NEDERLANDS
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. 1 indien niet vermeld)
SPECIFICATIE
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF
폷 Verklaart dingen die nuttig zijn om te
weten, naast de basisbediening.
0 Scherptediepteindex (Nikon)
-
Horizontale en verticale
positiemarkeringen van
statiefbevestiging
= Statiefbevestigingsring
q
Statiefbevestigingsmarkering
w Afstandsindex
e
Bevestigingsschroel
statiefkoppelstuk
r Statiefkoppelstuk
t FEC-bevestigingsring
y FEC-ring
u
Filter Effect Control-adapter
(FEC-adapter)
Autofocus (AF) (Ref. Fig. 2)
Handmatig scherpstellen (MF) (Ref. Fig. 3)
DIAFRAGMA EN AE-VOORKEUZE (Ref. Fig. 4)
i Diafragmaring (Nikon)
o Diafragmaschaal (Nikon)
p Minimumdiafragma-
vergrendeltoets (Nikon)
[ Afstandsindex
] Diafragmaschaal voor
zoeker (Nikon)
\ Aansluitcontacten/
objectiefaansluitcontacten
a Aansluitingsmerkteken voor
objectif (Canon, Sony)
s
Diafragmamarkering voor lange
brandpuntsafstanden (Nikon)
d AF/MF-schakelaar (Canon)
A08
Filterdiameter 86 mm
Lengte 224,5 mm (Behalve
voor de FEC-adapter)
Diameter 93,5 mm
Gewicht 1226 g (Behalve voor
de FEC-adapter)
Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-
uitrusting. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de
mogelijkheden van het objectief en kennis te nemen van de fototechnische
aanbevelingen, zodat u verzekerd bent van de beste resultaten. Indien u de nodigde
zorgvuldigheid betracht, zult u vele jaren plezier hebben van uw Tamron-objectief en
zult u de prachtigste foto's kunnen maken.
폷 Verklaart de voorzorgen die u kunt
nemen om problemen te voorkomen.
1-1
Kapbevestigingsuitlijnmarkering
(op de lens)
1-2
Kapbevestigingsuitlijnmarkering
(op de FEC
)
1-3
Kapbevestigingsuitlijnmarkering
(op de kap)
2 Kapbevestigingsmarkering
3 LZonnekap
4 Kapfilterring
5 Zoomring
6 Zoomvergrendelingsknop
7 Scherptediepteindex
8 Scherpstelring
9 Afstandsschaal
A08
Brandpuntsafstand 200~500 mm
Maximale lensopening F/5-6,3
Zichthoek 12°- 5°
Lensopbouw 10/13
Minimale voorwerpsafsland 2,5 m (Zoom met
volledig zoombereik)
Maximale vergrotingsverhouding
1:5,0 (op 500 mm)
•
Vermelde lengtes, diameters en gewichten zijn van objectieven met Nikon-vatting.
• Zowel de technische specificatie als de uitvoering van de objectieven die in deze
gebruiksaanwijzing zijn opgenomen mogen zonder voorafgaande inkennisstelling
worden gewijzigd.
쐽 Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het merkteken a op het objectief
tegenover met het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de
camera. Draai het objectief met de klok mee tot het vastklikt. Op Nikon camera's dient
u het bevestigingsmerkteken voor de lens op de camera en de scherptediepteindex 0
op de lens op elkaar af te stemmen om de lens te kunnen bevestigen.
쐽 Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop op de camera in, draai het objectief tegen de klok in (bij
Nikon-camera's met de klok mee), en til het objectief van de cameravatting.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de scherpstelschakelaar op de camera op autofocus (AF). Druk de ontspanknop
gedeeltelijk in terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp richt, het objectief
stelt dan automatisch scherp. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
• Wanneer de camera op AF is geschakeld, dient men er zorg voor te dragen dat het
scherpstellen ongehinderd kan plaatsvinden. Indien dit niet gebeurt kan het
objectiefmechanisme ernstig beschadigd raken.
• Kies autofocus of handmatig scherpstellen d.m.v. de AF/MF-schakelaar op de camera
Nikon, Sony. Voor Canon-camera's zijn de objectieven voorzien van een AF/MF-
schakelaar d.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de scherpstelschakelaar op de camera op handmatig scherpstellen (MF) in geval
van een Nikon of Sony. In het geval van een Canon schakelt u over naar MF met behulp
van de AF/MF-schakelaar d op het objectief. Stel handmatig scherp middels de
scherpstelring terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp richt. Wanneer
het te fotograferen onderwerp scherp staat in de zoeker, is de lens scherpgesteld.
• Druk de ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u scherpstelt. In de zoeker gaat een lampje
branden wanneer de maximale scherpstelling is bereikt.
• Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het objectief beschikt
over een zekere flexibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het scherpgestelde
gedeelte scherp worden weergegeven.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
쐽 Het instellen van het diafragma met Canon- en Sony-camera's.
Kies het diafragma op de camera nadat u het diafragmavoorkeuzeprogramma heeft ingeschakeld.
쐽 Het instellen van het diafragma met Nikon-camera's.
Afhankelijk van de fotografeerfunctie is het mogelijk het diafragma in te stellen op de
diafragmaring van de lens of op de behuizing van de camera, of op beide.
• Het diafragma instellen met de diafragmaring van de lens
Verplaats de diafragmaring op de lens van het kleinste diafragma en lijn deze uit met
de markering van het gewenste diafragma.
• Het diafragma instellen op de behuizing van de camera
Verplaats de diafragmaring op de lens van het kleinste diafragma en stel het
gewenste diafragma in op de camera.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
De FEC-adapter is nu standaarduitrusting op de A08, waardoor de filter kan draaien
terwijl de kap is bevestigd. Door de FEC-ring te draaien, draait het filter, zodat onder
andere het PL-filter kan worden ingesteld.
•
De FEC-adapter kan worden bevestigd met behulp van de filterschroef op de lens. Let erop
dat als een te grote kracht op de schroef wordt uitgeoefend, de schroefdraad kan worden
dolgedraaid, waardoor het onmogelijk wordt de adapter van de lens te verwijderen.
•
Zorg ervoor dat de FEC-adapter stevig op de lens wordt bevestigd. Als deze niet stevig is
bevestig, kan deze loskomen bij het bevestigen of verwijderen van de kap.
• U kunt op dezelfde manier andere filters dan het PL-filter gebruiken (zoals het kruisfilter).
쐽 De FEC-adapter bevestigen en verwijderen
Bevestigen
1) Schroef de FEC-adapter u op de filterring van de kap 4 op dezelfde manier als
het filter.
2) Draai de FEC-adapter u rechtsom.
3) De FEC-adapter u wordt op de lens bevestigd.
Verwijderen
1) Draai de FEC-bevestigingsring t linksom.
2) De FEC-adapter u komt van de lens af.
쐽 De zonnekap opzetten wanneer de FEC-adapter niet is aangesloten
1) Lijn de bevestigingsmarkering 1 - 3 (•) op de kap uit met de
kapbevestigingsuitlijnmarkering 1 - 1 (•) op de lens, en plaats de kap vervolgens
gelijkmatig op de lens.
2) Draai de kap (ong. 90°) totdat de kapvergrendelingsmarkering 2 "TAMRON 쑗" en
de kapmarkering 1 - 1 (•) op de lens uitgelijnd zijn en u een klik hoort wanneer de
kap wordt vergrendeld.
쐽 De zonnekap verwijderen wanneer de FEC-adapter niet is aangesloten
1)
Draai de kap stevig linksom totdat u een klik hoort wanneer de kap wordt ontgrendeld.
2) Draai daarna de kap (ong. 90°) en verwijder deze.
쐽 Bevestigen van de lenskap terwijl de FEC-adapter is bevestigd
1) Houd de FEC-ring y stevig vast met één hand zodat deze niet draait.
2) Lijn de bevestigingsmarkering 1 - 3 (•) op de kap uit met de
kapbevestigingsuitlijnmarkering 1 - 2 "TAMRON 쑗" op de FEC, en plaats de kap
vervolgens gelijkmatig op de lens.
3) Draai de kap (ong. 90°) totdat de kapvergrendelingsmarkering "TAMRON 쑗" 2 en
de kapmarkering 1 - 2 "TAMRON •" op de FEC uitgelijnd zijn en u een klik hoort
wanneer de kap wordt vergrendeld.
쐽 Verwijderen van de lenskap terwijl de FEC-adapter is bevestigd
1) Houd de FEC-ring y stevig vast met één hand zodat deze niet draait.
2)
Draai de kap stevig linksom totdat u een klik hoort wanneer de kap wordt ontgrendeld.
3) Draai daarna de kap (ong. 90°) en verwijder deze.
쐽 De zonnekap opbergen
Als de lenskap in opgeborgen vorm is, kunt u deze achterstevoren draaien en bevestigen.
1)
Houd de lens in de richting waarin de kap open is, lijn de kapvergrendelingsmarkering
2
"TAMRON
쑗
" bij benadering uit met de bevestigingsmarkering
1
- 1 (
•)* op
de lens
en bevestig deze.
*
De markering op de FEC-ring is
1
- 2 "TAMRON
•
" als de FEC-adapter is bevestigd.
2) Draai de kap rechtsom (ong. 90°) zodat de kap kan moeilijk naar voren eraf
getrokken worden. (Vanwege het ontwerp echter, wordt de kap niet vergrendeld
wanneer deze achterstevoren wordt bevestigd.)
• De kap van de A08 wordt vanwege het structurele ontwerp niet vergrendeld wanneer
deze achterstevoren is gedraaid.
Als u de lens draagt, let u erop de lens goed vast te houden. Als u deze alleen aan de
kap vasthoudt, kan de kap van de lens loskomen waardoor deze valt. Doe dit niet omdat
hierdoor aanzienlijke beschadiging kan ontstaan.
Draai de zoomring 5 van het objectief terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het
onderwerp richt en kader het onderwerp uit bij de gekozen brandpuntsafstand.
Model A08 is voorzien van een zoomvergrendelingsmechanisme dat voorkomt dat de
lenscilinder onbedoeld langer wordt terwijl deze rond uw nek hangt. Dit mechanisme
vergrendelt de zoomring in de stand 200mm om te voorkomen dat de lens langer wordt.
1) Vergrendelen: Zet de zoomring van de lens in de stand 200mm. Duw de
zoomvergrendelingsknop 6 in de richting van de camera. De lenscilinder is in
deze stand vergrendeld wanneer het gedeelte onder "Lock" rood is.
2) Ontgrendelen: Duw de zoomvergrendelingsknop 6 omhoog. De rode indicator is
niet meer zichtbaar, de zoomvergrendelingsknop 6 ontgrendelt en de zoomring 5
kan worden gedraaid.
• De schakelaar kan niet worden bediend wanneer het objectief niet op 200mm is
ingesteld. Forceer de vergrendelschakelaar niet en probeer het middendeel van
het objectief niet te draaien terwijl het objectief is vergrendeld. Als u dit doet, kan
het objectief worden beschadigd.
• Het zoomvergrendelingsmechanisme is bedoeld om te voorkomen dat het
objectief langer wordt wanneer de camera rond de nek wordt gedragen. Als het
objectief niet is vergrendeld in de stand 200mm, kan tijdens lange
belichtingstijden de brandpuntsafstand ervan veranderen als het objectief
omhoog of omlaag wordt gericht.
• Het objectief is in vergrendelde toestand op 200mm te gebruiken.
De A08 is voorzien van een statiefbevestiging. Wanneer u een statief gebruikt, bevestigt
u de lens stevig op het statief met behulp van deze statiefbevestiging.
쐽 De verticale en horizontale positie van de camera veranderen
1) Draai de vergrendelknop van het bevestigingsschroel statiefkoppelstuk e linksom om
deze los te draaien. (Afb.
0
-
1
)
2)
Draai de camera om de middellijn van de lens, en lijn de statiefbevestigingsmarkering
q
uit met de verticaal- en horizontaalindicators
-
. (Afb.
0
-
2
)
3)
Draai de vergrendelknop van de bevestigingsschroel statiefkoppelstuk
e
rechtsom
vast om de camera op zijn plaats te vergrendelen. (Afb.
0
-
3
)
쐽 De statiefbevestiging verwijderen
1)
Draai de vergrendelknop van de bevestigingsschroel statiefkoppelstuk
e
linksom en
lijn het witte merkteken op de bovenkant van de knop uit met de
statiefbevestigingsmarkering
q
. (Afb.
-
-
1
)
2)
Trek de vergrendelknop van de bevestigingsschroel statiefkoppelstuk
e
naar buiten.
Open de statiefbevestigingsring
=
en verwijder de statiefbevestiging. (Afb.
-
-
2
,
3
)
쐽 De statiefbevestiging bevestigen
1)
Open de statiefbevestigingsring
=
en plaats de lens erin.
2)
Controleer dat het witte merkteken op de bovenkant van de vergrendelknop van de
bevestigingsschroel statiefkoppelstuk
e
en de Statiefbevestigingsmarkering
q
met
elkaar zijn uitgelijnd, en trek vervolgens de knop naar buiten.
3)
Sluit de statiefbevestigingsring
=
en draai de vergrendelknop van de
bevestigingsschroel statiefkoppelstuk
e
rechtsom vast.
• Houd de camera stevig vast wanneer u de statiefbevestiging eraf haalt, zodat u de
camera of de lens niet laat vallen.
• Zorg ervoor dat het witte merkteken op de bovenkant van de knop en de indicator op de
bevestigingsschroel statiefkoppelstuk e met elkaar zijn uitgelijnd voordat u aan de knop
trekt.
Wanneer uw camera is voorzien van een scherptediepteschakelaar of de mogelijkheid
biedt het diafragma met een druk op de knop te veranderen, kan de scherptediepte
worden beoordeeld via de zoeker. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de
gebruiksaanwijzing van uw camera.
• U kunt een scherptedieptetabel voor uw objectief ook downloaden van onze website.
Tamron URL. http//www.tamron.com
• Het optisch ontwerp van dit objectief houdt rekening met de diverse eigenschappen
van digitale spiegelreflexcamera's. Echter, als gevolg van het ontwerp van digitale
spiegelreflexcamera's, kan zelfs als de nauwkeurigheid van de AF-scherpstelling
binnen de specificaties ligt, het brandpunt iets voor of achter het optimale punt liggen
wanneer u onder bepaalde omstandigheden foto's neemt met behulp van
automatische scherpstelling.
•
De TAMRON-objectieven van SP AF200-500mm (Modellen A08) zijn voorzien van een inwendig
scherpstelsysteem (IF) waarmee een opmerkelijk korte minimale scherpstelafstand wordt bereikt
(2,5m). De eigenschappen van dit optische systeem maken dat de gezichtshoek (m.u.v. de stand
oneindig) breder is dan die van objectieven die gebruik maken van een conventioneel
scherpstelsysteem.
•
Wanneer de ingebouwde flits van uw camera wordt gebruikt, kan het voorkomen dat onregelmatige
belichting plaatsvindt. Dit is te wijten aan het beperkte bereik van de flits en/of de plaatsing van de
flits t.o.v. het objectief (schaduwvorming). Het is aan te bevelen een andere flits te gebruiken.
Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
•
Het is niet aan te raden een lens te bevestigen waarvan de maximale openingstijd F3,5 of
langzamer is, zoals bijvoorbeeld zoomlensen met groot vermogen.
•
Bij gebruik van een teleconverter wordt de brandpuntsafstand van de lens langer maar neemt de
diepte van het veld af, waardoor het moeilijk wordt om in de AF modus scherp te stellen. Daarom
wordt aangeraden om bij gebruik van een teleconverter in de MF modus (handmatige focus) scherp
te stellen.
•
Teleconverters zijn efficiënte hulpmiddelen om extra brandpuntsafstand te geven aan de telelenzen
van de fotograaf, waaronder het zoomobjectief. Ze zijn echter niet aan te raden voor het gebruik
met groothoeklenzen of zoomlenzen die een brandpuntsafstand met een groothoekbereik hebben.
•
Wanneer u het objectief als telelens gebruikt is het soms noodzakelijk een statief te gebruiken om
trillingen te voorkomen. Het gebruik van een snellere film (lSO 400 of hoger) in samenhang met
een snelle sluitertijd kan de nadelige gevolgen van trillingen tegengaan.
•
Draai de scherpstelring niet met enige kracht als de lens en/of de camera in de AF-functie staan.
Als u dit doet kunnen de lens en/of de camera worden beschadigd.
•
Bepaalde camera's vermelden de minimale en maximale lensopening in afgeronde getallen. Dit
wijst niet noodzakelijkerwijs op een fout.
•
De in deze gebruiksaanwijzing vermelde objectieven zijn niet voorzien van een infraroodindexlijn.
Er kan derhalve met deze objectieven niet (op praktische wijze) met zwartwit-infrasroodfilm worden
gefotografeerd.
•
Raak nooit het lenselement of oculair aan met uw vingers. Om stof te verwijderen kunt u een zacht
objectiefkwastje gebruiken. Als het objectief niet in gebruik is voorziet u het van lensdoppen.
•
Om hardnekkig vuil of vingerafdrukken van glasoppervlakken te verwijderen kunt u een druppeltje
lenscleaner op een lenstissue doen en vanuit het midden met een draaiende beweging het geheel
reinigen. Siliconendoekjes zijn uitsluitend geschikt voor reiniging van de niet-glazen onderdelen van
het objectief.
•
Maak de spiegel schoon met een siliconendoekje. Gebruik geen benzeen, terpentine of andere
organische reinigingsmiddelen.
•
Vochtinwerking is de grootste vijand van uw objectief. Maak de lens altijd schoon en droog nadat u
op vochtige locaties heeft gefotografeerd. Berg uw objectief schoon, koel en droog op. Als u het
objectief in een paraattas opbergt, voeg dan een zakje silicaatgel bij om vochtinwerking tegen te
gaan. Als blijkt dat het inwendige van het objectief condensvorming vertoont, dient u het naar een
erkende reparateur te brengen.
•
Raak de aansluitcontacten nooit aan; stof, vuil en/of oxidatie kan een slecht contact tussen camera
en objectief tot gevolg hebben.
•
Als u uw uitrusting in sterk wisselende temperaturen wenst te gebruiken, berg deze dan in een
fototas of plasticzak en las een acclimatisatieperiode in. Hiermee voorkomt u mogelijke storingen
aan toestel en objectief.
ZONNEKAP (Ref. Figs. 6, 7 , 8 & 9)
SCHERPTEDIEPTE
AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK
HET BEHOUD VAN UW OBJECTIEF
ZOOMEN
ZOOMVERGRENDELINGSKNOP (A08) (Ref. Figs. 1 - a & b )
STATIEFBEVESTIGING (A08) (Ref. Figs. 0 & -)
FILTER EFFECT CONTROL-ADAPTER (FEC-adapter) (Ref. Fig. 5)