6
Nederlands
1. Montagehandleiding
Met de vloerbeugel (BK 10, BK 11) is het mogelijk om de warmteaccumulator op de vloer te
plaatsen, waarbij de afstand tot de vloer 100 mm bedraagt.
Waar een wandbevestiging van de warmteaccumulator aan een wand met voldoende draagkracht
mogelijk is, hoeft de beugel slechts onder de pootjes van de warmteaccumulator te worden
geschroefd.
Wanneer wandbevestiging niet mogelijk is, bijv. wanneer het apparaat voor een glazen wand of
een wand met onvoldoende draagkracht wordt geplaatst, moeten de beugels aan de vloer en de
pootjes van de warmteaccumulator worden geschroefd (afb. 6).
1.1 Montage van de beugel
. . . bij wandbevestiging
• Beide bouten (M6 x 20) (1) uit de beugel draaien.
• De beugels op dezelfde afstand als de pootjes van de warmteaccumulator (zie
montagehandleiding van de warmteacumulator) tegen de bevestigingswand plaatsen.
• Warmteaccumulator zonder lucht afvoer- en luchttoevoerrooster met de pootjes op de beugels
zetten.
• De ventilatorschuiflade van de warmteaccumulator naar buiten trekken (zie de
montagehandleiding van de warmteaccumulator) en de warmteaccumulator op de beugels
vastzetten (afb. 4).
• De warmteaccumulator met de stelschroef (2) van de beugel met een waterpas uitlijnen (afb. 3).
• Plaatsing van het apparaat voortzetten zoals beschreven in de montagehandleiding van de
warmteaccumulator.
. . . zonder wandbevestiging
• De bovenkant van de beugel uit de onderkant pakken. Hiervoor moet de stelschroef (2) worden
uitgedraaid en moet de bovenkant naar achteren worden weggetrokken (afb. 1).
• De beide bouten (M6 x 20) (1) uit de beugel draaien.
• De beugels, met een tussenruimte die gelijk is aan de afstand tussen de pootjes van de
warmteaccumulator (zie montagehandleiding van de warmteaccumulator), op de bedoelde
opstellingsplaats plaatsen en met geschikte bevestigingsmiddelen vastzetten aan de vloer (afb. 2).
• De bovenkant van de beugels weer in de onderkant schuiven en de verwijderde stelschroef (2)
indraaien (afb. 3).
• Warmteaccumulator zonder lucht afvoer- en luchttoevoerrooster met de pootjes op de beugels
zetten (afb. 4).
• De ventilatorschuiflade van de warmteaccumulator naar buiten trekken (zie de
montagehandleiding van de warmteaccumulator) en de warmteaccumulator op de beugels
vastzetten (afb. 4).
• De warmteaccumulator met de stelschroef (2) van de beugel met een waterpas uitlijnen (afb. 3).
• Plaatsing van het apparaat voortzetten zoals beschreven in de montagehandleiding van de
warmteaccumulator.
Voor de installateur