AL-KO EKS 2400/40 S, EKI 2200/40, EKS 2000/35, EKS 2400/40, EKS 2400/40 + olaj + tartalék lánc Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de AL-KO EKS 2400/40 S Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Vertaalde Gebruiksaanwijzing
440105_d 41
VERTAALDE GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave
Over dit handboek............................................41
Productbeschrijving.......................................... 41
Productoverzicht...............................................42
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch
gereedschap...........................................44
Veiligheidsvoorschriften....................................45
Montage............................................................47
Inbedrijfstelling..................................................50
Bediening..........................................................50
Onderhoud........................................................50
Opslag.............................................................. 52
Werkhouding en werktechniek......................... 52
Afvoeren........................................................... 54
Hulp bij storingen............................................. 54
GARANTIE....................................................... 56
CE-conformiteitsverklaring............................... 56
OVER DIT HANDBOEK
Lees deze documentatie vóór ingebruikname
door. Dit is een voorwaarde voor veilig wer-
ken en storingsvrij gebruik.
Neem de veiligheidsvoorschriften en waar-
schuwingen in deze documentatie en op het
product in acht.
Deze documentatie is permanent onderdeel
van het beschreven product en dient bij ver-
koop aan de koper te worden overgedragen.
Legenda
LET OP!
Het nauwkeurig in acht nemen van deze
waarschuwingen kan verwondingen en/
of materiële schade voorkomen.
ADVICE
Speciale aanwijzingen voor een beter
begrip en gebruik.
PRODUCTBESCHRIJVING
Dit document beschrijft het gebruik van een hand-
bediende, elektrische kettingzaag.
Symbolen op het apparaat
Let op! Vereist extra voorzich-
tigheid tijdens gebruik.
Voor ingebruikname de gebrui-
kershandleiding doornemen!
Apparaat beschermen tegen re-
gen en vocht
Een veiligheidsbril en gehoorbe-
scherming dragen.
Stekker meteen uit stopcontact
halen wanneer verlengkabel
werd beschadigd of is doorges-
neden.
Veiligheidsvoorzieningen
Beveiligingsschakelaar voor motor
De elektrische kettingzaag is uitgerust met een
motorbeveiligingsschakelaar die bij overbelas-
ting uitschakelt en dan uit de machinebehuizing
springt.
Na een afkoelfase van ca. 15 minuten kan de
schakelaar weer worden ingedrukt en de elektri-
sche kettingzaag worden ingeschakeld.
GEVAAR!
Ongevalsrisico bij onoordeelkundig ges-
leutel aan beveiligingen!
Het oordeelkundig wijzigen van beveili-
gingen kan tot ernstig letsel leiden!
De veiligheids- en beveiligingsvoorzie-
ningen niet buiten werking stellen.
Kettingrem
De kettingzaag is uitgerust met een handbe-
diende kettingrem die bijv. bij een terugslag (kick-
back) via de handbescherming wordt geactiveerd.
Bij activering van de kettingrem wordt de zaagket-
ting onmiddellijk gestopt en de motor uitgescha-
keld.
Reglementair gebruik
De elektrische kettingzaag is uitsluitend bedoeld
voor particulier gebruik rond het huis en in hobby-
tuinen. Binnen dit toepassingsgebied kan de elek-
trische kettingzaag voor algemene werkzaamhe-
den zoals:
nl
Productbeschrijving
42 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
verzagen van snoeihout
heggen wegknippen
zagen van brandhout
worden ingezet. De machine mag uitsluitend hout
zagen. Het apparaat mag niet voor bedrijfsmatig
gebruik ingezet worden. Een andere, hiervan af-
wijkende toepassing wordt beschouwd als niet-re-
glementair.
WAARSCHUWING!
Ongevalsrisico bij niet-reglementair ge-
bruik!
Dit kan leiden tot ernstig letsel!
Het apparaat niet voor bedrijfsmatig ge-
bruik inzetten.
PRODUCTOVERZICHT
Het productoverzicht (1, 2) biedt een overzicht
van het apparaat.
1-1 Zaagketting
1-2 Snelspanner zaagketting**
1-3 Beugelgreep
1-4 Afdekkap kettingwiel
1-5 Motorbeveiligingsschakelaar
1-6 Handgreep achterzijde
1-7 Kabeltrekontlasting
2-8 Bevestigingsmoer*
1-9 Kijkglas kettingoliereservoir
1-10 Aansluitkabel
1-11 Blokkeerknop
1-12 Aan/uit-schakelaar
1-13 Kettingoliereservoir
1-14 Handbescherming
1-15 Aanslagkam
2-16 Kettingspanschroef*
1-17 Zaagblad
* apparaatspecifiek EKS 2000/35
** apparaatspecifiek EKI 2200/35, EKS
2400/40 en EKS 2400/40 S
TECHNISCHE GEGEVENS
Type EKS
2000/35
EKS
2400/40
EKI
2200/40
EKS
2400/40 S
Art.-Nr. 112 807 112 808 112 809 113 123
Motor 230 V
~/50 Hz
230 V
~/50 Hz
230 V
~/50 Hz
230 V
~/50 Hz
Onbelast toerental 7600
min 10%
7600
min 10%
7600
min 10%
7600
min 10%
Maximumvermogen 2000 W 2400 W 2200W 2400 W
Lengte - zaagblad (OREGON) 14" (SD) 16" (SD) 16" (SD) 16" (SD)
Nuttige zaaglengte 325 mm 375 mm 375 mm 375 mm
Zaagketting (OREGON) 3/8 91
PJ 052X
3/8
91PJ056X
3/8
91PJ056X
3/8
91PJ056X
Dikte kettingschakel 1,27 mm 1,27 mm 1,27 mm 1,27 mm
Steek – kettingwiel 3/8“ 3/8“ 3/8“ 3/8“
Aantal tanden 6 tanden 6 tanden 6 tanden 6 tanden
Technische gegevens
440105_d 43
Type EKS
2000/35
EKS
2400/40
EKI
2200/40
EKS
2400/40 S
Kettingrem Ja Ja Ja Ja
Maximale kettingsnelheid 13,5 m/s 13,5 m/s 13,5 m/s 13,5 m/s
Volume kettingoliereservoir 0,150 l 0,150 l 0,200 l 0,150 l
Nettogewicht zonder zaagketting en
zaagblad
4,9 kg 5,2 kg 5,2 kg 5,2 kg
Nettogewicht met zaagketting en zaag-
blad
5,6 kg 6,0 kg 6,0 kg 6,0 kg
Geluidsvermogenniveau LWA
(2000/14/EG)
110 dB(A) 110 dB(A) 108 dB(A) 110 dB(A)
Geluidsdrukniveau LPA 96 dB(A) 95 dB(A) 94 dB(A) 95 dB(A)
Max. vibratieversnelling avhw (k=3) 5,049 m/s² 5,945 m/s² 5,061 m/s² 5,945 m/s²
ADVICE
De vermelde waarden zijn conform een
genormeerde testprocedure vastgesteld
en kunnen worden gebruikt om verschil-
lende elektronische apparaten met el-
kaar te vergelijken.
Bovendien zijn deze waarden geschikt
om belastingen voor de gebruiker die
door vibraties ontstaan van te voren te
kunnen inschatten.
WAARSCHUWING!
Afhankelijk van de gebruikssituatie kun-
nen de daadwerkelijke vibratiewaarden
van de vermelde waarden afwijken.
Wij adviseren u om maatregelen te tref-
fen waarmee u zich tegen de belasting
door vibratie beschermt. Neem hierbij
het complete werkproces in acht, dus
ook de tijdstippen waarop het elektroni-
sche apparaat zonder belasting werkt of
is uitgeschakeld.
Tot geschikte maatregelen behoren on-
der meer een regelmatig onderhoud van
het elektrische apparaat en de opzet-
stukken, het warmhouden van uw han-
den, regelmatige pauzes en een goede
planning van het werkproces.
WAARSCHUWING!
Draag gehoorbescherming om schade
aan het gehoor te voorkomen.
LET OP!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwi-
jzingen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en
aanwijzingen niet worden opgevolgd,
kunnen er een elektrische schok, brand
en/of zware verwondingen optreden.
LET OP!
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
Het in de veiligheidsinstructies gebruikte
begrip ''elektrisch gereedschap'' heeft
betrekking op elektrisch gereedschap
dat via stroom werkt (met netwerkkabel)
en op elektrisch gereedschap dat via een
accu werkt (zonder netwerkkabel).
LET OP!
Gebruik het apparaat uitsluitend in onbe-
schadigde toestand!
Apparaat, kabel en stekker vóór elk
gebruik op beschadigingen controleren.
Beschadigde onderdelen moeten door
een specialist worden gerepareerd of
vervangen.
LET OP!
Gevaar voor letsel!
Veiligheidsinrichtingen en bescher-
mende componenten mogen niet buiten
werking worden gesteld.
nl
Technische gegevens
44 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
LET OP!
Gevaar door stroom!
Haal de stekker meteen uit het stopcon-
tact wanneer de kabel werd beschadigd
of is doorgesneden!
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOOR ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
Veiligheid op de werkplek
Zorg voor een schoon en goed verlicht
werkbereik. Rotzooi of een gebrek aan go-
ede verlichting kunnen ongevallen veroorz-
aken.
Werk met het elektrische gereedschap
niet in een explosiegevaarlijke omgeving
met brandbare vloeistoffen, gassen of
stoffen. Elektrisch gereedschap veroorzaakt
vonken, die de stof of dampen kunnen laten
ontvlammen.
Houd kinderen en andere personen tij-
dens het gebruik van het elektrisch ge-
reedschap uit de buurt. Wanneer u wordt
afgeleid kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
Elektrische veiligheid
De aansluitstekker van het elektrisch ge-
reedschap moet in de contactdoos pas-
sen. De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekker
in combinatie met elektrisch gereedschap
met randaarding. Onveranderde stekkers
en passende contactdozen verminderen het
risico op een elektrische schok.
Vermijd lichaamscontact met geaarde op-
pervlakken zoals bij buizen, verwarmin-
gen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat
een verhoogd risico op een elektrische schok
wanneer uw lichaam is geaard.
Houd elektrisch gereedschap uit de bu-
urt van regen of vocht.. Wanneer er wa-
ter in het elektrisch gereedschap binnend-
ringt, verhoogt dit de kans op een elektrische
schok.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden
waarvoor deze niet is bedoeld. De kabel
mag niet worden gebruikt om het elek-
trisch gereedschap te dragen, op te han-
gen of om de stekker uit de contactdoos
te trekken. Houd de kabel uit de buurt
van hitte, olie, scherpe randen of zich be-
wegende apparaatonderdelen. Bij bescha-
digde of in de knoop geraakte kabels is er een
hoger risico op een elektrische schok.
Wanneer u met een elektrisch gereed-
schap buiten werkt, dient u uitsluitend een
verlengkabel te gebruiken die ook voor
buiten geschikt is. Door het gebruik van een
dergelijke verlengkabel neemt het risico op
een elektrische schok af.
Wanneer het gebruik van elektrisch ge-
reedschap in een vochtige omgeving niet
kan worden voorkomen, maakt u gebruik
van een aardlekschakelaar. Het gebruik
hiervan vermindert het risico op een elektri-
sche schok.
Veiligheid van personen
Wees oplettend en voer uw handelingen
bewust uit. Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van het elektrisch gereed-
schap. Gebruik geen elektrisch gereed-
schap wanneer u moe bent of onder
invloed bent van drugs, alcohol of me-
dicijnen. Wanneer u een moment niet op-
let, kan het elektrische gereedschap ernstige
verwondingen veroorzaken.
Draag geschikte kleding. Draag geen wi-
jde kleding of sieraden. Houd haren, kle-
ding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Loszittende kle-
ding, sieraden of lange haren kunnen in be-
wegende onderdelen terecht komen.
Draag een persoonlijke beschermingsui-
trusting en altijd een veiligheidsbril.Het
dragen van een persoonlijke bescherming-
suitrusting verlaagt het risico op verwondin-
gen. Tot de uitrusting behoren, afhankelijk
van het type elektrisch gereedschap en de
toepassing ervan, bijv. een stofmasker, vei-
ligheidsschoenen met goede grip, een veilig-
heidshelm of gehoorbescherming.
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereedschap
440105_d 45
Voorkom dat het apparaat onbedoeld in
gebruik wordt genomen. Controleer of het
elektrisch gereedschap is uitgeschakeld
voordat u het op de stroomvoorziening
aansluit, het optilt of draagt.Wanneer u bij
het dragen van het elektrisch gereedschap
de vinger op de schakelaar hebt of het appar-
aat ingeschakeld op de stroomvoorziening
aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
Verwijder afstel- of schroefgereedschap
voordat het elektrisch gereedschap wordt
ingeschakeld. Gereedschap of sleutels die
in de draaibare onderdelen terecht komen,
kunnen verwondingen veroorzaken.
Voorkom een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u stevig staat en uw
evenwicht kunt bewaren. Hierdoor kunt u
het elektrisch gereedschap in onverwachte
situaties beter controleren.
Wanneer er stofafzuig- en opvangvoorzie-
ningen kunnen worden gemonteerd, dient
u te controleren of deze aangesloten zijn
en juist worden gebruikt. Het gebruik van
een stofafzuiging kan gevaar door stof ver-
kleinen.
Gebruik en behandeling van het elektrisch
gereedschap
Overbelast het apparaat niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het juiste elek-
trische gereedschap. Met het passende ge-
reedschap werkt u beter en veiliger in het be-
schreven toepassingsgebied.
Gebruik het elektrisch gereedschap niet
wanneer de schakelaar kapot is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer in- of uitgescha-
keld kan worden, is gevaarlijk en moet wor-
den gerepareerd.
Trek de stekker uit de contactdoos en/of
verwijder de accu voordat u instellingen
aan het apparaat verandert, toebehoren
vervangt of het apparaat opruimt. Deze
veiligheidsmaatregel verhindert dat het elek-
trisch gereedschap onbedoeld start.
Bewaar ongebruikt elektrisch gereed-
schap buiten het bereik van kinderen. Het
apparaat mag niet gebruikt worden door
personen die er niet mee vertrouwd zijn
of die de instructies niet hebben gelezen.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer
het door onervaren personen wordt gebruikt.
Onderhoud elektrisch gereedschap zorg-
vuldig. Controleer of de bewegende on-
derdelen goed functioneren en niet klem-
men, of onderdelen gebroken of zo be-
schadigd zijn dat het goed functione-
ren van het elektrisch gereedschap wordt
belemmerd. Laat beschadigde onderde-
len repareren voordat u het apparaat ge-
bruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt
door slecht onderhouden elektrische gereed-
schappen.
Houd het snijgereedschap scherp en
schoon. Goed onderhouden snijgereed-
schap met scherpe snijkanten blijft minder
snel haken en is gemakkelijker in het gebruik.
Gebruik het elektrisch gereedschap, de
toebehoren, inzetgereedschap etc. con-
form deze instructies. Neem hierbij de
werkomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden in acht. Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor andere dan do-
elmatige toepassingen kan tot gevaarlijke si-
tuaties leiden.
Service
Laat het elektrisch gereedschap voor uw
eigen veiligheid alleen door gekwalifice-
erd personeel en met originele reserveon-
derdelen repareren. Zo wordt gegarandeerd
dat de veiligheid van het elektrisch gereed-
schap behouden blijft.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruiker:
Jongeren onder de leeftijd van 16 jaar en per-
sonen die de gebruikershandleiding niet heb-
ben gelezen, mogen het apparaat niet gebrui-
ken.
De machine niet bedienen onder invloed van
alcohol, drugs of medicatie.
Uitrusting voor persoonlijke beveiliging:
Om letsel aan hoofd en ledematen evenals
gehoorschade te voorkomen, moet verplicht
beschermende kleding en uitrusting worden
gedragen.
De kleding moet doelmatig (nauwsluitend)
zijn en mag bij het gebruik niet hinderen. Bij
lang haar beslist een haarnetje dragen.
nl
Veiligheidsvoorschriften
46 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
Uitrusting voor persoonlijke veiligheid omvat:
een veiligheidshelm
gehoorbescherming (zoals oordoppen)
veiligheidsbril of gezichtsbescherming
van veiligheidshelm
veiligheidsbroek met ingelegde snijbe-
veiliging
stevige werkhandschoenen
veiligheidsschoenen met slipvaste zolen
en stalen neuzen
In het werkbereik:
Andere personen moeten buiten het werkbe-
reik van de kettingzaag blijven. Let met name
op kinderen en dieren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onge-
vallen met andere mensen en hun eigendom-
men.
Het werkbereik moet vrij worden gehouden
van zaagafval en andere voorwerpen - risico
op struikelen.
Zorg voor een schoon en goed verlicht
werkbereik. Rotzooi of een gebrek aan go-
ede verlichting kunnen ongevallen veroorz-
aken.
De kettingzaag mag niet worden gebruikt in
een omgeving met brand- of explosiegevaar.
Werktijden:
Neem de nationale voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht.
Werk alleen bij voldoende daglicht of kunst-
matige verlichting
Gebruik:
LET OP!
Het apparaat mag pas na volledige mon-
tage worden gebruikt.
LET OP!
Voor inbedrijfstelling altijd een visuele in-
spectie uitvoeren.
Het apparaat moet zich in een veilige ge-
bruiksconditie bevinden.
Nooit alleen werken.
Beschadigde of versleten onderdelen direct
vervangen.
Instel- en montagegereedschap vooraf aan
de ingebruikname verwijderen.
De kettingzaag niet gebruiken om hout te ver-
plaatsen of op te tillen.
Het apparaat alleen gebruiken in de door de
fabrikant voorgeschreven, technische condi-
tie.
Rekening houden met het risico op een
elektrische schok. Aanraking vermijden met
eventuele metalen voorwerpen aanwezig in
de grond of verbonden aan een elektrische
leiding.
Niet zagen tijdens regen, sneeuw of een
storm. De kettingzaag niet gebruiken in een
vochtige of natte omgeving.
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzie-
ningen niet buiten werking.
Let bij het werken op een zekere stand.
Voorkom een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u stevig staat en uw
evenwicht kunt bewaren. Hierdoor kunt u
het elektrisch gereedschap in onverwachte
situaties beter controleren.
Alvorens te gaan werken het te zagen ma-
teriaal controleren op vreemde voorwerpen,
om terugslag te vermijden.
De zaagketting alleen terwijl deze loopt
plaatsen voor een zaagsnede, de machine
nooit inschakelen met stilstaande, al op het
hout geplaatste zaagketting.
De kettingzaag tijdens het werken steeds met
beide handen vasthouden.
De kettingzaag niet boven schouderhoogte
gebruiken, veilig hanteren is zo niet meer mo-
gelijk.
Niet staande op een ladder, steiger of in een
boom werken.
De handgrepen moeten schoon en droog zijn
en vrij van olie.
Als een boomstam dikker is dan de lengte
van het zaagblad, deze door een vakman la-
ten omzagen.
De kettingzaag nooit met lopende zaagket-
ting dragen en vervoeren.
Bij het veranderen van werklocatie de motor
uitschakelen en de kettingbeschermer aan-
brengen.
De stroomkabel uitsluitend gebruiken voor
het beoogde doel.
De kettingzaag nooit optillen of dragen aan
de stroomkabel.
Nooit aan de stroomkabel trekken om de
stekker los te halen uit het stopcontact.
De stroomkabel beschermen tegen bescha-
diging of vervuiling.
Veiligheidsvoorschriften
440105_d 47
De kettingzaag uitsluitend aan de beugel-
greep verplaatsen - het zaagblad moet bij de
verplaatsing naar achteren gericht zijn.
Op een buiten gebruik zijnde kettingzaag al-
tijd de kettingbeschermer aanbrengen; de
stroomkabel dan losmaken van het lichtnet.
De verlengkabel zo neerleggen dat deze tij-
dens het zagen niet kan worden gegrepen.
De kettingzaag direct uitschakelen, losmaken
van het lichtnet en controleren zodra de wer-
king lijkt te veranderen.
Altijd een EHBO-doos in de buurt houden
voor eventuele ongevallen.
Voorkomen dat zaagkettingolie in de bodem
terechtkomt.
De kettingzaag alleen neerleggen nadat deze
is uitgeschakeld.
Maximale gebruiksduur en werkpauzes vast-
stellen naargelang de trillingswaarde.
Terugslagrisico
GEVAAR!
Levensgevaar bij terugslag (kickback)!
Een terugslag kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben!
Maatregelen ter voorkoming van een te-
rugslag in acht nemen.
Bij een terugslag (kickback) slaat de kettingzaag
plotseling en ongecontroleerd terug in de richt-
ing van de gebruiker. Die kan met name gebeu-
ren wanneer de kettingzaag tijdens zagen op een
vreemd voorwerp stuit of bij zagen met het uit-
einde van het zaagblad.
Houd rekening met de volgende punten om een
terugslag te voorkomen:
Het te zagen materiaal controleren op
vreemde voorwerpen (spijkers, metalen …)
en deze verwijderen.
De kettingzaag uitsluitend met beide handen
bedienen.
De kettingzaag uitsluitend bij lopende zaag-
ketting uit de zaagsnede halen.
Tijdens het werken met de kettingzaag niet te
ver vooroverbuigen.
Nooit meerdere takken tegelijkertijd afzagen.
Altijd alleen werken met een correct geslepen
en gespannen zaagketting.
De kettingzaag nooit bedienen met gestrekte
armen.
Beginnen met een zaagsnede terwijl de
zaagketting loopt en alleen zagen met vol-
gas.
Nooit zagen met het uiteinde van het zaagb-
lad.
Altijd op het uiteinde van het zaagblad blijven
letten.
Extra voorzichtig werken bij het verder zagen
van een al eerder begonnen zaagsnede.
Extra voorzichtig zijn bij het snoeien van on-
derbegroeiing en boomscheuten.
Nooit boven schouderhoogte zagen of sta-
ande op een ladder.
De aanslagkam tijdens het zagen gebruiken
om de stabiliteit te verhogen.
Tijdens het zagen een veilige werkpositie
aanhouden.
In hoofdzaak zagen met de onderkant van het
zaagblad. Extra voorzichtig zijn bij zagen met
de bovenkant van het zaagblad.
MONTAGE
VOORZICHTIG!
Ongevalsrisico bij onvoltooide montage
van apparaat!
Een onvoltooid gemonteerd apparaat
kan letsel of machineschade veroorz-
aken!
Het apparaat pas gebruiken na geheel
voltooide montage.
WAARSCHUWING!
Ongevalsrisico door zaagketting!
De scherpe randen kunnen ernstige sni-
jwonden veroorzaken!
Bij de montage van de zaagketting en
het zaagblad geschikte veiligheidshand-
schoenen dragen en de kabelstekker
loshalen.
Zaagblad monteren
EKS 2000/35
1. De kettingzaag neerleggen op een stabiele
ondergrond.
2. De handbescherming (3/1) in de pijlrichting
trekken om zo de kettingrem te lossen.
3. Bevestigingsmoer (3/2) losdraaien en de ket-
tingwielkap eraf nemen.
nl
Montage
48 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
4. Kettingspanschroef (3/3) naar links draaien,
tot de aanslag. De spannerpal (3/4) bevindt
zich dan bij het uiteinde van de aanslag, naar
het kettingwiel (4/3) toe.
5. Het zaagblad op de geleiderbout (4/1)
plaatsen en zover naar het kettingwiel (4/3)
toe schuiven tot de spannerpal (3/4) in het gat
in zaagblad (4/2) valt.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De handbescherming (5/1) in de pijlrichting
trekken om zo de kettingrem te lossen.
2. Klemmoer (5/2) losdraaien en de afdekkap
eraf nemen.
3. De kettingspanschijf op het losse zaagblad
(6/2) helemaal naar rechts draaien.
4. Het zaagblad op het tapeind (6/1) plaatsen.
5. De kettingspanschijf zo ver mogelijk naar
links draaien, zodat het zaagblad (6/2) naar
het kettingwiel toe (6/3) schuift.
Zaagketting monteren
EKS 2000/35
ADVICE
Op de looprichting van de zaagketting
letten. De snijkanten van de zaagtan-
den aan de bovenkant van het zaagblad
moeten naar voren gericht zijn, naar het
zaagbladuiteinde (4).
1. De zaagketting op het kettingwiel (4/3) en in
de groef van het zaagblad aanbrengen.
2. De zaagketting vervolgens rondom het om-
keerwiel op het zaagblad heen halen.
3. De zaagketting zal aan de onderkant van het
zaagblad iets doorhangen.
4. De kettingspanschroef (7/1) iets rechtsom
draaien tot de zaagketting aanligt tegen de
onderkant van het zaagblad.
5. De kettingwielkap plaatsen en de bevesti-
gingsmoer (3/2) handvast aandraaien.
ADVICE
Bij aandraaien van de kettingspan-
schroef (7/1) erop letten dat de spanner-
pal (3/4) niet uit de boring (4/2) in het
zaagblad glipt.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De zaagketting op het kettingwiel (6/3) en in
de groef van het zaagblad aanbrengen.
2. De zaagketting vervolgens rondom het om-
keerwiel op het zaagblad heen halen.
3. De zaagketting zal aan de onderkant van het
zaagblad iets doorhangen.
4. De kettingwielkap plaatsen en de klemmoer
(5/2) handvast aandraaien.
Zaagketting spannen
EKS 2000/35
1. De ligging van de zaagketting controleren,
deze moet correct aanliggen in de zaagblad-
groef en over het kettingwiel.
2. Het zaagblad bij het omkeerwiel optillen en de
kettingspanschroef (7/1) rechtsom draaien tot
de zaagketting aanligt tegen de zaagbladon-
derkant.
3. De bevestigingsmoer (3/2) stevig vastzetten.
ADVICE
De zaagketting is correct gespannen
wanneer deze op het midden van het
zaagblad nog ca. 3 tot 4 mm kan wor-
den opgetild en met de hand kan worden
doorgetrokken.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De ligging van de zaagketting controleren,
deze moet correct aanliggen in de zaagblad-
groef en over het kettingwiel.
2. Om de ketting te spannen de spanring (8/2)
rechtsom draaien.
3. De klemmoer (8/1) stevig vastzetten.
Kettingspanning controleren
De kettingspanning vaak controleren, omdat een
nieuwe zaagketting vanzelf langer wordt.
De zaagketting is correct gespannen wanneer
deze:
aanligt tegen de onderkant van het zaagblad
en met de hand kan worden doorgetrokken
op het midden van het zaagblad ongeveer 3
- 4 mm omhoog kan worden gehaald
Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaagketting
langer en hangt deze iets door.
VOORZICHTIG!
Ongevalsrisico door losspringen van
zaagketting!
Het oordeelkundig spannen van de
zaagketting kan tot ernstig letsel leiden!
De kettingschakels mogen aan de on-
derkant van het zaagblad niet uit de
groef komen, de zaagketting zou dan
los kunnen schieten. Zaagketting dan
naspannen.
Montage
440105_d 49
Kettingrem
De kettingzaag is uitgerust met een handbe-
diende kettingrem die bijv. bij een terugslag (kick-
back) via de handbescherming wordt geactiveerd.
Bij activering van de kettingrem wordt de zaagket-
ting onmiddellijk gestopt en de motor uitgescha-
keld.
GEVAAR!
Levensgevaar bij achteloos gebruik!
Dit kan leiden tot zeer ernstig letsel!
De kettingrem heeft tot doel om lichame-
lijk letsel bij eventuele terugslag te be-
perken of te verhinderen.
Wees bedacht op uw veiligheid en werk
geconcentreerd bij gebruik van de ket-
tingzaag.
GEVAAR!
Levensgevaar bij beschadigde kettin-
grem!
Dit kan leiden tot zeer ernstig of zelfs do-
delijk letsel!
Alvorens te gaan werken steeds de wer-
king van de kettingrem controleren.
Werkingstest van kettingrem bij
uitgeschakelde motor
1. De kettingrem uitschakelen door de handbe-
scherming (9) naar de beugelgreep toe te
trekken. De zaagketting kan nu met de hand
door worden getrokken.
2. De kettingrem inschakelen door de handbe-
scherming naar voren te drukken (10). De
zaagketting kan nu niet worden doorgetrok-
ken.
Werkingstest van kettingrem bij lopende
motor
Alvorens te gaan werken steeds een werkingstest
bij lopende motor uitvoeren.
1. De kettingzaag veilig en stevig beethouden bij
de beugelgreep en de handgreep.
2. De motor starten.
3. De handbescherming naar voren drukken
(10). De zaagketting en de motor moeten di-
rect tot stilstand komen.
GEVAAR!
Levensgevaar bij defecte kettingrem!
Dit kan leiden tot zeer ernstig of zelfs do-
delijk letsel!
Het apparaat niet gebruiken bij een de-
fect aan de kettingrem. De kettingzaag
laten controleren bij een klantenservice
met werkplaats.
ADVICE
Alvorens de kettingzaag in te schakelen
altijd de kettingrem vrijgeven.
GEVAAR!
Levensgevaar bij onvoorziene bewegin-
gen!
Een onvoorziene beweging kan ernstig
letsel veroorzaken!
Bij het vrijgeven van de kettingrem geen
schakelaar indrukken.
GEVAAR!
Levensgevaar bij achteloos gebruik!
Dit kan leiden tot zeer ernstig letsel!
De kettingrem heeft tot doel om lichame-
lijk letsel bij eventuele terugslag te be-
perken of te verhinderen.
Wees bedacht op uw veiligheid en werk
geconcentreerd bij gebruik van de ket-
tingzaag.
Zaagkettingolie
ADVICE
Alvorens te gaan werken altijd het olieni-
veau controleren en eventueel zaagket-
tingolie bijvullen.
De zaagketting en het zaagblad krijgen tijdens be-
drijf continu olie toegevoerd vanuit een automa-
tisch oliesmeersysteem. De zaagkettingolie be-
schermt tegen corrosie en vroegtijdige slijtage.
Voor smering van de zaagketting en het zaagblad
uitsluitend milieuvriendelijke, biologisch afbreek-
bare, hoogwaardige zaagkettingolie gebruiken en
deze in van een aanduiding voorziene verpakkin-
gen vervoeren en opslaan.
Om de zaagketting afdoende te smeren moet er
steeds voldoende zaagkettingolie in het reservoir
(11/1), (12/1) aanwezig zijn. Het olieniveau kan
worden gecontroleerd via het kijkglas. Het olieni-
veau mag niet boven of beneden de aanduidin-
gen "MIN" (11/3), (12/3) en "MAX" (11/2), (12/2)
komen.
nl
Montage
50 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
LET OP!
Machineschade bij gebruik van verou-
derde olie!
Het gebruik van oude olie kan machi-
neschade veroorzaken en is schadelijk
voor het milieu!
VOORZICHTIG!
Machineschade bij indrogen van zaag-
kettingolie!
Plakkerig geworden zaagkettingolie kan
leiden tot schade aan gesmeerde onder-
delen of aan de oliepomp!
Vooraf aan langdurige opslag altijd de
zaagkettingolie uit het apparaat verwij-
deren.
INBEDRIJFSTELLING
GEVAAR!
Ongevalsrisico bij beschadigde onder-
delen!
Beschadigde onderdelen kunnen ernstig
tot zelfs dodelijk letsel veroorzaken!
Vooraf aan de ingebruikname een visu-
ele controle uitvoeren en de goede wer-
king van onderdelen controleren.
GEVAAR!
Levensgevaar bij beschadigde kettin-
grem!
Dit kan leiden tot zeer ernstig of zelfs do-
delijk letsel!
Alvorens te gaan werken steeds de wer-
king van de kettingrem controleren.
ADVICE
Alvorens te gaan werken altijd het olieni-
veau controleren en eventueel zaagket-
tingolie bijvullen.
De landspecifieke voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht nemen.
De achterste handgreep aan de kettingzaag
beetpakken met de rechterhand (rechtshan-
dige mensen) en de voorste handgreep beet-
pakken en vasthouden met de linkerhand.
De handgrepen niet loslaten zolang de motor
draait.
Vooraf aan ingebruikname van de ketting-
zaag de verlengkabel in de trekontlasting (13)
inhangen.
De zaag niet gebruiken bij:
Vermoeidheid
Onwel zijn
Onder invloed van alcohol, medicijnen of
drugs
BEDIENING
De motor starten
ADVICE
Alvorens de kettingzaag in te schakelen
altijd de kettingrem vrijgeven.
1. De blokkeerknop (14/1) met de duim indruk-
ken en ingedrukt houden.
2. De aan/uit-schakelaar (14/2) indrukken en in-
gedrukt houden.
ADVICE
De blokkeerknop hoeft niet meer inge-
drukt te blijven nadat de kettingzaag
loopt. Deze knop dient om het onbedo-
eld starten van de kettingzaag te verhin-
deren.
Motor uitschakelen
1. Aan/uit-schakelaar (14/2) loslaten.
ONDERHOUD
De kettingzaag voldoet aan alle van toepassing
zijnde veiligheidsnormen. Reparaties mogen al-
leen worden uitgevoerd door deskundige, getra-
inde vakmensen en uitsluitend met gebruik van de
originele reserveonderdelen.
Na elk gebruik van de kettingzaag deze con-
troleren op slijtage en beschadigde onderde-
len eventueel vervangen.
Het apparaat niet blootstellen aan vocht en
nattigheid.
Geen schoonmaak- of oplosmiddelen gebrui-
ken.
Uitsluitend de door de fabrikant voorgeschre-
ven reserveonderdelen gebruiken.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij aanraking van stroomvoerende on-
derdelen kan een elektrische schok le-
vensgevaarlijk zijn!
Bij alle werkzaamheden voor onderhoud
en verzorging veiligheidshandschoenen
dragen en het apparaat loshalen van het
stroomnet.
Zaagketting slijpen
Onderhoud
440105_d 51
WAARSCHUWING!
Ongevalsrisico door zaagketting!
De scherpe randen kunnen ernstige sni-
jwonden veroorzaken!
Geschikte veiligheidshandschoenen
dragen bij het slijpen van de zaagketting.
ADVICE
Onervaren gebruikers van de ketting-
zaag wordt aanbevolen de zaagketting
te laten slijpen door een vakman die be-
schikt over een werkplaats voor klanten-
service.
Voor een optimaal zaagresultaat moet de zaag-
ketting met regelmatige tussenpozen worden
geslepen.
Bij een correct geslepen zaagketting is er minder
risico op terugslag en wordt de slijtage beperkt.
Niet gaan werken met een botte of beschadigde
zaagketting. Uw lichaam wordt dan zwaarder be-
last, het zaagresultaat verslechtert en de ketting
zal sneller slijten.
De zaagketting moet worden geslepen wanneer
er tijdens het zagen alleen zaagsel meekomt of
wanneer de zaag moeilijk door het hout komt.
1. Het apparaat uitschakelen en de stekker
loshalen.
2. De kettingspanning controleren en eventueel
nastellen.
3. Bij het slijpen uitsluitend geschikt gereed-
schap gebruiken:
Rondvijl ketting Ø = 4,0 mm
Vijlgeleider
Kettingmesmal
Dit gereedschap is verkrijgbaar in de
vakhandel.
4. Elke afzonderlijke kettingschakel bestaat uit
een zaagelement (15/3), zaagtand (15/1) en
een begrenzer (15/2).
5. De vijl onder lichte druk en in verticale richting
(15) vanaf de binnenkant naar de buitenkant
over de zaagtand halen. Een vijlgeleider kan
helpen om de vijl in de juiste stand te blijven
houden. Twee of drie halen met de vijl moeten
afdoende zijn.
6. Bij het slijpen de hoek (15) van de zaagtand
en de hoogte van de begrenzer (15/2) voor
de snijkant aanhouden. Na het slijpen contro-
leren of alle zaagtanden van de ketting even
lang en breed zijn.
7. Bij gebruik van het voorgeschreven gereed-
schap volgens de juiste positie zullen de voor-
geschreven hoekwaarden automatisch wor-
den aangehouden. Deze waarden kunnen
worden gecontroleerd met een kettingmes-
mal.
8. Tot slot het voorste gedeelte van de begren-
zer (15/2) iets rond maken.
9. De ketting dikwijls slijpen en daarbij weinig
materiaal wegnemen.
10. De zaagketting vervangen zodra de snijtand
de minimumlengte van 4 mm (15) heeft be-
reikt.
11. Een goed geslepen zaagketting maakt grote
en lange houtspaanders.
ADVICE
Na drie tot vier keer eigenhandig slijpen
van de zaagketting deze in de werk-
plaats van een vakman laten naslijpen.
Daarbij wordt dan ook de dieptebegren-
zer nageslepen.
VOORZICHTIG!
Machineschade door ondeskundig sli-
jpen!
Ongelijke zaagtanden veroorzaken een
onrustige kettingloop en kunnen zelfs
zorgen voor kettingbreuk!
Na het slijpen moeten alle zaagtanden
even lang en breed zijn.
GEVAAR!
Levensgevaar bij terugslag!
Een foutief zaagketting kan tot ernstig
letsel leiden!
Zaagketting deskundig slijpen.
Kettingwiel/binnenruimte reinigen
De kettingzaag na elke gebruik grondig reinigen.
1. De kettingzaag losmaken van het stroomnet
en op een stabiele ondergrond neerleggen.
2. De kettingwielkap losschroeven.
3. De binnenruimte met een geschikt borsteltje
schoonmaken.
4. De zaagketting loshalen en het zaagblad af-
nemen.
5. De zaagbladmoer en de olietoevoeropening
reinigen.
Zaagblad
Het zaagblad na elke kettingvervanging of ket-
tingslijpbeurt omkeren om zo eenzijdige slijtage te
voorkomen.
nl
Onderhoud
52 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
ADVICE
Bij de modellen EKI 2200/40 en EKS
2400/40 moet voor omkeren de snel-
spanner worden omgezet. Zie de para-
graaf Snelspanner omzetten.
Het zaagblad regelmatig controleren op bescha-
diging. Eventuele bramen (16) verwijderen.
1. De zaagbladgroef (16/1) en olietoevoer-
opening (16/2) zorgvuldig reinigen.
2. De boringen voor oliesmering (17/1) aan
beide zijden zorgvuldig reinigen.
3. Met een geschikte vetspuit achtereenvolgens
aan beide kanten zoveel vet indrukken dat het
vet op het uiteinde van het omkeerwiel gelijk-
matig naar buiten komt. Het omkeerwiel daar-
bij steeds blijven draaien.
Snelspanner omzetten
1. De kruiskopschroef (18/1) eruit draaien.
2. Het zaagblad eraf nemen, omkeren en met de
kruiskopschroef (18/1) weer vastzetten.
3. De uitstekende stift (18/2) zorgt dat de snel-
spanner in de juiste positie komt. Op de juiste
montagepositie letten.
OPSLAG
De kettingzaag na elk gebruik steeds grondig rei-
nigen. De machine bewaren op een droge, afsluit-
bare plek en buiten het bereik van kinderen.
Bij onderbrekingen in het gebruik van langer dan
30 dagen de volgende werkzaamheden uitvoe-
ren:
1. Het apparaat uitschakelen en de stekker
loshalen.
2. De dop op het oliereservoir losdraaien.
3. Het oliereservoir leegmaken.
4. Vullen met een klein beetje motorolie.
5. De kettingzaag hiermee enige tijd laten
draaien, om olieleidingen en de oliepomp
door te spoelen.
6. De zaagketting en het zaagblad afnemen, rei-
nigen en insmeren met corrosiewerende olie.
7. Kettingzaag grondig reinigen en bewaren in
een droge ruimte.
WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
ADVICE
Regelmatig worden door beroepsorgani-
saties cursussen aangeboden in de om-
gang met kettingzagen en bomenkapt-
echniek.
GEVAAR!
Ongevalsrisico bij onvoldoende vakken-
nis!
Een tekort aan vakkennis kan ernstig tot
zelfs dodelijk letsel veroorzaken!
Uitsluitend goed geschoolde en ervaren
mensen mogen worden belast met het
snoeien en kappen van bomen.
GEVAAR!
Levensgevaar door versplintering van
hout!
Los springende houtspaanders kunnen
ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorz-
aken!
Losse spaanders en houtsplinters verwi-
jderen van het te verzagen gedeelte.
Bomen kappen
Voordat met de kapwerkzaamheden wordt be-
gonnen moeten de volgende maatregelen worden
genomen:
Controleren dat zich geen andere personen,
dieren of voorwerpen in de gevarenzone be-
vinden.
De veilige afstand ten opzichte van andere
werkplekken of voorwerpen dient minstens
tweeënhalf keer de boomlengte te bedragen.
Let ook op leidingen voor nutsvoorzieningen
en eigendommen van derden. Eventueel het
nutsbedrijf of de eigenaar op de hoogte stel-
len.
De valrichting van de boom beoordelen.
Bepalend voor de valrichting van de boom
zijn:
de natuurlijke stand van de boom
de hoogte van de boom
eenzijdige groei van takken
horizontale of hellende ondergrond
asymmetrische groei, houtschade
windrichting en windsnelheid
sneeuwbelasting
Op een hellende ondergrond altijd boven de
valrichting van de boom blijven werken.
Werkhouding en werktechniek
440105_d 53
Controleren dat zich op de eerder bepaalde
route voor de vluchtweg geen hindernissen
bevinden. De vluchtweg moet ca. 45° schuin
achterwaarts van de valrichting lopen (19).
De stam moet vrij zijn van begroeiing, takken
en vreemde voorwerpen (zoals vervuiling,
stenen, losse boomschors, spijkers, klem-
men, draad etc.).
Om een boom te kappen moeten er een valkerf
en een velsnede worden aangebracht.
1. Bij zagen van de valkerf en bij in stukken za-
gen van de boomstam de aanslagkam veilig
aanbrengen tegen het te verzagen hout.
2. De valkerf (20/C) wordt eerst horizontaal en
vervolgens van bovenaf schuin in een hoek
van minstens 45° ingezaagd. Hierdoor wordt
voorkomen dat de kettingzaag vastklemt bij
het uitzagen van de tweede inkeping. De val-
kerf moet zo mogelijk nabij de bodem en in
de gewenste valrichting (20/E) worden aan-
gebracht. De diepte van de kerf moet ca. 1/4
van de stamdikte bedragen.
3. De velsnede (20/D) tegenover de valkerf ex-
act horizontaal inzagen. De velsnede moet op
een hoogte van 3-5 cm boven het horizontale
vlak van de valkerf worden ingezaagd.
4. De velsnede (20/D) zo diep inzagen dat er
een breuklijst (20/F) van minstens 1/10 van
de stamdikte tussen de valkerf (20/C) en de
velsnede (20/D) overblijft. Deze breuklijst vo-
orkomt dat de boom gaat draaien en in de ver-
keerde richting valt. Zodra de velsnede (20/
D) de breuklijst (20/F) nadert moet de boom
beginnen te vallen.
5. Als de boom gaat vallen tijdens het zagen:
Als de boom mogelijk in de verkeerde
richting zal vallen of terug helt en de
kettingzaag vastklemt, moet de velsnede
worden afgebroken. Sla wiggen in om de
zaagsnede te openen en de boom in de
gewenste richting te laten vallen.
De kettingzaag direct uit de zaagsnede
trekken, uitschakelen en wegleggen.
Weglopen via de vluchtroute.
Opletten voor neervallende takken en
twijgen.
6. Als de boom blijft staan deze door het inslaan
van wiggen in de velsnede gecontroleerd ten
val brengen.
7. Na afloop van de zaagwerkzaamheden direct
de gehoorbescherming afnemen en letten op
signalen of waarschuwend geroep.
ADVICE
Uitsluitend wiggen van hout, kunststof of
aluminium gebruiken.
GEVAAR!
Levensgevaar door vallende boom!
Wanneer weglopen niet mogelijk is kan
dit leiden tot ernstig tot zelfs dodelijk let-
sel!
Pas met de kapwerkzaamheden begin-
nen nadat een hindernisvrije vluchtroute
vanaf de vallende boom is gewaarborgd.
GEVAAR!
Levensgevaar door vallende boom!
Het ongecontroleerd kappen van een
boom kan ernstig tot dodelijk letsel vero-
orzaken!
Bij wind geen kapwerkzaamheden uit-
voeren.
GEVAAR!
Levensgevaar door ongecontroleerd val-
lende boom!
Een ongecontroleerd vallende boom kan
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken!
Om te zorgen dat de boom gecontro-
leerd valt, moet een breuklijst blijven
staan tussen de velsnede en de valkerf;
de breedte hiervan moet ca. 1/10 zijn van
de stamdikte.
Takken afzagen
Bij deze werkzaamheden de volgende punten in
acht nemen:
De kettingzaag tijdens de werkzaamheden
tegen de boomstam afsteunen.
Grotere, naar beneden gerichte takken die
de boom ondersteunen voorlopig laten zitten
(21).
Kleinere takken in één keer doorzagen.
Opletten op onder spanning staande takken;
deze van onderaf naar boven toe doorzagen
om te voorkomen dat de kettingzaag vast-
klemt (21).
Vrijhangende takken niet van onderaf afza-
gen.
Insteek-, langs- en hartsneden moeten alleen
worden uitgevoerd door ervaren of opgeleide
personen.
Boom in stukken zagen
nl
Werkhouding en werktechniek
54 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
Bij deze werkzaamheden de volgende punten in
acht nemen:
Op een hellende locatie altijd van bovenaf ten
opzichte van de boomstam werken, omdat de
boomstam kan wegrollen (25).
De kettingzaag zo hanteren dat er zich geen
lichaamsdelen bevinden in de verlengde
zwenkzone van de zaagketting.
De aanslagkam pal naast de snijkant
plaatsen en de kettingzaag rondom dit punt
draaien. Aan het einde van de zaagsnede
niet langer druk uitoefenen.
Erop letten dat de zaagketting niet tegen de
bodem komt.
Na het beëindigen van de zaagsnede wach-
ten tot de zaagketting stilstaat, alvorens de
kettingzaag te verwijderen.
De motor van de kettingzaag altijd uitschake-
len alvorens door te gaan naar de volgende
boom.
De boomstam wordt over de hele lengte gelijkma-
tig ondersteund:
De boomstam van bovenaf doorzagen en niet
in de bodem zagen (22).
Boomstam wordt aan één uiteinde ondersteund:
Om het vastklemmen van de kettingzaag en
het splijten van hout te voorkomen, eerst 1/3
van de stamdiameter van onderaf inzagen;
vervolgens de rest van bovenaf ter hoogte
van de onderste zaagsnede (23) doorzagen.
De boomstam wordt op beide uiteinden onderste-
und:
Om het vastklemmen van de kettingzaag en
het splijten van hout te voorkomen, eerst 1/3
van de stamdiameter van bovenaf inzagen;
vervolgens de rest van onderaf ter hoogte
van de bovenste zaagsnede (24) doorzagen.
GEVAAR!
Levensgevaar bij terugslag (kickback)!
Een terugslag kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben!
Maatregelen ter voorkoming van een te-
rugslag in acht nemen.
Zaaghout verzagen
Bij deze werkzaamheden de volgende punten in
acht nemen:
Een veilige ondersteuning gebruiken (zaag-
bok, wigvorm, balken).
Letten op een veilige werkpositie en een ge-
lijkmatige verdeling van het lichaamsgewicht.
Rondhout blokkeren tegen verdraaien.
De zaagketting alleen terwijl deze loopt
plaatsen voor een zaagsnede, de machine
nooit inschakelen met stilstaande, al op het
hout geplaatste zaagketting.
Het hout niet met de voet of door een ander
persoon laten tegenhouden.
AFVOEREN
Gebruikte apparaten, batterijen of
accu´s niet afvoeren via de vuilnisop-
haaldienst!
Verpakking, apparaat en accessoires zijn
gemaakt van recyclebare materialen en
moeten ook als zodanig worden afgevo-
erd.
HULP BIJ STORINGEN
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor loopt niet Geen netspanning aanwezig Verlengkabel controleren, indien
nodig vervangen.
Zekeringen / FI-aardlekschakelaar
controleren.
De stroomvoorziening laten contro-
leren door een deskundig elektro-
technicus.
Hulp bij storingen
440105_d 55
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motorbeveiligingsschakelaar ging
over tot uitschakeling.
Wachten tot de motorbeveiligings-
schakelaar de kettingzaag weer
inschakelt.
Kettingrem geactiveerd Kettingrem vrijgeven.
Olietank is leeg Het oliereservoir controleren op
beschadiging.
Oliereservoir controleren, even-
tueel kettingzaagolie bijvullen.
Geen kettingsmering
Zaagblad vervuild Olietoevoeropening en oliegeleide-
groef reinigen.
ADVICE
Bij storingen, die niet in deze tabel werden opgenomen of die u niet zelf kunt verhelpen,richt u
zich tot de betrokken klantendienst.
nl
GARANTIE
56 EKS 2000/35 / EKI 2200/40 / EKS 2400/40
GARANTIE
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn
voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantie-
termijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de
bestemming
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering [xxx
xxx (x)]
verbrandingsmotoren (hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabri-
kant)
De garantieperiode begint op de aankoop door de eerste eindgebruiker. Bepalend is de datum van het
ontvangstbewijs. Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs
wenden tot de distributeur o f de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging
blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.
CE-CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaren wij dat dit product in de door ons uitgebrachte uitvoering voldoet aan de eisen vastgelegd in de geharmoniseerde EU-
richtlijnen, de EU-veiligheidsnormen en de standaardproductspecificaties.
Product Fabrikant Gevolmachtigde
Elektrische kettingzaag
Type
EKS 2000/35
EKS 2400/40
EKI 2200/40
AL-KO Geräte GmbH
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
Andreas Hedrich
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
Serienummer EU-richtlijnen Geharmoniseerde normen
G4104105
Niveau geluidsvermogen
EN ISO 3744
gemeten / gegarandeerd
EKS 2000/35 108 / 110 dB(A)
EKS 2400/40 108 / 110 dB(A)
EKI 2200/40 106 / 108 dB(A)
2006/42/EG
2000/14/EG
2005/88/EG
2014/30/EU
DIN EN ISO 12100
DIN EN 55014-1
DIN EN 55014-2
DIN EN 50581
Constructietechnische controle
volgens GPSG §4 BM 1027 MSR
EKS 2000/35 Nr. BM 50242897
EKS 2400/40, EKI 2200/40 Nr. BM
50243643
Beoordelende instantie Beoordeling van conformiteit
Société Nationale de Certification
et d´Homologation
2a Kalchesbruck
L-1852 Luxemburg
Société Nationale de Certi-
fication et d´Homologation
2a Kalchesbruck
L-1852 Luxemburg
2000/14/EG
Bijlage V
Wolfgang Hergeth
Managing Director
Kötz, 13.08.2014
1/328