Flymo XL500 de handleiding

Categorie
Speelgoed
Type
de handleiding
Inhoud
Inleiding........................................................................ 81
Veiligheid...................................................................... 82
Montage........................................................................84
Werking.........................................................................85
Onderhoud
....................................................................86
Vervoer, opslag en verwerking..................................... 88
Technische gegevens...................................................89
EG-conformiteitsverklaring........................................... 91
Inleiding
Productbeschrijving
Het product is een roterende duwmaaier. Hij zweeft op
een luchtkussen, waardoor het gras in alle gebieden van
het gazon gemakkelijk kan worden gemaaid.
Gebruik
Gebruik het product voor het maaien van gras in grotere
particuliere tuinen of publieke gazons. Kan worden
gebruikt op hellingen van maximaal 45°. Gebruik het
product niet voor andere taken.
Productoverzicht
(Fig. 1 )
1. Chokehendel
2. Motorremhendel
3. Bovenste hendel
4. Knop hendel
5. Onderste hendel
6. Starthendel
7. Luchtfilter
8. Brandstoftank
9. Brandstofklep
10. Oliedop
11. Geluiddemper
12. Haak voor het afstellen van de stand van de
handgreep
13. Bougie
14. Bedieningshandleiding
15. Transportwielen (accessoire)
Symbolen op het product
(Fig. 2 )
WAARSCHUWING: Onzorgvuldig of onjuist
gebruik kan leiden tot letsel of overlijden van
de gebruiker of omstanders.
(Fig. 3 )
Lees de bedieningshandleiding zorgvuldig
door en zorg dat u de instructies hebt
begrepen voordat u het product gebruikt.
(Fig. 4 )
Waarschuwing: roterend mes. Houd de
handen en voeten uit de buurt.
(Fig. 5 )
Waarschuwing: draaiende delen. Houd de
handen en voeten uit de buurt.
(Fig. 6 )
Kijk uit voor weggeslingerde en afgeketste
voorwerpen.
(Fig. 7 )
Houd personen en dieren op veilige afstand
van het werkgebied.
(Fig. 8 )
Zet de motor uit en verwijder de
ontstekingskabel voordat u reparaties of
onderhoud uitvoert.
(Fig. 9 )
Dit product voldoet aan de geldende EG-
richtlijnen.
(Fig. 10 )
Geluidsemissie naar de omgeving volgens
de richtlijn van de Europese Gemeenschap.
De emissie van het product is vermeld in het
hoofdstuk "Technische gegevens" en op het
label.
(Fig. 11 ) Brandstofklep open.
(Fig. 12 ) Brandstofklep gesloten.
(Fig. 13 )
Uitlaatgassen van de motor
bevatten koolmonoxide, een
geurloos, giftig en uiterst ge-
vaarlijk gas. Laat het product
nooit binnenshuis of in geslo-
ten ruimten draaien.
(Fig. 14 )
Risico op brand. Zet altijd de
motor uit vóór het tanken.
Let op: Andere symbolen/stickers op het product hebben
betrekking op certificeringseisen voor overige
commerciële markten.
Productaansprakelijkheid
Zoals uiteengezet in de wet voor
productaansprakelijkheid zijn wij niet aansprakelijk voor
schade die door ons product wordt veroorzaakt, indien:
het product niet goed is gerepareerd.
504
- 003 - 26.01.2018 81
het product is gerepareerd met onderdelen die niet
van de fabrikant afkomstig zijn, of onderdelen die
niet zijn goedgekeurd door de fabrikant.
het product een accessoire bevat die niet afkomstig
is van de fabrikant of niet is goedgekeurd door de
fabrikant.
het product niet is gerepareerd door een erkend
servicepunt of door een erkende autoriteit.
Veiligheid
Veiligheidsdefinities
Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en
opmerkingen worden gebruikt om te wijzen op
belangrijke delen van de handleiding.
WAARSCHUWING: Wordt gebruikt om te
wijzen op de kans op ernstig of fataal letsel
voor de gebruiker of omstanders wanneer
de instructies in de handleiding niet worden
gevolgd.
OPGELET: Wordt gebruikt indien er een
risico bestaat op schade aan het product en
andere eigendommen of aan de omgeving
wanneer de instructies in de handleiding niet
worden gevolgd.
Let op: Geven verdere informatie die nodig is in een
bepaalde situatie.
Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Dit product is gevaarlijk als het verkeerd wordt
gebruikt, of als u niet voorzichtig bent. Letsel of
overlijden kunnen het gevolg zijn als u de
veiligheidsvoorschriften negeert.
Dit product produceert tijdens bedrijf een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde
omstandigheden de werking van actieve of passieve
medische implantaten verstoren. Om het risico op
ernstig of dodelijk letsel te beperken, raden we
personen met een medisch implantaat aan om
contact op te nemen met hun arts en de fabrikant
van het medische implantaat alvorens dit product te
gaan gebruiken.
Wees altijd voorzichtig en gebruik uw gezond
verstand. Als u niet zeker weet hoe u het product
moet bedienen in een bepaalde situatie, stop dan en
informeer bij uw Flymo dealer voordat u verdergaat.
Denk erom dat de bediener of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongelukken of
beschadigingen aan eigendommen.
Houd het product schoon. Zorg ervoor dat u de
aanduidingen en stickers duidelijk kunt lezen.
Laat niemand het product gebruiken tenzij u zeker
weet dat deze de inhoud van de
gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen.
Laat het product niet door een kind bedienen.
Laat het product niet bedienen door een persoon die
de instructies niet heeft gelezen.
Houd personen met een lichamelijke of geestelijke
beperking die het product gebruiken, altijd in de
gaten. Er moet te allen tijde een verantwoordelijke
volwassene aanwezig zijn.
Gebruik het product nooit als u moe of ziek bent, of
onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen
verkeert. Dit heeft een negatief effect op uw visie,
alertheid, coördinatie en oordeel.
Gebruik het product niet als het defect is.
Wijzig dit product niet of gebruik het niet als het door
anderen kan zijn gewijzigd.
Veiligheid van het werkgebied
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Verwijder takken, twijgen, stenen en andere losse
voorwerpen uit het werkgebied voordat u het product
gaat gebruiken.
Objecten die tegen de snijuitrusting aankomen,
kunnen worden uitgeworpen en schade veroorzaken
aan personen en objecten. Houd omstanders en
dieren op veilige afstand van het product.
Gebruik het product niet bij mist, regen, harde wind,
koud weer, risico op blikseminslag of andere slechte
weersomstandigheden. Het gebruik van het product
bij slecht weer of op natte plekken kan uw alertheid
negatief beïnvloeden. Slecht weer kan voor
gevaarlijke werkomstandigheden zorgen.
Kijk uit voor personen, objecten en situaties die een
veilig gebruik van het product kunnen verhinderen.
Kijk uit voor wortels, stenen, twijgen, kuilen, greppels
en andere obstakels. Lang gras kan goed zicht
verhinderen.
Gras maaien op hellingen kan gevaarlijk zijn.
Gebruik het product niet op een helling van meer
dan 45°. Maai geen gras op natte hellingen.
Wanneer u gras maait op een helling, moet u altijd
uw voeten vlak op de grond houden en het product
onder u op de helling houden.
Gebruik het product dwars over het oppervlak van
hellingen. Ga niet van boven naar beneden.
82 504 - 003 - 26.01.2018
Wees voorzichtig wanneer u in de buurt komt van
onoverzichtelijke bochten en voorwerpen die uw
zicht kunnen belemmeren.
Werkveiligheid
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Gebruik dit product alleen om gazons te maaien. Het
is niet toegestaan om het product voor andere
doeleinden te gebruiken.
Maak altijd gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen. Zie
Persoonlijke
beschermingsmiddelen op pagina 83
.
Start de motor niet in een gesloten ruimte of in de
buurt van brandbaar materiaal. De uitlaatgassen van
de motor zijn heet en kunnen vonken bevatten die
brand kunnen veroorzaken.
Gebruik dit product alleen als het mes en alle
afdekkingen correct zijn bevestigd. Een verkeerd
bevestigd mes kan losraken en letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat het mes geen voorwerpen raakt
zoals stenen en wortels. Hierdoor kan het mes
beschadigen en de motoras verbuigen. Een
gebogen as veroorzaakt zware trillingen en een zeer
groot risico dat het mes losraakt.
Stop het product onmiddellijk als het mes een
voorwerp wordt geraakt of als zich trillingen
voordoen. Ontkoppel de ontstekingskabel van de
bougie. Controleer het product op schade. Repareer
schade of laat een erkende servicewerkplaats de
reparatie uitvoeren.
Bevestig de motorremhendel niet permanent aan de
handgreep wanneer de motor draait.
Plaats het product op een stabiele, vlakke
ondergrond en start het. Zorg ervoor dat het mes
niet in aanraking komt met de grond of andere
voorwerpen.
Blijf altijd achter het product wanneer u het gebruikt.
Houd 2 handen aan de handgreep wanneer u het
product gebruikt. Houd uw handen en voeten uit de
buurt van de roterende messen.
Wees voorzichtig wanneer u het product naar
achteren trekt.
Til het product niet op wanneer de motor is
ingeschakeld. Als het product toch moet worden
opgetild, zet dan eerst de motor uit en koppel de
bougiekabel los van de bougie.
Loop niet achteruit wanneer u het product bedient.
Stop de motor als u in gebieden zonder gras komt,
bijvoorbeeld op paden van grind, stenen en asfalt.
Loop niet hard met het product wanneer de motor is
ingeschakeld. Loop altijd rustig wanneer u het
product bedient.
Houd altijd toezicht op het product wanneer de motor
draait. Stop de motor en wacht tot de snijuitrusting
stopt met draaien.
Veiligheidsinstructies voor bediening
Persoonlijke beschermingsmiddelen
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen niet alle
risico’s uitsluiten maar kunnen de ernst van
eventueel letsel helpen beperken. Vraag uw dealer u
te helpen bij het kiezen van de juiste
beschermingsmiddelen.
Gebruik zware antisliplaarzen of -schoenen. Draag
geen open schoenen en loop niet op blote voeten.
Draag een lange broek van stevige stof.
Draag zo nodig beschermende handschoenen,
bijvoorbeeld bij het monteren, inspecteren of
reinigen van de snijuitrusting.
Veiligheidsvoorzieningen op het product
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Gebruik het product nooit wanneer de
veiligheidsvoorzieningen defect zijn.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen regelmatig
op een juiste werking. Als de
veiligheidsvoorzieningen defect zijn, neem dan
contact op met uw Flymo servicewerkplaats.
Kap van maaidek
Controleer de kap van het maaidek om te zien of er
geen schade is, zoals barsten.
Remhendel motor
De motorrem schakelt de motor uit. Als de remhendel
van de motor wordt losgelaten, stopt de motor.
Voor een inspectie van de motorrem start u de motor en
laat de motorremhendel los. Als de motor niet binnen 3
seconden stopt, laat u een erkende Flymo
servicewerkplaats de motorrem afstellen.
(Fig. 15 )
Geluiddemper
De uitlaatdemper is bedoeld om het geluidsniveau zo
laag mogelijk te houden en om de uitlaatgassen weg te
voeren van de gebruiker.
Gebruik het product niet als de demper ontbreekt of
beschadigd is. Bij een defecte uitlaatdemper stijgt het
geluidsniveau en neemt het risico op brand toe.
Inspecteer de uitlaatdemper regelmatig om te verifiëren
of die goed vastzit en niet beschadigd is.
504 - 003 - 26.01.2018 83
OPGELET: De uitlaatdemper wordt erg heet
tijdens en na gebruik en wanneer de motor
draait bij stationair toerental. Wees
voorzichtig in de buurt van brandbare
materialen en/of dampen om brand te
voorkomen.
Brandstofveiligheid
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen.
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide,
een geurloos, giftig en uiterst gevaarlijk gas. Start de
motor nooit binnenshuis of in gesloten ruimten.
Voordat u het onderhoud van het product uitvoert,
zet u de motor uit en verwijdert u de
ontstekingskabel van de bougie.
Draag beschermende handschoenen wanneer u
onderhoud aan de snijuitrusting uitvoert. Het mes is
zeer scherp en kan gemakkelijk snijwonden
veroorzaken.
Accessoires en wijzigingen aan het product die niet
zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden
tot ernstig letsel of overlijden. Breng geen
wijzigingen aan het product aan. Gebruik alleen
accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt
uitgevoerd, neemt de kans op letsel of schade aan
het product toe.
Voer alleen onderhoud uit zoals beschreven in deze
gebruikershandleiding. Alle overige
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door een erkende Flymo
servicewerkplaats.
Laat een erkende Flymo servicewerkplaats
regelmatig onderhoud aan het product uitvoeren.
Vervang beschadigde, versleten of defecte
onderdelen.
Montage
Onderste handgreep monteren
1. Steek de haak die aan de handgreep (A) is
bevestigd door de middelste sleuf (B), in de richting
van de pijl (C).(Fig. 16 )
2.
Draai de handgreep 90° met de wijzers van de klok
mee om de uiteinden van de onderste handgreep
tussen de steunen (D) op het maaidek te krijgen.
3. Duw de borgpennen (A) door de steunen en de
uiteinden van de onderste handgreep. Borg ze met
de splitpennen (B).(Fig. 17 )
Bovenste handgreep monteren
1. Zet de onderste handgreep in de parkeerstand, zie
Positie van de handgreep instellen op pagina 85
.
2. Zorg ervoor dat de choke zich aan de linkerkant van
het product bevindt, vanaf de achterkant gezien.
3. Lijn de gaten in de bovenste handgreep uit met de
openingen in de onderste hendel en breng de
schroeven, ringen en knoppen aan.(Fig. 18 )
4. Gebruik de kabelbinders om de kabels aan het
handvat te bevestigen.(Fig. 19 )
84 504 - 003 - 26.01.2018
OPGELET: Zorg ervoor dat de spanning
in de kabels niet te hoog is.
Transportwielen monteren (accessoire)
1. Steek de haak die aan de handgreep (A) is
bevestigd door de middelste sleuf (B), in de richting
van de pijl (C).(Fig. 20 )
2. Draai de handgreep 90° met de wijzers van de klok
mee om de uiteinden van de onderste handgreep
tussen de steunen (D) op het maaidek te krijgen.
3. Duw de bus (A) door de steunen en de uiteinden van
de onderste handgreep.(Fig. 21 )
4.
Bevestig het wielframe (A) aan het maaidek met de
schroeven (B), ringen (C, D) en borgmoeren (E).(Fig.
22 )
5. Duw de onderste verlengbuizen in de bovenste
verlengbuizen.
6. Duw de borgpennen (A) door de verlengbuizen en
borg ze met de splitpennen (B).(Fig. 23 )
Werking
Inleiding
WAARSCHUWING: Voordat u het product
gaat gebruiken, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
Voordat u het product gaat bedienen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en
zorg dat u de instructies hebt begrepen.
2.
Controleer de snijuitrusting om te zien of deze
correct is gemonteerd en afgesteld. Zie
Snijuitrusting
controleren op pagina 87
.
3. Vul de brandstoftank. Zie
Brandstof bijvullen op
pagina 85
.
4. Vul de olietank en controleer het oliepeil. Zie
Motorolie bijvullen en verversen op pagina 88
.
Brandstof bijvullen
Gebruik emissiearme of alkylaatbenzine, indien
beschikbaar. Als er geen emissiearme of
alkylaatbenzine beschikbaar is, gebruik dan een
loodvrije benzine van goede kwaliteit, of loodhoudende
benzine. Gebruik een benzine met een octaangetal van
minimaal 90 (87 AKI) en met maximaal 10% ethanol
(E10).
OPGELET: Gebruik geen benzine met een
octaangetal lager dan 90 RON (87 AKI). Dit
kan schade aan het product veroorzaken.
1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om de druk
te laten ontsnappen.
2. Vul langzaam met een benzinejerrycan. Als u
brandstof morst, verwijder deze dan met een doek
en laat de resterende brandstof opdrogen.
3.
Maak het gebied rondom de brandstoftankdop goed
schoon.
4. Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
5. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Positie van de handgreep instellen
1.
Til de haak (A) op.
(Fig. 24 )
2. Duw de haak naar voren om de handgreep in de
parkeerstand (B) te zetten.
3. Trek de haak naar achteren om de handgreep in de
maaistand (C) te zetten.
Product starten
1. Controleer of de ontstekingskabel is verbonden met
de bougie.
2. Zet de handgreep in de parkeerstand, zie
Positie van
de handgreep instellen op pagina 85
.
3. Open de brandstofklep.(Fig. 25 )
4. Stel de chokehendel af.
a) Als de motor koud is, zet u de chokehendel in de
chokestand.(Fig. 26 )
b) Als de motor warm is, zet u de chokehendel in de
werkstand.(Fig. 27 )
5. Houd de motorremhendel tegen de handgreep.
6. Zet uw rechtervoet op het maaidek.
7. Houd de bovenkant van de handgreep met uw
linkerhand vast en kantel het product.
8. Houd het startkoord in uw rechterhand.(Fig. 28 )
9. Trek het startkoord langzaam naar buiten totdat u
enige weerstand voelt.
10. Krachtig trekken om de motor te starten.
11. Wanneer de motor op volle snelheid is, laat u het
product voorzichtig op de grond zakken.
12. Wanneer de motor warm is, moet u de chokehendel
ingesteld hebben op de werkstand.
13. Zet de handgreep in de maaistand, zie
Positie van
de handgreep instellen op pagina 85
.
504 - 003 - 26.01.2018 85
WAARSCHUWING: Wikkel het startkoord
niet rond uw hand.
Product stoppen
Kantel het product en laat de motorremhendel los.
Wanneer de motor stopt, laat u het product zakken.
Zet de handgreep in de parkeerstand, zie
Positie van
de handgreep instellen op pagina 85
.
Sluit de brandstofklep.
Een goed resultaat verkrijgen
Gebruik altijd een scherp mes. Een bot mes geeft
een onregelmatig resultaat en het snijvlak van het
gras wordt geel. Een scherp mes verbruikt ook
minder energie dan een bot mes.
Maai nooit meer dan 1/3e van de lengte van het gras
af. Maai eerst met een hoog ingestelde maaihoogte.
Controleer het resultaat en verlaag de snijhoogte tot
een geschikt niveau. Als het gras echt lang is, rijd
dan langzaam en maai zo nodig 2 keer.
Maai elke keer in een andere richting, om het
ontstaan van strepen in het gazon te voorkomen.
Onderhoud
Inleiding
WAARSCHUWING: Voordat u onderhoud
gaat uitvoeren, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan
het product is speciale training nodig. Wij garanderen de
beschikbaarheid van professionele reparaties en
onderhoud. Indien uw dealer geen servicewerkplaats
heeft, vraag hem dan naar de dichtstbijzijnde
servicewerkplaats.
Voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert
WAARSCHUWING: Om letsel en schade
aan het product te voorkomen, moet u deze
instructies opvolgen om het product op zijn
kant te leggen.
1. Sluit de brandstofklep.(Fig. 29 )
2. Laat de motor lopen totdat deze stopt.
3.
Koppel de bougiekabel los.(Fig. 30 )
4. Kantel het product op de linkerkant, met het
luchtfilter (A) naar boven en de geluiddemper naar
beneden.(Fig. 31 )
Onderhoudsschema
De onderhoudsintervallen worden berekend op basis
van het dagelijks gebruik van het product. De intervallen
veranderen als het product niet dagelijks wordt gebruikt.
Voor onderhoud dat is gemarkeerd met *: zie de
instructies in
Veiligheidsvoorzieningen op het product op
pagina 83
.
Onderhoud Elke dag Wekelijks Maandelijks
Algemene inspectie uitvoeren X
Motoroliepeil controleren X
Product reinigen X
Snijuitrusting controleren X
Kap van het maaidek controleren* X
Motorremhendel controleren* X
Luchtfilter controleren X
Geluiddemper controleren* X
Bougie controleren X
Reinig het luchtfilter X
86 504 - 003 - 26.01.2018
Onderhoud Elke dag Wekelijks Maandelijks
Vervang het luchtfilter X
Brandstofsysteem controleren X
Algemene inspectie uitvoeren
Controleer of de moeren en schroeven op het
product goed zijn vastgedraaid.
Product reinigen
WAARSCHUWING: Volg de instructies in
Voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert op pagina 86
op voordat u de
onderkant van het product reinigt.
OPGELET: Gebruik geen reinigingsmiddel,
benzine of oplosmiddelen om het product te
reinigen. Dit kan schade aan kunststof
onderdelen veroorzaken.
Reinig het product niet met een hogedrukspuit.
Als u water gebruikt om het product te reinigen, spuit
dan geen water rechtstreeks op de motor.
Gebruik een borstel om bladeren, gras en vuil te
verwijderen.
Zorg dat de koelluchtinlaten niet geblokkeerd
worden.
Verwijder de ventilator (zie
Mes en ventilator
vervangen op pagina 87
) en maak deze schoon
met een borstel.
Reinig het oppervlak van het product met een droge
doek.
Reinig de onderkant van het product met een
schraper om de opeenhoping van gras en vuil te
verwijderen.
Snijuitrusting controleren
WAARSCHUWING: Verwijder de
ontstekingskabel van de bougie om te
voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
gestart.
WAARSCHUWING: Draag beschermende
handschoenen wanneer u onderhoud aan
de snijuitrusting uitvoert. Het mes is zeer
scherp en kan gemakkelijk snijwonden
veroorzaken.
1. Controleer de snijuitrusting op beschadiging of
scheuren. Vervang beschadigde snijuitrusting altijd.
2. Kijk naar het mes om te zien of dit is beschadigd of
bot is.
Let op: Het mes moet na het slijpen worden
gebalanceerd. Laat het slijpen, vervangen en
balanceren door een servicecentrum uitvoeren. Als u
een obstakel raakt waardoor het product stopt, vervang
dan het beschadigde mes. Laat het servicecentrum
beoordelen of het mes kan worden geslepen of moet
worden vervangen.
Mes en ventilator vervangen
WAARSCHUWING: Draag handschoenen
van dikke stof. Het mes is zeer scherp en
kan gemakkelijk snijwonden veroorzaken.
1. Bereid het product voor op
onderhoudswerkzaamheden, zie
Voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert op pagina 86
.
2. Houd de ventilator stevig vast en draai de mesbout
(A) linksom om deze te verwijderen.(Fig. 32 )
3. Verwijder het mes (B), de afstandsstukken voor de
maaihoogte (C) en de ventilator (D).
4. Controleer de mesbout en de ventilator op
beschadigingen.
5. Zet de ventilator terug in de oorspronkelijke stand.
Als u de afstandsstukken voor de maaihoogte
aanbrengt, zorg er dan voor dat de pennen in de
gaten van de ventilator vallen.
6. Monteer het nieuwe mes. Zorg ervoor dat de pennen
op de ventilator (E) in de openingen (F) van het mes
vallen.
7. Wanneer u het nieuwe mes bevestigt, richt dan de
gebogen uiteinden van het mes naar de grond.
8. Plaats de mesbout door het middelste gat van het
mes (G) en draai hem met de wijzers van de klok
mee met uw hand vast.
9. Houd de ventilator stevig vast en draai de mesbout
vast met een sleutel.
10. Draai het mes met de hand rond en controleer of het
vrij draait.
11. Start het product om het mes te testen. Als het mes
niet goed is bevestigd, zijn er trillingen in het product
of is het maairesultaat niet goed.
Maaihoogte afstellen
Breng afstandsstukken voor de maaihoogte aan om de
maaihoogte te verkleinen. Verwijder de afstandsstukken
voor de maaihoogte om de maaihoogte te vergroten.
Let op: Gebruik niet meer dan 2 afstandsstukken voor
de maaihoogte.
504 - 003 - 26.01.2018 87
1. Bereid het product voor op
onderhoudswerkzaamheden, zie
Voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert op pagina 86
.
2. Verwijder de mesbout en het mes, zie
Mes en
ventilator vervangen op pagina 87
.
3. Breng 1 of 2 afstandsstukken voor de maaihoogte
(A) aan tussen de ventilator en het mes. Zet het
eerste afstandsstuk voor de maaihoogte met de
openingen over de pennen op de ventilator (B). Laat
de pennen van het tweede afstandsstuk voor de
maaihoogte in de gaten van het eerste afstandsstuk
voor de maaihoogte vallen.(Fig. 33 )
4. Breng het mes aan op het afstandsstuk voor de
maaihoogte. Zorg ervoor dat de pennen op het
afstandsstuk voor de maaihoogte in de openingen
(C) van het mes vallen.
5. Bevestig het mes en de mesbout, zie
Mes en
ventilator vervangen op pagina 87
.
Motorolie bijvullen en verversen
Voor informatie over het bijvullen en verversen van
de motorolie, raadpleegt u de bedieningshandleiding
voor de motor.
Het luchtfilter reinigen
OPGELET: Laat de motor niet draaien
zonder dat er een luchtfilter is gemonteerd,
of met een vuil luchtfilter. Dit verlaagt het
rendement en kan schade aan de motor
veroorzaken.
1. Druk op de vergrendelingslippen (A), verwijder het
luchtfilterdeksel (B) en verwijder het luchtfilter (C).
(Fig. 34 )
2. Tik het luchtfilter tegen een vlakke ondergrond om
de deeltjes te verwijderen. U kunt ook perslucht door
het luchtfilter blazen. Doe dit vanaf de schone kant
van het luchtfilter.
OPGELET: Gebruik geen borstel om vuil
te verwijderen, omdat dit het vuil in het
luchtfilter duwt.
3. Reinig de luchtfilterhouder (D) en het
luchtfilterdeksel met een vochtige doek.
OPGELET: Zorg ervoor dat er geen vuil
in het luchtkanaal naar de carburateur
(E) komt.
4. Zet het luchtfilter terug in de oorspronkelijke stand.
Controleer of het luchtfilter de luchtfilterhouder
volledig afsluit.
5. Plaats het luchtfilterdeksel terug, begin met de lippen
aan de onderkant.
Bougie controleren
OPGELET: Gebruik altijd het juiste
bougietype. Een verkeerd type bougie kan
schade aan het product veroorzaken.
Controleer de bougie als de motor weinig vermogen
heeft, niet gemakkelijk te starten is of stationair niet
goed draait.
Volg deze instructies om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a)
Zorg ervoor dat het stationair toerental altijd juist
is afgesteld.
b) Zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) Zorg dat het luchtfilter schoon is.
Maak de bougie schoon als deze vuil is en
controleer of de afstand tussen de elektroden correct
is, zie
Technische gegevens op pagina 89
.(Fig. 35 )
Vervang de bougie indien nodig.
Brandstofsysteem controleren
Controleer de brandstoftankdop en de afdichting van
de brandstoftankdop om te zien of er geen schade
is.
Controleer de brandstofslang om te controleren of er
geen lekken zijn. Als de brandstofslang beschadigd
is, laat deze dan door een servicemonteur
vervangen.
Vervoer, opslag en verwerking
Transport en opslag
Controleer voor opslag en vervoer van het product
en de brandstof of er geen lekken of dampen zijn.
Vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische
apparaten of ketels, kunnen tot brand leiden.
Gebruik altijd goedgekeurde containers voor opslag
en transport van brandstof.
Leeg de brandstoftank voordat u het product voor
langere tijd opslaat. De brandstof via een geschikte
verwijderinglocatie afvoeren
Zet het product tijdens het vervoer veilig vast om
schade en ongevallen te voorkomen.
Bewaar het product in een afgesloten ruimte om
toegang door kinderen of onbevoegde personen te
verhinderen.
Bewaar het product in een droge en vorstvrije
ruimte.
Voorbereiden op opslag
Bereid het product voor op opslag aan het eind van het
seizoen, en voorafgaand aan opslag langer dan 30
dagen.
88 504 - 003 - 26.01.2018
1. Stop de motor en sluit de brandstofklep.
2. Start de motor en kantel het product ongeveer 10 cm
van de grond, naar de kant van de geluiddemper.
3.
Laat de motorremhendel los wanneer de motor
stopt.
4. Koppel de bougiekabel los.
5. Tap de brandstof af uit de brandstoftank.
6. Verwijder de bougie en giet 5 ml motorolie door de
opening van de bougie.
7. Trek 3 keer aan de startkoordhendel om de olie door
de motor te verspreiden.
8. Controleer de bougie, zie
Bougie controleren op
pagina 88
. Sluit de bougiekabel niet aan.
9. Reinig het luchtfilter, zie
Het luchtfilter reinigen op
pagina 88
.
10. Controleer de snijuitrusting, zie
Snijuitrusting
controleren op pagina 87
.
11. Reinig het product, zie
Product reinigen op pagina
87
.
Afvoeren
Neem de plaatselijk geldende wet- en regelgeving
voor recycling in acht.
Voer alle chemicaliën, zoals olie of brandstof, af via
een servicecentrum of een geschikte
verwijderingslocatie.
Wanneer het product niet langer in gebruik is, stuur
het dan naar een Flymo dealer of voer het af via een
recyclingslocatie.
Technische gegevens
Technische gegevens
XL500
Motor
Merk / Model Honda / OHC GCV 160
Cilinderinhoud, cm
3
160
Toerental, tpm 3150 +0/-100
Nominaal motorvermogen, kW
29
3,0
Elektrodenafstand bougie, mm 0,75
Type bougie NGK BPR6ES
Brandstof-/smeersysteem
Inhoud brandstoftank, liter 0,9
Motorolie SAE 10W-30
Inhoud olietank, liter 0,5
Gewicht
Met lege tanks, kg 18,4
Geluidsemissies
30
Geluidsvermogenniveau, gemeten dB(A) 96
Geluidsvermogenniveau, gegarandeerd L
WA
dB (A) 97
29
Het aangegeven nominale vermogen van de motor heeft betrekking op het gemiddelde nettovermogen (bij het
opgegeven toerental) van een typische productiemotor voor het betreffende motormodel, gemeten volgens de
SAE-norm J1349/ISO1585. In massa geproduceerde motoren kunnen een afwijkende waarde geven. Het
werkelijk geleverde vermogen van de geïnstalleerde motor in het product hangt af van de bedrijfssnelheid, de
omgevingscondities en andere waarden.
30
Geluidsemissie naar de omgeving gemeten als geluidsvermogen (L
WA
) volgens EG-richtlijn 2000/14/EG.
504 - 003 - 26.01.2018 89
XL500
Geluidsniveau
31
Geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker, dB (A) 84
Trillingsniveaus, a
hveq
32
Handgreep, m/s
2
6,16
Snijuitrusting
Maaihoogte, mm 10-30
Maaibreedte, mm 510
Mes, artikelnummer 5119004-10
31
Geluidsdrukniveau volgens ISO 5395. De gerapporteerde gegevens voor het geluidsdrukniveau vertonen een
typische statistische spreiding (standaardafwijking) van 1,2 dB (A).
32
Trillingsniveau volgens ISO 5395. De gerapporteerde gegevens voor een trillingsniveau vertonen een typi-
sche statistische spreiding (standaardafwijking) van 0,2 m/s
2
.
90 504 - 003 - 26.01.2018
EG-conformiteitsverklaring
EG verklaring van overeenstemming
Husqvarna AB, SE–561 82 Huskvarna, Zweden, tel.:
+46-36-146500, verklaart dat de gazonmaaier Flymo
XL500
met serienummer 2017xxxxxxx en volgende,
voldoet aan de voorschriften van de RICHTLIJN VAN
DE RAAD:
van 17 mei 2006 "met betrekking tot machines"
2006/42/EG
van 26 februari 2014 "met betrekking tot
elektromagnetische compatibiliteit" 2014/30/EU
van 8 mei 2000 "met betrekking tot geluidsemissies
in het milieu” 2000/14/EG
Zie Technische gegevens voor informatie over
geluidsemissies.
De volgende normen zijn van toepassing:
EN ISO 5395-1, EN ISO 5395-2, EN ISO 5395-2 Amd1,
EN ISO 5395-2 Amd 2, EN 55012
Tenzij anders vermeld, betreft het de meest recente
versies van de hierboven genoemde normen.
Aangemelde instantie: 0404, RISE SMP Svensk
Maskinprovning AB, Box 7035, SE-750 07 Uppsala
heeft rapporten opgesteld inzake de beoordeling van de
overeenstemming met bijlage VI van Richtlijn
2000/14/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende
"de geluidsemissie door materieel voor gebruik
buitenshuis".
Het certificaat heeft nummer: 01/901/302
Huskvarna, 2017-12-14
Claes Losdal, Development Manager/Garden Products
(gemachtigde vertegenwoordiger voor Husqvarna AB en
verantwoordelijk voor technische documentatie.)
504 - 003 - 26.01.2018 91

Documenttranscriptie

Inhoud Inleiding........................................................................ 81 Onderhoud....................................................................86 Veiligheid...................................................................... 82 Vervoer, opslag en verwerking..................................... 88 Montage........................................................................84 Technische gegevens...................................................89 Werking.........................................................................85 EG-conformiteitsverklaring........................................... 91 Inleiding Productbeschrijving Gebruik Het product is een roterende duwmaaier. Hij zweeft op een luchtkussen, waardoor het gras in alle gebieden van het gazon gemakkelijk kan worden gemaaid. Gebruik het product voor het maaien van gras in grotere particuliere tuinen of publieke gazons. Kan worden gebruikt op hellingen van maximaal 45°. Gebruik het product niet voor andere taken. Productoverzicht (Fig. 1 ) 1. Chokehendel 2. Motorremhendel 3. Bovenste hendel 4. Knop hendel 5. Onderste hendel 6. Starthendel 7. Luchtfilter 8. Brandstoftank 9. Brandstofklep 10. Oliedop 11. Geluiddemper 12. Haak voor het afstellen van de stand van de handgreep 13. Bougie 14. Bedieningshandleiding 15. Transportwielen (accessoire) (Fig. 8 ) Zet de motor uit en verwijder de ontstekingskabel voordat u reparaties of onderhoud uitvoert. (Fig. 9 ) Dit product voldoet aan de geldende EGrichtlijnen. (Fig. 10 ) Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijn van de Europese Gemeenschap. De emissie van het product is vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens" en op het label. (Fig. 11 ) Brandstofklep open. (Fig. 12 ) Brandstofklep gesloten. (Fig. 13 ) Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en uiterst gevaarlijk gas. Laat het product nooit binnenshuis of in gesloten ruimten draaien. (Fig. 14 ) Risico op brand. Zet altijd de motor uit vóór het tanken. Symbolen op het product (Fig. 2 ) WAARSCHUWING: Onzorgvuldig of onjuist gebruik kan leiden tot letsel of overlijden van de gebruiker of omstanders. (Fig. 3 ) Lees de bedieningshandleiding zorgvuldig door en zorg dat u de instructies hebt begrepen voordat u het product gebruikt. (Fig. 4 ) Waarschuwing: roterend mes. Houd de handen en voeten uit de buurt. (Fig. 5 ) Waarschuwing: draaiende delen. Houd de handen en voeten uit de buurt. (Fig. 6 ) Kijk uit voor weggeslingerde en afgeketste voorwerpen. (Fig. 7 ) Houd personen en dieren op veilige afstand van het werkgebied. 504 - 003 - 26.01.2018 Let op: Andere symbolen/stickers op het product hebben betrekking op certificeringseisen voor overige commerciële markten. Productaansprakelijkheid Zoals uiteengezet in de wet voor productaansprakelijkheid zijn wij niet aansprakelijk voor schade die door ons product wordt veroorzaakt, indien: • het product niet goed is gerepareerd. 81 • • het product is gerepareerd met onderdelen die niet van de fabrikant afkomstig zijn, of onderdelen die niet zijn goedgekeurd door de fabrikant. het product een accessoire bevat die niet afkomstig is van de fabrikant of niet is goedgekeurd door de fabrikant. • het product niet is gerepareerd door een erkend servicepunt of door een erkende autoriteit. Veiligheid Veiligheidsdefinities Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen worden gebruikt om te wijzen op belangrijke delen van de handleiding. WAARSCHUWING: Wordt gebruikt om te wijzen op de kans op ernstig of fataal letsel voor de gebruiker of omstanders wanneer de instructies in de handleiding niet worden gevolgd. OPGELET: Wordt gebruikt indien er een risico bestaat op schade aan het product en andere eigendommen of aan de omgeving wanneer de instructies in de handleiding niet worden gevolgd. Let op: Geven verdere informatie die nodig is in een bepaalde situatie. • • • • • • • Veiligheid van het werkgebied WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • • • • 82 Dit product is gevaarlijk als het verkeerd wordt gebruikt, of als u niet voorzichtig bent. Letsel of overlijden kunnen het gevolg zijn als u de veiligheidsvoorschriften negeert. Dit product produceert tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden de werking van actieve of passieve medische implantaten verstoren. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken, raden we personen met een medisch implantaat aan om contact op te nemen met hun arts en de fabrikant van het medische implantaat alvorens dit product te gaan gebruiken. Wees altijd voorzichtig en gebruik uw gezond verstand. Als u niet zeker weet hoe u het product moet bedienen in een bepaalde situatie, stop dan en informeer bij uw Flymo dealer voordat u verdergaat. Denk erom dat de bediener of gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken of beschadigingen aan eigendommen. Houd het product schoon. Zorg ervoor dat u de aanduidingen en stickers duidelijk kunt lezen. Laat niemand het product gebruiken tenzij u zeker weet dat deze de inhoud van de gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen. Laat het product niet door een kind bedienen. Laat het product niet bedienen door een persoon die de instructies niet heeft gelezen. Houd personen met een lichamelijke of geestelijke beperking die het product gebruiken, altijd in de gaten. Er moet te allen tijde een verantwoordelijke volwassene aanwezig zijn. Gebruik het product nooit als u moe of ziek bent, of onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen verkeert. Dit heeft een negatief effect op uw visie, alertheid, coördinatie en oordeel. Gebruik het product niet als het defect is. Wijzig dit product niet of gebruik het niet als het door anderen kan zijn gewijzigd. • • • • • • • • Verwijder takken, twijgen, stenen en andere losse voorwerpen uit het werkgebied voordat u het product gaat gebruiken. Objecten die tegen de snijuitrusting aankomen, kunnen worden uitgeworpen en schade veroorzaken aan personen en objecten. Houd omstanders en dieren op veilige afstand van het product. Gebruik het product niet bij mist, regen, harde wind, koud weer, risico op blikseminslag of andere slechte weersomstandigheden. Het gebruik van het product bij slecht weer of op natte plekken kan uw alertheid negatief beïnvloeden. Slecht weer kan voor gevaarlijke werkomstandigheden zorgen. Kijk uit voor personen, objecten en situaties die een veilig gebruik van het product kunnen verhinderen. Kijk uit voor wortels, stenen, twijgen, kuilen, greppels en andere obstakels. Lang gras kan goed zicht verhinderen. Gras maaien op hellingen kan gevaarlijk zijn. Gebruik het product niet op een helling van meer dan 45°. Maai geen gras op natte hellingen. Wanneer u gras maait op een helling, moet u altijd uw voeten vlak op de grond houden en het product onder u op de helling houden. Gebruik het product dwars over het oppervlak van hellingen. Ga niet van boven naar beneden. 504 - 003 - 26.01.2018 • Wees voorzichtig wanneer u in de buurt komt van onoverzichtelijke bochten en voorwerpen die uw zicht kunnen belemmeren. Veiligheidsinstructies voor bediening Persoonlijke beschermingsmiddelen Werkveiligheid WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • • • • • • • • • • • • • • • Gebruik dit product alleen om gazons te maaien. Het is niet toegestaan om het product voor andere doeleinden te gebruiken. Maak altijd gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie Persoonlijke beschermingsmiddelen op pagina 83. Start de motor niet in een gesloten ruimte of in de buurt van brandbaar materiaal. De uitlaatgassen van de motor zijn heet en kunnen vonken bevatten die brand kunnen veroorzaken. Gebruik dit product alleen als het mes en alle afdekkingen correct zijn bevestigd. Een verkeerd bevestigd mes kan losraken en letsel veroorzaken. Zorg ervoor dat het mes geen voorwerpen raakt zoals stenen en wortels. Hierdoor kan het mes beschadigen en de motoras verbuigen. Een gebogen as veroorzaakt zware trillingen en een zeer groot risico dat het mes losraakt. Stop het product onmiddellijk als het mes een voorwerp wordt geraakt of als zich trillingen voordoen. Ontkoppel de ontstekingskabel van de bougie. Controleer het product op schade. Repareer schade of laat een erkende servicewerkplaats de reparatie uitvoeren. Bevestig de motorremhendel niet permanent aan de handgreep wanneer de motor draait. Plaats het product op een stabiele, vlakke ondergrond en start het. Zorg ervoor dat het mes niet in aanraking komt met de grond of andere voorwerpen. Blijf altijd achter het product wanneer u het gebruikt. Houd 2 handen aan de handgreep wanneer u het product gebruikt. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de roterende messen. Wees voorzichtig wanneer u het product naar achteren trekt. Til het product niet op wanneer de motor is ingeschakeld. Als het product toch moet worden opgetild, zet dan eerst de motor uit en koppel de bougiekabel los van de bougie. Loop niet achteruit wanneer u het product bedient. Stop de motor als u in gebieden zonder gras komt, bijvoorbeeld op paden van grind, stenen en asfalt. Loop niet hard met het product wanneer de motor is ingeschakeld. Loop altijd rustig wanneer u het product bedient. Houd altijd toezicht op het product wanneer de motor draait. Stop de motor en wacht tot de snijuitrusting stopt met draaien. 504 - 003 - 26.01.2018 WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • • • Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen niet alle risico’s uitsluiten maar kunnen de ernst van eventueel letsel helpen beperken. Vraag uw dealer u te helpen bij het kiezen van de juiste beschermingsmiddelen. Gebruik zware antisliplaarzen of -schoenen. Draag geen open schoenen en loop niet op blote voeten. Draag een lange broek van stevige stof. Draag zo nodig beschermende handschoenen, bijvoorbeeld bij het monteren, inspecteren of reinigen van de snijuitrusting. Veiligheidsvoorzieningen op het product WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • Gebruik het product nooit wanneer de veiligheidsvoorzieningen defect zijn. Controleer de veiligheidsvoorzieningen regelmatig op een juiste werking. Als de veiligheidsvoorzieningen defect zijn, neem dan contact op met uw Flymo servicewerkplaats. Kap van maaidek • Controleer de kap van het maaidek om te zien of er geen schade is, zoals barsten. Remhendel motor De motorrem schakelt de motor uit. Als de remhendel van de motor wordt losgelaten, stopt de motor. Voor een inspectie van de motorrem start u de motor en laat de motorremhendel los. Als de motor niet binnen 3 seconden stopt, laat u een erkende Flymo servicewerkplaats de motorrem afstellen. (Fig. 15 ) Geluiddemper De uitlaatdemper is bedoeld om het geluidsniveau zo laag mogelijk te houden en om de uitlaatgassen weg te voeren van de gebruiker. Gebruik het product niet als de demper ontbreekt of beschadigd is. Bij een defecte uitlaatdemper stijgt het geluidsniveau en neemt het risico op brand toe. Inspecteer de uitlaatdemper regelmatig om te verifiëren of die goed vastzit en niet beschadigd is. 83 OPGELET: De uitlaatdemper wordt erg heet tijdens en na gebruik en wanneer de motor draait bij stationair toerental. Wees voorzichtig in de buurt van brandbare materialen en/of dampen om brand te voorkomen. WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • • • • • • • • • • • • Brandstofveiligheid • • Start het product niet als er brandstof of motorolie op het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste brandstof/olie en laat het product drogen. Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct andere kleding aan. Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met water en zeep. Start het product niet als er sprake is van een motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op lekkage. Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen letsel veroorzaken of leiden tot de dood. Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie. Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor. Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de brandstof of de motor. Vul geen brandstof bij terwijl de motor is ingeschakeld. Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u brandstof bijvult. Draai de tankdop langzaam open en laat de druk voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult. Vul geen brandstof voor de motor bij in een afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het inademen van koolmonoxide. Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat u het product start. Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank. Veiligheidsinstructies voor onderhoud WAARSCHUWING: Lees de volgende waarschuwingen voordat u het product gaat gebruiken. • • • • • • • • Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en uiterst gevaarlijk gas. Start de motor nooit binnenshuis of in gesloten ruimten. Voordat u het onderhoud van het product uitvoert, zet u de motor uit en verwijdert u de ontstekingskabel van de bougie. Draag beschermende handschoenen wanneer u onderhoud aan de snijuitrusting uitvoert. Het mes is zeer scherp en kan gemakkelijk snijwonden veroorzaken. Accessoires en wijzigingen aan het product die niet zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden tot ernstig letsel of overlijden. Breng geen wijzigingen aan het product aan. Gebruik alleen accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant. Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt uitgevoerd, neemt de kans op letsel of schade aan het product toe. Voer alleen onderhoud uit zoals beschreven in deze gebruikershandleiding. Alle overige onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende Flymo servicewerkplaats. Laat een erkende Flymo servicewerkplaats regelmatig onderhoud aan het product uitvoeren. Vervang beschadigde, versleten of defecte onderdelen. Montage Onderste handgreep monteren Bovenste handgreep monteren 1. Steek de haak die aan de handgreep (A) is bevestigd door de middelste sleuf (B), in de richting van de pijl (C).(Fig. 16 ) 1. Zet de onderste handgreep in de parkeerstand, zie Positie van de handgreep instellen op pagina 85. 2. Draai de handgreep 90° met de wijzers van de klok mee om de uiteinden van de onderste handgreep tussen de steunen (D) op het maaidek te krijgen. 3. Duw de borgpennen (A) door de steunen en de uiteinden van de onderste handgreep. Borg ze met de splitpennen (B).(Fig. 17 ) 84 2. Zorg ervoor dat de choke zich aan de linkerkant van het product bevindt, vanaf de achterkant gezien. 3. Lijn de gaten in de bovenste handgreep uit met de openingen in de onderste hendel en breng de schroeven, ringen en knoppen aan.(Fig. 18 ) 4. Gebruik de kabelbinders om de kabels aan het handvat te bevestigen.(Fig. 19 ) 504 - 003 - 26.01.2018 OPGELET: Zorg ervoor dat de spanning in de kabels niet te hoog is. Transportwielen monteren (accessoire) 1. Steek de haak die aan de handgreep (A) is bevestigd door de middelste sleuf (B), in de richting van de pijl (C).(Fig. 20 ) 2. Draai de handgreep 90° met de wijzers van de klok mee om de uiteinden van de onderste handgreep tussen de steunen (D) op het maaidek te krijgen. 3. Duw de bus (A) door de steunen en de uiteinden van de onderste handgreep.(Fig. 21 ) 4. Bevestig het wielframe (A) aan het maaidek met de schroeven (B), ringen (C, D) en borgmoeren (E).(Fig. 22 ) 5. Duw de onderste verlengbuizen in de bovenste verlengbuizen. 6. Duw de borgpennen (A) door de verlengbuizen en borg ze met de splitpennen (B).(Fig. 23 ) Werking Inleiding WAARSCHUWING: Voordat u het product gaat gebruiken, dient u het hoofdstuk over veiligheid te lezen en hebben begrepen. Voordat u het product gaat bedienen 1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en zorg dat u de instructies hebt begrepen. 2. Controleer de snijuitrusting om te zien of deze correct is gemonteerd en afgesteld. Zie Snijuitrusting controleren op pagina 87. 3. Vul de brandstoftank. Zie Brandstof bijvullen op pagina 85. 4. Vul de olietank en controleer het oliepeil. Zie Motorolie bijvullen en verversen op pagina 88. Brandstof bijvullen Gebruik emissiearme of alkylaatbenzine, indien beschikbaar. Als er geen emissiearme of alkylaatbenzine beschikbaar is, gebruik dan een loodvrije benzine van goede kwaliteit, of loodhoudende benzine. Gebruik een benzine met een octaangetal van minimaal 90 (87 AKI) en met maximaal 10% ethanol (E10). OPGELET: Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan 90 RON (87 AKI). Dit kan schade aan het product veroorzaken. 1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om de druk te laten ontsnappen. 2. Vul langzaam met een benzinejerrycan. Als u brandstof morst, verwijder deze dan met een doek en laat de resterende brandstof opdrogen. 3. Maak het gebied rondom de brandstoftankdop goed schoon. 4. Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand. 504 - 003 - 26.01.2018 5. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat u het product start. Positie van de handgreep instellen 1. Til de haak (A) op.(Fig. 24 ) 2. Duw de haak naar voren om de handgreep in de parkeerstand (B) te zetten. 3. Trek de haak naar achteren om de handgreep in de maaistand (C) te zetten. Product starten 1. Controleer of de ontstekingskabel is verbonden met de bougie. 2. Zet de handgreep in de parkeerstand, zie Positie van de handgreep instellen op pagina 85. 3. Open de brandstofklep.(Fig. 25 ) 4. Stel de chokehendel af. a) Als de motor koud is, zet u de chokehendel in de chokestand.(Fig. 26 ) b) Als de motor warm is, zet u de chokehendel in de werkstand.(Fig. 27 ) 5. Houd de motorremhendel tegen de handgreep. 6. Zet uw rechtervoet op het maaidek. 7. Houd de bovenkant van de handgreep met uw linkerhand vast en kantel het product. 8. Houd het startkoord in uw rechterhand.(Fig. 28 ) 9. Trek het startkoord langzaam naar buiten totdat u enige weerstand voelt. 10. Krachtig trekken om de motor te starten. 11. Wanneer de motor op volle snelheid is, laat u het product voorzichtig op de grond zakken. 12. Wanneer de motor warm is, moet u de chokehendel ingesteld hebben op de werkstand. 13. Zet de handgreep in de maaistand, zie Positie van de handgreep instellen op pagina 85. 85 WAARSCHUWING: Wikkel het startkoord niet rond uw hand. • Product stoppen • • • Kantel het product en laat de motorremhendel los. Wanneer de motor stopt, laat u het product zakken. Zet de handgreep in de parkeerstand, zie Positie van de handgreep instellen op pagina 85. Sluit de brandstofklep. • • gras wordt geel. Een scherp mes verbruikt ook minder energie dan een bot mes. Maai nooit meer dan 1/3e van de lengte van het gras af. Maai eerst met een hoog ingestelde maaihoogte. Controleer het resultaat en verlaag de snijhoogte tot een geschikt niveau. Als het gras echt lang is, rijd dan langzaam en maai zo nodig 2 keer. Maai elke keer in een andere richting, om het ontstaan van strepen in het gazon te voorkomen. Een goed resultaat verkrijgen • Gebruik altijd een scherp mes. Een bot mes geeft een onregelmatig resultaat en het snijvlak van het Onderhoud Inleiding WAARSCHUWING: Voordat u onderhoud gaat uitvoeren, dient u het hoofdstuk over veiligheid te lezen en hebben begrepen. Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan het product is speciale training nodig. Wij garanderen de beschikbaarheid van professionele reparaties en onderhoud. Indien uw dealer geen servicewerkplaats heeft, vraag hem dan naar de dichtstbijzijnde servicewerkplaats. Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert WAARSCHUWING: Om letsel en schade aan het product te voorkomen, moet u deze Onderhoud instructies opvolgen om het product op zijn kant te leggen. 1. Sluit de brandstofklep.(Fig. 29 ) 2. Laat de motor lopen totdat deze stopt. 3. Koppel de bougiekabel los.(Fig. 30 ) 4. Kantel het product op de linkerkant, met het luchtfilter (A) naar boven en de geluiddemper naar beneden.(Fig. 31 ) Onderhoudsschema De onderhoudsintervallen worden berekend op basis van het dagelijks gebruik van het product. De intervallen veranderen als het product niet dagelijks wordt gebruikt. Voor onderhoud dat is gemarkeerd met *: zie de instructies in Veiligheidsvoorzieningen op het product op pagina 83. Elke dag Algemene inspectie uitvoeren X Motoroliepeil controleren X Product reinigen X Snijuitrusting controleren X Kap van het maaidek controleren* X Motorremhendel controleren* X Luchtfilter controleren X Wekelijks Geluiddemper controleren* X Bougie controleren X Reinig het luchtfilter 86 Maandelijks X 504 - 003 - 26.01.2018 Onderhoud X X Controleer of de moeren en schroeven op het product goed zijn vastgedraaid. WAARSCHUWING: Volg de instructies in Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert op pagina 86 op voordat u de onderkant van het product reinigt. OPGELET: Gebruik geen reinigingsmiddel, benzine of oplosmiddelen om het product te reinigen. Dit kan schade aan kunststof onderdelen veroorzaken. • • • • • Maandelijks Brandstofsysteem controleren Product reinigen • • Wekelijks Vervang het luchtfilter Algemene inspectie uitvoeren • Elke dag Reinig het product niet met een hogedrukspuit. Als u water gebruikt om het product te reinigen, spuit dan geen water rechtstreeks op de motor. Gebruik een borstel om bladeren, gras en vuil te verwijderen. Zorg dat de koelluchtinlaten niet geblokkeerd worden. Verwijder de ventilator (zie Mes en ventilator vervangen op pagina 87) en maak deze schoon met een borstel. Reinig het oppervlak van het product met een droge doek. Reinig de onderkant van het product met een schraper om de opeenhoping van gras en vuil te verwijderen. Snijuitrusting controleren WAARSCHUWING: Verwijder de ontstekingskabel van de bougie om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt gestart. WAARSCHUWING: Draag beschermende handschoenen wanneer u onderhoud aan de snijuitrusting uitvoert. Het mes is zeer scherp en kan gemakkelijk snijwonden veroorzaken. 1. Controleer de snijuitrusting op beschadiging of scheuren. Vervang beschadigde snijuitrusting altijd. 2. Kijk naar het mes om te zien of dit is beschadigd of bot is. balanceren door een servicecentrum uitvoeren. Als u een obstakel raakt waardoor het product stopt, vervang dan het beschadigde mes. Laat het servicecentrum beoordelen of het mes kan worden geslepen of moet worden vervangen. Mes en ventilator vervangen WAARSCHUWING: Draag handschoenen van dikke stof. Het mes is zeer scherp en kan gemakkelijk snijwonden veroorzaken. 1. Bereid het product voor op onderhoudswerkzaamheden, zie Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert op pagina 86. 2. Houd de ventilator stevig vast en draai de mesbout (A) linksom om deze te verwijderen.(Fig. 32 ) 3. Verwijder het mes (B), de afstandsstukken voor de maaihoogte (C) en de ventilator (D). 4. Controleer de mesbout en de ventilator op beschadigingen. 5. Zet de ventilator terug in de oorspronkelijke stand. Als u de afstandsstukken voor de maaihoogte aanbrengt, zorg er dan voor dat de pennen in de gaten van de ventilator vallen. 6. Monteer het nieuwe mes. Zorg ervoor dat de pennen op de ventilator (E) in de openingen (F) van het mes vallen. 7. Wanneer u het nieuwe mes bevestigt, richt dan de gebogen uiteinden van het mes naar de grond. 8. Plaats de mesbout door het middelste gat van het mes (G) en draai hem met de wijzers van de klok mee met uw hand vast. 9. Houd de ventilator stevig vast en draai de mesbout vast met een sleutel. 10. Draai het mes met de hand rond en controleer of het vrij draait. 11. Start het product om het mes te testen. Als het mes niet goed is bevestigd, zijn er trillingen in het product of is het maairesultaat niet goed. Maaihoogte afstellen Breng afstandsstukken voor de maaihoogte aan om de maaihoogte te verkleinen. Verwijder de afstandsstukken voor de maaihoogte om de maaihoogte te vergroten. Let op: Gebruik niet meer dan 2 afstandsstukken voor de maaihoogte. Let op: Het mes moet na het slijpen worden gebalanceerd. Laat het slijpen, vervangen en 504 - 003 - 26.01.2018 87 1. Bereid het product voor op onderhoudswerkzaamheden, zie Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert op pagina 86. 3. Reinig de luchtfilterhouder (D) en het luchtfilterdeksel met een vochtige doek. OPGELET: Zorg ervoor dat er geen vuil in het luchtkanaal naar de carburateur (E) komt. 2. Verwijder de mesbout en het mes, zie Mes en ventilator vervangen op pagina 87. 3. Breng 1 of 2 afstandsstukken voor de maaihoogte (A) aan tussen de ventilator en het mes. Zet het eerste afstandsstuk voor de maaihoogte met de openingen over de pennen op de ventilator (B). Laat de pennen van het tweede afstandsstuk voor de maaihoogte in de gaten van het eerste afstandsstuk voor de maaihoogte vallen.(Fig. 33 ) 4. Breng het mes aan op het afstandsstuk voor de maaihoogte. Zorg ervoor dat de pennen op het afstandsstuk voor de maaihoogte in de openingen (C) van het mes vallen. 5. Bevestig het mes en de mesbout, zie Mes en ventilator vervangen op pagina 87. Motorolie bijvullen en verversen • Voor informatie over het bijvullen en verversen van de motorolie, raadpleegt u de bedieningshandleiding voor de motor. 4. Zet het luchtfilter terug in de oorspronkelijke stand. Controleer of het luchtfilter de luchtfilterhouder volledig afsluit. 5. Plaats het luchtfilterdeksel terug, begin met de lippen aan de onderkant. Bougie controleren OPGELET: Gebruik altijd het juiste bougietype. Een verkeerd type bougie kan schade aan het product veroorzaken. • • Het luchtfilter reinigen OPGELET: Laat de motor niet draaien zonder dat er een luchtfilter is gemonteerd, of met een vuil luchtfilter. Dit verlaagt het rendement en kan schade aan de motor veroorzaken. 1. Druk op de vergrendelingslippen (A), verwijder het luchtfilterdeksel (B) en verwijder het luchtfilter (C). (Fig. 34 ) 2. Tik het luchtfilter tegen een vlakke ondergrond om de deeltjes te verwijderen. U kunt ook perslucht door het luchtfilter blazen. Doe dit vanaf de schone kant van het luchtfilter. • • Controleer de bougie als de motor weinig vermogen heeft, niet gemakkelijk te starten is of stationair niet goed draait. Volg deze instructies om het risico van ongewenst materiaal op de elektroden van de bougie te beperken: a) Zorg ervoor dat het stationair toerental altijd juist is afgesteld. b) Zorg dat het brandstofmengsel correct is. c) Zorg dat het luchtfilter schoon is. Maak de bougie schoon als deze vuil is en controleer of de afstand tussen de elektroden correct is, zie Technische gegevens op pagina 89.(Fig. 35 ) Vervang de bougie indien nodig. Brandstofsysteem controleren • • OPGELET: Gebruik geen borstel om vuil te verwijderen, omdat dit het vuil in het luchtfilter duwt. Controleer de brandstoftankdop en de afdichting van de brandstoftankdop om te zien of er geen schade is. Controleer de brandstofslang om te controleren of er geen lekken zijn. Als de brandstofslang beschadigd is, laat deze dan door een servicemonteur vervangen. Vervoer, opslag en verwerking Transport en opslag • • • • • 88 Controleer voor opslag en vervoer van het product en de brandstof of er geen lekken of dampen zijn. Vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische apparaten of ketels, kunnen tot brand leiden. Gebruik altijd goedgekeurde containers voor opslag en transport van brandstof. Leeg de brandstoftank voordat u het product voor langere tijd opslaat. De brandstof via een geschikte verwijderinglocatie afvoeren • Zet het product tijdens het vervoer veilig vast om schade en ongevallen te voorkomen. Bewaar het product in een afgesloten ruimte om toegang door kinderen of onbevoegde personen te verhinderen. Bewaar het product in een droge en vorstvrije ruimte. Voorbereiden op opslag Bereid het product voor op opslag aan het eind van het seizoen, en voorafgaand aan opslag langer dan 30 dagen. 504 - 003 - 26.01.2018 1. Stop de motor en sluit de brandstofklep. 2. Start de motor en kantel het product ongeveer 10 cm van de grond, naar de kant van de geluiddemper. 3. Laat de motorremhendel los wanneer de motor stopt. 4. Koppel de bougiekabel los. 5. Tap de brandstof af uit de brandstoftank. 6. Verwijder de bougie en giet 5 ml motorolie door de opening van de bougie. 7. Trek 3 keer aan de startkoordhendel om de olie door de motor te verspreiden. 10. Controleer de snijuitrusting, zie Snijuitrusting controleren op pagina 87. 11. Reinig het product, zie Product reinigen op pagina 87. Afvoeren • • • 8. Controleer de bougie, zie Bougie controleren op pagina 88. Sluit de bougiekabel niet aan. Neem de plaatselijk geldende wet- en regelgeving voor recycling in acht. Voer alle chemicaliën, zoals olie of brandstof, af via een servicecentrum of een geschikte verwijderingslocatie. Wanneer het product niet langer in gebruik is, stuur het dan naar een Flymo dealer of voer het af via een recyclingslocatie. 9. Reinig het luchtfilter, zie Het luchtfilter reinigen op pagina 88. Technische gegevens Technische gegevens XL500 Motor Merk / Model Cilinderinhoud, Honda / OHC GCV 160 cm3 160 Toerental, tpm 3150 +0/-100 Nominaal motorvermogen, kW29 3,0 Elektrodenafstand bougie, mm 0,75 Type bougie NGK BPR6ES Brandstof-/smeersysteem Inhoud brandstoftank, liter 0,9 Motorolie SAE 10W-30 Inhoud olietank, liter 0,5 Gewicht Met lege tanks, kg 18,4 Geluidsemissies30 Geluidsvermogenniveau, gemeten dB(A) 96 Geluidsvermogenniveau, gegarandeerd LWA dB (A) 97 29 30 Het aangegeven nominale vermogen van de motor heeft betrekking op het gemiddelde nettovermogen (bij het opgegeven toerental) van een typische productiemotor voor het betreffende motormodel, gemeten volgens de SAE-norm J1349/ISO1585. In massa geproduceerde motoren kunnen een afwijkende waarde geven. Het werkelijk geleverde vermogen van de geïnstalleerde motor in het product hangt af van de bedrijfssnelheid, de omgevingscondities en andere waarden. Geluidsemissie naar de omgeving gemeten als geluidsvermogen (LWA) volgens EG-richtlijn 2000/14/EG. 504 - 003 - 26.01.2018 89 XL500 Geluidsniveau31 Geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker, dB (A) Trillingsniveaus, ahveq Handgreep, m/s2 84 32 6,16 Snijuitrusting Maaihoogte, mm 10-30 Maaibreedte, mm 510 Mes, artikelnummer 5119004-10 31 32 90 Geluidsdrukniveau volgens ISO 5395. De gerapporteerde gegevens voor het geluidsdrukniveau vertonen een typische statistische spreiding (standaardafwijking) van 1,2 dB (A). Trillingsniveau volgens ISO 5395. De gerapporteerde gegevens voor een trillingsniveau vertonen een typische statistische spreiding (standaardafwijking) van 0,2 m/s2. 504 - 003 - 26.01.2018 EG-conformiteitsverklaring EG verklaring van overeenstemming Husqvarna AB, SE–561 82 Huskvarna, Zweden, tel.: +46-36-146500, verklaart dat de gazonmaaier Flymo XL500 met serienummer 2017xxxxxxx en volgende, voldoet aan de voorschriften van de RICHTLIJN VAN DE RAAD: • • • van 17 mei 2006 "met betrekking tot machines" 2006/42/EG van 26 februari 2014 "met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit" 2014/30/EU van 8 mei 2000 "met betrekking tot geluidsemissies in het milieu” 2000/14/EG Zie Technische gegevens voor informatie over geluidsemissies. De volgende normen zijn van toepassing: EN ISO 5395-1, EN ISO 5395-2, EN ISO 5395-2 Amd1, EN ISO 5395-2 Amd 2, EN 55012 Tenzij anders vermeld, betreft het de meest recente versies van de hierboven genoemde normen. Aangemelde instantie: 0404, RISE SMP Svensk Maskinprovning AB, Box 7035, SE-750 07 Uppsala heeft rapporten opgesteld inzake de beoordeling van de overeenstemming met bijlage VI van Richtlijn 2000/14/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende "de geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis". Het certificaat heeft nummer: 01/901/302 Huskvarna, 2017-12-14 Claes Losdal, Development Manager/Garden Products (gemachtigde vertegenwoordiger voor Husqvarna AB en verantwoordelijk voor technische documentatie.) 504 - 003 - 26.01.2018 91
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Flymo XL500 de handleiding

Categorie
Speelgoed
Type
de handleiding