24
16. Houd tijdens het zagen uw beide handen op de
handvaten en zorg voor behoorlijke ondersteu-
ning van het werkstuk.
WAARSCHUWING:
Het is uitermate belangrijk dat u het werkstuk
altijd behoorlijk ondersteunt en het gereed-
schap stevig vasthoudt teneinde te voorkomen
dat u de controle over het gereedschap verliest
en hierdoor ernstige verwondingen oploopt. Fig.
4 laat zien hoe u het gereedschap juist vast-
houdt.
17. Plaats het bredere gedeelte van de voetplaat op
het gedeelte van het werkstuk dat behoorlijk
ondersteund wordt en niet op het gedeelte dat bij
doorzagen af zal vallen. Bij wijze van voorbeeld,
laat Fig. 5 de JUISTE manier zien voor het afza-
gen van een stuk van een plank en Fig. 6 de VER-
KEERDE manier. Indien het werkstuk te kort of te
smal is, klem het dan vast. PROBEER NOOIT
SMALLE WERKSTUKKEN MET UW HAND VAST
TE HOUDEN! (Fig. 6)
18. Probeer nooit te zagen met het gereedschap
ondersteboven vastgeklemd op een bank-
schroef. Dit is buitengewoon gevaarlijk en kan
gemakkelijk leiden tot zeer zware verwondingen.
(Fig. 7)
19. Alvorens na het beeindigen van het zagen het
gereedschap neer te leggen dient u te kontrole-
ren of de verende beschermkap dichtgeklapt is
en het zaagblad tot stilstand is gekomen.
20. Volg de specificaties van de fabrikant op.
• Zorg ervoor dat de diameter, dikte en andere
specificaties van het zaagblad geschikt zijn
voor het gereedschap.
• Zorg ervoor dat het zaagblad geschikt is voor
de draaisnelheid van de as van het gereed-
schap.
21. Gebruik geen schuurschijf.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en verwijderen van batterij (Fig. 8)
• Schakel de machine altijd uit voordat een batterij
geplaatst of verwijdert wordt.
• Om het batterijpak te verwijderen, neemt u het uit het
gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van
het batterijpak indrukt.
• Om het batterijpak te installeren, past u de rug op het
batterijpak in de groef in de behuizing van het gereed-
schap, en dan schuift u het batterijpak naar binnen.
Schuif het batterijpak zo ver mogelijk erin, totdat het
met een klikgeluid vergrendelt. Indien u dit niet doet,
kan het batterijpak per ongeluk uit het gereedschap
vallen en uzelf of anderen verwonden.
• Als het batterijpak moeilijk in de houder komt, probeer
het dan niet met geweld in te duwen. Indien het batterij-
pak er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het ver-
keerd om.
Laden (Fig. 9)
Uw nieuwe batterijpak is niet geladen. U moet het vóór
gebruik laden. Gebruik de acculader voor het laden van
het batterijpak.
Sluit de acculader aan op een stopcontact. Het laadcon-
trolelampje zal in groen knipperen. Schuif het batterijpak
zodanig in de acculader dat de plus en min klemmen van
het batterijpak overeenkomen met de plus en min marke-
ringen op de acculader. Schuif het batterijpak zo ver
mogelijk in de opening, zodat het op de bodem van de
lader rust. Wanneer het batterijpak helemaal erin zit, zal
de kleur van het laadcontrolelampje veranderen van
groen in rood en zal het laden beginnen. Tijdens het
laden zal het laadcontrolelampje blijven branden. Wan-
neer de kleur van het oplaadlampje verandert van rood in
groen, is het opladen voltooid. Zie de onderstaande tabel
voor de oplaadtijden. Wanneer u een volledig opgeladen
accu in de lader laat zitten, zal de lader overschakelen
naar de “bijladen (handhaven van de lading)” stand en
ongeveer 24 uur in deze stand blijven staan. Trek de
stekker van de lader uit het stopcontact nadat het laden
is voltooid.
LET OP:
• De batterijlader is uitsluitend bestemd voor het laden
van Makita batterijpakken. Gebruik deze nooit voor
andere doeleinden of voor het laden van batterijpakken
van andere fabrikanten.
• Een nieuw batterijpak of een batterijpak dat gedurende
lange tijd niet werd gebruikt, kan eventueel niet volledig
worden geladen. Dit is normaal en duidt niet op een
defekt. Nadat het batterijpak een paar keer volledig is
ontladen, kunt u het weer volledig laden.
• Wanneer u het batterijpak van een zojuist gebruikt
gereedschap laadt, of een batterijpak dat voor langere
tijd aan direct zonlicht of hitte werd blootgesteld,
gebeurt het wel eens dat het laadcontrolelampje in
rood knippert. Wacht in zo’n geval een tijdje. Het laden
zal beginnen nadat het batterijpak is afgekoeld. Het
batterijpak zal sneller afkoelen indien u het van de
acculader verwijdert.
• Indien het laadcontrolelampje afwisselend in groen en
rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden niet
mogelijk. De klemmen op de snellader of op het batte-
rijpak zijn vuil of het batterijpak is versleten of bescha-
digd.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen batterij in de lader
laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de
lader overschakelen naar de “Bijladen (Handhaven van
de lading)” stand waardoor de batterij vers en in volledig
opgeladen toestand wordt gehouden.
Model van
batterijpak
Capaciteit
(mAh)
Aantal
cellen
Oplaadtijd
1822 2 000 15 ca. 45 min.
1834 2 600 15 ca. 60 min.
1835 3 000 15 ca. 70 min.