BABYPHONE EXPERT CARE • InstructieHandleiding
22
TABEL OPLOSSEN VAN STORINGEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
• Geen transmissie.
• De gevoeligheidsgraad van de microfoon
van de zender is te laag ingesteld.
• De batterij van de ontvanger is leeg/ de
batterijen van de zender zijn leeg of de
stroomnet adapters zijn niet naar
behoren aangesloten.
• De gevoeligheid van de microfoon hoger
instellen met behulp van knop 2.
• De batterij van de ontvanger opladen /
de batterijen van de zender vervangen of
de aansluiting controleren.
• De transmissie wordt onderbroken.
• De gevoeligheidsgraad van de microfoon
is te hoog ingesteld.
• De gevoeligheid van de microfoon lager
instellen met behulp van de knop 2.
• De alarm geen bereik blijft geactiveerd.
• De instelling van het kanaal of de digitale
code is niet identiek tussen de zender
en de ontvanger.
• De batterijen van de zender zijn leeg.
• De afstand tussen de zender en de
ontvanger is te groot.
• Hetzelfde kanaal en dezelfde digitale
code instellen op de zender en de
ontvanger.
• De batterijen vervangen of het apparaat
op het stroomnet aansluiten.
• De ontvanger dichter bij de zender zetten.
• Soms gaat het alarm geen bereik af
zonder dat er een reden toe is.
• Storingen met andere apparaten die ook
op hetzelfde kanaal werken.
• Over gaan naar een ander kanaal op
zowel de zender als de ontvanger.
• Het alarm batterij bijna leeg verschijnt
constant op het scherm.
• De batterij is leeg / De batterijen van de
zender zijn leeg
.
• Er zit geen batterij in de ontvanger.
• De batterij is beschadigd.
• De batterij van de ontvanger oplader
met behulp van het oplaad voetstuk. /
De batterijen vervangen of het apparaat
op het stroomnet aansluiten.
• Een batterij in het vakje aanbrengen
• Contact opnemen met
de consumentendienst.
• De levensduur van de batterijen van
de zender is te kort.
• Het nachtlampje brandt constant. • Het nachtlampje uitzetten op instellen
op activeren via de stem.
• De levensduur van de batterijen van
de ontvanger is te kort.
• Het alarm met de trilfunctie wordt
systematisch geactiveerd.
• Het alarm met trilfunctie uitzetten.
• Talrijke storingen of storende geluiden.
• De zender staat te dicht bij andere
elektrische apparaten.
• De zender uit de buurt van de bron die
de storingen veroorzaakt halen of
overgaan naar een ander kanaal.
• Communicatie bereik te kort.
• Tussen de zender en de ontvanger staan
talrijke structuren van staal.
• De batterijen van de zender zijn bijna leeg.
• De zender of de ontvanger verplaatsen.
• De batterijen vervangen of het apparaat
op het stroomnet aansluiten.