Bosch MUM9AX5S00/01 Handleiding

Type
Handleiding
83
nl Bestemming van het apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en
de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor
verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het
huishouden. Toegestane maximumhoeveelheden niet overschrijden.
X “Recepten” zie pagina 96
Het apparaat is geschikt voor het mixen, kneden en kloppen van
levensmiddelen. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere
substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door
de fabrikant goedgekeurde andere accessoires zijn aanvullende
toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met goedgekeurde
originele onderdelen en accessoires gebruiken. Het toebehoren
nooit voor andere apparaten gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en
tot 2000 m boven de zeespiegel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en
bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft,
lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van
de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de
fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade.
Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of
kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien
zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de
hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten
van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen
het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
W Gevaar voor elektrische schokken en brand!
Het apparaat mag uitsluitend via een conform de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met
wisselstroom worden aangesloten. Overtuig u ervan dat het
randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie conform de
elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het
aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaren
te vermijden, mogen reparaties aan het apparaat, zoals het
vervangen van een beschadigd aansluitsnoer, uitsluitend worden
uitgevoerd door onze service.
84
nl Belangrijke veiligheidsinstructies
Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op
afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht
houden op het apparaat!
Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete
oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het netsnoer niet met hete
delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken.
Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de
vaatwasser doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet
met vochtige handen gebruiken.
Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht
aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij
storingen altijd van het net worden gescheiden.
W Gevaar voor letsel!
Voordat u toebehoren of hulpstukken vervangt die bewegen
tijdens het gebruik, moet het apparaat worden uitgeschakeld en
worden losgemaakt van het stroomnet.
Niet in de behuizing grijpen bij het omlaag bewegen van de
draaiarm om te voorkomen dat vingers of handen worden
ingeklemd. Verstel de draaiarm niet wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
Hulpstukken alleen gebruiken als de kom is geplaatst, het
deksel is aangebracht en het aandrijvingsbeschermdeksel is
geplaatst! Bij gebruik van toebehoren de kom, het deksel en
het aandrijvingsbeschermdeksel volgens de gebruiksaanwijzing
aanbrengen!
Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de
vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom
of de vulopening steken. Handen, haren, kleding en andere
voorwerpen op een afstand houden van roterende delen. Na
het uitschakelen loopt de aandrijving nog even na. Wacht tot de
aandrijving geheel stilstaat.
Hulpstukken nooit gelijktijdig met een of 2 toebehoren gebruiken.
Neem bij gebruik van toebehoren zowel deze als ook de
bijgevoegde gebruiksaanwijzingen in acht.
Bij gebruik van toebehoren de kleurmarkering op het toebehoren
en de aandrijving in acht nemen.
85
nl Belangrijke veiligheidsinstructies
W Verstikkingsgevaar!
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
W Attentie!
Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten
dan nodig is voor het verwerken van de levensmiddelen. Niet
onbelast laten lopen.
Het werkvlak moet goed toegankelijk, vochtbestendig, vast,
vlak, droog en voldoende groot zijn om schade door spatten te
voorkomen en ongehinderd te kunnen werken.
W Belangrijk!
Na elk gebruik of als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt,
dient u het altijd grondig te reinigen. X “Reiniging en verzorging”
zie pagina 95
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer
informatie over onze producten vindt u
op onze internetsite.
www.bosch-home.com
Onze toestellen worden permanent verder
ontwikkeld. Daarom kan het gebeuren dat
bepaalde functies van deze handleiding
afwijken. Controleer in dit geval of op onze
internetpagina een nieuwere versie van
deze handleiding beschikbaar is.
Voor het gebruik van deze
gebruiksaanwijzing: de omslagpagina’s
van deze handleiding kunt u uitklappen.
Hierop vindt u afbeeldingen met
letters en cijfers, waarnaar in deze
gebruiksaanwijzing steeds wordt verwezen
(bijv. X Afbeeldingenreeks B).
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................83
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............83
In één oogopslag ......................................86
Voor het eerste gebruik ............................86
Onderdelen en bedieningselementen.......86
Voorbereiding ...........................................89
Instellingen ...............................................89
Gebruik zonder extra functies...................90
Gebruik van de tijd- en de timerfunctie .....91
Gebruik van SensorControl Plus ..............92
Gebruik van de weegschaal .....................94
Gebruik van toebehoren ...........................95
Reiniging en verzorging ............................95
Recepten ..................................................96
Fijne instelling van de hulpstukken ...........97
Beveiligingssystemen ...............................98
Afval..........................................................98
Garantie ....................................................98
Hulp bij storingen ......................................99
Toebehoren.............................................101
86
nl In één oogopslag
Voor het eerste gebruik
Voordat het nieuwe apparaat kan worden
gebruikt, moet dit volledig uitgepakt,
gereinigd en gecontroleerd worden.
Attentie!
Een beschadigd apparaat nooit in bedrijf
nemen!
Het basisapparaat en alle toebehoren
uit de verpakking nemen en het
aanwezige verpakkingsmateriaal
verwijderen.
Alle onderdelen op volledigheid en
zichtbare beschadigingen controleren.
X Afbeelding A
Voor het eerste gebruik alle delen
grondig reinigen en drogen.
X “Reiniging en verzorging” zie
pagina 95
Onderdelen en
bedieningselementen
Kleurmarkering
De aandrijvingen van het basisapparaat
hebben verschillende kleuren (zwart, geel
en rood). Deze kleurmarkering vindt u ook
op het toebehoren. Gebruik dit toebehoren
uitsluitend aan de aandrijving met dezelfde
kleur.
Aandrijvingen
X Afbeelding A
Het apparaat beschikt over 3 verschillende
aandrijvingen.
Hoofdaandrijving, zwart (4)
Voor het gebruik van de hulpstukken
of voor het gebruik van toebehoren
met een haakse overbrenging.
Voorste aandrijving, geel (5)
Voor het gebruik van toebehoren
met een geel verbindingsstuk.
Achterste aandrijving, rood (6)
Voor het gebruik van toebehoren
met een rood verbindingsstuk.
Aandrijvingsbeschermdeksel (5a en 6a)
Voor het afdekken van aandrijvingen die
niet worden gebruikt.
In één oogopslag
De pagina’s met afbeeldingen uitklappen.
X Afbeelding A
Basisapparaat
1 Draaischakelaar
a Lichtring (gebruiksindicatie)
b Instelschaal
2 Ontgrendelknop
3 Draaiarm
4 Hoofdaandrijving (zwart)
a Opening voor het aanbrengen van de
hulpstukken
5 Voorste aandrijving (geel)
a Aandrijvingsbeschermdeksel
6 Achterste aandrijving (rood)
a Aandrijvingsbeschermdeksel
7 Snoeropbergvak of snoeroproller*
8 Uitsparingen voor de kom
Bedieningspaneel
9 Functietoetsen
a Functiekeuzetoetsen*
b Insteltoetsen
10 Display
Kom
11 Roestvrijstalen kom
12 Deksel
a Vulopening
Hulpstukken
13 Roergarde “Profi Flexi”
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
14 Professionele garde
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
15 Kneedhaken
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
* afhankelijk van het model
N.B.: afhankelijk van het model wordt uw
keukenmachine met meer toebehoren
geleverd.
87
nl Onderdelen en bedieningselementen
Meer informatie: X “Toebehoren” zie
pagina 101
Display
X Afbeelding A
Op het display worden instellingen, informa-
tie, foutmeldingen en waarden weergege-
ven. Lange teksten lopen hierbij van rechts
naar links om ze volledig weer te geven.
Voorbeeld:
GISTDEEG
ZET KNOP OP M /A
GISTDEEG
T KNOP OP M/A
De taal waarin de teksten weergegeven
worden, kan gewijzigd worden.
X “Instellingen” zie pagina 89
Functietoetsen
X Afbeelding A
Het toestel bezit 3 tot 5 functietoetsen
(afhankelijk van het model) waarmee
bijzondere aanvullende functies en
automatische programma’s gekozen en
ingesteld worden.
Toetsen
D*
SensorControl Plus /
programmaselectie / vorige
A*
Timer / selectie / vorige
C*
Weegschaal / tarra / vorige
-
Selectie / waarden verminderen
+
Selectie / waarden verhogen
* afhankelijk van het model
Functiekeuzetoetsen D / A / C
Door kort indrukken wordt de gekozen
functie geactiveerd. Door het indrukken en
ingedrukt houden wordt de geselecteerde
functie verlaten en op het display verschijnt
opnieuw “OptiMUM”.
Aanwijzing: De toetsen worden door
licht aanraken met de vinger bediend. Het
dragen van keukenhandschoenen kan de
functie van de toetsen beïnvloeden. Het
bedienen met voorwerpen (bijv. kooklepel)
is niet mogelijk.
Draaischakelaar met
lichtring
X Afbeelding B
Met de draaischakelaar wordt de gewenste
snelheid geselecteerd, een automatisch
programma gestart of het apparaat
uitgeschakeld. Tijdens het gebruik brandt de
geïntegreerde lichtring. Bij een fout bij de
bediening van het apparaat, een activering
van de elektronische zekeringen en een
apparaatdefect kan het apparaat niet meer
worden ingeschakeld en de lichtring brandt.
Instellingen
ü De instelling ü heeft twee
verschillende functies:
Standaard (M):
Momentschakeling met het hoogste
toerental / snel. Schakelaar
gedurende de gewenste tijd
vasthouden.
Met SensorControl Plus (A):
Automatische regeling van de duur.
Na activering van het automatische
programma de schakelaar op ü
zetten en enkele seconden in deze
positie houden. De schakelaar blijft
op ü staan en springt na het
beëindigen van het automatische
programma opnieuw op y. Het
apparaat is uitgeschakeld.
X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie
pagina 92
y
Stop / Uitschakelen
z
Functie “Mengen“ op laagste
toerental / zeer langzaam.
1...7 Snelheidsstanden
1: laag toerental / langzaam
7: hoogste toerental / snel
88
nl Onderdelen en bedieningselementen
Hulpstukken
X Afbeelding A
Roergarde “Profi Flexi”
Voor het roeren van deeg, bijv.
roerdeeg of mousse
. Voor het
omroeren van geklopt eiwit of room.
Professionele garde
Voor het kloppen van eiwit,
slagroom en dun deeg, bijv.
biscuitdeeg.
Kneedhaak
Voor het kneden van zwaar
deeg (bijv. gistdeeg) en voor het
omroeren van ingrediënten die niet
verkleind mogen worden (bijv. rozijnen,
chocoladekoekjes).
Snelheidsadviezen
z
Voor het mengen en behoedzaam
mengen van verschillende
ingrediënten (bijv. geklopt eiwit
mengen)
1-2 Voor het roeren en mengen van
ingrediënten
3 Voor het kneden van zwaar deeg
met de kneedhaak
5-7 Voor het roeren en kloppen van
ingrediënten (bijv. slagroom) met
de roergarde “Profi Flexi” of met de
professionele garde
ü
Voor het gebruik van de hulpstukken
met SensorControl Plus X “Gebruik
van SensorControl Plus” zie
pagina 92
Fijne instelling van de hulpstukken
Het apparaat is in de fabriek zodanig
ingesteld dat de professionele garde de
bodem van de kom bijna aanraakt zodat de
ingrediënten optimaal met elkaar worden
vermengd. Wanneer de hulpstukken de
bodem aanraken of de afstand tot de
bodem te groot is, kan dit eenvoudig
worden gecorrigeerd. X “Fijne instelling
van de hulpstukken” zie pagina 97
Draaiarm
X Afbeelding C
De draaiarm wordt naar boven
bewogen om een hulpstuk of de kom te
plaatsen of te verwijderen. De draaiarm
beschikt over een “Easy Armlift”-functie, die
de opwaartse beweging van de draaiarm
ondersteunt.
Kom en deksel
X Afbeelding D
Het apparaat wordt geleverd met een
speciale kom die door het plaatsen en
draaien vast met het basisapparaat wordt
verbonden. Het deksel wordt aan de
draaiarm bevestigd en opent automatisch
bij het optillen van de draaiarm.
Hulpstukken aanbrengen en
verwijderen
X Afbeelding E
De hulpstukken zijn bij de beschermkap
uitgerust met een hevel die is bestemd om
de hulpstukken eenvoudig te verwijderen.
Hulpstuk aanbrengen: richt de hevel
naar voren en steek het hulpstuk in de
hoofdaandrijving tot het vastklikt. De
beschermkap dekt de aandrijving af.
Hulpstuk verwijderen: De hendel naar
voor richten en omlaag drukken tot het
hulpstuk loskomt. Het hulpstuk uit de
aandrijving trekken.
Snoeroproller
X Afbeelding A
Afhankelijk van het model:
het apparaat is met een automatische
snoeroproller uitgerust. Netsnoer in één
keer tot de gewenste lengte (max. 125 cm)
uittrekken en langzaam loslaten; het snoer
is gearrêteerd.
Snoerlengte verminderen: lichtjes aan
het snoer trekken en laten opwikkelen tot
de gewenste lengte. Dan opnieuw kort aan
het snoer trekken en langzaam loslaten; het
snoer is gearrêteerd.
89
nl Voorbereiding
Belangrijk: Snoer niet met de hand
inschuiven. Wanneer het snoer klem zit: het
snoer geheel afwikkelen en opnieuw laten
opwikkelen.
Snoeropbergvak
X Afbeelding A
Afhankelijk van het model: het
apparaat is met een snoeropbergvak
uitgerust. De snoerlengte kan passend
worden ingesteld door het snoer iets in het
vak terug te duwen of verder naar buiten te
trekken.
Beveiligingssystemen
Het apparaat beschikt over verschillende
beveiligingssystemen. X “Beveiligingssys-
temen” zie pagina 98
Voorbereiding
Basisapparaat op een gladde, schone
en stabiele ondergrond zetten.
Het aansluitsnoer tot de benodigde
lengte uittrekken.
Ontgrendelknop indrukken en de draai-
arm tot de aanslag omhoog bewegen.
Het deksel met de vulopening naar
voren op de hoofdaandrijving steken.
De kom plaatsen. Daarbij op de
uitsparingen in het basisapparaat letten.
De kom tegen de klok in draaien tot hij
vastklikt.
Het basisapparaat is voor het verdere
gebruik voorbereid.
Belangrijk: het toestel niet op het werkblad
verschuiven omdat dit de functie van de
weegschaal kan hinderen. Het toestel
optillen om het te verplaatsen.
Instellingen
Ontgrendelknop indrukken en de draai-
arm omlaag drukken tot hij vastklikt.
Stekker in wandcontactdoos doen. Het
apparaat is ingeschakeld.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
Aanwijzing: wordt het apparaat binnen
een bepaalde tijd niet gebruikt of bediend,
gaat het display langzaam uit en gaat het
in stand-bymodus. Door het aanraken van
een willekeurige toets verschijnt opnieuw
“OptiMUM”.
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot het configuratiemenu
geopend wordt.
De toetsen A en + weer loslaten.
Instelling selecteren
Telkens door het kort indrukken van
de toets A verschijnen na elkaar de
volgende instellingen.
TAAL
Taal waarin de displayteksten
weergegeven worden.
GELUID
Volume van de signalen – instelling in
6 standen van uit tot luid.
HELDERHEID
Helderheid van het display – instelling in
6 standen van donker tot helder.
EENHEDEN (bij modellen met
weegschaal) Weergave-eenheid van de
weegschaal – gram (g) of pond (lb).
Instellingen wijzigen en opslaan
Met de toets + o - wordt de actuele
instelling veranderd.
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot “OPGESLAGEN” op het
display verschijnt.
De toetsen A en + weer loslaten. De
gewijzigde instellingen zijn opgeslagen.
Voorbeeld: taal instellen
X zie ook de korte handleiding
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot het configuratiemenu
geopend wordt.
De taalkeuze verschijnt.
De toetsen A en + weer loslaten.
De toets + of - zo vaak indrukken tot
de gewenste taal weergegeven wordt.
TAAL
NEDERLANDS
90
nl Gebruik zonder extra functies
De toetsen A en + tegelijk
ingedrukt houden tot
INSTELLINGEN
OPGESLAGEN” op het display verschijnt.
INSTELLIN
OPGESLAGEN
Op het display verschijnt de taalkeuze.
De toetsen A en + weer loslaten.
De taalkeuze is opgeslagen.
Gebruik zonder extra
functies
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact
steken wanneer alle voorbereidingen
voor het werken met het apparaat zijn
uitgevoerd.
Tijdens het gebruik nooit met de handen
in de kom of in de vulopening grijpen.
Werk altijd met aangebracht deksel!
Voor het bewegen van de draaiarm
of het wisselen van hulpstukken in
elk geval wachten tot de aandrijving
stilstaat.
Om veiligheidsredenen in elk geval
het aandrijvingsbeschermdeksel op
de voorste of achterste aandrijving
aanbrengen.
Belangrijk:
Basisapparaat zoals in “Voorbereiding”
beschreven voorbereiden.
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld wanneer de kom niet
correct is geplaatst.
Aanwijzing: de functie “TIJD” start
bij elk gebruik automatisch, telt de
verwerkingsduur mee en geeft deze op het
display aan.
X Afbeeldingenreeks F
1. Afhankelijk van de verwerkingstaak
roergarde “Profi Flexi”, professionele
garde of kneedhaak kiezen
(X “Hulpstukken” zie pagina 88), de
hevel aan de beschermkap naar voren
toe uitlijnen en het hulpstuk tot aan
het vastklikken in de hoofdaandrijving
steken.
2. De ingrediënten in de kom doen.
3. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
W Gevaar voor letsel!
Draaiarm voorzichtig omlaag bewegen!
Let erop dat vingers of handen niet worden
ingeklemd.
Apparaat bedienen
4. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
5. Draaischakelaar op de gewenste
stand zetten (X “Snelheidsadviezen”
zie pagina 88). Op het display
verschijnt “TIJD” en de verstreken
verwerkingsduur wordt weergegeven.
6. Verwerk de ingrediënten zo lang tot het
gewenste resultaat is bereikt.
7. Draaischakelaar op y zetten. Wachten
tot de aandrijving stilstaat. Stekker uit
het stopcontact nemen.
8. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen.
9. De kom met de klok mee draaien tot hij
kan worden opgetild. Kom verwijderen.
10. De hendel naar voor richten en omlaag
drukken tot het hulpstuk loskomt. Het
hulpstuk uit de aandrijving trekken.
11. Deksel van de aandrijving trekken.
12. Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 95
N.B.: gebruik ook onze
toepassingsvoorbeelden om uw nieuwe
apparaat en de functies ervan beter te leren
kennen. X “Recepten” zie pagina 96
91
nl Gebruik van de tijd- en de timerfunctie
Ingrediënten toevoegen
Tijdens de verwerking kunnen ook andere
ingrediënten worden toegevoegd.
X Afbeelding G
Terwijl het apparaat loopt verdere
ingrediënten voorzichtig door de
vulopening in het deksel toevoegen.
W Gevaar voor letsel!
Tijdens het gebruik nooit met de handen in
de kom of in de vulopening grijpen. Geen
voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom of de
vulopening steken.
X Afbeeldingenreeks H
1. Om grotere hoeveelheden of
ingrediënten toe te voegen, draaiknop
op y zetten. Wachten tot de aandrijving
stilstaat.
2. Ontgrendelknop indrukken en de draai-
arm tot de aanslag omhoog bewegen.
3. De ingrediënten direct in de kom doen.
Ontgrendelknop indrukken en de draai-
arm omlaag drukken tot hij vastklikt.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
Ingrediënten verder verwerken.
Gebruik van de tijd- en de
timerfunctie
Het apparaat is met een tijd- en timerfunctie
uitgerust. Volgende functies zijn mogelijk:
Functie “TIJD”
Weergave van de verstreken verwerkings-
duur (standaardinstelling). De functie “TIJD”
start automatisch als met de verwerking van
levensmiddelen begonnen wordt.
Opmerkingen:
Tijdens de verwerking kort de toets A
indrukken om de functie “TIMER” in te
schakelen.
Tijdens de verwerking de toets A
ingedrukt houden om het display op
“00:00” terug te zetten.
Functie “TIMER”
Instellen van de gewenste duur. Als de
duur verstreken is, weerklinkt een signaal
en de verwerking wordt beëindigd. De
functie kan ook zonder de verwerking van
levensmiddelen gebruikt worden (bijv. voor
kook- en rusttijden van levensmiddelen).
X Afbeeldingenreeks I
1. Het apparaat voorbereiden.
Ingrediënten toevoegen.
2. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
3. De toets A indrukken. Op het display
verschijnt “00:00”.
4. Met de toets + of - de gewenste
verwerkingsduur instellen. Door het
ingedrukt houden van de desbetreffende
toets wisselen de waarden sneller.
De ingestelde verwerkingsduur blijft
ca. 5 minuten opgeslagen.
5. Draaischakelaar op de gewenste stand
zetten.
6. Op het display wordt de resterende duur
weergegeven en afgeteld.
7. Als de resterende duur verstreken is,
weerklinkt een signaal en het apparaat
stopt de verwerking automatisch. Op het
display verschijnt “EINDE TIMER”.
Aanwijzing: Geluidssignaal instellen
X “Instellingen” zie pagina 89
8. Op het display verschijnt
“ZETKNOPOP0”.
9. Draaischakelaar op y zetten. Op het
display verschijnt “OptiMUM”.
10. Stekker uit het stopcontact nemen.
11. De verwerking met de functie “TIMER” is
beëindigd.
12. Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 95
Aanwijzingen:
Als een duur van meer dan 60 minuten
ingesteld moet worden, wordt bijkomend
het uur weergegeven: “1:01:30”.
De toets + of - indrukken om de
weergegeven resterende duur op elk
moment aan te kunnen passen.
92
nl Gebruik van SensorControl Plus
De toets A 2 keer kort indrukken om
de timer te stoppen (het apparaat loopt
verder) of opnieuw te starten.
De draaiknop op E draaien om de ver-
werking te onderbreken. De resterende
duur blijft opgeslagen en wordt na het
herinschakelen opnieuw afgeteld.
De toets A ingedrukt houden om de
timer uit te schakelen. Op het display
verschijnt “OptiMUM”.
Op het display
verschijnt “00:00”. De functie TIJD” is
opnieuw geactiveerd.
Timer gebruiken zonder levensmiddelen
te verwerken:
De toets A indrukken. Op het display
verschijnt
00:00”.
Met de toets + of - de gewenste
verwerkingsduur instellen.
De toets A 2 keer kort indrukken om de
timer te starten.
Op het display wordt de resterende duur
weergegeven en afgeteld.
Als de duur verstreken is, weerklinkt er
een signaal. Op het display verschijnt
“EINDE TIMER”.
Aanwijzingen:
De toets A 2 keer kort indrukken om de
timer te stoppen of opnieuw te starten.
Wordt er tijdens het gebruik van de
timer mee begonnen levensmiddelen te
verwerken, dan loopt het apparaat tot
het verstrijken van de resterende duur
en wordt de verwerking automatisch
gestopt.
Gebruik van
SensorControl Plus
Het apparaat is (afhankelijk van het model)
met SensorControl Plus automatische
programma’s uitgerust. Sensoren bewaken
de verwerking van de ingrediënten
en schakelen na het bereiken van de
voorgeprogrammeerde consistentie het
apparaat automatisch uit.
Met SensorControl Plus zijn volgende
automatische programma’s beschikbaar.
ROOM
Automatische bereiding van slagroom.
EIWIT
Automatische bereiding van geklopt eiwit.
GISTDEEG
Automatische bereiding van gistdeeg.
Programma kiezen
Toets D indrukken. Op het display
verschijnt “ROOM”.
Toets D of de toetsen +/- indrukken.
Na elkaar verschijnen de volgende
programma’s:
Programma Hulpstuk / ingrediënten
ROOM
>300ml *
Professionele garde
300-700 ml room
ROOM
>700ml *
Professionele garde
700-1500 ml room
EIWIT
Professionele garde
Eiwit van 2-12 eieren
GISTDEEG
Kneedhaak
Ingrediënten en hoe-
veelheden volgens
recept X “Recepten” zie
pagina 96
* Bij apparaten met geïntegreerde
weegschaal worden de opties “>300 ml” en
“<700 ml” voor “ROOM” niet weergegeven.
Op het display knippert “0g”. Als tussen
300 ml en 1500 ml room toegevoegd wordt,
geeft het display permanent de hoeveelheid
aan en het apparaat gebruikt automatisch
de juiste instellingen. Wordt minder of
meer room toegevoegd, dan knippert het
weergegeven gewicht.
93
nl Gebruik van SensorControl Plus
Opmerkingen:
Om een goede werking van het
sensorsysteem te waarborgen, moet
de keukenmachine minstens 2 minuten
in gebruik zijn geweest voordat de
SensorControl Plus-automaat kan
worden gebruikt.
Na het starten van SensorControl
Plus geen bijkomende ingrediënten
toevoegen.
SensorControl Plus is alleen voor
de beschreven hulpstukken en
levensmiddelen (in de opgegeven
hoeveelheden) geprogrammeerd.
Andere combinaties zijn niet mogelijk.
De versheid, de temperatuur en
de samenstelling van de gebruikte
ingrediënten beïnvloeden de benodigde
tijd en het resultaat.
De SensorControl Plus -automaat kan
alleen optimale resultaten bereiken
wanneer de eieren vers zijn resp. de
room gekoeld is (ca. 6 °C).
Voordien bevroren room kan niet
geklopt worden.
Gebruik van room met additieven of
lactosevrije room kan niet tot ideale
resultaten leiden.
Suiker, aroma’s en andere ingrediënten
voor room of geklopt eiwit pas na beëindi-
ging van SensorControl Plus toevoegen.
Na het starten van SensorControl Plus
zijn de toetsen geblokkeerd.
Om de SensorControl Plus af te breken,
de draaiknop op y zetten. Hiervoor
moet een geringe weerstand overwon-
nen worden.
Als het resultaat niet met de eigen wensen
overeenkomt, de draaiknop op stand 7
(voor room en geklopt eiwit) of stand 3
(voor gistdeeg) zetten en de ingrediënten
tot de gewenste consistentie verwerken.
SensorControl Plus geen tweede keer
met reeds verwerkte ingrediënten starten.
Een voorbeeld: eiwit met
SensorControl Plus kloppen
X Afbeeldingenreeks J
1. Het basisapparaat voorbereiden en de
professionele garde inzetten.
2. Ontgrendelknop indrukken en de draai-
arm omlaag drukken tot hij vastklikt.
3. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
4. Eieren scheiden (2-12 stuks).
5. Toets D indrukken. Op het display
verschijnt “ROOM”.
Aanwijzing: Bij modellen zonder
weegschaal verschijnt “ROOM >300ml”.
Nogmaals op toets D drukken. Op het
display verschijnt “ROOM >700ml”.
6. Toets D indrukken. Op het display
verschijnt “EIWIT”.
7. Het eiwit in de kom doen. Op het display
verschijnt “ZET KNOP OP M/A
8. Draaischakelaar op ü zetten en in
deze positie houden.
9. Na een korte tijd wordt de
draaischakelaar automatisch gefixeerd
en blijft deze na het loslaten op ü
staan.
10. Op het display verschijnt “SENSOR
CONTROL PLUS”. SensorControl Plus
bewaakt de verwerking.
11. Als de voorgeprogrammeerde con-
sistentie bereikt werd, weerklinkt een
signaal en de verwerking wordt beëin-
digd. Op het display verschijnt “EINDE”.
Aanwijzing: Geluidssignaal instellen
X “Instellingen” zie pagina 89
12. De draaiknop springt automatisch op y.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
13. Stekker uit het stopcontact nemen.
14. De verwerking met de functie “EIWIT” is
beëindigd.
15. Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 95
94
nl Gebruik van de weegschaal
Gebruik van de weegschaal
Het apparaat (afhankelijk van het model) is
met een weegschaal uitgerust. Volgende
toepassingen zijn mogelijk:
Wegen van toegevoegde ingrediënten
(ofwel elk ingrediënt afzonderlijk of de
som van alle ingrediënten).
Vooraf instellen van een gewenst gewicht
en aftellen tot er voldoende toegevoegd
werd (met akoestische aanwijssignalen).
Aanwijzingen:
Het toestel heeft 4 gewichtssensoren in
de standvoeten. De weegschaal levert
alleen correcte resultaten als ze met alle
voeten op een vast en effen werkvlak
staat. Geen doeken of dergelijke
eronder leggen.
Het toestel niet op het werkblad
verschuiven omdat dit de functie van de
weegschaal kan hinderen. Het toestel
optillen om het te verplaatsen.
Na het inschakelen of terugzetten van
de weegschaal wordt deze gedurende
een kort moment gekalibreerd (tarra).
Het apparaat hierbij niet aanraken
en geen voorwerpen erop leggen
(bijv. kooklepel, vaatdoek, etc.).
Erop letten dat maatbekers of
verpakkingen niet op het apparaat (bijv.
aan de rand van de vulschacht) liggen.
Ingrediënten wegen
X Afbeeldingenreeks K
1. Het basisapparaat voorbereiden.
2. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
3. Toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken.
Op het display
verschijnen tijdens de kalibratie na
elkaar streepjes: „–––––“ (tarra).
4. Op het display verschijnt “0g” of
“0.00lb” (afhankelijk van de instelling).
De weegschaal is klaar.
5. Ingrediënten toevoegen. De weegschaal
geeft het gewicht weer.
6. Verwerking starten of verdere
ingrediënten klaar zetten.
7. Toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken. Op het display
verschijnt “0g” of “0.00lb” (afhankelijk
van de instelling). De weegschaal is
klaar.
8.
Op deze manier alle gewenste
ingrediënten toevoegen en afwegen.
Daarna de afgewogen ingrediënten
verwerken. X “Gebruik zonder extra
functies” zie pagina 90
Aanwijzing: Als de toets C tijdens de
verwerking van levensmiddelen wordt
ingedrukt, verschijnt op het display
VOORWEEGSCHAAL STOPMACHINE“.
Gewicht vooraf instellen
X Afbeeldingenreeks L
1. Toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken.
Op het display
verschijnen tijdens de kalibratie na
elkaar streepjes: „–––––“ (tarra).
2. Op het display verschijnt “0g” of
“0.00lb” (afhankelijk van de instelling).
De weegschaal is klaar.
3. Toets + indrukken. Op het display
verschijnt “100g” of “0.2lb” (afhankelijk
van de instelling).
4. Met de toets + of - het gewenste
gewicht instellen (max. 5000 g).
5. Ingrediënten toevoegen. De nog
ontbrekende hoeveelheid wordt op het
display weergegeven, bijv. “65g”.
6. Vanaf “40 g” weerklinkt een terugkerend
signaal. Hoe geringer de resterende
hoeveelheid, des te sneller weerklinkt
het signaal.
Aanwijzing: Geluidssignaal instellen
X “Instellingen” zie pagina 89
7. Bij “0 g” (de vooraf ingestelde
hoeveelheid werd toegevoegd) gaat het
signaal uit.
8. Wordt de vooraf ingestelde hoeveelheid
overschreden, dan weerklinkt het
signaal permanent. Het extra gewicht
wordt met een minteken gemarkeerd.
Bij 25 g teveel hoeveelheid wordt op het
display “-25 g” weergegeven.
95
nl Gebruik van toebehoren
Gebruik van toebehoren
Bij uw keukenmachine horen een aantal
toebehoren waarmee u de functieomvang
duidelijk kunt uitbreiden. Afhankelijk van het
model omvat de levering al bepaalde toe-
behoren. Indien een van de toebehoren niet
is meegeleverd, kan het in de speciaalzaak
of bij de servicedienst worden aangeschaft.
X “Toebehoren” zie pagina 101
Voorbereiding voor toebehoren
Afhankelijk van het toebehoren moet het
basisapparaat op verschillende wijze
worden voorbereid.
Basisapparaat op een gladde, schone
en stabiele ondergrond zetten.
Het aansluitsnoer tot de benodigde
lengte uittrekken.
Basisapparaat volgens de afbeelding
voorbereiden afhankelijk van het
toebehoren.
X Afbeelding M
1. Voorbereiding voor hulpstukken.
2. Voorbereiding voor toebehoren op
de zwarte aandrijving met haakse
overbrenging en toebehoren dat op de
plaats van de kom wordt aangebracht.
3. Voorbereiding voor toebehoren op de
rode aandrijving, bijvoorbeeld mixer of
multi-fijnmaakapparaat.
4. Voorbereiding voor toebehoren op de
gele aandrijving zonder uitgang voor
levensmiddelen, bijvoorbeeld multi-
mixer of citruspers.
5. Voorbereiding voor toebehoren op
de gele aandrijving met uitgang voor
levensmiddelen, bijvoorbeeld continue
rasp- en snijapparaat.
Belangrijk:
Let op de gele, rode of zwarte markering
op de aandrijving en het toebehoren.
X “Kleurmarkering” zie pagina 86
Niet-gebruikte aandrijvingen
altijd afdekken met
aandrijvingsbeschermdeksels.
Alle verdere stappen staan vermeld in
de desbetreffende gebruiksaanwijzing
van het toebehoren.
Reiniging en verzorging
Het apparaat en de gebruikte hulpstukken
moeten na elk gebruik grondig worden
gereinigd. X Afbeelding N
W Gevaar voor elektrische schok!
Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact halen.
Het basisapparaat niet in vloeistof
dompelen en niet reinigen in de
vaatwasmachine.
Gebruik geen stoomreiniger.
Attentie!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
alcohol of spiritus bevatten.
Gebruik geen scherpe, puntige of
metalen voorwerpen.
Gebruik geen schurende doeken of
schurende reinigingsmiddelen.
Kunststof onderdelen niet vastklemmen
in de vaatwasser, omdat ze dan
onherstelbaar vervormd kunnen raken!
Basisapparaat reinigen
Aandrijvingsbeschermdeksel
verwijderen.
Veeg het basisapparaat en het
aandrijvingsbeschermdeksel schoon
met een zachte, vochtige doek en droog
ze af.
Kom en hulpstukken reinigen
Reinig de kom en de hulpstukken met
een sopje en een zachte doek of spons
of doe ze in de vaatwasser.
Alle onderdelen laten drogen.
96
nl Recepten
Recepten
Slagroom
200-1500 g
Room 1½ tot 4 minuten met de
professionele garde kloppen op stand 7,
afhankelijk van de hoeveelheid en de
eigenschappen van de room.
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 92
Eiwit
2-12 eiwitten
Eiwit 4 tot 6 minuten op stand 7
met de professionele garde kloppen.
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 92
Biscuitdeeg
Basisrecept
3 eieren
3-4 el heet water
150 g suiker
1 pakjes vanillesuiker
150 g bloem
50 g zetmeel
eventueel bakpoeder
De ingrediënten (behalve de bloem
en het zetmeel) ca. 4 tot 6 op stand 7
met de professionele garde tot schuim
kloppen.
Draaischakelaar op stand 1 zetten en
de gezeefde bloem en het zetmeel
in ca. ½ tot 1 minuut lepel voor lepel
toevoegen en erdoor mengen.
Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept
Roerdeeg
Basisrecept
3-4 eieren
200-250 g suiker
1 snufje zout
1 pakje vanillesuiker
of de schil van ½ citroen
200-250 g boter of margarine
(kamertemperatuur)
500 g bloem
1 pakje bakpoeder
150 ml melk
Alle ingrediënten ca. ½ minuut op
stand 1, vervolgens ca. 3-4 minuten op
stand 5
met de roergarde Profi Flexi
roeren.
Maximum hoeveelheid: 2½ x basisrecept
Zandtaartdeeg
Basisrecept
125 g boter (kamertemperatuur)
100-125 g suiker
1 ei
1 snufje zout
wat citroenschil of vanillesuiker
250 g bloem
eventueel bakpoeder
Alle ingrediënten ca. ½ minuut op
stand 1, vervolgens ca. 2-3 minuten op
stand 6 met de roergarde Profi Flexi
roeren.
Bij meer dan 500 g bloem:
Ingrediënten met de kneedhaken
ca. ½ minuut op stand 1,
vervolgens ca. 3-4 minuten op
stand 3 kneden.
Maximum hoeveelheid: 4 x basisrecept
97
nl Fijne instelling van de hulpstukken
Gistdeeg
Basisrecept
500 g bloem
1 ei
80 g vet (kamertemperatuur)
80 g suiker
200-250 ml lauwe melk
25 g verse gist of 1 pakje gedroogde gist
schil van ½ citroen
1 snufje zout
Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de
kneedhaak op stand 1 kneden, daarna
ca. 3-6 minuten op stand 3.
Maximum hoeveelheid: 3 x basisrecept
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 92
Pastadeeg
Basisrecept
500 g bloem
250 g eieren (ca. 5 stuks)
naar wens 2-3 eetlepels (20-30 g)
koud water
Alle ingrediënten ca. 3 tot 5 minuten op
stand 3 tot deeg kneden.
Maximumhoeveelheid: 1,5 x basisrecept
Brooddeeg
Basisrecept
1000 g bloem
3 pakje gedroogde gist
2 tl zout
660 ml warm water
Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de
kneedhaak op stand 1 kneden, daarna
ca. 4-5 minuten op stand 3.
Maximumhoeveelheid: 1,5 x basisrecept
Fijne instelling van de
hulpstukken
W Gevaar voor letsel!
Voor de fijne instelling de stekker uit het
stopcontact halen.
Attentie!
Fijne instelling van de hulpstukken alleen in
kleine stapjes uitvoeren. De draaiarm moet
volledig omlaag kunnen worden bewogen
en de hulpstukken mogen daarbij niet op
de bodem en tegen de rand van de kom
klemmen. De optimale afstand van de
hulpstukken tot de kom bedraagt 3 mm.
X Afbeeldingenreeks O
Controleer de actuele instelling terwijl de
professionele garde is aangebracht.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen.
De hulpstukken met één hand
vasthouden. De contramoer met een
steeksleutel (10 mm) met de wijzers van
de klok mee losdraaien.
Afstand tot de kom instellen door
het hulpstuk te verdraaien (1 hele
draai komt overeen met 1 mm
hoogteverstelling).
Tegen de klok in draaien: de afstand
tot de kom wordt kleiner.
Met de klok mee draaien: de afstand
tot de kom wordt groter.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
Controleer de afstand van het hulpstuk.
De optimale afstand van de hulpstukken
tot de kom bedraagt 3 mm. Pas de
afstand eventueel aan.
Als de afstand optimaal is ingesteld,
de ontgrendelknop indraaien en de
draaiarm terug zetten.
De hulpstukken met één hand
vasthouden. De contramoer met een
steeksleutel (10 mm) tegen de klok in
vastdraaien.
98
nl Beveiligingssystemen
Afval
J
Gooi verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke manier weg. Dit
apparaat is gekenmerkt in overeen-
stemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische appara-
tuur (waste electrical and electronic
equipment – WEEE). De richtlijn
geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten. Raadpleeg uw
gespecialiseerde handelaar voor
de geldende voorschriften inzake
afvalverwijdering.
Garantie
Voor dit apparaat gelden de garantie-
voor-waarden die worden uitgegeven door
de vertegenwoordiging van ons bedrijf in
het land van aankoop. De leverancier, bij
wie u het apparaat heeft gekocht, geeft
u hierover graag meer informatie. Om
aanspraak te maken op de garantie heeft
u altijd uw aankoopbewijs nodig.
Wijzigingen voorbehouden.
Beveiligingssystemen
Inschakelbeveiliging
Het apparaat kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de kom is
aangebracht en tot aan het vastklikken werd
gedraaid of wanneer een toebehoren met
haakse overbrenging op de hoofdaandrijving
werd bevestigd en wanneer de draaiarm in
de onderste stand is vastgeklikt.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat
ingeschakeld, maar na de stroomstoring
gaat de motor niet opnieuw lopen.
Om opnieuw in te schakelen, de
draaischakelaar eerst op y zetten en dan
opnieuw inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
De overbelastingsbeveiliging schakelt de
motor tijdens het gebruik automatisch uit.
Een mogelijke oorzaak is het verwerken van
een te grote hoeveelheid levensmiddelen
tegelijk.
Draaiarmbeveiliging
De draaiarm kan niet worden ontgrendeld
en bewogen wanneer er een toebehoren op
de achterste aandrijving is aangebracht.
99
nl Hulp bij storingen
Hulp bij storingen
In de volgende tabellen vindt u oplossingen voor problemen of storingen die u makkelijk
zelf kunt verhelpen. Neem contact op met de servicedienst als een storing niet kan worden
verholpen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Display geeft niets
weer. Lichtring is uit.
Het apparaat kan niet
worden ingeschakeld.
Het apparaat heeft
geen stroom.
Stroomvoorziening controleren.
Stekker in wandcontactdoos doen.
Het apparaat start niet.
Lichtring brandt.
Een veiligheidssysteem
werd geactiveerd.
X “Beveiligingssystemen” zie pagina 98
Het apparaat schakelt
uit tijdens het gebruik.
Er werd een te grote
hoeveelheid ingredi-
enten gelijktijdig of te
lang verwerkt.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker
uit het stopcontact nemen.
Kleinere hoeveelheid verwerken.
Het apparaat tot kamertemperatuur
laten afkoelen.
Draaiarm werd
geopend.
Draaischakelaar op y zetten.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
Kom of haakse
overbrenging
(toebehoren) is
losgekomen.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker
uit het stopcontact nemen.
De mengkom tot aan de aanslag
vastdraaien.
Haakse overbrenging vastdraaien en
sluithendel volledig sluiten.
De draaiarm kan niet
geopend worden.
Op de achterste,
rode aandrijving
is toebehoren
aangebracht.
Toebehoren verwijderen.
Ontgrendelknop indrukken en draaiarm
openen.
Display-indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
FOUT
MOTOR OVERBELAST
Er werd een te grote
hoeveelheid ingredi-
enten gelijktijdig of te
lang verwerkt.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Kleinere hoeveelheid verwerken.
Het apparaat tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Het apparaat of
een toebehoren is
geblokkeerd.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Apparaat / toebehoren controleren en
blokkering verwijderen.
Motor defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de
motor mogelijk defect. Neem contact op met
onze service.
100
nl Hulp bij storingen
Display-indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
FOUT
WEEGSCHAAL
De weegschaal
functioneert niet naar
behoren.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Na ca. 10 min. opnieuw proberen.
Weegschaal defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de
weegschaal mogelijk defect. Neem contact
op met onze service.
De weegschaal is aan
trillingen blootgesteld.
Apparaat niet gebruiken op werkbladen
waaronder bijvoorbeeld een vaatwasser in
werking is.
Het toestel werd vóór
het gebruik van de
weegschaal op het
werkblad verschoven.
Het toestel optillen en opnieuw
neerzetten.
De weegschaal terugzetten en opnieuw
proberen.
FOUT
ARM OPEN
Draaiarm werd
geopend.
Draaischakelaar op y zetten.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt.
FOUT
KOM ONTBREEKT
Kom of haakse
overbrenging
(toebehoren) is
losgekomen.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
De mengkom tot aan de aanslag
vastdraaien.
Haakse overbrenging vastdraaien en
sluithendel volledig sluiten.
VOOR WEEGSCHAAL
STOP MACHINE
Weegschaal is bij
draaiend apparaat
ingeschakeld.
Het apparaat uitschakelen en wachten
tot dit stilstaat alvorens de weegschaal te
gebruiken.
OVERBELAST
WEEGSCHAAL
of
ONDERBELAST
WEEGSCHAAL
Het meetresultaat
bevindt zich buiten
het meet- en
indicatiebereik van de
weegschaal
(-990 g tot 5000 g)
Niet meer dan 5000 g ingrediënten
gebruiken.
Niet meer dan 990 g ingrediënten
verwijderen.
OVERBELAST
of
ONDERBELAST
bij gebruik van
SensorControl Plus
Er werden teveel of te
weinig ingrediënten
voor het gekozen pro-
gramma toegevoegd.
Ingrediënten overeenkomstig de
opgegeven hoeveelheden toevoegen.
X “Gebruik van SensorControl Plus” zie
pagina 92

Documenttranscriptie

Bestemming van het apparaat nl Bestemming van het apparaat Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het huishouden. Toegestane maximumhoeveelheden niet overschrijden. X “Recepten” zie pagina 96 Het apparaat is geschikt voor het mixen, kneden en kloppen van levensmiddelen. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door de fabrikant goedgekeurde andere accessoires zijn aanvullende toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met goedgekeurde originele onderdelen en accessoires gebruiken. Het toebehoren nooit voor andere apparaten gebruiken. Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en tot 2000 m boven de zeespiegel. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft, lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade. Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd. W Gevaar voor elektrische schokken en brand! ■ Het apparaat mag uitsluitend via een conform de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom worden aangesloten. Overtuig u ervan dat het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie conform de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. ■ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaren te vermijden, mogen reparaties aan het apparaat, zoals het vervangen van een beschadigd aansluitsnoer, uitsluitend worden uitgevoerd door onze service. 83 nl Belangrijke veiligheidsinstructies ■ Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht houden op het apparaat! ■ Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het netsnoer niet met hete delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken. ■ Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de vaatwasser doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet met vochtige handen gebruiken. ■ Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij storingen altijd van het net worden gescheiden. W Gevaar voor letsel! ■ Voordat u toebehoren of hulpstukken vervangt die bewegen tijdens het gebruik, moet het apparaat worden uitgeschakeld en worden losgemaakt van het stroomnet. ■ Niet in de behuizing grijpen bij het omlaag bewegen van de draaiarm om te voorkomen dat vingers of handen worden ingeklemd. Verstel de draaiarm niet wanneer het apparaat ingeschakeld is. ■ Hulpstukken alleen gebruiken als de kom is geplaatst, het deksel is aangebracht en het aandrijvingsbeschermdeksel is geplaatst! Bij gebruik van toebehoren de kom, het deksel en het aandrijvingsbeschermdeksel volgens de gebruiksaanwijzing aanbrengen! ■ Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom of de vulopening steken. Handen, haren, kleding en andere voorwerpen op een afstand houden van roterende delen. Na het uitschakelen loopt de aandrijving nog even na. Wacht tot de aandrijving geheel stilstaat. ■ Hulpstukken nooit gelijktijdig met een of 2 toebehoren gebruiken. Neem bij gebruik van toebehoren zowel deze als ook de bijgevoegde gebruiksaanwijzingen in acht. ■ Bij gebruik van toebehoren de kleurmarkering op het toebehoren en de aandrijving in acht nemen. 84 Belangrijke veiligheidsinstructies nl W Verstikkingsgevaar! Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen. W Attentie! ■ Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten dan nodig is voor het verwerken van de levensmiddelen. Niet onbelast laten lopen. ■ Het werkvlak moet goed toegankelijk, vochtbestendig, vast, vlak, droog en voldoende groot zijn om schade door spatten te voorkomen en ongehinderd te kunnen werken. W Belangrijk! Na elk gebruik of als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt, dient u het altijd grondig te reinigen. X “Reiniging en verzorging” zie pagina 95 Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer informatie over onze producten vindt u op onze internetsite. www.bosch-home.com Onze toestellen worden permanent verder ontwikkeld. Daarom kan het gebeuren dat bepaalde functies van deze handleiding afwijken. Controleer in dit geval of op onze internetpagina een nieuwere versie van deze handleiding beschikbaar is. Voor het gebruik van deze gebruiksaanwijzing: de omslagpagina’s van deze handleiding kunt u uitklappen. Hierop vindt u afbeeldingen met letters en cijfers, waarnaar in deze gebruiksaanwijzing steeds wordt verwezen (bijv. X Afbeeldingenreeks B). Inhoud Bestemming van het apparaat..................83 Belangrijke veiligheidsinstructies ..............83 In één oogopslag ......................................86 Voor het eerste gebruik ............................86 Onderdelen en bedieningselementen.......86 Voorbereiding ...........................................89 Instellingen ...............................................89 Gebruik zonder extra functies...................90 Gebruik van de tijd- en de timerfunctie .....91 Gebruik van SensorControl Plus ..............92 Gebruik van de weegschaal .....................94 Gebruik van toebehoren ...........................95 Reiniging en verzorging ............................95 Recepten ..................................................96 Fijne instelling van de hulpstukken ...........97 Beveiligingssystemen ...............................98 Afval..........................................................98 Garantie ....................................................98 Hulp bij storingen ......................................99 Toebehoren.............................................101 85 nl In één oogopslag In één oogopslag Voor het eerste gebruik De pagina’s met afbeeldingen uitklappen. X Afbeelding A Voordat het nieuwe apparaat kan worden gebruikt, moet dit volledig uitgepakt, gereinigd en gecontroleerd worden. Basisapparaat 1 Draaischakelaar a Lichtring (gebruiksindicatie) b Instelschaal 2 Ontgrendelknop 3 Draaiarm 4 Hoofdaandrijving (zwart) a Opening voor het aanbrengen van de hulpstukken 5 Voorste aandrijving (geel) a Aandrijvingsbeschermdeksel 6 Achterste aandrijving (rood) a Aandrijvingsbeschermdeksel 7 Snoeropbergvak of snoeroproller* 8 Uitsparingen voor de kom Bedieningspaneel 9 Functietoetsen a Functiekeuzetoetsen* b Insteltoetsen 10 Display Kom 11 Roestvrijstalen kom 12 Deksel a Vulopening Hulpstukken 13 Roergarde “Profi Flexi” a Beschermkap b Hevel voor het verwijderen van de hulpstukken 14 Professionele garde a Beschermkap b Hevel voor het verwijderen van de hulpstukken 15 Kneedhaken a Beschermkap b Hevel voor het verwijderen van de hulpstukken * afhankelijk van het model N.B.: afhankelijk van het model wordt uw keukenmachine met meer toebehoren geleverd. 86 Attentie! Een beschadigd apparaat nooit in bedrijf nemen! ■ Het basisapparaat en alle toebehoren uit de verpakking nemen en het aanwezige verpakkingsmateriaal verwijderen. ■ Alle onderdelen op volledigheid en zichtbare beschadigingen controleren. X Afbeelding A ■ Voor het eerste gebruik alle delen grondig reinigen en drogen. X “Reiniging en verzorging” zie pagina 95 Onderdelen en bedieningselementen Kleurmarkering De aandrijvingen van het basisapparaat hebben verschillende kleuren (zwart, geel en rood). Deze kleurmarkering vindt u ook op het toebehoren. Gebruik dit toebehoren uitsluitend aan de aandrijving met dezelfde kleur. Aandrijvingen X Afbeelding A Het apparaat beschikt over 3 verschillende aandrijvingen. Hoofdaandrijving, zwart (4) Voor het gebruik van de hulpstukken of voor het gebruik van toebehoren met een haakse overbrenging. Voorste aandrijving, geel (5) Voor het gebruik van toebehoren met een geel verbindingsstuk. Achterste aandrijving, rood (6) Voor het gebruik van toebehoren met een rood verbindingsstuk. Aandrijvingsbeschermdeksel (5a en 6a) Voor het afdekken van aandrijvingen die niet worden gebruikt. Onderdelen en bedieningselementen Meer informatie: X “Toebehoren” zie pagina 101 Display X Afbeelding A Op het display worden instellingen, informatie, foutmeldingen en waarden weergegeven. Lange teksten lopen hierbij van rechts naar links om ze volledig weer te geven. Voorbeeld: GISTDEEG ZET KNOP OP M /A GISTDEEG T KNOP OP M/A De taal waarin de teksten weergegeven worden, kan gewijzigd worden. X “Instellingen” zie pagina 89 Functietoetsen X Afbeelding A Het toestel bezit 3 tot 5 functietoetsen (afhankelijk van het model) waarmee bijzondere aanvullende functies en automatische programma’s gekozen en ingesteld worden. Toetsen D* A* C* + SensorControl Plus / programmaselectie / vorige Timer / selectie / vorige Weegschaal / tarra / vorige Selectie / waarden verminderen Selectie / waarden verhogen * afhankelijk van het model Functiekeuzetoetsen D / A / C Door kort indrukken wordt de gekozen functie geactiveerd. Door het indrukken en ingedrukt houden wordt de geselecteerde functie verlaten en op het display verschijnt opnieuw “OptiMUM”. nl Aanwijzing: De toetsen worden door licht aanraken met de vinger bediend. Het dragen van keukenhandschoenen kan de functie van de toetsen beïnvloeden. Het bedienen met voorwerpen (bijv. kooklepel) is niet mogelijk. Draaischakelaar met lichtring X Afbeelding B Met de draaischakelaar wordt de gewenste snelheid geselecteerd, een automatisch programma gestart of het apparaat uitgeschakeld. Tijdens het gebruik brandt de geïntegreerde lichtring. Bij een fout bij de bediening van het apparaat, een activering van de elektronische zekeringen en een apparaatdefect kan het apparaat niet meer worden ingeschakeld en de lichtring brandt. Instellingen ü De instelling ü heeft twee verschillende functies: Standaard (M): Momentschakeling met het hoogste toerental / snel. Schakelaar gedurende de gewenste tijd vasthouden. Met SensorControl Plus (A): Automatische regeling van de duur. Na activering van het automatische programma de schakelaar op ü zetten en enkele seconden in deze positie houden. De schakelaar blijft op ü staan en springt na het beëindigen van het automatische programma opnieuw op y. Het apparaat is uitgeschakeld. X “Gebruik van SensorControl Plus” zie pagina 92 y Stop / Uitschakelen z Functie “Mengen“ op laagste toerental / zeer langzaam. 1...7 Snelheidsstanden 1: laag toerental / langzaam 7: hoogste toerental / snel 87 nl Onderdelen en bedieningselementen Hulpstukken X Afbeelding A Roergarde “Profi Flexi” Voor het roeren van deeg, bijv. roerdeeg of mousse. Voor het omroeren van geklopt eiwit of room. Professionele garde Voor het kloppen van eiwit, slagroom en dun deeg, bijv. biscuitdeeg. Kneedhaak Voor het kneden van zwaar deeg (bijv. gistdeeg) en voor het omroeren van ingrediënten die niet verkleind mogen worden (bijv. rozijnen, chocoladekoekjes). Snelheidsadviezen z Voor het mengen en behoedzaam mengen van verschillende ingrediënten (bijv. geklopt eiwit mengen) 1-2 Voor het roeren en mengen van ingrediënten 3 Voor het kneden van zwaar deeg met de kneedhaak 5-7 Voor het roeren en kloppen van ingrediënten (bijv. slagroom) met de roergarde “Profi Flexi” of met de professionele garde ü Voor het gebruik van de hulpstukken met SensorControl Plus X “Gebruik van SensorControl Plus” zie pagina 92 Fijne instelling van de hulpstukken Het apparaat is in de fabriek zodanig ingesteld dat de professionele garde de bodem van de kom bijna aanraakt zodat de ingrediënten optimaal met elkaar worden vermengd. Wanneer de hulpstukken de bodem aanraken of de afstand tot de bodem te groot is, kan dit eenvoudig worden gecorrigeerd. X “Fijne instelling van de hulpstukken” zie pagina 97 88 Draaiarm X Afbeelding C De draaiarm wordt naar boven bewogen om een hulpstuk of de kom te plaatsen of te verwijderen. De draaiarm beschikt over een “Easy Armlift”-functie, die de opwaartse beweging van de draaiarm ondersteunt. Kom en deksel X Afbeelding D Het apparaat wordt geleverd met een speciale kom die door het plaatsen en draaien vast met het basisapparaat wordt verbonden. Het deksel wordt aan de draaiarm bevestigd en opent automatisch bij het optillen van de draaiarm. Hulpstukken aanbrengen en verwijderen X Afbeelding E De hulpstukken zijn bij de beschermkap uitgerust met een hevel die is bestemd om de hulpstukken eenvoudig te verwijderen. Hulpstuk aanbrengen: richt de hevel naar voren en steek het hulpstuk in de hoofdaandrijving tot het vastklikt. De beschermkap dekt de aandrijving af. Hulpstuk verwijderen: De hendel naar voor richten en omlaag drukken tot het hulpstuk loskomt. Het hulpstuk uit de aandrijving trekken. Snoeroproller X Afbeelding A Afhankelijk van het model: het apparaat is met een automatische snoeroproller uitgerust. Netsnoer in één keer tot de gewenste lengte (max. 125 cm) uittrekken en langzaam loslaten; het snoer is gearrêteerd. Snoerlengte verminderen: lichtjes aan het snoer trekken en laten opwikkelen tot de gewenste lengte. Dan opnieuw kort aan het snoer trekken en langzaam loslaten; het snoer is gearrêteerd. nl Voorbereiding Belangrijk: Snoer niet met de hand inschuiven. Wanneer het snoer klem zit: het snoer geheel afwikkelen en opnieuw laten opwikkelen. Snoeropbergvak X Afbeelding A Afhankelijk van het model: het apparaat is met een snoeropbergvak uitgerust. De snoerlengte kan passend worden ingesteld door het snoer iets in het vak terug te duwen of verder naar buiten te trekken. Beveiligingssystemen Het apparaat beschikt over verschillende beveiligingssystemen. X “Beveiligingssystemen” zie pagina 98 Voorbereiding ■ Basisapparaat op een gladde, schone en stabiele ondergrond zetten. ■ Het aansluitsnoer tot de benodigde lengte uittrekken. ■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm tot de aanslag omhoog bewegen. ■ Het deksel met de vulopening naar voren op de hoofdaandrijving steken. ■ De kom plaatsen. Daarbij op de uitsparingen in het basisapparaat letten. ■ De kom tegen de klok in draaien tot hij vastklikt. Het basisapparaat is voor het verdere gebruik voorbereid. Belangrijk: het toestel niet op het werkblad verschuiven omdat dit de functie van de weegschaal kan hinderen. Het toestel optillen om het te verplaatsen. Instellingen ■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. ■ Stekker in wandcontactdoos doen. Het apparaat is ingeschakeld. ■ Op het display verschijnt “OptiMUM”. Aanwijzing: wordt het apparaat binnen een bepaalde tijd niet gebruikt of bediend, gaat het display langzaam uit en gaat het in stand-bymodus. Door het aanraken van een willekeurige toets verschijnt opnieuw “OptiMUM”. ■ De toetsen A en + tegelijk ingedrukt houden tot het configuratiemenu geopend wordt. ■ De toetsen A en + weer loslaten. Instelling selecteren ■ Telkens door het kort indrukken van de toets A verschijnen na elkaar de volgende instellingen. – TAAL Taal waarin de displayteksten weergegeven worden. – GELUID Volume van de signalen – instelling in 6 standen van uit tot luid. – HELDERHEID Helderheid van het display – instelling in 6 standen van donker tot helder. – EENHEDEN (bij modellen met weegschaal) Weergave-eenheid van de weegschaal – gram (g) of pond (lb). Instellingen wijzigen en opslaan ■ Met de toets + o - wordt de actuele instelling veranderd. ■ De toetsen A en + tegelijk ingedrukt houden tot “OPGESLAGEN” op het display verschijnt. ■ De toetsen A en + weer loslaten. De gewijzigde instellingen zijn opgeslagen. Voorbeeld: taal instellen X zie ook de korte handleiding ■ De toetsen A en + tegelijk ingedrukt houden tot het configuratiemenu geopend wordt. ■ De taalkeuze verschijnt. ■ De toetsen A en + weer loslaten. ■ De toets + of - zo vaak indrukken tot de gewenste taal weergegeven wordt. TAAL NEDERLANDS 89 nl Gebruik zonder extra functies ■ De toetsen A en + tegelijk ingedrukt houden tot “INSTELLINGEN OPGESLAGEN” op het display verschijnt. INSTELLIN OPGESLAGEN ■ Op het display verschijnt de taalkeuze. ■ De toetsen A en + weer loslaten. De taalkeuze is opgeslagen. Gebruik zonder extra functies W Gevaar voor letsel! – De stekker pas in het stopcontact steken wanneer alle voorbereidingen voor het werken met het apparaat zijn uitgevoerd. – Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de vulopening grijpen. – Werk altijd met aangebracht deksel! – Voor het bewegen van de draaiarm of het wisselen van hulpstukken in elk geval wachten tot de aandrijving stilstaat. – Om veiligheidsredenen in elk geval het aandrijvingsbeschermdeksel op de voorste of achterste aandrijving aanbrengen. Belangrijk: – Basisapparaat zoals in “Voorbereiding” beschreven voorbereiden. – Het apparaat kan niet worden ingeschakeld wanneer de kom niet correct is geplaatst. Aanwijzing: de functie “TIJD” start bij elk gebruik automatisch, telt de verwerkingsduur mee en geeft deze op het display aan. X Afbeeldingenreeks F 1. Afhankelijk van de verwerkingstaak roergarde “Profi Flexi”, professionele garde of kneedhaak kiezen (X “Hulpstukken” zie pagina 88), de hevel aan de beschermkap naar voren toe uitlijnen en het hulpstuk tot aan het vastklikken in de hoofdaandrijving steken. 2. De ingrediënten in de kom doen. 3. Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. W Gevaar voor letsel! Draaiarm voorzichtig omlaag bewegen! Let erop dat vingers of handen niet worden ingeklemd. Apparaat bedienen 4. Stekker in wandcontactdoos doen. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 5. Draaischakelaar op de gewenste stand zetten (X “Snelheidsadviezen” zie pagina 88). Op het display verschijnt “TIJD” en de verstreken verwerkingsduur wordt weergegeven. 6. Verwerk de ingrediënten zo lang tot het gewenste resultaat is bereikt. 7. Draaischakelaar op y zetten. Wachten tot de aandrijving stilstaat. Stekker uit het stopcontact nemen. 8. Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm tot de aanslag omhoog bewegen. 9. De kom met de klok mee draaien tot hij kan worden opgetild. Kom verwijderen. 10. De hendel naar voor richten en omlaag drukken tot het hulpstuk loskomt. Het hulpstuk uit de aandrijving trekken. 11. Deksel van de aandrijving trekken. 12. Alle onderdelen bij voorkeur direct na gebruik reinigen. X “Reiniging en verzorging” zie pagina 95 N.B.: gebruik ook onze toepassingsvoorbeelden om uw nieuwe apparaat en de functies ervan beter te leren kennen. X “Recepten” zie pagina 96 90 Gebruik van de tijd- en de timerfunctie nl Ingrediënten toevoegen Functie “TIMER” Tijdens de verwerking kunnen ook andere ingrediënten worden toegevoegd. Instellen van de gewenste duur. Als de duur verstreken is, weerklinkt een signaal en de verwerking wordt beëindigd. De functie kan ook zonder de verwerking van levensmiddelen gebruikt worden (bijv. voor kook- en rusttijden van levensmiddelen). X Afbeelding G ■ Terwijl het apparaat loopt verdere ingrediënten voorzichtig door de vulopening in het deksel toevoegen. W Gevaar voor letsel! Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom of de vulopening steken. X Afbeeldingenreeks H 1. Om grotere hoeveelheden of ingrediënten toe te voegen, draaiknop op y zetten. Wachten tot de aandrijving stilstaat. 2. Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm tot de aanslag omhoog bewegen. 3. De ingrediënten direct in de kom doen. Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. Op het display verschijnt “OptiMUM”. Ingrediënten verder verwerken. Gebruik van de tijd- en de timerfunctie Het apparaat is met een tijd- en timerfunctie uitgerust. Volgende functies zijn mogelijk: Functie “TIJD” Weergave van de verstreken verwerkingsduur (standaardinstelling). De functie “TIJD” start automatisch als met de verwerking van levensmiddelen begonnen wordt. Opmerkingen: – Tijdens de verwerking kort de toets A indrukken om de functie “TIMER” in te schakelen. – Tijdens de verwerking de toets A ingedrukt houden om het display op “00:00” terug te zetten. X Afbeeldingenreeks I 1. Het apparaat voorbereiden. Ingrediënten toevoegen. 2. Stekker in wandcontactdoos doen. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 3. De toets A indrukken. Op het display verschijnt “00:00”. 4. Met de toets + of - de gewenste verwerkingsduur instellen. Door het ingedrukt houden van de desbetreffende toets wisselen de waarden sneller. De ingestelde verwerkingsduur blijft ca. 5 minuten opgeslagen. 5. Draaischakelaar op de gewenste stand zetten. 6. Op het display wordt de resterende duur weergegeven en afgeteld. 7. Als de resterende duur verstreken is, weerklinkt een signaal en het apparaat stopt de verwerking automatisch. Op het display verschijnt “EINDE TIMER”. Aanwijzing: Geluidssignaal instellen X “Instellingen” zie pagina 89 8. Op het display verschijnt “ZET KNOP OP 0”. 9. Draaischakelaar op y zetten. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 10. Stekker uit het stopcontact nemen. 11. De verwerking met de functie “TIMER” is beëindigd. 12. Alle onderdelen bij voorkeur direct na gebruik reinigen. X “Reiniging en verzorging” zie pagina 95 Aanwijzingen: – Als een duur van meer dan 60 minuten ingesteld moet worden, wordt bijkomend het uur weergegeven: “1:01:30”. – De toets + of - indrukken om de weergegeven resterende duur op elk moment aan te kunnen passen. 91 nl Gebruik van SensorControl Plus – De toets A 2 keer kort indrukken om de timer te stoppen (het apparaat loopt verder) of opnieuw te starten. De draaiknop op E draaien om de verwerking te onderbreken. De resterende duur blijft opgeslagen en wordt na het herinschakelen opnieuw afgeteld. De toets A ingedrukt houden om de timer uit te schakelen. Op het display verschijnt “OptiMUM”. Op het display verschijnt “00:00”. De functie “TIJD” is opnieuw geactiveerd. – – Timer gebruiken zonder levensmiddelen te verwerken: ■ De toets A indrukken. Op het display verschijnt “00:00”. ■ Met de toets + of - de gewenste verwerkingsduur instellen. ■ De toets A 2 keer kort indrukken om de timer te starten. ■ Op het display wordt de resterende duur weergegeven en afgeteld. ■ Als de duur verstreken is, weerklinkt er een signaal. Op het display verschijnt “EINDE TIMER”. Aanwijzingen: – De toets A 2 keer kort indrukken om de timer te stoppen of opnieuw te starten. – Wordt er tijdens het gebruik van de timer mee begonnen levensmiddelen te verwerken, dan loopt het apparaat tot het verstrijken van de resterende duur en wordt de verwerking automatisch gestopt. Gebruik van SensorControl Plus Het apparaat is (afhankelijk van het model) met SensorControl Plus automatische programma’s uitgerust. Sensoren bewaken de verwerking van de ingrediënten en schakelen na het bereiken van de voorgeprogrammeerde consistentie het apparaat automatisch uit. Met SensorControl Plus zijn volgende automatische programma’s beschikbaar. – ROOM Automatische bereiding van slagroom. – EIWIT Automatische bereiding van geklopt eiwit. – GISTDEEG Automatische bereiding van gistdeeg. Programma kiezen ■ Toets D indrukken. Op het display verschijnt “ROOM”. ■ Toets D of de toetsen +/- indrukken. Na elkaar verschijnen de volgende programma’s: Programma Hulpstuk / ingrediënten ROOM > 300 ml * ROOM > 700 ml * EIWIT GISTDEEG Professionele garde 300-700 ml room Professionele garde 700-1500 ml room Professionele garde Eiwit van 2-12 eieren Kneedhaak Ingrediënten en hoeveelheden volgens recept X “Recepten” zie pagina 96 * Bij apparaten met geïntegreerde weegschaal worden de opties “> 300 ml” en “< 700 ml” voor “ROOM” niet weergegeven. Op het display knippert “0g”. Als tussen 300 ml en 1500 ml room toegevoegd wordt, geeft het display permanent de hoeveelheid aan en het apparaat gebruikt automatisch de juiste instellingen. Wordt minder of meer room toegevoegd, dan knippert het weergegeven gewicht. 92 Gebruik van SensorControl Plus Opmerkingen: – Om een goede werking van het sensorsysteem te waarborgen, moet de keukenmachine minstens 2 minuten in gebruik zijn geweest voordat de SensorControl Plus-automaat kan worden gebruikt. – Na het starten van SensorControl Plus geen bijkomende ingrediënten toevoegen. – SensorControl Plus is alleen voor de beschreven hulpstukken en levensmiddelen (in de opgegeven hoeveelheden) geprogrammeerd. Andere combinaties zijn niet mogelijk. – De versheid, de temperatuur en de samenstelling van de gebruikte ingrediënten beïnvloeden de benodigde tijd en het resultaat. – De SensorControl Plus -automaat kan alleen optimale resultaten bereiken wanneer de eieren vers zijn resp. de room gekoeld is (ca. 6 °C). – Voordien bevroren room kan niet geklopt worden. – Gebruik van room met additieven of lactosevrije room kan niet tot ideale resultaten leiden. – Suiker, aroma’s en andere ingrediënten voor room of geklopt eiwit pas na beëindiging van SensorControl Plus toevoegen. – Na het starten van SensorControl Plus zijn de toetsen geblokkeerd. – Om de SensorControl Plus af te breken, de draaiknop op y zetten. Hiervoor moet een geringe weerstand overwonnen worden. – Als het resultaat niet met de eigen wensen overeenkomt, de draaiknop op stand 7 (voor room en geklopt eiwit) of stand 3 (voor gistdeeg) zetten en de ingrediënten tot de gewenste consistentie verwerken. – SensorControl Plus geen tweede keer met reeds verwerkte ingrediënten starten. nl Een voorbeeld: eiwit met SensorControl Plus kloppen X Afbeeldingenreeks J 1. Het basisapparaat voorbereiden en de professionele garde inzetten. 2. Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. 3. Stekker in wandcontactdoos doen. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 4. Eieren scheiden (2-12 stuks). 5. Toets D indrukken. Op het display verschijnt “ROOM”. Aanwijzing: Bij modellen zonder weegschaal verschijnt “ROOM > 300 ml”. Nogmaals op toets D drukken. Op het display verschijnt “ROOM > 700 ml”. 6. Toets D indrukken. Op het display verschijnt “EIWIT”. 7. Het eiwit in de kom doen. Op het display verschijnt “ZET KNOP OP M/A” 8. Draaischakelaar op ü zetten en in deze positie houden. 9. Na een korte tijd wordt de draaischakelaar automatisch gefixeerd en blijft deze na het loslaten op ü staan. 10. Op het display verschijnt “SENSOR CONTROL PLUS”. SensorControl Plus bewaakt de verwerking. 11. Als de voorgeprogrammeerde consistentie bereikt werd, weerklinkt een signaal en de verwerking wordt beëindigd. Op het display verschijnt “EINDE”. Aanwijzing: Geluidssignaal instellen X “Instellingen” zie pagina 89 12. De draaiknop springt automatisch op y. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 13. Stekker uit het stopcontact nemen. 14. De verwerking met de functie “EIWIT” is beëindigd. 15. Alle onderdelen bij voorkeur direct na gebruik reinigen. X “Reiniging en verzorging” zie pagina 95 93 nl Gebruik van de weegschaal Gebruik van de weegschaal Het apparaat (afhankelijk van het model) is met een weegschaal uitgerust. Volgende toepassingen zijn mogelijk: – Wegen van toegevoegde ingrediënten (ofwel elk ingrediënt afzonderlijk of de som van alle ingrediënten). – Vooraf instellen van een gewenst gewicht en aftellen tot er voldoende toegevoegd werd (met akoestische aanwijssignalen). Aanwijzingen: – Het toestel heeft 4 gewichtssensoren in de standvoeten. De weegschaal levert alleen correcte resultaten als ze met alle voeten op een vast en effen werkvlak staat. Geen doeken of dergelijke eronder leggen. – Het toestel niet op het werkblad verschuiven omdat dit de functie van de weegschaal kan hinderen. Het toestel optillen om het te verplaatsen. – Na het inschakelen of terugzetten van de weegschaal wordt deze gedurende een kort moment gekalibreerd (tarra). Het apparaat hierbij niet aanraken en geen voorwerpen erop leggen (bijv. kooklepel, vaatdoek, etc.). – Erop letten dat maatbekers of verpakkingen niet op het apparaat (bijv. aan de rand van de vulschacht) liggen. Ingrediënten wegen X Afbeeldingenreeks K 1. Het basisapparaat voorbereiden. 2. Stekker in wandcontactdoos doen. Op het display verschijnt “OptiMUM”. 3. Toets C indrukken en apparaat niet meer aanraken. Op het display verschijnen tijdens de kalibratie na elkaar streepjes: „– – – – –“ (tarra). 4. Op het display verschijnt “0 g” of “0.00 lb” (afhankelijk van de instelling). De weegschaal is klaar. 5. Ingrediënten toevoegen. De weegschaal geeft het gewicht weer. 6. Verwerking starten of verdere ingrediënten klaar zetten. 94 7. Toets C indrukken en apparaat niet meer aanraken. Op het display verschijnt “0 g” of “0.00 lb” (afhankelijk van de instelling). De weegschaal is klaar. 8. Op deze manier alle gewenste ingrediënten toevoegen en afwegen. Daarna de afgewogen ingrediënten verwerken. X “Gebruik zonder extra functies” zie pagina 90 Aanwijzing: Als de toets C tijdens de verwerking van levensmiddelen wordt ingedrukt, verschijnt op het display „VOOR WEEGSCHAAL STOP MACHINE“. Gewicht vooraf instellen X Afbeeldingenreeks L 1. Toets C indrukken en apparaat niet meer aanraken. Op het display verschijnen tijdens de kalibratie na elkaar streepjes: „– – – – –“ (tarra). 2. Op het display verschijnt “0 g” of “0.00 lb” (afhankelijk van de instelling). De weegschaal is klaar. 3. Toets + indrukken. Op het display verschijnt “100 g” of “0.2 lb” (afhankelijk van de instelling). 4. Met de toets + of - het gewenste gewicht instellen (max. 5000 g). 5. Ingrediënten toevoegen. De nog ontbrekende hoeveelheid wordt op het display weergegeven, bijv. “65 g”. 6. Vanaf “40 g” weerklinkt een terugkerend signaal. Hoe geringer de resterende hoeveelheid, des te sneller weerklinkt het signaal. Aanwijzing: Geluidssignaal instellen X “Instellingen” zie pagina 89 7. Bij “0 g” (de vooraf ingestelde hoeveelheid werd toegevoegd) gaat het signaal uit. 8. Wordt de vooraf ingestelde hoeveelheid overschreden, dan weerklinkt het signaal permanent. Het extra gewicht wordt met een minteken gemarkeerd. Bij 25 g teveel hoeveelheid wordt op het display “-25 g” weergegeven. nl Gebruik van toebehoren Gebruik van toebehoren Reiniging en verzorging Bij uw keukenmachine horen een aantal toebehoren waarmee u de functieomvang duidelijk kunt uitbreiden. Afhankelijk van het model omvat de levering al bepaalde toebehoren. Indien een van de toebehoren niet is meegeleverd, kan het in de speciaalzaak of bij de servicedienst worden aangeschaft. X “Toebehoren” zie pagina 101 Het apparaat en de gebruikte hulpstukken moeten na elk gebruik grondig worden gereinigd. X Afbeelding N Voorbereiding voor toebehoren Afhankelijk van het toebehoren moet het basisapparaat op verschillende wijze worden voorbereid. ■ Basisapparaat op een gladde, schone en stabiele ondergrond zetten. ■ Het aansluitsnoer tot de benodigde lengte uittrekken. ■ Basisapparaat volgens de afbeelding voorbereiden afhankelijk van het toebehoren. X Afbeelding M 1. Voorbereiding voor hulpstukken. 2. Voorbereiding voor toebehoren op de zwarte aandrijving met haakse overbrenging en toebehoren dat op de plaats van de kom wordt aangebracht. 3. Voorbereiding voor toebehoren op de rode aandrijving, bijvoorbeeld mixer of multi-fijnmaakapparaat. 4. Voorbereiding voor toebehoren op de gele aandrijving zonder uitgang voor levensmiddelen, bijvoorbeeld multimixer of citruspers. 5. Voorbereiding voor toebehoren op de gele aandrijving met uitgang voor levensmiddelen, bijvoorbeeld continue rasp- en snijapparaat. W Gevaar voor elektrische schok! – Voor het reinigen de stekker uit het stopcontact halen. – Het basisapparaat niet in vloeistof dompelen en niet reinigen in de vaatwasmachine. – Gebruik geen stoomreiniger. Attentie! – Gebruik geen reinigingsmiddelen die alcohol of spiritus bevatten. – Gebruik geen scherpe, puntige of metalen voorwerpen. – Gebruik geen schurende doeken of schurende reinigingsmiddelen. – Kunststof onderdelen niet vastklemmen in de vaatwasser, omdat ze dan onherstelbaar vervormd kunnen raken! Basisapparaat reinigen ■ Aandrijvingsbeschermdeksel verwijderen. ■ Veeg het basisapparaat en het aandrijvingsbeschermdeksel schoon met een zachte, vochtige doek en droog ze af. Kom en hulpstukken reinigen ■ Reinig de kom en de hulpstukken met een sopje en een zachte doek of spons of doe ze in de vaatwasser. ■ Alle onderdelen laten drogen. Belangrijk: ■ Let op de gele, rode of zwarte markering op de aandrijving en het toebehoren. X “Kleurmarkering” zie pagina 86 ■ Niet-gebruikte aandrijvingen altijd afdekken met aandrijvingsbeschermdeksels. ■ Alle verdere stappen staan vermeld in de desbetreffende gebruiksaanwijzing van het toebehoren. 95 nl Recepten Recepten Slagroom – 200-1500 g ■ Room 1½ tot 4 minuten met de professionele garde kloppen op stand 7, afhankelijk van de hoeveelheid en de eigenschappen van de room. Aanwijzing: bij modellen met SensorControl Plus het automatische programma gebruiken. X “Gebruik van SensorControl Plus” zie pagina 92 Eiwit – 2-12 eiwitten ■ Eiwit 4 tot 6 minuten op stand 7 met de professionele garde kloppen. Aanwijzing: bij modellen met SensorControl Plus het automatische programma gebruiken. X “Gebruik van SensorControl Plus” zie pagina 92 Biscuitdeeg Basisrecept – 3 eieren – 3-4 el heet water – 150 g suiker – 1 pakjes vanillesuiker – 150 g bloem – 50 g zetmeel – eventueel bakpoeder ■ De ingrediënten (behalve de bloem en het zetmeel) ca. 4 tot 6 op stand 7 met de professionele garde tot schuim kloppen. ■ Draaischakelaar op stand 1 zetten en de gezeefde bloem en het zetmeel in ca. ½ tot 1 minuut lepel voor lepel toevoegen en erdoor mengen. Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept 96 Roerdeeg Basisrecept – 3-4 eieren – 200-250 g suiker – 1 snufje zout – 1 pakje vanillesuiker of de schil van ½ citroen – 200-250 g boter of margarine (kamertemperatuur) – 500 g bloem – 1 pakje bakpoeder – 150 ml melk ■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut op stand 1, vervolgens ca. 3-4 minuten op stand 5 met de roergarde Profi Flexi roeren. Maximum hoeveelheid: 2½ x basisrecept Zandtaartdeeg Basisrecept – 125 g boter (kamertemperatuur) – 100-125 g suiker – 1 ei – 1 snufje zout – wat citroenschil of vanillesuiker – 250 g bloem – eventueel bakpoeder ■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut op stand 1, vervolgens ca. 2-3 minuten op stand 6 met de roergarde Profi Flexi roeren. Bij meer dan 500 g bloem: ■ Ingrediënten met de kneedhaken ca. ½ minuut op stand 1, vervolgens ca. 3-4 minuten op stand 3 kneden. Maximum hoeveelheid: 4 x basisrecept Fijne instelling van de hulpstukken Gistdeeg Basisrecept – 500 g bloem – 1 ei – 80 g vet (kamertemperatuur) – 80 g suiker – 200-250 ml lauwe melk – 25 g verse gist of 1 pakje gedroogde gist – schil van ½ citroen – 1 snufje zout ■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de kneedhaak op stand 1 kneden, daarna ca. 3-6 minuten op stand 3. Maximum hoeveelheid: 3 x basisrecept Aanwijzing: bij modellen met SensorControl Plus het automatische programma gebruiken. X “Gebruik van SensorControl Plus” zie pagina 92 Pastadeeg Basisrecept – 500 g bloem – 250 g eieren (ca. 5 stuks) – naar wens 2-3 eetlepels (20-30 g) koud water ■ Alle ingrediënten ca. 3 tot 5 minuten op stand 3 tot deeg kneden. Maximumhoeveelheid: 1,5 x basisrecept Brooddeeg Basisrecept – 1000 g bloem – 3 pakje gedroogde gist – 2 tl zout – 660 ml warm water ■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de kneedhaak op stand 1 kneden, daarna ca. 4-5 minuten op stand 3. Maximumhoeveelheid: 1,5 x basisrecept nl Fijne instelling van de hulpstukken W Gevaar voor letsel! Voor de fijne instelling de stekker uit het stopcontact halen. Attentie! Fijne instelling van de hulpstukken alleen in kleine stapjes uitvoeren. De draaiarm moet volledig omlaag kunnen worden bewogen en de hulpstukken mogen daarbij niet op de bodem en tegen de rand van de kom klemmen. De optimale afstand van de hulpstukken tot de kom bedraagt 3 mm. X Afbeeldingenreeks O ■ Controleer de actuele instelling terwijl de professionele garde is aangebracht. ■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm tot de aanslag omhoog bewegen. ■ De hulpstukken met één hand vasthouden. De contramoer met een steeksleutel (10 mm) met de wijzers van de klok mee losdraaien. ■ Afstand tot de kom instellen door het hulpstuk te verdraaien (1 hele draai komt overeen met 1 mm hoogteverstelling). Tegen de klok in draaien: de afstand tot de kom wordt kleiner. Met de klok mee draaien: de afstand tot de kom wordt groter. ■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. ■ Controleer de afstand van het hulpstuk. De optimale afstand van de hulpstukken tot de kom bedraagt 3 mm. Pas de afstand eventueel aan. ■ Als de afstand optimaal is ingesteld, de ontgrendelknop indraaien en de draaiarm terug zetten. ■ De hulpstukken met één hand vasthouden. De contramoer met een steeksleutel (10 mm) tegen de klok in vastdraaien. 97 nl Beveiligingssystemen Beveiligingssystemen Inschakelbeveiliging Het apparaat kan alleen worden ingeschakeld wanneer de kom is aangebracht en tot aan het vastklikken werd gedraaid of wanneer een toebehoren met haakse overbrenging op de hoofdaandrijving werd bevestigd en wanneer de draaiarm in de onderste stand is vastgeklikt. Beveiliging tegen opnieuw inschakelen Bij een stroomstoring blijft het apparaat ingeschakeld, maar na de stroomstoring gaat de motor niet opnieuw lopen. Om opnieuw in te schakelen, de draaischakelaar eerst op y zetten en dan opnieuw inschakelen. Overbelastingsbeveiliging De overbelastingsbeveiliging schakelt de motor tijdens het gebruik automatisch uit. Een mogelijke oorzaak is het verwerken van een te grote hoeveelheid levensmiddelen tegelijk. Draaiarmbeveiliging De draaiarm kan niet worden ontgrendeld en bewogen wanneer er een toebehoren op de achterste aandrijving is aangebracht. 98 Afval J Gooi verpakkingsmateriaal op een milieuvriendelijke manier weg. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Raadpleeg uw gespecialiseerde handelaar voor de geldende voorschriften inzake afvalverwijdering. Garantie Voor dit apparaat gelden de garantievoor-waarden die worden uitgegeven door de vertegenwoordiging van ons bedrijf in het land van aankoop. De leverancier, bij wie u het apparaat heeft gekocht, geeft u hierover graag meer informatie. Om aanspraak te maken op de garantie heeft u altijd uw aankoopbewijs nodig. Wijzigingen voorbehouden. nl Hulp bij storingen Hulp bij storingen In de volgende tabellen vindt u oplossingen voor problemen of storingen die u makkelijk zelf kunt verhelpen. Neem contact op met de servicedienst als een storing niet kan worden verholpen. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Display geeft niets weer. Lichtring is uit. Het apparaat kan niet worden ingeschakeld. Het apparaat start niet. Lichtring brandt. Het apparaat schakelt uit tijdens het gebruik. Het apparaat heeft geen stroom. ■ Stroomvoorziening controleren. ■ Stekker in wandcontactdoos doen. Een veiligheidssysteem werd geactiveerd. Er werd een te grote hoeveelheid ingredienten gelijktijdig of te lang verwerkt. X “Beveiligingssystemen” zie pagina 98 Draaiarm werd geopend. Kom of haakse overbrenging (toebehoren) is losgekomen. De draaiarm kan niet geopend worden. Display-indicatie Op de achterste, rode aandrijving is toebehoren aangebracht. Mogelijke oorzaak ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit het stopcontact nemen. ■ Kleinere hoeveelheid verwerken. ■ Het apparaat tot kamertemperatuur laten afkoelen. ■ Draaischakelaar op y zetten. ■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit het stopcontact nemen. ■ De mengkom tot aan de aanslag vastdraaien. ■ Haakse overbrenging vastdraaien en sluithendel volledig sluiten. ■ Toebehoren verwijderen. ■ Ontgrendelknop indrukken en draaiarm openen. Oplossing Er werd een te grote ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit FOUT het stopcontact nemen. MOTOR OVERBELAST hoeveelheid ingredienten gelijktijdig of te ■ Kleinere hoeveelheid verwerken. lang verwerkt. ■ Het apparaat tot kamertemperatuur laten afkoelen. Het apparaat of ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit een toebehoren is het stopcontact nemen. geblokkeerd. ■ Apparaat / toebehoren controleren en blokkering verwijderen. Motor defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de motor mogelijk defect. Neem contact op met onze service. 99 nl Hulp bij storingen Display-indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing De weegschaal ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit functioneert niet naar het stopcontact nemen. behoren. ■ Na ca. 10 min. opnieuw proberen. Weegschaal defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de weegschaal mogelijk defect. Neem contact op met onze service. De weegschaal is aan Apparaat niet gebruiken op werkbladen trillingen blootgesteld. waaronder bijvoorbeeld een vaatwasser in werking is. Het toestel werd vóór ■ Het toestel optillen en opnieuw het gebruik van de neerzetten. weegschaal op het ■ De weegschaal terugzetten en opnieuw werkblad verschoven. proberen. Draaiarm werd ■ Draaischakelaar op y zetten. FOUT geopend. ■ Ontgrendelknop indrukken en de ARM OPEN draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt. Kom of haakse ■ Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit FOUT overbrenging het stopcontact nemen. KOM ONTBREEKT (toebehoren) is ■ De mengkom tot aan de aanslag losgekomen. vastdraaien. ■ Haakse overbrenging vastdraaien en sluithendel volledig sluiten. ■ Het apparaat uitschakelen en wachten VOOR WEEGSCHAAL Weegschaal is bij draaiend apparaat tot dit stilstaat alvorens de weegschaal te STOP MACHINE ingeschakeld. gebruiken. Het meetresultaat ■ Niet meer dan 5000 g ingrediënten OVERBELAST bevindt zich buiten gebruiken. WEEGSCHAAL het meet- en ■ Niet meer dan 990 g ingrediënten of indicatiebereik van de verwijderen. ONDERBELAST weegschaal WEEGSCHAAL (-990 g tot 5000 g) Er werden teveel of te ■ Ingrediënten overeenkomstig de OVERBELAST weinig ingrediënten opgegeven hoeveelheden toevoegen. of voor het gekozen pro- X “Gebruik van SensorControl Plus” zie ONDERBELAST gramma toegevoegd. pagina 92 bij gebruik van SensorControl Plus FOUT WEEGSCHAAL 100
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188

Bosch MUM9AX5S00/01 Handleiding

Type
Handleiding