Documenttranscriptie
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel
gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
3
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones
(opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand
(2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een
goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van
de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
4
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type
Totaal
vermogen
Zones
Normaal*
Power*
Super
Power*
Detectie kookpan
1773
1777
7400 W
4 zones:
220x180 mm
2100 W
2600 W
3700 W
100 mm
1774
11100 W
6 zones:
220x180 mm
2100 W
2600 W
3700 W
100 mm
11100 W
4 zones:
220x180 mm
Centrum:
260 mm
2100 W
2600 W
3700 W
100 mm
2600 W
3300 W
5500 W
90/220 mm
1778
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
Implementatie potten
Belangrijk: Voor een optimale werking is het belangrijk dat de pan zo centraal mogelijk op de
zones staat (zie schema).
1774
1773
1778
1777
5
Bedieningspaneel
Warmhoud
lampje
Bridge
lampje
Timer
lampje
Zone voor slider
bediening en timer
(zone achter)
Aanduiding van het
vermogenniveau
Timer
toets
Aanduiding
van de timer
Zone voor
sliderbediening en timer
(zone voor)
Warmhoud toets
Stop&Go
toets
Vergrendelingstoets
Aan / Uit
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display
0
1…9
U
A
E
H
P
U
II
Aanduiding
Nul
Vermogenniveau
Detectie kookpan
Onmiddellijke opwarming
Foutmelding
Restwarmte
Power
Super Power
Warmtebehoud
Stop&Go
Omschrijving
Kookzone geactiveerd
Keuze kookniveau
Geen of onaangepaste kookpan
Aankookautomaat
Defect elektronisch circuit
De kookzone is warm
Het turbovermogen is geactiveerd
Super Power is geactiveerd
Automatisch behoud op 42, 70, 94°
Stop&Go is geactiveerd
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
6
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het
aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een
lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Sliderbediening en timerinstelling
Voor de selectie van het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slider te glijden.
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
“SLIDER“voor vermogenregeling
“SLIDER“
Directe keuze
7
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie
Bedieningspaneel
Inschakelen
Druk op [ 0/I ]
Uitschakelen
Druk op [ 0/I ]
In- en uitschakelen van een kookzone:
Display
[0]
geen of [ H ]
Actie
Instellen
(Sterkteregeling)
Uitschakelen
Indien binnen de 20 seconden
wachtpositie.
Display
[ 0 ] tot [ 9 ]
Bedieningspaneel
Glijden over de “SLIDER“
naar rechts of links
Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“
geen regeling is uitgevoerd, valt de
[ 0 ] of [ H ]
elektronica terug op de
Detectie van de kookpot
Deze kookplaat is uitgerust met een interactief controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat
nog vereenvoudigd. Wanneer u een kookpot op de ingeschakelde kookplaat plaatst, wordt deze
automatisch gedecteerd. Bovendien krijgt u een indicatie [0] welke slider u dient te gebruiken
voor de desbetreffende zone.
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
8
Power functie en Super Power functie
De Power functie [ P ] en Super Power [
] verlenen aan de gekozen kookzone een
opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10
minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power:
Actie
Power inschakelen
Power uitschakelen
Display
[P]
[ 9 ] naar [ 0 ]
In- en uitschakelen van Super Power:
Actie
Power inschakelen
Super Power inschakelen
Super Power uitschakelen
Power uitschakelen
Bedieningspaneel
Tot het einde van de « SLIDER »
glijden of meteen op het einde
van de “SLIDER” duwen
Glijden over de “SLIDER“
Bedieningspaneel
Tot het einde van de « SLIDER »
glijden of meteen op het einde
van de “SLIDER” duwen
Druk opnieuw einde van
de “SLIDER”
Glijden over de “SLIDER“
Glijden over de “SLIDER“
Display
[P]
[
en P ]
[ P ] naar [ 0 ]
[ 9 ] naar [ 0 ]
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power
functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de
elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone
[ P ] wordt weergegeven
Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
9
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie
Selecteer het vermogen
Selecteer de timer
Duurtijd verminderen
Duurtijd verlengen
Bedieningspaneel
Over « SLIDER »glijden“
druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ]
van de timer tot de zandloper van de
desbetreffende zone oplicht
druk op [ - ] van de timer
druk op [ + ] van de timer
Display
[ 1 ] tot [ P ]
zandloper van de zone
licht op
[ 60 ] gaat naar 59…
de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [ min ] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Uitschakelen van de timerfunctie:
Actie
Selecteer de timer
Stop de timer
Bedieningspaneel
tegelijkertijd drukken op [ - ]
en [ + ] van de timer tot de gewenste
zanloper oplicht
blijf op [ - ] van de timer drukken
Display
de tijd wordt
weergegeven
[ 000 ]
Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.
Gebruik van de timer zonder koken:
De timer werkt ook onafhankelijk van de zones en wordt gedesactiveerd wanneer een zone in
warmhoudfunctie wordt geschakeld. Indien de kooktafel wordt uitgeschakeld loopt de onafhankelijke
kookwekker nog verder tot het einde van de ingestelde tijd.
Actie
Bedieningspaneel
Display
De kookplaat inschakelen
druk op [ 0/I ]
[0]
Selecteer de timer
druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ]
[ 000 ]
van de timer
Duurtijd verminderen
druk op [ - ] van de timer
[ 60 ] gaat naar 59…
Duurtijd verlengen
druk op [ + ] van de timer
de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 000 ], er klinkt een
geluidssignaal en de kookzone stopt. Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen drukt u
op [ - ] of [ + ] van de timer.
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
Programmeren van de aankookautomaat:
Actie
Het vermogen kiezen
(vb. « 7 »)
Bedieningspaneel
over de “SLIDER glijden tot [ 7 ]
en 3sec blijven duwen
10
Display
[ 7 ] knippert met [ A ]
Stopzetten van de aankookautomaat:
Actie
Het vermogen kiezen
Bedieningspaneel
Glijdt over de “SLIDER“
Display
[ 0 ] tot [ 9 ]
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
Aan- en uitzetten van Stop&Go:
Actie
Bedieningspaneel
Display
Stop&Go aanzetten
Stop&Go uitzetten
Druk op [ II ]
duw op [ II ]
duw op de geanimeerde « SLIDER »
[ II ] verschijnt
geanimeerde « SLIDER »
de vorige instellingen
verschijnen
Herhalingsfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat ( 0/I ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
Warmhoudfunctie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Duw op [ II ] voor het knipperen stopt.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 42°C, 70°C of 94°C te bereiken en
automatisch te behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan
kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie:
Actie
Bedieningspaneel
Display
Activeer warmhouden 42°C
druk 1 maal op [ Warmhoud toets ]
[ U ] en led [
]
druk 2 maal op [ Warmhoud toets ]
druk 3 maal op [ Warmhoud toets ]
over de « SLIDER » glijden
of op [ Warmhoud toets ]
drukken tot [ 0 ]
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
[ U ] en led [
[ U ] en led [
[ 0 ] tot [ 9 ]
]
]
Activeer warmhouden 70°C
Activeer warmhouden 94°C
Warmhoudfunctie stoppen
11
[0]
Bridge Functie
Deze functie laat toe om 2 zones (linker zones, middelste zones, rechter zones) tegelijkertijd te
laten werken en te bedienen. Gebruik van de Power functie is in dit geval niet mogelijk.
Actie
Kookplaat aanzetten
Bridge activeren
Bridge verhogen
Bridge stopzetten
Bedieningspaneel
Selecteer [ 0/I ]
tegelijkertijd op [ Warmhoud toets ]
duwen
van de 2 te combineren zones
Display
[0]
over de « SLIDER »
glijden tot het gewenste vermogen
tegelijkertijd op [ Warmhoud toets ]
duwen
van de 2 gecombineerde zones
[ 1 tot 9 ]
[ 0 ] et [
]
[0]
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Actie
Bedieningspaneel
Kookplaat vergrendelen
vinger gedurende 6s op [
] houden led vergrendeling licht op
Kookplaat ontgrendelen
vinger gedurende 6s op [
] houden led vergrendeling gaat uit
12
Display
Opmerking [KVH1]: Insérer le sigle,
aussi dans les autres langues
Opmerking [KVH2]: Insérer le sigle
aussi dans les autres langues
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten:
staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De
bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter
van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van
uw kooktafel te verkrijgen.
13
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
3-4
Smelten
Opwarmen
Opzwellen
Ontdooien
Stoom
4-5
Water
6-7
Zachtjes koken
1-2
2-3
7-8
9
P en
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
Groenten, vis, vlees
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
Aardappelen, beignets,
platte koeken
Steaks, omeletten
water
Aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water
Koken
Braden
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Braden
Op kooktemperatuur brengen
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
de veiligheidszekering is gesprongen
kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
er staat geen kookpot op de kookzone
de kookpot is niet geschikt voor inductie
de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Het elektronisch systeem is ontregeld.
Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
Doe beroep op de dienst na verkoop
14
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
de veiligheid is in werking getreden
deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking:
de kookzone is nog warm [ H ]
het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ].
Het symbool [ U ] licht op:
Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
Het symbool [
] of[ Er03 ]licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ U400 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Het symbool [ Er47 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
15
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
Afmetingen
Afmetingen
Afmetingen glas
uitsnijding
vlakbouw
Typ
Breedte
Diepte Breedte
Diepte Straal Breedte
Diepte
Hoogte
1773
560
490
596
526
8
590
520
4
1774
750
490
786
526
8
780
520
4
1777
890
390
916
416
8
910
410
4
1778
810
490
886
526
8
880
520
4
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het
kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde
oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van
20 mm voorzien om een goede verluchting van de
elektronische apparatuur te verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt,
vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen (bv.
spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven
geplaatste dampkap, dient u de instructies van de
fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan
instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te
respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen
enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals
bijvoorbeeld een lade.
16
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 1773 - 1777
Netwerk
Aansluiting
Aansluitsnoer
Aansluitsnoer
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 2,5 mm2
400 V~ 50/60Hz
2 fasen + N
4 x 1,5 mm2
230 V~ 50/60 Hz
2 fasen
3 x 2,5 mm2
230 V~ 50/60 Hz
3 fasen
4 x 1,5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
17
Kaliber
automaten
25 A *
16 A *
25 A *
16 A *
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 1774 -1778
Netwerk
Aansluiting
Aansluitsnoer
Aansluitsnoer
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 4 mm2
400 V~ 50/60Hz
2 fasen + N
4 x 2,5 mm2
400 V~ 50/60Hz
3 fasen + N
5 x 1,5 mm2
230 V~ 50/60 Hz
2 fasen
3 x 4 mm2
230 V~ 50/60 Hz
3 fasen
4 x 2,5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
Kaliber
automaten
40 A *
25 A *
16 A *
40 A *
25 A *
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
18