Documenttranscriptie

Babyphone Expert Care NL GEBRUIKSHANDLEIDING U hebt uw keuze laten vallen op onze Babyphone Expert Care en wij danken u voor uw vertrouwen. Wij verzoeken u deze gebruikshandleiding aandachtig te lezen met het oog op een optimaal gebruik van het apparaat en een optimale levensduur. Mocht u echter een gebrek vaststellen of een probleem tegenkomen, dan verzoeken wij u contact op te nemen met onze consumentendienst. BELANGRIJK : Deze Babyphone werkt met een zwak uitzend vermogen om de gezondheid van de baby niet te schaden. De ontvanger en zender staan niet continu met elkaar in verbinding om de stralingen in de babykamer te beperken. Als het kleintje gaat huilen, wordt het systeem onmiddellijk geactiveerd om u te waarschuwen: als de baby rustig is communiceren de zender en de ontvanger slechts om de 20 s om te controleren of de communicatie nog steeds naar behoren werkt. FUNCTIES • Bereik van 1000 m in een overdekte ruimte. • 2 kanalen + 8 digitale codes (met dus in totaal 16 onderkanalen) voor een hoge bescherming tegen storingen. • Ontvanger voorzien van een oplaadbare lithium batterij op een voetstuk. • Geluids-, visueel alarm en alarm via trillingen op de ontvanger. • Volume controle op de ontvanger. • Zacht nachtlampje op de zender. • Instellen van de gevoeligheidsgraad van de microfoon op de zender. • Vermelding van de temperatuur in de babykamer op de zender en op de. • Audio en visueel alarm op de ontvanger als de zender buiten bereik staat. • Laadstaat verklikker van de batterij en waarschuwing als de batterij bijna leeg leeg is op de zender en de ontvanger. WAARSCHUWINGEN - De Babyphone Expert Care mag niet beschouwd worden als een medisch apparaat. Buiten het gebruik van de Babyphone Expert Care, is het sterk aangeraden dat een volwassene regelmatig en rechtstreeks naar de baby gaat kijken. Premature baby’s of kinderen die gezondheidsproblemen hebben moeten door een kinderarts of iemand anders uit de gezondheidszorg gevolgd worden. - Nooit uw kind buiten alleen achterlaten, zelfs voor een ogenblik. - Niet oplaadbare batterijen mogen niet opgeladen worden. - De oplaadbare batterijen moeten uit het apparaat gehaald worden voordat u ze gaat opladen. - Gebruik nooit nieuwe en reeds gebruikte batterijen door elkaar of oplaadbare en alkalische batterijen. - Oplaadbare batterijen mogen alleen onder toezicht van een volwassene opgeladen worden. - De batterijen moeten met inachtneming van de juiste polariteit op hun plaats gebracht worden (+/-). - Lege batterijen moeten uit het apparaat gehaald worden. - De voedingsklemmen mogen niet kortgesloten worden. - Gebruik altijd de door de fabrikant meegeleverde batterij van de ontvanger : als de batterij beschadigd is, moet hij vervangen worden door de fabrikant, door zijn servicedienst of door een andere vakman om gevaar te voorkomen. - Voor een optimaal gebruik van uw babyfoon en om storingen te voorkomen, raden wij u aan geen enkel ander elektrisch apparaat op dezelfde contactdoos als de babyfoon aan te sluiten (gebruik dus niet een meervoudige stekkerdoos). VOEDING A / Zender 1. Werking met batterijen (niet meegeleverd) Druk op het sluitplaatje en schuif het opzij om bij het batterijenvakje te kunnen komen. Breng dan 3 alkalische batterijen van het type AAA in het vakje aan en neem hierbij de aangegeven polariteit in acht (+/-). 18 BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding 2. Werking via het stroomnet (stroomnet adapter meegeleverd) De zender kan ook gevoed worden via een contactdoos met gebruik van de adapter CA (6 V, 300 mA). Sluit de uitgang steker van de adapter aan op de jack CC (gelijkstroom) aansluiting van de zender. Sluit de adapter aan op de contactdoos van het stroomnet. De voeding via de batterijen wordt onderbroken zodra de zender op het stroomnet wordt aangesloten. Opmerking: Het bereik is groter als de zender via het stroomnet wordt gevoed. B / Ontvanger 1. Werking met de meegeleverde batterij De lithium batterij is al in de ontvanger aangebracht. 2. Opladen en werking op het voetstuk U moet de ontvanger uitzetten voordat u hem voor het eerst in gebruik gaat nemen en u moet hem opladen op zijn voetstuk. De laadverklikker licht dan rood op, als de batterij opgeladen is (gemiddelde tijdsduur 3 uur), licht de verklikker groen op en is de ontvanger klaar voor gebruik. Als u de ontvanger op zijn voetstuk laat staan, wordt de batterij automatisch opnieuw opgeladen zodra tot aan een bepaald niveau leeg is gelopen. OPMERKING: OM DE LEVENSDUUR VAN DE BATTERIJ OP TE VOEREN, IS HET BETER HEM HELEMAAL LEEG TE LATEN LOPEN VOORDAT U HEM OPNIEUW OPLAADT. INSTELLEN VAN DE KANALEN De zender en de babyfoon zelf zijn al ingesteld op hetzelfde kanaal, u kunt ze dus onmiddellijk gebruiken en hoeft ze niet meer in te stellen. Hoort u toch storingen, dan moet u de hieronder staande procedure volgen om de zender en de ontvanger op een nieuw kanaal in te stellen. Zender Druk op de knop aan de onderkant van het afsluitplaatje en schuif dit plaatje opzij om bij de batterijen te kunnen komen. Verwijder de batterijen. • Met behulp van een scherp voorwerp, moet u één van de 2 standen van de kanaal keuzeschakelaar selecteren (knop 1). • Dan uw nummercode selecteren door één van de 8 mogelijke combinaties te kiezen met behulp van de knoppen 2, 3 en 4. BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding 19 Ontvanger Druk op de knop aan de onderkant van het afsluitplaatje en schuif dit plaatje opzij om bij de batterij te kunnen komen. Verwijder de batterij. Op dezelfde manier te werk gaan als voor de instelling van zender om het kanaal en de nummercode in te stellen. Goed kijken of u wel precies dezelfde instellingen hebt gemaakt op de zender en de ontvanger. Opmerking: Mocht u storingen ontvangen tijdens de werking, dan moet u een ander kanaal instellen of de combinatie van de nummercode wijzigen. Goed kijken of u wel precies dezelfde instellingen hebt gemaakt op de zender en de ontvanger. BEDIENINGSORGANEN Zender 1. Nachtlampje 2. Controleren van de gevoeligheidsgraad van de microfoon 3. Lichtgevend controlelampje van de transmissie 4. Microfoon 5. Overgaan nachtlampje bij stemactivering 6. Schakelaar On/Off en schakelaar voor het nachtlampje 7. Lichtgevend controlelampje van de werking en Batterij alarm. 8. Jack gelijkstroom aansluiting. Ontvanger 9. Lichtgevende dioden om het geluidsniveau / alarm buiten bereik aan te geven 10. Geluid lager zetten 11. Trilling verklikker 12. Luidspreker 13. Geluid harder zetten 14. Schakelaar On/Off en trilling schakelaar 15. Laadcontacten Voetstuk oplader 16. Laadpennen 17. Gelijkstroom aansluiting 18. Laadverklikker Zender en ontvanger 19. Kanaal selecteren 20. Selecteren nummercode WERKING A / Zender • Zet de zender aan door de schakelaar (6) op On te zetten. Het controlelampje van de werking “Power” (7) licht groen op. • De zender op ongeveer 1 meter van het wiegje zetten met de microfoon (4) naar de baby toe gekeerd. • Stel de gevoeligheidsgraad van de microfoon bij met behulp van knop 2: naar boven toe drukken om de gevoeligheid op te voeren en naar beneden om de gevoeligheid te verlagen (5 niveaus beschikbaar). • Zodra de zender een geluid opvangt, licht het lichtgevende controlelampje van de transmissie (3) rood op. • Het nachtlampje (1) kan constant bijgesteld worden door de schakelaar On/Off (6) naar de stand te zetten. Het nachtlampje kan ook geactiveerd worden door de stem (VOX functie) door kort te drukken op de knop 5. Het nachtlampje gaat dan branden zodra de microfoon een geluid opvangt en gaat automatisch uit als alles rustig is geworden. • De staat van de batterijen wordt aangegeven door het lichtgevende controlelampje “Power” (7). Als de batterijen leeg zijn, gaat dit lampje knipperen. B / Ontvanger • Zet de ontvanger aan door de schakelaar (14) op On te zetten. Het controlelampje van de werking “Power” (7) licht groen op. • Plaats de ontvanger op een redelijke afstand ten opzichte van de zender om storingen te vermijden (snerpend geluid). • Als de ontvanger een signaal van de zender ontvangt, gaan de lichtgevende geluid opmeting dioden (9) branden. De diodes lichter sterker op naar gelang het volume van het stemmetje van de baby sterker is. • Het volume van de luidspreker kan bijgesteld worden met behulp van de steltoetsen (10) en (13). Ledere keer dat u drukt op één van deze knoppen, hoort u “een” pieptoon waarvan het volume overeenkomt met het niveau dat u zojuist hebt geselecteerd. Als u op toets 10 tot aan de maximale instelling drukt, hoort u deze pieptoon niet meer en dit wil zeggen dat de ontvanger in de stille modus is gezet. 20 BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding • Als u het tril alarm wenst te gebruiken, moet u de schakelaar On/Off (14) op de stand zetten. De trilling verklikker (11) gaat branden. De triller treedt dan in werking zodra de baby een voldoende hard geluid voortbrengt. Om de batterij te sparen, is het aangeraden de alarminrichting niet constant te gebruiken met de trilfunctie. • Als de ontvanger meer dan 2 minuten lang buiten bereik van de zender is, treedt het alarm “buiten bereik” in werking: de lichtgevende dioden (9) gaan knipperen en u hoort een geluidsalarm. De alarmmelding verdwijnt pas als de ontvanger terug komt in het bereik van de zender. N.B.: deze alarmmelding treedt automatisch in werking als de zender stopt, als de batterij bijna leeg is of als de voeding wordt onderbroken, of als de kanaal/digitale code/ alarm geen bereik instellingen niet gelijk zijn tussen de zender en de ontvanger. • De staat van de oplaadbare batterij is te zien op het lichtgevende controlelampje “Power” (7). Als de batterij leeg is, gaat dit lampje knipperen en hoort u een geluidsalarm. • Om praktische redenen kan de ontvanger om de nek van de ouders gedragen worden dankzij de meegeleverde riem. VOORZORGSMAATREGELEN • Gebruik alleen de meegeleverde adapters, het gebruik van andere adapters kan schade toebrengen aan de Babyphone Expert Care. • Als u de Babyphone Expert Care langere tijd niet gebruikt, moet u alle batterijen uit de zender en ook de batterij uit de ontvanger halen om schade veroorzaakt door lekken van de batterijen te voorkomen. • Als u de Babyphone niet gebruikt, moet u de steker van de adapter uit de muurcontact van het stroomnet halen. • De Babyphone Expert Care werkt beter in een temperatuur bereik dat ligt tussen -9°C en +50°C. • De Babyphone Expert Care niet te lang aan direct zonlicht blootstellen en hem ook niet plaatsen in de nabijheid van een warmtebron of in een vochtig en stoffig vertrek. • Het apparaat niet demonteren, het bevat geen enkel onderdeel dat ergens voor gebruikt kan worden. • Elektrische en elektronische uitrustingen moeten op selectieve wijze afgevoerd worden. U mag het afval van elektrische en elektronische uitrustingen niet gooien in niet gesorteerd huisvuil, u moet ze naar speciale afvalcontainers brengen. TOEBEHOREN a. Adapter CA 6V voor de zender b. Adapter CA 6V voor de snelle oplader c. Oplaad voetstuk d. Zender e. Ontvanger f. Oplaadbare Lithium 3,7V batterij (is aangebracht in de unit van de ontvanger) g. Rien h. Gebruikshandleiding b a c f d e h g BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding 21 TABEL OPLOSSEN VAN STORINGEN Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing • De gevoeligheidsgraad van de microfoon van de zender is te laag ingesteld. • De gevoeligheid van de microfoon hoger instellen met behulp van knop 2. • De batterij van de ontvanger is leeg/ de batterijen van de zender zijn leeg of de stroomnet adapters zijn niet naar behoren aangesloten. • De batterij van de ontvanger opladen / de batterijen van de zender vervangen of de aansluiting controleren. • De transmissie wordt onderbroken. • De gevoeligheidsgraad van de microfoon is te hoog ingesteld. • De gevoeligheid van de microfoon lager instellen met behulp van de knop 2. • De alarm geen bereik blijft geactiveerd. • De instelling van het kanaal of de digitale code is niet identiek tussen de zender en de ontvanger. • De batterijen van de zender zijn leeg. • Hetzelfde kanaal en dezelfde digitale code instellen op de zender en de ontvanger. • De batterijen vervangen of het apparaat op het stroomnet aansluiten. • De ontvanger dichter bij de zender zetten. • Geen transmissie. • De afstand tussen de zender en de ontvanger is te groot. • Soms gaat het alarm geen bereik af zonder dat er een reden toe is. • Storingen met andere apparaten die ook op hetzelfde kanaal werken. • Over gaan naar een ander kanaal op zowel de zender als de ontvanger. • Het alarm batterij bijna leeg verschijnt constant op het scherm. • De batterij is leeg / De batterijen van de zender zijn leeg. • De batterij van de ontvanger oplader met behulp van het oplaad voetstuk. / De batterijen vervangen of het apparaat op het stroomnet aansluiten. • Een batterij in het vakje aanbrengen • Contact opnemen met de consumentendienst. • Er zit geen batterij in de ontvanger. • De batterij is beschadigd. • De levensduur van de batterijen van de zender is te kort. • Het nachtlampje brandt constant. • Het nachtlampje uitzetten op instellen op activeren via de stem. • De levensduur van de batterijen van de ontvanger is te kort. • Het alarm met de trilfunctie wordt systematisch geactiveerd. • Het alarm met trilfunctie uitzetten. • Talrijke storingen of storende geluiden. • De zender staat te dicht bij andere elektrische apparaten. • De zender uit de buurt van de bron die de storingen veroorzaakt halen of overgaan naar een ander kanaal. • Communicatie bereik te kort. • Tussen de zender en de ontvanger staan talrijke structuren van staal. • De batterijen van de zender zijn bijna leeg. 22 • De zender of de ontvanger verplaatsen. • De batterijen vervangen of het apparaat op het stroomnet aansluiten. BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding