Documenttranscriptie
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING
Inhoudsopgave
Reglementair / niet-reglementair gebruik............................................................................................... 50
Instructies............................................................................................................................................... 50
Locatie van de onderdelen.................................................................................................................... 51
Symbolen op de machine...................................................................................................................... 52
Veiligheidsinstructies voor het gebruik...................................................................................................54
Montage van zaagblad en zaagketting..................................................................................................56
Brandstof en kettingolie......................................................................................................................... 57
Bediening................................................................................................................................................59
Zagen......................................................................................................................................................62
Onderhoud..............................................................................................................................................64
Onderhoud van zaagketting en zaagblad..............................................................................................66
Opslag.................................................................................................................................................... 68
Afvalverwijdering en milieubescherming................................................................................................ 68
Handleiding voor de foutopsporing........................................................................................................ 69
Technische gegevens.............................................................................................................................70
GARANTIE............................................................................................................................................. 71
EG-CONFORMITEITSVERKLARING.................................................................................................... 71
LET OP!
Lees dit handboek grondig vooraleer u onze producten gebruikt, zodat u vertrouwd geraakt met
het gereedschap.
Houd dit handboek altijd binnen handbereik.
LET OP!
De waarschuwingsinstructies in dit handboek die met een symbool gemarkeerd zijn, verwijzen
naar kritieke punten die in acht moeten worden genomen om het risico op letsels te vermijden;
lees deze aanwijzingen aandachtig en neem ze in acht tijdens het gebruik.
LET OP!
Dit symbool verwijst naar aanwijzingen die moeten worden opgevolgd om ongevallen te vermijden die letsels of de dood als gevolg kunnen hebben.
LET OP!
Dit symbool verwijst naar aanwijzingen die moeten worden opgevolgd om mechanische storingen, uitvallen of schade te vermijden.
LET OP!
Lees deze instructies aandachtig vooraleer u met de zaag werkt en bewaar ze goed.
Lees de aanwijzingen aandachtig. Zorg dat u zich vertrouwd maakt met de bedieningselementen zodat u het gereedschap veilig kunt bedienen. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met de kettingzaag.
2500045_b
49
nl
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
LET OP!
Gevaar voor gehoorschade!
In normale bedrijfsomstandigheden kan de gebruiker van dit gereedschap worden blootgesteld
aan een geluidsniveau van 80 dB(A) of meer.
De kettingzaag moet vastgehouden worden met de rechterhand aan de achterste handgreep
en met de linkerhand aan de voorste handgreep.
LET OP!
Bescherming tegen geluidshinder
Tijdens het werken met het gereedschap moet de lokale regelgeving in acht worden genomen.
REGLEMENTAIR / NIET-REGLEMENTAIR GEBRUIK
De kettingzaag is bedoeld om boomstammen en balken te zagen en om takken volgens snijlengte te
zagen. De zaag mag enkel worden gebruikt voor het zagen van hout. Tijdens het gebruik is voldoende
persoonlijke beschermingsuitrusting vereist. Alle andere toepassingen zoals professionele boomverzorging van de binnenkant van de boom, worden uitdrukkelijk uitgesloten. Voor schade of letsels die veroorzaakt worden door bedieningsfouten, is de gebruiker/bediener verantwoordelijk, niet de fabrikant. Enkel
de zaagkettingen en zwaardcombinaties die in de gebruikershandleiding voor dit gereedschap worden
vermeld, mogen worden gebruikt. Tot het reglementaire gebruik behoren ook de naleving van de veiligheidsinstructies en de gebruiksaanwijzingen in het gebruikershandboek. Iedereen die met het gereedschap werkt, moet vertrouwd zijn met het gereedschap en moet zich bewust zijn van mogelijke gevaren.
Daarbovenop moeten de geldende veiligheidsvoorschriften strikt worden nageleefd. Ook de voorschriften met betrekking tot arbeidsgeneeskunde en veiligheid op de werkvloer moeten worden nageleefd. Bij
wijzigingen aan het gereedschap vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant voor schade die daarvan het gevolg is, net zoals de fabrieksgarantie voor het gereedschap. Dit gereedschap is bestemd voor
privétuinonderhoud.
WAARSCHUWING!
Neem de nationale voorschriften voor het gebruik van kettingzagen in acht! (arbeidsgeneeskunde, milieu)
INSTRUCTIES
Ook bij reglementair gebruik van het gereedschap kan sprake zijn van een restrisico dat niet kan worden
uitgesloten. Door het type en de constructie van het gereedschap kunnen volgende gevaren niet worden
uitgesloten:
contact met de niet-beveiligde kettingzaag (snijletsels)
Plotselinge ongewenste bewegingen van het zaagzwaard (snijletsels)
Gehoorschade wanneer de voorgeschreven gehoorbescherming niet wordt gedragen
Inademen van schadelijke deeltjes en uitlaatgassen van de motor
Huidcontact met benzine
Lawaaiontwikkeling. Een bepaald geluidsniveau van de machine is onvermijdbaar. Geluidsoverlast
op openbare plaatsen moet worden goedgekeurd en worden beperkt tot bepaalde tijdstippen. Rusttijden moeten worden gerespecteerd en de werktijden kunnen mogelijk worden beperkt. Ter bescherming moeten de bediener en de personen die in de omgeving werken een geschikte gehoorbescherming dragen.
50
2500045_b
Locatie van de onderdelen
Vibraties. Waarschuwing: De werkelijke vibratiewaarde tijdens de werking van de kettingzaag kan
afwijken van de gegevens in het handboek of van de gegevens van de fabrikant. De volgende factoren kunnen daarvan de oorzaak zijn. Deze moeten voor en tijdens het gebruik in acht worden
genomen:
Naleving van de gebruiksinstructies van de kettingzaag
Snijmethode en verwerking van het hout dat gezaagd wordt
Correct gebruik en staat van de kettingzaag
Scherpheidsniveau en staat van het snijgereedschap
Montage van optionele handgrepen die bestand zijn tegen vibraties en bevestiging van de handgrepen aan de behuizing van de kettingzaag
Wanneer u na het gebruik van de machine een onnatuurlijk gevoel of een verkleuring van de huid opmerkt, las dan een gepaste werkonderbreking in. Zonder werkonderbrekingen kan een hand-arm-vibratiesyndroom ontstaan.
LOCATIE VAN DE ONDERDELEN
1
15
2
14
3
4
13
5
12
6
7
11 10
8
9
16
17
18
1
Zaagketting
10
Gashendel
2
Zaagblad (zwaard)
11
Motorschakelaar
3
Voorste handbescherming
12
Oliereservoir
4
Handgreep startinrichting
13
Brandstoftank
2500045_b
51
nl
Symbolen op de machine
5
Luchtfilterdeksel
14
Voorste handgreep
6
Vastzetmoer
15
Afdekpaneel van het zaagblad
7
Luchtklepknop
16
Pompbal
8
Gashendelvergrendeling
17
Afdekking koppeling
9
Achterste handgreep
18
Boomklauw
SYMBOLEN OP DE MACHINE
Lees alle waarschuwingsinstructies en neem deze in acht.
Waarschuwing! Terugslagrisico. Kijk uit voor de terugslag van de kettingzaag en vermijd
contact met het zaagbladuiteinde.
Werk nooit met alleen één hand met de kettingzaag.
Bedien de kettingzaag altijd met beide handen.
Aangepaste gehoor-, oog en hoofdbescherming moet worden gedragen.
Lees de gebruikershandleiding helemaal vooraleer u met dit gereedschap werkt.
Wanneer u met dit gereedschap werkt, dient u altijd veiligheidshandschoenen te dragen
die beschermen tegen vibraties.
Wanneer u met de kettingzaag werkt, dient u altijd antislip werklaarzen te dragen.
Voor de veilige werking en het veilige onderhoud werden symbolen op de machine gedrukt. Neem deze
instructies altijd in acht.
Aansluiting om brandstofmengsel bij te vullen
Locatie: naast het tankdeksel
52
2500045_b
Symbolen op de machine
Aansluiting om kettingolie bij te vullen
Locatie: naast het oliereservoir
De motorschakelaar bedienen De schakelaar op "O" zetten, de motor schakelt onmiddellijk
uit.
Locatie: links van de achterste handgreep
De luchtklepknop bedienen Trekt u de knop naar buiten, sluit de luchtklep, duwt u de knop
naar binnen, opent de luchtklep.
Locatie: Luchtfilterdeksel
De oliepomp instellen Draai de stang met een schroevendraaier in de richting van de pijl
tot stand MAX voor een sterkere oliestroom resp. in stand MIN voor een zwakkere oliestroom van de kettingolie.
Locatie: Onderkant van de aandrijfeenheid
De schroef onder de markering "H" dient om het mengsel bij een hoger toerental in te stellen.
Locatie: boven links bij de achterste handgreep
De schroef onder de markering "L" dient om het mengsel bij een lager toerental in te stellen.
Locatie: boven links bij de achterste handgreep
De schroef boven de markering "T" dient om het stationair toerental in te stellen.
Locatie: boven links bij de achterste handgreep
Toont in welke richting de kettingrem wordt losgelaten (witte pijl) of ingedrukt (zwarte pijl).
Locatie: Voorkant van gids per spoor
Toont in welke richting de ketting gemonteerd is.
Locatie: Voorkant van gids per spoor
Gegarandeerd geluidsniveau:
– 112 dB voor 6238
– 113 dB voor 6240
Motor handmatig starten
2500045_b
53
nl
Veiligheidsinstructies voor het gebruik
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
Vooraleer u met het gereedschap werkt
Lees dit handboek grondig vooraleer u onze producten gebruikt, zodat u vertrouwd geraakt met
het gereedschap.
Werk nooit met een kettingzaag wanneer u moe, ziek of gestresseerd bent of wanneer u geneesmiddelen hebt ingenomen waardoor u moe wordt of wanneer u alcohol of drugs gebruikt hebt.
Zorg tijdens het werken met de kettingzaag voor een goed verlucht werkbereik. Start of bedien
het gereedschap nooit in gesloten ruimtes of gebouwen. De uitlaatgassen bevatten gevaarlijk
koolmonoxide.
Gebruik de kettingzaag niet wanneer het hard waait of bij slecht weer of slecht zicht of bij zeer
hoge of lage temperaturen. Controleer de boom altijd op afgestorven takken die naar beneden
kunnen vallen tijdens het omzagen.
Draag antislipveiligheidsschoenen, nauw aansluitende kledij en gehoor-, oog en hoofdbescherming. Draag handschoenen die beschermen tegen vibraties. Aangenomen wordt dat het zogenaamde fenomeen van Raynaud, dat de vingers van de persoon in kwestie treft, veroorzaakt
kan worden door vibratie en koude. Bleekheid en gevoelloosheid van de vingers. Omdat niet
bekend is vanaf welke minimale belasting deze klachten kunnen optreden, raden wij absoluut
de volgende voorzorgsmaatregelen aan. Houd u warm, vooral hoofd, nek, voeten, enkels, handen en polsen. Las vaker een pauze in, let op een goede doorbloeding door krachtige oefeningen met de armen en rook niet. De kettingzaag moet altijd scherp zijn en de zaag moet samen
met het beschermsysteem tegen vibraties zorgvuldig worden onderhouden. Een botte ketting
verhoogt de zaagtijd en wanneer een dergelijke ketting door het hout wordt gedrukt, verhoogt de
vibratiebelasting op de handen. Een zaag met losse onderdelen of met beschadigde of versleten vibratiedempers produceert hogere vibraties. De werkduur beperken. Ook wanneer al deze
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen, kan niet worden uitgesloten dat uw vingers
gevoelloos worden of dat een carpaletunnelsyndroom ontstaat. Daarom moet bij regelmatig of
permanent gebruik van het gereedschap zorgvuldig de staat van handen en vingers in de gaten
worden gehouden. Wanneer een van de boven beschreven symptomen zich voordoet, vraag
dan onmiddellijk advies aan de arts.
Men dient voorzichtig te zijn bij het hanteren van brandstof. Veeg brandstof die gemorst werd
weg en verwijder de kettingzaag minstens 3 m van de tankplaats alvorens de motor te starten.
Op plaatsen waar brandstof wordt vermengd, gedecanteerd/bijgevuld of opgeslagen, moeten
alle bronnen die vonken of vlammen kunnen veroorzaken, worden verwijderd. Rook niet tijdens
het hanteren van brandstof of tijdens het werken met de kettingzaag.
Let er bij het starten van de motor en tijdens het zagen op dat er geen andere personen in
de buurt van de kettingzaag zijn. Er mogen zich geen personen of dieren in het werkbereik
bevinden. Bij het inschakelen en de werking van de kettingzaag moeten kinderen, huisdieren
of toeschouwers een afstand van minimaal 10 m respecteren.
Begin pas te zagen wanneer het werkbereik vrij is, wanneer u stabiel staat en de vallende stam
zeker kunt ontwijken.
Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast, wanneer de motor draait. Omsluit de handgrepen van de kettingzaag stevig met duimen en vingers.
Let er bij het draaien van de motor op dat geen enkel lichaamsdeel in contact komt met de zaag.
Controleer voordat u de motor start of de ketting geen voorwerpen of personen raakt.
De kettingzaag moet met uitgeschakelde motor, met zaagzwaard en ketting naar achter en
geluidsdemper van het lichaam verwijderd worden gedragen.
Controleer de kettingzaag voor elk gebruik op versleten, losse of vervangen onderdelen. Een
beschadigde, foutief ingestelde of onvolledig of niet vast gemonteerde kettingzaag mag niet
worden gebruikt. Let erop dat de ketting stopt, wanneer het gas gelost wordt.
54
2500045_b
Veiligheidsinstructies voor het gebruik
Met uitzondering van de punten die in het gebruikershandboek worden vermeld, mag de kettingzaag
enkel worden onderhouden door gekwalificeerd vakpersoneel (bijv. het gebruik van ongeschikte gereedschappen om het vliegwiel te demonteren of om het vliegwiel tegen te houden bij de demontage van de koppeling kan tot structurele schade aan het vliegwiel leiden, zodat dit uitvalt tijdens
de werking).
Schakel de motor altijd uit voordat u de kettingzaag weglegt.
U dient uitermate voorzichtig te zijn wanneer u kleine takken en scheuten zaagt, omdat kleine deeltjes in de ketting kunnen verstrikt geraken en tegen de bediener kunnen worden geslingerd.
Wanneer u een tak zaagt die onder spanning staat, dient u erop te letten dat u niet geraakt wordt,
wanneer de spanning opgeheven wordt en de tak terugspringt.
De handgrepen moeten altijd droog, schoon en vrij van brandstof of brandstofmengsel zijn.
Kijk uit voor de terugslag van de zaag. De terugslag is een opwaartse beweging van het zaagblad
die zich voordoet wanneer de zaagketting aan het uiteinde van het zaagblad een voorwerp raakt.
Een terugslag kan tot gevaarlijk controleverlies over de kettingzaag leiden.
Let er bij het transporteren van de kettingzaag op dat de beschermende afdekking voor het zaagblad is aangebracht. Leg het gereedschap veilig weg tijdens het transport om schade en letsels te
vermijden en om te vermijden dat brandstof uitloopt.
Veiligheidsmaatregelen tegen terugslag
WAARSCHUWING!
Een terugslag kan optreden wanneer het uiteinde van het zaagblad een voorwerp raakt of wanneer de zaagketting geklemd geraakt tijdens het zagen.
Het aanraken van het uiteinde van het zwaard met een voorwerp kan een bliksemsnelle reactie veroorzaken waarbij het zaagblad naar boven en naar de bediener wordt teruggeslingerd. Bij het inklemmen van de zaagketting boven aan het zaagblad, kan het zwaard snel
naar de bediener teruggeduwd worden. Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat u de controle over de zaag verliest en dat zware letsels worden veroorzaakt.
Vertrouw niet alleen op de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van de zaag. Neem bij het gebruik
van de kettingzaag bepaalde maatregelen in acht om ongevallen of letsels tijdens de werkzaamheden uit te sluiten.
(1) Wanneer u weet hoe een terugslag veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingsmoment
verkleinen of uitsluiten. Verrassende gebeurtenissen houden altijd een ongevalrisico in.
(2) Hanteer de zaag met beide handen op een veilige manier wanneer de motor draait, de
rechterhand op de achterste handgreep, de linkerhand op de voorste handgreep. Omsluit de
handgrepen stevig met duimen en vingers. Door de stevige grip wordt het risico op terugslag
verkleind en kan de zaag veilig gehanteerd worden. Versoepel de grip niet.
(3) Zorg ervoor dat er zich geen hindernissen in het werkbereik bevinden. Vermijd dat het
uiteinde van het zwaard in aanraking komt met een boomstam, tak of andere hindernissen
die tijdens het werken met de zaag kunnen voorkomen.
(4) Zagen met hogere motortoerentallen.
(5) Werk niet hoger dan op schouderhoogte.
(6) Neem de slijp- en onderhoudsinstructies van de fabrikant in acht.
(7) Gebruik enkel de vervangzwaarden en -kettingen die de fabrikant vermeldt of gelijkwaardige artikelen.
2500045_b
55
nl
Montage van zaagblad en zaagketting
MONTAGE VAN ZAAGBLAD EN ZAAGKETTING
Bij de levering van de kettingzaag zijn standaard volgende onderdelen
inbegrepen:
(1) Aandrijfeenheid
(2) Zaagketting
(3) Zaagblad (zwaard)
(4) Afdekpaneel van het zaagblad
(5) Steeksleutel
(6) Vijl
Open de verpakking en monteer het zaagblad en de zaagketting als
volgt.
WAARSCHUWING!
De randen van de zaagketting zijn zeer scherp. Draag voor de
veiligheid beschermende handschoenen.
1
2
3
Trek de bescherming naar de voorste handgreep om ervoor te zorgen dat de kettingrem niet ingeschakeld is.
Maak twee moeren (12) los en verwijder vervolgens de afdekking van
de koppeling (13) en de afstandhouder.
Leg de ketting op het kettingwiel, leg de zaagketting rond het zaagblad en monteer het zaagblad op de aandrijfeenheid. Plaats de kettingspanmoer (8) in het onderste boorgat (7) van het zaagblad, monteer de afdekking van de koppeling en span de beveiligingsmoeren
handvast aan. Let erop dat de stift (9) van de afdekking van de koppeling in het boorgat (10) op de motorbasis.
(7) Boorgat
(9) Afdekking koppeling
(11) Afstandhouder
(13) Moeren
(8) Kettingspanmoer
(10) Boorgat
(12)Afdekking koppeling
ADVICE
Let op de correcte looprichting van de zaagketting.
(1) Bewegingsrichting
56
2500045_b
Brandstof en kettingolie
1
2
3
4
5
Monteer het zaagblad en leg de ketting op het blad en het kettingwiel.
Plaats de kettingspanmoer in het onderste boorgat van het zaagblad,
monteer de afdekking van de ketting en span de beveiligingsmoeren
handvast aan.
Houd het zaagblad met het uiteinde naar boven en stel de kettingspanning in door de spanschroef te draaien tot de spanriemen de onderkant van het blad net aanraken.
Houd het zaagblad met het uiteinde naar boven en draai de moeren vast (12-15 Nm). Beweeg vervolgens de ketting met de hand en
controleer of deze zonder schokken of stoten beweegt en de juiste
spanning heeft. Pas de spanning van de ketting aan indien nodig. De
afdekking moet weggenomen zijn.
Draai de spanschroef vast.
(1) Losmaken
(2) Aanspannen
(3) Kettingspanschroef
LET OP!
De juiste kettingspanning is uiterst belangrijk. De verkeerde
spanning kan vroegtijdige slijtage van het zaagblad veroorzaken
of ertoe leiden dat de ketting vaak loskomt. Vooral met een
nieuwe ketting moet voorzichtig worden omgesprongen, omdat
deze nog kan rekken wanneer ze voor het eerst wordt gebruikt.
De boomklauw hoort bij de kettingzaag. Voor het eerste gebruik
moet deze aan de kettingzaag worden geschroefd. De klauw
moet met twee schroeven aan de voorkant van de kettingzaag
worden bevestigd.
BRANDSTOF EN KETTINGOLIE
BRANDSTOF
De motoren worden gesmeerd met een speciale olie voor gekoelde 2takt benzinemotoren. Wanneer dergelijke olie niet verkrijgbaar is, dan
moet olie met antioxidant-toevoeging voor gekoelde 2-takt motoren worden gebruikt.
AANBEVOLEN MENGSEL BENZINE 40 : OLIE 1
(JASO FC of ISO EGC voor gekoelde tweetaktmotoren). Deze motoren
zijn gecertificeerd voor werking met loodvrije benzine.
2500045_b
57
nl
Brandstof en kettingolie
WAARSCHUWING!
De brandstof is licht ontvlambaar. Rook niet in de buurt van
brandstof en vermijd vlammen en vonken.
LET OP!
1 BRANDSTOF ZONDER OLIE (RUWE BENZINE) – Leidt
heel snel tot zware beschadiging van de interne motoronderdelen.
2 OLIE VOOR 4-TAKT MOTOREN of WATERGEKOELDE 2TAKT MOTOREN – Kan leiden tot vervuiling van de bougies, sluiten van de uitlaatopeningen of vastkleven van zuigerveren.
HET BRANDSTOFMENGSEL SAMENSTELLEN
1 Meet de hoeveelheden benzine en olie af die moeten worden
vermengd.
2 Doe een beetje benzine in een schone, goedgekeurde brandstoftank.
3 Giet de olie er volledig bij en roer goed.
4 Voeg de overige benzine toe en roer minimaal een minuut.
5 Breng een eenduidige markering op de buitenkant van de tank
aan om verwisseling met benzine- of andere tanks te vermijden.
KETTINGOLIE
Gebruik een speciale olie die heel het jaar door gebruikt kan worden.
ADVICE
Gebruik geen oude olie of gezuiverde olie die de oliepomp kunnen beschadigen.
58
2500045_b
Bediening
BEDIENING
2
DE MOTOR INSCHAKELEN
1 Maak het brandstof- en oliereservoirdeksel los en verwijder het.
Leg het deksel op een stofvrije plaats.
2 Vul de tank van het gereedschap met brandstof en vul de
olietank tot een stand van 80% met kettingolie.
3 Draai het brandstof- en oliereservoirdeksel weer vast en veeg
evt. gemorste brandstof weg.
4 Draai de schakelaar op "I".
5 Druk constant op de pompbal tot brandstof in de bal komt.
(1) Olie
(4) Pompbal
(2) Brandstof
(5) Luchtklepknop
(3) Motorschakelaar
6 Trek de luchtklepknop naar buiten. De luchtklep wordt gesloten
en de gashendel staat in de startpositie.
1
ADVICE
Bij opnieuw starten onmiddellijk na het uitschakelen van de motor. De luchtklep openen.
ADVICE
Nadat de luchtklepknop naar buiten werd getrokken, keert deze
niet meer terug in de bedrijfsstand, ook wanneer de gashendel of
de knop met de vinger ingedrukt wordt. Wanneer de luchtklepknop terug in de bedrijfsstand zou keren, moet in plaats daarvan
de gashendel worden ingedrukt.
1
Het afdekpaneel van de voorste handgreep naar voor en naar beneden duwen om de kettingrem te bedienen.
1
Houd de zaag vast tegen de grond en trek stevig aan het starttouw.
1
Druk de gashendel in zodra de ontsteking plaatsvindt, zodat de luchtklepknop terugkeert in de bedrijfsstand en start de motor met de
handgreep van de startinrichting.
Trek het afdekpaneel van de voorste handgreep naar de handgreep
toe omhoog om de rem los te laten. Laat vervolgens de motor met
lichtjes uitgetrokken gashendel warmlopen.
2
2500045_b
59
nl
Bediening
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u de motor start of de ketting geen voorwerpen of personen raakt. Let er telkens wanneer u inschakelt op
dat de kettingrem ingedrukt is.
OLIETOEVOER CONTROLEREN
Laat na het starten van de motor, de ketting met een gemiddelde snelheid lopen en controleer of kettingolie verneveld wordt zoals op de afbeelding.
De kettingoliestroom kan worden gewijzigd met behulp van een schroevendraaier die in de opening onder op de koppelingszijde moet worden ingevoerd. Pas de kettingolie aan conform de werkomstandigheden.
(1) Verstelschroef voor de kettingoliestroom
Draai de verstelschroef tegenwijzerzin - verhoog de oliestroom
Draai de verstelschroef wijzerzin - beperk de oliestroom.
LET OP!
Wanneer de brandstof op is, moet het oliereservoir vrijwel leeg
zijn. Telkens wanneer brandstof wordt bijgevuld, moet ook het
oliereservoir worden bijgevuld.
DE WERKING VAN DE KOPPELING CONTROLEREN
Vóór elk gebruik moet worden gecontroleerd of de ketting niet beweegt
wanneer de kettingzaag stationair draait.
WAARSCHUWING!
Tijdens het gebruik moet de kettingzaag met beide handen worden vastgehouden, met de linkerhand op de voorste en de rechterhand op de achterste handgreep, ook wanneer de bediener
linkshandig is.
KETTINGREM
De kettingrem stopt de ketting onmiddellijk wanneer de kettingzaag bij
een terugslag terugkaatst.
Normaal gezien wordt de rem automatisch bediend door inertie. Deze
kan ook handmatig worden bediend, wanneer de remhendel (voorste
handgreepbescherming) naar voor en naar beneden wordt geduwd.
Wanneer de rem wordt bediend, komt een witte kegel uit de basis van
de remhendel tevoorschijn. (1) Voorste handgreep (2) Loslaten (3) Rem
(4) Voorste handgreepbescherming
Om de rem los te laten, dient de voorste handgreepbescherming naar
de voorste handgreep omhoog te worden getrokken tot een klikgeluid
klinkt.
60
2500045_b
Bediening
WAARSCHUWING!
Wanneer de rem reageert, de gashendel loslaten om het motortoerental te beperken. Bij continue werking met aangetrokken
rem produceert de koppeling warmte die storingen kan veroorzaken.
De storingsvrije werking van de rem moet dagelijks worden gecontroleerd.
Dit dient men als volgt te doen:
1) Schakel de motor uit.
2) Houd de kettingzaag horizontaal, laat de voorste handgreep los, raak
met het uiteinde van het zaagblad een stronk of een stuk hout aan en
controleer of de rem reageert. De remkracht hangt af van de grootte
van het zwaard. Wanneer de rem niet reageert, contacteert u de klantendienst van onze dealers.
CARBURATEUR-VRIESBESCHERMING
Wanneer de kettingzaag wordt gebruikt bij temperaturen van 0 - 5 °C
en hoge luchtvochtigheid, kan ijs ontstaan in de carburateur; dit kan een
invloed hebben op het motorvermogen of op de perfecte werking van
de motor.
(1) Cilinderdeksel (2) Zonnestraal-symbool (3) Sneeuw-symbool (a)
Normaalbedrijf (b) Vriesbeschermingmodus Dit product is uitgerust met
een verluchtingsklep rechts aan het cilinderdeksel, langs waar warme
lucht naar de motor wordt gevoerd en ijsvorming vermeden kan worden.
Onder normale omstandigheden moet de zaag in normaalbedrijf worden gebruikt, d.w.z. de ingestelde bedrijfsmodus bij de levering.
Wanneer er echter gevaar van ijsvorming is, moet voor het gebruik de
vriesbeschermingmodus worden ingeschakeld. Wanneer de zaag verder wordt gebruikt in de vriesbeschermingmodus, hoewel de temperaturen weer tot de normale waarden zijn gestegen, kan dit een invloed
hebben op het starten of de werking van de motor; daarom moet de ketting steeds weer in normaalbedrijf worden geschakeld van zodra het ijsvormingsgevaar is geweken.
DE BEDRIJFSMODUS WIJZIGEN
(1) Cilinderdeksel
(2) Luchtklepknop
(3) Ijsvormingskap
1 Schakel de motor uit met de motorschakelaar.
2 Verwijder het deksel van het luchtfilter en het luchtfilter, neem vervolgens de luchtklepknop van het cilinderdeksel.
3 Maak de bevestigingsschroeven van het cilinderdeksel los (dit zijn de
drie schroeven aan de binnenkant en een schroef aan de buitenkant
van het deksel) en verwijder het cilinderdeksel.
4 Druk de ijsvormingskap op de rechterkant van het cilinderdeksel naar
beneden met de vinger en verwijder de kap.
5 Stel de ijsvormingskap zo in dat het sneeuw-symbool naar boven
wijst en plaats de kap weer in het cilinderdeksel.
6 Monteer het cilinderdeksel weer en plaats alle andere onderdelen
ook weer in hun juiste positie.
2500045_b
61
nl
Zagen
DE MOTOR AFSTELLEN
Laat de gashendel los en laat de motor enkele minuten stationair
draaien.
2 Zet de schakelaar op "O" (STOP).
(1) Motorschakelaar
1
ZAGEN
WAARSCHUWING!
Vooraleer u met de werkzaamheden begint, moet u het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor het gebruik" lezen; de zaag
moet eerst op eenvoudige stammen worden getest. Zo kunt u
gemakkelijker vertrouwd geraken met de zaag.
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht die het gebruik van de
kettingzaag eventueel kunnen beperken.
Neem steeds de veiligheidsvoorschriften in acht. De kettingzaag mag
enkel worden gebruikt om hout te zagen. Deze mag niet worden gebruikt om andere materialen te bewerken. Vibraties en risico op terugslag zijn bij andere materialen verschillend en de veiligheidsvoorschriften worden dan misschien niet meer nageleefd. Gebruik de kettingzaag
niet als hefboom om voorwerpen op te tillen, te bewegen of te scheiden.
Breng deze niet aan op vaststaande staanders. Gereedschappen of andere toestellen die niet overeenstemmen met de gegevens van de fabrikant, mogen niet op de aftakas worden aangesloten.
De zaag mag niet met kracht in de snede worden geduwd. Bij bedrijf
met volgas is slechts weinig druk vereist voor het werk.
De zaag moet dagelijks voor elk gebruik en na elke val of andere incidenten worden gecontroleerd op schade.
Wanneer de motor op hoge toeren wordt gedraaid wanneer de ketting
klem zit in een snede, kan dit de koppeling beschadigen. Wanneer de
zaagketting klem zit in de snede, probeer deze dan niet met geweld
los te krijgen, maar gebruik een wig of een hefboom om de snede te
openen.
Bescherming tegen terugslag
De zaag is uitgerust met een kettingrem die de ketting bij correct gebruik bij terugslag uitschakelt. De werking van de kettingrem moet voor
elk gebruik worden gecontroleerd; hiervoor moet de zaag gedurende 1
of 2 seconden met volgas lopen en moet de voorste handbescherming
naar voor worden geduwd. De ketting moet dan onmiddellijk stoppen en
de motor draait op volle toeren verder. Wanneer de ketting enkel met
vertraging of helemaal niet stopt, moeten voor het gebruik de remband
en de koppelingstrommel worden vervangen.
62
2500045_b
Zagen
Het is uiterst belangrijk om voor elk gebruik van de zaag de kettingrem
te controleren op perfecte werking en de ketting op voldoende scherpte,
om het risico op terugslag onder controle te houden. Veiligheidsvoorzieningen verwijderen, ongeschikt onderhoud of een foutieve vervanging
van zwaard of ketting kunnen het risico op ernstige letsels door terugslag van de kettingzaag verhogen.
Vallen
1 De valrichting moet worden bepaald aan de hand van de windverhoudingen, de helling van de boom, de locatie van de zware takken,
het verdere werk na het kappen en andere factoren.
2 Maak het bereik rond de boom vrij en let op een stabiele positie en
een veilige weg om te ontsnappen.
3 Voer op de velzijde in de boomstam een valkerf met een derde van
zijn kracht uit.
4 Breng aan de tegenovergestelde kant van de valkerf, iets boven de
basislijn van de kerf, een velsnede aan.
WAARSCHUWING!
Arbeiders die in de buurt werken, moeten eventueel gewaarschuwd worden voor het gevaar tijdens het kappen.
(A) Valkerf
(B) Velsnede
Omzagen en snoeien
WAARSCHUWING!
1 Zorg er altijd voor dat u veilig staat en let op de stabiliteit
van de boom.
2 Houd er rekening mee dat een omgezaagde stam kan wegrollen.
3 Lees de aanwijzingen in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor het gebruik" om een terugslag van de zaag te vermijden. Controleer voor de aanvang van het werk de richting van de buigkracht in de stam die u wilt omzagen. Stop
met zagen telkens in de tegenovergestelde richting van de
buigrichting zodat het zaagblad niet vastgeklemd geraakt in
de snede.
Een niet gedragen boomstam zagen
Zaag de stam tot in de helft door, draai de zaag om en beëindig de
snede langs de andere kant.
Een gedragen boomstam zagen
Zaag in bereik A op de afbeelding hierboven met een derde van de
kracht van onder naar boven en vervolgens de rest van boven naar onder. In bereik B zaagt u met een derde van de kracht van boven naar
beneden en vervolgens van beneden naar boven.
2500045_b
63
nl
Onderhoud
Een gevelde stam snoeien
Controleer eerst de buigrichting van de tak. Maak vervolgens een
vlakke snede in de gecomprimeerde snede opdat de tak niet scheurt.
Zaag door vanuit de gespannen kant.
WAARSCHUWING!
Houd er rekening mee dat de doorgezaagde tak kan terugspringen.
Kappen
Eerst van onder naar boven snijden, vervolgens van het uiteinde naar
beneden.
WAARSCHUWING!
1 Zorg dat u veilig staat of gebruik een ladder.
2 Werk niet buiten uw veilige reikwijdte.
3 Werk niet hoger dan op schouderhoogte.
4 Houd de zaag altijd met beide handen vast.
WAARSCHUWING!
Bij het werken aan stammen moet de boomklauw altijd worden
aangebracht. De boomklauw wordt met behulp van de achterste
handgreep in de stam gedrukt. Duw vervolgens de voorste handgreep in de richting van de snijlengte. De klauw moet evt. als leiding voor de verdere zaagwerkzaamheden in de positie blijven.
Bij het zagen van bomen en dikke takken verhoogt het gebruik
van de boomklauw uw veiligheid. Deze vergemakkelijkt ook het
werk en verlaagt de vibratiebelasting.
Bij hindernissen tussen het te zagen materiaal en de kettingzaag, moet de zaag worden uitgeschakeld. Wacht tot deze volledig uitgeschakeld is. Draag veiligheidshandschoenen en verwijder de hindernis. Neem de aanwijzingen in het bijbehorende
hoofdstuk voor de montage van de ketting in acht, wanneer de
ketting moet worden verwijderd. Na de reiniging en een nieuwe
montage moet een testrun volgen. Bij vibraties of mechanische
geluiden, werkt u niet verder met de kettingzaag en neemt u contact op met uw dealer.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
Vóór elke reiniging, inspectie of reparatie van het gereedschap
moet ervoor worden gezorgd dat de motor uitgeschakeld en afgekoeld is. Klem de bougie af om een ongewenste ontsteking
te vermijden.
Neem de aanwijzingen in acht voor regelmatig onderhoud, voorbereidingen voor het gebruik en dagelijkse onderhoudsroutine. Ondeskundig
onderhoud kan het gereedschap zware schade berokkenen.
64
2500045_b
Onderhoud
Verzorging na elk gebruik.
1. Luchtfilter
Stof op het filteroppervlak kan worden verwijderd door het filter op een
hard vlak uit te kloppen. Om het filterweefsel schoon te maken, moeten de twee filterhelften worden gescheiden en het filterweefsel met een
borstel worden gereinigd. Bij het gebruik van perslucht moet u altijd van
binnen naar buiten blazen. Om deze samen te voegen, moeten de filterhelften aan de rand worden samengedrukt tot ze hoorbaar vastklikken.
2. Olieaansluiting
Demonteer het zaagblad en controleer de olieaansluiting op vuil.
(1) Olieaansluiting
3. Zaagblad (zwaard)
Verwijder bij gedemonteerd zaagblad het zaagsel uit de groef/sleuf en
de olieaansluiting.
Smeer het kettingwiel langs de smeerstofaansluiting aan het zaagbladuiteinde.
(1) Olieaansluiting
(2) Smeerstofaansluiting
(3) Kettingwiel
4. Overige
Controleer het gereedschap op verlies van brandstof en losse bevestigingen, alsook op schade aan de grotere onderdelen, vooral aan de
dichtingen van de handgrepen en de houder van het zaagblad. Schade
moet worden verholpen vooraleer u de kettingzaag een volgende keer
gebruikt.
Regelmatige onderhoudswerkzaamheden
1. Cilinderribben
Stofophopingen tussen de cilinderribben leiden tot oververhitting van de
motor. Controleer en reinig de cilinderribben regelmatig; hiervoor moeten het luchtfilter en het cilinderdeksel worden verwijderd. Let er bij de
montage van het cilinderdeksel op of de draden en hulzen van de schakelaar juist gelegd zijn.
2. Brandstoffilter
(a) Trek het filter met een draadhaak uit de vulopeningen.
(1) Brandstoffilter
(b) Ontmantel het filter en spoel hem af of vervang hem.
WAARSCHUWING!
Na het ontmantelen van het filter, houdt u het einde van de
zuigbuis met een tang vast.
Let er bij het monteren van het filter op dat er geen filtervezels of stof in de zuigbuis geraken.
2500045_b
65
nl
Onderhoud van zaagketting en zaagblad
3. Bougie
Reinig de elektroden met een staalborstel en stel de spleet indien nodig
weer op 0,65 mm in.
Bougietype: NHSP LD L8RTF of CHAMPION RCJ7Y of NGK BPMR7A
4. Kettingwiel
Controleer op scheuren en zware beschadiging die de kettingaandrijving kunnen verstoren. Vervang het kettingwiel bij hevige slijtage. Monteer nooit een nieuwe ketting op een versleten kettingwiel of een versleten ketting op een nieuw kettingwiel.
5. Schokdempers voor en achter
Vervangen wanneer het vastgekleefde deel losgekomen is of het rubberen deel scheuren vertoont. Vervangen wanneer de stopbouten op de
binnenkant van het metalen onderdeel van de achterste schokdemper
verschijnen en de speling van het metalen onderdeel verhoogd is.
WAARSCHUWING!
Gebruik enkel vervangonderdelen die in dit handboek vermeld
worden. Het gebruik van andere onderdelen kan ernstige letsels
veroorzaken.
ONDERHOUD VAN ZAAGKETTING EN ZAAGBLAD
Zaagketting
WAARSCHUWING!
Voor een onberispelijke en veilige werking
moeten de kettingschakels scherp zijn.
Naslijpen is vereist wanneer:
het zaagsel fijn poeder wordt
het inbrengen van de zaag meer kracht
vereist dan normaal
de snede niet recht loopt
de vibraties sterker worden
het brandstofverbruik verhoogd is
Voorschriften voor de instelling van de kettingschakels:
WAARSCHUWING!
draag veiligheidsschoenen.
Voor het vijlen:
Controleren of de zaagketting beveiligd is.
Controleren of de motor is uitgeschakeld.
Gebruik een ronde vijl met de geschikte grootte voor uw ketting.
66
2500045_b
Onderhoud van zaagketting en zaagblad
Kettingtype:
6238: Oregon 91P
6240: Oregon 91P
Vijlgrootte: 5/32" (4,0 mm) voor 91P Plaats de vijl op de kettingschakel en druk deze recht naar voor.
Houd de vijl in de getoonde positie.
Controleer na het slijpen de dieptemaat van elke kettingschakel en vijl op de juiste maat zoals op de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
De voorkant moet zorgvuldig afgerond zijn om het risico op een terugslag of een breuk van de
spanriem te verminderen.
Let erop dat alle kettingschakels dezelfde lengtes en snijhoeken hebben, zoals op de afbeelding.
Vijldiameter
Kettingtype
Kophellingshoek (55 °)
Kophoek
Ondersnijhoek
Draaihoek
van het gereedschap
Hellingshoek
van het gereedschap
Zijwaartse
hoek
Dieptemaat
91P
5/32"
30°
0°
80°
0,025"
95VPX
3/16"
30°
10°
80°
0,025"
Dieptemaat
2500045_b
Vijl
67
nl
Opslag
Zaagblad (zwaard)
Draai het zaagblad af en toe om, voor een gelijkmatige slijtage.
Het zwaardblad moet altijd vierkantig zijn. Controleer het zwaardblad op slijtage. Leg een liniaal tegen het blad en de buitenkant van een
kettingschakel. Wanneer er zich een afstand
bevindt tussen de beide punten, is het blad in
orde. Anders is het blad versleten. Dit moet dan
worden gerepareerd of vervangen.
(1) Liniaal
(2) Afstand (3) Geen af- (4) Ketting
stand
helt
WAARSCHUWING!
De tabel bevat een lijst van alle mogelijke combinaties tussen zaagblad en ketting met vermelding van de combinaties die voor de kettingzaag in kwestie geschikt zijn en die gemarkeerd
zijn met "*".
Verdeling
Zaagblad (zwaard)
Zaagketting
Model kettingzaag
Inch
Lengte in
inch/cm
Groefbreedte
in inch/cm
Code
Code
6238
3/8”
14"/35 cm
0,050"/1,3 mm
Oregon
140SDEA041
Oregon
91P053X
*
3/8”
16"/40 cm
0,050"/1,3 mm
Oregon
160SDEA041
Oregon
91P057X
6240
*
Bij een vervanging mogen enkel de bovenvermelde zaagbladen en kettingen worden gebruikt. Bij verboden combinaties bestaat het risico van ernstige letsels en beschadiging van het gereedschap.
OPSLAG
1
2
3
4
Maak het brandstofreservoir leeg en laat de motor draaien tot de brandstof op is.
Maak het oliereservoir leeg.
Reinig de kettingzaag.
Bewaar het gereedschap op een droge locatie, buiten het bereik van kinderen.
AFVALVERWIJDERING EN MILIEUBESCHERMING
Restanten van kettingsmeerolie of 2-takt mengsel mogen nooit in de riolering, de afvoerkanalen of in
de bodem terechtkomen; deze moeten volgens de voorschriften en milieuvriendelijk worden verwijderd,
bijv. naar een inzamelpunt van schadelijke stoffen of een stortplaats worden gebracht.
Wanneer uw gereedschap op een bepaald ogenblik onbruikbaar wordt of u het niet meer nodig hebt,
gooi het dan niet bij het huishoudelijk afval, maar verwijder het volgens de geldende milieuvoorschriften.
Maak de olie-/smeerstof- en brandstofreservoirs zorgvuldig leeg en breng eventuele restanten naar een
inzamelpunt voor schadelijke stoffen of een stortplaats. Gooi ook het gereedschap zelf weg via een
geschikt inzamel-/recyclingpunt. Hierbij kunnen kunststof en metalen onderdelen worden gescheiden en
68
2500045_b
Handleiding voor de foutopsporing
gerecycleerd. Informatie over het weggooien van materialen en gereedschappen krijgt u bij uw lokale
overheid.
HANDLEIDING VOOR DE FOUTOPSPORING
PROBLEEM
1) Startproblemen
WAARSCHUWING!
Controleer of de ijsbestrijding niet is ingeschakeld.
2) Defect / ontoereikende
acceleratie / onregelmatig
stationair draaien
3) Er komt geen olie uit
OORZAAK
OPLOSSING
Controleer de brandstof op
water en geschikte mengselbestanddelen
Vervang door de geschikte
brandstof
Controleer of de motor niet
"verzopen" is
Verwijder de bougie en laat
deze drogen
Trek dan opnieuw aan de startinrichting zonder luchtklep
Controleer de ontsteking
Vervang de bougie
Controleer de brandstof op
water en geschikte mengselbestanddelen
Vervang door de geschikte
brandstof
Controleer het lucht- en
brandstoffilter op vervuiling
Reinigen
Controleer de instelling van de
carburateur
Stel de naalden opnieuw in
Controleer de oliekwaliteit
Vervangen
Controleer het oliekanaal en
de -aansluitingen op vervuiling
Reinigen
Hebt u de indruk dat het gereedschap andere onderhoudsingrepen nodig heeft, neem dan contact op
met een erkende klantendienst in uw regio.
2500045_b
69
nl
Technische gegevens
TECHNISCHE GEGEVENS
Type
6238
6240
Art.-nr.
127387
Cilinderinhoud
37,2 cm
40,1 cm3
Max. motorvermogen
1,2 kW
1,5 kW
Lengte
Zaagblad (OREGON)
35 cm
140SDEA041
40 cm
160SDEA041
Bruikbare snijlengte
33 cm
37 cm
Zaagketting (OREGON)
91P053X
91P057X
Mesdikte
1,27 mm
1,27 mm
Steek- kettingwiel
3/8"
3/8"
Aantal tanden aandrijfset
6z/6T
6z/6T
Kettingrem
ja
ja
Onbelast toerental
3100 ± 300 omw/min
3100 ± 300 omw/min
Maximaal toerental (met snijmechanisme)
11000 omw/min
11000 omw/min
Maximale kettingsnelheid
21 m/s
21 m/s
Grootte brandstoftank
390 ml
390 ml
Grootte kettingolietank
210 ml
210ml
Brandstofmengselverhouding
40:1
40:1
Nettogewicht zonder ketting en zaagblad, met lege reservoirs
4,6 kg
4,6 kg
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
450 g/kWh
450 g/kWh
Geluidsvermogenniveau LWA (EN ISO
11681) (K=3)
108,4 dB(A)
110,1 dB(A)
127392
3
Geluidsdrukniveau LWA (EN ISO 11681) 97,6 dB(A)
(K=3)
99,5 dB(A)
Max. vibratieacceleratie avhw (K=1,5)
Voorste handgreep
6,2 m/s2
8,5 m/s2
Achterste handgreep
11,3 m/s2
9,0 m/s2
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau 112 dB(A)
LWA (2000/14/EC+2005/88/EC)
70
113 dB(A)
2500045_b
GARANTIE
GARANTIE
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn
voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de
bestemming
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering [xxx
xxx (x)]
verbrandingsmotoren (hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant)
De garantieperiode begint op de aankoop door de eerste eindgebruiker. Bepalend is de datum van het
ontvangstbewijs. Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs
wenden tot de distributeur o f de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging
blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.
EG-CONFORMITEITSVERKLARING
Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de geharmoniseerde
EU-richtlijnen, EU-veiligheidsnormen en de productspecifieke normen.
Product
Fabrikant
Gevolmachtigde
Kettingzaag
AL-KO Geräte GmbH
Andreas Hedrich
Geharmoniseerde normen
Ichenhauser Str. 14
Ichenhauser Str. 14
G4114116
D-89359 Kötz
D-89359 Kötz
Type
EU-richtlijnen
Harmonisierte Normen
6238
2006/42/EC
EN ISO 11681-1:2011
6240
2000/14/EC
EN ISO 14982:2009
2014/30/EU
EN ISO 22868:2011
Geluidsniveau
gemeten / gegarandeerd
6238 - 108/112 dB(A)
6240 - 110/113 dB(A)
Conformiteitsbeoordeling
2000/14/EC Appendix V
Typeonderzoek volgens GSPG
Aangemelde instantie
Kötz, 03.05.2016
§4 BM 1027 MSR
6238:
Intertek Deutschland GmbH
16SHW1532-01 (CE)
Stangenstr. 1
6240:
70771 Leinfelden-Echterdingen
16SHW1546-01 (CE)
Wolfgang Hergeth
Managing Director
2500045_b
71