Aeg-Electrolux S40300KG28 Handleiding

Type
Handleiding
25
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie
m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw
apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze
aanwijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het
apparaat.
2.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze
service-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook
tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u
van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij
kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten,
gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
26
INHOUD
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Informatie over het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Oud apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Apparaat vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Transportbeveiliging verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Draairichting deur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Gebruik van het koelapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Legplateaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Bewaren in de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Tips voor het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
27
Inhoud
Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
28
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons genoodzaakt, u op het volgende te
wijzen:
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden. Het is geschikt
om levensmiddelen te koelen, in te vriezen en diepgevroren te bewaren en
om ijs te bereiden. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt
gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de
garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als u dit apparaat gebruikt voor industriële doeleinden of voor andere
doeleinden dan het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen, dient u de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in
acht te nemen.
Voor het in gebruik nemen
Controleer of het apparaat geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot uw
leverancier.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Koelmiddel
Het apparaat bevat in de koelmiddelkringloop het koelmiddel isobutaan
(R600a), een natuurlijk gas dat milieuvriendelijk, maar brandbaar is.
Waarschuwing - Let er bij vervoeren en opstellen van het apparaat op, dat
er geen onderdelen van de koelmiddelkringloop beschadigd raken.
Bij beschadiging van de koelmiddelkringloop:
- open vuur en ontstekingsbronnen beslist vermijden;
- de ruimte waarin het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen houden.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker
uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of
grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u,
dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten
(verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht en
laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze
persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet
zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
29
Veiligheid
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof kunnen door koude-
inwerking ondicht worden. Explosiegevaar! Bewaar geen bussen of flessen
met brandbare stoffen, zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers enz.
in het apparaat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte worden bewaard. Ze
kunnen springen als de inhoud bevriest - bij koolzuurhoudende inhoud
zelfs exploderen! Leg nooit limonade, vruchtensap, bier, wijn, champagne
enz. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een hoog
alcoholpercentage mag wel in de vriesruimte worden bewaard.
Consumptie-ijs en ijsblokjes nooit direct vanuit de vriesruimte in uw mond
steken. Zeer koud ijs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen
veroorzaken. Wijs ook uw kinderen op dit gevaar!
Diepvriesproducten niet met natte handen aanraken. De handen kunnen
eraan vastvriezen.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine,
mixer enz.) in het apparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te
beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het
inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen
hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het
ontdooiproces te bespoedigen.
Vóór het schoonmaken altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt.
Controleer of het aansluitsnoer niet door de achterkant van het apparaat
wordt afgekneld en beschadigd. Een beschadigd aansluitsnoer kan
oververhit raken en brand veroorzaken.
Geen zware voorwerpen of het apparaat zelf op het aansluitsnoer zetten.
Kans op kortsluiting en brand!
In geval van storing
Mocht er een storing aan het apparaat optreden, kijk dan eerst in deze
gebruiksaanwijzing onder "Wat te doen als...". Als de aanwijzingen daar u
niet verder helpen, voer dan verder zelf geen werkzaamheden uit.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor
de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze
service-afdeling.
De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd
aan de stekker zelf. Let vooral op als het apparaat uit de nis wordt
getrokken. Beschadiging van het aansluitsnoer kan kortsluiting, brand
en/of elektrische schokken veroorzaken.
30
Als het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet het door onze
service-afdeling worden vervangen.
De stekker nooit in een loszittend of beschadigd stopcontact steken. Kans
op elektrische schokken en brand!
Afvalverwerking
Informatie over het verpakkingsmateriaal
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle
gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen
hergebruikt worden.
Over de materialen: De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de zakjes binnenin.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfk-
vrij.
Oud apparaat verwijderen
Om milieuredenen moeten koelapparaten op deskundige wijze worden
verwerkt. Dat geldt voor uw oude apparaat en ook voor uw nieuwe apparaat
als dat aan vervanging toe is.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze
wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken.
Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke
situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar aan de achterkant van
het apparaat, mag niet beschadigd raken.
Het symbool <symbol "this product may not be treated as household
waste"> op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven
bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Apparaat vervoeren
Om het apparaat te vervoeren zijn twee personen nodig.
Het apparaat rechtop en liefst in de originele verpakking vervoeren.
31
Transportbeveiliging verwijderen
Het apparaat en delen van het interieur zijn voor het transport beveiligd.
1. Alle plakband en kunststof delen uit de binnenruimte van het apparaat
nemen.
Eventuele resten van plakband kunt u met wasbenzine verwijderen.
Plaatsing
De omgevingstemperatuur oefent een invloed uit op het stroomverbruik en
de juiste werking van het apparaat.
Hou er rekening mee dat het apparaat wordt gebruikt in een omgeving, die
overeenkomt met de klimaatklasse vermeldt op het typeplaatje. De
omgevingstemperaturen en hun klimaatklasse, zijn hieronder in het schema
vermeldt.
Indien de omgevingstemperatuur onder de minimale waarde daalt, zal de
temperatuur in het koelgedeelte boven de voorgeschreven temperatuur
stijgen.
Indien de omgevingstemperatuur boven de maximale waarde stijgt, dan moet
de compressor langer werken en wordt het automatische ontdooiingproces
verstoord waardoor de temperatuur in het koelgedeelte en het
stroomverbruik stijgt.
Monteert u de afstandhouders
in het tasje van de onderdelen
naar de achterste hoeken van
het apparaat.
Maakt u de schroeven los, stelt
u de afstandhouders onder de
schroeven, dan trekt u de
schroeven.
Zorg ervoor, dat het apparaat
waterpas staat. Gebruikt
hiervoor de stelpoten aan de
voorzijde van het apparaat.
Stel het apparaat niet bloot aan
de zon of plaats het niet in de onmiddellijke omgeving van een kachel,
verwarming of fornuis.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
32
Plaatsing
Is plaatsing naast een warmtebron
onvermijdelijk, houd dan de
volgende richtlijnen aan:
Is de afstand tussen het apparaat
en een gas- of elektrisch fornuis 3
cm of minder, dan moet een
brandvrije isolatieplaat met een
dikte tussen de 0,5 cm tot 1 cm
tussen de 2 apparaten geplaatst
worden.
Afstand tot een kolen- of
petroleumkachel moet minstens 30
cm zijn.
De koelkast moet tegen de muur
aangeschoven worden.
Bij de plaatsing van de koelkast
moeten de minimale afstanden,
vermeld op de tekening, strikt
worden toegepast:
A: plaatsing onder een keukenkastje
B: vrijstaand
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet
aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de
koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
33
Draairichting deur veranderen
Indien praktischer kan de draairichting van de deur gewijzigd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met deuren die naar rechts open
gaan.
De aanpassing kan volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving
worden uitgevoerd:
1. De onderstaande stappen kunnen het best worden uitgevoerd door 2
personen, zodat één persoon de deuren goed kan vasthouden.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de deuren en schroef het scharnier (a, b), bevestigd met 2 schroeven (c),
los (tekening 2).
4. Verwijder het volledige scharnier (a, b,
c) door de deuren voorzichtig te
kantelen. Vergeet de kunststoffen
afstandhouder (b) onder het
scharnier niet (tekening 2)!
5. Verwijder de deur van de koelkast
door deze voorzichtig naar beneden
te trekken.
6. Verwijder de deur van de vrieskast
door deze voorzichtig naar boven te
trekken.
7. Haal de stift uit de bovenkant van de
deur van de koelkast en plaats deze
aan de andere kant.
8. Haal de stift uit de bovenkant van de
deur van de vrieskast en plaats deze
aan de andere kant.
9. Schroef de bovenste stift van de deur
van de koelkast (d) los en plaats deze
aan de andere kant (tekening 1).
10. Wip m.b.v. een schroevendraaier het
afdekplaatje (e) uit het afdekrooster
aan de onderkant (tekening 3).
11. Schroef de onderste stift van de deur
van de vrieskast (h, f) los en plaats
deze aan de andere kant (tekening 3).
Vergeet de ring (h) niet (tekening 3)!
12. Plaats het afdekplaatje (e) uit het
afdekrooster aan de andere kant.
34
Draairichting deur veranderen
13. Neem de afdekpennen (3 stuks) voor
de scharnierbevestiging (n, k) aan de
linkerkant en zet ze aan de andere
kant (tekening 2).
14. Plaats de pen (m) van het scharnier
van de deur van de vrieskast in het
gat aan de linkerkant (tekening 2).
15. Zet de deur van de vrieskast op de
onderste (f) deursteun (tekening 3).
16. Druk de deur van de koelkast in de
bovenste (d) deursteun. Hierna
moeten de deuren iets worden
gekanteld en kan men de scharnier
(m) in het gat van de deur van de
koelkast drukken.
17. Open nu de deuren en schroef de
scharnier vast aan de linkerkant met
behulp van de 2 schroeven (c).
Vergeet de kunststof afstandhouder
(b) niet, die onder het scharnier moet
komen. Let er goed op, dat de rand
van de deuren gelijk loopt met de
zijkant van het apparaat.
18. Plaats de deurgrepen (r) aan de
andere kant en druk de afdekplaatjes
(p), te vinden in het zakje, dat bij
deze handleiding zit, in de vrije gaten
(tekening 4).
19. Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het
stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met het dichtstbijzijnde servicepunt,
mocht u het wijzigen van de deurdraairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier
kunt u informatie vragen over de prijs voor het wijzigen door één van onze
servicemonteurs en een afspraak maken.
35
Vóór het in gebruik nemen
Laat het apparaat voordat u het aansluit en in gebruik neemt 4 uur staan,
zodat de olie naar de compressor terug kan stromen. Anders zou de
compressor beschadigd kunnen raken.
1. Reinig vóór het in gebruik nemen de binnenkant en alle accessoires (zie
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
In gebruik nemen en temperatuurregeling
De temperatuurregelaar zal,
afhankelijk van de ingestelde stand,
de werking van het apparaat voor
kortere of langere tijd onderbreken
en opnieuw opstarten, waarmee de
juiste temperatuur wordt verzekerd.
Hoe dichter bij de maximum stand,
hoe intensiever de koeling. Als u de
draaiknop van de
temperatuurregelaar in de
middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast
een temperatuur van +5°C bereikt en in de vriezer
-18°C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de
temperatuurregelaar, ook beïnvloedt door de omgevingstemperatuur, het al
dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen,
enz.
Op de maximale stand (gedurende een zwaardere belasting, b.v. tijdens een
hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het
apparaat.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek
daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede
verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie,
noodzakelijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes
behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
36
Apparaat uitschakelen
1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand "0"
draaien.
Als het apparaat voor langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld:
1. Apparaat uitschakelen door de temperatuurregelaar op stand "0" te draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud").
4. Deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen.
Interieur
Legplateaus
Het legvlak boven de groente-
/fruitbak moet in de onderste
geleiders liggen, opdat groente en
fruit langer vers blijven.
De overige legplateaus zijn in hoogte
verstelbaar:
1. Legplateau naar voren trekken, tot
het kan worden losgenomen.
2. Legplateau op een andere hoogte
plaatsen.
37
Op de juiste wijze indelen
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. De koudste zone
bevindt zich op het onderste legplateau boven de groente-/fruitbak. Warmere
zones zijn de bovenste legplateaus en de vakken in de deur. Op welke plek in
de koelruimte geschikte temperaturen voor verschillende soorten
levensmiddelen heersen, ziet u in de afbeelding.
1 gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees,
vleeswaren, dranken
2 melk, zuivelproducten,
levensmiddelen in
schaaltjes
3 fruit, groenten
4 kaas, boter
5 eieren
6 yoghurt, zure room
7 kleine flessen,
frisdrank
8 grote flessen, dranken
Levensmiddelen altijd
afgedekt of verpakt in de
koelruimte bewaren, om te voorkomen dat ze uitdrogen en reuk of smaak op
andere levensmiddelen overdragen.
Geschikt om te verpakken zijn:
- vershoudzakjes en -folie van polyethyleen;
- kunststof bakjes met deksel;
- speciale kapjes van kunststof met band van elastiek;
- aluminiumfolie.
S 4034 KGEX
38
Invriezen
Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema genoemde
hoeveelheid verse levensmiddelen in te vriezen. Het invriezen moet, nadat de
voorbereidingen zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren.
Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand.
Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste mand in een
bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen in de invriesmand, zodanig, dat er
voldoende ruimte voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog ingevroren
levensmiddelen in de invriesmand blijven, leg deze dan aan de achterkant,
zodanig, dat de verse levensmiddelen niet worden geraakt.
Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan.
Draai na 24 uur de temperatuurregelaar terug in de gebruikelijke stand of
hou de middelste stand aan, deze stand is in het algemeen goed geschikt voor
het dagelijkse gebruik.
Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar voor langere tijd op een hoge
stand (bv maximale stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd,
echter ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere tijd onder de
0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar bewaarde levensmiddelen en
dranken zullen bevriezen.
Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de “technische gegevens”
vermeldde invriescapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelheden zou niet
perfekt verlopen, waardoor er verschillende beschadigingen aan de
levensmiddelen kunnen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies).
Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs te verkomen, daar het ijs
maken capaciteit van het invriezen wegneemt.
39
Bewaren in de vrieskast
De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen in de aanwezige (1
of 2) vrieslades worden gelegd. Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor
een nieuwe hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds ingevroren
voedingsmiddelen komen op die manier niet contact met de andere
voedingsmiddelen.
Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen bewaard moeten worden,
kunnen de laden, behalve de onderste, uit het apparaat worden gehaald en
kunnen de levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden gelegd.
Bij aankoop van diepvriesproducten moet u steeds rekening houden met de
bewaartijd die op de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmiddelen
invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de deur van het
diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes staan voor de verschillende
levensmiddelen, de cijfers voor de maximale bewaartijd in maanden.
Het bewaren van diepvriesproducten is alleen veilig, wanneer deze producten,
voordat ze in het vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd
ontdooit zijn geweest.
Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is het niet wenselijk
dit opnieuw in te vriezen, maar moet het product zo snel mogelijk worden
gebruikt
40
Ontdoodien
Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het apparaat zet zich om
in rijp of ijs.
Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waardoor de werking van
het koelapparaat achteruitgaat. De temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt
en het energieverbruik neemt bijgevolg toe.
Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten geheel automatisch,
zonder tussenkomst van buitenaf. De temperatuurregelaar onderbreekt op
bepaalde tijdstippen de werking van de compressor (zodat er geen koeling is),
waardoor de temperatuur van de koelplaat boven 0 °C stijgt en het ontdooien
begint. Wanneer de temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot
+3 - +4 °C zet de temperatuurregelaar het koelproces weer in gang..
Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reservoir boven de
compressor en verdampt door de warmte van de compressor.
Controleer en reinig regelmatig
de afvoergoot voor het
smeltwater. Bij verstopping van
het afvoergootje kan het
smeltwater alleen via de isolatie
wegvloeien, wat vroegtijdige
defecten aan het apparaat tot
gevolg kan hebben.
Het reinigen van de afvoergoot
moet gebeuren m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie ook
de tekening). Dit krabbertje moet
in de afvoer worden opgeborgen.
Eén van de meest voorkomende
oorzaken van verstopping van het
afvoergootje is het vastvriezen van voedselverpakkingen aan de achterwand
van het apparaat. Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt,
scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens het automatische
ontdooien in het afvoergootje terecht komt en verstopping veroorzaakt.
Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier verpakte
levensmiddelen in de koelkast legt.
Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt, b.v. tijdens een hittegolf, kan
het gebeuren, dat de koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet
automatisch ontdooit.
Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten ijs of rijp op de
achterwand van de koelkast blijven zitten.
Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een automatische
ontdooifunctie, want de bevroren en diepgevroren levensmiddelen verdragen
de temperatuur niet die nodig is om ijs te doen smelten.
41
Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd, waarmee kleine
hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden verwijderd. Wanneer de ijs- of
rijplaag echter te dik is en niet meer met de schraper kan worden verwijderd,
moet het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan hangt af van
het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar).
Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg deze, goed verpakt
in isolerende materialen, op een koele plaats of in een andere vriezer.
Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroomtoevoer naar beide
gedeelten van het apparaat onderbroken wordt.
Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het koelgedeelte schoon
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk “Schoonmaken”. Het schoonmaken
van het vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd:
Het afvoergootje onderin het
vriesgedeelte dient voor de
optimale afvoer van het
smeltwater. Haal het
afvoergootje los en zet het op
zijn plaats (zie tekening). Plaats
onder het afvoergootje een bak,
pan of kleine emmer.
Vergeet het afvoergootje niet
terug te plaatsen wanneer u
klaar bent.
Het bakje zichtbaar op de tekening is geen meegeleverd accessoire!
Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in de
laden.
Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren op de hoogste stand
te zetten, zodat de gewenste bewaartemperatuur snel wordt bereikt.
42
Ontdoodien
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet de binnenkant van het apparaat, inclusief de
accessoires, regelmatig worden schoongemaakt.
Waarschuwing!
Het apparaat moet vóór het reinigen beslist spanningloos worden
gemaakt. Kans op elektrische schok! Voordat u gaat reinigen apparaat
uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de
huisinstallatie uitschakelen.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou
vocht in elektrische delen terecht kunnen komen, kans op elektrische
schok! Hete stoom kan tot beschadiging aan kunststof onderdelen leiden.
Het apparaat moet goed droog zijn voordat u het weer in gebruik neemt.
Attentie!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen- of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- reinigingsmiddelen die azijnzuur bevatten.
Zulke stoffen niet met onderdelen van het apparaat in aanraking laten
komen.
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1.Vriesvak vóór het reinigen ontdooien (zie hoofdstuk "Ontdooien").
2. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de huisinstallatie uitschakelen.
3. Binnenruimte en accessoires met een doekje en lauw water schoonmaken.
Eventueel wat handafwasmiddel toevoegen.
4. Daarna met schoon water afnemen en goed droog wrijven.
5. De dooiwateruitloop in de achterwand van de koelruimte regelmatig
controleren. Een verstopte afvoeropening m.b.v. het reinigingsstaafje of een
stukje ijzerdraad schoonmaken.
Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
energieverbruik. Daarom één maal per jaar de condensor, het metalen rooster
op de achterzijde van het apparaat, met een zachte borstel of met de
stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Als alles goed droog is, het apparaat weer in gebruik nemen.
43
Tips voor het besparen van energie
Zet het apparaat niet in de buurt van een fornuis, kachel of andere
warmtebron. Bij hoge omgevingstemperaturen loopt de compressor vaker
en langer.
Zorg voor een goede ventilatie bij de sokkel en aan de achterkant van het
apparaat. Ventilatie-openingen nooit afdekken.
Geen warme levensmiddelen in het apparaat zetten. Warme
levensmiddelen eerst laten afkoelen.
Deur niet langer dan nodig open laten.
De temperatuur niet kouder dan nodig instellen.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien. De koude in de
diepvriesproducten wordt dan gebruikt om de koelruimte te koelen.
De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon houden.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel
vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor,
circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen
werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet
werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken,
voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
44
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs
de achterwand van
de koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de
vloer.
Er zijn te veel rijp en
ijs.
De compressor werkt
continu.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag
ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud
genoeg of staan op een verkeerde
plek.
De deur gaat niet goed dicht of is
niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag
ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is
niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen
staan te dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het
automatische ontdooien smelt het
ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan
verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak
blokkeren zodat er geen water in kan
stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de
condensbak boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed
ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of
zijn niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of
zijn niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het
apparaat gezet.
Het apparaat staat op een te warme
plek.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek
zetten.
Controleren of de deur goed dicht
kan en of het deurrubber
onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht
kan en of het deurrubber
onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de
temperatuur nog eens controleren.
De levensmiddelen zodanig
neerzetten dat de koude lucht goed
kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer
dat ze de achterwand niet direct
raken.
Plaats het de afvoergootje in de
condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht
kunnen en of de deurrubbers
onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een
lagere stand instellen.
De temperatuurregelaar op een
lagere stand instellen.
Controleren of de deuren goed dicht
kunnen en of de deurrubbers
onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de
temperatuur nog eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot
kamertemperatuur afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te
verlagen.
45
Probleem
Het apparaat werkt
helemaal niet. Noch
de koeling, noch de
binnenverlichting
werkt.
Het apparaat maakt
veel geluid.
Mogelijke oorzaak
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet
ingesteld.
Er staat geen spanning op het
stopcontact. (Probeer er een ander
apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens
de aanwijzingen in hoofdstuk „In
gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-
installateur.
Controleren of het apparaat stabiel
staat (alle vier voeten moeten op de
vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem
dan contact op met Service.
Lamp vervangen
Wanneer het gloeilampje van de
binnenverlichting stuk is, kan u dit
probleem alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Schroef de schroef los, die het
afdekkapje bevestigt (1).
Druk het lipje (2) aan de achterkant
van de verlichtingseenheid in (zie
tekening) en verwijder daarna het
afdekkapje in de richting die de pijl
aangeeft (3). Nu kan men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type
gloeilamp: T25 230-240 V, 15 W, fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkapje weer op zijn plaats,
schroef de schroef terug en stop de stekker in het stopcontact.
Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen voor de werking van
het apparaat.
46
Als iets niet werkt
Bepalingen, normen, richtlijnen
Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en is met inachtneming van
de voor deze apparaten geldende normen gefabriceerd. Bij de fabricage
zijn in het bijzonder die maatregelen getroffen die worden vereist volgens
de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG
20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudekringloop is op dichtheid gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19.02.1973 - laagspanningsrichtlijn
- 89/336/EEG van 03.05.1989
(incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG - EMC-richtlijn
- 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen
Bedrijfsgeluiden
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Altijd als de compressor in- of uitschakelt, is een klikken te horen.
Zoemen
Zodra de compressor werkt, kunt u hem horen zoemen.
Borrelen/klotsen
Als koelmiddel in dunne buizen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend
geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog
korte tijd hoorbaar.
N/AE/ny33-4. (08.) 200372776 2009. 03. 11.
47
Als iets niet werkt
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die voor het produceren van koude kunnen worden gebruikt,
noemt men koelmiddelen. Ze hebben een relatief laag kookpunt, zo laag
dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het
koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin zich het koelmiddel bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat in hoofdzaak uit verdamper, compressor,
condensor en buizen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Zoals alle vloeistoffen heeft
koelmiddel om te verdampen warmte nodig. Deze warmte wordt
onttrokken aan de binnenruimte van het apparaat, die daardoor afkoelt.
Daarom is de verdamper in de binnenruimte aangebracht of direct achter
de binnenwand ingeschuimd en daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt door een ingebouwde
elektromotor aangedreven en is achter in de sokkel van het apparaat
ondergebracht. Taak van de compressor is het om dampvormig koelmiddel
uit de verdamper te halen, samen te persen en naar de condensor verder
te leiden.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel gecondenseerd.
Daarbij komt warmte vrij die via de oppervlakte van de condensor aan de
omgevingslucht wordt afgegeven. De condensor is daarom buiten
aangebracht, meestal aan de achterkant van het apparaat.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
Sie können Ersatzteile, Zubehör und Pflegemittel on-line bestellen bei
http://www.aeg-electrolux.de
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
200372776 - 04 - 0309
2009. 03. 11.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.

Documenttranscriptie

Geachte klant, Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat. Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen. 1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het apparaat. 2.… Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het apparaat. Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat. Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als".... Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling. U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc. Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier. Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ... 25 INHOUD Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Informatie over het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Oud apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Apparaat vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Transportbeveiliging verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Draairichting deur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Gebruik van het koelapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Legplateaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Bewaren in de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Tips voor het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 26 Inhoud Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 27 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons genoodzaakt, u op het volgende te wijzen: Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden. Het is geschikt om levensmiddelen te koelen, in te vriezen en diepgevroren te bewaren en om ijs te bereiden. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt. Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. Als u dit apparaat gebruikt voor industriële doeleinden of voor andere doeleinden dan het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen, dient u de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in acht te nemen. Voor het in gebruik nemen Controleer of het apparaat geen transportschade heeft. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot uw leverancier. Zorg ervoor dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Koelmiddel Het apparaat bevat in de koelmiddelkringloop het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk gas dat milieuvriendelijk, maar brandbaar is. Waarschuwing - Let er bij vervoeren en opstellen van het apparaat op, dat er geen onderdelen van de koelmiddelkringloop beschadigd raken. Bij beschadiging van de koelmiddelkringloop: - open vuur en ontstekingsbronnen beslist vermijden; - de ruimte waarin het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden. Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. 28 Veiligheid In het dagelijks gebruik Bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof kunnen door koudeinwerking ondicht worden. Explosiegevaar! Bewaar geen bussen of flessen met brandbare stoffen, zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers enz. in het apparaat. Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte worden bewaard. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest - bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonade, vruchtensap, bier, wijn, champagne enz. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een hoog alcoholpercentage mag wel in de vriesruimte worden bewaard. Consumptie-ijs en ijsblokjes nooit direct vanuit de vriesruimte in uw mond steken. Zeer koud ijs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Wijs ook uw kinderen op dit gevaar! Diepvriesproducten niet met natte handen aanraken. De handen kunnen eraan vastvriezen. Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine, mixer enz.) in het apparaat gebruiken. Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd. Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het ontdooiproces te bespoedigen. Vóór het schoonmaken altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden gebruikt. Controleer of het aansluitsnoer niet door de achterkant van het apparaat wordt afgekneld en beschadigd. Een beschadigd aansluitsnoer kan oververhit raken en brand veroorzaken. Geen zware voorwerpen of het apparaat zelf op het aansluitsnoer zetten. Kans op kortsluiting en brand! In geval van storing Mocht er een storing aan het apparaat optreden, kijk dan eerst in deze gebruiksaanwijzing onder "Wat te doen als...". Als de aanwijzingen daar u niet verder helpen, voer dan verder zelf geen werkzaamheden uit. Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze service-afdeling. De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de stekker zelf. Let vooral op als het apparaat uit de nis wordt getrokken. Beschadiging van het aansluitsnoer kan kortsluiting, brand en/of elektrische schokken veroorzaken. 29 Als het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet het door onze service-afdeling worden vervangen. De stekker nooit in een loszittend of beschadigd stopcontact steken. Kans op elektrische schokken en brand! Afvalverwerking Informatie over het verpakkingsmateriaal Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen hergebruikt worden. Over de materialen: De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de zakjes binnenin. >PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfkvrij. Oud apparaat verwijderen Om milieuredenen moeten koelapparaten op deskundige wijze worden verwerkt. Dat geldt voor uw oude apparaat en ook voor uw nieuwe apparaat als dat aan vervanging toe is. Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet. De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar aan de achterkant van het apparaat, mag niet beschadigd raken. Het symbool <symbol "this product may not be treated as household waste"> op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Apparaat vervoeren Om het apparaat te vervoeren zijn twee personen nodig. Het apparaat rechtop en liefst in de originele verpakking vervoeren. 30 Transportbeveiliging verwijderen Het apparaat en delen van het interieur zijn voor het transport beveiligd. 1. Alle plakband en kunststof delen uit de binnenruimte van het apparaat nemen. Eventuele resten van plakband kunt u met wasbenzine verwijderen. Plaatsing De omgevingstemperatuur oefent een invloed uit op het stroomverbruik en de juiste werking van het apparaat. Hou er rekening mee dat het apparaat wordt gebruikt in een omgeving, die overeenkomt met de klimaatklasse vermeldt op het typeplaatje. De omgevingstemperaturen en hun klimaatklasse, zijn hieronder in het schema vermeldt. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10 ..,+32 °C N +16 ..,+32 °C ST +18 ..,+38 °C Indien de omgevingstemperatuur onder de minimale waarde daalt, zal de temperatuur in het koelgedeelte boven de voorgeschreven temperatuur stijgen. Indien de omgevingstemperatuur boven de maximale waarde stijgt, dan moet de compressor langer werken en wordt het automatische ontdooiingproces verstoord waardoor de temperatuur in het koelgedeelte en het stroomverbruik stijgt. Monteert u de afstandhouders in het tasje van de onderdelen naar de achterste hoeken van het apparaat. Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders onder de schroeven, dan trekt u de schroeven. Zorg ervoor, dat het apparaat waterpas staat. Gebruikt hiervoor de stelpoten aan de voorzijde van het apparaat. Stel het apparaat niet bloot aan de zon of plaats het niet in de onmiddellijke omgeving van een kachel, verwarming of fornuis. 31 Plaatsing Is plaatsing naast een warmtebron onvermijdelijk, houd dan de volgende richtlijnen aan: Is de afstand tussen het apparaat en een gas- of elektrisch fornuis 3 cm of minder, dan moet een brandvrije isolatieplaat met een dikte tussen de 0,5 cm tot 1 cm tussen de 2 apparaten geplaatst worden. Afstand tot een kolen- of petroleumkachel moet minstens 30 cm zijn. De koelkast moet tegen de muur aangeschoven worden. Bij de plaatsing van de koelkast moeten de minimale afstanden, vermeld op de tekening, strikt worden toegepast: A: plaatsing onder een keukenkastje B: vrijstaand Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn 32 - Draairichting deur veranderen Indien praktischer kan de draairichting van de deur gewijzigd worden. De apparaten worden in de handel gebracht met deuren die naar rechts open gaan. De aanpassing kan volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving worden uitgevoerd: 1. De onderstaande stappen kunnen het best worden uitgevoerd door 2 personen, zodat één persoon de deuren goed kan vasthouden. 2. Haal de stekker uit het stopcontact. 3. Open de deuren en schroef het scharnier (a, b), bevestigd met 2 schroeven (c), los (tekening 2). 4. Verwijder het volledige scharnier (a, b, c) door de deuren voorzichtig te kantelen. Vergeet de kunststoffen afstandhouder (b) onder het scharnier niet (tekening 2)! 5. Verwijder de deur van de koelkast door deze voorzichtig naar beneden te trekken. 6. Verwijder de deur van de vrieskast door deze voorzichtig naar boven te trekken. 7. Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de koelkast en plaats deze aan de andere kant. 8. Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de vrieskast en plaats deze aan de andere kant. 9. Schroef de bovenste stift van de deur van de koelkast (d) los en plaats deze aan de andere kant (tekening 1). 10. Wip m.b.v. een schroevendraaier het afdekplaatje (e) uit het afdekrooster aan de onderkant (tekening 3). 11. Schroef de onderste stift van de deur van de vrieskast (h, f) los en plaats deze aan de andere kant (tekening 3). Vergeet de ring (h) niet (tekening 3)! 12. Plaats het afdekplaatje (e) uit het afdekrooster aan de andere kant. 33 Draairichting deur veranderen 13. Neem de afdekpennen (3 stuks) voor de scharnierbevestiging (n, k) aan de linkerkant en zet ze aan de andere kant (tekening 2). 14. Plaats de pen (m) van het scharnier van de deur van de vrieskast in het gat aan de linkerkant (tekening 2). 15. Zet de deur van de vrieskast op de onderste (f) deursteun (tekening 3). 16. Druk de deur van de koelkast in de bovenste (d) deursteun. Hierna moeten de deuren iets worden gekanteld en kan men de scharnier (m) in het gat van de deur van de koelkast drukken. 17. Open nu de deuren en schroef de scharnier vast aan de linkerkant met behulp van de 2 schroeven (c). Vergeet de kunststof afstandhouder (b) niet, die onder het scharnier moet komen. Let er goed op, dat de rand van de deuren gelijk loopt met de zijkant van het apparaat. 18. Plaats de deurgrepen (r) aan de andere kant en druk de afdekplaatjes (p), te vinden in het zakje, dat bij deze handleiding zit, in de vrije gaten (tekening 4). 19. Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het stopcontact. Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met het dichtstbijzijnde servicepunt, mocht u het wijzigen van de deurdraairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier kunt u informatie vragen over de prijs voor het wijzigen door één van onze servicemonteurs en een afspraak maken. 34 Vóór het in gebruik nemen Laat het apparaat voordat u het aansluit en in gebruik neemt 4 uur staan, zodat de olie naar de compressor terug kan stromen. Anders zou de compressor beschadigd kunnen raken. 1. Reinig vóór het in gebruik nemen de binnenkant en alle accessoires (zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud"). In gebruik nemen en temperatuurregeling De temperatuurregelaar zal, afhankelijk van de ingestelde stand, de werking van het apparaat voor kortere of langere tijd onderbreken en opnieuw opstarten, waarmee de juiste temperatuur wordt verzekerd. Hoe dichter bij de maximum stand, hoe intensiever de koeling. Als u de draaiknop van de temperatuurregelaar in de middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast een temperatuur van +5°C bereikt en in de vriezer -18°C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik. De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de temperatuurregelaar, ook beïnvloedt door de omgevingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz. Op de maximale stand (gedurende een zwaardere belasting, b.v. tijdens een hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het apparaat. Gebruik van het koelapparaat Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz. Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming. Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzakelijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers. 35 Apparaat uitschakelen 1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand "0" draaien. Als het apparaat voor langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld: 1. Apparaat uitschakelen door de temperatuurregelaar op stand "0" te draaien. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud"). 4. Deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen. Interieur Legplateaus Het legvlak boven de groente/fruitbak moet in de onderste geleiders liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven. De overige legplateaus zijn in hoogte verstelbaar: 1. Legplateau naar voren trekken, tot het kan worden losgenomen. 2. Legplateau op een andere hoogte plaatsen. 36 Op de juiste wijze indelen In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. De koudste zone bevindt zich op het onderste legplateau boven de groente-/fruitbak. Warmere zones zijn de bovenste legplateaus en de vakken in de deur. Op welke plek in de koelruimte geschikte temperaturen voor verschillende soorten levensmiddelen heersen, ziet u in de afbeelding. 1 gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken 2 melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes 3 fruit, groenten 4 kaas, boter 5 eieren 6 yoghurt, zure room 7 kleine frisdrank flessen, 8 grote flessen, dranken S 4034 KGEX Levensmiddelen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte bewaren, om te voorkomen dat ze uitdrogen en reuk of smaak op andere levensmiddelen overdragen. Geschikt om te verpakken zijn: - vershoudzakjes en -folie van polyethyleen; - kunststof bakjes met deksel; - speciale kapjes van kunststof met band van elastiek; - aluminiumfolie. 37 Invriezen Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema genoemde hoeveelheid verse levensmiddelen in te vriezen. Het invriezen moet, nadat de voorbereidingen zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren. Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand. Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste mand in een bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen in de invriesmand, zodanig, dat er voldoende ruimte voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog ingevroren levensmiddelen in de invriesmand blijven, leg deze dan aan de achterkant, zodanig, dat de verse levensmiddelen niet worden geraakt. Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan. Draai na 24 uur de temperatuurregelaar terug in de gebruikelijke stand of hou de middelste stand aan, deze stand is in het algemeen goed geschikt voor het dagelijkse gebruik. Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar voor langere tijd op een hoge stand (bv maximale stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd, echter ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere tijd onder de 0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar bewaarde levensmiddelen en dranken zullen bevriezen. Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de “technische gegevens” vermeldde invriescapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelheden zou niet perfekt verlopen, waardoor er verschillende beschadigingen aan de levensmiddelen kunnen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies). Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs te verkomen, daar het ijs maken capaciteit van het invriezen wegneemt. 38 Bewaren in de vrieskast De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen in de aanwezige (1 of 2) vrieslades worden gelegd. Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor een nieuwe hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds ingevroren voedingsmiddelen komen op die manier niet contact met de andere voedingsmiddelen. Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen bewaard moeten worden, kunnen de laden, behalve de onderste, uit het apparaat worden gehaald en kunnen de levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden gelegd. Bij aankoop van diepvriesproducten moet u steeds rekening houden met de bewaartijd die op de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmiddelen invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de deur van het diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes staan voor de verschillende levensmiddelen, de cijfers voor de maximale bewaartijd in maanden. Het bewaren van diepvriesproducten is alleen veilig, wanneer deze producten, voordat ze in het vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd ontdooit zijn geweest. Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is het niet wenselijk dit opnieuw in te vriezen, maar moet het product zo snel mogelijk worden gebruikt 39 Ontdoodien Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het apparaat zet zich om in rijp of ijs. Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waardoor de werking van het koelapparaat achteruitgaat. De temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt en het energieverbruik neemt bijgevolg toe. Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten geheel automatisch, zonder tussenkomst van buitenaf. De temperatuurregelaar onderbreekt op bepaalde tijdstippen de werking van de compressor (zodat er geen koeling is), waardoor de temperatuur van de koelplaat boven 0 °C stijgt en het ontdooien begint. Wanneer de temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot +3 - +4 °C zet de temperatuurregelaar het koelproces weer in gang.. Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reservoir boven de compressor en verdampt door de warmte van de compressor. Controleer en reinig regelmatig de afvoergoot voor het smeltwater. Bij verstopping van het afvoergootje kan het smeltwater alleen via de isolatie wegvloeien, wat vroegtijdige defecten aan het apparaat tot gevolg kan hebben. Het reinigen van de afvoergoot moet gebeuren m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie ook de tekening). Dit krabbertje moet in de afvoer worden opgeborgen. Eén van de meest voorkomende oorzaken van verstopping van het afvoergootje is het vastvriezen van voedselverpakkingen aan de achterwand van het apparaat. Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt, scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens het automatische ontdooien in het afvoergootje terecht komt en verstopping veroorzaakt. Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier verpakte levensmiddelen in de koelkast legt. Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt, b.v. tijdens een hittegolf, kan het gebeuren, dat de koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet automatisch ontdooit. Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten ijs of rijp op de achterwand van de koelkast blijven zitten. Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een automatische ontdooifunctie, want de bevroren en diepgevroren levensmiddelen verdragen de temperatuur niet die nodig is om ijs te doen smelten. 40 Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd, waarmee kleine hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden verwijderd. Wanneer de ijs- of rijplaag echter te dik is en niet meer met de schraper kan worden verwijderd, moet het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan hangt af van het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar). Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg deze, goed verpakt in isolerende materialen, op een koele plaats of in een andere vriezer. Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroomtoevoer naar beide gedeelten van het apparaat onderbroken wordt. Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het koelgedeelte schoon volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk “Schoonmaken”. Het schoonmaken van het vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd: Het afvoergootje onderin het vriesgedeelte dient voor de optimale afvoer van het smeltwater. Haal het afvoergootje los en zet het op zijn plaats (zie tekening). Plaats onder het afvoergootje een bak, pan of kleine emmer. Vergeet het afvoergootje niet terug te plaatsen wanneer u klaar bent. Het bakje zichtbaar op de tekening is geen meegeleverd accessoire! Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven. Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in de laden. Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren op de hoogste stand te zetten, zodat de gewenste bewaartemperatuur snel wordt bereikt. 41 Ontdoodien Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen moet de binnenkant van het apparaat, inclusief de accessoires, regelmatig worden schoongemaakt. Waarschuwing! Het apparaat moet vóór het reinigen beslist spanningloos worden gemaakt. Kans op elektrische schok! Voordat u gaat reinigen apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou vocht in elektrische delen terecht kunnen komen, kans op elektrische schok! Hete stoom kan tot beschadiging aan kunststof onderdelen leiden. Het apparaat moet goed droog zijn voordat u het weer in gebruik neemt. Attentie! Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof onderdelen aantasten, bijv. - sap van citroen- of sinaasappelschillen; - boterzuur; - reinigingsmiddelen die azijnzuur bevatten. Zulke stoffen niet met onderdelen van het apparaat in aanraking laten komen. Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken. 1.Vriesvak vóór het reinigen ontdooien (zie hoofdstuk "Ontdooien"). 2. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 3. Binnenruimte en accessoires met een doekje en lauw water schoonmaken. Eventueel wat handafwasmiddel toevoegen. 4. Daarna met schoon water afnemen en goed droog wrijven. 5. De dooiwateruitloop in de achterwand van de koelruimte regelmatig controleren. Een verstopte afvoeropening m.b.v. het reinigingsstaafje of een stukje ijzerdraad schoonmaken. Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het energieverbruik. Daarom één maal per jaar de condensor, het metalen rooster op de achterzijde van het apparaat, met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. 6. Als alles goed droog is, het apparaat weer in gebruik nemen. 42 Tips voor het besparen van energie Zet het apparaat niet in de buurt van een fornuis, kachel of andere warmtebron. Bij hoge omgevingstemperaturen loopt de compressor vaker en langer. Zorg voor een goede ventilatie bij de sokkel en aan de achterkant van het apparaat. Ventilatie-openingen nooit afdekken. Geen warme levensmiddelen in het apparaat zetten. Warme levensmiddelen eerst laten afkoelen. Deur niet langer dan nodig open laten. De temperatuur niet kouder dan nodig instellen. Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien. De koude in de diepvriesproducten wordt dan gebruikt om de koelruimte te koelen. De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon houden. Als iets niet werkt Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. 43 Probleem Mogelijke oorzaak Het is te warm in de De temperatuurregelaar is te laag koelruimte. ingesteld. De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan op een verkeerde plek. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten. Het is te warm in de vriesruimte. Er loopt water langs de achterwand van de koelruimte. Er loopt water in de koelruimte. Er loopt water op de vloer. Er zijn te veel rijp en ijs. De compressor werkt continu. 44 Oplossing Op een hogere stand instellen. De levensmiddelen op de juiste plek zetten. Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. De temperatuurregelaar is te laag Op een hogere stand instellen. ingesteld. De deur gaat niet goed dicht of is Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber niet goed gesloten. onbeschadigd en schoon is. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk Een paar uur wachten en de invriezen. temperatuur nog eens controleren. De in te vriezen levensmiddelen De levensmiddelen zodanig staan te dicht op elkaar. neerzetten dat de koude lucht goed kan circuleren. Dat is normaal. Tijdens het automatische ontdooien smelt het ijs op de achterwand. De afvoer van de koelruimte kan Maak de afvoer schoon. verstopt zijn. Levensmiddelen kunnen de lekbak Zet de levensmiddelen zodanig neer blokkeren zodat er geen water in kan dat ze de achterwand niet direct stromen. raken. Het afvoergootje loopt niet in de Plaats het de afvoergootje in de condensbak boven de compressor. condensbak. De levensmiddelen zijn niet goed De levensmiddelen beter inpakken. ingepakt. De deuren gaan niet goed dicht of Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers zijn niet goed gesloten. onbeschadigd en schoon zijn. De temperatuurregelaar is niet goed De temperatuurregelaar op een ingesteld. lagere stand instellen. De temperatuurregelaar is niet goed De temperatuurregelaar op een ingesteld. lagere stand instellen. De deuren gaan niet goed dicht of Controleren of de deuren goed dicht zijn niet goed gesloten. kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk Een paar uur wachten en de invriezen. temperatuur nog eens controleren. U hebt warme levensmiddelen in het Laat de levensmiddelen tot apparaat gezet. kamertemperatuur afkoelen. Het apparaat staat op een te warme Probeer de omgevingstemperatuur te plek. verlagen. Probleem Het apparaat werkt helemaal niet. Noch de koeling, noch de binnenverlichting werkt. Mogelijke oorzaak De stekker zit niet in het stopcontact. De zekering in de huisinstallatie is uitgeschakeld. De temperatuurregelaar is niet ingesteld. Oplossing De aansluiting controleren. Zekering vervangen. Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”. Er staat geen spanning op het Contact opnemen met een elektrostopcontact. (Probeer er een ander installateur. apparaat op aan te sluiten.) Het apparaat maakt Het apparaat staat niet goed. Controleren of het apparaat stabiel veel geluid. staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan). Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service. Lamp vervangen Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is, kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen: Haal de stekker uit het stopcontact. Schroef de schroef los, die het afdekkapje bevestigt (1). Druk het lipje (2) aan de achterkant van de verlichtingseenheid in (zie tekening) en verwijder daarna het afdekkapje in de richting die de pijl aangeeft (3). Nu kan men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type gloeilamp: T25 230-240 V, 15 W, fitting E14). Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkapje weer op zijn plaats, schroef de schroef terug en stop de stekker in het stopcontact. Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen voor de werking van het apparaat. 45 Als iets niet werkt Bepalingen, normen, richtlijnen Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gefabriceerd. Bij de fabricage zijn in het bijzonder die maatregelen getroffen die worden vereist volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudekringloop is op dichtheid gecontroleerd. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: - 73/23/EEG van 19.02.1973 - laagspanningsrichtlijn - 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG - EMC-richtlijn - 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen N/AE/ny33-4. (08.) 200372776 De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: Klikken Altijd als de compressor in- of uitschakelt, is een klikken te horen. Zoemen Zodra de compressor werkt, kunt u hem horen zoemen. Borrelen/klotsen Als koelmiddel in dunne buizen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd hoorbaar. 2009. 03. 11. Bedrijfsgeluiden 46 Als iets niet werkt Vaktermen Koelmiddel Vloeistoffen die voor het produceren van koude kunnen worden gebruikt, noemt men koelmiddelen. Ze hebben een relatief laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen. Koelmiddelkringloop Gesloten kringloopsysteem waarin zich het koelmiddel bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat in hoofdzaak uit verdamper, compressor, condensor en buizen. Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Zoals alle vloeistoffen heeft koelmiddel om te verdampen warmte nodig. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het apparaat, die daardoor afkoelt. Daarom is de verdamper in de binnenruimte aangebracht of direct achter de binnenwand ingeschuimd en daardoor niet zichtbaar. Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt door een ingebouwde elektromotor aangedreven en is achter in de sokkel van het apparaat ondergebracht. Taak van de compressor is het om dampvormig koelmiddel uit de verdamper te halen, samen te persen en naar de condensor verder te leiden. Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel gecondenseerd. Daarbij komt warmte vrij die via de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht wordt afgegeven. De condensor is daarom buiten aangebracht, meestal aan de achterkant van het apparaat. 47 AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg Sie können Ersatzteile, Zubehör und Pflegemittel on-line bestellen bei http://www.aeg-electrolux.de © Copyright by AEG Technische Änderungen vorbehalten 200372776 - 04 - 0309 2009. 03. 11. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Aeg-Electrolux S40300KG28 Handleiding

Type
Handleiding