Documenttranscriptie
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie
m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw
apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze
aanwijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het
apparaat.
2.…
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze
service-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook
tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u
van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij
kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten,
gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
30
INHOUD
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Informatie over het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Oud apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Apparaat vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Transportbeveiliging verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Draairichting deur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Aanwijzingen voor de gebruiker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Gebruik van het koelapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Legplateaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Bewaren in de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Tips voor het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Verwisselen van de gloeilamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
31
Inhoud
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Bewaartijdentabel (1) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Repartievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
32
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons genoodzaakt, u op het volgende te
wijzen:
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden. Het is geschikt
om levensmiddelen te koelen, in te vriezen en diepgevroren te bewaren en
om ijs te bereiden. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt
gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de
garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als u dit apparaat gebruikt voor industriële doeleinden of voor andere
doeleinden dan het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen, dient u de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in
acht te nemen.
Voor het in gebruik nemen
Controleer of het apparaat geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot uw
leverancier.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Koelmiddel
Het apparaat bevat in de koelmiddelkringloop het koelmiddel isobutaan
(R600a), een natuurlijk gas dat milieuvriendelijk, maar brandbaar is.
Waarschuwing - Let er bij vervoeren en opstellen van het apparaat op, dat
er geen onderdelen van de koelmiddelkringloop beschadigd raken.
Bij beschadiging van de koelmiddelkringloop:
- open vuur en ontstekingsbronnen beslist vermijden;
- de ruimte waarin het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen houden.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker
uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of
grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u,
dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten
(verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht en
laat kinderen niet met het apparaat spelen.
33
Veiligheid
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof kunnen door koudeinwerking ondicht worden. Explosiegevaar! Bewaar geen bussen of flessen
met brandbare stoffen, zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers enz.
in het apparaat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte worden bewaard. Ze
kunnen springen als de inhoud bevriest - bij koolzuurhoudende inhoud
zelfs exploderen! Leg nooit limonade, vruchtensap, bier, wijn, champagne
enz. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een hoog
alcoholpercentage mag wel in de vriesruimte worden bewaard.
Consumptie-ijs en ijsblokjes nooit direct vanuit de vriesruimte in uw mond
steken. Zeer koud ijs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen
veroorzaken. Wijs ook uw kinderen op dit gevaar!
Diepvriesproducten niet met natte handen aanraken. De handen kunnen
eraan vastvriezen.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine,
mixer enz.) in het apparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te
beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het
inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen
hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het
ontdooiproces te bespoedigen.
Vóór het schoonmaken altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt.
Controleer of het aansluitsnoer niet door de achterkant van het apparaat
wordt afgekneld en beschadigd. Een beschadigd aansluitsnoer kan
oververhit raken en brand veroorzaken.
Geen zware voorwerpen of het apparaat zelf op het aansluitsnoer zetten.
Kans op kortsluiting en brand!
In geval van storing
Mocht er een storing aan het apparaat optreden, kijk dan eerst in deze
gebruiksaanwijzing onder "Wat te doen als...". Als de aanwijzingen daar u
niet verder helpen, voer dan verder zelf geen werkzaamheden uit.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor
de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze
service-afdeling.
De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd
aan de stekker zelf. Let vooral op als het apparaat uit de nis wordt
getrokken. Beschadiging van het aansluitsnoer kan kortsluiting, brand
en/of elektrische schokken veroorzaken.
34
Als het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet het door onze
service-afdeling worden vervangen.
De stekker nooit in een loszittend of beschadigd stopcontact steken. Kans
op elektrische schokken en brand!
Afvalverwerking
Informatie over het verpakkingsmateriaal
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle
gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen
hergebruikt worden.
Over de materialen: De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de zakjes binnenin.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfkvrij.
Oud apparaat verwijderen
Om milieuredenen moeten koelapparaten op deskundige wijze worden
verwerkt. Dat geldt voor uw oude apparaat en ook voor uw nieuwe apparaat
als dat aan vervanging toe is.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze
wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken.
Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke
situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar aan de achterkant van
het apparaat, mag niet beschadigd raken.
Het symbool <symbol "this product may not be treated as household
waste"> op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven
bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Apparaat vervoeren
Om het apparaat te vervoeren zijn twee personen nodig.
Het apparaat rechtop en liefst in de originele verpakking vervoeren.
35
Transportbeveiliging verwijderen
Het apparaat en delen van het interieur zijn voor het transport beveiligd.
1. Alle plakband en kunststof delen uit de binnenruimte van het apparaat
nemen.
Eventuele resten van plakband kunt u met wasbenzine verwijderen.
Plaatsing
De omgevingstemperatuur oefent een invloed uit op het stroomverbruik en
de juiste werking van het apparaat.
Hou er rekening mee dat het apparaat wordt gebruikt in een omgeving, die
overeenkomt met de klimaatklasse vermeldt op het typeplaatje. De
omgevingstemperaturen en hun klimaatklasse, zijn hieronder in het schema
vermeldt.
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10 ..,+32 °C
N
+16 ..,+32 °C
ST
+18 ..,+38 °C
Indien de omgevingstemperatuur onder de minimale waarde daalt, zal de
temperatuur in het koelgedeelte boven de voorgeschreven temperatuur
stijgen.
Indien de omgevingstemperatuur boven de maximale waarde stijgt, dan moet
de compressor langer werken en wordt het automatische ontdooiingproces
verstoord waardoor de temperatuur
in het koelgedeelte en het
stroomverbruik stijgt.
Monteer de afstandhouders, te
vinden in de accessoiretas. Druk de
afstandhouders op hun plaats (zie
tekening) en draai ze daarna 90°
(in de ovale gaten aan de
achterkant).
Zorg ervoor, dat het apparaat
waterpas staat. Gebruikt hiervoor de
stelpoten aan de voorzijde van het
apparaat.
Stel het apparaat niet bloot aan de zon of plaats het niet in de onmiddellijke
omgeving van een kachel, verwarming of fornuis.
Is plaatsing naast een warmtebron onvermijdelijk, houd dan de volgende
richtlijnen aan:
36
Plaatsing
Is de afstand tussen het apparaat
en een gas- of elektrisch fornuis 3
cm of minder, dan moet een
brandvrije isolatieplaat met een
dikte tussen de 0,5 cm tot 1 cm
tussen de 2 apparaten geplaatst
worden.
Afstand tot een kolen- of
petroleumkachel moet minstens 30
cm zijn.
De koelkast moet tegen de muur
aangeschoven worden.
Bij de plaatsing van de koelkast
moeten de minimale afstanden,
vermeld op de tekening, strikt
worden toegepast:
A: plaatsing onder een keukenkastje
B: vrijstaand
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet
aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de
koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EEG
van
19.02.1973
(incl.
wijzigingsrichtlijnen)
laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
-
37
Draairichting deur veranderen
Indien praktischer kan de draairichting van de deur gewijzigd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met deuren die naar rechts open
gaan.
De aanpassing kan volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving
worden uitgevoerd:
1. De onderstaande stappen kunnen het best worden uitgevoerd door 2
personen, zodat één persoon de deuren goed kan vasthouden.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de deuren en schroef het scharnier (a, b), bevestigd met 2 schroeven (c),
los (tekening 2).
4. Verwijder het volledige scharnier (a, b,
c) door de deuren voorzichtig te
kantelen. Vergeet de kunststoffen
afstandhouder (b) onder het
scharnier niet (tekening 2)!
5. Verwijder de deur van de koelkast
door deze voorzichtig naar beneden
te trekken.
6. Verwijder de deur van de vrieskast
door deze voorzichtig naar boven te
trekken.
7. Haal de stift uit de bovenkant van de
deur van de koelkast en plaats deze
aan de andere kant.
8. Haal de stift uit de bovenkant van de
deur van de vrieskast en plaats deze
aan de andere kant.
9. Schroef de bovenste stift van de deur
van de koelkast (d) los en plaats deze
aan de andere kant (tekening 1).
10. Wip m.b.v. een schroevendraaier het
afdekplaatje (e) uit het afdekrooster
aan de onderkant (tekening 3).
11. Schroef de onderste stift van de deur
van de vrieskast (h, f) los en plaats
deze aan de andere kant (tekening 3).
Vergeet de ring (h) niet (tekening 3)!
12. Plaats het afdekplaatje (e) uit het
afdekrooster aan de andere kant.
38
Draairichting deur veranderen
13. Neem de afdekpennen (3 stuks) voor
de scharnierbevestiging (n, k) aan de
linkerkant en zet ze aan de andere
kant (tekening 2).
14. Plaats de pen (m) van het scharnier
van de deur van de vrieskast in het
gat aan de linkerkant (tekening 2).
15. Zet de deur van de vrieskast op de
onderste (f) deursteun (tekening 3).
16. Druk de deur van de koelkast in de
bovenste (d) deursteun. Hierna
moeten de deuren iets worden
gekanteld en kan men de scharnier
(m) in het gat van de deur van de
koelkast drukken.
17. Open nu de deuren en schroef de
scharnier vast aan de linkerkant met
behulp van de 2 schroeven (c).
Vergeet de kunststof afstandhouder
(b) niet, die onder het scharnier moet
komen. Let er goed op, dat de rand
van de deuren gelijk loopt met de
zijkant van het apparaat.
18. Plaats de deurgrepen (r) aan de
andere kant en druk de afdekplaatjes
(p), te vinden in het zakje, dat bij
deze handleiding zit, in de vrije gaten
(tekening 4).
19. Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het
stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met het dichtstbijzijnde servicepunt,
mocht u het wijzigen van de deurdraairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier
kunt u informatie vragen over de prijs voor het wijzigen door één van onze
servicemonteurs en een afspraak maken.
39
Aanwijzingen voor de gebruiker
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
A - Koelkast
B - Vrieskast
1. Bediening en controlelampjes
2. Verlichtingseenheid
3. Glasplaten
4. Vak met flessenrekje
5. Koelwand
6. Lekbak voor dooiwater
7. Glasplaat
8. Lade
9. Typeplaatje
10. Vak voor invriezen met mand
11. Bewaarvak(ken) met mand
12. Afvoer dooiwater
40
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
Onderste afdekrooster
In hoogte verstelbare pootjes
Afdekklep van het botervakje
Eierenrekje
Deurvak
Isolatiestrip deur
Flessenvak
Deurgreep
IJsblokjesbakje
Condensator
Afvoer dooiwater
Afstandhouder
Verdampingsschaal
Compressor
Wieltjes
Vóór het in gebruik nemen
Laat het apparaat voordat u het aansluit en in gebruik neemt 2 uur staan,
zodat de olie naar de compressor terug kan stromen. Anders zou de
compressor beschadigd kunnen raken.
1. Reinig vóór het in gebruik nemen de binnenkant en alle accessoires (zie
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
In gebruik nemen en temperatuurregeling
De
temperatuurregelaar
zal,
afhankelijk van de ingestelde stand,
de werking van het apparaat voor
kortere of langere tijd onderbreken
en opnieuw opstarten, waarmee de
juiste temperatuur wordt verzekerd.
Hoe dichter bij de maximum stand,
hoe intensiever de koeling. Als u de
draaiknop
van
de
temperatuurregelaar
in
de
middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast
een temperatuur van +5°C bereikt en in de vriezer
-18°C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de
temperatuurregelaar, ook beïnvloedt door de omgevingstemperatuur, het al
dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen,
enz.
Op de maximale stand (gedurende een zwaardere belasting, b.v. tijdens een
hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het
apparaat.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek
daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede
verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie,
noodzakelijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes
behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
41
Apparaat uitschakelen
1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand "0"
draaien.
Als het apparaat voor langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld:
1. Apparaat uitschakelen door de temperatuurregelaar op stand "0" te draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud").
4. Deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen.
Interieur
Legplateaus
Het legvlak boven de groente/fruitbak moet in de onderste
geleiders liggen, opdat groente en
fruit langer vers blijven.
De overige legplateaus zijn in hoogte
verstelbaar:
1. Legplateau naar voren trekken, tot
het kan worden losgenomen.
2. Legplateau op een andere hoogte
plaatsen.
42
Op de juiste wijze indelen
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. De koudste zone
bevindt zich op het onderste legplateau boven de groente-/fruitbak. Warmere
zones zijn de bovenste legplateaus en de vakken in de deur. Op welke plek in
de koelruimte geschikte temperaturen voor verschillende soorten
levensmiddelen heersen, ziet u in de afbeelding.
1 gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees,
vleeswaren, dranken
2
melk, zuivelproducten,
levensmiddelen in schaaltjes
3 fruit, groenten
4 kaas, boter
5 eieren
6 yoghurt, zure room
7 kleine flessen, frisdrank
8 grote flessen, dranken
Levensmiddelen altijd afgedekt of
verpakt in de koelruimte bewaren,
om te voorkomen dat ze uitdrogen en reuk of smaak op andere
levensmiddelen overdragen.
Geschikt om te verpakken zijn:
- vershoudzakjes en -folie van polyethyleen;
- kunststof bakjes met deksel;
- speciale kapjes van kunststof met band van elastiek;
- aluminiumfolie.
43
Invriezen
Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema genoemde
hoeveelheid verse levensmiddelen in te vriezen. Het invriezen moet, nadat de
voorbereidingen zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren.
Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand.
Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste mand in een
bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen in de invriesmand, zodanig, dat er
voldoende ruimte voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog ingevroren
levensmiddelen in de invriesmand blijven, leg deze dan aan de achterkant,
zodanig, dat de verse levensmiddelen niet worden geraakt.
Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan.
Draai na 24 uur de temperatuurregelaar terug in de gebruikelijke stand of
hou de middelste stand aan, deze stand is in het algemeen goed geschikt voor
het dagelijkse gebruik.
Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar voor langere tijd op een hoge
stand (bv maximale stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd,
echter ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere tijd onder de
0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar bewaarde levensmiddelen en
dranken zullen bevriezen.
Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de “technische gegevens”
vermeldde invriescapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelheden zou niet
perfekt verlopen, waardoor er verschillende beschadigingen aan de
levensmiddelen kunnen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies).
Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs te verkomen, daar het ijs
maken capaciteit van het invriezen wegneemt.
44
Bewaren in de vrieskast
De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen in de aanwezige (1
of 2) vrieslades worden gelegd. Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor
een nieuwe hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds ingevroren
voedingsmiddelen komen op die manier niet contact met de andere
voedingsmiddelen.
Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen bewaard moeten worden,
kunnen de laden, behalve de onderste, uit het apparaat worden gehaald en
kunnen de levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden gelegd.
Bij aankoop van diepvriesproducten moet u steeds rekening houden met de
bewaartijd die op de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmiddelen
invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de deur van het
diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes staan voor de verschillende
levensmiddelen, de cijfers voor de maximale bewaartijd in maanden.
Het bewaren van diepvriesproducten is alleen veilig, wanneer deze producten,
voordat ze in het vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd
ontdooit zijn geweest.
Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is het niet wenselijk
dit opnieuw in te vriezen, maar moet het product zo snel mogelijk worden
gebruikt
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem
van het ijsblokjesbakje nat maakt en de temperatuurregelaar op de maximale
stand zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar na
het invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Mocht het
ijsblokjesbakje vastgevroren zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om
het los te maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
45
Ontdoodien
Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het apparaat zet zich om
in rijp of ijs.
Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waardoor de werking van
het koelapparaat achteruitgaat. De temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt
en het energieverbruik neemt bijgevolg toe.
Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten geheel automatisch,
zonder tussenkomst van buitenaf. De temperatuurregelaar onderbreekt op
bepaalde tijdstippen de werking van de compressor (zodat er geen koeling is),
waardoor de temperatuur van de koelplaat boven 0 °C stijgt en het ontdooien
begint. Wanneer de temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot
+3 - +4 °C zet de temperatuurregelaar het koelproces weer in gang..
Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reservoir boven de
compressor en verdampt door de warmte van de compressor.
Controleer en reinig regelmatig
de
afvoergoot
voor
het
smeltwater. Bij verstopping van
het afvoergootje kan het
smeltwater alleen via de isolatie
wegvloeien, wat vroegtijdige
defecten aan het apparaat tot
gevolg kan hebben.
Het reinigen van de afvoergoot
moet gebeuren m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie ook
de tekening). Dit krabbertje moet
in de afvoer worden opgeborgen.
Eén van de meest voorkomende
oorzaken van verstopping van het
afvoergootje is het vastvriezen van voedselverpakkingen aan de achterwand
van het apparaat. Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt,
scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens het automatische
ontdooien in het afvoergootje terecht komt en verstopping veroorzaakt.
Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier verpakte
levensmiddelen in de koelkast legt.
Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt, b.v. tijdens een hittegolf, kan
het gebeuren, dat de koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet
automatisch ontdooit.
Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten ijs of rijp op de
achterwand van de koelkast blijven zitten.
Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een automatische
ontdooifunctie, want de bevroren en diepgevroren levensmiddelen verdragen
de temperatuur niet die nodig is om ijs te doen smelten.
Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd, waarmee kleine
46
Ontdoodien
hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden verwijderd. Wanneer de ijs- of
rijplaag echter te dik is en niet meer met de schraper kan worden verwijderd,
moet het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan hangt af van
het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar).
Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg deze, goed verpakt
in isolerende materialen, op een koele plaats of in een andere vriezer.
Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroomtoevoer naar beide
gedeelten van het apparaat onderbroken wordt.
Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het koelgedeelte schoon
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk “Schoonmaken”. Het schoonmaken
van het vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd:
Het afvoergootje onderin het
vriesgedeelte dient voor de
optimale afvoer van het
smeltwater.
Haal
het
afvoergootje los en zet het op
zijn plaats (zie tekening). Plaats
onder het afvoergootje een bak,
pan of kleine emmer.
Vergeet het afvoergootje niet
terug te plaatsen wanneer u
klaar bent.
Het bakje zichtbaar op de
tekening is geen meegeleverd accessoire!
Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in de
laden.
Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren op de hoogste stand
te zetten, zodat de gewenste bewaartemperatuur snel wordt bereikt.
47
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet de binnenkant van het apparaat, inclusief de
accessoires, regelmatig worden schoongemaakt.
Waarschuwing!
Het apparaat moet vóór het reinigen beslist spanningloos worden
gemaakt. Kans op elektrische schok! Voordat u gaat reinigen apparaat
uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de
huisinstallatie uitschakelen.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou
vocht in elektrische delen terecht kunnen komen, kans op elektrische
schok! Hete stoom kan tot beschadiging aan kunststof onderdelen leiden.
Het apparaat moet goed droog zijn voordat u het weer in gebruik neemt.
Attentie!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen- of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- reinigingsmiddelen die azijnzuur bevatten.
Zulke stoffen niet met onderdelen van het apparaat in aanraking laten
komen.
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1.Vriesvak vóór het reinigen ontdooien (zie hoofdstuk "Ontdooien").
2. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de huisinstallatie uitschakelen.
3. Binnenruimte en accessoires met een doekje en lauw water schoonmaken.
Eventueel wat handafwasmiddel toevoegen.
4. Daarna met schoon water afnemen en goed droog wrijven.
5. De dooiwateruitloop in de achterwand van de koelruimte regelmatig
controleren. Een verstopte afvoeropening m.b.v. het reinigingsstaafje of een
stukje ijzerdraad schoonmaken.
Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
energieverbruik. Daarom één maal per jaar de condensor, het metalen rooster
op de achterzijde van het apparaat, met een zachte borstel of met de
stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Als alles goed droog is, het apparaat weer in gebruik nemen.
48
Tips voor het besparen van energie
Zet het apparaat niet in de buurt van een fornuis, kachel of andere
warmtebron. Bij hoge omgevingstemperaturen loopt de compressor vaker
en langer.
Zorg voor een goede ventilatie bij de sokkel en aan de achterkant van het
apparaat. Ventilatie-openingen nooit afdekken.
Geen warme levensmiddelen in het apparaat zetten. Warme
levensmiddelen eerst laten afkoelen.
Deur niet langer dan nodig open laten.
De temperatuur niet kouder dan nodig instellen.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien. De koude in de
diepvriesproducten wordt dan gebruikt om de koelruimte te koelen.
De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon houden.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel
vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor,
circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen
werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet
werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken,
voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
49
Als iets niet werkt
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het is te warm in de De temperatuurregelaar is te laag
koelruimte.
ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud
genoeg of staan op een verkeerde
plek.
De deur gaat niet goed dicht of is
niet goed gesloten.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs
de achterwand van
de koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de
vloer.
Er zijn te veel rijp en
ijs.
De compressor werkt
continu.
50
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek
zetten.
Controleren of de deur goed dicht
kan en of het deurrubber
onbeschadigd en schoon is.
De temperatuurregelaar is te laag Op een hogere stand instellen.
ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is Controleren of de deur goed dicht
kan en of het deurrubber
niet goed gesloten.
onbeschadigd en schoon is.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk Een paar uur wachten en de
invriezen.
temperatuur nog eens controleren.
De in te vriezen levensmiddelen De
levensmiddelen
zodanig
staan te dicht op elkaar.
neerzetten dat de koude lucht goed
kan circuleren.
Dat is normaal. Tijdens het
automatische ontdooien smelt het
ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan Maak de afvoer schoon.
verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak Zet de levensmiddelen zodanig neer
blokkeren zodat er geen water in kan dat ze de achterwand niet direct
stromen.
raken.
Het afvoergootje loopt niet in de Plaats het de afvoergootje in de
condensbak boven de compressor.
condensbak.
De levensmiddelen zijn niet goed De levensmiddelen beter inpakken.
ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of Controleren of de deuren goed dicht
kunnen en of de deurrubbers
zijn niet goed gesloten.
onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar is niet goed De temperatuurregelaar op een
ingesteld.
lagere stand instellen.
De temperatuurregelaar is niet goed De temperatuurregelaar op een
ingesteld.
lagere stand instellen.
De deuren gaan niet goed dicht of Controleren of de deuren goed dicht
zijn niet goed gesloten.
kunnen en of de deurrubbers
onbeschadigd en schoon zijn.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk Een paar uur wachten en de
invriezen.
temperatuur nog eens controleren.
U hebt warme levensmiddelen in het Laat
de
levensmiddelen
tot
apparaat gezet.
kamertemperatuur afkoelen.
Het apparaat staat op een te warme Probeer de omgevingstemperatuur te
plek.
verlagen.
Als iets niet werkt
Probleem
Het apparaat werkt
helemaal niet. Noch
de koeling, noch de
binnenverlichting
werkt.
Mogelijke oorzaak
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet
ingesteld.
Oplossing
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens
de aanwijzingen in hoofdstuk „In
gebruik nemen”.
Er staat geen spanning op het Contact opnemen met een elektrostopcontact. (Probeer er een ander installateur.
apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat maakt Het apparaat staat niet goed.
Controleren of het apparaat stabiel
veel geluid.
staat (alle vier voeten moeten op de
vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem
dan contact op met Service.
Verwisselen van de gloeilamp
Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is, kan u dit probleem
alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Druk het lipje (1) aan de achterkant
van de verlichtingseenheid in (zie
tekening) en verwijder daarna het
afdekkapje in de richting die de pijl
aangeeft. Nu kan men de gloeilamp
makkelijk
verwisselen
(type
gloeilamp: T25 230-240 V, 25 W,
fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de
gloeilamp het afdekkapje weer op
zijn plaats en stop de stekker in het
stopcontact. Het niet branden van
de gloeilamp heeft geen gevolgen
voor de werking van het apparaat.
51
Bepalingen, normen, richtlijnen
Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en is met inachtneming van
de voor deze apparaten geldende normen gefabriceerd. Bij de fabricage
zijn in het bijzonder die maatregelen getroffen die worden vereist volgens
de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG
20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudekringloop is op dichtheid gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19.02.1973 - laagspanningsrichtlijn
- 89/336/EEG van 03.05.1989
(incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG - EMC-richtlijn
Bedrijfsgeluiden
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Altijd als de compressor in- of uitschakelt, is een klikken te horen.
Zoemen
Zodra de compressor werkt, kunt u hem horen zoemen.
Borrelen/klotsen
Als koelmiddel in dunne buizen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend
geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog
korte tijd hoorbaar.
52
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die voor het produceren van koude kunnen worden gebruikt,
noemt men koelmiddelen. Ze hebben een relatief laag kookpunt, zo laag
dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het
koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin zich het koelmiddel bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat in hoofdzaak uit verdamper, compressor,
condensor en buizen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Zoals alle vloeistoffen heeft
koelmiddel om te verdampen warmte nodig. Deze warmte wordt
onttrokken aan de binnenruimte van het apparaat, die daardoor afkoelt.
Daarom is de verdamper in de binnenruimte aangebracht of direct achter
de binnenwand ingeschuimd en daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt door een ingebouwde
elektromotor aangedreven en is achter in de sokkel van het apparaat
ondergebracht. Taak van de compressor is het om dampvormig koelmiddel
uit de verdamper te halen, samen te persen en naar de condensor verder
te leiden.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel gecondenseerd.
Daarbij komt warmte vrij die via de oppervlakte van de condensor aan de
omgevingslucht wordt afgegeven. De condensor is daarom buiten
aangebracht, meestal aan de achterkant van het apparaat.
53
Bewaartijdentabel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
Soort
rauw vlees
gekookt vlees
gebraden vlees
rauw gehakt
gebraden gehakt
vleeswaren
verse vis
gekookte vis
gebakken vis
vis uit blik
verse kip
gebraden kip
verse eend, gans
gebraden eend, gans
boter ongeopend
boter geopend
melk
room
zure room
kaas (hard)
kaas (zacht)
kwark
eieren
spinazie.
erwten, bonen
paddestoelen
wortelen, bieten
tomaten
kool
snel rottend fruit (aardbei,
framboos enz.)
ander fruit
fruit uit blik
Bewaartijd in dagen
3
4
5
6
x
x
x
X
x
x
x
X
x
x
Verpakking
1
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
2
X
X
X
7
X
X
x
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
x
x
x
x
x
X
X
X
X
X
x
X
x
X
X
X
X
X
x
X
x
X
X
X
x
x
x
X
X
x
x
x
X
X
X
X
X
x
X
x
X
X
X
x
x
x
x
X
x
x
x
x
x
x
X
x
x
X
x
x
X
x
x
X
x
X
x
x
X
x
X
x
x
X
x
x
X
X
X
x
x
X
X
x
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
vershoudfolie, luchtdicht
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
vershoudfolie, vetvrij papier
vershoudfolie, luchtdicht
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
vershoudfolie, luchtdicht
afgesloten schaaltje
vershoudfolie, luchtdicht
afgesloten schaaltje
originele verpakking
originele verpakking
originele verpakking
kunststof schaaltje
kunststof schaaltje
aluminium folie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
vershoudfolie
afgesloten schaaltje
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
54
Service
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft,
kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Service-informatielijn
(0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
www.aeg.nl
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd modelaanduiding, PNC-nummer
en S-nummer van uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje van het apparaat en kunt u het beste hieronder noteren.
Modelaanduiding ...........................…..
PNC-nummer …....................................
S-nummer .............................................
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de
beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
- Hoe doet de storing zich voor?
- Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Aan de hand van deze informatie kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat het apparaat bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
- als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen als...")
zelf had kunnen opheffen,
- als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en nu
bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
55
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt.
Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG
en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven
onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met
15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf
de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht
in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te
voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee
maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander
overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen,
zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde
kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend
zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a) chemische en elektrochemische inwerking van water,
b) abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c) voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d) contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die
buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of
56
Garantievoorwaarden
montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door
herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn,
of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse
kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan
30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van
vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen
naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn
noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op
hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van
het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt
gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
57
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art1. Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct,
doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het
bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen
zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art2. a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek
uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de
hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting
maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnosekosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden
vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op
verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin
het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen
alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden
gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf
vastgesteld tarief.
Art3. Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal
overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting
worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het
in artikel 2b bepaalde.
Art4. De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd.
Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek
noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende serviceorganisatie of door de technicus met de consument de datum voor een
tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding
plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek
aan de consument is toe te schrijven.
Art5. De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van
type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose,
toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening
dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van
een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
58
Reparatievoorwaarden
Art6. Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk
gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven.
Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie.
Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12
maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op
verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de
technicus te overleggen.
Art7. Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij
normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6
bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk
worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art8. Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de
consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een
gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art9. Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel
daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond
van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij
het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt
ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en
door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften
gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
59
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
Die Electrolux-Gruppe ist der weltweit größte Hersteller von gas- und strombetriebenen Geräten für
die Küche, zum Reinigen und für Forst und Garten. Jedes Jahr verkauft die Electrolux-Gruppe in
über 150 Ländern der Erde über 55 Millionen Produkte (Kühlschränke, Herde, Waschmaschinen,
Staubsauger, Motorsägen und Rasenmäher) mit einem Wert von rund 14 Mrd. USD.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
Sie können Ersatzteile, Zubehör und Pflegemittel on-line bestellen bei
http://www.aeg-electrolux.de
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
200370730 - 01 - 0306
2006. 03. 21.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.