HD300-nl-NL_V2.4 3/16
3
Meterbeschrijving
1. LED scherm voor Luchtsnelheid, Luchtstroom,
Sondetemperatuur en oppervlaktetemperatuur op afstand.
Meeteenheden en gebruikerssignalen worden ook
weergegeven op de LCD.
2. Schoepsensor. Houd de sensor in de luchtstroom om
een meting uit te voeren.
3. IR sensor: Non-contacttemperatuurmeting voor
oppervlakken op afstand.
4. Laserpointer: Helpt de gebruiker met het richten van de
IR-sensor.
5. Batterijtoegang: Deksel op het achterste paneel
6. PC interface contactbus: Gebruik de bijgevoegde kabel
om de meter aan een PC te verbinden
7. Bovenste Toetsenpaneel (korte beschrijvingen
hieronder):
IRT: Druk en houd vast om de oppervlaktetemperatuur
op afstand te meten. Laat los om de temperatuurwaarde
op het scherm te houden.
MAX/MIN (voor luchttemperatuurmetingen): Gebruikt om de hoogste en laagste opnames
voor temperatuurmetingen gemaakt met de schoepsonde te registreren en te bewaren.
AVG: Gebruikt om het Gemiddelde te verkrijgen voor multi-puntmetingen in zowel de FLOW
als de VELOCITY-modus. Het gemiddelde kan berekend worden voor maximum twintig (20)
punten.
HOLD (voor luchttemperatuurmetingen): Druk om de weergegeven
temperatuuropname gemeten door de sonde vast te zetten. Druk opnieuw om de weergave te
ontsluiten. Druk en houd voor 2 seconden vast om het LCD achtergrondlicht te activeren.
Druk en houd opnieuw voor 2 seconden vast om het LCD achtergrondlicht uit te schakelen.
8. Onderste Toetsenpaneel
Aan/Uit knop : Druk om de meter AAN of UIT te zetten.
MAX/MIN (voor luchtsnelheid en luchtstroom): Druk om de hoogste, laagste en continu
bewegende gemiddelde opnames voor enkele puntmetingen te registreren en te bewaren.
Houd te sluiten max/min/Ave-modus. Deze knop dient ook als decimale
positioneringsinstrument in de AREA modus.
C-F EENHEDEN : Druk om de werkingsmodus en de meeteenheid te selecteren. In FLOW
modus geeft de meter het luchtvolume weer. In VELOCITY modus geeft de meter de
luchtsnelheid weer. Deze knop dient ook als de pijl OMHOOG knop in de AREA modus. Houd
deze toets ingedrukt om te schakelen tussen F en C temperatuureenheden
AREA / NEXT: Terwijl in cfm/CMM-modus, Druk en houd vast om de AREA modus te openen.
De NEXT functie laat de gebruiker toe om AREA waarden te bewaren in een van de acht
geheugenplaatsen. Deze knop wordt ook gebruikt om de bewaarde metingen in de
MAX/MIN/AVG modussen te verwijderen.
HOLD (voor luchtsnelheid- en luchtstroommetingen) Achtergrondverlichting: Druk
om de weergegeven luchtsnelheid- of luchtstroommeting vast te zetten. Druk opnieuw om de
weergave te ontsluiten. Deze knop dient ook als de rechtse pijl knop in de AREA modus.
OPMERKING: Het Batterijcompartiment en Statiefring bevinden zich op de achterkant van de meter.
1
2
5
7
6
43
8