAM toets. De
gekozen track wordt nu toegevoegd aan het programma.
Herhaal dit telkens voor de programmatie van meerdere
nummers. Er kunnen tot maximum 30 nummers geprogram-
meerd worden. Druk op de PLAY toets om het programma te
starten vanaf het eerste nummer. Druk tijdens de weergave op
de PROGRAM knop om de weergave te stoppen. Wanneer u
2 seconden of langer op de PROGRAM knop drukt, wordt het
programma gewist.
CD 410 23
13. Skip ( 1 track terug )
Gebruik deze toets om terug te gaan naar het begin van de
actuele track, of om de voorgaande tracks te selecteren.
14. & 15. Search/scan
&
Druk op deze toets in de PAUSE mode om een frame op te
sporen. Wanneer men 1x drukt, gaat men één frame terug. Bij
continu drukken gaat men op vaste snelheid terug door de
frames. Wordt de toets tijdens PLAY mode ingedrukt, dan dient
hij om snel terug te zoeken.
16. Skip ( 1 track vooruit)
Gebruik deze toets om 1 track verder te gaan.
17. Pitch LED
Wanneer deze LED brandt, is de PITCH mode geactiveerd, en
kan de snelheid aangepast worden met de schuiver (8).
18. RELAY
Deze functie laat u toe om afwisselend nummers weer te ge-
ven van beide CD’s (beurt om beurt, links-rechts). Druk één-
maal om de RELAY-functie in te schakelen, de LED zal op-
lichten. In SGL mode (single) zal de CD speler in PAUZE gaan
van zodra het einde van het huidige nummer bereikt is.
Meteen zal de andere CD, die op dat moment in PAUSE mode
staat, de weergave beginnen. Door nogmaals op de RELAY
knop te drukken wordt de functie uitgeschakeld.
Let op: de faders-start functie werkt niet wanner u in RELAY-
mode werkt.
19. CONTROL CONNECTOR
Verbind deze connector met de REMOTE connector van de CD-
lader, gebruik makende van de bijgeleverde DIN-kabel.
20. AUTO START
Via de control socket kan de respectievelijke CD-speler vanop
afstand bediend worden wanneer u een mengpaneel gebruikt
met fader-start functie. Verbindt de speler met de CONTROL
OUT socket van het mengpaneel.
De sockets mogen nooit onder spanning worden gezet !
CD 410 24
LED
21. PLAY INDICATOR
Deze indicator licht op tijdens weergave.
22. PAUSE INDICATOR
Deze indicator licht op in PAUSE mode.
23. CUE INDICATOR
Deze indicator licht op tijdens de CUE en PAUSE mode, en
knippert wanneer het CUE punt gewijzigd wordt.
24. ELAPSED INDICATOR
Deze indicator duidt aan dat de getoonde tijdsschaal de actuele
speelduur van de huidige track weergeeft.
25. TOTAL INDICATOR
Deze indicator geeft de totaal resterende speelduur van de CD
aan.
26. BAR INDICATOR
Deze BAR geeft een visuele aanduiding van de laserpositie
binnen de huidige track.
CD 410 25
27. REMAIN INDICATOR
Deze indicator duidt aan dat de getoonde tijdsschaal de
resterende tijd van de huidige track aangeeft.
28. SINGLE INDICATOR
Wanneer deze indicator oplicht, stopt de weergave aan het
begin van elke volgende track.
29. PROGRAM INDICATOR
Deze indicator licht op tijdens de PROGRAM mode.
30. PITCH INDICATOR
Wanneer deze indicator oplicht, is de PITCH mode actief.
31. LOOP INDICATOR
Wanneer deze indicator oplicht, is de LOOP functie actief.
32. - 35. TRACK, MINUTE, SECOND & FRAME DISPLAY
Deze display geeft een numerieke aanduiding van de actuele
weergavepositie.
36. PITCH DISPLAY
Geeft de procentuele BPM-wijziging aan, met maximum
±10%.
Specificaties
Voeding: .............................AC 230V, 50Hz, 25W
Afmetingen:
Main unit: ...........................482 (W) x 88,8 (H) x 251 (D) mm
Control unit: .......................482 (W) x 88,8 (H) x 60 (D) mm
Gewicht:
Main unit: ...........................5 Kg
Control unit: .......................2 Kg
1/47