Indesit K6G11S(W) NL de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3
13
Cuisinière avec four électrique
Instruction pour l’installation et l’emploi
Elektrische fornuis
Gebruiksaanwijzingen voor de plaatsing en gebruik
13
1 Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
2 Deze instrukties zijn alleen geldig voor de landen waarvan de
symbolen voorkomen in de handleiding en op het typeplaatje
van het apparaat.
3 Dit apparaat betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand)
of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels).
4 Voordat u het apparaat gaat gebruiken wordt u verzocht de
gebruiksaanwijzingen in deze handleiding aandachtig te lezen
aangezien zij belangrijke gegevens bevatten betreffende de
veiligheid van de installatie, het gebruik en het onderhoud.
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging.
5 Na het verwijderen van de verpakking moet men goed kijken of
het fornuis geheel gaaf is. In geval van twijfel moet men het
fornuis niet gebruiken en zich tot een bevoegde installateur
wenden. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyrene,
spijkers enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden
gelegd, aangezien het potentieel gevaarlijk kan zijn.
6 Het installeren moet uitgevoerd worden door een bevoegde
installateur en volgens de instrukties van de fabrikant. Een
verkeerde aansluiting kan schade veroorzaken aan personen,
dieren of dingen en voor deze gevallen kan de fabrikant niet
verantwoordelijk worden gesteld.
7 De electrische veiligheid van dit apparaat is slechts dan
verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals
voorgeschreven door de geldende normen voor electrische
veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te verzekeren en, in
geval van twijfel, een controle te laten uitvoeren door een
bevoegde electricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die veroorzaakt is door nalatigheid
betreffende het aarden van de installatie.
8 Voordat het apparaat wordt aangesloten moet men zich ervan
verzekeren dat de gegevens van het typeplaatje (op het apparaat
en/of de verpakking) overeenkomen met de kenmerken van het
electrische net en de gasleiding.
9 Controleer dat het electrische vermogen van het net en van de
stopcontacten voldoende is voor het maximum vermogen van
het apparaat zoals aangegeven op het typeplaatje. In geval van
twijfel moet u zich tot een bevoegde electricien wenden.
10 Een veelpolige schakelaar moet worden aangebracht met een
afstand tussen de contactpunten van minstens 3mm.
11 Als de stekker en het stopcontact niet passen, dan moet de
stekker vervangen worden met een passende stekker door een
bevoegde electricien. Deze moet vooral ook controleren dat de
doorsnede van de kabels van het stopcontact voldoende is voor
het vermogen van het apparaat. Het is in het algemeen af te
raden adapters, dubbelstekkers en/of verlengsnoeren te
gebruiken. Als het gebruik hiervan onvermijdelijk is dan moet
men enkelvoudige of meervoudige adapters en verlengsnoeren
gebruiken die voldoen aan de geldende veiligheidsnormen. Let
echter op de vermogensgrens van de stroom niet te
overschrijden zoals deze is aangegeven op de enkele adapter
en op de verlengsnoeren, en het maximum vermogen
aangegeven op de meervoudige adapter.
12 Laat het apparaat niet onnodig aan staan. Sluit de stroom van
het apparaat af wanneer dit niet gebruikt wordt en sluit de
gaskraan af.
13 Laat de ventilatie-openingen of warmte-afvoer vrij.
14 De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker
zelf vervangen worden. In geval van schade of vervanging van
de kabel moet men zich uitsluitend tot een door de fabrikant
bevoegde installateur wenden.
15 Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel
waarvoor het vervaardigd is. Ieder ander gebruik (b.v. het
verwarmen van het vertrek) moet als onjuist worden beschouwd
en is dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd en onredelijk gebruik.
16 Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met zich mee
het in acht nemen van zekere fundamentele regels. In het
bijzonder:
raak het apparaat niet aan met natte of vochtige handen of
voeten
gebruik het apparaat niet als u blootsvoets bent
gebruik geen verlengsnoeren ofwel slechts met de grootste
voorzichtigheid
trek niet aan het snoer of aan het apparaat zelf om de stekker
uit het stopcontact te trekken
stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon
enz.)
door kinderen of onbekwame personen
17 Sluit altijd voordat u overgaat tot het reinigen of onderhoud eerst
de stroom af door de stekker uit het stopcontact te halen of met
de schakelaar.
18 Als u het apparaat niet meer gebruikt moet u het onklaar maken
door de kabel door te snijden nadat de stekker uit het stopcontact
is getrokken. Het is aan te raden ook die onderdelen onklaar te
maken die een gevaar zouden kunnen opleveren, vooral voor
kinderen die ermee zouden willen spelen.
19 Plaats geen wankele of vervormde pannen op de branders en
kookplaten om omvallen te vermijden. Zorg dat de handvaten
naar het midden van het fornuis zijn gericht zodat men er niet
tegen kan stoten.
20 Enkele delen van het fornuis, vooral de electrische kookplaten,
blijven na gebruik nog lang warm. Raak ze niet aan.
21 Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.)
in de buurt van het fornuis als dit in gebruik is.
22 Als u kleine electrische apparatuur gebruikt in de buurt van het
kookvlak, let dan op dat de snoer ervan niet op de hete delen
terecht komt.
23 Controleer altijd dat de knoppen in de positie “•”/”
¡ staan als
het fornuis niet gebruikt wordt.
24 Gedurende het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur
heet. Raak er niet aan en houd de kinderen op een afstand.
25 Gasfornuizen hebben, voor een goede werking, behoefte
aan regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het
installeren aan de vereisten, beschreven in de paragraaf
betreffen het “Plaatsen”, is voldaan.
26 Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er voor
zorgen dat het er niet af kan schuiven.
Belangrijk
Om de doelmatigheid en veiligheid van dit toestel te garanderen raden wij u aan:
voor reparaties alleen de Service Centers te bellen die door de fabrikant gemachtigd zijn.
altijd gebruik te maken van originele onderdelen.
14
Instrukties voor het installeren
Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat
deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste
wijze uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot
onderhoud of regelen overgaat.
De inbouwgasfornhuizen voor Nederland, zijn in de fabriek
afgesteld voor Natuurlijk gas categorie I2L, het is niet nodig
om dit nogmaals af te stellen.
Het plaatsen
Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde volgens de
geldende normen. De volgende eisen moeten in acht
genomen worden:
a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe
hebben voor de uitlaatgassen, door middel van een
afzuigkap of een automatische elektrische afzuiging
die in werking treedt wanneer men het fornuis aanzet.
In open haard of vertakte rookpijp Meteen
(aanwezig bij de kook apparaten) naar buiten
b) Het vertrek moet luchttoevoersystemen hebben, vereist
voor de normale verbranding van het gas. De
luchttoevoer die vereist wordt voor de normale
verbranding moet minstens 2m
3
/h zijn per kW
geinstallerd vermogen.
Het systeem kan gerealiseerd worden door lucht direct
van buiten het gebouw te onttrekken door middel van
een buis van tenminste 100 cm
2
doorsnede die niet
kan verstoppen (Afb.A).
Of, door lucht op indirecte wijze toe te voeren vanuit
aangrenzende vertrekken die, zoals hierboven
beschreven wordt, met buiten verbonden zijn door
middel van een ventilatiebuis. Deze vertrekken mogen
geen onderdeel uitmaken van het gemeenschappelijk
onroerend goed, noch van brandgevaarlijke ruimtes,
of van slaapkamers (Afb.B).
Bijzonderheid A Aansluitende Ventilatie
kamer kamer
A
Voorbeed van een ventilatie opening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandings lucht de deur en de vloer
Afb. A Afb. B
c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar
gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v.
door het raam te openen of de afzuigkap, indien
aanwezig, op hoog te zetten.
Het nivelleren (alleen bij enkele modellen aanwezig)
Om de keuken te kunnen nivelleren, moet u de
regelingsvoetjes gebruiken. Indien dit nodig is, kan men
deze voetjes in de daarvoor geschikte gaten
vastschroeven. Deze bevinden zich in de hoeken van het
onderstuk van het fornuis.
Het monteren van de poten (alleen bij enkele
modellen aanwezig)
Bij het fornuis zijn poten inbegrepen, die men aan het
onderstuk van het fornuis moet verbinden.
Het installeren van de ingebouwde fornuizen
Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes
als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt
staat met de achterkant van het fornuis mag niet van
brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de
achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur. Voor een juiste installering
van de fornuis moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht genomen worden:
a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst
zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens
200 mm van de rand van de plaat staan.
b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens
de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje
dat bij de afzuigkap hoort.
c) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt
geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee
minstens 700 mm (milimeter) zijn, zoals in Afb.
15
HOTTE
420
Min.
min.
650
mm. avec hotte
min.
700
mm. sans hotte
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
Aansluiten gas
Voor het aansluiten aan de buis van het natuurlijk gas
categorie I2L, is het fornuis voorzien van een aansluiting
van 1/2". Deze aansluiting vraagt om een harde buis (NBN
D. 51-003) of een buigzame slang die voldoet aan de
voorschriften ARGB 03-80, met twee metalen
aansluitingen voor de toevoer van brandbaar gas. De
metalen aansluiting moet goed worden bevestigd aan de
ingang “A of “C”. Al naar gelang het geval verandert men
de positie van de aansluiting.
A
C
Het wordt aangeraden de aansluiting zo dicht mogelijk bij
de gaskraan te bewerkstelligen. Boven het fornuis moet
een gaskraan worden aangebracht volgens de
geldendeplaatselijke normen; deze moet zodanig worden
aangebracht dat hij gemakkelijk te manoeuvreren is. Als
het fornuis niet in gebruik is wordt aangeraden de
hoofdkraan dicht te draaien.
Aansluiting met harde buis
De aansluiting aan het gas moet zodanig worden
uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het
apparaat.
Aansluiting met een roestvrije stalen buigzame buis
aan een onafgebroken wand met gedrade
aanhechtingen
Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan
de voorgeschreven nationale normen. Het in werking
stellen van deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd
dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer
dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaats
gevonden moet U kontroleren dat de slang niet in kontakt
is met beweegbare delen of dat hij knel zit.
Controle van de dichting
Als het fornuis geinstalleerd is moet men de perfekte
luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met
zeepsop, nooit met een vlam.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
Elektrische aansluiting dient te geschieden volgens de
norm NEN 1010, plus plaatselijk geldende voorschriften.
De fornuizen zijn voorzien van een drie-aderig snoer en
geschikt om aangesloten te worden op wisselstroom met
een spanning en frekwentie die aangegeven worden op
het typeplaatje. De klueren van het netsnoer komen
overeen met:
Groen-geel: aarde
Blauw: nul
Bruin: fase
Wanner het fornuis niet door middel van buigzame
leidingen aangesloten is, moet in de installatie een
meerpolige schakelaar aangebracht worden.
De voedingskabel moet zodanig geplaatst zijn, dat hij
nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan
de kamertemperatuur. Voor het aansluiten moet men
kontroleren dat:
· de zekeringen en de leidingen geschikt zijn om het
vermogen te leveren dat door het fornuis zal worden
afgenomen (zie plaatje met technische gegevens);
· de aardleiding in overeenstemming is met de
bepalingen van de geldende normen en met de
wetgeving terzake;
· het stopkontakt of de tweepolige schakelaar
gemakkelijk bereikkbaar zijn nadat de oven geplaatst
is.
N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke,
aangezien deze oververhitting en branden kunnen
veroorzaken.
16
Technische gegevens
Afmetingen van de oven:
breedte 43,5 cm.
diepte 40 cm.
hoogte 32 cm.
Inhoud van de oven:
56 liters
Afmetingen van de lade:
breedte 46 cm.
diepte 42 cm.
hoogte 8,5 cm.
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van de elektrische ovens
Norm EN 50304
Energieverbruik verklaring Klasse convectie Natuurlijk
verwarmingsfunctie: Statisch
Voltage en frekwentie van de stroomverzorging:
zie typeplaatje
Branders:
geschikt voor de soorten gas aangegeven op het
typeplaatje
Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen
van de gemeeschap:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke
modificaties.
17
Kenmerken van de gaspitten en straalpijpen
Tabel 1 Natuurlijk gas
Branders Doorsenee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s. *)
Straal. 1/100 Bereik*
(l/h)
Nom. Gered. (mm) G25
Snel
(Groot) (R)
100 3,00 0,70 116 332
Half Snel (Medium) (S) 75 1,90 0,40 106 210
Hulp
(Klein) (A)
55 1,00 0,40 79 111
Spanning van voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
15
30
* * A 15°C en 1013 mbar-droog gas
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³
S
S
R
A
K6G11S/NL
18
A Lekplaat
B Gasbranders
C Electronische onsteking
D Rooster kookvlak
E Bedieningspaneel
F Stelschroeven
G Lekplaat of bakplaat
H Veiligheidssysteem voor branders
Beschrijving van het fornuis
C
H
K Ovenrek
L Keuzeknop
M Thermostaatknop
N Knop van de gasbranders
P Controlelampje thermostaat
Q Knop van de timer
N
P
L M Q
F
A
E
K
G
D
B
19
Instructies voor het gebruik
De verschillende functies van de oven worden gekozen door
middel van de knoppen op het bedieningspaneel.
De knoppen van de gasbranders op het kookvlak (N)
Voor elke knop is met een ingevuld cirkeltje de positie van
de brander aangegeven die door deze knop wordt bediend.
Voor het aansteken van één van de branders houdt men
een vlam of een gasaansteker bij de brander, drukt en draait
de knop tegen de klok in tot aan maximum . Iedere
brander kan functioneren op maximum, minimum of er
tussenin. Op de knop zijn, behalve de “uit” positie die men
herkent aan het symbool • als dit overeenkomt met het
referentiekerfje, de posities maximum
en minimum
aangegeven. Deze worden bereikt door de knop tegen de
klok in te draaien vanaf de “uit” positie. Voor het uitdoven van
de brander moet de knop met de klok mee gedraaid worden
totdat hij stilstaat (bij het symbool •).
Elektronische ontsteking van de gasbranders van het
fornuis
Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de
bijhorende knop geheel in en draait u hem tegen de klok in
tot aan de maximum
stand; houd hem ingedrukt totdat
de brander aan is.
Belangrijk: mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan,
draai dan de knop op 'uit' en wacht minstens 1 minuut
voordat u het weer probeert.
Modellen met veiligheidssysteem tegen het
ontsnappen van gas van de branders op het kookvlak
Deze modellen zijn te herkennen door de aanwezigheid van
het systeem (H).
Belangrijk: aangezien de branders voorzien zijn van het
veiligheidssysteem wordt de knop na ontsteking van de
brander voor ongeveer 3 seconden ingedrukt gehouden
teneinde gas door te laten totdat het thermo-element van
het veiligheidssysteem warm is geworden.
Belangrijk: Wij raden aan bij het eerste gebruik de oven
ongeveer een half uur leeg te laten functioneren op maxi-
mum temperatuur en met de deur dicht. Als deze tijd verlo-
pen is opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De geur
die men soms gedurende deze handeling waarneemt is te
wijten aan het verdampen van de middelen die gebruikt
worden om de oven te beschermen gedurende het tijdsver-
loop tussen de productie en het installeren van het product.
Belangrijk: Plaats de bijgeleverde lekplaat voor het opvan-
gen van vet en vleessappen op de laagste stand in de oven,
alleen als u onder de grill bakt of het braadspit (slechts op
enkele modellen aanwezig) gebruikt. Bij alle andere soorten
van koken nooit de laagste stand gebruiken of voorwerpen
op de bodem van de oven plaatsen terwijl de oven aan is,
aangezien dit het email kan beschadigen. Plaats altijd uw
ovenschotels, aluminiumfolie en dergelijken op het bij-
geleverde rek, dat u in de gleuven van de oven steekt.
Ovenlicht
Dit gaat aan door de knop “L” op het symbool
. te zetten.
Dit verlicht de oven en blijft aan als een elektrisch
verwarmingselement van de oven aan is.
Statische oven
Positie thermostaatknop M: Tussen 60°C en Max.
In deze stand gaan de twee onderste en bovenste
verwarmingselementen aan. Dit is de klassieke,
ouderwetse oven, die verheven is tot een uitzonderlijk
niveau van temperatuurverspreiding en energiebesparing.
De traditionele oven blijft onovertroffen voor ovenschotels
zoals b.v. : kool met varkensribben, stokvis op zijn Spaans,
rijst met kalfsvlees enz.... Uitstekende resultaten krijgt u
bij het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees,
goulash, gevogelte, varkenshaas enz...die langzaam gaar
gekookt en bedropen moeten worden. Het is ook het beste
systeem voor het bakken van taarten en koekjes,
gestoofde vruchten en voor het koken in speciaal voor de
oven geschikte pannen. Bij het koken in de statische oven
gebruikt u slechts één ovenstand, aangezien met meer
ovenstanden in gebruik de temperatuur slecht verdeeld
zou zijn. Bij gebruik van meerdere roosters kunt u de
hoeveelheid warmte tussen de bovenste stand en de
onderste stand tegen elkaar afwegen. Als meer boven- of
onderwarmte vereist is, zet u de schotel hoger of lager in
de oven.
Gebak-oven
Positie thermostaatknop M: Tussen 60°C en Max.
Het onderste verwarmingselement gaat aan.
Deze functie wordt aangeraden voor het bakken van fijne
gerechten en vooral voor taarten die moeten rijzen en dus
meer warmte nodig hebben die van onderaf komt.
Viene fatto notare che le temperature più elevate vengo-
no raggiunte in tempi piuttosto lunghi, pertanto in questi
casi è consigliabile utilizzare la funzione "Forno Statico".
Oven "boven"
Positie thermostaatknop M: Tussen 60°C en Max.
Het bovenste verwarmingselement gaat aan.
Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van
een gerecht.
Grill
Positie thermostaatknop “M”: Max.
Het centrale bovenste verwarmingselement gaat aan.
De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van
het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat
en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is
vooral aan te raden voor gerechten die een hoge
temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: biefstuk,
entrecôte, filet, hamburger etc...
U vindt enkele voorbeelden in de tabel "Praktische
raadgevingen voor het koken".
Het controlelampje van de oven (P)
Dit is rood gedurende de verwarmingsfase van de oven. Als
de gewenste temperatuur bereikt is blijft het aan maar zonder
kleur. Op dit punt betekent het aan en uit gaan van het rode
controlelampje dat de thermostaat aan het werk is om de
temperatuur in de oven constant te houden.
20
Kookwekker
Voor het gebruik van de kookwekker moet het klokje
worden opgewonden door de knop Q bijna geheel met
de klok mee te draaien
4
; vervolgens, terugdraaiend
5
,
stelt u de gewenste tijd in door het aantal minuten gelijk te
laten vallen met het wijzertje op het voorpaneel.
Practische raadgevingen voor het gebruik van de
branders
Voor het beste rendement moet u het volgende onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie
tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit komen;
gebruik alleen pannen met een platte bodem;
draai de knop op minimum zodra het kookpunt is bereikt;
gebruik altijd pannen met deksels.
Branders ø Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Spaarbrander (A) 10 – 14
N.B. Bij de modellen met een reduktie-roostertje moet dit
alleen gebruikt worden op de hulppit als de doorsnede van
de gebruikte pan minder is dan 12 cm.
21
Practische raadgevingen voor het koken
Gebruik slechts één bakplaat of ovenrek tegelijkertijd.
Deze wordt hoog of laag in de oven geplaatst, naar gelang
het gerecht meer warmte van boven of van beneden
vereist.
Voorverwarmen
Als de oven moet worden voorverwarmd, gewoonlijk voor
gerechten die moeten rijzen, kunt u de functie "statische
oven" gebruiken, die de gewenste temperatuur in korte
tijd bereikt. Aan het einde van de voorverwarming,
aangegeven door het uitgaan van het rode controlelampje
"P", kiest u de meest aangewezen kookfunctie.
Vis en vlees
Gebruik voor wit vlees, gevogelte en vis temperaturen van
180°C tot 200°C.
Bij rood vlees is het goed te beginnen met een hogere
temperatuur (200°C - 220°C) en vervolgens de
temperatuur te verlagen.
Over het algemeen geldt de regel: hoe groter het stuk
vlees, hoe lager de temperatuur en hoe langer de kooktijd.
Zet het vlees in het midden van het ovenrooster en zet de
lekplaat eronder om het vet op te vangen.
Plaats het rek zodanig dat het vlees zich midden in de
oven bevindt. Voor meer onderwarmte zet u het rek wat
lager. Voor een heerlijk braadstuk kunt u het met spek of
spekvet bedekken (vooral ook eend en wild) en zo plaatsen
dat het zich boven in de oven bevindt.
Taarten
Als u taarten gaat bakken moet de oven altijd worden
voorverwarmd en moet de ovendeur gedurende de
kooktijd dicht blijven zodat de taart niet inzakt. In het
algemeen:
Taart te droog
Stel de volgende keer een temperatuur in die 10°C
hoger is en maak de baktijd korter.
Taart zakt in
Maak deeg minder vloeibaar of verlaag de
temperatuur met 10°C.
Taart te donker bovenop
Plaats hem op een lagere stand in de oven, stel een
lagere temperatuur in en verleng de baktijd.
Buitenkant goed, maar van binnen niet gaar
Maak deeg minder vloeibaar, verlaag de temperatuur,
verleng de baktijd.
De taart komt niet uit de vorm
Boter de vorm goed in en sprinkel er wat bloem
overheen, of gebruik ovenpapier.
De grill
Gebruik de functie
“grill” en plaats het gerecht in
het midden onder de grill (op de 3° of 4° verdieping van
beneden af), aangezien alleen het middelste gedeelte van
het bovenste verwarmingselement aan gaat.
Zet de lekplaat op de onderste ovenstand voor het
opvangen van jus en/of vet.
Zet bij deze functie de thermostaat op maximum. Natuurlijk
kunt u ook lagere temperaturen instellen door de
thermostaatknop op de gewenste temperatuur te zetten.
Belangrijk: gebruik de grill met de ovendeur dicht, dit
biedt de beste resultaten en een energiebesparing (van
ongeveer 10%).
De beste resultaten bij gebruik van de grill krijgt u
met het rek op de hoogste standen (zie tabel) en de
bijgeleverde lekplaat op de laagste stand.
22
Positie
keuzeknop
Gerecht Gewicht
(kg)
Positie ovenrek
van beneden af
Voorverwarming
(minuten)
Positie
thermostaa-
tknop
Kooktijd
(minuten)
1 Statisch
Eend
Braadstuk
Varkensvlees
Koekjes (kruimeldeeg)
Jamtaart
Lasagne
Lamsvlees
Makreel
Plum-cake
Beignets
Pan di spagna
Quiche
1
1
1
-
1
1
1
1
1
0.3
0.5
1.5
3
3
3
3
3
3
2
2
2
3
3
3
15
15
15
15
15
10
10
10
10
10
10
15
200
200
200
180
180
190
180
180
170
180
170
200
65-75
70-75
70-80
15-20
30-35
35-40
50-60
30-35
40-50
30-35
20-25
30-35
2 Zachte
oven
Cake
Jamtaart
Vruchtentaart
Brioches
0,5
1
1
0,5
3
3
3
3
15
15
15
15
160
180
180
160
30-40
35-40
50-60
25-30
3 Bovenin
de oven
Afmaken van een
gerecht
- 3/4 15 220 -
4 Grill
Tong en inktvis
Clamari en garnalen
aan het spit
Gefileerde kabeljauw
Gegrilde groenten
Biefstuk
Koteletten
Hamburgers
Makreel
Toast
1
1
1
1
1
1
1
1
n.° 4
4
4
4
3/4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
8-10
6-8
10
10-15
15-20
15-20
7-10
15-20
2-3
NB: de kooktijden zijn indicatief en kunnen naar gelang uw persoonlijke smaak worden veranderd. Bij het bakken
onder de grill moet de lekplaat altijd op de onderste stand staan.
23
Normaal onderhoud en reinigen van het fornuis
Sluit de stroom af voordat u enige handeling uitvoert.
Voor een lange levensduur van het fornuis is het belangrijk
dat dit regelmatig wordt schoongemaakt. Onthoud het
volgende:
· Gebruik voor het reinigen geen stoomapparaat.
de geëmailleerde delen en de zelfreinigende panelen,
indien aanwezig, worden met lauw water gewassen.
Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die
schade kunnen aanrichten;
de binnenkant van de oven wordt regelmatig met een
warm sop gereinigd als hij nog lauw is, gespoeld en
goed afgedroogd;
de vlamverspreiders worden regelmatig in een warm
sop gewassen zodat eventuele aankorstingen
verwijderd worden.
Bij de fornuizen die voorzien zijn van automatische
ontsteking moet het uiteinde van de electronische
ontstekingselementen regelmatig gereinigd worden en
moeten de gaatjes van de vlamverspreiders
gecontroleerd worden om te zien dat ze niet verstopt
zijn;
de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen
na lang contact met kalkhoudend water of agressieve
wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het
reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel
geknoeid water af;
N.B.: sluit de dekplaat niet zolang de gasbranders of
de electrische kookplaten nog warm zijn. Verwijder
eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat
bevinden voordat u hem open doet.
Belangrijk: controleer regelmatig de conditie van de
gasslang en vervang hem zodra hij niet meer geheel in
orde is; het is aan te bevelen de gasslang ieder jaar te
vervangen.
Het vervangen van de ovenlamp
Sluit de stroom van de oven af door middel van de
schakelaar die de installatie aan het net verbindt, of
door de stekker uit het stopcontact te trekken, indien
deze bereikbaar is.
Schroef het glazen lampekapje los;
Schroef het lampje los en vervang het met een nieuw
lampje dat hittebestendig is (300°C) met de volgende
kenmerken:
- Voltage 230V
- Vermogen 25W
- Fitting E14
Monteer het lampekapje en sluit de stroom weer aan.
Het smeren van de kranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast
blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te
vervangen.
N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.

Documenttranscriptie

Cuisinière avec four électrique Instruction pour l’installation et l’emploi 3 Elektrische fornuis Gebruiksaanwijzingen voor de plaatsing en gebruik 13 Belangrijk Om de doelmatigheid en veiligheid van dit toestel te garanderen raden wij u aan: • voor reparaties alleen de Service Centers te bellen die door de fabrikant gemachtigd zijn. • altijd gebruik te maken van originele onderdelen. 1 Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. 2 Deze instrukties zijn alleen geldig voor de landen waarvan de symbolen voorkomen in de handleiding en op het typeplaatje van het apparaat. 3 Dit apparaat betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels). 4 Voordat u het apparaat gaat gebruiken wordt u verzocht de gebruiksaanwijzingen in deze handleiding aandachtig te lezen aangezien zij belangrijke gegevens bevatten betreffende de veiligheid van de installatie, het gebruik en het onderhoud. Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. 5 Na het verwijderen van de verpakking moet men goed kijken of het fornuis geheel gaaf is. In geval van twijfel moet men het fornuis niet gebruiken en zich tot een bevoegde installateur wenden. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyrene, spijkers enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gelegd, aangezien het potentieel gevaarlijk kan zijn. 6 Het installeren moet uitgevoerd worden door een bevoegde installateur en volgens de instrukties van de fabrikant. Een verkeerde aansluiting kan schade veroorzaken aan personen, dieren of dingen en voor deze gevallen kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld. 7 De electrische veiligheid van dit apparaat is slechts dan verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals voorgeschreven door de geldende normen voor electrische veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te verzekeren en, in geval van twijfel, een controle te laten uitvoeren door een bevoegde electricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die veroorzaakt is door nalatigheid betreffende het aarden van de installatie. 8 Voordat het apparaat wordt aangesloten moet men zich ervan verzekeren dat de gegevens van het typeplaatje (op het apparaat en/of de verpakking) overeenkomen met de kenmerken van het electrische net en de gasleiding. 9 Controleer dat het electrische vermogen van het net en van de stopcontacten voldoende is voor het maximum vermogen van het apparaat zoals aangegeven op het typeplaatje. In geval van twijfel moet u zich tot een bevoegde electricien wenden. 10 Een veelpolige schakelaar moet worden aangebracht met een afstand tussen de contactpunten van minstens 3mm. 11 Als de stekker en het stopcontact niet passen, dan moet de stekker vervangen worden met een passende stekker door een bevoegde electricien. Deze moet vooral ook controleren dat de doorsnede van de kabels van het stopcontact voldoende is voor het vermogen van het apparaat. Het is in het algemeen af te raden adapters, dubbelstekkers en/of verlengsnoeren te gebruiken. Als het gebruik hiervan onvermijdelijk is dan moet men enkelvoudige of meervoudige adapters en verlengsnoeren gebruiken die voldoen aan de geldende veiligheidsnormen. Let echter op de vermogensgrens van de stroom niet te overschrijden zoals deze is aangegeven op de enkele adapter en op de verlengsnoeren, en het maximum vermogen aangegeven op de meervoudige adapter. 12 Laat het apparaat niet onnodig aan staan. Sluit de stroom van 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 13 het apparaat af wanneer dit niet gebruikt wordt en sluit de gaskraan af. Laat de ventilatie-openingen of warmte-afvoer vrij. De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker zelf vervangen worden. In geval van schade of vervanging van de kabel moet men zich uitsluitend tot een door de fabrikant bevoegde installateur wenden. Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor het vervaardigd is. Ieder ander gebruik (b.v. het verwarmen van het vertrek) moet als onjuist worden beschouwd en is dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd en onredelijk gebruik. Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met zich mee het in acht nemen van zekere fundamentele regels. In het bijzonder: • raak het apparaat niet aan met natte of vochtige handen of voeten • gebruik het apparaat niet als u blootsvoets bent • gebruik geen verlengsnoeren ofwel slechts met de grootste voorzichtigheid • trek niet aan het snoer of aan het apparaat zelf om de stekker uit het stopcontact te trekken • stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon enz.) • door kinderen of onbekwame personen Sluit altijd voordat u overgaat tot het reinigen of onderhoud eerst de stroom af door de stekker uit het stopcontact te halen of met de schakelaar. Als u het apparaat niet meer gebruikt moet u het onklaar maken door de kabel door te snijden nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken. Het is aan te raden ook die onderdelen onklaar te maken die een gevaar zouden kunnen opleveren, vooral voor kinderen die ermee zouden willen spelen. Plaats geen wankele of vervormde pannen op de branders en kookplaten om omvallen te vermijden. Zorg dat de handvaten naar het midden van het fornuis zijn gericht zodat men er niet tegen kan stoten. Enkele delen van het fornuis, vooral de electrische kookplaten, blijven na gebruik nog lang warm. Raak ze niet aan. Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.) in de buurt van het fornuis als dit in gebruik is. Als u kleine electrische apparatuur gebruikt in de buurt van het kookvlak, let dan op dat de snoer ervan niet op de hete delen terecht komt. Controleer altijd dat de knoppen in de positie “•”/”¡” staan als het fornuis niet gebruikt wordt. Gedurende het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur heet. Raak er niet aan en houd de kinderen op een afstand. Gasfornuizen hebben, voor een goede werking, behoefte aan regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan de vereisten, beschreven in de paragraaf betreffen het “Plaatsen”, is voldaan. Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven. Instrukties voor het installeren Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze uitvoert en volgens de geldende normen. Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot onderhoud of regelen overgaat. De inbouwgasfornhuizen voor Nederland, zijn in de fabriek afgesteld voor Natuurlijk gas categorie I2L, het is niet nodig om dit nogmaals af te stellen. c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op hoog te zetten. Het nivelleren (alleen bij enkele modellen aanwezig) Om de keuken te kunnen nivelleren, moet u de regelingsvoetjes gebruiken. Indien dit nodig is, kan men deze voetjes in de daarvoor geschikte gaten vastschroeven. Deze bevinden zich in de hoeken van het onderstuk van het fornuis. Het plaatsen Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde volgens de geldende normen. De volgende eisen moeten in acht genomen worden: a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe hebben voor de uitlaatgassen, door middel van een afzuigkap of een automatische elektrische afzuiging die in werking treedt wanneer men het fornuis aanzet. Het monteren van de poten (alleen bij enkele modellen aanwezig) Bij het fornuis zijn poten inbegrepen, die men aan het onderstuk van het fornuis moet verbinden. In open haard of vertakte rookpijp (aanwezig bij de kook apparaten) Meteen naar buiten b) Het vertrek moet luchttoevoersystemen hebben, vereist voor de normale verbranding van het gas. De luchttoevoer die vereist wordt voor de normale verbranding moet minstens 2m 3/h zijn per kW geinstallerd vermogen. Het systeem kan gerealiseerd worden door lucht direct van buiten het gebouw te onttrekken door middel van een buis van tenminste 100 cm2 doorsnede die niet kan verstoppen (Afb.A). Of, door lucht op indirecte wijze toe te voeren vanuit aangrenzende vertrekken die, zoals hierboven beschreven wordt, met buiten verbonden zijn door middel van een ventilatiebuis. Deze vertrekken mogen geen onderdeel uitmaken van het gemeenschappelijk onroerend goed, noch van brandgevaarlijke ruimtes, of van slaapkamers (Afb.B). Bijzonderheid A Aansluitende kamer Het installeren van de ingebouwde fornuizen Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt staat met de achterkant van het fornuis mag niet van brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. Voor een juiste installering van de fornuis moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden: a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 200 mm van de rand van de plaat staan. b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat bij de afzuigkap hoort. c) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee minstens 700 mm (milimeter) zijn, zoals in Afb. Ventilatie kamer A Voorbeed van een ventilatie opening voor verbrandings lucht Afb. A Vergroting van de gleuf tussen de deur en de vloer Afb. B 14 Aansluiting met een roestvrije stalen buigzame buis aan een onafgebroken wand met gedrade aanhechtingen Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U kontroleren dat de slang niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit. 420 mm. 420 mm. Min. 600 mm. Min. Min. min. 650 mm. avec hotte min. 700 mm. sans hotte HOTTE Controle van de dichting Als het fornuis geinstalleerd is moet men de perfekte luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop, nooit met een vlam. Aansluiten gas Voor het aansluiten aan de buis van het natuurlijk gas categorie I2L, is het fornuis voorzien van een aansluiting van 1/2". Deze aansluiting vraagt om een harde buis (NBN D. 51-003) of een buigzame slang die voldoet aan de voorschriften ARGB 03-80, met twee metalen aansluitingen voor de toevoer van brandbaar gas. De metalen aansluiting moet goed worden bevestigd aan de ingang “A” of “C”. Al naar gelang het geval verandert men de positie van de aansluiting. Het aansluiten van de voedingskabel aan het net Elektrische aansluiting dient te geschieden volgens de norm NEN 1010, plus plaatselijk geldende voorschriften. De fornuizen zijn voorzien van een drie-aderig snoer en geschikt om aangesloten te worden op wisselstroom met een spanning en frekwentie die aangegeven worden op het typeplaatje. De klueren van het netsnoer komen overeen met: Groen-geel: aarde Blauw: nul Bruin: fase Wanner het fornuis niet door middel van buigzame leidingen aangesloten is, moet in de installatie een meerpolige schakelaar aangebracht worden. De voedingskabel moet zodanig geplaatst zijn, dat hij nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur. Voor het aansluiten moet men kontroleren dat: · de zekeringen en de leidingen geschikt zijn om het vermogen te leveren dat door het fornuis zal worden afgenomen (zie plaatje met technische gegevens); · de aardleiding in overeenstemming is met de bepalingen van de geldende normen en met de wetgeving terzake; · het stopkontakt of de tweepolige schakelaar gemakkelijk bereikkbaar zijn nadat de oven geplaatst is. N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke, aangezien deze oververhitting en branden kunnen veroorzaken. A C Het wordt aangeraden de aansluiting zo dicht mogelijk bij de gaskraan te bewerkstelligen. Boven het fornuis moet een gaskraan worden aangebracht volgens de geldendeplaatselijke normen; deze moet zodanig worden aangebracht dat hij gemakkelijk te manoeuvreren is. Als het fornuis niet in gebruik is wordt aangeraden de hoofdkraan dicht te draaien. Aansluiting met harde buis De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. 15 Technische gegevens Afmetingen van de oven: Voltage en frekwentie van de stroomverzorging: zie typeplaatje breedte 43,5 cm. diepte 40 cm. hoogte 32 cm. Branders: geschikt voor de soorten gas aangegeven op het typeplaatje Inhoud van de oven: 56 liters Afmetingen van de lade: breedte 46 cm. diepte 42 cm. hoogte 8,5 cm. Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen van de gemeeschap: ENERGY LABEL Richtlijn 2002/40/CE op etiket van de elektrische ovens Norm EN 50304 Energieverbruik verklaring Klasse convectie Natuurlijk verwarmingsfunctie: - Statisch - 16 EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties; EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties. Kenmerken van de gaspitten en straalpijpen Tabel 1 Natuurlijk gas Branders Doorsenee (mm) Thermisch vermogen kW (p.c.s. *) Straal. 1/100 Bereik* (l/h) Nom. Gered. (mm) G25 Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,70 116 332 Half Snel (Medium) (S) 75 1,90 0,40 106 210 Hulp (Klein) (A) 55 1,00 0,40 79 111 Spanning van voeding * Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) * A 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³ S R S A K6G11S/NL 17 25 15 30 Beschrijving van het fornuis H A B C E D K P G L M Q N F A B C D E F G H Lekplaat Gasbranders Electronische onsteking Rooster kookvlak Bedieningspaneel Stelschroeven Lekplaat of bakplaat Veiligheidssysteem voor branders K L M N P Q 18 Ovenrek Keuzeknop Thermostaatknop Knop van de gasbranders Controlelampje thermostaat Knop van de timer Instructies voor het gebruik De verschillende functies van de oven worden gekozen door middel van de knoppen op het bedieningspaneel. Statische oven Positie thermostaatknop “M”: Tussen 60°C en Max. In deze stand gaan de twee onderste en bovenste verwarmingselementen aan. Dit is de klassieke, ouderwetse oven, die verheven is tot een uitzonderlijk niveau van temperatuurverspreiding en energiebesparing. De traditionele oven blijft onovertroffen voor ovenschotels zoals b.v. : kool met varkensribben, stokvis op zijn Spaans, rijst met kalfsvlees enz.... Uitstekende resultaten krijgt u bij het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees, goulash, gevogelte, varkenshaas enz...die langzaam gaar gekookt en bedropen moeten worden. Het is ook het beste systeem voor het bakken van taarten en koekjes, gestoofde vruchten en voor het koken in speciaal voor de oven geschikte pannen. Bij het koken in de statische oven gebruikt u slechts één ovenstand, aangezien met meer ovenstanden in gebruik de temperatuur slecht verdeeld zou zijn. Bij gebruik van meerdere roosters kunt u de hoeveelheid warmte tussen de bovenste stand en de onderste stand tegen elkaar afwegen. Als meer boven- of onderwarmte vereist is, zet u de schotel hoger of lager in de oven. De knoppen van de gasbranders op het kookvlak (N) Voor elke knop is met een ingevuld cirkeltje de positie van de brander aangegeven die door deze knop wordt bediend. Voor het aansteken van één van de branders houdt men een vlam of een gasaansteker bij de brander, drukt en draait de knop tegen de klok in tot aan maximum . Iedere brander kan functioneren op maximum, minimum of er tussenin. Op de knop zijn, behalve de “uit” positie die men herkent aan het symbool • als dit overeenkomt met het referentiekerfje, de posities maximum en minimum aangegeven. Deze worden bereikt door de knop tegen de klok in te draaien vanaf de “uit” positie. Voor het uitdoven van de brander moet de knop met de klok mee gedraaid worden totdat hij stilstaat (bij het symbool •). Elektronische ontsteking van de gasbranders van het fornuis Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de bijhorende knop geheel in en draait u hem tegen de klok in stand; houd hem ingedrukt totdat tot aan de maximum de brander aan is. Belangrijk: mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop op 'uit' en wacht minstens 1 minuut voordat u het weer probeert. Gebak-oven Positie thermostaatknop “M”: Tussen 60°C en Max. Het onderste verwarmingselement gaat aan. Deze functie wordt aangeraden voor het bakken van fijne gerechten en vooral voor taarten die moeten rijzen en dus meer warmte nodig hebben die van onderaf komt. Viene fatto notare che le temperature più elevate vengono raggiunte in tempi piuttosto lunghi, pertanto in questi casi è consigliabile utilizzare la funzione "Forno Statico". Modellen met veiligheidssysteem tegen het ontsnappen van gas van de branders op het kookvlak Deze modellen zijn te herkennen door de aanwezigheid van het systeem (H). Belangrijk: aangezien de branders voorzien zijn van het veiligheidssysteem wordt de knop na ontsteking van de brander voor ongeveer 3 seconden ingedrukt gehouden teneinde gas door te laten totdat het thermo-element van het veiligheidssysteem warm is geworden. Oven "boven" Positie thermostaatknop “M”: Tussen 60°C en Max. Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een gerecht. Belangrijk: Wij raden aan bij het eerste gebruik de oven ongeveer een half uur leeg te laten functioneren op maximum temperatuur en met de deur dicht. Als deze tijd verlopen is opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De geur die men soms gedurende deze handeling waarneemt is te wijten aan het verdampen van de middelen die gebruikt worden om de oven te beschermen gedurende het tijdsverloop tussen de productie en het installeren van het product. Grill Positie thermostaatknop “M”: Max. Het centrale bovenste verwarmingselement gaat aan. De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: biefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt enkele voorbeelden in de tabel "Praktische raadgevingen voor het koken". Belangrijk: Plaats de bijgeleverde lekplaat voor het opvangen van vet en vleessappen op de laagste stand in de oven, alleen als u onder de grill bakt of het braadspit (slechts op enkele modellen aanwezig) gebruikt. Bij alle andere soorten van koken nooit de laagste stand gebruiken of voorwerpen op de bodem van de oven plaatsen terwijl de oven aan is, aangezien dit het email kan beschadigen. Plaats altijd uw ovenschotels, aluminiumfolie en dergelijken op het bijgeleverde rek, dat u in de gleuven van de oven steekt. Het controlelampje van de oven (P) Dit is rood gedurende de verwarmingsfase van de oven. Als de gewenste temperatuur bereikt is blijft het aan maar zonder kleur. Op dit punt betekent het aan en uit gaan van het rode controlelampje dat de thermostaat aan het werk is om de temperatuur in de oven constant te houden. Ovenlicht Dit gaat aan door de knop “L” op het symbool . te zetten. Dit verlicht de oven en blijft aan als een elektrisch verwarmingselement van de oven aan is. 19 Kookwekker Voor het gebruik van de kookwekker moet het klokje worden opgewonden door de knop “Q” bijna geheel met de klok mee te draaien 4; vervolgens, terugdraaiend 5, stelt u de gewenste tijd in door het aantal minuten gelijk te laten vallen met het wijzertje op het voorpaneel. Practische raadgevingen voor het gebruik van de branders Voor het beste rendement moet u het volgende onthouden: • gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit komen; • gebruik alleen pannen met een platte bodem; • draai de knop op minimum zodra het kookpunt is bereikt; • gebruik altijd pannen met deksels. Branders ø Diameter pan (cm) Snel (R) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Spaarbrander (A) 10 – 14 N.B. Bij de modellen met een reduktie-roostertje moet dit alleen gebruikt worden op de hulppit als de doorsnede van de gebruikte pan minder is dan 12 cm. 20 Practische raadgevingen voor het koken Gebruik slechts één bakplaat of ovenrek tegelijkertijd. Deze wordt hoog of laag in de oven geplaatst, naar gelang het gerecht meer warmte van boven of van beneden vereist. De taart komt niet uit de vorm Boter de vorm goed in en sprinkel er wat bloem overheen, of gebruik ovenpapier. Voorverwarmen Als de oven moet worden voorverwarmd, gewoonlijk voor gerechten die moeten rijzen, kunt u de functie "statische oven" gebruiken, die de gewenste temperatuur in korte tijd bereikt. Aan het einde van de voorverwarming, aangegeven door het uitgaan van het rode controlelampje "P", kiest u de meest aangewezen kookfunctie. De grill “grill” en plaats het gerecht in Gebruik de functie het midden onder de grill (op de 3° of 4° verdieping van beneden af), aangezien alleen het middelste gedeelte van het bovenste verwarmingselement aan gaat. Zet de lekplaat op de onderste ovenstand voor het opvangen van jus en/of vet. Zet bij deze functie de thermostaat op maximum. Natuurlijk kunt u ook lagere temperaturen instellen door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur te zetten. Belangrijk: gebruik de grill met de ovendeur dicht, dit biedt de beste resultaten en een energiebesparing (van ongeveer 10%). De beste resultaten bij gebruik van de grill krijgt u met het rek op de hoogste standen (zie tabel) en de bijgeleverde lekplaat op de laagste stand. Vis en vlees Gebruik voor wit vlees, gevogelte en vis temperaturen van 180°C tot 200°C. Bij rood vlees is het goed te beginnen met een hogere temperatuur (200°C - 220°C) en vervolgens de temperatuur te verlagen. Over het algemeen geldt de regel: hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur en hoe langer de kooktijd. Zet het vlees in het midden van het ovenrooster en zet de lekplaat eronder om het vet op te vangen. Plaats het rek zodanig dat het vlees zich midden in de oven bevindt. Voor meer onderwarmte zet u het rek wat lager. Voor een heerlijk braadstuk kunt u het met spek of spekvet bedekken (vooral ook eend en wild) en zo plaatsen dat het zich boven in de oven bevindt. Taarten Als u taarten gaat bakken moet de oven altijd worden voorverwarmd en moet de ovendeur gedurende de kooktijd dicht blijven zodat de taart niet inzakt. In het algemeen: Taart te droog Stel de volgende keer een temperatuur in die 10°C hoger is en maak de baktijd korter. Taart zakt in Maak deeg minder vloeibaar of verlaag de temperatuur met 10°C. Taart te donker bovenop Plaats hem op een lagere stand in de oven, stel een lagere temperatuur in en verleng de baktijd. Buitenkant goed, maar van binnen niet gaar Maak deeg minder vloeibaar, verlaag de temperatuur, verleng de baktijd. 21 Positie keuzeknop Gerecht Gewicht (kg) Positie ovenrek van beneden af 1 Statisch Voorverwarming Positie Kooktijd (minuten) thermostaa- (minuten) tknop Eend Braadstuk Varkensvlees Koekjes (kruimeldeeg) Jamtaart Lasagne Lamsvlees Makreel Plum-cake Beignets Pan di spagna Quiche 1 1 1 1 1 1 1 1 0.3 0.5 1.5 3 3 3 3 3 3 2 2 2 3 3 3 15 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 15 200 200 200 180 180 190 180 180 170 180 170 200 65-75 70-75 70-80 15-20 30-35 35-40 50-60 30-35 40-50 30-35 20-25 30-35 2 Zachte oven Cake Jamtaart Vruchtentaart Brioches 0,5 1 1 0,5 3 3 3 3 15 15 15 15 160 180 180 160 30-40 35-40 50-60 25-30 3 Bovenin de oven Afmaken van een gerecht - 3/4 15 220 - 4 Grill Tong en inktvis Clamari en garnalen aan het spit Gefileerde kabeljauw Gegrilde groenten Biefstuk Koteletten Hamburgers Makreel Toast 1 4 5 Max 8-10 1 1 1 1 1 1 1 n.° 4 4 4 3/4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 Max Max Max Max Max Max Max Max 6-8 10 10-15 15-20 15-20 7-10 15-20 2-3 NB: de kooktijden zijn indicatief en kunnen naar gelang uw persoonlijke smaak worden veranderd. Bij het bakken onder de grill moet de lekplaat altijd op de onderste stand staan. 22 Normaal onderhoud en reinigen van het fornuis Sluit de stroom af voordat u enige handeling uitvoert. Voor een lange levensduur van het fornuis is het belangrijk dat dit regelmatig wordt schoongemaakt. Onthoud het volgende: · Gebruik voor het reinigen geen stoomapparaat. • de geëmailleerde delen en de zelfreinigende panelen, indien aanwezig, worden met lauw water gewassen. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die schade kunnen aanrichten; • de binnenkant van de oven wordt regelmatig met een warm sop gereinigd als hij nog lauw is, gespoeld en goed afgedroogd; • de vlamverspreiders worden regelmatig in een warm sop gewassen zodat eventuele aankorstingen verwijderd worden. • Bij de fornuizen die voorzien zijn van automatische ontsteking moet het uiteinde van de electronische ontstekingselementen regelmatig gereinigd worden en moeten de gaatjes van de vlamverspreiders gecontroleerd worden om te zien dat ze niet verstopt zijn; • de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen na lang contact met kalkhoudend water of agressieve wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel geknoeid water af; N.B.: sluit de dekplaat niet zolang de gasbranders of de electrische kookplaten nog warm zijn. Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat bevinden voordat u hem open doet. Belangrijk: controleer regelmatig de conditie van de gasslang en vervang hem zodra hij niet meer geheel in orde is; het is aan te bevelen de gasslang ieder jaar te vervangen. Het vervangen van de ovenlamp • Sluit de stroom van de oven af door middel van de schakelaar die de installatie aan het net verbindt, of door de stekker uit het stopcontact te trekken, indien deze bereikbaar is. • Schroef het glazen lampekapje los; • Schroef het lampje los en vervang het met een nieuw lampje dat hittebestendig is (300°C) met de volgende kenmerken: - Voltage 230V - Vermogen 25W - Fitting E14 • Monteer het lampekapje en sluit de stroom weer aan. Het smeren van de kranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te vervangen. N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Indesit K6G11S(W) NL de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor