Spido PRO300 1200w Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Art.:
Pompe vide cave
SPIDO ECC PRO 300
Saint quentin Fallavier, le 1er Octobre 2013
EG-Konformitätserklärung
Wir, die Firma DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070,
SAINT QUENTIN FALLAVIER, erklären unter alleiniger
Verantwortung, dass die unten genannten Produkte die
grundlegenden Anforderungen der nachfolgend aufgeführten
EU-Richtlinien - und aller nachfolgenden Änderungen -
erfüllen: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU.
EC declaration of conformity
We, DIPRA, 65 rue de Luzais,
38070, SAINT QUENTIN FALLAVIE, declare in our sole
responsibility that the products identified below comply with
the basic requirements imposed by the EU directives specified
below including all subsequent amendments:
2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU.
Déclaration de conformité
Par la présente nous, DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070,
SAINT QUENTIN FALLAVIER, déclarons comme seul et unique
responsable que les produits énoncés ci-dessous répondent aux
exigences fondamentales des directives européennes ci-présente
et à toutes les modifications suivantes: 2006/95/EC, 2004/108/EC,
2000/14/EC, 2011/65/EU.
Dichiarazione di conformità CE
La ditta DIPRA, 65 rue de Luzais,
38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, dichiara sotto la propria
responsabilità, che i prodotti sotto indicati sono costruiti in
conformità con le direttive EU in vigore e loro successive
modifiche: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC,
2011/65/EU.
Declaración CE de conformidad
La empresa DIPRA, 65 rue de Luzais,
38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, declara bajo su propia
res-ponsabilidad que los productos mencionados abajo
cumplen los requisitos de las sigiuentes directivas de la CE y
modifica-ciones sucesivas: 2006/95/EC, 2004/108/EC,
2000/14/EC, 2011/65/EU.
EG-verklaring van overeenstemming
Wij, de firma DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070,
SAINT QUENTIN FALLAVIER, verklaren op eigen
verantwoordelijkheid dat de hieronder genoemde producten
aan de fundamentele eisen van de hieronder vermelde EU-
richtlijnen - en alle navolgende wijzigingen - voldoen:
2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU.
applied standards/ angewendete Normen:
60335-1:2012 / EN 60335-2-41:2003 + A1:2004 + A2:2010
EN 55014-1:2006 +A1:2009 / EN 55014-2:1997 + A1:2001 +A2:2008
EN 61000-3-2:2006 +A1:2009 +A2:2009 / EN 61000-3-3:2008
EN 62233:2008 / ZEK 01.4-08
1
Beste klant,
Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe SPIDO toestel!
Zoals al onze producten is ook dit toestel ontwikkeld volgens de nieuwste stand van de techniek. Voor de
fabricage en montage van het toestel hebben wij gebruik gemaakt van de nieuwste pomptechniek en de meest
betrouwbare elektrische resp. elektronische en mechanische onderdelen, om een hoge kwaliteit en lange
levensduur van uw nieuwe product te kunnen garanderen.
Lees deze handleiding goed door, zodat u alle technische mogelijkheden van deze pomp optimaal kunt
gebruiken. Verklarende afbeeldingen vindt u in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe toestel.
Inhoudsopgave
1.
Algemene veiligheidswaarschuwingen ........................................................................................................... 1
2. Toepassingsgebied ........................................................................................................................................ 1
3.
Technische gegevens .................................................................................................................................... 2
4.
Leveringsomvang ........................................................................................................................................... 2
5.
Installatie ........................................................................................................................................................ 2
6. Elektrische aansluiting ................................................................................................................................... 3
7.
Ingebruikname ............................................................................................................................................... 4
8.
Onderhoud en hulp bij storingen .................................................................................................................... 4
9.
Garantie ......................................................................................................................................................... 6
10. Bestelling van reserveonderdelen .................................................................................................................. 6
11.
Service ........................................................................................................................................................... 6
1. Algemene veiligheidswaarschuwingen
Lees deze handleiding zorgvuldig door en maak uzelf vertrouwd met de bedienelementen en het juiste gebruik
van dit product. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door het niet navolgen van aanwijzingen en
instructies in deze handleiding. Schade die ontstaat door het niet navolgen van aanwijzingen en instructies in
deze handleiding valt tevens niet onder de garantiedekking. Bewaar deze handleiding goed en voeg deze bij het
toestel als u dit aan anderen doorgeeft.
Kinderen en personen die de inhoud van deze handleiding niet kennen, mogen dit toestel niet gebruiken. Houd
toezicht op kinderen om te voorkomen dat deze met het toestel spelen. De leeftijd van de gebruiker van het
toestel kan eventueel door geldende voorschriften in het betreffende land worden beperkt. Deze voorschriften
moeten te allen tijde worden opgevolgd.
Personen met beperkte fysische, sensorische of mentale capaciteiten en personen met gebrekkige ervaring en/of
kennis mogen het apparaat niet gebruiken, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of tenzij ze van de daarvoor bevoegde persoon aanwijzingen hebben gekregen over hoe het
apparaat moet worden gebruikt.
Besteed vooral aandacht aan aanwijzingen en instructies die met de volgende symbolen zijn gekenmerkt:
Het niet navolgen van deze aanwijzing kan persoonlijke en/of materiële schade veroorzaken.
Niet-inachtneming van deze instructie gaat gepaard met gevaar voor een elektrische schok,
die kan leiden tot lichamelijke letsels en/of materiële schade.
Controleer het toestel op transportschade. In geval van schade moet de winkelier onmiddellijk - echter uiterlijk
binnen 8 dagen na koopdatum - hierover worden ingelicht.
2. Toepassingsgebied
Vuilwaterdompelpompen van SPIDO zijn uiterst efficiënte, zelfaanzuigende elektrische pompen voor de doorvoer
van vuil water dat vaste deeltjes tot de in de technische gegevens aangegeven maximale grootte bevat. Deze
producten zijn van hoge kwaliteit, leveren uitstekende prestaties en zijn veelzijdig toepasbaar voor de ontwatering
en het overpompen van vloeistoffen.
Tot de typische toepassingsgebieden van vuilwaterdompelpompen behoren: leegmaken van vijvers, bekkens,
voorraadtanks, vuilwaterputten, evenals het wegpompen van water bij noodgevallen door overstromingen of
hoogwater.
Vuilwaterdompelpompen van SPIDO zijn geschikt voor vaste of tijdelijke installaties.
Dit product is voor huishoudelijk gebruik en niet voor industriële doeleinden of continu gebruik ontwikkeld.
De pomp is niet geschikt voor gebruik in huiskamerfonteinen, aquaria en soortgelijke toepassingen.
31
2
Bij gebruik in een vijver moeten eventueel voorzorgsmaatregelen tegen het aanzuigen van vijverbewoners
worden genomen.
De pomp is niet geschikt voor het verpompen van zoutwater, uitwerpselen, ontvlambare,
bijtende, explosieve of andere gevaarlijke vloeistoffen. De temperatuur van de te verpompen
vloeistof mag niet boven de in de technische gegevens aangegeven maximumtemperatuur
liggen. Bij deze pomp is als bijzonderheid een kortstondig gebruik (max. 4 min.) bij een
vloeistoftemperatuur van maximaal 95 °C mogelijk (zie techn. gegevens).
In de pomp worden smeermiddelen gebruikt die bij onjuist gebruik of beschadiging van het
toestel de te verpompen vloeistof kunnen verontreinigen. De gebruikte smeermiddelen zijn
biologisch afbreekbaar en schaden de gezondheid niet.
3. Technische gegevens
Model
ECC PRO 300
Netspanning / frequentie
230 V ~ 50 Hz
Nominaal vermogen 1.200 Watt
Beschermingsklasse
IP 68
Drukaansluiting 47,80 mm (1 ½ “), bu. dr.
Max. Doorvoercapaciteit (Q
max
)
1)
19.500 l/h
Max. druk 1,05 bar
Max. opvoerhoogte (H
max
)
1)
10,5 m
Maximale indompeldiepte
7 m
Max. grootte van gepompte vaste deeltjes
40 mm
Maximumtemperatuur van de gepompte vloeistof (T
max
)
50 °C
Max. temperatuur van de gepompte vloeistof, kortstondig (T
max.
<4
min)
3)
95 °C (max. 4 min.)
Max. aantal starts binnen een uur
30, gelijkmatig verdeeld
Lengte aansluitkabel
10 m
Kabelsoort
H07RN-F
Gewicht (netto)
~ 10,2 kg
Min. zelfaanzuigniveau (A)
2)
135 mm
Min. afzuigniveau (B)
2)
55 mm
Startniveau (C)
2)
450 mm
Uitschakelniveau (D)
2)
250 mm
Afmetingen (b x d x h)
17 x 20 x 43 cm
1)
2)
3)
De aangegeven maximale prestaties zijn gemeten bij vrije, ongereduceerde afvoer.
De letters tussen haakjes verwijzen naar de afbeeldingen aan het einde van de handleiding.
Als de watertemperatuur tussen 50°C en 95°C ligt, werkt het apparaat maar 4 minuten lang en schakelt vervolgens
automatisch uit, om de motor volledig af te laten koelen.
4. Leveringsomvang
Tot de leveringsomvang van dit product behoort het volgende:
Een pomp met aansluitkabel, twee aansluitstukken, een verloopstuk, een gebruiksaanwijzing.
Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Afhankelijk van het gebruiksdoeleinde kunnen andere
accessoires noodzakelijk zijn (zie hoofdstuk „Installatie” en „Bestelling van reserveonderdelen”).
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot aan het verstrijken van de garantieperiode. Voer de
verpakkingsmaterialen op milieuvriendelijke wijze af.
5. Installatie
5.1. Algemene installatie-instructies
Tijdens de gehele installatieprocedure mag het toestel niet aan het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
32
3
De pomp en het gehele aansluitsysteem moeten tegen vorst worden beschermd.
Alle aangesloten leidingen moeten absoluut water- en luchtdicht zijn, omdat lekkende leidingen de prestatie van
de pomp verminderen en aanzienlijke schade kunnen veroorzaken. Gebruik eventueel geschikt afdichtmateriaal
om een luchtdichte montage te garanderen.
Gebruik niet te veel kracht bij het aandraaien van schroefverbindingen, om beschadiging te voorkomen.
Let er bij het leggen van de aangesloten leidingen op dat er geen druk door gewicht, trillingen of spanningen op
de pomp wordt uitgeoefend. Bovendien mogen de aangesloten leidingen geen knikken of tegenhellingen
vertonen.
Raadpleeg ook de afbeeldingen in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. De cijfers en andere
gegevens die hierna tussen haakjes worden vermeld, verwijzen naar deze afbeeldingen.
5.2. Installatie van de drukleiding
De drukleiding brengt de te verpompen vloeistof van de pomp naar het aftappunt. Om stromingsverliezen te
voorkomen, is het raadzaam een drukleiding te gebruiken, die tenminste dezelfde diameter heeft als de
drukaansluiting (1) van de pomp.
Als drukleiding kan een voor deze toepassing geschikte flexibele slang worden gebruikt - bijvoorbeeld een
speciaal hiervoor ontwikkelde ontwateringslang.
5.3. Vaste installatie
In geval van een vaste installatie zijn stijve buizen als drukleiding het meest geschikt. Bij dit soort installaties is
het raadzaam de drukleiding direct na de pompuitgang van een terugslagventiel te voorzien, zodat er na het
uitschakelen van de pomp geen vloeistof terug kan stromen. Bovendien bevelen wij aan achter pomp en
terugslagventiel een afsluitventiel te installeren, zodat onderhoudswerkzaamheden eenvoudiger kunnen worden
uitgevoerd. Als u dan bij demontage van de pomp het afsluitventiel sluit, kan de drukleiding niet leeglopen.
5.4. Instelling van de vlotterschakelaar
Controleer of de pomp afslaat als de waterstand daalt en de vlotterschakelaar het
uitschakelniveau heeft bereikt.
Let er tijdens de installatie goed op dat de vlotterschakelaar zich vrij kan bewegen.
De pomp is voorzien van een vlotterschakelaar (2) die afhankelijk van de waterstand ervoor zorgt dat het
toestel automatisch af- of aanslaat. Zodra de waterstand een niveau gelijk aan of lager dan het uitschakelniveau
bereikt, slaat de pomp af. Zodra de waterstand het startniveau bereikt over overschrijdt, slaat de pomp aan. Start-
en uitschakelniveau kunnen worden gewijzigd door het loshangende deel van de kabel (3) van de
vlotterschakelaar korter of langer te maken. De kabellengte kan d.m.v. de kabelhouder (4) worden ingesteld, die
zich aan het handvat (5) van de pomp bevindt. Hierbij gaat het om de lengte van het deel van de kabel dat vrij
kan bewegen en van de kabelhouder tot aan de vlotterschakelaar loopt. Hoe langer de kabel, hoe lager het
uitschakel- en hoe hoger het startniveau. Omgekeerd daalt bij een kortere kabel het startniveau en wordt het
uitschakelniveau verhoogd.
5.5. Positie van de pomp
Bij het plaatsen van de pomp moet u erop letten dat de in de technische gegevens aangegeven maximale
dompeldiepte niet wordt overschreden. Tegelijkertijd mag het minimum zelfaanzuigniveau niet worden
onderschreden. Tijdens het gebruik van de pomp mag de waterstand dan tot het minimum afzuigniveau dalen.
Plaats de pomp op een stevige ondergrond. Plaats de pomp nooit direct op losse stenen of zand. Let er bij het
plaatsen van de pomp goed op dat de pomp niet kan omvallen of met zijn aanzuigopeningen (6) in de bodem kan
inzinken. Het aanzuigen van zand, modder of soortgelijke stoffen moet worden voorkomen.
Gebruik voor het plaatsen, optillen en dragen van de pomp uitsluitend het handvat. Gebruik zonodig voor het
neerlaten en omhoogtrekken van de pomp een geschikt touw dat aan het handvat wordt bevestigd. Gebruik voor
het plaatsen, optillen of dragen van de pomp nooit de drukslang, het netsnoer of de kabel van de
vlotterschakelaar.
6. Elektrische aansluiting
Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker. Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer en de
stekker uitsluitend door een vakman worden vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het
33
4
snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
De gebruikte netspanning moet met de in de technische gegevens aangegeven waarden
overeenstemmen. De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet verzekeren, dat
de elektrische aansluiting beschikt over een aarding die beantwoordt aan de norm.
De elektrische aansluiting moet van een gevoelige aardlekschakelaar (FI-schakelaar) zijn
voorzien: ∆ = 30 mA (DIN VDE 0100-739).
Gebruik alleen een verlengkabel waarvan de doorsnede (3 x 1,0 mm²) en rubberommanteling
minimaal overeenkomt met die van de aansluitleiding (zie "Technische gegevens",
kabeluitvoering) en voorzien is van de m
arkeringen volgens VDE. Netstekkers en koppelingen
moeten spatwaterdicht zijn.
7. Ingebruikname
Tijdens het gebruik van de pomp mogen zich geen personen in het water bevinden.
De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje aangegeven toepassingsgebied worden
gebruikt.
Drooglopen - het pompen van het toestel zonder waterdoorvoer - moet worden voorkomen,
omdat de pomp bij watergebrek oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke schade aan het
toestel veroorzaken.
Zorg ervoor dat de elektrische steekverbindingen zich buiten het bereik van overstromend
water bevinden.
Het is absoluut verboden de handen in de opening van de pomp te steken zolang het toestel
aan het elektriciteitsnet is aangesloten.
Voer voor elk gebruik van de pomp een visuele controle uit. Dit geldt in het bijzonder voor het netsnoer en de
stekker. Controleer of alle schroeven goed vast zitten en de aansluitingen in goede staat zijn. Gebruik nooit een
beschadigde pomp. In geval van schade moet de pomp door een vakman worden gecontroleerd.
Bij elke ingebruikname moet er steeds nauwkeurig op worden gelet dat de pomp veilig en stabiel wordt geplaatst.
Steek voor ingebruikname de stekker in een 230-V wisselstroomstopcontact. Zodra de waterstand het startniveau
bereikt of overschrijdt, slaat de pomp vanzelf aan.
Trek de stekker uit het stopcontact om het gebruik van de pomp te beëindigen.
De elektrische pompen uit de SPIDO beschikken over een geïntegreerde thermische
motorbeveiliging. Bij overbelasting slaat de motor vanzelf af en gaat na voldoende te zijn afgekoeld weer vanzelf
aan. Mogelijke oorzaken en de daarbijbehorende oplossingen vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud en hulp bij
storingen". Houd er rekening mee dat het gebruik met vloeistoffen < 50 °C slechts kortstondig mogelijk is (zie
techn. gegevens).
8. Onderhoud en hulp bij storingen
Trek voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker van de pomp uit het
stopcontact. Als de stroomtoevoer niet wordt onderbroken, kan bijv. gevaar ontstaan door per
ongeluk starten van de pomp.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of
pogingen daartoe. Schade die is veroorzaakt door onvakkundige pogingen tot reparatie leidt
tot het vervallen van alle garantieaanspraken.
Als u zich houdt aan de voor dit toestel geldende gebruiksomstandigheden en toepassingsgebieden, wordt het
gevaar op mogelijke storingen kleiner en helpt u de levensduur van uw toestel te verlengen. Schurende stoffen in
34
5
de te verpompen vloeistof - bijvoorbeeld zand - bespoedigen de slijtage en verminderen de prestatie van de
pomp.
Bij juiste handhaving is dit toestel onderhoudsvrij. Het kan eventueel raadzaam zijn het hydraulische deel te
reinigen en van sedimenten en vuil te ontdoen. Dit kunt u doen door het toestel d.m.v. een slang via de
drukaansluiting van de pomp met helder water door te spoelen. Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u de
pompvoet (8) door losdraaien van de schroeven aan de bodem van de pomp eraf halen. Om gevaar te
voorkomen, mag elke andere demontage en vervanging van onderdelen uitsluitend door de fabrikant of een
gemachtigde reparatiedienst worden uitgevoerd.
Bij vorst kan water dat in de pomp is achtergebleven door bevriezing aanzienlijke schade veroorzaken. Haal
daarom bij vriesweer de pomp uit de te verpompen vloeistof en laat hem volledig leeglopen. Bewaar de pomp op
een droge, vorstveilige plek.
Ga in geval van storing eerst na of er sprake is van een bedieningsfout of een andere oorzaak die niet aan een
defect aan het toestel te wijten is - bijvoorbeeld een stroomstoring.
In de volgende lijst vindt u een aantal voorkomende gevallen van storing van het toestel, mogelijke oorzaken en
tips hoe u deze kunt oplossen. Alle genoemde maatregelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de pomp
niet met het elektriciteitsnet is verbonden. Als u een storing niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met de
klantenservice resp. uw winkelier. Ingrijpendere reparaties mogen uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd. Wij wijzen er met klem op dat in geval van schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of
pogingen daartoe alle aanspraken op garantievergoeding vervallen en wij niet aansprakelijk zijn voor de daaruit
resulterende schade.
STORING
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
1. Toestel pompt geen vloeistof,
de motor loopt niet.
1. Geen elektriciteitstoevoer.
2. De thermische motorbeveiliging is
geactiveerd. (Zie bij gebruik met vloeistoffen
< 50 °C de opmerking in de techn.
gegevens).
3. De condensator is defect.
4. De rotor blokkeert.
5. De vlotterschakelaar is defect.
1. Met een gekeurd apparaat controleren of
er spanning aanwezig is (neem de
veiligheidsinstructies in acht!). Controleer of
de stekker correct aangesloten is.
2. Stekker uit het stopcontact trekken,
systeem laten afkoelen, oorzaak verhelpen.
3. Neem contact op met de klantenservice.
4. Hef de blokkering van de rotor op.
5. Neem contact op met de klantenservice.
2. De motor loopt, maar het
toestel pompt geen vloeistof.
1. De aanzuigopeningen zijn verstopt.
2. De drukleiding is verstopt.
3. Binnentreden van lucht in het
pomplichaam.
4. De waterstand ligt onder het min.
afzuigniveau; de vlotterschakelaar is
eventueel verkeerd ingesteld, kan niet vrij
bewegen of is defect.
5. Eventueel aanwezig terugslagventiel is
geblokkeerd of defect.
1. Verstopping verwijderen.
2. Verstopping verwijderen.
3. De pomp meerdere keren opnieuw starten,
zodat de lucht volledig wordt uitgestoten.
4. Let er op dat het water niet onder het min.
afzuigniveau daalt; eventueel
vlotterschakelaar juist instellen of ervoor
zorgen dat deze voldoende ruimte heeft; als
de vlotterschakelaar defect is, contact
opnemen met de klantenservice.
5. Terugslagventiel van blokkering ontdoen of
in geval van beschadiging vervangen.
3. Het toestel stopt na een korte
bedrijfsduur met pompen, omdat
de thermische motorbeveiliging is
geactiveerd.
1. De stroomaansluiting is niet in
overeenstemming met de gegevens op het
typeplaatje.
2. Vaste deeltjes verstoppen de pomp of
aanzuigopening.
3. De vloeistof is te dik.
4. De temperatuur van de vloeistof is te
hoog.
5. De pomp loopt droog.
1. Met een gekeurd apparaat de spanning op
de leidingen van de aansluitkabel controleren
(neem de veiligheidsinstructies in acht!).
2. Verstopping verwijderen.
3. De pomp is niet geschikt voor deze
vloeistof. Eventueel de vloeistof verdunnen.
4. Zorg ervoor dat de temperatuur van de te
verpompen vloeistof de max. toegestane
waarde niet overschrijdt.
5. Oorzaak van het drooglopen verhelpen.
4. Pomp loopt met
onderbrekingen resp.
onregelmatig.
1. Vaste deeltjes belemmeren de rotor.
2. Zie punt 3.3.
3. Zie punt 3.4.
4. Netspanning buiten tolerantiebereik.
5. De motor of rotor is defect.
1. Vaste deeltjes verwijderen.
2. Zie punt 3.3.
3. Zie punt 3.4.
4. Zorg ervoor dat de netspanning
overeenkomt met de aangegeven waarde op
het typeplaatje.
5. Neem contact op met de klantenservice.
5. Het toestel pompt te weinig
water.
1. Zie punt 2.1.
2. Zie punt 2.2.
3. De rotor is versleten.
1. Zie punt 2.1.
2. Zie punt 2.2.
3. Neem contact op met de klantenservice.
6. De pomp slaat niet aan of af. 1. De vlotterschakelaar heeft niet voldoende
ruimte.
2. De vlotterschakelaar is verkeerd ingesteld.
3. De vlotterschakelaar is defect.
1. Zorg ervoor dat de vlotterschakelaar vrij
kan bewegen.
2. Stel de vlotterschakelaar goed in.
3. Neem contact op met de klantenservice.
35
6
9. Garantie
Dit toestel is volgens de nieuwste methodes geproduceerd en gekeurd. De verkoper verleent garantie op
materiaal- en fabricagefouten volgens de wettelijke bepalingen van het land waarin het toestel is gekocht. De
garantieperiode begint met de dag van aankoop onder de volgende voorwaarden:
Binnen de garantieperiode worden alle gebreken die door materiaal- of fabricagefouten zijn veroorzaakt kosteloos
verholpen. Reclamaties moeten onmiddellijk na constatering worden gemeld.
Het recht op garantievergoeding vervalt in geval van reparaties of wijzigingen aan het toestel door de koper of
door derden. Schade die door onvakkundige omgang met of bediening van het toestel, door onjuiste opstelling of
bewaring, onvakkundige aansluiting of installatie, door overmacht of andere externe invloeden ontstaat, valt niet
onder de garantie.
Slijtbare delen zoals rotor en glijringafdichtingen vallen niet onder de garantie.
Alle onderdelen zijn met de grootste zorgvuldigheid en uit materialen van hoge kwaliteit geproduceerd en voor
een lange levensduur ontwikkeld. Slijtage is echter afhankelijk van soort en intensiteit van gebruik en de
regelmaat van onderhoud. De navolging van de installatie- en onderhoudsinstructies in deze handleiding draagt
daarom aanzienlijk bij tot de lange levensduur van de slijtbare delen.
Wij behouden ons het recht voor in geval van reclamatie de defecte delen te repareren of te vervangen of een
vervangend toestel te leveren. Vervangen onderdelen worden ons eigendom.
Er kan geen aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding voor zover de schade niet op opzet of grove
nalatigheid door de fabrikant berust.
Verdere aanspraken kunnen op basis van deze garantie niet worden gemaakt. De koper moet d.m.v. een
aankoopbon de aanspraak op garantie kunnen aantonen. Deze garantie is geldig in het land waarin het toestel is
gekocht.
Bijzondere instructies:
1. Mocht het toestel niet meer goed functioneren, controleer dan eerst of er sprake is van een bedieningsfout of
een oorzaak die niet aan een defect van het toestel te wijten is.
2. Als u het defecte toestel ter reparatie inlevert of opstuurt, sluit dan tenminste de volgende documenten bij:
- aankoopbon
- beschrijving van de opgetreden fout (een nauwkeurige beschrijving zorgt voor een snellere reparatie).
3. Verwijder alle door u toegevoegde onderdelen die niet in overeenstemming zijn met de originele toestand van
het toestel, voor u het defecte toestel inlevert of opstuurt. Mochten deze door u aangebrachte onderdelen bij
teruggave van het toestel ontbreken, zijn wij hiervoor niet aansprakelijk.
10. Bestelling van reserveonderdelen
11. Service
Als de vraag naar een garantie of storingen, neem dan contact op met uw dealer. Een garantie of ruil voor een nieuw
product tijdens de garantieperiode wordt de oorspronkelijke garantieperiode niet verlengen.
Alleen voor EU-landen
Gooi elektrische apparaten niet weg bij het huisvuil!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende gebruikte elektrische en
elektronische apparatuur en de omzetting in nationaal recht moeten gebruikte elektrische
apparaten apart worden ingezameld en worden ingeleverd voor een milieuvriendelijke recycling.
Bij vragen dient u contact op te nemen met uw lokaal afvalverwerkingsbedrijf.
36
Voor een lijst van beschikbare onderdelen, neem dan contact op met uw revendeur.DIPRA streeft naar belangrijke
onderdelen (onderdelen die kunnen slijten) zorgen voor dit product en in de garantieperiode. De geplande duur van
vijf jaar vanaf de datum van fabricage, die op het typeplaatje van het verschijnt.

Documenttranscriptie

Déclaration de conformité Par la présente nous, DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, déclarons comme seul et unique responsable que les produits énoncés ci-dessous répondent aux exigences fondamentales des directives européennes ci-présente et à toutes les modifications suivantes: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. Dichiarazione di conformità CE La ditta DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, dichiara sotto la propria responsabilità, che i prodotti sotto indicati sono costruiti in conformità con le direttive EU in vigore e loro successive modifiche: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. Declaración CE de conformidad La empresa DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, declara bajo su propia res-ponsabilidad que los productos mencionados abajo cumplen los requisitos de las sigiuentes directivas de la CE y modifica-ciones sucesivas: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. Art.: Pompe vide cave SPIDO ECC PRO 300 EC declaration of conformity We, DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIE, declare in our sole responsibility that the products identified below comply with the basic requirements imposed by the EU directives specified below including all subsequent amendments: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. EG-Konformitätserklärung Wir, die Firma DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, erklären unter alleiniger Verantwortung, dass die unten genannten Produkte die grundlegenden Anforderungen der nachfolgend aufgeführten EU-Richtlinien - und aller nachfolgenden Änderungen erfüllen: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. EG-verklaring van overeenstemming Wij, de firma DIPRA, 65 rue de Luzais, 38070, SAINT QUENTIN FALLAVIER, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat de hieronder genoemde producten aan de fundamentele eisen van de hieronder vermelde EUrichtlijnen - en alle navolgende wijzigingen - voldoen: 2006/95/EC, 2004/108/EC, 2000/14/EC, 2011/65/EU. applied standards/ angewendete Normen: 60335-1:2012 / EN 60335-2-41:2003 + A1:2004 + A2:2010 EN 55014-1:2006 +A1:2009 / EN 55014-2:1997 + A1:2001 +A2:2008 EN 61000-3-2:2006 +A1:2009 +A2:2009 / EN 61000-3-3:2008 EN 62233:2008 / ZEK 01.4-08 Saint quentin Fallavier, le 1er Octobre 2013 Funktionsteile / Details 1 Druckanschluss 7 Netzanschlusskabel 2 Schwimmerschalter 8 Pumpenfuß 13 Reduzierstück 3 Kabel des Schwimmerschalters 9 Schrauben am Pumpenfuß 4 Kabelführung Schwimmerschalter Druckseitige Öffnung des 10 Anschlussstücks 5 Tragegriff 11 Überwurfmutter C Startniveau * 6 Ansaugöffnungen 12 Anschlussstück D Abschaltniveau * A Min. Selbstansaugniveau * B Min. Absaugniveau * * Die entsprechenden Werte sind im Abschnitt „Technische Daten“ genannt. Functional parts / Details 1 Pressure port 7 Mains connection cable 2 Floating switch 8 Pump foot 3 Cable of floating switch 9 Pump foot screws Cable duct of floating switch Pressure-side opening, connection 10 piece 4 13 Reducer piece A Min. self-priming level * B Min. suction level * 5 Carrying handle 11 Union nut C Cut-in level * 6 Intake openings 12 Connection port D Cut-out level * * The applicable values are specified in the “Technical details” section Componenti 1 Attacco di mandata 7 Cavo di alimentazione 2 Interruttore flottante 8 Piede della pompa Viti al piede della pompa 13 Raccordo di riduzione 3 Cavo dell´interruttore flottante 9 4 Capo del cavo dell´interruttore flott. 10 Attacco per l´apertura lato mandata A B Livello min. adescamento * Livello min. aspirazione * 5 Impugnatura 11 Tappo a vite C Livello di accensione * 6 Apertura d´aspirazione 12 Raccordo D Livello di arresto * * I valori corrispondenti sono indicati nel capoverso „Dati tecnici“. Piezas de función / Detalles 1 Conexión de la presión 7 Cable de conexión de la red 2 Interruptor de flotador 8 Base de la bomba 3 Cable del interruptor de flotador 9 Tornillos en la base de la bomba Guía cable del interrupt. de flotador Abertura en el lado de impulsión pieza 10 conectiva 4 13 Pieza reductora A Niv. de autoaspiración mín.* B Nivel de aspiración mín.* 5 Asa de transporte 11 Tuerca tapón C Nivel de inicio * 6 Aberaturas de aspiración 12 Pieza de empalme D Nivel de desconexión * * Valorile corespunzătoare sunt date sub „Date tehnice“ Onderdelen / details 1 Drukaansluiting 7 Netsnoer 2 Vlotterschakelaar 8 Pompvoet 3 Kabel van de vlotterschakelaar 9 Schroeven aan de pompvoet A Min. zelfaanzuigniveau * 4 Kabelhouder vlotterschakelaar 10 Drukzijdige opening aansluitstuk B Min. afzuigniveau * 5 Handvat 11 Wartelmoer C Startniveau * 6 Aanzuigopeningen 12 Aansluitstuk D Uitschakelniveau * * Deze waarden zijn aangegeven in het hoofdstuk "Technische gegevens". 13 Verloopstuk Beste klant, Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe SPIDO toestel! Zoals al onze producten is ook dit toestel ontwikkeld volgens de nieuwste stand van de techniek. Voor de fabricage en montage van het toestel hebben wij gebruik gemaakt van de nieuwste pomptechniek en de meest betrouwbare elektrische resp. elektronische en mechanische onderdelen, om een hoge kwaliteit en lange levensduur van uw nieuwe product te kunnen garanderen. Lees deze handleiding goed door, zodat u alle technische mogelijkheden van deze pomp optimaal kunt gebruiken. Verklarende afbeeldingen vindt u in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe toestel. Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 1. Algemene veiligheidswaarschuwingen........................................................................................................... 1 Toepassingsgebied ........................................................................................................................................ 1 Technische gegevens .................................................................................................................................... 2 Leveringsomvang ........................................................................................................................................... 2 Installatie ........................................................................................................................................................ 2 Elektrische aansluiting ................................................................................................................................... 3 Ingebruikname ............................................................................................................................................... 4 Onderhoud en hulp bij storingen .................................................................................................................... 4 Garantie ......................................................................................................................................................... 6 Bestelling van reserveonderdelen .................................................................................................................. 6 Service ........................................................................................................................................................... 6 Algemene veiligheidswaarschuwingen Lees deze handleiding zorgvuldig door en maak uzelf vertrouwd met de bedienelementen en het juiste gebruik van dit product. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door het niet navolgen van aanwijzingen en instructies in deze handleiding. Schade die ontstaat door het niet navolgen van aanwijzingen en instructies in deze handleiding valt tevens niet onder de garantiedekking. Bewaar deze handleiding goed en voeg deze bij het toestel als u dit aan anderen doorgeeft. Kinderen en personen die de inhoud van deze handleiding niet kennen, mogen dit toestel niet gebruiken. Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat deze met het toestel spelen. De leeftijd van de gebruiker van het toestel kan eventueel door geldende voorschriften in het betreffende land worden beperkt. Deze voorschriften moeten te allen tijde worden opgevolgd. Personen met beperkte fysische, sensorische of mentale capaciteiten en personen met gebrekkige ervaring en/of kennis mogen het apparaat niet gebruiken, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij ze van de daarvoor bevoegde persoon aanwijzingen hebben gekregen over hoe het apparaat moet worden gebruikt. Besteed vooral aandacht aan aanwijzingen en instructies die met de volgende symbolen zijn gekenmerkt: Het niet navolgen van deze aanwijzing kan persoonlijke en/of materiële schade veroorzaken. Niet-inachtneming van deze instructie gaat gepaard met gevaar voor een elektrische schok, die kan leiden tot lichamelijke letsels en/of materiële schade. Controleer het toestel op transportschade. In geval van schade moet de winkelier onmiddellijk - echter uiterlijk binnen 8 dagen na koopdatum - hierover worden ingelicht. 2. Toepassingsgebied Vuilwaterdompelpompen van SPIDO zijn uiterst efficiënte, zelfaanzuigende elektrische pompen voor de doorvoer van vuil water dat vaste deeltjes tot de in de technische gegevens aangegeven maximale grootte bevat. Deze producten zijn van hoge kwaliteit, leveren uitstekende prestaties en zijn veelzijdig toepasbaar voor de ontwatering en het overpompen van vloeistoffen. Tot de typische toepassingsgebieden van vuilwaterdompelpompen behoren: leegmaken van vijvers, bekkens, voorraadtanks, vuilwaterputten, evenals het wegpompen van water bij noodgevallen door overstromingen of hoogwater. Vuilwaterdompelpompen van SPIDO zijn geschikt voor vaste of tijdelijke installaties. Dit product is voor huishoudelijk gebruik en niet voor industriële doeleinden of continu gebruik ontwikkeld. De pomp is niet geschikt voor gebruik in huiskamerfonteinen, aquaria en soortgelijke toepassingen. 1 31 Bij gebruik in een vijver moeten eventueel voorzorgsmaatregelen tegen het aanzuigen van vijverbewoners worden genomen. De pomp is niet geschikt voor het verpompen van zoutwater, uitwerpselen, ontvlambare, bijtende, explosieve of andere gevaarlijke vloeistoffen. De temperatuur van de te verpompen vloeistof mag niet boven de in de technische gegevens aangegeven maximumtemperatuur liggen. Bij deze pomp is als bijzonderheid een kortstondig gebruik (max. 4 min.) bij een vloeistoftemperatuur van maximaal 95 °C mogelijk (zie techn. gegevens). In de pomp worden smeermiddelen gebruikt die bij onjuist gebruik of beschadiging van het toestel de te verpompen vloeistof kunnen verontreinigen. De gebruikte smeermiddelen zijn biologisch afbreekbaar en schaden de gezondheid niet. 3. Technische gegevens Model ECC PRO 300 Netspanning / frequentie 230 V ~ 50 Hz Nominaal vermogen 1.200 Watt Beschermingsklasse IP 68 Drukaansluiting 47,80 mm (1 ½ “), bu. dr. Max. Doorvoercapaciteit (Qmax) 1) 19.500 l/h Max. druk 1,05 bar Max. opvoerhoogte (Hmax) 1) 10,5 m Maximale indompeldiepte  7m Max. grootte van gepompte vaste deeltjes 40 mm Maximumtemperatuur van de gepompte vloeistof (Tmax) 50 °C Max. temperatuur van de gepompte vloeistof, kortstondig (Tmax. <4 min) 3) 95 °C (max. 4 min.) Max. aantal starts binnen een uur 30, gelijkmatig verdeeld Lengte aansluitkabel 10 m Kabelsoort H07RN-F Gewicht (netto) ~ 10,2 kg Min. zelfaanzuigniveau (A) Min. afzuigniveau (B) Startniveau (C) 2) 135 mm 2) 55 mm 2) Uitschakelniveau (D) 450 mm 2) 250 mm Afmetingen (b x d x h) 1) 2) 3) 4. 17 x 20 x 43 cm De aangegeven maximale prestaties zijn gemeten bij vrije, ongereduceerde afvoer. De letters tussen haakjes verwijzen naar de afbeeldingen aan het einde van de handleiding. Als de watertemperatuur tussen 50°C en 95°C ligt, werkt het apparaat maar 4 minuten lang en schakelt vervolgens automatisch uit, om de motor volledig af te laten koelen. Leveringsomvang Tot de leveringsomvang van dit product behoort het volgende: Een pomp met aansluitkabel, twee aansluitstukken, een verloopstuk, een gebruiksaanwijzing. Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Afhankelijk van het gebruiksdoeleinde kunnen andere accessoires noodzakelijk zijn (zie hoofdstuk „Installatie” en „Bestelling van reserveonderdelen”). Bewaar de verpakking indien mogelijk tot aan het verstrijken van de garantieperiode. Voer de verpakkingsmaterialen op milieuvriendelijke wijze af. 5. 5.1. Installatie Algemene installatie-instructies Tijdens de gehele installatieprocedure mag het toestel niet aan het elektriciteitsnet zijn aangesloten. 32 2 De pomp en het gehele aansluitsysteem moeten tegen vorst worden beschermd. Alle aangesloten leidingen moeten absoluut water- en luchtdicht zijn, omdat lekkende leidingen de prestatie van de pomp verminderen en aanzienlijke schade kunnen veroorzaken. Gebruik eventueel geschikt afdichtmateriaal om een luchtdichte montage te garanderen. Gebruik niet te veel kracht bij het aandraaien van schroefverbindingen, om beschadiging te voorkomen. Let er bij het leggen van de aangesloten leidingen op dat er geen druk door gewicht, trillingen of spanningen op de pomp wordt uitgeoefend. Bovendien mogen de aangesloten leidingen geen knikken of tegenhellingen vertonen. Raadpleeg ook de afbeeldingen in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. De cijfers en andere gegevens die hierna tussen haakjes worden vermeld, verwijzen naar deze afbeeldingen. 5.2. Installatie van de drukleiding De drukleiding brengt de te verpompen vloeistof van de pomp naar het aftappunt. Om stromingsverliezen te voorkomen, is het raadzaam een drukleiding te gebruiken, die tenminste dezelfde diameter heeft als de drukaansluiting (1) van de pomp. Als drukleiding kan een voor deze toepassing geschikte flexibele slang worden gebruikt - bijvoorbeeld een speciaal hiervoor ontwikkelde ontwateringslang. 5.3. Vaste installatie In geval van een vaste installatie zijn stijve buizen als drukleiding het meest geschikt. Bij dit soort installaties is het raadzaam de drukleiding direct na de pompuitgang van een terugslagventiel te voorzien, zodat er na het uitschakelen van de pomp geen vloeistof terug kan stromen. Bovendien bevelen wij aan achter pomp en terugslagventiel een afsluitventiel te installeren, zodat onderhoudswerkzaamheden eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd. Als u dan bij demontage van de pomp het afsluitventiel sluit, kan de drukleiding niet leeglopen. 5.4. Instelling van de vlotterschakelaar Controleer of de pomp afslaat als de waterstand daalt en de vlotterschakelaar het uitschakelniveau heeft bereikt. Let er tijdens de installatie goed op dat de vlotterschakelaar zich vrij kan bewegen. De pomp is voorzien van een vlotterschakelaar (2) die – afhankelijk van de waterstand – ervoor zorgt dat het toestel automatisch af- of aanslaat. Zodra de waterstand een niveau gelijk aan of lager dan het uitschakelniveau bereikt, slaat de pomp af. Zodra de waterstand het startniveau bereikt over overschrijdt, slaat de pomp aan. Starten uitschakelniveau kunnen worden gewijzigd door het loshangende deel van de kabel (3) van de vlotterschakelaar korter of langer te maken. De kabellengte kan d.m.v. de kabelhouder (4) worden ingesteld, die zich aan het handvat (5) van de pomp bevindt. Hierbij gaat het om de lengte van het deel van de kabel dat vrij kan bewegen en van de kabelhouder tot aan de vlotterschakelaar loopt. Hoe langer de kabel, hoe lager het uitschakel- en hoe hoger het startniveau. Omgekeerd daalt bij een kortere kabel het startniveau en wordt het uitschakelniveau verhoogd. 5.5. Positie van de pomp Bij het plaatsen van de pomp moet u erop letten dat de in de technische gegevens aangegeven maximale dompeldiepte niet wordt overschreden. Tegelijkertijd mag het minimum zelfaanzuigniveau niet worden onderschreden. Tijdens het gebruik van de pomp mag de waterstand dan tot het minimum afzuigniveau dalen. Plaats de pomp op een stevige ondergrond. Plaats de pomp nooit direct op losse stenen of zand. Let er bij het plaatsen van de pomp goed op dat de pomp niet kan omvallen of met zijn aanzuigopeningen (6) in de bodem kan inzinken. Het aanzuigen van zand, modder of soortgelijke stoffen moet worden voorkomen. Gebruik voor het plaatsen, optillen en dragen van de pomp uitsluitend het handvat. Gebruik zonodig voor het neerlaten en omhoogtrekken van de pomp een geschikt touw dat aan het handvat wordt bevestigd. Gebruik voor het plaatsen, optillen of dragen van de pomp nooit de drukslang, het netsnoer of de kabel van de vlotterschakelaar. 6. Elektrische aansluiting Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker. Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer en de stekker uitsluitend door een vakman worden vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het 3 33 snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen. De gebruikte netspanning moet met de in de technische gegevens aangegeven waarden overeenstemmen. De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet verzekeren, dat de elektrische aansluiting beschikt over een aarding die beantwoordt aan de norm. De elektrische aansluiting moet van een gevoelige aardlekschakelaar (FI-schakelaar) zijn voorzien: ∆ = 30 mA (DIN VDE 0100-739). Gebruik alleen een verlengkabel waarvan de doorsnede (3 x 1,0 mm²) en rubberommanteling minimaal overeenkomt met die van de aansluitleiding (zie "Technische gegevens", kabeluitvoering) en voorzien is van de markeringen volgens VDE. Netstekkers en koppelingen moeten spatwaterdicht zijn. 7. Ingebruikname Tijdens het gebruik van de pomp mogen zich geen personen in het water bevinden. De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje aangegeven toepassingsgebied worden gebruikt. Drooglopen - het pompen van het toestel zonder waterdoorvoer - moet worden voorkomen, omdat de pomp bij watergebrek oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke schade aan het toestel veroorzaken. Zorg ervoor dat de elektrische steekverbindingen zich buiten het bereik van overstromend water bevinden. Het is absoluut verboden de handen in de opening van de pomp te steken zolang het toestel aan het elektriciteitsnet is aangesloten. Voer voor elk gebruik van de pomp een visuele controle uit. Dit geldt in het bijzonder voor het netsnoer en de stekker. Controleer of alle schroeven goed vast zitten en de aansluitingen in goede staat zijn. Gebruik nooit een beschadigde pomp. In geval van schade moet de pomp door een vakman worden gecontroleerd. Bij elke ingebruikname moet er steeds nauwkeurig op worden gelet dat de pomp veilig en stabiel wordt geplaatst. Steek voor ingebruikname de stekker in een 230-V wisselstroomstopcontact. Zodra de waterstand het startniveau bereikt of overschrijdt, slaat de pomp vanzelf aan. Trek de stekker uit het stopcontact om het gebruik van de pomp te beëindigen. De elektrische pompen uit de SPIDO beschikken over een geïntegreerde thermische motorbeveiliging. Bij overbelasting slaat de motor vanzelf af en gaat na voldoende te zijn afgekoeld weer vanzelf aan. Mogelijke oorzaken en de daarbijbehorende oplossingen vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud en hulp bij storingen". Houd er rekening mee dat het gebruik met vloeistoffen < 50 °C slechts kortstondig mogelijk is (zie techn. gegevens). 8. Onderhoud en hulp bij storingen Trek voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker van de pomp uit het stopcontact. Als de stroomtoevoer niet wordt onderbroken, kan bijv. gevaar ontstaan door per ongeluk starten van de pomp. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of pogingen daartoe. Schade die is veroorzaakt door onvakkundige pogingen tot reparatie leidt tot het vervallen van alle garantieaanspraken. Als u zich houdt aan de voor dit toestel geldende gebruiksomstandigheden en toepassingsgebieden, wordt het gevaar op mogelijke storingen kleiner en helpt u de levensduur van uw toestel te verlengen. Schurende stoffen in 34 4 de te verpompen vloeistof - bijvoorbeeld zand - bespoedigen de slijtage en verminderen de prestatie van de pomp. Bij juiste handhaving is dit toestel onderhoudsvrij. Het kan eventueel raadzaam zijn het hydraulische deel te reinigen en van sedimenten en vuil te ontdoen. Dit kunt u doen door het toestel d.m.v. een slang via de drukaansluiting van de pomp met helder water door te spoelen. Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u de pompvoet (8) door losdraaien van de schroeven aan de bodem van de pomp eraf halen. Om gevaar te voorkomen, mag elke andere demontage en vervanging van onderdelen uitsluitend door de fabrikant of een gemachtigde reparatiedienst worden uitgevoerd. Bij vorst kan water dat in de pomp is achtergebleven door bevriezing aanzienlijke schade veroorzaken. Haal daarom bij vriesweer de pomp uit de te verpompen vloeistof en laat hem volledig leeglopen. Bewaar de pomp op een droge, vorstveilige plek. Ga in geval van storing eerst na of er sprake is van een bedieningsfout of een andere oorzaak die niet aan een defect aan het toestel te wijten is - bijvoorbeeld een stroomstoring. In de volgende lijst vindt u een aantal voorkomende gevallen van storing van het toestel, mogelijke oorzaken en tips hoe u deze kunt oplossen. Alle genoemde maatregelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de pomp niet met het elektriciteitsnet is verbonden. Als u een storing niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice resp. uw winkelier. Ingrijpendere reparaties mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Wij wijzen er met klem op dat in geval van schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of pogingen daartoe alle aanspraken op garantievergoeding vervallen en wij niet aansprakelijk zijn voor de daaruit resulterende schade. STORING MOGELIJKE OORZAAK 1. Toestel pompt geen vloeistof, de motor loopt niet. 1. Geen elektriciteitstoevoer. 2. De motor loopt, maar het toestel pompt geen vloeistof. 1. De aanzuigopeningen zijn verstopt. 2. De drukleiding is verstopt. 3. Binnentreden van lucht in het pomplichaam. 4. De waterstand ligt onder het min. afzuigniveau; de vlotterschakelaar is eventueel verkeerd ingesteld, kan niet vrij bewegen of is defect. 5. Eventueel aanwezig terugslagventiel is geblokkeerd of defect. 3. Het toestel stopt na een korte bedrijfsduur met pompen, omdat de thermische motorbeveiliging is geactiveerd. 1. De stroomaansluiting is niet in overeenstemming met de gegevens op het typeplaatje. 2. Vaste deeltjes verstoppen de pomp of aanzuigopening. 3. De vloeistof is te dik. 4. De temperatuur van de vloeistof is te hoog. 5. De pomp loopt droog. 4. Pomp loopt met onderbrekingen resp. onregelmatig. OPLOSSING 1. Met een gekeurd apparaat controleren of er spanning aanwezig is (neem de veiligheidsinstructies in acht!). Controleer of de stekker correct aangesloten is. 2. De thermische motorbeveiliging is 2. Stekker uit het stopcontact trekken, geactiveerd. (Zie bij gebruik met vloeistoffen systeem laten afkoelen, oorzaak verhelpen. < 50 °C de opmerking in de techn. gegevens). 3. De condensator is defect. 3. Neem contact op met de klantenservice. 4. De rotor blokkeert. 4. Hef de blokkering van de rotor op. 5. De vlotterschakelaar is defect. 5. Neem contact op met de klantenservice. 1. Vaste deeltjes belemmeren de rotor. 2. Zie punt 3.3. 3. Zie punt 3.4. 4. Netspanning buiten tolerantiebereik. 1. Verstopping verwijderen. 2. Verstopping verwijderen. 3. De pomp meerdere keren opnieuw starten, zodat de lucht volledig wordt uitgestoten. 4. Let er op dat het water niet onder het min. afzuigniveau daalt; eventueel vlotterschakelaar juist instellen of ervoor zorgen dat deze voldoende ruimte heeft; als de vlotterschakelaar defect is, contact opnemen met de klantenservice. 5. Terugslagventiel van blokkering ontdoen of in geval van beschadiging vervangen. 1. Met een gekeurd apparaat de spanning op de leidingen van de aansluitkabel controleren (neem de veiligheidsinstructies in acht!). 2. Verstopping verwijderen. 3. De pomp is niet geschikt voor deze vloeistof. Eventueel de vloeistof verdunnen. 4. Zorg ervoor dat de temperatuur van de te verpompen vloeistof de max. toegestane waarde niet overschrijdt. 5. Oorzaak van het drooglopen verhelpen. 5. De motor of rotor is defect. 1. Vaste deeltjes verwijderen. 2. Zie punt 3.3. 3. Zie punt 3.4. 4. Zorg ervoor dat de netspanning overeenkomt met de aangegeven waarde op het typeplaatje. 5. Neem contact op met de klantenservice. 5. Het toestel pompt te weinig water. 1. Zie punt 2.1. 2. Zie punt 2.2. 3. De rotor is versleten. 1. Zie punt 2.1. 2. Zie punt 2.2. 3. Neem contact op met de klantenservice. 6. De pomp slaat niet aan of af. 1. De vlotterschakelaar heeft niet voldoende ruimte. 2. De vlotterschakelaar is verkeerd ingesteld. 3. De vlotterschakelaar is defect. 1. Zorg ervoor dat de vlotterschakelaar vrij kan bewegen. 2. Stel de vlotterschakelaar goed in. 3. Neem contact op met de klantenservice. 5 35 9. Garantie Dit toestel is volgens de nieuwste methodes geproduceerd en gekeurd. De verkoper verleent garantie op materiaal- en fabricagefouten volgens de wettelijke bepalingen van het land waarin het toestel is gekocht. De garantieperiode begint met de dag van aankoop onder de volgende voorwaarden: Binnen de garantieperiode worden alle gebreken die door materiaal- of fabricagefouten zijn veroorzaakt kosteloos verholpen. Reclamaties moeten onmiddellijk na constatering worden gemeld. Het recht op garantievergoeding vervalt in geval van reparaties of wijzigingen aan het toestel door de koper of door derden. Schade die door onvakkundige omgang met of bediening van het toestel, door onjuiste opstelling of bewaring, onvakkundige aansluiting of installatie, door overmacht of andere externe invloeden ontstaat, valt niet onder de garantie. Slijtbare delen zoals rotor en glijringafdichtingen vallen niet onder de garantie. Alle onderdelen zijn met de grootste zorgvuldigheid en uit materialen van hoge kwaliteit geproduceerd en voor een lange levensduur ontwikkeld. Slijtage is echter afhankelijk van soort en intensiteit van gebruik en de regelmaat van onderhoud. De navolging van de installatie- en onderhoudsinstructies in deze handleiding draagt daarom aanzienlijk bij tot de lange levensduur van de slijtbare delen. Wij behouden ons het recht voor in geval van reclamatie de defecte delen te repareren of te vervangen of een vervangend toestel te leveren. Vervangen onderdelen worden ons eigendom. Er kan geen aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding voor zover de schade niet op opzet of grove nalatigheid door de fabrikant berust. Verdere aanspraken kunnen op basis van deze garantie niet worden gemaakt. De koper moet d.m.v. een aankoopbon de aanspraak op garantie kunnen aantonen. Deze garantie is geldig in het land waarin het toestel is gekocht. Bijzondere instructies: 1. Mocht het toestel niet meer goed functioneren, controleer dan eerst of er sprake is van een bedieningsfout of een oorzaak die niet aan een defect van het toestel te wijten is. 2. Als u het defecte toestel ter reparatie inlevert of opstuurt, sluit dan tenminste de volgende documenten bij: - aankoopbon - beschrijving van de opgetreden fout (een nauwkeurige beschrijving zorgt voor een snellere reparatie). 3. Verwijder alle door u toegevoegde onderdelen die niet in overeenstemming zijn met de originele toestand van het toestel, voor u het defecte toestel inlevert of opstuurt. Mochten deze door u aangebrachte onderdelen bij teruggave van het toestel ontbreken, zijn wij hiervoor niet aansprakelijk. 10. Bestelling van reserveonderdelen Voor een lijst van beschikbare onderdelen, neem dan contact op met uw revendeur.DIPRA streeft naar belangrijke onderdelen (onderdelen die kunnen slijten) zorgen voor dit product en in de garantieperiode. De geplande duur van vijf jaar vanaf de datum van fabricage, die op het typeplaatje van het verschijnt. 11. Service Als de vraag naar een garantie of storingen, neem dan contact op met uw dealer. Een garantie of ruil voor een nieuw product tijdens de garantieperiode wordt de oorspronkelijke garantieperiode niet verlengen. Alleen voor EU-landen Gooi elektrische apparaten niet weg bij het huisvuil! Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende gebruikte elektrische en elektronische apparatuur en de omzetting in nationaal recht moeten gebruikte elektrische apparaten apart worden ingezameld en worden ingeleverd voor een milieuvriendelijke recycling. Bij vragen dient u contact op te nemen met uw lokaal afvalverwerkingsbedrijf. 36 6
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41

Spido PRO300 1200w Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding