Trumpf TruTool N 1000 (1B2) Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
TruTool N 1000 (1B2)
2Inhoud E233NL_03
Inhoud
1. Veiligheid ............................................................................ 3
1.1 Algemene veiligheidsinstructies .......................................... 3
1.2 Specifieke veiligheidsinstructies .......................................... 3
2. Beschrijving ....................................................................... 5
2.1 Reglementair gebruik ........................................................... 6
2.2 Technische gegevens .......................................................... 7
3. Instelwerkzaamheden ........................................................8
3.1 Matrijs kiezen ....................................................................... 8
3.2 Stempel kiezen .................................................................. 10
3.3 Induikdiepte van de stempel controleren ........................... 11
4. Bediening ......................................................................... 12
4.1 Werken met TruTool N 1000 ............................................. 12
4.2 Snijrichting wijzigen ........................................................... 13
4.3 Met sjabloon knabbelen ..................................................... 13
4.4 Binnenuitsnijdingen vervaardigen ...................................... 13
5. Onderhoud ....................................................................... 14
5.1 Gereedschap vervangen ................................................... 16
Stempel vervangen ....................................................... 16
Matrijs en stempelgeleiding vervangen ........................ 17
5.2 Gereedschap bijslijpen ...................................................... 18
Stempel ......................................................................... 18
Matrijzen ....................................................................... 19
5.3 Slijtplaten controleren/vervangen ...................................... 19
5.4 Zorgen voor energie en smering ....................................... 20
5.5 Lamellen vervangen .......................................................... 22
5.6 Filter reinigen ..................................................................... 22
6. Origineel toebehoren en slijtdelen ................................. 23
Garantie
Lijst met reserveonderdelen
Adressen
E233NL_03 Veiligheid 3
1. Veiligheid
1.1 Algemene veiligheidsinstructies
¾ Voor inbedrijfstelling van de machine de gebruiksaanwijzing en
de veiligheidsinstructies (bestelnr. 0373678) volledig doorlezen
en de aanwijzingen die u daarin vindt strikt opvolgen.
¾ De veiligheidsvoorschriften conform DIN VDE, CEE, AFNOR
en overige in de afzonderlijke landen geldende voorschriften
aanhouden.
Gevaar
Levensgevaar door elektrische schok!
¾ Bij het werken met de machine geen elektrische leidingen
aanraken. Machine is niet geïsoleerd.
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door ondeskundig gebruik!
¾ Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de machine de
persluchtslang losmaken.
¾ Voor elk gebruik persluchtslang, aansluitkoppeling en
machine op beschadiging controleren.
¾ Bij werkzaamheden veiligheidsbril, oorbeschermers, veiligheids-
handschoenen en werkschoenen dragen.
¾ Perslucht alleen bij uitgeschakelde machine aansluiten.
¾ Persluchtslang altijd naar achteren van de machine weg
leiden.
1.2 Specifieke veiligheidsinstructies
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel aan de handen!
¾ Niet met de hand in het bewerkingstraject komen.
¾ De machine met beide handen vasthouden.
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door hete en scherpe spanen!
Hete en scherpe spanen ontsnappen met hoge snelheid uit
de spaanafvoer.
¾ Controleer de afvoer van de spanen en laat deze neerwaarts
uittreden.
¾ Gebruik een spaanzak (optie).
4Veiligheid E233NL_03
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door ondeskundig gebruik!
¾ Bij het werken met de machine altijd zorgen dat de machine
veilig en stevig staat.
¾ Bij een draaiende machine nooit het gereedschap aanraken.
¾ De machine tijdens het werken steeds van het lichaam af
bewegen.
¾ Niet met de machine boven lichaamshoogte werken.
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door vallende machine!
Na het bewerken van het werkstuk moet het volle
machinegewicht worden opgevangen.
¾ Ophangbeugel (optie) met balanceerinrichting of veiligheids-
kabel gebruiken.
Pas op
Materiële schade door ondeskundig gebruik!
Machine raakt beschadigd of vernield.
¾ Persluchtslang altijd naar achteren van de machine
wegleiden en niet over scherpe randen trekken.
¾ Reparaties en controles van handbediend perslucht-
gereedschap moeten door een opgeleide vakman uitgevoerd
worden. Uitsluitend origineel TRUMPF-toebehoren gebruiken.
E233NL_03 Beschrijving 5
2. Beschrijving
40 A 24 22 14 16
5
9
1
6
7
46 S
358
341
1 Matrijs
5 Stempelgeleiding
6 Slijtplaat
7 Matrijsdrager
9 Stempel
14 Klemschroef voor de matrijsdrager
16 Handgreep
22 Excentriekas
24 Cilinderkopschroef (2 stuks) voor
de bevestiging van de handgreep
40 Schakelaar
46 Rollenhoude
341 Hendel
358 Snelkoppeling
A Ophangbeugel (optie)
S Spaanzak (optie)
Knabbelmachine TruTool N 1000
Fig. 13447
6Beschrijving E233NL_03
2.1 Reglementair gebruik
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel!
¾ Machine alleen voor die werkzaamheden en materialen
gebruiken, die bij "Reglementair gebruik" beschreven zijn.
De TRUMPF-knabbelmachine TruTool N 1000 is een met
perslucht aangedreven handmachine voor de volgende toe-
passingen:
x Snijden van plaatvormige werkstukken uit materiaal geschikt
voor ponsen, zoals staal, aluminium, non-ferrometalen en
kunststof.
x Snijden van buizen alsook ter bewerking van gekante
plaatprofielen en afschuiningen, bijv. bij tanks, geleiderails,
bakken, etc.
x Knabbelen van rechte of boogvormige buitenzijden en
binnenuitsnijdingen.
x Knabbelen volgens aftekening of sjabloon.
Aanwijzing
De bewerking met de knabbelmethode levert torsievrije snijkanten
op.
E233NL_03 Beschrijving 7
2.2 Technische gegevens
Andere landen USA
Waarde Waarde
Max. materiaaldikte:
x Staal 400 N/mm². 10.0 mm (1e versnelling)
8.0 mm (2e versnelling)
0.4 in
0.351 in
x Staal 600 N/mm². 7.0 mm (1e versnelling)
5.0 mm (2e versnelling)
0.28 in
0.2 in
x Staal 800 N/mm². 5.0 mm (1e versnelling)
4.0 mm (2e versnelling)
0.2 in
0.157 in
x Aluminium 250 N/mm². 12.0 mm (1e versnelling)
10.0 mm (2e versnelling)
0.472 in
0.4 in
Werksnelheid 1.0 m/min
(1e versnelling)
1.6 m/min
(2e versnelling)
3.285 ft/min
5.257 ft/min
Kleinste radius bij boogvormige
uitsnijdingen
300 mm 11.8 in
Profiel plaatmateriaal (90°):
buigingsstraal binnenkant
min. 12 mm 0.472 in
Begingat-diameter voor matrijs min. 75 mm 2.95 in
Snijspoorbreedte 12 mm 0.472 in
Nominaal opgenomen
vermogen
2900 W 2900 W
Aantal slagen bij nominale last 210/min (1e versnelling)
350/min (2e versnelling)
210/min
350/min
Gewicht 14.7 kg 32.412 lbs
Max. bedrijfsdruk
(hydraulische druk)
6 bar 87 psi
Luchtverbruik bij 6 bar 3.1 m³/min 110 cubic ft/min
Binnendiameter van de
persluchtslang
18 mm 0.7 in (3/4")
Trilling Meetwaarden conform EN 50144
Hand-arm-trilling 2.5 m/s²
Meetwaarden zijn gemeten bij het snijden van plaatstaal
400 N/mm² met max. materiaaldikte.
Geluidsemissies Meetwaarden conform EN 50144
Geluidsdrukniveau A-klasse LW
A
86 dB
Geluidsvermogensniveau A-klasse
op de werkplek LPA
94 dB
Aangegeven geluidsemissiewaarden zijn de som van de meet-
waarden en de bijbehorende onzekerheden. Deze geven de
bovengrens van de waarden aan die bij metingen op kunnen treden.
Tab. 1
Tab. 2
Tab. 3
8Instelwerkzaamheden E233NL_03
3. Instelwerkzaamheden
3.1 Matrijs kiezen
Afhankelijk van materiaaldikte, treksterkte en soort werkstuk kan
één van de 3 matrijstypes gekozen worden voor de bewerking.
Let erop dat afstand X zo klein mogelijk is, opdat de machine goed
vastgeklemd is en niet trilt.
Materiaal Matrijstype
7 10 P10
Bestelnr. 112899 Bestelnr. 112898 Bestelnr. 112897
Materiaaldikte Materiaaldikte Materiaaldikte
Vlakke
werkstukkken
Profiel met
afschuining
tot max. 90°
Vlakke
werkstukkken
Profiel met
afschuining
tot max. 90°
Vlakke
werkstukkken
Profiel met
afschuining
tot max. 90°
Aluminium 250 N/mm² 5-7 mm 5 mm >7-10 mm >5-7 mm >10-12 mm >7-10 mm
Constructiestaal
400 N/mm²
5-7 mm 5 mm >7-10 mm >5-7 mm - >7-10 mm
Roestvrij staal
600 N/mm²
5-7 mm 5 mm - >5-7 mm - -
Roestvrij staal
800 N/mm²
max. 5 mm 5 mm - - - -
Tab. 4
E233NL_03 Instelwerkzaamheden 9
5
9
W
1
X
1 Matrijs
5 Stempelgeleiding
9 Stempel
W Werkstuk
X Afstand tussen plaatoppervlak en
stempelgeleiding
Afstand matrijs tot stempelgeleiding
Aanwijzing
De afstand tussen plaatoppervlak en stempel (x) moet zo klein
mogelijk blijven.
Komt het tijdens het snijproces tot sterke opwaartse en
neerwaartse bewegingen (slagen)?
Een ongeschikte matrijs is de oorzaak. Gevolg is overmatige
slijtage van gereedschap en een toenemende belasting van de
machine.
¾ Matrijs met een zo groot mogelijke hoogte gebruiken.
Grootst mogelijke matrijs
gebruiken
Fig. 16802
10 Instelwerkzaamheden E233NL_03
3.2 Stempel kiezen
Ter bewerking van plaatmateriaal van verschillende treksterktes
staan 2 soorten stempels ter beschikking:
Componenten Stempel
Standaard Hoge treksterkte
Bestelnr. 112900 120344
Aluminium 250 N/mm² +
Constructiestaal
400 N/mm²
+
Roestvrij staal
600 N/mm²
+
Roestvrij staal
800 N/mm²
+
Tab. 5
E233NL_03 Instelwerkzaamheden 11
3.3 Induikdiepte van de stempel
controleren
22
14
7
9
7 Matrijsdrager
9 Stempel
14 Klemschroef
21 Excentriekas
Induikdiepte van de stempel
De induikdiepte van de stempel in de matrijs dient 1 tot 3 mm te
zijn.
1. Excentriekas (21) draaien, totdat de stempel (9) de maximale
induikdiepte bereikt heeft.
2. Klemschroef (14) losmaken.
3. Matrijsdrager (7) zo vaak 360° draaien, totdat een induikdiepte
van de stempel van 1-3 mm is bereikt. Een omwenteling (360°)
komt overeen met een hoogteverstelling van 1.75 mm.
4. Klemschroef (14) vastdraaien.
Fig. 9015
12 Bediening E233NL_03
4. Bediening
4.1 Werken met TruTool N 1000
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door ondeskundig gebruik!
¾ Bij het werken met de machine altijd zorgen dat de machine
veilig en stevig staat.
¾ Bij een draaiende machine nooit het gereedschap aanraken.
¾ De machine tijdens het werken steeds van het lichaam af
bewegen.
¾ Niet met de machine boven lichaamshoogte werken.
1 Drukknop 2 Hendel
1. Beugel (1) naar voren duwen.
2. Hendel (2) tegen het motorhuis drukken.
1. Machine pas aan het werkstuk voeren, als het volledige
toerental bereikt is.
2. Materiaal bewerken.
Gewenste snijlijn bewerken
3. Als het snijspoor in het plaatmateriaal eindigt, draaiende
machine enkele millimeters in de richting van het reeds
vrijgesneden snijspoor terugtrekken.
4. Machine uitschakelen.
Aanwijzing
Het snijresultaat wordt verbeterd en de standtijd van de stempel
wordt verhoogd als voor het bewerken van het werkstuk het
snijspoor met olie ingesmeerd wordt.
Materiaal Olie
Staal Pons- en knabbelolie, bestelnr. 103387
Aluminium Wisura-olie, bestelnr. 125874
Aanbeveling voor olie
TruTool N 1000 inschakelen
Fig. 10311
Continu proces
Werken met TruTool N 1000
Tab. 6
E233NL_03 Bediening 13
¾ Hendel (2) loslaten.
De hendel veert terug naar de uitgangspositie, de perslucht wordt
onderbroken.
4.2 Snijrichting wijzigen
Bij toepassingen in een beperkte ruimte kan het gereedschap in
gewijzigde snijrichting gemonteerd worden:
x Monteer het gereedschap met een draaiing van 90° naar
rechts of links (snijden van profielen).
x Monteer het gereedschap met een draaiing van 180° (achteruit
knabbelen).
1. Klemschroef (14) losmaken.
2. Matrijsdrager (7) in de gewenste richting draaien.
3. Klemschroef (14) weer vastdraaien.
4.3 Met sjabloon knabbelen
Vereisten voor het knabbelen met sjabloon:
x De sjabloon dient min. 5 mm dik te zijn.
x De contour van de sjabloon dient een afstand van 11.5 mm tot
de te knabbelen contour te hebben.
x Geleid de knabbelmachine zodanig, dat de buitenkant van de
stempelgeleiding (5) altijd tegen de sjabloon aan ligt.
x Minimumradius van 300 mm in acht nemen.
4.4 Binnenuitsnijdingen vervaardigen
Binnenuitsnijdingen vereisen een beginboring van min. 75 mm
diameter.
TruTool N 1000 uitschakelen
14 Onderhoud E233NL_03
5. Onderhoud
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door ongecontroleerde machine-
beweging!
¾ Bij een gereedschapswissel en vóór alle onderhouds-
werkzaamheden aan de machine de persluchtslang los-
koppelen.
Waar-
schuwing
Gevaar voor letsel door ondeskundige reparatiewerkzaam-
heden!
Machine functioneert niet correct.
¾ Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een vakman
worden uitgevoerd.
Pas op
Materiële schade door bot gereedschap!
Overbelasting van de machine.
¾ Elk uur de snijkant van de stempel op slijtage controleren.
Scherpe stempels snijden goed en ontzien de machine.
Stempels tijdig vervangen.
312 max. 15mm
313
314 M 358
355
312 Smeernippel voor het smeren van de motorlager
313 Sluitschroef van de olievulopening
314 O-ring (9.2 x 1.8) onder de sluitschroef
355 Filter
358 Snelkoppeling
M Middenas machine
max. Maximale hoogte van het oliepeil bij het bijvullen met
olie (15 mm onder de vulopening, bij horizontale
middenas van de machine)
Aanwijzing
Als er meer olie wordt bijgevuld, komt er via de ventilatieopening
van het motorhuis onnodig veel olie vrij.
Fig. 10313
E233NL_03 Onderhoud 15
Onderhoudspunt Handelwijze en interval Aanbevolen smeermiddelen Bestelnr.
smeermiddel
Stempelgeleiding Bij gereedschapswissel Smeervet "G1" 0344969
Drijfwerk en drijfwerkkop Om de 300 bedrijfsuren door een
vakman laten nasmeren of smeervet
vervangen.
Smeervet "G1" 0139440
Stempel Indien nodig vervangen - -
Matrijs Indien nodig vervangen - -
Slijtplaat Indien nodig vervangen - -
Motorlager Om de 10 bedrijfsuren smeren. Smeervet "G1" 0139440
Olienevelsmeerapparaat Dagelijks volgens de gegevens van de
fabrikant onderhouden (zie "Zorgen voor
energie en smering", pag. 20).
- -
Filter Om de 10 bedrijfsuren resp. bij
verminderd vermogen reinigen.
- -
Onderhoudstabel
Tab. 7
16 Onderhoud E233NL_03
5.1 Gereedschap vervangen
Indien de stempel en/of matrijs bot zijn of indien de situatie, waarin
de machine gebruikt wordt, verandert, dient het gereedschap
bijgeslepen of vervangen te worden.
1 Matrijs
4 Schroeven ter bevestiging van
matrijzen en stempelgeleiding
5 Stempelgeleiding
6 Slijtplaat
7 Matrijsdrager
9 Stempel
14 Klemschroef
F Smeervet "S1"
(bestelnr. 121486)
Gereedschap vervangen
Stempel vervangen
1. Klemschroef (14) losmaken.
2. Matrijsdrager (7) 45° draaien.
3. Matrijsdrager (7) neerwaarts eruit trekken.
4. Stempel (9) eruit draaien.
Fig. 9764
E233NL_03 Onderhoud 17
5. Vierkante deel van de stempel en boorgat van de matrijsdrager
licht invetten met smeervet "G1" (bestelnr. 139440).
6. Stempel (9) erin draaien.
7. Stempel op 45° uitlijnen.
8. Matrijsdrager (7) monteren.
9. Induikdiepte van de stempel controleren.
Matrijs en stempelgeleiding vervangen
1. Voor vervanging van matrijs en stempelgeleiding, schroeven (4)
eruit draaien.
2. Steunvlakken van de matrijsdrager (7) reinigen.
3. Let erop dat de gemonteerde onderdelen schoon zijn.
4. Geleidevlakken van de stempelgeleiding invetten met smeer-
vet "G1" (bestelnr. 139440).
5. Bij het monteren van de matrijs en de stempelgeleiding
schroeven goed vastdraaien (vastzetmoment 16.5 Nm). Alleen
originele schroeven gebruiken!
18 Onderhoud E233NL_03
5.2 Gereedschap bijslijpen
Stempel
1x45°
3
10°
10°
1x45°
8°
XX
X
112900
120344
Bestelnr. 112900
Stempel standaard
Bestelnr. 120344
Stempel voor plaat met hoge treksterkte
De stempel kan in totaal 5 tot 10 mm worden bijgeslepen, al
naargelang met welke matrijs hij wordt gebruikt (zie onderstaande
tabel).
x Oppervlak volgens de tekening bijslijpen, hierbij voor
voldoende koeling zorgen.
x Snijkant lichtjes met fijne oliesteen slijpen.
x Let op de minimale lengte van 89 mm. Kortere stempels
moeten vervangen worden (botsingsgevaar).
Matrijstype Minimumlengte X Reserve voor slijpen
P10 92 mm 5 mm
10 89.5 mm 7.5 mm
7 87 mm 10 mm
5 85 mm 12 mm
Fig. 9017
Tab. 8
E233NL_03 Onderhoud 19
Matrijzen
Matrijzen mogen niet worden bijgeslepen.
5.3 Slijtplaten controleren/vervangen
1 Verhoging 2 Verdieping
Slijtplaat
De slijtplaat beschermt de matrijsdrager tegen overmatige slijtage
(bestelnr. 112922).
1. Slijtplaat vervangen als de verhoging (1) afgesleten is.
2. Slijtplaat vervangen als de verdieping (2) niet meer zichtbaar
is.
Aanwijzing
Bij overmatige slijtage kan de machine overbelast raken en de
snijkwaliteit slechter worden.
Fig. 9762
20 Onderhoud E233NL_03
5.4 Zorgen voor energie en smering
Pas op
Materiële schade door ondeskundig gebruik!
Uitval van de persluchtmotor.
¾ Maximale bedrijfsdruk niet overschrijden.
¾ De persluchtmotor regelmatig smeren. Als alternatief een
olienevelsmeerapparaat in de persluchtleiding inbouwen.
Voorwaarde
x Drukregelventiel en aansluitende schroefdraad zijn juist aan-
gebracht.
1 Aansluitende schroefdraad
2 Olienevelsmeerapparaat
3 Drukregelventiel
4 Filter en waterafscheider
5 Binnendiameter van de
persluchtslang min. 18 mm
resp. 3/4"
Persluchttoevoer
1. Filter en waterafscheider (4) plaatsen.
2. Waterafscheider dagelijks leegmaken/controleren.
Aanwijzing
x Om de persluchttoevoer te garanderen, moeten de
buisdiameters in het gehele leidingsysteem 2 tot 3 maal zo
groot zijn als de binnendiameter van de persluchtslang.
x Persluchtslang met persluchtbeveiliging beveiligen tegen
ongewilde bewegingen.
Zorgen voor perslucht
Fig. 52385
Olietoevoer controleren
E233NL_03 Onderhoud 21
¾ Bij draaiende motor een stuk papier voor de ventilatieopening
in het motorhuis houden.
Als er olievlekken worden gevormd, is de olietoevoer voldoende.
312 max. 15mm
313
314 M 358
355
312 Smeernippel voor het smeren
van de motorlager
313 Sluitschroef van de
olievulopening
314 O-ring (9.2 x 1.8) onder de
sluitschroef
355 Filter
358 Snelkoppeling
M Middenas machine
max. Maximale hoogte van het
oliepeil bij het bijvullen met olie
(15 mm onder de vulopening,
bij horizontale middenas van
de machine)
Er zijn 2 mogelijkheden om de persluchtmotor te smeren:
1. Bij korte bedrijfsduur of wisselende gebruiksplaatsen via de
interne oliekamer.
Voor elke inbedrijfstelling controleren of de oliekamer tot
het maximumpeil gevuld is (zie Fig. 10313, pag. 21).
Elk bedrijfsuur olie bijvullen via de opening van de
sluitschroef (313).
Aanwijzingen
Het oliepeil in de machine mag de maximumhoogte (max.) niet
overschrijden.
Als er meer olie wordt bijgevuld, komt er via de ventilatie-
opening van het motorhuis onnodig veel olie vrij.
2. Bij continubedrijf een olienevelsmeerapparaat in de perslucht-
leiding inbouwen (bijv. Atlas Copco DIM 25).
Persluchtmotor smeren
Fig. 10313
22 Onderhoud E233NL_03
¾ Toerentalbegrenzer (324) en kogellagers bij het regelmatig
onderhoud van de machine met drijfwerkvet smeren (zie lijst
met reserveonderdelen).
Aanwijzing
De toerentalbegrenzer (324) bijzonder voorzichtig behandelen,
omdat schade tot een te hoog toerental kan leiden.
¾ De kogellager in de motorflens om de 10 bedrijfsuren met
vetspuit via de smeernippel (312) nasmeren (zie Fig. 10313,
pag. 21).
Aanbevolen smeermiddelen:
x BP Energol RD 80 (-15° tot +10 °C/+5° tot +50 °F).
x BP Energol RD-E80 (+10° tot +30 °C/+50° tot +86 °F).
x Shell Tellus Oil 15 (-15° tot +10 °C/+5° tot +50 °F).
x Torculla 33 (+10° tot +30 °C/+50° tot +86 °F).
5.5 Lamellen vervangen
Als de lamellen versleten zijn, wordt het vermogen van de machine
kleiner.
¾ Indien nodig, lamellenset door een vakman laten controleren
en vervangen.
Aanwijzing
Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken en gegevens op
het vermogensbordje in acht nemen.
5.6 Filter reinigen
Om vermogensreductie te voorkomen:
¾ Het filter (355) om de 10 bedrijfsuren reinigen (zie Fig. 10313,
pag. 21).
Toerentalbegrenzer en
kogellagers smeren
Motorlager smeren
E233NL_03 Origineel toebehoren en slijtdelen 23
6. Origineel toebehoren en slijtdelen
TruTool N 1000 Meegeleverd
origineel
toebehoren
Slijtdelen Opties Bestelnr.
Set gereedschap (stempel en matrijs,
ingebouwd)
+
Snelkoppeling (onderdeel van de machine) + 114094
Snelkoppeling (onderdeel van de slang) + 114095
Handgreep + 103555
Inbussleutel DIN 911-12 + 067920
Inbussleutel DIN 911-5 + 067857
2 cilinderkopschroeven M14x45
voor bevestiging van de handgreep DIN 912
+ 105083
Smeervet "S1" (25 g) + 0121486
Gebruiksaanwijzing + 0128626
Veiligheidsinstructies (rood gedrukt) + 125699
Stempel (standaard) + 112900
Stempel (voor plaat met hoge treksterkte) + 120344
Matrijs voor 5 mm (matrijstype 5) + 130651
Matrijs voor 5-7 mm (matrijstype 7) + 112899
Matrijs voor 7-10 mm (matrijstype 10) + 112898
Matrijs voor geprofileerd plaatstaal 5-7 mm
(matrijstype P10)
+ 112897
Slijtplaat + 112922
Spaanzak + 115215
Pons- en knabbelolie voor staal (0.5 l) + 103387
Pons- en knabbelolie voor aluminium (1 l) + 125874
Koffer + 121585
Ophangbeugel + 105001
Geluiddemper voor motor, compleet + 0114244
Slangmondstuk + 0376078
Lamellenset (4 stuks) + 1440002
Voor een correcte en snelle levering van originele onderdelen en
slijtdelen:
1. Bestelnummer aangeven.
2. Overige bestelgegevens invoeren:
Spanningsgegevens
Aantal
Machinetype
Tab. 9
Originele en slijtdelen
bestellen
24 Origineel toebehoren en slijtdelen E233NL_03
3. Volledige verzendgegevens aangeven:
Correct adres.
Gewenste manier van transport (bijv. luchtpost, koerier,
per expres, als vracht, als pakje).
4. Bestelling aan TRUMPF-vestiging sturen. TRUMPF-service-
adressen: zie adreslijst aan het einde van het document.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Trumpf TruTool N 1000 (1B2) Handleiding

Type
Handleiding