Ariston CP66SP6 (X) NL /HA de handleiding

Categorie
Ovens
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

CP66SP6 NL/HA
Inhoud
Installatie, 16-20
Elektrische aansluiting
TECHNISCHE GEGEVENS
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Beschrijving van het apparaat, 21
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 22-25
Gebruik van de kookplaat
Gebruik oven
Kooktabel oven
De elektronische programmering, 26
Voorzorgsmaatregelen en advies, 27
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 28
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Vervangen van het ovenlampje
Servicedienst
Gebruiksaanwijzing
NL
Français, 1
Nederlands,15
FR
FORNUIS
16
NL
Deze instructies zijn bestemd voor een bevoegde
installateur, zodat deze het apparaat kan installeren,
regelen en het onderhoud op de juiste wijze kan
uitvoeren volgens de geldende normen.
Belangrijk: alle handelingen van regeling of
onderhoud enz. moeten worden uitgevoerd
als de stroom is uitgeschakeld. Als het
apparaat absoluut onder spanning moet blijven
staan dient u alle noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen te treffen.
De fornuizen hebben de volgende technische
kenmerken:
Cat. II 2E+3+
De maximale afmetingen van de keuken zijn
aangegeven in de afbeelding op pagina 2. Voor een
goede werking van de inbouwapparaten moeten de
minimum afstanden zoals aangeduid in afb. 8
worden gerespecteerd. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakken en de achterwand uit
hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om een
boventemperatuur van 65°C te weerstaan.
Alvorens het fornuis te plaatsen moeten de
bijgeleverde stelvoetjes, 95÷155 mm hoog, in de
daarvoor bestemde gaten aan de onderzijde van het
fornuis (fig. 9) worden bevestigd. De stelvoetjes
kunnen worden geregeld door ze los of vast te
schroeven, zodat het fornuis waterpas kan worden
gesteld.
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend in permanent
geventileerde ruimten worden geïnstalleerd en
functioneren, volgens de voorschriften van de
geldende Norm UNI-CIG 7129 en 7131. Aan de
volgende voorwaarden moet worden voldaan:
Het apparaat moet de verbrandingsproducten
afvoeren naar een speciaal hiervoor bestemde
kap die op een schoorsteen, een afvoerkanaal of
rechtstreeks naar buiten moet zijn aangesloten
(afb. 10).
Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan
een op het raam of de buitenmuur geplaatste
elektroventilator worden gebruikt die tegelijkertijd
met het apparaat in werking moet worden gesteld.
Ventilatie van de keuken
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd
moet een hoeveelheid lucht worden aangevoerd die
voldoende is voor de verbranding van het gas en de
ventilatie van de ruimte. De natuurlijke toevoer van
lucht moet plaats vinden door middel van
permanente openingen in de buitenmuur van de
keuken, of door enkele of collectieve vertakte
kanalen die voldoen aan de norm UNI-CIG 7129. De
lucht moet rechtstreeks van buiten komen, ver van
bronnen van luchtvervuiling. De ventilatieopening
moet over de volgende eigenschappen beschikken
(afb. 11A):
een totale volledig onbelemmerde
doorgangssectie van tenminste 6 cm² voor iedere
kW nominale warmtecapaciteit van het apparaat,
met een minimum van 100 cm² (de
warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het
typeplaatje);
de mondstukken aan zowel de binnen- als de
buitenzijde van de wand mogen niet verstopt
raken;
hij moet met bijvoorbeeld een rooster, metalen
gazen, enz. zijn beschermd zodat de
bovengenoemde nuttige sectie niet wordt
verminderd.
hij moet op een hoogte net boven de vloer zijn
geplaatst.
Installatie
Rechtstreeks naar buiten toe
In een schoorsteen of vertakt
rookkanaal (gereserveerd voor
kookapparaten)
afb. 10
afb. 9
afb. 8
Klasse 1
Klasse 2 subklasse 1
95÷155mm
min. 100mm
min. 700mm
17
NL
De lucht mag eveneens vanuit een aangrenzende
ruimte worden toegevoerd, op voorwaarde dat het
hier geen slaapkamer of een ruimte waar
brandgevaar bestaat betreft, zoals bijv. garages,
magazijnen met brandbaar materiaal enz., en hij
moet geventileerd zijn volgens de norm UNI-CIG
7129. De luchttoevoer vanuit het aangrenzende
vertrek naar het te ventileren vertrek moet vrijelijk
kunnen vloeien door middel van permanente
openingen met een doorsnee die niet kleiner is dan
hierboven aangegeven. Deze openingen kunnen ook
worden verkregen door de vrije ruimte tussen de
deur en de vloer te vergroten (fig. 11B). Als voor de
afvoer van de verbrandingsproducten een
elektroventilator wordt gebruikt, zal de
ventilatieopening moeten worden aangepast aan de
maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan.
De capaciteit van de elektroventilator dient
voldoende te zijn om per uur een luchtverversing
van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik
van het apparaat kan extra ventilatie noodzakelijk
blijken, die kan worden verkregen door bijvoorbeeld
het openen van een raam of verbetering van de
afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien
aanwezig. Vloeibaar petroleumgas (LPG) is zwaarder
dan lucht en blijft laag hangen. De ruimtes waarin
gasflessen met LPG staan moeten dan ook
openingen naar buiten hebben ter hoogte van de
vloer, zodat eventueel gaslekken van onderen
afgevoerd kunnen worden. Zet geen LPG gasflessen
(ook als deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes.
Het is beter in het vertrek alleen de gasfles te laten
staan die op dat moment in gebruik is, De fles moet
uit de buurt staan van warmtebronnen die hem op
een temperatuur van meer dan 50°C zouden kunnen
brengen.
Gastoevoer
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding
of -fles moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met voorschriften van de van
toepassing zijnde normen (UNI-CIG 7129 en 7131)
en uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het
apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee
het zal worden gevoed.
Dit apparaat is vooraf ingesteld om te
functioneren met het soort gas dat staat vermeld
op het plaatje op de kookplaat. Indien de
beschikbare gassoort niet overeenstemt met de
gassoort waar het apparaat op is ingesteld, moet
u de betreffende bijgeleverde sproeiers
verwisselen, na het doornemen van de paragraaf
Aanpassen aan de verschillende soorten gas.
Om zeker te zijn van de goede werking van het
apparaat, om de energie op adequate wijze te
kunnen benutten en om de levensduur van het
apparaat te verlengen moet u zich ervan
verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt
met de waarden die in de tabel 1 Kenmerken van
de branders en sproeiers staan. Als dit niet zo is
installeert u op de toevoerbuis een speciale
drukregelaar, volgens de norm UNI-CIG 7430.
Voer de aansluiting zo uit dat er geen enkele
belasting op het apparaat staat.
Voer de aansluiting uit d.m.v. het verbindingsstuk
met schroefdraad ½G cilindrische schroefbout F
(afb. 12) aan de achterzijde van het apparaat.
Gebruik een niet-flexibele metalen buis met
verbindingsstukken (afb. 12-D) overeenkomstig de
geldende normen, of een metalen flexibele buis met
onafgebroken wand en verbindingsstukken (afb. 12-
C), in overeenstemming met de geldende normen,
die in uitgerekte vorm niet langer dan 2000 mm mag
zijn. Controleer of de buis niet met bewegende delen
in aanraking kan komen die tot beschadigingen of
het afklemmen ervan zouden kunnen leiden. Als u
gebruik maakt van een rubberen buis moet u de
speciale slanghouder voor vloeibaar gas (afb. 12-
A) of voor aardgas (afb. 12-B) installeren. De
bijgeleverde afdichting G moet worden gebruikt
voor alle soorten aansluiting. Bevestig de twee
uiteinden van de buis met de speciale
klemschroeven E volgens UNI-CIG 7141. De
flexibele buis moet voldoen aan de norm UNI-CIG
7140 en geschikt zijn voor het soort gas dat u
gebruikt.
Bovendien:
moet de buis zo kort mogelijk zijn, met een lengte
van maximaal 1,5 meter;
mag de buis geen bochten en knelpunten
vertonen;
mag de buis niet in aanraking komen met de
achterwand van het apparaat of in ieder geval niet
met delen die een temperatuur van 50°C kunnen
bereiken;
A
D eta i l A Aangrenzend
vertrek
Vertrek
waar
een
ventilatie
nodig
is
afb. 11A afb. 11B
Vergroting van de kier tussen
deur en vloer
Voorbeeld van ventilatieopeningen
voor verbrandingslucht
18
NL
mag de buis niet door openingen of gleuven lopen
die bestemd zijn voor het afvoeren van de
verbrandingsgassen van de oven;
mag de buis niet in aanraking komen met scherpe
delen of scherpe hoeken;
moet de buis over de gehele lengte makkelijk te
inspecteren zijn zodat u probleemloos kunt
controleren of hij in goede staat verkeert;
de buis moet voor de datum die erop staat
vervangen worden.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar
gas (flessengas) tot stand te brengen moet
er een drukregelaar tussen geplaatst worden
die aan de norm UNI-CIG 7432-75 voldoet.
Als de installatie is voltooid moet het gascircuit met
behulp van zeepsop op lekkages worden
gecontroleerd (nooit met een vlam). Controleer of de
druk van de gasleiding voldoende is voor het
voeden van het apparaat als alle branders aan zijn.
Aanpassing aan de verschillende soorten gas
(gebruiksaanwijzing voor de kookplaat)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een soort
gas dat verschilt van het gas waarvoor het fornuis
gebruiksklaar is gemaakt (aangegeven op het etiket
aan de bovenkant van de kookplaat of op de
verpakking) moeten de sproeiers van de branders
op de volgende manier worden vervangen:
verwijder de roosters en de branders.
schroef de sproeiers los (afb. 13) met een
steeksleutel van 7 mm en vervang ze met
sproeiers geschikt voor het nieuwe type gas (zie
tabel 1 Kenmerken van de branders en de
sproeiers). Zet allee onderdelen in omgekeerde
volgorde weer op hun plaats.
aan het einde van deze handeling moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met
het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, dat u vindt
in de sproierkit.
Het verv
angen van de sproeiers van de brander
met onafhankelijkedubbele vlamkronen:
verwijder de roosters en branders van hun plaats.
De brander bestaat uit twee aparte delen (zie
Afb.);
schroef de sproeiers los met een steeksleutel van
7 mm. De binnenste vlamkring heeft 1 sproeier,
de buitenste heeft er twee (van dezelfde maat).
Vervang de sproeiers met de nieuwe die zijn
aangepast aan het nieuwe type gas (zie tabel 1).
monteer de onderdelen weer.
Regelen primaire lucht van de sproeiers
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Instellen van het minimum
Zet het kraantje op de minimumstand;
verwijder de bedieningsknop en draai aan de
stelschroef aan de rechterkant van de kraan (afb.
14) totdat u een kleine regelmatige vlam krijgt.
Gebruik daarbij een schroevendraaier
(losschroevend wordt het minimum hoger,
vastschroevend lager).
N.B: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje
geheel dicht worden geschroefd.
Controleer of de branders aanblijven als u de
knop snel van hoog naar laag draait.
Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermokoppelbeveiliging)
dit systeem niet werkt als de branders op de
minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of soortgelijk materiaal.
afb. 14afb. 13afb. 12
A
19
NL
Elektrische aansluiting
HET APPARAAT MOET BESLIST GEAARD
WORDEN.
Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals
vermeld op het typeplaatje met de technische
gegevens (geplaatst aan de achterzijde of aan het
einde van de gebruiksaanwijzing). Controleer of de
voedingsspanning ter plaatse overeenstemt met die
vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de voedingskabel aan het
elektriciteitsnet
Bij de modellen zonder stekker moet een stekker
worden aangebracht die geschikt is voor het
vermogen aangegeven op het typeplaatje en deze
moet worden aangesloten op een passend
stopcontact. Voor een rechtstreekse aansluiting op
het elektriciteitsnet moet tussen het apparaat en het
elektriciteitsnet een meerpolige schakelaar worden
geplaatst met een minimum afstand tussen de
contacten van 3 mm, aangepast aan de belasting en
in overeenstemming met de geldende normen. De
geelgroene aardkabel mag niet door de schakelaar
worden onderbroken. De voedingskabel moet
zodanig geplaatst worden dat hij nergens een
temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de
kamertemperatuur. Alle apparaten moeten apart
worden aangesloten. Geen verloopstekkers,
adapters of aftakdozen gebruiken die tot
oververhitting of schroeien zouden kunnen leiden.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de hoofdzekering en uw elektriciteitsnet de lading
van het apparaat kunnen dragen (zie typeplaatje);
de elektrische voeding over een efficiënte
aardaansluiting beschikt in overeenstemming met
de geldende normen en wettelijke voorschriften;
het stopcontact of de meerpolige schakelaar
gemakkelijk te bereiken zijn als de kookplaat is
geïnstalleerd.
HET BEDRIJF AANVAARDT GEEN ENKELE
VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE ONGEVALLEN
PREVENTIENORMEN NIET WORDEN NAGELEEFD.
Vervangen van de kabel
Gebruik een rubberen kabel van het type H05VV-F
met een sectie van 3 x 1,5 mm². De geelgroene
geleider moet 2÷3 cm langer zijn dan de andere
geleiders.
20
NL
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
* A 15°C en 1013 mbar- gas droog
Propaangas G31 H.s. = 50,37 MJ/kg
Butagas G30 H.s. = 49,47 MJ/kg
Aardgas G20 H.s. = 37,78 MJ/m
3
Aardgas G25 H.s. = 32,49 MJ/m
3
Tabel 1
Vloeibaar gas
Aardgas
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
Debiet *
g/h
Debiet *
g/h
Brander Diameter
brander
(mm)
Nomin. Geredu
c.
By-pass
1/100
(mm)
Sproeier
1/100
(mm)
G30 G31
Sproeier
1/100
(mm)
G20 G25
C. Snel 100 3.00 0.7 40 86 218 214 116 286 332
B. Halfsnel 75 1.65 0.4 30 64 120 118 96 157 183
A. Extra 55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 111
I. Dubbele
vlammen (DC
DR intern)
30 0.90 0.4 30 44 65 64 74 86 100
I. Dubbele
vlammen (DC
DR extern)
130 4.10 1.3 57 70 298 293 110 390 454
Gasdruk
Nominaal (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
17
25
25
20
30
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Oven
HxBxD
32x43,5x40 cm
Inhoud
56 l
Voltage en
frequentie van de
stroomverzorging
zie typeplaatje
Branders
geschikt voor alle soorten gas
aangegeven op het typeplaatje.
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/EG op het etiket
van elektrische ovens.
Norm EN 50304
Energieverbruik natuurlijke
convectie - verwarmingsfunctie:
Statisch;
Energieverbruikverklaring Klasse
geforceerde convectie -
verwarmingsfunctie:
Geventileerd
EU Richtlijnen: 2006/95/EEG van
12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen -
89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen -90/369/EEG van
29/06/90 (Gas) en daaropvolgende
wijzigingen -93/68/EEG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen - 2002/96/EG.
21
NL
Beschrijving van
het apparaat
Bedieningspaneel
Aanzichttekening
Bruciatore
Bruciatore
a gas
gas
ausiliario
ausiliario
Snelle gasbrander
Rooster van
het werkvlak
Halfsnelle
brander
Hulp gasbrander
Gasbrander
DCDR
Bedienings-
paneel
Knop van de
gasbranders
Commutator
ovenknop
Elektronische
programmering
Knop van de
oventhermostaat
Controlelampje
22
NL
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop
linksom tot aan het symbool van de grootste vlam
.
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum
, op het maximum of in een tussenliggende stand.
Het apparaat is voorzien van een elektronische
ontsteking aan de binnenkant van de knop. Voor het
aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de
bijhorende knop geheel in en
draait u hem linksom tot aan
het symbool van de grote
vlam. Druk hem volledig in om
de elektronische ontsteking te
activeren en houd hem
ingedrukt totdat de vlam aan
blijft. Het kan zijn dat de
brander uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit
geval moet u de handeling herhalen en de knop iets
langer ingedrukt houden.
Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging dient u de BRANDER knop
circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam
aan te houden en de beveiliging te activeren.
Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot
hij op uit staat
.
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken
met een platte onderkant, die voorzien zijn van een
deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van
de brander:
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in
het hoofdstuk Eigenschappen branders en
sproeiers.
Starten en gebruik
 Voorkom dat tijdens het gebruik de pannen buiten
de rand van het kookvlak komen.
De kookplaat is voorzien van twee
vlamverspreiders die alleen op de hulpbrander en
op de DC-DR (intern) moeten worden gebruikt.
De brander met onafhankelijkedubbele
vlamkr ing*
Deze brander bestaat uit twee concentrische
vlamkringen die samen of onafhankelijk kunnen
functioneren. Tegelijk gebruikt op maximum geeft
verhoogde warmte en dus kortere kooktijden
vergeleken met de traditionele branders. Ook
verdelen de dubbele vlamkringen de warmte onder
de pannen gelijkmatiger, vooral als ze allebei op de
minimum stand worden gebruikt.
Voor het ju iste gebruik van de brander met
dubbele vlammenkring
moet u nooit tegelijkertijd
de interne brander op de minimum en de ext erne
brander op de maximum stand zetten.
U kunt pannen van allerlei verschillende formaten
gebruiken. In het geval van gebruik van kleinere
pannen kunt u alleen de binnenste vlamkring
gebruiken. Iedere vlamkroon van de brander met
onafhankelijke dubbele vlamkronen heeft zijn eigen
bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
vlamkring;
de knop met het symbool
bedient de binnenste
vlamkring;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkring drukt
u de betreffende knop E in en draait u hem linksom
tot aan de maximum stand. De brander beschikt over
een elektronische ontsteking die automatisch in
werking treedt als u op de knop drukt.
Aangezien de brander is voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop ongeveer
2 à 3 seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidsmechanisme dat automatisch de vlam
aanhoudt warm wordt.
De gekozen brander kan met de betreffende knop
als volgt worden geregeld:
Uit
Maximum
Minimum
Gasbrander
ø Diameter pannen (cm)
A. Extra
6 – 14
B. Halfsnel
15 – 22
C. Snel
21 – 26
I. Dubbele Vlamkroon DC-DR
(binnenste)
10 - 14
I. Dubbele Vlamkroon DC-DR
(buitenste)
24 - 28
23
NL
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
rechtsom draaien (tot aan het symbool ).
Gebruik oven
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden
gebruikt om de oven te beschermen.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
Bij apparaten voorzien van elektronische
programmering moet voor gebruik van de
elektrische oven de knop
(op het display
verschijnt het symbool
) worden ingedrukt
voordat u de gewenste kookfunctie kiest.
: verlichting
Traditionele oven
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
In deze positie gaan de twee, onderste en bovenste,
verwarmingselementen aan . Dit is de klassieke
ouderwetse oven, die verheven is tot een
uitzonderlijk niveau van temperatuurverspreiding en
energiebesparing. De traditionele oven blijft
onovertroffen voor ovenschotels zoals b.v. : kool
met varkensribben, stokvis op zijn Spaans, rijst met
kalfsvlees enz. Uitstekende resultaten krijgt u bij
het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees,
goulash, gevogelte, varkenshaas enzdie
langzaam gaar gekookt en bedropen moeten
worden. Het is ook het beste systeem voor het
bakken van taarten en koekjes, gestoofde vruchten
en voor het koken in speciaal voor de oven
geschikte bakken. U gebruikt bij het koken in de
traditionele oven slechts één rek aangezien op
meerdere rekken koken de juiste verspreiding van
de warmte enigszins verhindert. Bij gebruik van
meerdere rekken kunt u de hoeveelheid warmte
tussen de bovenste stand en de onderste stand
tegen elkaar afwegen. Als meer boven- of
onderwarmte vereist is zet u de schotel hoger of
lager in de oven.
Gebak oven
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
Het achterste verwarmingselement gaat aan en de
ventilator gaat werken zodat een uniforme en
delicate warmte gegarandeerd is. Het
energieverbruik van deze functie is slechts 1600 W.
Hij wordt aangeraden voor het bakken van fijne
desserts en vooral voor gebak dat moet rijzen en
sommige mignon taartjes gelijktijdig op 3
ovenstanden. Enkele voorbeelden: beignets, zoete
koekjes en kaaskoekjes, bladerdeeg, opgerolde
koekjes, gegratineerde groentenschijfjes, enz
Fast cookingoven
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
Alle verwarmingselementen gaan om de beurt aan
en de ventilator gaat werken zodat een uniforme en
constante warmte is gegarandeerd. Deze functie is
vooral geschikt voor snel koken (zonder
voorverwarming) van reeds klaargemaakte
gerechten (b.v.: diepvries en voorgekookte
producten) en voor huis, tuin en keuken
gerechten. De Fast cooking resultaten zijn het
beste als slechts één rek wordt gebruikt (het van
beneden af), zie tabel Praktische raadgevingen
voor het koken.
Oven multikoken
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
De verwarmingselementen gaan aan en de ventilator
gaat werken. De warmte is constant en gelijkmatig in
de hele oven, de lucht kookt en bruint de gerechten
op gelijkmatige wijze op alle punten. U kunt ook
verschillende gerechten tegelijkertijd koken mits de
kooktijden gelijk zijn. Het is mogelijk 2 rekken
tegelijk te gebruiken volgens de aanwijzingen in de
paragraaf Tegelijkertijd op meerdere niveaus
koken. Deze functie is vooral geschikt voor
gegratineerde gerechten of gerechten die een nogal
lange kooktijd nodig hebben, b.v.: lasagna,
macaronischotel, gebraden kip met aardappel enz...
Goede resultaten krijgt u ook met braadstukken
aangezien de verspreiding van de temperatuur het
mogelijk maakt lagere temperaturen te gebruiken,
hetgeen maakt dat minder vleessappen verloren
gaan zodat het braadstuk mals blijft en minder aan
gewicht verliest.. De oven is vooral bijzonder goed
voor het stoven van vis, waarbij slechts weinig
kruiden en andere toevoegingen nodig zijn zodat de
vorm en smaak van de vis bewaard blijven. Van de
groenten zijn zeer geschikt voor stoven: savoyekool,
wortels, zucchini, aubergine, paprika, tomaten enz...
Desserts: Dessert: uitstekend geschikt voor cakes
die moeten rijzen. De functie Multikoken kan ook
worden gebruikt voor het ontdooien van vlees, vis,
brood, met een temperatuur van 80°C. Voor het
ontdooien van meer kwetsbare gerechten zet u de
temperatuur op 60°C of u gebruikt alleen het
circuleren van de koude lucht, thermostaat op 0°C.
24
NL
Pizza oven
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
De verwarmingselementen boven en onder gaan aan
en de ventilator gaat werken. Met deze combinatie
wordt de oven snel warm dankzij het aanzienlijke
vermogen (2800 W) dat vooral van onderaf komt. De
functie pizza-oven is vooral aangewezen voor
etenswaren die veel hitte nodig hebben zoals
inderdaad pizza en grote braadstukken. la pizza e
gli arrosti di grandi dimensioni. Gebruik één niveau
per keer; indien u op meer niveaus kookt moeten de
gerechten op de helft van de kooktijd onderling van
plaats verwisseld worden.
Grill
Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX.
Het centrale verwarmingselement aan de bovenkant
gaat aan en het braadspit gaat werken. De hoge en
rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het
vlees onmiddelijk zodat er geen vocht verloren gaat
en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de
grill is vooral aan te raden voor gerechten die een
hoge temperatuur aan de bovenkant nodig hebben:
biefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt
enkele voorbeelden in de tabel Praktische
raadgevingen voor het koken.
qubij gebruik van de grill moet de ovendeur dicht
blijven. Voor gebruik van het braadspit, zie
betreffende paragraaf.
Het braadspit
Voor het activeren van het braadspit gaat u als volgt
te werk:
a) plaats de lekplaat op de stand;
b) zet de steun van het braadspit op de stand en
steek de vleespen
door het gat heen in het braadspit achterin de oven;
c) activeer het braadspit met de knop op de positie
25
NL
Kooktabel oven
Positie
keuzeknop
Gerecht Gewicht
(kg)
Positie
ovenrekken
van beneden
af
Voorverwarmen
(minuten)
Positie
thermostaa-
tknop
Kooktijd
(minuten)
Oven
Lasagna
Cannelloni
Macaronischotel
Kalfsvlees
Kip
Roulade van kalkoen
Eend
Konijn
Varkenslende
Lamsbout
Makreel
Zwaardvis
Forel
Pizza napoletana
Biscuits
Jamtaart
Chocoladetaart
Cake
2,5
2,5
2,2
1,7
1,5
2,5
1,8
2,0
1,5
1,8
1,3
1,5
1,0
0,6
0,5
1,1
1,0
1,0
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
3
3
4
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
15
15
15
15
15
200
200
200
210
200
200
200
200
200
200
200
180
200
210
180
180
165
165
55-60
40-45
50-55
80-90
70-80
80-90
90-100
80-90
70-80
80-90
30-40
30-40
30-35
15-20
25-30
30-35
50-60
50-60
Grill
Tong en inktvis
Calamari en garnalen aan het
spit
Filet van kabeljauw
Groenten onder de grill
Biefstuk
Varkenskarbonade
Hamburgers
Worstjes
Toast
1
1
1
1
1
1,5
1
1,7
n.° 4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
5
3
3
-
5
5
3
5
3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
4
10
8-10
20-25
20-25
10-15
20-25
2-3
Aan het spit
(waar aanwezig)
Kalfsvlees aan het spit
Kip aan het spit
Lamsvlees aan het spit
1.0
1.5
1.0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
80-90
80-90
80-90
NB:
de kooktijden zijn indicatief en kunnen verschillen naar gelang uw persoonlijke smaak. Bij het bakken onder de
grill moet de lekplaat altijd op de 1° stand van benedenaf worden geplaatst.
26
NL
De elektronische programmering
Hiermee is het mogelijk de oven of grill te
programmeren met de functies:
uitgestelde start met vastgestelde kooktijd;
onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd;
timer.
Functies van de toetsen:
H : timer
$ : duur bereiding
% : einde bereiding
( : omschakelen naar handmatig
) : instelling tijd achteruit
* : instelling tijd vooruit
Het ge lijkzetten van de digitale klok
Na het aansluiten op het elektrische net of na het
uitvallen van de stroom knippert op het display:
0.00
Druk tegelijkertijd op de toetsen $ en %. Laat los
en druk vervolgens (binnen 4 seconden) op de
toetsen ) en * om de juiste tijd in te stellen.
Met de toets * gaat de tijd vooruit.
Met de toets ) gaat de tijd achteruit.
Eventueel verder gelijkzetten kan op twee manieren
worden uitgevoerd:
1. 1. Herhaal de hierboven beschreven fasen
2. Druk op de toets ( , laat los en stel de tijd daarna
in met de toetsen ) en * .
Handmatig gebruik van de oven
Nadat u de klok gelijk heeft gezet gaat de
programmering automatisch over op de handmatige
stand.
N.B.:
Druk na iedere Automatisch bereiding op de
toets ( om hem weer op handmatig te zetten.
Het regelen van het volume van het geluidssignaal
Nadat u de instellingen van de klok heeft gekozen
en bevestigd, kunt u de sterkte van het
geluidssignaal regelen met de toets ).
Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd
De kooktijd en het einde van de kooktijd worden
ingesteld. Stel dat het display 10:00 uur aangeeft.
1. 1. Draai de ovenknoppen op de gewenste functie
en temperatuur (b.v.: statische oven, 200°C)
2. Druk op de toets $ , laat los en stel vervolgens
(binnen 4 seconden) met de toetsen ) en * de
gewenste kooktijd in. Als u bijvoorbeeld een
kooktijd van 30 minuten instelt, verschijnt er:
+
Na 4 seconden, als de instelling is voltooid,
verschijnt wederom de huidige tijd met het symbool
m en de tekst auto
3. Druk op de toets % , laat los en druk op de
toetsen ) en * voor het instellen van het einde
van de kooktijd, laten we zeggen 13:00.
=
4. Als de instelling is voltooid verschijnt na 4
seconden op het display de huidige tijd:
?
De tekst auto geeft aan dat de kooktijd en het
einde van de kooktijd automatisch geprogrammeerd
zijn. De oven gaat automatisch om 12:30 aan en na
30 minuten weer uit. Als de oven aan is verschijnt het
verlichte pannetje m gedurende de gehele kooktijd. U
kunt met de toets $ op ieder willekeurig moment de
ingestelde kooktijd zien. Met de toets % verschijnt
het einde van de kooktijd.
Aan het einde van de kooktijd hoort u een
geluidssignaal. Om dit uit te zetten drukt u op een
willekeuri ge toets, b
ehalve op de t oetse n ) en *.
Onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd
Door alleen de kooktijd te programmeren (punten 1
en 2 van paragraaf Uitgestelde start met
vastgestelde kooktijd) begint deze onmiddellijk.
Het annuleren van een reeds geprogrammeerde
bereidin
g
Druk op de toets $. Laat hem los en breng met de
toets ) de tijd weer terug op
,
en druk vervolgens op de toets van de handmatige
werking (.
Timer functie
Met de timer functie stelt u een tijd in vanaf waar het
terugtellen begint. Deze functie controleert niet het
aan- of uitgaan van de oven, hij geeft alleen een
geluidssignaal weer als de tijd verlopen is. Door op
de toets H te drukken en hem daarna weer los
te laten verschijnt:
,
Stel de gewenste tijdsduur in met de toetsen * en
). Als de instelling is voltooid begint de tijd af te
tellen. Op het display verschijnt de huidige tijd.
.
Als de tijd is verstreken hoort u een geluidssignaal
dat kan worden afgezet door op een willekeurige
toets te drukken (behalve op de toetsen * en). Het
symbool H gaat uit.
Correctie/wissen van de gege vens
De instelling kan op ieder willekeurig moment
worden gewijzigd door op de betreffende toets en
de toets * of ) te drukken.
Als de kooktijd wordt gewist wordt automatisch
ook het einde hiervan gewist en omgekeerd.
Bij een geprogrammeerde werking accepteert de
oven geen einde kooktijd die eerder is dan het begin
kooktijd die door het apparaat zelf is voorgesteld.
27
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
De volgende aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden
gebruikt en alleen volgens de instructies die
beschreven staan in deze handleiding, geldig
voor de landen waarvan de symbolen aan het
begin van deze handleiding worden afgebeeld.
Deze handleiding betreft een apparaat van klasse
1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1
(ingebouwd tussen 2 meubels).
Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van
de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan
en houd kinderen op een afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van het
apparaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de
oven te zetten en eruit te halen.
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol,
benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het
in gebruik is.
Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste
opberglade of in de oven: als de oven plotseling
aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam
kunnen vatten.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand
staan en dat de gaskraan dichtgedraaid is als het
apparaat niet gebruikt wordt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct
beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de
interne mechanismen van het apparaat te
repareren. Neem contact op met de Technische
Dienst.
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst
moet u er voor zorgen dat het er niet af kan
schuiven.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
U moet controleren dat kinderen niet met het
apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke
apparatuur niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De verwijderde apparaten moeten
apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele
schade voortvloeit voor de gezondheid en het
milieu. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument
eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. U
kunt oude apparaten laten ophalen of afleveren bij
de reinigingsdienst of, indien dit door de
landelijke wetten wordt voorzien, ze bij aanschaf
van eenzelfde soort nieuw product, inleveren bij
de verkoper ervan.
Alle belangrijkste fabrikanten van huishoudelijke
apparaten zijn actief bij het beheer van verzamel-
en verwijderingsystemen van afgedankte
apparatuur.
Energiebesparing en milieubehoud
Houd bij de functie GRILL altijd de ovendeur
dicht: u bereikt betere kookresultaten en een
aanzienlijke energiebesparing (circa 10%).
Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan
komen.
28
NL
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en
droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De pannendragers, de branderdeksels, de
vlamkronen en de branders van de kookplaat
kunnen worden verwijderd voor een
gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en
een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor
de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op
hun plaats als ze volledig droog zijn.
Reinig geregeld het uiteinde van de
thermokoppelbeveiliging.
De binnenkant van de oven kunt u het beste
direct na elk gebruik schoonmaken, als hij nog
lauw is. Gebruik warm water en een
schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog
met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Reinig het glas van de deur met een spons en
niet schurende producten. Droog met een zachte
doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of
scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden
kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou
kunnen barsten.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Het controleren van de afdichtingen van de oven
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichting
beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven
niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van de tijd kan een kraan stroef worden
of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
de kraan te vervangen.
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Vervangen van het ovenlampje
1. Nadat u de
oven heeft
losgekoppeld van
het elektrische
net, verwijdert u
het glazen deksel
van de
lamphouder (zie
afbeelding).
2. Schroef het
lampje los en
vervang het met
eenzelfde soort lampje: spanning 230 V, vermogen
25 W, fitting E 14.
3. Doe het deksel weer op zijn plaats en sluit de
oven weer aan op het elektrische net.
Servicedienst
Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
het model van het apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op
het apparaat.
Onderhoud en verzorging
05/2008 - 195069701.00
XEROX BUSINESS SERVICES

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing FORNUIS Inhoud FR Français, 1 NL Nederlands,15 Installatie, 16-20 Elektrische aansluiting TECHNISCHE GEGEVENS Tabel eigenschappen branders en sproeiers Beschrijving van het apparaat, 21 Aanzichttekening Bedieningspaneel Starten en gebruik, 22-25 Gebruik van de kookplaat Gebruik oven Kooktabel oven De elektronische programmering, 26 CP66SP6 NL/HA Voorzorgsmaatregelen en advies, 27 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubehoud Onderhoud en verzorging, 28 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat Onderhoud gaskranen Vervangen van het ovenlampje Servicedienst Installatie Deze instructies zijn bestemd voor een bevoegde installateur, zodat deze het apparaat kan installeren, regelen en het onderhoud op de juiste wijze kan uitvoeren volgens de geldende normen. Belangrijk: alle handelingen van regeling of onderhoud enz. moeten worden uitgevoerd als de stroom is uitgeschakeld. Als het apparaat absoluut onder spanning moet blijven staan dient u alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen. De fornuizen hebben de volgende technische kenmerken: Cat. II 2E+3+ Klasse 1 min. 100mm min. 700mm De maximale afmetingen van de keuken zijn aangegeven in de afbeelding op pagina 2. Voor een goede werking van de inbouwapparaten moeten de minimum afstanden zoals aangeduid in afb. 8 worden gerespecteerd. Bovendien moeten de aangrenzende oppervlakken en de achterwand uit hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om een boventemperatuur van 65°C te weerstaan. afb. 8 afb. 9 Alvorens het fornuis te plaatsen moeten de bijgeleverde stelvoetjes, 95÷155 mm hoog, in de daarvoor bestemde gaten aan de onderzijde van het fornuis (fig. 9) worden bevestigd. De stelvoetjes kunnen worden geregeld door ze los of vast te schroeven, zodat het fornuis waterpas kan worden gesteld. Plaatsing Dit apparaat mag uitsluitend in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd en functioneren, volgens de voorschriften van de 16 geldende Norm UNI-CIG 7129 en 7131. Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan: • Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten moet zijn aangesloten (afb. 10). • Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een op het raam of de buitenmuur geplaatste elektroventilator worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking moet worden gesteld. afb. 10 Klasse 2 subklasse 1 95÷155mm NL In een schoorsteen of vertakt rookkanaal (gereserveerd voor kookapparaten) Rechtstreeks naar buiten toe Ventilatie van de keuken In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een hoeveelheid lucht worden aangevoerd die voldoende is voor de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte. De natuurlijke toevoer van lucht moet plaats vinden door middel van permanente openingen in de buitenmuur van de keuken, of door enkele of collectieve vertakte kanalen die voldoen aan de norm UNI-CIG 7129. De lucht moet rechtstreeks van buiten komen, ver van bronnen van luchtvervuiling. De ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen beschikken (afb. 11A): • een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het typeplaatje); • de mondstukken aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de wand mogen niet verstopt raken; • hij moet met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn beschermd zodat de bovengenoemde nuttige sectie niet wordt verminderd. • hij moet op een hoogte net boven de vloer zijn geplaatst. Detail A Aangrenzend vertrek Vertrek waar e e n ventilatie nodig is A Voorbeeld van ventilatieopeningen voor verbrandingslucht afb. 11A Vergroting van de kier tussen deur en vloer afb. 11B De lucht mag eveneens vanuit een aangrenzende ruimte worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft, zoals bijv. garages, magazijnen met brandbaar materiaal enz., en hij moet geventileerd zijn volgens de norm UNI-CIG 7129. De luchttoevoer vanuit het aangrenzende vertrek naar het te ventileren vertrek moet vrijelijk kunnen vloeien door middel van permanente openingen met een doorsnee die niet kleiner is dan hierboven aangegeven. Deze openingen kunnen ook worden verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer te vergroten (fig. 11B). Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan extra ventilatie noodzakelijk blijken, die kan worden verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien aanwezig. Vloeibaar petroleumgas (LPG) is zwaarder dan lucht en blijft laag hangen. De ruimtes waarin gasflessen met LPG staan moeten dan ook openingen naar buiten hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel gaslekken van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes. Het is beter in het vertrek alleen de gasfles te laten staan die op dat moment in gebruik is, De fles moet uit de buurt staan van warmtebronnen die hem op een temperatuur van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Gastoevoer • De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd in overeenstemming met voorschriften van de van toepassing zijnde normen (UNI-CIG 7129 en 7131) en uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed. • Dit apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren met het soort gas dat staat vermeld op het plaatje op de kookplaat. Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op is ingesteld, moet u de betreffende bijgeleverde sproeiers verwisselen, na het doornemen van de paragraaf “Aanpassen aan de verschillende soorten gas”. • Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat, om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en om de levensduur van het apparaat te verlengen moet u zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt met de waarden die in de tabel 1 “Kenmerken van de branders en sproeiers” staan. Als dit niet zo is installeert u op de toevoerbuis een speciale drukregelaar, volgens de norm UNI-CIG 7430. • Voer de aansluiting zo uit dat er geen enkele belasting op het apparaat staat. Voer de aansluiting uit d.m.v. het verbindingsstuk met schroefdraad ½”G cilindrische schroefbout “F” (afb. 12) aan de achterzijde van het apparaat. Gebruik een niet-flexibele metalen buis met verbindingsstukken (afb. 12-D) overeenkomstig de geldende normen, of een metalen flexibele buis met onafgebroken wand en verbindingsstukken (afb. 12C), in overeenstemming met de geldende normen, die in uitgerekte vorm niet langer dan 2000 mm mag zijn. Controleer of de buis niet met bewegende delen in aanraking kan komen die tot beschadigingen of het afklemmen ervan zouden kunnen leiden. Als u gebruik maakt van een rubberen buis moet u de speciale slanghouder voor vloeibaar gas (afb. 12A) of voor aardgas (afb. 12-B) installeren. De bijgeleverde afdichting “G” moet worden gebruikt voor alle soorten aansluiting. Bevestig de twee uiteinden van de buis met de speciale klemschroeven “E” volgens UNI-CIG 7141. De flexibele buis moet voldoen aan de norm UNI-CIG 7140 en geschikt zijn voor het soort gas dat u gebruikt. Bovendien: • moet de buis zo kort mogelijk zijn, met een lengte van maximaal 1,5 meter; • mag de buis geen bochten en knelpunten vertonen; • mag de buis niet in aanraking komen met de achterwand van het apparaat of in ieder geval niet met delen die een temperatuur van 50°C kunnen bereiken; 17 NL NL • mag de buis niet door openingen of gleuven lopen die bestemd zijn voor het afvoeren van de verbrandingsgassen van de oven; • mag de buis niet in aanraking komen met scherpe delen of scherpe hoeken; • moet de buis over de gehele lengte makkelijk te inspecteren zijn zodat u probleemloos kunt controleren of hij in goede staat verkeert; • de buis moet voor de datum die erop staat vervangen worden. Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas (flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar tussen geplaatst worden die aan de norm UNI-CIG 7432-75 voldoet. Als de installatie is voltooid moet het gascircuit met behulp van zeepsop op lekkages worden gecontroleerd (nooit met een vlam). Controleer of de druk van de gasleiding voldoende is voor het voeden van het apparaat als alle branders aan zijn. Aanpassing aan de verschillende soorten gas (gebruiksaanwijzing voor de kookplaat) Voor het aanpassen van de kookplaat aan een soort gas dat verschilt van het gas waarvoor het fornuis gebruiksklaar is gemaakt (aangegeven op het etiket aan de bovenkant van de kookplaat of op de verpakking) moeten de sproeiers van de branders op de volgende manier worden vervangen: • verwijder de roosters en de branders. • schroef de sproeiers los (afb. 13) met een steeksleutel van 7 mm en vervang ze met sproeiers geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de branders en de sproeiers”). Zet allee onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats. • aan het einde van deze handeling moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, dat u vindt in de sproierkit. Het vervangen van de sproeiers van de brander met onafhankelijke “dubbele vlamkronen”: • verwijder de roosters en branders van hun plaats. De brander bestaat uit twee aparte delen (zie Afb.); • schroef de sproeiers los met een steeksleutel van 7 mm. De binnenste vlamkring heeft 1 sproeier, de buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de sproeiers met de nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type gas (zie tabel 1). • monteer de onderdelen weer. Regelen primaire lucht van de sproeiers De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. Instellen van het minimum • Zet het kraantje op de minimumstand; • verwijder de bedieningsknop en draai aan de stelschroef aan de rechterkant van de kraan (afb. 14) totdat u een kleine regelmatige vlam krijgt. Gebruik daarbij een schroevendraaier (losschroevend wordt het minimum hoger, vastschroevend lager). N.B: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd. • Controleer of de branders aanblijven als u de knop snel van hoog naar laag draait. • Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermokoppelbeveiliging) dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met zegellak of soortgelijk materiaal. A afb. 12 18 afb. 13 afb. 14 Elektrische aansluiting NL HET APPARAAT MOET BESLIST GEAARD WORDEN. Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld op het typeplaatje met de technische gegevens (geplaatst aan de achterzijde of aan het einde van de gebruiksaanwijzing). Controleer of de voedingsspanning ter plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje. Aansluiting van de voedingskabel aan het elektriciteitsnet Bij de modellen zonder stekker moet een stekker worden aangebracht die geschikt is voor het vermogen aangegeven op het typeplaatje en deze moet worden aangesloten op een passend stopcontact. Voor een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet moet tussen het apparaat en het elektriciteitsnet een meerpolige schakelaar worden geplaatst met een minimum afstand tussen de contacten van 3 mm, aangepast aan de belasting en in overeenstemming met de geldende normen. De geelgroene aardkabel mag niet door de schakelaar worden onderbroken. De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur. Alle apparaten moeten apart worden aangesloten. Geen verloopstekkers, adapters of aftakdozen gebruiken die tot oververhitting of schroeien zouden kunnen leiden. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de hoofdzekering en uw elektriciteitsnet de lading van het apparaat kunnen dragen (zie typeplaatje); • de elektrische voeding over een efficiënte aardaansluiting beschikt in overeenstemming met de geldende normen en wettelijke voorschriften; • het stopcontact of de meerpolige schakelaar gemakkelijk te bereiken zijn als de kookplaat is geïnstalleerd. HET BEDRIJF AANVAARDT GEEN ENKELE VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE ONGEVALLEN PREVENTIENORMEN NIET WORDEN NAGELEEFD. Vervangen van de kabel Gebruik een rubberen kabel van het type H05VV-F met een sectie van 3 x 1,5 mm². De geelgroene geleider moet 2÷3 cm langer zijn dan de andere geleiders. 19 NL Tabel eigenschappen branders en sproeiers Tabel 1 Brander Vloeibaar gas Diameter brander (mm) Warmtecapaciteit kW (H.s.*) Nomin. Geredu c. By-pass 1/100 (mm) Sproeier 1/100 (mm) Aardgas Debiet * g/h G30 G31 Sproeier 1/100 (mm) Debiet * g/h G20 G25 C. Snel B. Halfsnel 100 75 3.00 1.65 0.7 0.4 40 30 86 64 218 120 214 118 116 96 286 157 332 183 A. Extra I. Dubbele vlammen (DC DR intern) I. Dubbele vlammen (DC DR extern) 55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 111 30 0.90 0.4 30 44 65 64 74 86 100 130 4.10 1.3 57 70 298 293 110 390 454 28-30 20 35 37 25 45 20 17 25 25 20 30 Gasdruk * Nominaal (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) A 15°C en 1013 mbar- gas droog Propaangas G31 H.s. = 50,37 MJ/kg Butagas G30 H.s. = 49,47 MJ/kg Aardgas G20 H.s. = 37,78 MJ/m3 Aardgas G25 H.s. = 32,49 MJ/m3 TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Oven 32x43,5x40 cm HxBxD Inhoud 56 l Voltage en frequentie van de zie typeplaatje stroomverzorging geschikt voor alle soorten gas Branders aangegeven op het typeplaatje. Richtlijn 2002/40/EG op het etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304 ENERGY LABEL Energieverbruik natuurlijke convectie - verwarmingsfunctie: Statisch; Energieverbruikverklaring Klasse geforceerde convectie verwarmingsfunctie: Geventileerd EU Richtlijnen: 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen -90/369/EEG van 29/06/90 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen -93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/EG. 20 Beschrijving van het apparaat Aanzichttekening NL Rooster van het werkvlak Halfsnelle brander Gasbrander DCDR Snelle gasbrander Bedieningspaneel Bruciatore a gas Hulp gasbrander ausiliario Bedieningspaneel Controlelampje Commutator ovenknop Knop van de gasbranders Elektronische programmering Knop van de oventhermostaat 21 Starten en gebruik NL Gebruik van de kookplaat Aansteken van de branders Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje aangegeven bij welke brander deze knop hoort. Om een brander van de kookplaat aan te steken: 1. houd een vlam of aansteker bij de brander; 2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop linksom tot aan het symbool van de grootste vlam . 3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum , op het maximum of in een tussenliggende stand. Het apparaat is voorzien van een elektronische ontsteking aan de binnenkant van de knop. Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de bijhorende knop geheel in en draait u hem linksom tot aan het symbool van de grote vlam. Druk hem volledig in om de elektronische ontsteking te activeren en houd hem ingedrukt totdat de vlam aan blijft. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet u de handeling herhalen en de knop iets langer ingedrukt houden.  Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Als het apparaat is voorzien van een thermokoppelbeveiliging dient u de BRANDER knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam aan te houden en de beveiliging te activeren. Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot hij op uit staat •. Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken met een platte onderkant, die voorzien zijn van een deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van de brander: Om het type brander te selecteren kunt u de tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”. 22 Gasbrander A. Extra B. Halfsnel C. Snel I. Dubbele Vlamkroon DC-DR (binnenste) I. Dubbele Vlamkroon DC-DR (buitenste) ø Diameter pannen (cm) 6 – 14 15 – 22 21 – 26 10 - 14 24 - 28 Voorkom dat tijdens het gebruik de pannen buiten de rand van het kookvlak komen.  De kookplaat is voorzien van twee vlamverspreiders die alleen op de hulpbrander en op de DC-DR (intern) moeten worden gebruikt. De brander met onafhankelijke “dubbele vlamkring”* Deze brander bestaat uit twee concentrische vlamkringen die samen of onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk gebruikt op maximum geeft verhoogde warmte en dus kortere kooktijden vergeleken met de traditionele branders. Ook verdelen de dubbele vlamkringen de warmte onder de pannen gelijkmatiger, vooral als ze allebei op de minimum stand worden gebruikt. Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele vlammenkring moet u nooit tegelijkertijd de interne brander op de minimum en de externe brander op de maximum stand zetten. U kunt pannen van allerlei verschillende formaten gebruiken. In het geval van gebruik van kleinere pannen kunt u alleen de binnenste vlamkring gebruiken. Iedere vlamkroon van de brander met “onafhankelijke dubbele vlamkronen” heeft zijn eigen bedieningsknop: de knop met het symbool vlamkring; bedient de buitenste bedient de binnenste de knop met het symbool vlamkring; Voor het aansteken van de gewenste vlamkring drukt u de betreffende knop E in en draait u hem linksom tot aan de maximum stand. De brander beschikt over een elektronische ontsteking die automatisch in werking treedt als u op de knop drukt. Aangezien de brander is voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop ongeveer 2 à 3 seconden ingedrukt houden totdat het veiligheidsmechanisme dat automatisch de vlam aanhoudt warm wordt. De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld: • Uit Maximum Minimum Om de brander uit te doen moet u de knop geheel rechtsom draaien (tot aan het symbool “•”). Gebruik oven  Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen.  Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen.  Bij apparaten voorzien van elektronische programmering moet voor gebruik van de elektrische oven de knop (op het display verschijnt het symbool ) worden ingedrukt voordat u de gewenste kookfunctie kiest. : verlichting Traditionele oven Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. In deze positie gaan de twee, onderste en bovenste, verwarmingselementen aan . Dit is de klassieke ouderwetse oven, die verheven is tot een uitzonderlijk niveau van temperatuurverspreiding en energiebesparing. De traditionele oven blijft onovertroffen voor ovenschotels zoals b.v. : kool met varkensribben, stokvis op zijn Spaans, rijst met kalfsvlees enz . Uitstekende resultaten krijgt u bij het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees, goulash, gevogelte, varkenshaas enz die langzaam gaar gekookt en bedropen moeten worden. Het is ook het beste systeem voor het bakken van taarten en koekjes, gestoofde vruchten en voor het koken in speciaal voor de oven geschikte bakken. U gebruikt bij het koken in de traditionele oven slechts één rek aangezien op meerdere rekken koken de juiste verspreiding van de warmte enigszins verhindert. Bij gebruik van meerdere rekken kunt u de hoeveelheid warmte tussen de bovenste stand en de onderste stand tegen elkaar afwegen. Als meer boven- of onderwarmte vereist is zet u de schotel hoger of lager in de oven. Gebak oven Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. Het achterste verwarmingselement gaat aan en de ventilator gaat werken zodat een uniforme en delicate warmte gegarandeerd is. Het energieverbruik van deze functie is slechts 1600 W. Hij wordt aangeraden voor het bakken van fijne desserts en vooral voor gebak dat moet rijzen en sommige “mignon” taartjes gelijktijdig op 3 ovenstanden. Enkele voorbeelden: beignets, zoete koekjes en kaaskoekjes, bladerdeeg, opgerolde koekjes, gegratineerde groentenschijfjes, enz “Fast cooking” oven Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. Alle verwarmingselementen gaan om de beurt aan en de ventilator gaat werken zodat een uniforme en constante warmte is gegarandeerd. Deze functie is vooral geschikt voor snel koken (zonder voorverwarming) van reeds klaargemaakte gerechten (b.v.: diepvries en voorgekookte producten) en voor “huis, tuin en “keuken” gerechten. De “Fast cooking” resultaten zijn het beste als slechts één rek wordt gebruikt (het 2° van beneden af), zie tabel “Praktische raadgevingen voor het koken”. Oven multikoken Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. De verwarmingselementen gaan aan en de ventilator gaat werken. De warmte is constant en gelijkmatig in de hele oven, de lucht kookt en bruint de gerechten op gelijkmatige wijze op alle punten. U kunt ook verschillende gerechten tegelijkertijd koken mits de kooktijden gelijk zijn. Het is mogelijk 2 rekken tegelijk te gebruiken volgens de aanwijzingen in de paragraaf “Tegelijkertijd op meerdere niveaus koken”. Deze functie is vooral geschikt voor gegratineerde gerechten of gerechten die een nogal lange kooktijd nodig hebben, b.v.: lasagna, macaronischotel, gebraden kip met aardappel enz... Goede resultaten krijgt u ook met braadstukken aangezien de verspreiding van de temperatuur het mogelijk maakt lagere temperaturen te gebruiken, hetgeen maakt dat minder vleessappen verloren gaan zodat het braadstuk mals blijft en minder aan gewicht verliest.. De oven is vooral bijzonder goed voor het stoven van vis, waarbij slechts weinig kruiden en andere toevoegingen nodig zijn zodat de vorm en smaak van de vis bewaard blijven. Van de groenten zijn zeer geschikt voor stoven: savoyekool, wortels, zucchini, aubergine, paprika, tomaten enz... Desserts: Dessert: uitstekend geschikt voor cakes die moeten rijzen. De functie “Multikoken” kan ook worden gebruikt voor het ontdooien van vlees, vis, brood, met een temperatuur van 80°C. Voor het ontdooien van meer kwetsbare gerechten zet u de temperatuur op 60°C of u gebruikt alleen het circuleren van de koude lucht, thermostaat op 0°C. 23 NL NL Pizza oven Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. De verwarmingselementen boven en onder gaan aan en de ventilator gaat werken. Met deze combinatie wordt de oven snel warm dankzij het aanzienlijke vermogen (2800 W) dat vooral van onderaf komt. De functie pizza-oven is vooral aangewezen voor etenswaren die veel hitte nodig hebben zoals inderdaad pizza en grote braadstukken. la pizza e gli arrosti di grandi dimensioni. Gebruik één niveau per keer; indien u op meer niveaus kookt moeten de gerechten op de helft van de kooktijd onderling van plaats verwisseld worden. Grill Positie thermostaatknop: Tussen 40°C en MAX. Het centrale verwarmingselement aan de bovenkant gaat aan en het braadspit gaat werken. De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het vlees onmiddelijk zodat er geen vocht verloren gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de bovenkant nodig hebben: biefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt enkele voorbeelden in de tabel “Praktische raadgevingen voor het koken”.  qubij gebruik van de grill moet de ovendeur dicht blijven. Voor gebruik van het braadspit, zie betreffende paragraaf. 24 Het braadspit Voor het activeren van het braadspit gaat u als volgt te werk: a) plaats de lekplaat op de 1° stand; b) zet de steun van het braadspit op de 3° stand en steek de vleespen door het gat heen in het braadspit achterin de oven; c) activeer het braadspit met de knop op de positie Kooktabel oven Positie keuzeknop Gerecht Oven Lasagna Cannelloni Macaronischotel Kalfsvlees Kip Roulade van kalkoen Eend Konijn Varkenslende Lamsbout Makreel Zwaardvis Forel Pizza napoletana Biscuits Jamtaart Chocoladetaart Cake Grill Tong en inktvis Calamari en garnalen aan het spit Filet van kabeljauw Groenten onder de grill Biefstuk Varkenskarbonade Hamburgers Worstjes Toast Aan het spit (waar aanwezig) Kalfsvlees aan het spit Kip aan het spit Lamsvlees aan het spit NL Voorverwarmen Positie Kooktijd (minuten) thermostaa- (minuten) tknop Gewicht (kg) Positie ovenrekken van beneden af 2,5 2,5 2,2 1,7 1,5 2,5 1,8 2,0 1,5 1,8 1,3 1,5 1,0 0,6 0,5 1,1 1,0 1,0 3 3 3 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3 4 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 15 15 15 15 15 200 200 200 210 200 200 200 200 200 200 200 180 200 210 180 180 165 165 55-60 40-45 50-55 80-90 70-80 80-90 90-100 80-90 70-80 80-90 30-40 30-40 30-35 15-20 25-30 30-35 50-60 50-60 1 4 5 - 6 1 1 1 1 1,5 1 1,7 n.° 4 4 4 4 4 4 4 4 4 3 3 5 5 3 5 3 - 4 10 8-10 20-25 20-25 10-15 20-25 2-3 1.0 1.5 1.0 - - - 80-90 80-90 80-90 NB: de kooktijden zijn indicatief en kunnen verschillen naar gelang uw persoonlijke smaak. Bij het bakken onder de grill moet de lekplaat altijd op de 1° stand van benedenaf worden geplaatst. 25 De elektronische programmering NL Hiermee is het mogelijk de oven of grill te programmeren met de functies: • uitgestelde start met vastgestelde kooktijd; • onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd; • timer. Functies van de toetsen: H: timer $: duur bereiding %: einde bereiding (: omschakelen naar handmatig ): instelling tijd achteruit *: instelling tijd vooruit Het gelijkzetten van de digitale klok Na het aansluiten op het elektrische net of na het uitvallen van de stroom knippert op het display: 0.00 • Druk tegelijkertijd op de toetsen $ en %. Laat los en druk vervolgens (binnen 4 seconden) op de toetsen ) en * om de juiste tijd in te stellen. Met de toets * gaat de tijd vooruit. Met de toets ) gaat de tijd achteruit. Eventueel verder gelijkzetten kan op twee manieren worden uitgevoerd: 1. 1. Herhaal de hierboven beschreven fasen 2. Druk op de toets ( , laat los en stel de tijd daarna in met de toetsen ) en * . Handmatig gebruik van de oven Nadat u de klok gelijk heeft gezet gaat de programmering automatisch over op de handmatige stand. N.B.:Druk na iedere “Automatisch” bereiding op de toets ( om hem weer op handmatig te zetten. Het regelen van het volume van het geluidssignaal Nadat u de instellingen van de klok heeft gekozen en bevestigd, kunt u de sterkte van het geluidssignaal regelen met de toets ). Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd De kooktijd en het einde van de kooktijd worden ingesteld. Stel dat het display 10:00 uur aangeeft. 1. 1. Draai de ovenknoppen op de gewenste functie en temperatuur (b.v.: statische oven, 200°C) 2. Druk op de toets $ , laat los en stel vervolgens (binnen 4 seconden) met de toetsen ) en * de gewenste kooktijd in. Als u bijvoorbeeld een kooktijd van 30 minuten instelt, verschijnt er: + Na 4 seconden, als de instelling is voltooid, verschijnt wederom de huidige tijd met het symbool m en de tekst “auto” 3. Druk op de toets % , laat los en druk op de toetsen ) en * voor het instellen van het einde van de kooktijd, laten we zeggen 13:00. = 26 4. Als de instelling is voltooid verschijnt na 4 seconden op het display de huidige tijd: ? De tekst “auto” geeft aan dat de kooktijd en het einde van de kooktijd automatisch geprogrammeerd zijn. De oven gaat automatisch om 12:30 aan en na 30 minuten weer uit. Als de oven aan is verschijnt het verlichte pannetje m gedurende de gehele kooktijd. U kunt met de toets $ op ieder willekeurig moment de ingestelde kooktijd zien. Met de toets % verschijnt het einde van de kooktijd. Aan het einde van de kooktijd hoort u een geluidssignaal. Om dit uit te zetten drukt u op een willekeurige toets, behalve op de toetsen ) en *. Onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd Door alleen de kooktijd te programmeren (punten 1 en 2 van paragraaf “Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd”) begint deze onmiddellijk. Het annuleren van een reeds geprogrammeerde bereiding Druk op de toets $. Laat hem los en breng met de toets ) de tijd weer terug op , en druk vervolgens op de toets van de handmatige werking (. Timer functie Met de timer functie stelt u een tijd in vanaf waar het terugtellen begint. Deze functie controleert niet het aan- of uitgaan van de oven, hij geeft alleen een geluidssignaal weer als de tijd verlopen is. Door op de toets H te drukken en hem daarna weer los te laten verschijnt: , Stel de gewenste tijdsduur in met de toetsen * en ). Als de instelling is voltooid begint de tijd af te tellen. Op het display verschijnt de huidige tijd. . Als de tijd is verstreken hoort u een geluidssignaal dat kan worden afgezet door op een willekeurige toets te drukken (behalve op de toetsen * en). Het symbool H gaat uit. Correctie/wissen van de gegevens • De instelling kan op ieder willekeurig moment worden gewijzigd door op de betreffende toets en de toets * of ) te drukken. • •Als de kooktijd wordt gewist wordt automatisch ook het einde hiervan gewist en omgekeerd. • •Bij een geprogrammeerde werking accepteert de oven geen einde kooktijd die eerder is dan het begin kooktijd die door het apparaat zelf is voorgesteld. Voorzorgsmaatregelen en advies  Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. De volgende aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding, geldig voor de landen waarvan de symbolen aan het begin van deze handleiding worden afgebeeld. • Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels). • Tijdens het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd kinderen op een afstand. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van het apparaat terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is. • Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand • staan en dat de gaskraan dichtgedraaid is als het apparaat niet gebruikt wordt. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van het apparaat te repareren. Neem contact op met de Technische Dienst. NL • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. • Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • U moet controleren dat kinderen niet met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. U kunt oude apparaten laten ophalen of afleveren bij de reinigingsdienst of, indien dit door de landelijke wetten wordt voorzien, ze bij aanschaf van eenzelfde soort nieuw product, inleveren bij de verkoper ervan. Alle belangrijkste fabrikanten van huishoudelijke apparaten zijn actief bij het beheer van verzamelen verwijderingsystemen van afgedankte apparatuur. Energiebesparing en milieubehoud • Houd bij de functie GRILL altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere kookresultaten en een aanzienlijke energiebesparing (circa 10%). • Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. 27 Onderhoud en verzorging 05/2008 - 195069701.00 XEROX BUSINESS SERVICES NL De elektrische stroom afsluiten Het controleren van de afdichtingen van de oven Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen rondom de ovendeur. In het geval de afdichting beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd.  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. Onderhoud gaskranen • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De pannendragers, de branderdeksels, de vlamkronen en de branders van de kookplaat kunnen worden verwijderd voor een gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op hun plaats als ze volledig droog zijn. • Reinig geregeld het uiteinde van de thermokoppelbeveiliging. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na elk gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. • Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser). 28 Met verloop van de tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te vervangen. Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Vervangen van het ovenlampje 1. Nadat u de oven heeft losgekoppeld van het elektrische net, verwijdert u het glazen deksel van de lamphouder (zie afbeelding). 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: spanning 230 V, vermogen 25 W, fitting E 14. 3. Doe het deksel weer op zijn plaats en sluit de oven weer aan op het elektrische net. Servicedienst  Wendt u nooit tot niet erkende monteurs. Dit dient u door te geven: • Het soort storing; • het model van het apparaat (Mod.) • Het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Ariston CP66SP6 (X) NL /HA de handleiding

Categorie
Ovens
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor