dji FLY Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2021.02
v1.2
Gebruikershandleiding
Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals ‘batterij’ en ‘installeren’, om een onderwerp te vinden. Als u
Adobe Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows) of
Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar
dat gedeelte te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
2
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Gebruik van deze handleiding
Verklaring van de symbolen
Waarschuwing Belangrijk Hints en tips Verwijzing
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat
Lees de volgende documenten voordat u DJI
TM
Mini 2 gebruikt:
1. Gebruikershandleiding
2. Snelstartgids
3. Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's op de officiële DJI-website te bekijken en de
disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u aan de slag gaat. Bereid u voor op uw eerste vlucht
door de snelstartgids door te nemen en deze gebruikershandleiding voor meer informatie te raadplegen.
Instructievideo’s
Ga naar het onderstaande adres of scan de QR-code om de instructievideo's over de DJI
Mini 2 te bekijken, waarin u kunt zien hoe u de DJI Mini 2 veilig kunt gebruiken:
http://www.dji.com/mini-2/video
Download de DJI Fly-app
Zorg ervoor dat u de DJI Fly-app tijdens de vlucht gebruikt. Scan de QR-code aan de
rechterkant om de nieuwste versie te downloaden.
De Android-versie van DJI Fly is compatibel met Android v6.0 en later. De iOS-versie van
DJI Fly is compatibel met iOS v11.0 en later.
* Voor extra veiligheid is het vliegen beperkt tot een hoogte van 30meter en een bereik van 50meter wanneer
de drone tijdens het vliegen niet gekoppeld is of niet aangemeld is bij de app. Dit geldt voor DJI Fly en alle
apps die compatibel zijn met de DJI-drone.
De bedrijfstemperatuur van dit product is 0° tot 40° C. Het voldoet niet aan de standaard
bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55° tot 125° C), die vereist is om een grotere
diversiteit aan omgevingsvariabelen te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en
alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de
bedrijfstemperatuur gelden.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3
Inhoud
Gebruik van deze handleiding
2
Verklaring van de symbolen
2
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat
2
Instructievideo’s
2
Download de DJI Fly-app
2
Kenmerken van het product
6
Inleiding
6
Voorbereiding van de drone
6
Voorbereiding van de afstandsbediening
7
Schematische weergave van de drone
8
Schematische weergave van de afstandsbediening
8
Activeren van de DJI Mini 2
9
Drone
11
Vliegstanden
11
Statuslampje van de drone
12
QuickTransfer
13
Terug naar thuisbasis
14
Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor
16
Intelligent Flight Mode
18
Vluchtrecorder
20
Propellers
20
Intelligent Flight Battery
21
Gimbal en camera
25
Afstandsbediening
28
Kenmerken van de afstandsbediening
28
Het gebruik van de afstandsbediening
28
Optimaal zendgebied
32
Koppelen van de afstandsbediening
32
DJI Fly-app
34
Beginscherm
34
Cameraweergave
35
4
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Vliegen
40
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving
40
Vliegbeperkingen en GEO-zones
40
Checklist ter voorbereiding van de vlucht
42
Automatisch opstijgen/landen
42
De motoren starten/stoppen
43
Vliegtest
43
Bijlage
46
Technische gegevens
46
Het kompas kalibreren
49
Firmware updaten
50
Informatie klantenservice 50
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
5
Kenmerken van het
product
In dit hoofdstuk wordt de DJI Mini 2
geïntroduceerd en staan de onderdelen
van de drone en de afstandsbediening
vermeld.
6
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Kenmerken van het product
Inleiding
De DJI Mini 2 heeft een opvouwbaar ontwerp en een ultralicht gewicht van minder dan 249 g. Met
een neerwaarts zichtsysteem en een infrarood detectiesysteem kan de DJI Mini 2 zowel binnenshuis
als buiten zweven en vliegen en automatisch naar de thuisbasis terugkeren (RTH). Met een volledig
gestabiliseerde 3-assige gimbal en 1/2,3-inch sensorcamera, maakt DJI Mini 2 video in 4K en 12MP
foto's. Geniet van intelligente vliegmodi zoals QuickShots en Panorama, terwijl QuickTransfer en
Trimmed Download het downloaden en bewerken van foto's en video's gemakkelijker en efficiënter
maken.
De DJI Mini 2 is uitgerust met de DJI RC-N1-afstandsbediening, die beschikt over DJI's OCUSYNC
TM
2.0-transmissietechnologie voor een groot bereik van 10 km en 720p bij het weergeven van
videobeelden van het vliegtuig naar de DJI Fly-app op een mobiel toestel. De afstandsbediening werkt
op zowel 2,4GHz als 5,8GHz en kan automatisch zonder enige vertraging het beste transmissiekanaal
selecteren. De drone en de camera zijn met de aanwezige knoppen eenvoudig te bedienen.
De DJI Mini 2 heeft een maximale vliegsnelheid van 57,6km/u en een maximale vliegtijd van 31minuten,
terwijl de maximale bedrijfstijd van de afstandsbediening zes uur is.
Voorbereiding van de drone
In de fabriek worden alle armen voorafgaand aan het verpakken van de drone ingeklapt. Volg
onderstaande stappen om de drone uit te klappen.
1. Verwijder de propellerhouder.
2. Verwijder de gimbalbescherming van de camera.
3. Vouw in de volgende volgorde de voorarmen, achterste armen en alle propellers uit.
De maximale vliegtijd werd getest in een windvrije omgeving tijdens een vlucht met een constante
snelheid van 17km/u en de maximale vliegsnelheid werd getest op zeeniveau zonder wind. Deze
waarden zijn alleen ter referentie.
De afstandsbediening bereikt de maximale overdrachtsafstand (FCC) in een grote open ruimte
zonder elektromagnetische interferentie op een hoogte van circa 120meter. De maximale
transmissieafstand heeft betrekking op de maximale afstand waarop de drone nog kan verzenden
en ontvangen. Het verwijst niet naar de maximale afstand die de drone in één enkele vlucht kan
vliegen. De maximale vliegtijd werd getest in een laboratoriumomgeving en zonder het opladen van
het mobiele apparaat. Deze waarde is alleen ter referentie.
5,8GHz wordt in sommige regio’s niet ondersteund. Deze frequentieband wordt in deze regio's
automatisch uitgeschakeld. Houd rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
7
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Het wordt aanbevolen om een gimbalbeschermer te installeren om de gimbal te beschermen en een
propellerhouder te gebruiken om de propellers vast te zetten wanneer de drone niet in gebruik is.
De propellerhouder en USB-lader zijn alleen inbegrepen in het combipakket.
Klap de voorste armen en propellers uit voordat u de achterste armen uitklapt.
Zorg dat de gimbalbescherming verwijderd is en alle armen en propellers uitgeklapt zijn voordat u de
drone inschakelt. Anders kan dit de zelfdiagnose van de drone beïnvloeden.
Voorbereiding van de afstandsbediening
1. Verwijder de joysticks uit de opslagsleuven daarvoor op de afstandsbediening en schroef ze op hun
plek.
2. Trek de houder van het mobiele apparaat eruit. Kies een geschikte afstandsbedieningskabel op basis
van het type mobiele apparaat. In de verpakking vindt u een kabel met een Lightning-connector,
een Micro-USB-kabel en een USB-C-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel zonder het logo van de
afstandsbediening aan op uw mobiele apparaat. Zorg ervoor dat het mobiele apparaat is beveiligd.
Als er een melding verschijnt met betrekking tot de USB-aansluiting wanneer u een mobiel Android-
apparaat gebruikt, selecteert u de optie om alleen op te laden. Anders kan de verbinding mislukken.
4. Iedere Intelligent Flight Battery bevinden zich vóór verzending in de slaapstand om de veiligheid te
garanderen. Gebruik de USB-lader om de Intelligent Flight Batteries voor de eerste keer op te laden
en te activeren.
2
1
8
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Schematische weergave van de drone
Schematische weergave van de afstandsbediening
1
2
3
6
7
8
9
13
10
11
12
5
4
1. Gimbal en camera
2. Aan-/uitknop
3. Ledlampjes voor batterijniveau
4. Neerwaarts zichtsysteem
5. Infrarooddetectiesysteem
6. Motoren
7. Propellers
8. Antennes
9. Ledlampje voorzijde
10. Deksel van de batterijhouder
11. USB-C-poort
12. Sleuf voor microSD-kaart
13. Statusindicator van de drone/QuickTransfer-knop
4
6
1
2
3
5
7
8
10
9
11
12
13
15
14
1. Aan-/uitknop
Druk eenmaal om het huidige batterijniveau
te controleren. Druk eenmaal, druk vervol
gens opnieuw, en houd ingedrukt om de
afstandsbediening in of uit te schakelen.
2. Vliegstandschakelaar
Schakel tussen Sport, Normaal en Cine-
modus.
3. Knop voor Vliegpauze/Terug naar thuisbasis
(RTH)
Eenmaal indrukken om de drone te laten
remmen en op zijn plaats te laten stilhangen
(alleen wanneer GPS of neerwaartse zichtsy
stemen beschikbaar zijn). Druk op de knop en
houd de knop ingedrukt om RTH te starten. De
drone keert terug naar de laatst geregistreerde
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
9
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Activeren van de DJI Mini 2
De DJI Mini 2 moet vóór het eerste gebruik worden geactiveerd. Volg na het inschakelen van de drone
en de afstandsbediening de instructies op het scherm om DJI Mini 2 te activeren met behulp van DJI
Fly. Voor het activeren van het product is een internetverbinding vereist.
thuisbasis. Druk nogmaals om RTH te annu
leren.
4. Indicatoren accuniveau
Toont het batterijniveau van de afstands
bediening.
5. Joystick
Gebruik de joysticks om de bewegingen
van de drone te besturen. Stel in DJI Fly de
joystickmodus in. De joysticks zijn afneembaar
en gemakkelijk op te bergen.
6. Aanpasbare knop
Druk tweemaal om de gimbal opnieuw te
centreren of kantel de gimbal naar beneden
(standaardinstellingen). De knop kan worden
ingesteld in DJI Fly.
7. Wisselen foto/video
Eenmaal indrukken om te schakelen tussen de
foto- en videostand.
8. Kenmerken van de afstandsbedieningskabel
Sluit aan op een mobiel apparaat om video
te koppelen via de kabel van de afstands
bediening. Selecteer de kabel die bij het
mobiele apparaat hoort.
9. Houder mobiel apparaat
Dient om het mobiele apparaat stevig vast op
de afstandsbediening te klemmen.
10. Antennes
Voor het verzenden van het draadloze bestu
ringssignaal en videosignaal naar de drone.
11. USB-C-poort
Voor het opladen en aansluiten van de
afstandsbediening op de computer.
12. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
13. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
Houd de aanpasbare knop ingedrukt om het
gimbalwieltje te gebruiken om de zoom in de
videomodus af te stellen.
14. Sluiter-/opnameknop
Eenmaal indrukken om foto’s te maken of om
een opname te starten of te stoppen.
15. Sleuf voor mobiel apparaat
Wordt gebruikt om het mobiele apparaat te
beveiligen.
10
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Drone
De DJI Mini 2 bestaat uit een
vluchtcontroller, een video-
downlinksysteem, een zichtsysteem, een
voortstuwingssysteem en een Intelligent
Flight Battery.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
11
Drone
De DJI Mini 2 bestaat uit een vluchtcontroller, een video-downlinksysteem, een zichtsysteem, een
voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
Vliegstanden
De DJI Mini 2 heeft drie vliegstanden, plus een vierde vliegmodus waarnaar de drone in bepaalde
scenario’s overschakelt. De vliegstanden kunnen worden gewisseld via de vliegstandschakelaar op de
afstandsbediening.
Normale stand: De drone gebruikt GPS en het zichtsysteem om zichzelf automatisch te stabiliseren.
Intelligent Flight Mode is in deze stand ingeschakeld. Wanneer het GPS-signaal sterk is, gebruikt
de drone GPS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de GPS zwak is en de
lichtomstandigheden voldoende zijn, gebruikt de drone zichtsystemen om zichzelf te lokaliseren en
te stabiliseren. Wanneer het neerwaartse zichtsysteem is ingeschakeld en de lichtomstandigheden
voldoende zijn, is de maximale hoek van de vluchthoogte 25° en de maximale vliegsnelheid 10 m/s.
Sportstand: In de Sportstand gebruikt de drone GPS en het neerwaartse zichtsysteem voor
positionering. De respons van de drone in de Sportstand is afgestemd op een optimale wendbaarheid
en snelheid, zodat de drone effectiever reageert op bewegingen van de joystick. De maximale
vliegsnelheid is 16 m/s, de maximale stijgsnelheid is 5 m/s en de maximale daalsnelheid is 3,5 m/s.
Cine-modus: De Cine-modus is gebaseerd op de normale modus en de vliegsnelheid is beperkt,
waardoor de drone stabieler is tijdens het fotograferen. De maximale vliegsnelheid is 6 m/s, de maximale
stijgsnelheid is 2 m/s en de maximale daalsnelheid is 1,5 m/s.
De drone schakelt automatisch over naar de hoogtestand (ATTI) wanneer het neerwaartse zichtsysteem
niet beschikbaar of uitgeschakeld is en het GPS-signaal zwak is of het kompas een storing ondervindt.
Wanneer het neerwaartse zichtsysteem niet beschikbaar is, kan de drone zichzelf niet positioneren of
automatisch remmen, wat het risico op mogelijke vliegongelukken verhoogt. In de hoogtestand (ATTI)
wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving. Omgevingsfactoren, zoals wind,
kunnen leiden tot horizontale kanteling, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vooral wanneer
in krappe ruimtes wordt gevlogen.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter in de Sportstand.
Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 meter vereist.
De daalsnelheid is aanzienlijk groter in de Sportstand. Onder windloze omstandigheden is een
minimale remafstand van 10 meter vereist.
De respons van de drone neemt in de Sportstand aanzienlijk toe, wat betekent dat een kleine
beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de drone.
Wees tijdens de vlucht oplettend en houd voldoende manoeuvreerruimte aan.
In de videomodus in de normale of Cine-modus wordt de vliegsnelheid beperkt als de pitch van de
gimbal bijna -90° of 0° is, om ervoor te zorgen dat de opname stabiel is. Bij sterke wind wordt de
restrictie uitgeschakeld om de windweerstand van de drone te verbeteren. Als gevolg daarvan kan de
gimbal tijdens de opname gaan trillen.
12
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Statuslampje van de drone
De DJI Mini 2 heeft een frontale led en een dronestatusindicator.
Statuslampjes van de drone
Normale statussen
B
P
Knippert afwisselend rood,
geel, groen, blauw en paars
Inschakelen en zelfdiagnoses uitvoeren
P
Knippert langzaam paars Opwarmen
Statussen led voorzijde
Wanneer ingeschakeld
W
Pulseert wit Standaard status (aanpasbaar in DJI Fly)
B
Knippert langzaam
blauw
Schakelen tussen wifi-verbinding en OcuSync 2.0-video-transmissie
verbinding
B
Knippert blauw
Overgeschakeld naar wifiverbinding en wachtend op een verbinding
met een mobiel apparaat
B
Continu blauw
Overgeschakeld naar wifiverbinding en verbonden met een mobiel
apparaat
B
Knippert snel blauw
Overgeschakeld naar wifiverbinding en bezig met downloaden op
hoge snelheid
Continu rood Niet overgeschakeld naar een wifi-verbinding
Knippert langzaam
rood
ESC piept tijdens het gebruik van Find My Drone
In uitgeschakelde toestand
W
Pulseert wit Opladen
W
Continu wit Laden voltooid
Houd de QuickTransfer-knop ingedrukt om te schakelen tussen de QuickTransfer mode (wifiverbinding)
en de flight mode (OcuSync 2.0-videotransmissieverbinding). Als de firmware niet is bijgewerkt naar
v1.1.0.0 of hoger, druk dan tweemaal op de QuickTransfer knop.
Als de led aan de voorkant langzaam blauw blijft knipperen bij het overschakelen van de wifi-
verbinding naar de OcuSync 2.0-videotransmissieverbinding, geeft dit aan dat de omschakeling is
mislukt. Start de drone opnieuw op. De drone gaat na het herstarten standaard in de vliegmodus
(OcuSync 2.0-video-transmissieverbinding).
Het statuslampje van de drone communiceert de status van het vluchtregelsysteem van de drone.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor meer informatie over het statuslampje van de drone.
De voorste led toont de oriëntatie van de drone en pulseert wit als de drone wordt ingeschakeld.
Statusindicator van de drone/QuickTransfer-knop
Ledlampje voorzijde
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
13
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Knippert langzaam groen GPS ingeschakeld
×2
Knippert herhaaldelijk twee
keer groen
Neerwaarts zichtsysteem ingeschakeld
Knippert langzaam geel
GPS en neerwaarts zichtsysteem uitges
chakeld (ATTI-modus ingeschakeld)
Knippert snel groen Remmen
Waarschuwingsstatussen
Knippert snel geel Signaal met afstandsbediening verloren
Knippert langzaam rood Laag batterijniveau
Knippert snel rood Batterij bijna leeg, kritiek
Knippert rood IMU-fout
Continu rood Kritieke fout
Knippert afwisselend rood
en geel
Kalibratie van kompas vereist
QuickTransfer
De DJI Mini 2 kan via wifi rechtstreeks verbinding maken met mobiele apparaten, waardoor gebruikers
foto's en video's van de drone naar het mobiele apparaat kunnen downloaden via DJI Fly zonder dat
ze een afstandsbediening nodig hebben. Gebruikers kunnen genieten van snellere en gemakkelijkere
downloads met een overdrachtssnelheid tot 20 MB/s.
Gebruik
Methode 1: het mobiele apparaat is niet verbonden met de afstandsbediening
1. Zet de drone aan en wacht tot de zelfdiagnosetests van de drone voltooid zijn. Houd de
QuickTransfer-knop twee seconden ingedrukt om over te schakelen naar de QuickTransfer-modus (als
de firmware niet is bijgewerkt naar v1.1.0.0, druk dan twee keer op de statusindicator van de drone).
De voorste led zal langzaam blauw knipperen voordat hij blauw pulseert als de schakeling succesvol
is.
2. Zorg ervoor dat bluetooth en wifi op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld. Start DJI Fly en er
verschijnt automatisch een melding om verbinding te maken met de drone.
3. Tik op Verbinden. Eenmaal succesvol verbonden, kunnen de bestanden in de drone met hoge
snelheid worden benaderd en gedownload. Wanneer u het mobiele apparaat voor de eerste keer op
de drone aansluit, moet u op de QuickTransfer-knop drukken om te bevestigen.
Methode 2: het mobiele apparaat wordt aangesloten op de afstandsbediening
1. Zorg ervoor dat de drone via de afstandsbediening is aangesloten op het mobiele apparaat en dat
de motoren niet zijn gestart.
2. Schakel bluetooth en wifi in op het mobiele apparaat.
3. Start DJI Fly, voer het afspelen in en tik op in de rechterbovenhoek om de bestanden in de drone
te downloaden op hoge snelheid.
14
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Terug naar thuisbasis
De functie Return to Home (RTH - terug naar thuisbasis) brengt de drone terug naar de laatst
geregistreerde thuisbasis wanneer het GPS-signaal sterk is. Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH
bij laag batterijniveau, en uitvalbeveiligde RTH. Als de drone de thuisbasis met succes heeft opgenomen
en het GPS-signaal sterk is, zal de RTH worden geactiveerd wanneer de gebruiker de Smart RTH
start, of het batterijniveau van de drone laag is, of het signaal tussen de afstandsbediening en de drone
verloren gaat. RTH zal ook in andere abnormale scenario's worden getriggerd, bijvoorbeeld als er een
verlies van de videotransmissie is.
GPS
Omschrijving
Thuisbasis
10
De standaard thuisbasis is de eerste locatie waar de drone sterke of matig
sterke GPS-signalen heeft ontvangen (waar het pictogram wit toont). Het
statuslampje van de drone knippert snel groen wanneer de thuisbasis wordt
geregistreerd.
Smart RTH
Als het GPS-signaal voldoende is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone naar de thuisbasis te
laten terugkeren. U activeert Smart RTH door te tikken op in DJI Fly of door de RTH-knop op de
afstandsbediening ingedrukt te houden. U verlaat Smart RTH door op te tikken in DJI Fly of door de
RTH-knop op de afstandsbediening in te drukken.
RTH bij laag batterijniveau
Wanneer het niveau van de Intelligent Flight Battery te laag is en er niet genoeg capaciteit is om terug te keren
naar huis, land de drone dan zo snel mogelijk. Anders zal de drone vallen wanneer deze zonder energie komt
te zitten, met als gevolg dat de drone wordt beschadigd en er andere potentiële gevaren ontstaan.
Om onnodig gevaar als gevolg van onvoldoende energie te voorkomen, zal DJI Mini 2 op intelligente
wijze bepalen of het huidige batterijniveau voldoende is om naar huis terug te keren op basis van de
huidige locatie. De RTH bij laag batterijniveau wordt geactiveerd wanneer de capaciteit van de Intelligent
Flight Battery is gedaald tot een punt waarbij een veilige terugkeer van de drone in gevaar kan komen.
De gebruiker kan RTH afbreken door op de RTH-knop of de vliegpauzeknop op de afstandsbediening
te drukken. Als RTH wordt afgebroken na een waarschuwing voor laag batterijniveau, is de Intelligent
De maximale downloadsnelheid kan alleen worden bereikt in landen en regio's waar de 5,8 GHz-
frequentie door wet- en regelgeving is toegestaan, bij gebruik van apparaten die de 5,8 GHz-
frequentieband en de wifi-verbinding ondersteunen, en in een omgeving zonder interferentie of
obstructie. Als 5,8 GHz niet is toegestaan volgens de lokale regelgeving (zoals in Japan), zal het mobiele
apparaat van de gebruiker de 5,8 GHz-frequentieband niet ondersteunen of zal de omgeving ernstige
interferentie vertonen. Onder deze omstandigheden zal QuickTransfer automatisch overschakelen naar
de 2,4 GHz-frequentieband en zal de maximale downloadsnelheid dalen tot 6 MB/s.
Zorg ervoor dat bluetooth, wifi en locatieservice op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld voordat u
QuickTransfer gebruikt.
Bij gebruik van QuickTransfer is het niet nodig om het wifi-wachtwoord in te voeren op de
instellingenpagina van het mobiele apparaat om verbinding te maken. Na het overschakelen van de
drone op QuickTransfer, lanceert u DJI Fly en verschijnt er een melding om de drone te koppelen.
De drone gaat na het herstarten automatisch in de vliegmodus. QuickTransfer moet indien nodig
opnieuw handmatig worden geactiveerd.
Gebruik QuickTransfer in een onbelemmerde omgeving zonder interferentie en blijf uit de buurt van
storingsbronnen zoals draadloze routers, bluetooth luidsprekers of hoofdtelefoons.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
15
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Flight Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de
drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het accuniveau extreem laag is. De actie kan niet worden geannuleerd,
maar de afstandsbediening kan nog steeds worden gebruikt om de afdalingssnelheid te verlagen of de
richting van de drone aan te passen.
De drone landt automatisch als het batterijniveau hem alleen lang genoeg zal ondersteunen om meteen
vanaf zijn huidige hoogte te dalen en te landen. De actie kan niet worden geannuleerd, maar de
afstandsbediening kan worden gebruikt om de richting van de drone te wijzigen.
Uitvalbeveiligde RTH
Indien de thuisbasis met succes werd geregistreerd en het kompas normaal functioneert, wordt de
uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd nadat het signaal vanaf de afstandsbediening langer dan
11seconden verloren is geraakt.
Wanneer de firmware wordt bijgewerkt naar v1.1.0.0 en hoger, zal de drone 50 m terugvliegen op de
oorspronkelijke vluchtroute. Vervolgens zal hij opstijgen naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte om de
rechte lijn RTH in te gaan. De drone komt in de rechte lijn RTH als het signaal van de afstandsbediening
tijdens Uitvalbeveiligde RTH wordt hersteld. Wanneer de drone achteruit vliegt langs de oorspronkelijke
vliegroute en de afstand tot de thuisbasis minder dan 20 m bedraagt, stopt de drone met achteruit
vliegen op de oorspronkelijke vliegroute en gaat het op de huidige hoogte in de rechte lijn RTH.
In DJI Fly kunnen gebruikers de instellingen van de manier waarop de drone reageert wanneer het
signaal van de afstandsbediening wegvalt, wijzigen. De drone zal geen Uitvalbeveiligde RTH uitvoeren
als er in de instellingen is gekozen voor landen of zweven.
Andere RTH-scenario's
Als het videolinksignaal tijdens de vlucht verloren gaat terwijl de afstandsbediening nog steeds in staat
is om de bewegingen van de drone te besturen, verschijnt de melding om RTH te starten. RTH kan
worden geannuleerd.
RTH-procedure (Straight Line - rechte lijn)
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. RTH wordt geactiveerd.
3. Als de drone minder dan 20 m van de thuisbasis is wanneer de RTH begint, zal hij op zijn plaats
blijven hangen en niet naar huis terugkeren (firmwareversie v1.1.0.0 is vereist. Anders zal de drone
onmiddellijk landen).
Als de drone zich bij het begin van de RTH verder dan 20 m van de thuisbasis bevindt, keert hij met
een horizontale snelheid van 10,5 m/s terug naar huis.
4. Na het bereiken van de thuisbasis landt de drone en stoppen de motoren.
De drone kan niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GPS-signaal zwak of niet beschikbaar
is. Als het GPS-signaal zwak of niet beschikbaar wordt nadat RTH is geactiveerd, zal de drone een
tijdje op zijn plaats blijven hangen voordat hij gaat landen.
Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Fly en stel
vervolgens de RTH-hoogte in. In Smart RTH en Low Battery RTH stijgt de drone, als de huidige
hoogte van de drone lager is dan de RTH-hoogte, automatisch eerst naar de RTH-hoogte. Als de
huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte of deze hoogte bereikt, vliegt de drone op de huidige
hoogte naar de thuisbasis.
16
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Opsporingsvelden
Het neerwaartse zichtsysteem werkt het beste wanneer de drone zich op een hoogte van 0,5 tot 10 m
bevindt en het werkbereik 0,5 tot 30 m is.
Infrarooddetectiesysteem
Neerwaarts zichtsysteem
Landingsbescherming
Landingsbescherming wordt geactiveerd tijdens Smart RTH.
1. Tijdens landingsbescherming zal de drone automatisch een geschikte landingsplaats detecteren en
voorzichtig landen.
2. Als de grond ongeschikt wordt bevonden voor de landing, zal DJI Mini 2 blijven zweven en wachten
op de bevestiging van de piloot.
3. Als de landingsbeveiliging niet operationeel is, geeft DJI Fly een landingsmelding weer wanneer de
drone tot onder de 0,5 meter daalt. Tik op bevestigen of trek de gashendel naar beneden om te landen.
Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor
De DJI Mini 2 is uitgerust met een neerwaarts zichtsysteem en een detectiesysteem met infraroodsensor.
Het neerwaarts zichtsysteem bestaat uit één camera en het detectiesysteem met infraroodsensor
bestaat uit twee 3D-infraroodmodules. Het neerwaarts zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem
helpen de drone om zijn huidige positie te behouden, nauwkeuriger stil te hangen en om binnen of in
andere omgevingen waarin geen GPS-signaal beschikbaar is te vliegen.
Als de drone zich op een hoogte van 20 m of hoger bevindt en de RTH-hoogte nog niet heeft bereikt,
kan de gashendel worden bewogen om de drone te stoppen met opstijgen. De drone zal dan naar de
thuisbasis op de huidige hoogte vliegen (alleen beschikbaar met firmware v1.0.0.0. Deze functie is niet
beschikbaar wanneer de firmware is bijgewerkt naar v1.1.0.0 of later).
Tijdens RTH kunnen de snelheid, de hoogte en de richting van de drone worden bestuurd met de
afstandsbediening als het signaal van de afstandsbediening normaal is. De afstandsbediening kan
echter niet worden gebruikt om links of rechts te draaien. Wanneer de drone opstijgt of naar voren
vliegt, kan de gebruiker de joystick volledig in de tegenovergestelde richting duwen om de drone op
zijn plaats te laten zweven.
GEO-zones zullen de RTH beïnvloeden. Als de drone tijdens RTH in een GEO-zone vliegt, zal hij ofwel
dalen totdat hij de GEO-zone verlaat en doorgaan naar de thuisbasis of op zijn plaats blijven zweven.
De drone kan mogelijk niet naar een thuisbasis terugkeren wanneer het te hard waait. Vlieg voorzichtig.
71°
56°
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
17
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Het gebruik van de zichtsystemen
Wanneer GPS niet beschikbaar is, wordt het neerwaartse zichtsysteem ingeschakeld als het oppervlak
een duidelijke textuur heeft en er voldoende licht is. Het neerwaartse zichtsysteem werkt het best
wanneer de drone op een hoogte van 0,5 tot 10meter vliegt. Als de drone hoger vliegt dan 10 meter,
werkt het zichtsysteem mogelijk niet naar behoren. Extra voorzichtigheid is geboden.
Volg de onderstaande stappen om het neerwaartse zichtsysteem te gebruiken.
1. Zorg ervoor dat de drone in de Normale stand of de Cine-modus staat. Zet de drone aan.
2. De drone hangt na het opstijgen stil op zijn plaats. Het statuslampje van de drone knippert tweemaal
groen, wat aangeeft dat het neerwaartse zichtsysteem in werking is.
Let op de vliegomgeving. Het neerwaartse zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem werken
slechts onder beperkte voorwaarden en de menselijke controle en oordeelsvorming niet vervangen.
Let tijdens de vlucht altijd op de omgeving en op de waarschuwingen op DJI Fly. Neem de
verantwoordelijkheid voor de drone en houd er de controle over.
De drone heeft een maximale zweefhoogte van 5 m als er GPS beschikbaar is.
Het neerwaartse zichtsysteem werkt mogelijk niet goed als de drone boven water vliegt. Daarom
is het mogelijk dat de drone bij de landing niet in staat is om actief water eronder te vermijden. Het
wordt aanbevolen om te allen tijde de vluchtbesturing in stand te houden, een redelijk oordeel te
vormen op basis van de omgeving en niet te vertrouwen op het neerwaartse zichtsysteem.
Let op: het neerwaartse zichtsysteem en infrarooddetectiesysteem werken mogelijk NIET goed als de
drone te snel vliegt. Het infrarooddetectiesysteem treedt pas in werking als de vliegsnelheid niet meer
dan 12 m/s bedraagt.
Het neerwaartse zichtsysteem kan niet correct werken boven oppervlakken die geen duidelijke
variaties in patroon hebben of waar het licht zwak is. Het neerwaartse zichtsysteem werkt in de
volgende situaties mogelijk niet goed. Bestuur de drone voorzichtig.
a) Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart, volkomen wit,
volkomen groen).
b) Bij het vliegen boven zeer reflecterende oppervlakken.
c) Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
d) Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of objecten.
e) Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
f) Bij het vliegen boven extreem donkere (<10lux) of heldere (>40.000lux) oppervlakken.
g) Bij het vliegen over oppervlakken die infraroodgolven sterk reflecteren of absorberen (bijv. spiegels).
h) Bij het vliegen over oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur (bijv. elektriciteitspaal).
i) Bij het vliegen boven oppervlakken met identiek herhalende patronen of structuren (bijvoorbeeld
tegels met hetzelfde ontwerp).
j) Bij het vliegen over obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van bomen).
18
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Intelligent Flight Mode
QuickShots
De opnamestanden van QuickShot zijn: Dronie, Rocket, Circle, Helix, en Boomerang. De DJI Mini 2
neemt op volgens de geselecteerde opnamestand en maakt automatisch een korte video. De video kan
via afspelen worden bekeken, bewerkt of gedeeld op sociale media.
Dronie: De drone vliegt achteruit en omhoog, met de camera op het object gericht.
Raket: De drone stijgt op met de camera naar beneden gericht.
Cirkel: De drone vliegt rondjes rondom het object.
Spiraal: De drone stijgt en draait rond het object.
Boomerang: De drone vliegt in een ovale route rond het onderwerp, stijgt op terwijl het wegvliegt
van het startpunt en daalt terwijl het terugvliegt. Het startpunt van de drone vormt het ene uiteinde
van de lange as van het ovaal, terwijl het andere uiteinde van de lange as zich aan de andere kant
van het object bevindt vanaf het startpunt. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van
Boomerang. Zorg voor een straal van minimaal 30meter rond de drone en minimaal 10meter
boven de drone.
Het gebruik van QuickShots
1. Zorg ervoor dat de Intelligent Flight Battery voldoende is opgeladen. Laat de drone opstijgen en op
ten minste 2meter boven de grond stilhangen.
2m
Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Manipuleer de sensoren NIET. Gebruik de drone NIET in een
omgeving met stof en vocht. Blokkeer het systeem met infraroodsensor NIET.
Vlieg NIET wanneer het regenachtig of mistig is of als er geen helder zicht is.
Controleer het volgende vóór elke start:
a) Zorg dat stickers of andere obstakels de sensoren van het infraroodsysteem en het zichtsysteem
niet blokkeren.
b) Verwijder eventueel aanwezig vuil, stof of water op de sensoren van het infraroodsysteem en het
zichtsysteem met een zachte doek. Gebruik GEEN alcoholhoudende reinigingsmiddelen.
c) Neem contact op met de DJI Support als het glas van de sensor het infraroodsysteem of het
zichtsysteem beschadigd is.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
19
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om QuickShots te selecteren en volg de instructies.
Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er geen obstakels in
de omgeving zijn.
3. Kies een opnamemodus, selecteer uw doelobject in de cameraweergave door op de cirkel op
het object te tikken of een kader rond het object te slepen en tik op Start om met de opname te
beginnen. De drone vliegt terug naar zijn oorspronkelijke positie zodra de opname is voltooid.
4. Tik op om de korte video of de originele video te openen. De video kan na het downloaden
worden bewerkt en gedeeld op sociale media.
QuickShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauze-/RTH-knop of tik op in DJI Fly om QuickShots te verlaten. De drone
zal op zijn plaats blijven zweven.
Start
50m
45m
40m
35m
30m
20m
+3.0
EV
AE
H
H
33m
7.9m/s
0m/s
1024.4m
10m
1.6m/s
0m/s
D
D
Pano
80
26
26
20
RCRC
AE
+1.0
EV
1:30:26
4K 30
24
In Flight
Photo
Video
Quickshot
Dronie
Rocket
Circle
Helix
Radius
N Mode
Gebruik QuickShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig zijn. Zorg ervoor
dat er zich geen personen, dieren of andere obstakels in de vliegroute bevinden.
Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met de drone te
voorkomen.
Gebruik QuickShots NIET in een van de volgende situaties:
a) Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
b) Wanneer het object zich meer dan 50meter van de drone bevindt.
c) Wanneer het object qua kleur of structuur vergelijkbaar is met de omgeving.
d) Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
e) Wanneer het onderwerp snel beweegt.
f) Wanneer de belichting extreem zwak (<300lux) of sterk (>10.000lux) is.
Gebruik QuickShots NIET op locaties in de buurt van gebouwen of waar het GPS-signaal zwak is.
Anders wordt de vliegroute instabiel.
Houd u aan de lokale privacywetgeving en regelgeving tijdens het gebruik van QuickShots.
20
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Vluchtrecorder
Vluchtgegevens, waaronder vluchttelemetrie, statusinformatie over de drone en andere parameters
worden automatisch opgeslagen op de ingebouwde datarecorder van de drone. De gegevens zijn
toegankelijk met behulp van DJI Assistant 2 (Drones voor consumenten).
Propellers
Er zijn twee soorten DJI Mini 2-propellers die ontworpen zijn om in verschillende richtingen te draaien.
Markeringen geven aan welke propellers aan welke motoren moeten worden bevestigd. De twee
propellerbladen die aan één motor zijn bevestigd, zijn hetzelfde.
Propellers Met markeringen Zonder markeringen
Illustratie
Plaats van
bevestiging
Bevestig aan de motoren van de
armen met markeringen
Bevestig aan de motoren van de armen
zonder markeringen
De propellers bevestigen
Bevestig de propellers met de markeringen op de motoren met markeringen, en de ongemarkeerde
propellers op de ongemarkeerde motoren. Gebruik de schroevendraaier om de propellers te monteren.
Zorg ervoor dat de propellers goed bevestigd zijn.
De propellers verwijderen
Gebruik de schroevendraaier om de propellers van de motoren los te maken.
Propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
De schroevendraaier wordt alleen gebruikt om de propellers te monteren. Gebruik de schroevend
raaier NIET om de drone te demonteren.
Als een propeller kapot is, verwijdert u alle propellers en schroeven op de bijbehorende motor en
gooit u ze weg. Gebruik twee propellers uit dezelfde verpakking. NIET door elkaar brengen met
propellers in andere verpakkingen.
Gebruik alleen officiële propellers van DJI. Gebruik GEEN verschillende soorten propellers door
elkaar.
Koop indien nodig de propellers afzonderlijk.
Controleer vóór elke vlucht of de propellers en motoren stevig en correct gemonteerd zijn. Controleer
om de 30 vlieguren (ca. 60 vluchten) of de schroeven op de propellers nog steeds goed vastzitten.
GemarkeerdOngemarkeerd
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
21
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Controleer vóór elke vlucht of de propellers in goede staat zijn. Gebruik GEEN verouderde,
beschadigde of gebroken propellers.
Blijf uit de buurt van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
Plaats de drone op de juiste wijze bij de opslag. Het is aan te raden om een propellerhouder te
gebruiken om de propellers te bevestigen. Knijp of verbuig de propellers NIET tijdens transport of
opslag.
Controleer of de motoren stevig gemonteerd zijn en soepel draaien. Laat de drone onmiddellijk
landen als een motor vastgelopen is en niet meer vrij kan draaien.
Probeer de constructie van de motoren NIET te wijzigen.
Raak de motoren NIET aan en laat uw handen en lichaam niet in contact komen met de motoren na
de vlucht omdat deze heet kunnen zijn.
Blokkeer de ventilatiegaten in de motoren of het chassis van de drone NIET.
Controleer of de ESC’s normaal klinken wanneer deze worden ingeschakeld.
Intelligent Flight Battery
De Intelligent Flight Battery van de DJI Mini 2 is een batterij van 7,7 V, 2250 mAh met functionaliteit voor
slim opladen/ontladen.
Eigenschappen van de batterij
1. Uitgebalanceerd opladen: tijdens het opladen worden de spanningen van de batterijcellen
automatisch in balans gehouden.
2. Automatische ontlaadfunctie: om zwelling te voorkomen ontlaadt de batterij automatisch tot 96%
van het batterijniveau wanneer deze een dag niet wordt gebruikt en tot 72% van het batterijniveau
wanneer deze vijf dagen niet wordt gebruikt. Het is normaal dat u een matige warmte uit de batterij
voelt komen tijdens het ontladen ervan.
3. Bescherming tegen overladen: het opladen stopt automatisch wanneer de batterij volledig is
opgeladen.
4. Temperatuurdetectie: De batterij laadt uitsluitend op bij een temperatuur tussen de 5 en 40 °C. Het
opladen stopt automatisch als de temperatuur van de batterij tijdens het opladen hoger wordt dan
50 °C.
5. Overstroombeveiliging: de batterij stopt met laden als een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
6. Beveiliging tegen overmatige ontlading: het ontladen stopt automatisch om te voorkomen dat de
batterij te ver wordt ontladen wanneer de batterij niet wordt gebruikt. De beveiliging tegen overmatige
ontlading is niet ingeschakeld wanneer de batterij gebruikt wordt.
7. Kortsluitbeveiliging: de stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er kortsluiting wordt
gedetecteerd.
8. Bescherming tegen beschadiging van batterijcellen: DJI Fly toont een waarschuwing wanneer een
beschadigde batterijcel wordt gedetecteerd.
9. Slaapstand: als het batterijniveau minder is dan 3,0 V of het batterijniveau minder dan 10% is,
schakelt de batterij over naar de slaapstand om overmatige ontlading te voorkomen. Laad de batterij
op om het uit de slaapstand te halen.
10. Communicatie: informatie over de spanning, capaciteit en stroom van de batterij wordt naar de
drone verzonden.
22
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Raadpleeg vóór gebruik de disclaimer en de veiligheidsrichtlijnen van de DJI Mini 2 en de
batterijstikker. Gebruikers zijn volledig aansprakelijk voor alle handelingen en elk gebruik.
De technische gegevens over de Intelligent Flight Battery voor de Japanse versie verschillen.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Technische gegevens. De batterijfuncties zijn gelijk
voor alle versies van de DJI Mini 2 Intelligent Flight Battery.
Het gebruik van de batterij
Het batterijniveau controleren
Druk één keer op de aan-/uitknop om het batterijniveau te controleren.
De ledlampjes voor het batterijniveau geven het energieniveau van de vluchtbatterij weer tijdens
het laden en ontladen. De statussen van de indicator zijn als volgt gedefinieerd:
Led is aan. Led knippert. Led is uit.
LED1 LED2 LED3 LED4 Accuniveau
batterijniveau >
88%
75% <
batterijniveau ≤
88%
63% <
batterijniveau ≤ 75%
50% <
batterijniveau ≤ 63%
38% <
batterijniveau ≤ 50%
25% <
batterijniveau ≤ 38%
13% <
batterijniveau ≤ 25%
0% <
batterijniveau ≤ 13%
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-uitknop, druk nogmaals op deze knop en houd de knop twee seconden
ingedrukt om de batterij in of uit te schakelen. De ledlampjes voor het batterijniveau geven het
batterijniveau weer wanneer de drone wordt ingeschakeld.
Druk eenmaal op de aan-/uitknop waarna de vier leds voor het batterijniveau 3 seconden lang
knipperen. Als ledlampje 3 en 4 gelijktijdig knipperen zonder op de aan-uitknop te drukken, geeft dit aan
dat de status van de batterij abnormaal is. Plaats de Intelligent Flight Battery terug en controleer of deze
goed is gemonteerd.
Melding lage temperatuur
1. De batterijcapaciteit wordt aanzienlijk minder als er in omgevingen met lage temperaturen (0tot 5°C)
wordt gevlogen. Het wordt aanbevolen om de drone een tijdje op zijn plaats te laten zweven om de
batterij op te warmen. Zorg vóór het gebruik van de drone dat de batterij volledig is opgeladen.
LED1
LED2
LED3
LED4
Aan-/uitknop
Ledlampjes voor batterijniveau
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
23
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
De batterij opladen
Laad de Intelligent Flight Battery volledig op vóór het eerste gebruik.
1. Sluit de USB-lader aan op een AC-voeding (100-240 V, 50/60 Hz). Gebruik indien nodig een
voedingsadapter.
2. Sluit de drone aan op de USB-lader.
3. De ledlampjes voor het batterijniveau geven tijdens het opladen het huidige batterijniveau weer.
4. De Intelligent Flight Battery is volledig opgeladen wanneer alle ledlampjes voor het batterijniveau
branden. Koppel de oplader los wanneer de batterij volledig opgeladen is.
Plaats in koude omgevingen de batterij in de batterijhouder en zet de drone aan om de batterij op te
warmen voordat u de drone laat opstijgen.
De batterij kan niet worden opgeladen als de drone is ingeschakeld en de drone niet kan worden
ingeschakeld tijdens het opladen.
Laad een Intelligent Flight Battery NIET direct na het vliegen op omdat de temperatuur van de batterij
te hoog kan zijn. Wacht tot deze is afgekoeld tot kamertemperatuur voordat u de batterij opnieuw
oplaadt.
De lader stopt met opladen van de batterij als de celtemperatuur van de batterij niet binnen het
werkbereik van 5tot 40°C is. De ideale temperatuur om op te laden is 22 tot 28 °C.
De lader voor meerdere batterijen (niet inbegrepen) kan maximaal drie batterijen opladen. Bezoek de
officiële DJI Online Store voor meer informatie over de oplaadhub.
Laad de batterij ten minste éénmaal per drie maanden volledig op om ervoor te zorgen dat de batterij
in goede staat blijft.
Als de firmware is bijgewerkt naar v1.1.0.0 of hoger, wordt aanbevolen om een QC2.0 of PD2.0 USB-
lader te gebruiken om op te laden. DJI accepteert geen enkele verantwoordelijkheid voor schade die
wordt veroorzaakt door het gebruik van een lader die niet aan de gestelde eisen voldoet.
Bij gebruik van de DJI 18W USB-lader is de oplaadtijd ongeveer 1 uur en 22 minuten.
Het wordt aanbevolen om de Intelligent Flight Batteries tijdens transport of opslag tot 30% of minder
te ontladen. Dit kan worden gedaan door de drone buiten te laten vliegen totdat er minder dan 30%
batterijniveau over is.
2. Houd de temperatuur van de batterij boven de 20°C om zeker te zijn van optimale prestaties van de
batterij.
3. De verminderde batterijcapaciteit in een lage omgevingstemperatuur vermindert de windbesten
digheid van de drone. Vlieg voorzichtig.
4. Vlieg extra voorzichtig op grote hoogtes boven zeeniveau.
24
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Wanneer de beveiliging voor de oplaadtemperatuur wordt geactiveerd, wordt het opladen van de
batterij hervat zodra de temperatuur weer binnen het toegestane bereik valt. Als een van de andere
mechanismen voor het beschermen van de batterij is geactiveerd en het probleem is opgelost, kunt u
het opladen pas hervatten na eerst op de aan-/uitknop te drukken om de batterij uit te schakelen, de
batterij van de oplader los te koppelen en vervolgens weer aan te sluiten. Als de oplaadtemperatuur
abnormaal is, wacht u totdat de oplaadtemperatuur weer normaal is, waarna de batterij het opladen
hervat zonder dat u de lader hoeft los te koppelen en weer aan te sluiten.
Installeren/verwijderen van de batterij
Installeer de Intelligent Flight Battery voorafgaand aan gebruik in de drone. Plaats de batterij in de
batterijhouder en zet de batterijklem vast. Een klikgeluid geeft aan dat de batterij goed geplaatst is. Zorg
ervoor dat de batterij volledig vergrendeld is en het batterijdeksel goed dicht kan.
LED1 LED2 LED3 LED4
Accuniveau
0% <
batterijniveau ≤ 50%
50% <
batterijniveau ≤ 75%
75% <
batterijniveau <
100%
Volledig opgeladen
De onderstaande tabel toont het batterijniveau tijdens het opladen.
De frequentie waarmee de ledlampjes voor het batterijniveau knipperen zal verschillen wanneer
u andere USB-laders gebruikt. Als het opladen snel verloopt, knipperen de ledlampjes voor het
batterijniveau snel. Als het opladen extreem traag verloopt, knipperen de ledlampjes voor het
batterijniveau langzaam (1 x per 2 seconden). Het wordt aanbevolen om voor het opladen een
andere Micro USB-kabel of USB-lader te gebruiken.
Als de batterij niet correct in de drone is geplaatst, knipperen led 3 en 4 tegelijkertijd. Plaats de
Intelligent Flight Battery terug en controleer of deze goed is gemonteerd.
De vier leds knipperen tegelijkertijd om aan te geven dat de batterij beschadigd is.
Mechanismen voor het beschermen van de batterij
De ledlampjes voor de batterij kunnen batterijbeschermingsindicaties weergeven die worden veroorzaakt
door abnormale laadomstandigheden.
Mechanismen voor het beschermen van de batterij
LED1 LED2 LED3 LED4 Knipperpatroon
Betekenis van
batterijbescherming
Led2 knippert tweemaal per seconde Overstroom gedetecteerd
Led2 knippert driemaal per seconde Kortsluiting gedetecteerd
Led3 knippert tweemaal per seconde Overbelasting gedetecteerd
Led3 knippert driemaal per seconde
Overspanning lader
gedetecteerd
Led4 knippert tweemaal per seconde De laadtemperatuur is te laag
Led4 knippert driemaal per seconde De laadtemperatuur is te hoog
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
25
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
-90°
20°
Ontgrendel de batterij NIET nadat de drone is aangezet.
Zorg ervoor dat de batterij stevig is gemonteerd.
Gimbal en camera
Kenmerken van de gimbal
De 3-assige gimbal van de DJI Mini 2 stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto’s en video-
opnamen kunt maken. Het regelbare kantelbereik is -90° tot +20°. De standaard bediening van het
kantelbereik is -90˚ tot 0˚ en het kantelbereik kan worden uitgebreid tot -90˚ tot +20˚ door ‘Allow Upward
Gimbal Rotation’ (Opwaartse gimbalrotatie toestaan) in DJI Fly in te schakelen.
Druk op de batterijklem en ontgrendel de batterij uit de batterijhouder om de batterij te verwijderen.
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te bedienen.
U kunt ook overschakelen op de cameraweergave in DJI Fly. Druk op het scherm totdat er een blauwe
cirkel verschijnt. Sleep de cirkel omhoog of omlaag om de kanteling van de camera te bedienen.
Bedieningsstanden voor de gimbal
Er zijn twee bedieningsstanden voor de gimbal beschikbaar. Schakel tussen de verschillende
bedrijfsmodi in DJI Fly.
Volgmodus: de hoek tussen de richting van de gimbal en de voorkant van de drone blijft altijd constant.
FPV-modus: de gimbal wordt gesynchroniseerd met de beweging van de drone om de vliegervaring te
beleven alsof u zelf in de cockpit zit.
Volledig vergrendeldNiet volledig vergrendeld
26
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Kenmerken van de camera
De DJI Mini 2 maakt gebruik een camera met 1/2.3-inch CMOS-sensor, die tot 4K video en 12 MP
foto’s kan opnemen, en ondersteunt opnamemodi zoals single, AEB, getimede opname en panorama.
Het diafragma van de camera is f/2,8 en kan van 1m tot oneindig ver opnemen.
Zorg ervoor dat de temperatuur en luchtvochtigheid geschikt zijn voor de camera tijdens gebruik en
opslag.
Gebruik een lensreiniger om de lens schoon te maken om schade te voorkomen.
Blokkeer GEEN ventilatieopeningen op de camera. De opgewekte warmte kan het toestel
beschadigen en letsel veroorzaken bij de gebruiker.
Foto’s en video’s opslaan
De DJI Mini 2 ondersteunt het gebruik van een microSD-kaart om uw foto's en video's op te slaan. Een
UHS-I Speed Grade 3 microSD-kaart of hoger is vereist vanwege de snelle lees- en schrijfsnelheid die
nodig is voor video-opnamen met hoge resolutie. Raadpleeg het gedeelte ‘Technische gegevens’ voor
meer informatie over de compatibiliteit van aanbevolen microSD-kaarten.
Zonder een microSD-kaart kunnen gebruikers nog steeds enkele foto's maken of normale 720p-video's
opnemen. Het bestand wordt direct op het mobiele apparaat opgeslagen.
Verwijder de microSD-kaart niet uit de drone terwijl deze is ingeschakeld. Anders kan de microSD-
kaart beschadigd raken.
Enkelvoudige video-opnamen worden beperkt tot een lengte van 30 minuten om de stabiliteit van het
camerasysteem te waarborgen.
Controleer voor gebruik de camera-instellingen om er zeker van te zijn dat de configuraties correct
zijn.
Maak een paar foto’s voordat u belangrijke foto’s of video’s gaat maken om te testen of de camera
correct werkt.
Foto's of video's kunnen niet worden verzonden vanaf de microSD-kaart in de drone met behulp van
DJI Fly als de drone is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat u de drone correct uitschakelt. Anders worden uw cameraparameters niet
opgeslagen en kunnen opgenomen video's beschadigd raken. DJI niet verantwoordelijk voor het
mislukken van foto’s of video of voor opnamen die niet door een machine leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat er geen stickers of voorwerpen op de gimbal zitten voordat u opstijgt. Tik of klop
NIET op de gimbal wanneer de drone is ingeschakeld. Stijg altijd op vanaf een vlak en open terrein
om de gimbal te beschermen.
Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken bij een botsing of stoten, waardoor de
gimbal abnormaal zal functioneren.
Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal terecht komt, vooral in de motoren van de gimbal.
In de volgende situaties kan zich een fout voordoen in de motor van de gimbal: a. De drone bevindt
zich op een oneffen oppervlak of de gimbal wordt belemmerd. b. De gimbal wordt blootgesteld aan
buitensporige kracht van buitenaf, zoals tijdens een botsing.
Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld. Voeg GEEN extra lading
toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot
blijvende motorschade.
Zorg ervoor dat u de gimbalbescherming verwijdert voordat u de drone inschakelt. Zorg er ook voor
dat u de gimbalbescherming aanbrengt wanneer de drone niet in gebruik is.
Door te vliegen in zware mist of wolken kan de gimbal nat worden, wat tot tijdelijke storing kan
leiden. De gimbal herstelt zijn volledige functionaliteit als deze eenmaal droog is.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
27
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk staan de functies van de
afstandsbediening beschreven en staan
instructies over de besturing van de
drone en de bediening van de camera.
28
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Afstandsbediening
Kenmerken van de afstandsbediening
De DJI Mini 2 is uitgerust met de DJI RC-N1 afstandsbediening, die beschikt over DJI's OcuSync2.0-tr
ansmissietechnologie voor een maximaal bereik van 10 km en 720p bij het weergeven van videobeelden
van het vliegtuig naar DJI Fly op uw mobiele toestel. U kunt de drone en de camera eenvoudig
bedienen met de aanwezige knoppen. De afneembare bedieningssticks maken de afstandsbediening
gemakkelijker op te bergen.
In een groot open gebied zonder elektromagnetische interferentie verzendt OcuSync2.0 videolinks
soepel met maximaal 720p. De afstandsbediening werkt op zowel 2,4GHz als 5,8GHz en selecteert
automatisch het beste transmissiekanaal.
OcuSync 2.0 vermindert de latentie tot ongeveer 200 ms door de cameraprestaties te verbeteren door
middel van het videodecoderingsalgoritme en de draadloze verbinding.
De ingebouwde batterij heeft een capaciteit van 5200mAh en een maximale gebruikstijd van 6uur.
De afstandsbediening laadt het mobiele apparaat op met een laadvermogen van 500mA bij 5V. De
afstandsbediening laadt automatisch Android-apparaten op. Controleer voor iOS-apparaten eerst of
opladen is ingeschakeld in DJI Fly. Het opladen van iOS-apparaten is standaard uitgeschakeld en moet
elke keer wanneer de afstandsbediening wordt ingeschakeld opnieuw worden ingeschakeld.
Conformiteitsversie: De afstandsbediening voldoet aan de plaatselijke regelgeving en voorschriften.
Stand van joystick: De functie die elke joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald door de gekozen stand
van de joystick. Er zijn drie voorgeprogrammeerde standen (Stand 1, Stand 2 en Stand 3) beschikbaar en
aangepaste standen kunnen worden gedefinieerd in de DJI Fly-app. De standaardinstelling is Stand 2.
Het gebruik van de afstandsbediening
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-/uitknop om het huidige batterijniveau te controleren. Als het batterijniveau te
laag is, laad deze dan vóór gebruik op.
Druk eenmaal, druk vervolgens opnieuw en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te
schakelen.
De batterij opladen
Gebruik een USB-C-kabel om een netstroomadapter aan te sluiten op de USB-C-poort van de
afstandsbediening. Het duurt ongeveer vier uur om de afstandsbediening volledig op te laden.
De gimbal en camera bedienen
1. Druk eenmaal op de sluiter-/opnameknop om een foto maken of om een video in de camera-
weergave op te nemen.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
29
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
De drone besturen
De joysticks regelen de oriëntatie (pan), voorwaartse/achterwaartse beweging (pitch), hoogte (gas) en
linkse/rechtse beweging (roll) van de drone. De functie die elke joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald
door de gekozen stand van de joystick.
Gimbalwiel
Aanpasbare knop
Sluiter-/opnameknop
Wisselen foto/video
2. Schakelen foto/video: tik om te schakelen tussen foto- en videomodus.
3. Wordt gebruikt om de kantelas van de gimbal te regelen.
4. Houd de aanpasbare knop ingedrukt om het gimbalwieltje te kunnen gebruiken om de zoom in de
videomodus aan te passen.
Right StickLeft Stick
Turn RightTurn Left
Up
Down
RightLeft
Up
Down
Turn RightTurn Left
RightLeft
Forward
Backward
Left Stick Right Stick
Forward
Backward
Right Stick
Up
Down
Forward
Backward
Left Stick
Turn RightTurn Left
RightLeft
Stand 1 Linker joystick
Vooruit
Vooruit
Vooruit
Achteruit
Achteruit
Achteruit
Linksaf
Linksaf
Linksaf
Omhoog
Omlaag
Links
Links
Links
Rechtsaf
Rechtsaf
Rechtsaf
Rechts
Rechts
Rechts
Omhoog
Omhoog
Omlaag
Omlaag
Rechter joystick
Rechter joystick
Rechter joystick
Linker joystick
Linker joystick
Stand 2
Stand 3
30
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Er zijn drie voorgeprogrammeerde standen (Stand 1, Stand 2 en Stand 3) beschikbaar en aangepaste
standen kunnen worden gedefinieerd in de DJI Fly-app. De standaardinstelling is Modus 2. In onderstaande
afbeelding staat uitgelegd hoe elke joystick moet worden gebruikt (Stand 2 wordt als voorbeeld gebruikt).
Joystick neutraal/middelpunt: De joysticks staan in de middenpositie.
Beweging van de joystick: De joystick wordt uit de middenpositie geduwd.
Afstandsbediening
(Stand 2)
Drone
( Geeft de neusrichting aan)
Opmerkingen
Gashendel: U wijzigt de hoogte van de drone
door de linker joystick omhoog of omlaag te
bewegen.
Duw de stick omhoog om te stijgen en omlaag
om te dalen. Hoe verder de stick van de midden
positie wordt weggeduwd, hoe sneller de
drone van hoogte verandert.
Duw altijd voorzichtig tegen de stick om plots
elinge en onverwachte veranderingen in hoogte
te voorkomen.
Yaw-joystick (giering): Door de linker joystick
naar links of rechts te bewegen, bestuurt u de
richting van de drone.
Duw de joystick naar links om de drone tegen
de klok in te draaien en naar rechts om de drone
met de klok mee te draaien.
Hoe verder de joystick van de middenpositie
wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal
draaien.
Pitch-joystick (hellingshoek): Het hellen van
de drone wijzigt u door de rechter joystick
omhoog en omlaag te bewegen.
Duw de joystick omhoog om voorwaarts te
vliegen, en naar beneden om achterwaarts te
vliegen.
Hoe verder de joystick van de middenpositie
wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal
bewegen.
Rolstick: Het rollen van de drone wijzigt u
door de rechter joystick naar links of rechts te
bewegen.
Duw de joystick naar links om naar links te
vliegen en naar rechts om naar rechts te
vliegen.
Hoe verder de joystick van de middenpositie
wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal
bewegen.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
31
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Vliegpauzeknop/RTH-knop
Druk eenmaal op deze knop om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten zweven. Als de
drone een QuickShot, RTH of automatische landing uitvoert, drukt u eenmaal op deze knop om de
procedure te verlaten alvorens te remmen.
Druk op de RTH-knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept om RTH te starten.
Druk nogmaals op deze knop als u RTH wilt annuleren en de controle wilt terugnemen over de drone.
Raadpleeg het gedeelte Terug naar thuisbasis voor meer informatie over RTH.
Vliegstandschakelaar
Selecteer de gewenste vliegstand met de schakelaar.
Positie Vliegstand
Sport Sportstand
Normaal Normale stand
Cine Cine-modus
Aanpasbare knop
Ga naar ‘DJI Fly System Settings’ (systeeminstellingen) en selecteer vervolgens ‘Control’ (Bediening) om
de functie voor deze knop aan te passen. Aanpasbare functies zijn o.a. het recentreren van de gimbal
en het schakelen tussen de kaart en de live weergave.
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening geeft tijdens de RTH een waarschuwingssignaal. De waarschuwing kan niet
worden geannuleerd. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het batterijniveau laag is
(6 tot 15%). Een waarschuwing voor laag batterijniveau kan worden geannuleerd door op de aan/uit-
knop te drukken. Een waarschuwing voor kritiek batterijniveau (minder dan 5%) kan echter niet worden
geannuleerd.
NORMAAL
CINE
SPORT
32
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Optimaal zendgebied
Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het betrouwbaarst wanneer de antennes zoals
hieronder afgebeeld ten opzichte van de drone staan.
Koppelen van de afstandsbediening
De afstandsbediening is vóór levering aan uw drone gekoppeld. Koppelen is alleen nodig wanneer
voor de eerste keer een nieuwe afstandsbediening wordt gebruikt. Volg deze stappen om een nieuwe
afstandsbediening te koppelen:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Start DJI Fly.
3. Tik in cameraweergave op en selecteer ‘Control’ (Bediening) en ‘Pair to Aircraft’ (Verbinding
maken met drone). De afstandsbediening zal continu piepen.
4. Houd de aan-/uitknop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept één keer
om aan te geven dat deze klaar is om gekoppeld te worden. De drone piept twee keer om aan
te geven dat het koppelen succesvol is. De batterijniveau-ledlampjes van de afstandsbediening
branden continu.
Zorg dat de afstandsbediening tijdens het koppelen niet meer dan 0,5 meter van de drone
verwijderd is.
De afstandsbediening zal zelf de koppeling met een drone opheffen als er een nieuwe
afstandsbediening met dezelfde drone wordt gekoppeld.
Schakel bluetooth en wifi uit bij gebruik van de OcuSync 2.0-video-transmissieverbinding. Anders
kunnen ze de videotransmissie beïnvloeden.
Laad de afstandsbediening volledig op vóór elke vlucht. De afstandsbediening geeft een
waarschuwing wanneer het batterijniveau laag is.
Als de afstandsbediening is ingeschakeld en gedurende vijf minuten NIET wordt gebruikt, klinkt er
een waarschuwing. Na zes minuten schakelt de drone automatisch uit. Beweeg de joysticks of druk
op een willekeurige knop om de waarschuwing te annuleren.
Pas de houder van het mobiele apparaat aan zodat het mobiele apparaat stevig vastzit.
Laad de batterij ten minste éénmaal per drie maanden volledig op om ervoor te zorgen dat de batterij
in goede staat blijft.
Sterk
Zwak
Zwak
Optimaal zendgebied
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
33
DJI Fly-app
Dit hoofdstuk introduceert de
hoofdfuncties van de DJI Fly-app.
34
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Fly-app
Beginscherm
Start DJI Fly en ga naar het beginscherm.
Vliegplekken
Bekijk of deel nabijgelegen geschikte vlieg- en opnamelocaties, meer informatie over GEO-zones en
luchtfoto's van verschillende locaties die door andere gebruikers zijn genomen.
Academy
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om naar Academy te gaan en producttutorials, vliegtips,
vliegveiligheid en handleidingen te bekijken.
Album
Bekijk foto's en video's van DJI Fly en uw mobiele apparaat. Bij het downloaden van een video wordt
getrimd downloaden ondersteund. Selecteer de clip die u wilt downloaden. QuickShot video's kunnen
worden gemaakt en na het downloaden naar het mobiele apparaat en het renderen worden bekeken.
Create (creëren) bevat Templates (sjablonen) en Pro. Sjablonen bewerken automatisch geïmporteerde
beelden. Met Pro kunt u de beelden handmatig bewerken.
SkyPixel
Open SkyPixel om video’s en foto’s te bekijken die door gebruikers worden gedeeld.
Kenmerken
Bekijk de accountinformatie, vluchtgegevens, DJI-forum, online winkel, Find My Drone-functie en
andere instellingen.
Academy
Fly Spots
GO FLY
Me
Skypixel
Album
Altitude Zone (120m)
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
35
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Cameraweergave
1. Vliegstand
N Mode: geeft de huidige vliegmodus weer.
2. Systeemstatusbalk
In Flight: geeft de vliegstatus van de drone aan en toont diverse waarschuwingsberichten. Tik op om meer
informatie te bekijken wanneer er een waarschuwingsbericht verschijnt.
3. Batterij-informatie
80
24'26": geeft het huidige batterijniveau en de resterende vliegtijd weer. Tik op om meer informatie over
de batterij te bekijken.
4. Signaalsterkte video-downlink
RC
: toont de signaalsterkte van de video-downlink tussen de drone en de afstandsbediening.
5. GPS-status
20
: toont de huidige signaalsterkte van het GPS.
6. Systeeminstellingen
: tik hierop om informatie over veiligheid, bediening en transmissie te bekijken.
Veiligheid
Vliegbescherming: tik om de max. hoogte, max. afstand, hoogte voor automatische terugkeer naar de
Getrimde download wordt niet ondersteund in de volgende situaties:
De duur van de video is minder dan 5 seconden.
Er is geen gecachete video in het mobiele apparaat die overeenkomt met de originele video. Zorg
ervoor dat u downloadt met het mobiele apparaat dat werd gebruikt voor het maken van opnamen.
Het verschil in duur tussen de gecachete video in het mobiele apparaat en de originele video van de
microSD-kaart van de drone is te groot. Dit kan om de volgende redenen gebeuren:
a) DJI Fly verlaten tijdens het opnemen, zoals door het beantwoorden van een telefoontje of het
beantwoorden van een bericht.
b) Videotransmissie verbroken tijdens de opname.
AE
AE
+1.0+1.0
EVEV
4K 304K 30
80
26
26
20
20
RCRC
24
1:30:26
1.6m/s
D
7.9m/s
H
625m
5m
In Flight
N Mode
1 2 3 4 5 6
111213
14
15
8
7
9
10
36
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
thuisbasis en de thuisbasis aan te passen.
Sensoren: bekijk de IMU- en kompasstatus en kalibreer indien nodig.
Geavanceerde instellingen: onder andere noodstop van de propellers en laadstand. ‘Emergency only’
(Alleen noodgeval) geeft aan dat de motoren halverwege de vlucht alleen in een noodsituatie kunnen worden
gestopt, bijvoorbeeld als er een botsing is, een motor is vastgelopen, de drone in de lucht rolt of de drone
onbestuurbaar is en zeer snel stijgt of daalt. ‘Altijd’ (Anytime) geeft aan dat de motoren op elk gewenst
moment halverwege de vlucht kunnen worden gestopt zodra de gebruiker een combinatie-stickopdracht
(CSC) uitvoert. Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone neerstorten.
Als er accessoires op de DJI Mini 2 zijn gemonteerd, wordt het aanbevolen om de laadstand in te schakelen
voor meer veiligheid. Na het opstijgen wordt de laadstand automatisch ingeschakeld als een lading wordt
gedetecteerd. Denk eraan dat het maximale bedieningsplafond 2.000 m boven zeeniveau is en dat de
maximale vliegsnelheid beperkt is wanneer de laadstand is ingeschakeld.
De functie Find My Drone helpt bij het vinden van de locatie van de drone op de grond.
Besturing
Drone-instellingen: tik hierop om het meetsysteem in te stellen.
Gimbal-instellingen: tik hierop om de gimbalmodus in te stellen, gimbalrotatie naar boven toe te staan, de
gimbal opnieuw te centreren en de gimbal te kalibreren. Geavanceerde gimbalinstellingen zijn onder andere
snelheid en soepelheid voor pitch en yaw.
Instellingen van de afstandsbediening: tik hierop om de functie van de aanpasbare knop in te stellen, de
afstandsbediening te kalibreren, de telefoon op te laten laden wanneer er een iOS-apparaat is aangesloten
en tussen joystickmodi te wisselen. Zorg ervoor dat u de werking van een joystick-stand begrijpt voordat u
de joystickmodus wijzigt.
Vlieginstructie voor beginners: bekijk de tutorial.
Verbinden met de drone: wanneer de drone geen verbinding met de afstandsbediening heeft, tikt u hierop
om te beginnen met koppelen.
Camera
Foto: tik om het fotoformaat in te stellen.
Algemene instellingen: tik hierop om histogram, waarschuwing voor overbelichting, rasterlijnen, witbalans, en
automatisch synchroniseren van HD-foto’s te bekijken en in te stellen.
Opslag: tik op om de capaciteit en het formaat van de microSD-kaart te controleren.
Cache-instellingen: stel in op cache bij het opnemen en de maximale videocachecapaciteit.
Reset camera-instellingen: tik om alle camera-instellingen terug te zetten naar de standaardinstelling.
Transmissie
Instellingen voor frequentie en kanaalmodus.
Informatie
Bekijk apparaatgegevens, firmwaregegevens, app-versie, batterijversie en meer.
7. Shooting Mode
Foto: Single, AEB, en Timed Shot.
Video: videoresolutie kan worden ingesteld op 4K 24/25/30 fps, 2,7K 24/25/30/48/50/60 fps en 1080p
24/25/30/48/50/60 fps.
Pano: Sphere, 180°, en groothoek. De drone maakt automatisch verschillende foto’s volgens het geselecteerde
type pano en genereert een panoramische foto in DJI Fly.
QuickShots: kies uit Dronie, Circle, Helix, Rocket en Boomerang.
8. Sluiter-/opnameknop
: tik hierop om een foto te maken of een video op te nemen of te stoppen.
Tijdens de video-opname wordt tot 4x digitale zoom ondersteund. Tik op
1x
om de zoomfactor te
veranderen. 1080P ondersteunt 4x digitale zoom, 2,7K ondersteunt 3x digitale zoom en 4K ondersteunt 2x
digitale zoom. Gebruikers kunnen ook 2x zoom gebruiken in de fotostand.
9. Afspelen
tik hierop om foto's en video's af te spelen en te bekijken zodra ze zijn opgenomen.
Na het invoeren van het album, tikt u op om tussen de QuickTransfer-modus (wifi-verbinding) en de
vliegmodus (OcuSync 2.0-video-transmissieverbinding) te schakelen.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
37
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
10. Cameramodusschakelaar
: kies in fotostand tussen Auto en Manual. In de handmatige stand kunnen de sluitertijd en de ISO-
waarde worden ingesteld. In de auto-modus kunnen AE-vergrendeling en EV worden ingesteld.
11. Informatie microSD-kaart
: toont het resterende aantal foto's of de video-opnametijd van de huidige microSD-kaart. Tik om
de beschikbare capaciteit van de microSD-kaart te bekijken.
12. Vliegtelemetrie
D 12 m, H 6 m, 1,6 m/s, 1 m/s: toont de afstand tussen de drone en de thuisbasis, de hoogte
vanaf de thuisbasis en de horizontale en verticale snelheid van de drone.
13. Gedragsindicator
Geeft informatie weer zoals de oriëntatie- en kantelhoek van de drone, de positie van de afstandsbediening
en de positie van de thuisbasis.
Samenvouwen
Overschakelen
naar minimap
Kantelhoek van
vliegtuig
Thuisbasis
Positie afstandsbediening
Richting van de drone
Schakelen naar
gedragsindicator
14. Automatisch opstijgen/landen/RTH
/
: tik op het pictogram. Wanneer de melding verschijnt, houdt u de knop ingedrukt om automatisch
opstijgen of landen te starten.
Tik op om Smart RTH te starten en laat de drone naar de laatst geregistreerde thuisbasis terugkeren.
15. Terug
: tik hierop om terug te keren naar het beginscherm.
Druk op het scherm totdat er een blauwe cirkel verschijnt. Sleep de cirkel omhoog of omlaag om de
kanteling van de gimbal te bedienen.
Zorg dat uw mobiele apparaat volledig is opgeladen voordat u DJI Fly start.
Voor het gebruik van de DJI Fly-app zijn mobiele data vereist. Neem contact op met u provider van
draadloos internet voor informatie over datakosten.
Neem GEEN telefoongesprekken aan en gebruik geen sms'jes tijdens de vlucht als u een mobiele
telefoon als display-apparaat gebruikt.
Lees alle veiligheidstips, waarschuwingen en disclaimers aandachtig. Maak uzelf vertrouwd met de
betreffende voorschriften in uw regio. Het is uw eigen verantwoordelijkheid dat u op de hoogte bent van
alle relevante regelgevingen en voor het besturen van uw drone op een manier die daaraan voldoet.
a) Lees en begrijp de waarschuwingen voordat u de functies voor automatische opstijgen en landen
gebruikt.
b) Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat u de hoogte boven de standaardlimiet
instelt.
c) Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat u tussen vliegstanden schakelt.
d) Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimers in de buurt van of in een GEO-zone.
e) Lees en begrijp de waarschuwingen voordat u de Intelligent Flight Modes (intelligente vliegstanden)
gebruikt.
Laat uw drone onmiddellijk op een veilige locatie landen als daarvoor in de app een melding
verschijnt.
Bekijk vóór elke vlucht alle waarschuwingen in de checklist die in de app wordt weergegeven.
38
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Gebruik de tutorial in de app voor het oefenen van uw vliegvaardigheden als u de drone nog nooit
hebt gebruikt of als u over onvoldoende ervaring beschikt om de drone met zekerheid te kunnen
bedienen.
Maak vóór elke vlucht verbinding met internet en sla de kaartgegevens op van het gebied waar u
met de drone gaat vliegen.
De app is bedoeld om u te ondersteunen bij de bediening. Gebruik uw gezonde verstand en
vertrouw NIET op de app voor het bedienen van uw drone. Voor het gebruik van de app gelden de
gebruiksvoorwaarden voor DJI Fly en het privacybeleid van DJI. Lees ze aandachtig door in de app.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
39
Vliegen
In dit hoofdstuk staan veilige
vliegmethoden en vliegbeperkingen
behandeld.
40
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Vliegen
Als de voorbereidingen voor de vlucht zijn voltooid, verdient het aanbeveling om de vluchtsimulator te
gebruiken om uw vliegvaardigheden te verbeteren en in het veilig vliegen te oefenen. Zorg ervoor dat alle
vluchten in een open gebied worden uitgevoerd. De vlieghoogte is beperkt tot 500 m. Overschrijd deze
hoogte NIET. Houd u bij het vliegen strikt aan de lokale wet- en regelgeving. Zorg ervoor dat u de DJI Mini 2
Disclaimer en de veiligheidsrichtlijnen leest om de veiligheidsaanwijzingen te begrijpen voordat u gaat vliegen.
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving
1. Gebruik de drone niet bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw, mist en bij
windsnelheden van meer dan 10 m/s.
2. Gebruik de drone alleen in open gebieden. Hoge constructies en grote metalen constructies kunnen een
nadelige invloed uitoefenen op de nauwkeurigheid van het kompas en GPS-systeem aan boord van de
drone. Het wordt aanbevolen om de drone op minstens 5 m afstand van constructies te houden.
3. Vermijd obstakels, menigten, hoogspanningskabels, bomen en waterpartijen. Het wordt aanbevolen
om de drone op minstens 3 m boven het water te houden.
4. Beperk interferentie zo veel mogelijk door gebieden met een hoog niveau van elektromagnetisme te
vermijden, zoals locaties in de buurt van hoogspanningsleidingen, basisstations, elektriciteitscentrales
en zendmasten.
5. De prestaties van de drone en de accu zijn afhankelijk van omgevingsfactoren, zoals luchtdichtheid
en temperatuur. Vlieg NIET met de drone op 4.000 m of hoger boven zeeniveau. Anders kunnen de
prestaties van de batterij en de drone afnemen.
6. De drone kan in de poolgebieden geen GPS gebruiken. Gebruik voor het vliegen boven dergelijke
locaties het neerwaartse zichtsysteem.
7. Vlieg voorzichtig bij het opstijgen vanaf een bewegend oppervlak, zoals een bewegende boot of voertuig.
Vliegbeperkingen en GEO-zones
Exploitanten van onbemande luchtvaartuigen (UAV) moeten zich houden aan de voorschriften
van zelfregulerende organisaties, zoals de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Federale
Luchtvaartadministratie en lokale luchtvaartautoriteiten. Om veiligheidsredenen worden vluchten
standaard beperkt, wat gebruikers helpt dit luchtvaartuig veilig en legaal te gebruiken. Gebruikers
kunnen vluchtlimieten instellen voor hoogte en afstand.
Hoogtelimieten, afstandslimieten en GEO-zones functioneren gezamenlijk om de vliegveiligheid te
waarborgen wanneer GPS beschikbaar is. Als GPS niet beschikbaar is, kan alleen de hoogte worden
beperkt.
Limieten voor vlieghoogte en afstand
De limieten voor vlieghoogte en afstand kunnen worden gewijzigd in DJI Fly. Op basis van deze
instellingen zal de drone in een beperkte cilinder vliegen zoals hieronder afgebeeld:
Max. vlieghoogte
Max. radius
Thuisbasis
Hoogte van de drone wanneer
ingeschakeld
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
41
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Vlieglimieten DJI Fly-app
Statuslampje van
de drone
Max.
hoogte
De hoogte van de drone mag
de gespecificeerde waarde niet
overschrijden
Waarschuwing:
hoogtelimiet bereikt
Knippert
afwisselend groen
en rood
Max.
radius
De vliegafstand moet zich binnen de
max. radius bevinden
Waarschuwing:
afstandslimiet bereikt
Wanneer de GPS zwak is
Vlieglimieten DJI Fly-app
Statuslampjes van
de drone
Max.
hoogte
De hoogte is beperkt tot 5 m
wanneer het GPS-signaal zwak is
en het infrarooddetectiesysteem is
ingeschakeld.
De hoogte is beperkt tot 30 m
wanneer het GPS-signaal zwak is
en het infrarooddetectiesysteem is
uitgeschakeld.
Waarschuwing: hoogtelimiet
bereikt.
Knippert
afwisselend rood en
groen
Max.
radius
De beperkingen van de straal zijn uitgeschakeld en er kunnen in de app geen waarschu
wingsberichten worden ontvangen.
Er is geen hoogtebegrenzing als het GPS-signaal tijdens de vlucht zwak wordt, zolang het GPS-
signaal sterker was dan zwak (witte of gele signaalbalken) toen de drone werd aangezet.
Als de drone zich in een GEO-zone bevindt en er een zwak of geen GPS-signaal is, zal het
statuslampje van de drone elke twaalf seconden vijf seconden lang rood branden.
Als de drone een limiet bereikt, kunt u de drone nog steeds besturen, maar kunt u de drone niet nog
verder weg laten vliegen. Als de drone buiten de maximale actieradius vliegt, gaat hij automatisch
terug tot binnen het bereik wanneer het GPS-signaal sterk is.
Laat de drone om veiligheidsredenen niet dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations,
treinsporen, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen. Laat de drone alleen binnen uw
gezichtsveld vliegen.
GEO-zones
Alle GEO-zones staan vermeld op de officiële DJI-website op http://www.dji.com/flysafe. GEO-
zones zijn ingedeeld in verschillende categorieën en omvatten locaties zoals luchthavens, vliegvelden
waar bemande drones op lage hoogte vliegen, grenzen tussen landen en gevoelige locaties zoals
energiecentrales.
U krijgt een melding in DJI Fly als uw drone een GEO-zone nadert en de drone wordt beperkt in het
gebied.
Wanneer GPS beschikbaar is
42
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Checklist ter voorbereiding van de vlucht
1. Zorg dat de afstandsbediening, het mobiele apparaat en de Intelligent Flight Battery volledig zijn
opgeladen.
2. Zorg dat de Intelligent Flight Battery en de propellers stevig zijn gemonteerd.
3. Zorg dat de armen van de drone zijn uitgeklapt.
4. Controleer of de gimbal en de camera normaal functioneren.
5. Zorg dat niets de motoren blokkeert en dat de motoren normaal functioneren.
6. Zorg dat DJI Fly verbinding met de drone heeft.
7. Zorg dat de cameralens en de sensoren van de zichtsystemen schoon zijn.
8. Gebruik alleen originele DJI-onderdelen of onderdelen die door DJI zijn gecertificeerd. Niet-
goedgekeurde onderdelen of onderdelen van niet door DJI gecertificeerde fabrikanten kunnen leiden
tot storingen in het systeem en de veiligheid in gevaar brengen.
Automatisch opstijgen/landen
Automatisch opstijgen
Gebruik automatisch opstijgen alleen als het statuslampje van de drone groen knippert.
1. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
2. Voer alle stappen uit die op de checklist voor vluchtvoorbereiding staan.
3. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om op te stijgen, houd u de knop ingedrukt om te
bevestigen.
4. De drone stijgt op en blijft 1,2m boven de grond zweven.
De statusindicator van de drone knippert herhaaldelijk twee keer groen om aan te geven dat de
drone afhankelijk is van het neerwaartse zichtsysteem om te vliegen en alleen stabiel kan vliegen op
een hoogte van minder dan 30 meter. Het wordt aanbevolen om te wachten tot de statusindicator
van de drone langzaam groen knippert alvorens de automatische start te gebruiken.
Laat de drone NIET opstijgen vanaf een bewegend oppervlak, zoals een bewegende boot of
voertuig.
Automatisch landen
Gebruik automatisch landen alleen als het statuslampje van de drone groen knippert.
1. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om te landen, houd u de knop ingedrukt om te
bevestigen.
2. Automatisch landen kan worden geannuleerd door op te tikken.
3. Als het neerwaartse zichtsysteem normaal functioneert, wordt de landingsbeveiliging ingeschakeld.
4. De motoren stoppen na het landen.
Kies de juiste locatie om te landen.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
43
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
De motoren stoppen tijdens het vliegen
De motoren mogen tijdens het vliegen alleen bij een noodsituatie worden gestopt, bijvoorbeeld wanneer
er een botsing heeft plaatsgevonden of als de drone niet meer onder controle is en heel snel stijgt of
daalt, in de lucht rondtolt of als er een motor is afgeslagen. Gebruik voor het stoppen van de motoren
tijdens het vliegen dezelfde gecombineerde joystickopdracht (CSC) als de opdracht die gebruikt is voor
het starten van de motoren. De standaardinstelling kan worden gewijzigd in DJI Fly.
Wanneer u de motoren stopt tijdens het vliegen, zal de drone neerstorten.
Vliegtest
Procedures voor opstijgen/landen
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de statusindicator van de drone naar u toe gericht.
2. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
3. Start DJI Fly, sluit het mobiele apparaat aan op de drone en voer het camerabeeld in.
4. Wacht totdat het statuslampje van de drone groen knippert. Dit geeft aan dat de thuisbasis is
geregistreerd en het nu veilig is om te vliegen.
5. Duw zachtjes tegen de gashendel om de drone te laten opstijgen of gebruik automatisch opstijgen.
6. Trek aan de gashendel of gebruik automatisch landen om de drone te laten landen.
7. Duw na het landen de gashendel naar beneden houd deze vast. De motoren stoppen na drie
seconden.
De motoren stoppen
U kunt de motoren op twee manieren stoppen.
Methode 1: duw na het landen van de drone de linker joystick omlaag en houd deze vast. De motoren
stoppen na drie seconden.
Methode 2: als de drone geland is, duwt u de gashendel naar beneden waarna u dezelfde CSC uitvoert
die gebruikt werd om de motoren te starten. Laat beide joysticks los als de motoren eenmaal zijn gestopt.
De motoren starten/stoppen
De motoren starten
Er wordt gebruikgemaakt van een gecombineerde joystickopdracht om de motoren te starten. Duw
beide joysticks naar de onderste binnen- of buitenhoeken om de motoren te starten. Zodra beide
motoren zijn gaan draaien, laat u beide joysticks tegelijk los.
OF
OF
Methode 1 Methode 2
44
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Het is belangrijk dat u de basisrichtlijnen voor het vliegen begrijpt, voor de veiligheid
van uzelf en de mensen om u heen.
Vergeet NIET de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen.
8. Schakel de drone en de afstandsbediening uit.
Video met suggesties/tips
1. De checklist ter voorbereiding van de vlucht is opgesteld om u te helpen de drone veilig te laten
vliegen en ervoor te zorgen dat u video-opnamen kunt maken tijdens de vlucht. Doorloop vóór elke
vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van de vlucht.
2. Selecteer in DJI Fly de gewenste besturingsmodus voor de gimbal.
3. Het wordt aanbevolen om foto's te maken of video's op te nemen wanneer u in de normale of in de
Cine-modus vliegt.
4. Laat de drone NIET in slechte weersomstandigheden vliegen, zoals wanneer het regent of winderig is.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte.
6. Voer vliegtests uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
7. Druk zachtjes tegen de joysticks om de beweging van de drone soepel en stabiel te houden.
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
45
Bijlage
46
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bijlage
Technische gegevens
Drone
Startgewicht
249 g (Internationale versie)
199 g (JP-versie)
Afmetingen Internationale versie
Ingeklapt: 138×81×58 mm
Uitgeklapt: 159×203×56 mm
Uitgeklapt (met propellers): 245×289×56 mm
(JP-versie)
Ingeklapt: 138×81×57 mm
Uitgeklapt: 159×202×55 mm
Uitgeklapt (met propellers): 245×289×55 mm
Diagonale afstand
213 mm
Max. stijgsnelheid 5 m/s (Sportmodus)
3 m/s (Normale modus)
2 m/s (Cine-modus)
Max. daalsnelheid 3,5 m/s (Sportmodus)
3 m/s (Normale modus)
1,5 m/s (C-stand)
Max. snelheid (bijna zeeniveau,
geen wind)
16 m/s (Sportmodus)
10 m/s (normale modus)
6 m/s (Cine-modus)
Max. servicehoogte boven
zeeniveau
4.000 m (Internationale versie)
3.000 m (JP-versie)
Max. vliegtijd 31 min. (Internationale versie - gemeten tijdens het vliegen met 17km/u in
windstille omstandigheden)
18 minuten voor JP-versie (gemeten tijdens vliegen met 17 km/u onder
windstille omstandigheden)
Max. windsnelheidsweerstand
10m/s (schaal 5)
Max. kantelhoek 40° (Sportmodus)
25° (Normale modus)
25° (Cine-modus)
Max. hoeksnelheid 250°/s (Sportmodus)
250°/s (Normale modus)
250°/s (Cine-modus)
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot 40°C
GNSS
GPS+GLONASS+Galileo
Gebruiksfrequentie
2,400 - 2,4835GHz; 5,725 - 5,850GHz
Transmissievermogen (EIRP) 2,4 GHz: ≤26 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: ≤26 dBm (FCC/SRRC), ≤14 dBm (CE)
Nauwkeurigheidsbereik tijdens
stilhangen
Verticaal: ± 0,1m (met zichtpositionering); ± 0,5m (met GPS-positionering)
Horizontaal: ± 0,3m (met zichtpositionering); ± 1,5m (met GPS-
positionering)
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
47
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Gimbal
Mechanisch bereik Kantelen: -110° tot +35°
Rollen: -35 °C tot +35 °C
Pannen: -20° tot +20°
Regelbaar bereik
Kantelen: -90° tot 0° (standaard); -90° tot +20° (uitgebreid)
Stabilisatie
3-assig (kantelen, rollen, pannen)
Max. besturingssnelheid
(kantelen)
100°/s
Bereik torsietrilling
±0,01°
Detectiesysteem
Neerwaarts
Bereik tijdens stilhangen: 0,5 - 10 m
Gebruiksomgeving Niet-reflecterende, waarneembare oppervlakken met
diffuse reflectie van >20%;
Voldoende verlichting van lux >15
Camera
Sensor 1/2,3-inch CMOS, effectieve pixels: 12 M
Lens Gezichtsveld: 83°
35mm formaat equivalent: 24mm
Diafragma: f/2,8
Focusbereik: 1 m tot ∞
ISO-bereik Video 100-3200
Foto 100-3200
Elektronische sluitertijd
4-1/8000s
Maximale beeldgrootte 4:3: 4000x3000
16:9: 4000×2250
Fotografeerstanden Enkelvoudige opname
Interval: 2/3/5/7/10/15/20/30/60 s (JPEG),
5/7/10/15/20/30/60 s (JPEG+RAW)
Automatische belichtingsondersteuning (AEB): 3 frames bij 2/3 EV-stap
Videoresolutie 4K: 3840×2160 24/25/30 p
2,7 K: 2720×1530 24/25/30/48/50/60 p
FHD: 1920×1080 24/25/30/48/50/60 p
Max. videobitsnelheid 100 Mbps
Ondersteunde
bestandsindelingen
FAT32 (<32 GB)
exFA (> 32 GB)
Fotobestand JPEG/DNG (RAW)
Video-indeling MP4 (H.264/MPEG-4 AVC)
Afstandsbediening
Gebruiksfrequentie 2,400 - 2,4835GHz; 5,725 - 5,850GHz
Max. zendbereik (vrij van
obstakels en interferentie)
10 km (FCC); 6 km (CE/SRRC/MIC)
Transmissieafstand (in
gangbare scenario's)
Sterke interferentie (bijv. stadscentrum): ca. 3 km
Gematigde interferentie (bijv. buitenwijken, kleine steden): ca. 6 km
Geen interferentie (bijv. in landelijke gebieden, stranden): ca. 10 km
Bedrijfstemperatuur -10° tot 40°C (14° tot 104°F)
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: ≤26 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: ≤26 dBm (FCC/SRRC), ≤14 dBm (CE)
Batterijcapaciteit 5200mAh
48
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Bedrijfsstroom/-spanning 1200mA bij 3,6V (met Android-apparaat)
700mA bij 3,6V (met iOS-apparaat)
Afmeting ondersteund mobiel
apparaat
180×86×10 mm (LxBxH)
Typen ondersteunde USB-
poorten
Lightning, micro-USB (type-B), USB-C
Videotransmissiesysteem OcuSync 2.0
Kwaliteit rechtstreekse
weergave
720p/30fps
Max. bitrate 8 Mbps
Latentie (afhankelijk van
omgevingsomstandigheden en
mobiel apparaat)
200 ms
Lader
Input 100-240 V, 50/60 Hz, 0,5 A
Uitgangsvermogen 12 V 1,5 A/9 V 2 A/5 V 3 A
Nominaal vermogen 18 W
Intelligent Flight Battery (internationale versie)
Batterijcapaciteit 2250 mAh
Spanning 7,7 V
Laadspanningslimiet 8,8 V
Type accu LiPo 2S
Vermogen 17,32 Wh
Gewicht 82,5 g
Omgevingstemperatuur bij het
opladen
5°C tot 40°C
Max. laadvermogen 29 W
Intelligent Flight Battery (JP-versie)
Batterijcapaciteit 1065 mAh
Spanning 7,6 V
Laadspanningslimiet 8,7 V
Type accu LiPo 2S
Vermogen 8,09 Wh
Gewicht 48,9 g
Omgevingstemperatuur bij het
opladen
5°C tot 40°C
Max. laadvermogen 18 W
App
App DJI Fly
Vereist besturingssysteem iOS v11.0 of later; Android v6.0 of later
SD-kaarten
Ondersteunde SD-kaarten MicroSD-kaart met UHS-I Speed Grade 3-classificatie
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
49
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Het kompas kalibreren
Het wordt aanbevolen het kompas te kalibreren als een van de volgende situaties zich tijdens het buiten
vliegen voordoet:
1. Vliegen op een locatie meer dan 50km verwijderd van de laatste vlieglocatie van de drone.
2. Er is meer dan 30 dagen niet meer gevlogen met de drone.
3. Een waarschuwing over een storing in het kompas verschijnt in DJI Fly en/of het statuslampje van de
drone knippert snel afwisselend rood en geel.
Kalibreer het kompas NIET op locaties waar magnetische interferentie kan optreden, bijvoorbeeld op
locaties dicht in de buurt van magnetietdepots of grote metalen constructies, zoals parkeergarages,
met staal verstevigde kelders, bruggen, auto's of steigers.
Houd tijdens het kalibreren GEEN objecten in de buurt van de drone die ferromagnetische materialen
bevatten, zoals mobiele telefoons.
Het is niet nodig het kompas te kalibreren wanneer de drone binnenshuis vliegt.
Kalibratieprocedure
Kies een open gebied om de volgende procedure uit te voeren.
1. Tik op systeeminstellingen in DJI Fly, selecteer ‘Control’ (Bedienen), vervolgens ‘Calibrate’ (Kalibreren)
en volg de instructies op het scherm. Het statuslampje van de drone knippert continu geel om aan te
geven dat de kalibratie is gestart.
2. Houd de drone horizontaal en draai het 360°. Het statuslampje van de drone brandt constant groen.
3. Houd de drone verticaal en draai het 360° rond een verticale as.
4. Als het statuslampje van de drone rood knippert, is de kalibratie mislukt. Wijzig uw locatie en probeer
de kalibratieprocedure opnieuw.
Het startgewicht van de drone is inclusief batterij, propellers en een microSD-kaart.
Registratie van de drone is in sommige landen en regio's verplicht. Controleer vóór gebruik de lokale
wet- en regelgeving.
De transmissieafstand in de hierboven genoemde gangbare scenario's zijn de typische waarden die
worden getest in een FCC-gebied zonder obstructie.
Deze specificaties zijn bepaald op basis van testen met de nieuwste firmware. Firmware-updates
kunnen de prestaties verbeteren. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de firmware altijd actueel te
houden.
Aanbevolen microSD-kaarten
16 GB: SanDisk Extreme
32 GB: Samsung Pro Endurance, Samsung Evo Plus, SanDisk Industrial,
SanDisk Extreme V30 A1, SanDisk Extreme V30 A2, SanDisk Extreme Pro
V30 A1, SanDisk Extreme Pro V30 A2, Lexar 633x, Lexar 667x
64 GB: Samsung Pro Endurance, Samsung Evo Plus, SanDisk Extreme
V30 A1, SanDisk Extreme V30 A2, Lexar 633x, Lexar 667x, Lexar 1000x,
Lexar High Endurance, Toshiba EXCERIA M303 V30 A1, Netac Pro V30 A1
128 GB: Samsung Pro Plus, Samsung Evo Plus, SanDisk Extreme V30
A1, SanDisk Extreme V30 A2, SanDisk Extreme Plus V30 A1, SanDisk
Extreme Plus V30 A2, Lexar 633x, Lexar 667x, Lexar 1000x, Lexar High
Endurance, Toshiba EXCERIA M303 V30 A1, Netac Pro V30 A1
256 GB: SanDisk Extreme V30 A1, SanDisk Extreme V30 A2
50
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Mini 2 Gebruikshandleiding
Als het statuslampje van de drone afwisselend rood en geel knippert nadat de kalibratie is voltooid,
geeft dit aan dat de huidige locatie vanwege het niveau van magnetische interferentie niet geschikt is
om de drone te besturen. Kies een nieuwe locatie.
Er verschijnt een melding in DJI Fly als het kompas vóór het opstijgen gekalibreerd moet worden.
Zodra de kalibratie is voltooid, kan de drone onmiddellijk opstijgen. Als u na het kalibreren meer dan
drie minuten wacht om op te stijgen, moet u mogelijk opnieuw kalibreren.
Firmware updaten
Wanneer u de drone of afstandsbediening met DJI Fly verbindt, krijgt u een melding als er nieuwe
firmware beschikbaar is. Start de update door het mobiele apparaat te verbinden met internet en de
instructies op het scherm te volgen. U kunt de firmware niet updaten als de afstandsbediening geen
verbinding met de drone heeft.
Zorg dat u alle stappen doorloopt om de firmware te updaten. Anders kan de update mislukken. De
drone wordt automatisch uitgeschakeld nadat de firmware-update is voltooid.
De firmware-update duurt ongeveer 10 minuten. Het is normaal dat de gimbal verstoord raakt, het
statuslampje van de drone knippert en de drone opnieuw wordt gestart. Wacht rustig af totdat de
update is voltooid.
Zorg dat de Intelligent Flight Battery voor minstens 15% is opgeladen en de afstandsbediening
minstens 20% is opgeladen voordat u de update start.
De afstandsbediening wordt mogelijk na het updaten van de drone losgekoppeld. Koppel de drone
en de afstandsbediening opnieuw. Houd er rekening mee dat de firmware-update verschillende
hoofdinstellingen van de afstandsbediening in de fabrieksinstellingen kan hebben teruggezet, zoals
de RTH-hoogte en de maximale vliegafstand. Noteer vóór de update wat de voorkeursinstellingen
voor DJI Fly zijn en stel ze na de update opnieuw in.
Informatie klantenservice
Ga naar https://www.dji.com/support voor meer informatie over de klantenservice na aankoop,
reparaties en ondersteuning.
De inhoud van dit document kan gewijzigd worden.
Download de nieuwste versie vanaf
http://www.dji.com/mini-2
Verstuur voor eventuele vragen over dit document een e-mail naar
DJI is een handelsmerk van DJI.
Copyright © 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Support
http://www.dji.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

dji FLY Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor